Acta van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Hoofdstuk XII Relatie tot de Overheid
HOOFDSTUK XII RELATIE TOT DE OVERHEID
Het auteursrecht van deze tekst berust hetzij bij de auteur, hetzij bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. Voor alle zaken het auteursrecht betreffend kan contact opgenomen worden met het deputaatschap Generaal-synodale publicaties via:
[email protected]. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in wat voor vorm of op wat voor manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld.
2
Acta Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005
HOOFDSTUK XII RELATIE TOT DE OVERHEID
Acta van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, samengekomen te Amersfoort-Centrum op zaterdag 12 maart 2005 Hoofdstuk 12 – Relatie tot de overheid Artikel 168 Rapport deputaten voor de relatie kerk en overheid (RKO)
29-04-2005
Voorstel: deputaten RKO Materiaal: 1. 2. 3.
rapport van deputaten voor de relatie kerk en overheid; brief van de Gereformeerde Kerk te Bedum d.d. 11 februari 2005 , waarin instemming wordt betuigd met het rapport van deputaten; brief van de kerk te Amersfoort-Zuid, ongedateerd, waarin wordt gevraagd a. meer aandacht te geven aan de participatie van de kerken in het maatschappelijk debat en het tonen van maatschappelijke betrokkenheid; b. christenvrouwen te betrekken in het werk van het deputaatschap; c. het deputaatschap nieuw samen te stellen uit een evenwichtige vertegenwoordiging van de bestaande gereformeerde maatschappelijke organisaties; d. de voorzitter van het deputaatschap 'het gezicht' naar de overheid te laten zijn; e. een actief beleid te voeren om de maatschappelijke betrokkenheid van onze kerkgemeenschap te stimuleren.
Besluit 1: deputaten hartelijk dank te zeggen voor de uitvoering van hun opdrachten en hen te dechargeren onder goedkeuring van hun beleid. Besluit 2: a.
b.
c.
d.
e. f.
opnieuw deputaten te benoemen met de opdracht: hetzij op verzoek van de overheid, hetzij op verzoek vanuit de kerken, hetzij op eigen initiatief zich tot de overheid te richten over publieke zaken die overal in ons land de dienst van de kerk (art. 27 KO), of het leven als christen raken. Indien niet op het bijeenkomen van de generale synode kan worden gewacht, dienen deputaten de kerken van al zulke reacties in kennis te stellen; op uitnodiging van de overheid de kerken te vertegenwoordigen bij officiële plechtigheden en in bijzondere gevallen, ook zonder uitdrukkelijke uitnodiging van de overheid, de kerken te vertegenwoordigen in samenkomsten met een nationaal karakter, voor zover de aanwezigheid bij deze gelegenheden verenigbaar is met de kerkelijke verantwoordelijkheid en de christelijke levensstijl en schriftelijk te verantwoorden aan de uitnodigende instantie waarom in voorkomend geval niet op een uitnodiging kan worden ingegaan; namens de kerken gelukwensen of betuigingen van deelneming bij vreugde of rouw het Koninklijk Huis betreffende over te brengen en de vertegenwoordiging van de kerken op koninklijke recepties voor te bereiden en uit te voeren, behalve wanneer de generale synode bijeen is. de kerken te informeren over stukken die van de overheid bij hen inkomen en bestemd zijn voor de kerken of anderszins van belang zijn voor de kerken en over maatregelen of voornemens van de overheid en uitspraken van de rechterlijke macht die de dienst van de kerk en/of het leven als christen raken; de Gereformeerde Kerken in Nederland te vertegenwoordigen in het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) en daarover contact te houden met deputaten geestelijke verzorging militairen; hun werkzaamheden, met inbegrip van het lidmaatschap van het CIO, te verrichten binnen het vastgestelde budget, dat separaat zal worden toegezonden;
Gereformeerde Kerken in Nederland
3
HOOFDSTUK XII RELATIE TOT DE OVERHEID
g.
van hun arbeid rapport uit te brengen aan de eerstvolgende generale synode en hun rapport uiterlijk drie maanden voor het begin van de volgende generale synode aan de kerken toe te zenden.
Grond: de relatie kerk en overheid dient in deze vorm bestendigd te blijven. Besluit 3: de voorzitter van de laatst gehouden generale synode te benoemen als titulair voorzitter van deputaten voor de relatie met de overheid en hem de bevoegdheid te geven, in overleg met de andere deputaten, deel te nemen aan het publieke debat zoals dat het CIO voor ogen staat en eventueel ook tot publieke standpuntbepaling namens onze kerken te komen. Grond: voor het opereren in het maatschappelijke debat is het belangrijk dat onze kerken een 'gezicht' hebben, dat namens de kerken zaken aan de orde kan stellen of op de agenda plaatsen. Besluit 4: de kerken op te roepen zich te bezinnen op relevante maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en/of actueel beleid van de Nederlandse overheid met het oogmerk om kerken en kerkleden te aan te moedigen tot het op een christelijke manier betrokken zijn bij de maatschappij, en de deputaten voor de relatie kerk en overheid te machtigen de kerken daartoe te ondersteunen door, desgewenst samen met andere deputaatschappen, congressen, symposia en hoorzittingen te organiseren. Grond: om te bevorderen dat de kerk zichtbaar is en als relevant wordt aangemerkt in de Nederlandse samenleving, is het nuttig een bezinning in onze kerken op gang te brengen c.q. te versterken voor wat betreft het functioneren van de kerk en haar leden in de samenleving. Besluit 5: deputaten opdracht te geven de kerken en kerkleden te stimuleren in het op christelijke wijze betrokken zijn in de maatschappij, in het contact met plaatselijke en regionale overheden door eenmaal per drie jaar regionale bezinningsavonden te organiseren waar gevoelens en gedachten over culturele en maatschappelijke ontwikkelingen en tendensen in de samenleving kunnen worden besproken. Grond: de plaatselijke kerken dienen, gelet op de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, gestimuleerd te worden hun plek in het maatschappelijke veld nadrukkelijk in te nemen, om te voorkomen dat zij 'onzichtbaar' worden. Presentatie Op 15 april presenteren de deputaten hun rapport. Een van de saillante punten daaruit is de deelname in het door de premier in gang gezette debat over normen en waarden middels het zogenoemde Woerdens beraad. Het resultaat daarvan is het rapport Gerechtigheid en Welzijn. Ook is commentaar gegeven op het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over het onderwerp normen en waarden. Daarin wordt met geen woord over de kerken gerept. Deputaten proberen ook de plaatselijke kerken te dienen met deze stukken, zodat daar ook deelgenomen kan worden aan het maatschappelijk debat. Regionale bezinningsavonden kunnen dit proces ondersteunen. Deputaten noemen het een voorrecht dat de kerk vertegenwoordigd is bij tal van activiteiten. Tevens dringen ze er op aan, nu er een ontwikkeling op gang komt waarin de kerken weer een rol van
4
Acta Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005
HOOFDSTUK XII RELATIE TOT DE OVERHEID
betekenis kunnen spelen, de GKv een gezicht te geven. Ze stellen daarom voor de preses van de synode te benoemen tot voorzitter van het deputaatschap. Bespreking Aanwezig zijn bij de bespreking van deputaten mr. drs. B. Koelewijn en drs. J.P. de Vries. Bij de bespreking van besluit 3 verlaat de preses de vergadering. De assessor neemt de leiding over. Deputaten geven aan dat dit besluit niet het karakter heeft van een ‘moeten’, maar wel van het ‘aangrijpen van een kans’. Steeds meer krijgen de kerken de gelegenheid deel te nemen aan het maatschappelijk debat. In zo’n situatie is het belangrijk dat de kerken een gezicht krijgen, een aanspreekpunt voor de pers, een vertegenwoordiging bij belangrijke evenementen die herkenbaar is. De preses van de synode is daarvoor de aangewezen man. Welke plaats de preses inneemt binnen het deputaatschap RKO is voor deputaten minder relevant. De voorgestelde wijziging in ‘titulair’ voorzitter nemen ze daarom graag over. Ds. Leeftink dient een tegenvoorstel in waarin gevraagd wordt om het moderamen als commissie vertegenwoordiging toe te voegen aan deputaten K&O, naar analogie van de gewoonte bij de CGK. Deputaten ontraden dit. K&O krijgt daardoor een soort kerstboomstructuur, waar van alles onder hangt. Indien de voorzitter om een of andere reden niet aanspreekbaar is of verhinderd, kan een van de andere leden van het deputaatschap zijn taak overnemen. Het tegenvoorstel wordt met 2 stemmen voor en 32 tegen verworpen. Besluit 3 komt daarna apart in stemming en wordt met 32 stemmen voor en 2 tegen aangenomen. Hierna neemt de preses de leiding van de vergadering weer op zich, er zijn verbazing over uitsprekend dat juist een gezicht met een lui oog ‘het gezicht’ van de kerken gaat worden de komende drie jaar. De overige punten vragen weinig bespreking. Gevraagd wordt naar de criteria voor de vertegenwoordiging bij officiële gelegenheden. Deputaten antwoorden dat dat in goed overleg onderling wordt bepaald. De lijn die in het verleden wel gevolgd is om niet in te gaan op uitnodigingen voor (kerk)diensten waar je inhoudelijk niet achter kunt staan is begin jaren negentig verlaten. We maken deel uit van deze samenleving, laten we dat niet vergeten. Het is onhoffelijk om een uitnodiging niet te aanvaarden en het getuigt van weinig respect om op voorhand al op inhoudelijke gronden de uitnodiging af te wijzen. Bovendien ligt er ook hier voor de kerken een kans: je kunt desgevraagd je eigen verhaal kwijt. Aanwezigheid betekent niet dat je de inhoud voor je rekening neemt. Criteria opstellen heeft weinig zin. Die vragen in de praktijk om toepassing en uitleg en voegen weinig toe aan de gesignaleerde problematiek. Bij besluit 4 en 5 benadrukken deputaten het belang van de aanwezigheid van de kerken in de politiek, zowel landelijk (met name besluit 3) als ook plaatselijk (besluit 4). Voor ons als leden van de vrijgemaakte kerken is het misschien duidelijk dat organisaties als de Christenunie en de Stichting Mandaat vanuit de kerken praten, voor de gewone Nederlanders zijn dat politieke organisaties. De kerk heeft een status sui generis. Zij zelf moet spreken en haar eigen inbreng hebben in de maatschappij. De overige voorstellen van deputaten worden met algemene stemmen aanvaard. 30-09-2005
Artikel 169 Benoeming deputaten voor de relatie kerk en overheid
Op voordracht van het moderamen benoemt de synode de volgende deputaten voor de relatie kerk en overheid: primi
aftredend
secundi
J. Cordia, Bunschoten J. Haveman, Hattem B. Koelewijn (s), Rijssen Mevr. M. Koole, Amsterdam P. Niemeijer, Den Helder H.E. Nieuwenhuis, Ermelo A. Slob, Zwolle C.P. Voorberg, Hardinxveld-Giessendam
2008 2011 2011 2014 2008 2014 2011 2008
P.P.H. Waterval,Krimpen a/d IJssel T. Stelpstra, Beilen
Gereformeerde Kerken in Nederland
5
HOOFDSTUK XII RELATIE TOT DE OVERHEID
Inhoudsopgave Artikel 168 Artikel 169
6
Rapport deputaten voor de relatie kerk en overheid Benoeming deputaten voor de relatie kerk en overheid Inhoudsopgave
3 5 6
Acta Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005