Acta van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Bijlage VIII - III Aanvullend rapport deputaten ASE inzake Lichtenvoorde, Bergen op Zoom en Venlo
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
Het auteursrecht van deze tekst berust hetzij bij de auteur, hetzij bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. Voor alle zaken het auteursrecht betreffend kan contact opgenomen worden met het deputaatschap Generaal-synodale publicaties via:
[email protected]. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in wat voor vorm of op wat voor manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld.
2
ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
ADVIES DEPUTATEN AANVULLENDE STEUNVERLENING EVANGELISATIEWERK (ASE) Introductie De Particuliere Synode Zeeland-Noord Brabant-Limburg heeft een aanvraag ingediend tot aanvullende steun voor een evangelisatieproject. Deputaten ASE dienen de Generale Synode met hun advies inzake deze aanvraag op basis van instructie 2d. van ASE een advies aan de synode voor te bereiden op basis van de richtlijnen, in geval een particuliere synode een nieuw verzoek tot aanvullende steun bij de generale synode indient; deputaten zullen zich daartoe een oordeel vormen over het geheel van het beleid met betrekking tot het project waarvoor ondersteuning wordt gevraagd; Deputaten ASE hebben in het verleden adviesaanvragen beoordeeld en die beoordeling verantwoord aan de Generale Synode. De afgelopen drie jaar hebben deputaten ASE de in het verleden gehanteerde criteria op een rij gezet en gecompleteerd, zodat deze criteria bruikbaar zijn bij elke beoordeling van ingediende aanvragen tot steunverlening. Deze criteria zijn: - doelstellingen, visie op methode en doelgroep - draagvlak gemeente(n) - relatie inzet gemeente – evangelisatiemedewerker - verantwoordelijkheidsstructuur - levensvatbaarheid - terminering - aanvullende geldstromen Deze aspecten vormen met de richtlijnen van de GS van Leusden 1999 het kader van de beoordeling. AANVRAAG AANVULLENDE STEUNVERLENING PS ZEELAND- NOORD BRABANT-LIMBURG Materiaal 1. Brief Particuliere Synode Zeeland, Noord-Brabant en Limburg d.d. 22 februari 2005 met het verzoek tot het verlenen van aanvullende financiële steun voor het evangelisatieproject van de Gereformeerde Kerk te Bergen op Zoom 2. Bijlage bij de brief van de PS Zeeland, Noord-Brabant en Limburg: Predikant voor een gereformeerde missionaire gemeente in Bergen op Zoom Procesverloop Op 22 december is een informerend en adviserend overleg geweest tussen de kerkenraad van Bergen op Zoom en ASE. Het definitieve rapport van Bergen op Zoom is vervolgens verschenen en door ASE besproken op 18 maart 2005. ASE heeft een voorlopig advies opgesteld dat positief getoonzet was, met enkele vragen van financiële aard. Daarop is een reactie van Bergen op Zoom ontvangen, die we onder de subparagraaf “aanvullende geldstromen” in dit advies meenemen. Afwegingen bij de aanvraag Visie-ontwikkeling Deputaten ASE constateren dat de gemeente van Bergen op Zoom in een lang, moeizaam, maar ook heilzaam traject tot de volle overtuiging is gekomen, dat eigen geestelijke rijkdom beschikbaar moet zijn voor de gehele stad Bergen op Zoom, en dat de gemeente zich daarom volledig wil beschouwen als zendingsgemeente. Dat komt uit in de wens de liefde voor God en de liefde voor de naaste zichtbaar te maken door met de naaste een liefdevolle relatie aan te gaan om hem te helpen volgeling van Jezus te worden. Doelstellingen, visie op methode en doelgroep In een concreet overzicht van doelstellingen en activiteiten staat aangegeven waar men op aan werkt: aantrekkelijke gemeente zijn in alle facetten, toegroei bevorderen door inzet van kleine groepen, spreekuur voor gebed en pastoraal gesprek, gastendiensten, (introductie)cursussen en spreekbeurten. De doelgroep is voldoende in beeld en omvat ruim 95% van de “Bergenaren”. Geen van de kerkelijke denominaties is structureel actief in Bergen op Zoom met het brengen van het evangelie. Draagvlak gemeente(n) Er is een zorgvuldig traject in de gemeente afgelegd om te komen tot een breed draagvlak voor het missionaire project. In dat traject is merkbare groei van het draagvlak te zien, niet door gemeenteleden voor het blok te zetten, maar door goed onderling overleg en overtuiging. Het effect is
GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND
3
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
merkbaar in een zeer ruim draagvlak onder de gemeenteleden, zowel qua intentie als inzet. Zo is de gehele gemeente opgedeeld in kleine groepen om met name gasten en geïnteresseerden op te vangen. Relatie inzet gemeente – evangelisatiemedewerker In de kleine gemeente van Bergen op Zoom wil men een predikant die de geestelijke leider kan zijn van de gemeente en haar leidt van haar huidige status naar daadkrachtige en missionaire gemeente. Instrumenten bij uitstek daarbij zijn de preekstoel en de gemeente, de kleine groepen. Bepaalde missionaire werkzaamheden zal hij zelf op zich nemen (cursussen, maandelijkse gastendiensten, etc.) maar stimuleert daarbij de gemeenteleden hun gaven te ontdekken en te ontplooien. Verantwoordelijkheidsstructuur De structuur wijkt niet af van de gebruikelijke. De kerkenraad van Bergen op Zoom draagt de verantwoordelijkheid voor het project. De classis en de PS hebben ingestemd met de aanvraag voor het project, inclusief de financiële verplichtingen die daaraan zijn verbonden. Vanuit de classis kan een doel-effectrapportage worden gegeven aan ASE, op grond waarvan ASE haar oordeel kan vormen over de besteding van de verleende aanvullend steun. Levensvatbaarheid Voor dit criterium verwijzen we naar wat daarover bij het project Lichtenvoorde is gezegd. Ook voor Bergen op Zoom geldt dat de gemeente al langer actief is met haar ontwikkeling wat ertoe leidt dat de gemeente aantrekkelijk is voor mensen die op zoek waren naar een andere gemeente. Terminering Het project van Bergen op Zoom heeft een looptijd van minstens 6 jaar. De activiteiten en de planning zijn erop gericht dat na deze periode de gemeente selfsupporting is. Het lijkt aannemelijk dat in ieder geval over plm. 6 jaar beoordeeld kan worden in welke mate de doelstellingen van het project gehaald zijn. Ook kan dan bekeken worden of het nog nodig is gedurende een beperkte tijd aanvullende steun afbouwend te verlenen, dan wel dat de steun beëindigd kan worden. Aanvullende geldstromen Het rapport maakt gewag van fondswerving; in de begroting is uitgegaan van een bedrag van € 19.000,-- over de gehele periode van zes jaar. ASE is positief over de serieuze poging die wordt ondernomen om andere geldstromen te genereren. Het moet echter duidelijk zijn dat bij de werving van deze fondsen men zich niet kan richten tot doelgroep die ook de landelijke quota opbrengt. Geconcretiseerd: boor andere geldbronnen aan buiten het directe en primaire kerkelijke circuit, bijvoorbeeld via sponsoring, eigen activiteiten of ‘adoptie’ door een andere gemeente. Een advertentiecampagne via het ND, zoals genoemd in het rapport, behoort niet tot de mogelijkheden. Het aanschrijven van een concrete doelgroep (oud-gemeenteleden b.v.) of ondersteuning door een of meer grote, “rijke” gemeenten zou wel tot de mogelijkheden behoren. Financiën De PS vraagt ten behoeve van het project Bergen op Zoom een bedrag van ruim € 25.000 aan landelijke aanvullende steun. Onderstaand overzicht laat zien, dat bij de voorgestelde lastenverdeling voldoende rekening is gehouden met de vastgestelde regels voor de bijdragen per ressort. Aantal leden
factor Bergen op Zoom Classis (ex BoZ) PS (ex. Classis) GS (ex PS) Totaal
25 6 4 1
Bijdrage Bijdrage Bijdrage gemeente per lid per lid per jaar per jaar per maand 81 489,34 6,04 0,50 1755 2.544,55 1,45 0,12 4019 3.884,73 0,97 0,08 103793 25.081,37 0,24 0,02 31.510,66
Besluit: 1. de doelstellingen van het Plan Bergen op Zoom te onderschrijven als basis voor de toekenning van aanvullende steun; 2. a. ten behoeve van dit project van de kerk te Bergen op Zoom aanvullende steun beschikbaar te stellen tot een bedrag van maximaal 32.000 euro per 1 januari 2006, jaarlijks te indexeren;
4
ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
b. deze aanvullende steun minstens te verlenen tot het jaar 2011, mogelijk met een maximale uitloop tot 2014; c. deputaten ASE op te dragen de ontwikkelingen nauwgezet te toetsen en te begeleiden; 3. deputaten ASE op te dragen de toegekende steun te verlenen binnen de kaders van hun opdracht. Gronden: ad 1 ad 2
ad 3
deze doelstellingen zijn een goede basis voor gereformeerde evangelisatie en kunnen dienen om de te beoordelen of de toegekende, aanvullende steun gericht blijft op deze beoogde doelen; de omvang van de aanvullende steun is conform de richtlijnen. Op deze manier wordt recht gedaan aan de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de bedoeling van de piramidale steun. Het is nodig de projecten die landelijke steun ontvangen nauwkeurig te toetsen en te begeleiden in het kader van de toezichthoudende taak van ASE m.b.t. een blijvende gerichtheid van de ondersteunde arbeid op het beoogde doel; op deze wijze is het project van de kerk te Bergen op Zoom ingekaderd in de algemene instructie van ASE.
ADVIES DEPUTATEN AANVULLENDE STEUNVERLENING EVANGELISATIEWERK (ASE) Introductie De Particuliere Synodes Gelderland heeft een aanvraag ingediend tot aanvullende steun voor een evangelisatieproject. Deputaten ASE dienen de Generale Synode met hun advies inzake deze aanvraag op basis van instructie 2d. van ASE een advies aan de synode voor te bereiden op basis van de richtlijnen, in geval een particuliere synode een nieuw verzoek tot aanvullende steun bij de generale synode indient; deputaten zullen zich daartoe een oordeel vormen over het geheel van het beleid met betrekking tot het project waarvoor ondersteuning wordt gevraagd; Deputaten ASE hebben in het verleden adviesaanvragen beoordeeld en die beoordeling verantwoord aan de Generale Synode. De afgelopen drie jaar hebben deputaten ASE de in het verleden gehanteerde criteria op een rij gezet en gecompleteerd, zodat deze criteria bruikbaar zijn bij elke beoordeling van ingediende aanvragen tot steunverlening. Deze criteria zijn: - doelstellingen, visie op methode en doelgroep - draagvlak gemeente(n) - relatie inzet gemeente – evangelisatiemedewerker - verantwoordelijkheidsstructuur - levensvatbaarheid - terminering - aanvullende geldstromen Deze aspecten vormen met de richtlijnen van de GS van Leusden 1999 het kader van de beoordeling. AANVRAAG AANVULLENDE STEUNVERLENING PS GELDERLAND Materiaal 1. Brief Particuliere Synode Gelderland d.d. 17 februari 2005 met het verzoek tot het verlenen van aanvullende financiële steun voor het evangelisatieproject van de Classis Zutphen 2. Bijlagen bij de brief van de PS Gelderland: a. Brief Classis Zutphen aan de PS Gelderland d.d. 24 februari 2004 b. Plan van Aanpak Lichtenvoorde 2002 van de Commissie Evangelieverkondiging Oost-Gelderland (CEOG) c. Evaluatiecriteria CEOG 3. Voorlopig advies ASE m.b.t. de aanvraag van de CEOG inclusief begeleidende mail d.d. 22 maart 2005 4. Update van het Plan van Aanpak “Licht in de Achterhoek” d.d. april 2005
GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND
5
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
Procesverloop ASE ontving op een gegeven moment signalen dat er plannen waren in de Achterhoek een evangelisatieproject te starten, waarbij een beroep zou worden gedaan op landelijke aanvullende steun. Er is contact gezocht met de Commissie Evangelieverkondiging OostGelderland (CEOG). We hebben CEOG aangegeven dat ASE op grond van de instructie niet alleen in beeld is bij het adviseren van GS bij de aanvraag van nieuwe projecten, maar dat ASE ook adviseert bij te stichten gemeentes. (instructie 2g Zuidhorn 2002) Vervolgens is er regelmatig overleg geweest per telefoon en per mail. Op 11 maart is een gesprek geweest tussen ASE en CEOG. Op 18 maart heeft ASE een voorlopig advies opgesteld en dat gecommuniceerd met CEOG. Dat advies was negatief getoonzet, maar gaf ruimte tot het aanbrengen van verbeteringen tot 1 mei 2005. (zie Materiaal punt 3) Binnen deze termijn is CEOG erin geslaagd het eerste plan te updaten. Afwegingen bij de aanvraag Visie-ontwikkeling Deputaten ASE constateren dat in de ontwikkelde visie een sterke samenhang wordt gelegd tussen het tot geloof komen en het tot de gemeente komen, omdat het komen tot Christus bij beide het enige is waar het uiteindelijk om gaat. Deze kerngedachte geeft in het op te starten evangelisatieproject een sterke plaats aan de gemeente. Deze centrale notie in het project Lichtenvoorde leidt tot de overtuiging dat de principiële verbondenheid tussen gemeente-zijn en evangelisatie vraagt om kerkelijke presentie in gebieden waar het evangelie van Jezus Christus nagenoeg onbekend is of naar de zijlijn verdrongen. Doelstellingen, visie op methode en doelgroep Het project Lichtenvoorde geeft helder aan wat de te bereiken doelen zijn. Daarbij bestaat de overtuiging van de afhankelijkheid van Gods zegen op het werk. De hoofddoelstelling, een zelfstandige gemeente in 2015, krijgt een uitwerking op hoofdlijnen. Het is goed inzichtelijk gemaakt dat elke stap die in het proces gezet wordt een bijdrage levert aan het bereiken van de hoofddoelstelling. Deze stappen zijn kort aangegeven: a. aanwezigheid en informatie-overdracht (2004-2005); b. aangaan van relaties (2006); c. deel uitmaken van de gemeenschap (2008); d. gemeenschapsvorming binnen de gemeenschap. (2010); e. zelfstandigheid (2015). ASE is zich met de CEOG bewust van de noodzaak tot nadere uitwerking in jaarlijkse activiteitenplannen. Daarbij is het naar oordeel van ASE van groot belang de specifieke problematiek m.b.t. het bereiken van de Rooms-Katholieke doelgroep goede aandacht te geven. Daarbij is overleg met de projecten van de gemeenten in Venlo en Maastricht sterk aan te bevelen. Draagvlak gemeente(n) Hier ligt een punt van voortdurende aandacht. Door de eigen geaarde opzet (het project Lichtenvoorde is een classis-project) is extra aandacht nodig om draagvlak bij de gemeenten te krijgen en te verbreden. ASE heeft er begrip voor dat dit aspect meer tijd vraagt dan wanneer het een project van één gemeente zou zijn. Een goed communicatiekanaal verdient nog goede aandacht. In het voortraject zijn de evangelisatiecommissies ingeschakeld bij de inventarisatie van het te bereiken gebied. In het plan wordt vervolgens helder gemaakt op welke manier gemeenteleden daadwerkelijk bij het werk betrokken zijn. Gezien het algemene uitgangspunt, zoals beschreven bij visie-ontwikkeling, is er alle vertrouwen in dat dit aspect blijvende aandacht van de CEOG zal hebben. Relatie inzet gemeente – evangelisatiemedewerker Er wordt gekozen voor een eigen preekplek in Lichtenvoorde met een evangelisatiepredikant. Deze evangelisatiepredikant vervult een spilfunctie in het “kerkloze”gebied. Hij heeft daarbij de taak naast bepaalde classisdiensten (voorbereidend) gemeentestichtingswerk op te verrichten en gemeenten en gemeenteleden te begeleiden en toe te rusten. Op deze manier zijn de bestaande gemeente en de missionaire activiteit van hun leden nadrukkelijk in beeld. Verantwoordelijkheidsstructuur De verantwoordelijkheid voor het werk van evangelisatieprojecten ligt bij de gemeente, die het project start. De rol van ASE is o.a. het beoordelen of de landelijk ondersteunde arbeid gericht is op de beoogde doelen. Bij deze oordeelvorming laat ASE zich informeren door de classis. Omdat in het project Lichtenvoorde de classis zelf het evangelisatieproject heeft opgezet en de uitvoering ter hand neemt, kan ASE geen gebruik maken van de informatie door de classis, omdat de classis dan eigen beoordelaar zou zijn. Om die reden acht ASE het noodzakelijk dat de PS de rol van
6
ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
de classis overneemt inzake het informeren van ASE over de voortgang van het classisproject Lichtenvoorde, door het instellen van PS-deputaten die de rol van de classis in dezen op zich nemen. Levensvatbaarheid ASE voert een pleit voor het houden van pilot-achtige projecten. De gemeente die steun aanvraagt, moet op een of andere manier, bijvoorbeeld via de resultaten van een pilotproject, de levensvatbaarheid van de plannen waarschijnlijk kunnen maken. Want de gemeente moet heel goed van het project overtuigd zijn, wil het verantwoord heten om van alle kerken en kerkleden in het land ondersteuning te vragen. Aangezien dit een nieuw aspect is bij de beoordeling van aangevraagde steun willen we dit criterium nog niet te zwaar aanzetten. ASE is er positief over, dat het plan Lichtenvoorde als geruime tijd geleden van start is gegaan. Dat benadrukt het belang dat de kerken hechten aan deze missionaire activiteit. De opbrengst van deze opstart is voorbereidend van karakter en laat zich moeilijk in kaart brengen. Terminering In een heldere lijn is de fasering aangegeven: in 2015 stopt de vraag om landelijke aanvullende steun voor het project Lichtenvoorde. ASE acht de deeldoelstellingen en de daaraan gekoppelde timing realistisch. Het biedt voldoende mogelijkheden te beoordelen of het project zijn doelen gehaald heeft, dan wel dat het verstandig is de landelijke aanvullende steun te besteden aan andere doelen. Aanvullende geldstromen In de plannen van de classis wordt geen melding gemaakt van een poging om aanvullende geldstromen te zoeken. Het uitgangspunt van ASE daarbij is overigens dat gezocht wordt naar andere doelgroepen dan die waaruit de quota gegenereerd worden. Aangezien het project een classisproject is waar ook de Christelijke Gereformeerde Kerk van Aalten in participeert, is het zeer goed denkbaar deze kerk te vragen om een substantiële bijdrage aan het project. Het zou ook heel wel mogelijk zijn die bijdrage eveneens te vragen van de ander CGK-kerken in de classis, zeker als er sprake is van een zusterkerkelijk verband, zoals b.v. de kerken van Zutphen die kennen. ASE zal erop toezien dat er krachtige pogingen zijn ondernomen tot het genereren van externe geldstromen. Financiën De PS van Gelderland vraagt in aansluiting van het verzoek van de Classis Zutphen om een aanvullende steun ten bedrage van € 46.716,-Daarbij hanteert men de richtlijnen van de GS van Leusden van 1999. Deze richtlijn vermeldt dat tegenover elke euro die landelijk wordt opgebracht op het niveau van de gemeente, classis en PS respectievelijk € 25,--, € 6,-- en € 4,-- moet worden bijgedragen. Daarmee voldoet men aan het uitgangspunt van de piramidale steun (GS Leeuwarden 1990): hoe dichter bij het werk betrokken, des te meer er wordt bijgedragen In de voorstellen van de classis leidt dat tot de volgende verdeling van de lasten per ziel per jaar.
factor Classis Zutphen PS Overijssel (ex. Classis) GS (ex PS) Totaal
9 4 1
Aantal Bijdrage Bijdrage Bijdrage leden gemeente per lid per lid per jaar per jaar per maand 1802 6.848,62 3,80 0,32 12098 20.435,23 1,69 0,14 110627 46.716,15 0,42 0,04 74.000,00
De PS is ervan uitgegaan dat een van de classiskerken (Neede) wordt aangeslagen voor de factor 25, de classiskerken, de PS en GS respectievelijk voor de factoren 6, 4 en 1. Omdat het een project is van alle classiskerken worden de bijdrage van Neede en de overige kerken verevend: elke classiskerk draagt bij naar de factor 9. ASE is echter van oordeel dat daarmee onvoldoende het vastgestelde principe tot uiting komt dat de meest betrokkenen het meeste bijdragen. In de situatie is de meeste betrokken partij de classis, c.q. alle classiskerken bij elkaar.Om die reden stelt ASE de volgende aanpassing voor: Classiskerken: factor 25, PS factor 5 (middeling classis- en PS-factor), GS factor 1. Daarmee doe je recht aan het goede uitgangspunt van de GS van Leeuwarden. Dat uitgangspunt gaat uit van de gedachte “dat een kerkelijke vergadering bij het opzetten van een activiteit probeert zich zelf te bedruipen … want bedacht dient te worden dat het bedrag dat als generale steun door de overige kerken wordt gegeven een inperking betekent voor de mogelijkheid tot het verrichten van eigen kerkelijke activiteiten.” (GS Ommen 1993)
GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND
7
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
Het voorstel van ASE leidt tot de volgende verdeling van de lasten.
factor Classis Zutphen PS Overijssel (ex. Classis) GS (ex PS) Totaal
25 5 1
Aantal Bijdrage Bijdrage Bijdrage leden gemeente per lid per lid per jaar per jaar per maand 1802 15.421,87 8,56 0,71 12098 20.707,42 1,71 0,14 110627 37.870,71 0,34 0,03 74.000,00
Deputaten ASE vinden het verantwoord van gemeenteleden die het dichtst bij het project staan een bedrag gevraagd wordt van plm. € 0,71 per maand. Ook de gemeenteleden van de andere projecten dragen in deze mate bij de financiering van hun evangelisatieprojecten. Besluit 1. de doelstellingen van het Plan Lichtenvoorde te onderschrijven als basis voor de toekenning van aanvullende steun; 2. a. ten behoeve van dit project van de Classis Zutphen aanvullende steun beschikbaar te stellen tot een bedrag van maximaal 38.000 euro per 1 januari 2006, jaarlijks te indexeren; b. deze aanvullende steun te verlenen tot uiterlijk het jaar 2015 c. deputaten ASE op te dragen de ontwikkelingen nauwgezet te toetsen en te begeleiden; 3. de toepassing van de verdeelsleutel m.b.t. dit project als volgt vast te stellen: de bijdragen van Classis – PS – GS verhouden zich als 25 : 5 : 1 4. deputaten ASE op te dragen de toegekende steun te verlenen binnen de kaders van hun opdracht. 5. De PS Gelderland op te dragen ASE jaarlijks te voorzien van informatie conform de door ASE opgestelde richtlijn voor de classicale rapportage. Gronden: ad 1
Deze doelstellingen zijn een goede basis voor gereformeerde evangelisatie en kunnen dienen om de te beoordelen of de toegekende aanvullende steun gericht blijft op deze beoogde doelen; ad 2/3 De omvang van de aanvullende steun is enerzijds genoegzaam en zet aan de andere kant aan tot voldoende bijdragen door degenen die het dichtst bij het werk staan. Op deze manier wordt recht gedaan aan de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de bedoeling van de piramidale steun. Het is nodig de projecten die landelijke steun ontvangen nauwkeurig te toetsen en te begeleiden in het kader van de toezichthoudende taak van ASE m.b.t. een blijvende gerichtheid van de ondersteunde arbeid op het beoogde doel; ad 4 Op deze wijze is het project Lichtenvoorde ingekaderd in de algemene instructie van ASE; ad 5 Dit besluit is nodig om te voorkomen dat conform de huidige regelingen de classis aan ASE rapporteert over het project Lichtenvoorde, dat haar eigen project is. Om die reden is het nodig dat er PS-deputaten zijn, die de benodigde informatie verschaffen aan ASE die nodig is als basismateriaal voor de beoordeling door ASE van de juiste inzet van de verleende steun.
8
ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005
ASE ADVIES LICHTENVOORDE BERGEN OP ZOOM
AANVULLEND ADVIES TEN AANZIEN VAN VENLO Zoals al in ons werkrapport bij de bespreking van het Venlo-project genoemd is, zou nieuwe informatie uit Venlo reden kunnen zijn om ons advies bij te stellen (zie pag. 15). Bij de presentatie van ons werk op 16 april j.l. is al verteld dat een herzien en geconcretiseerd vijfjarenplan nieuwe informatie bevat, die door ons nog nader bestudeerd zou worden. Op grond daarvan willen wij nu ons advies inderdaad aanpassen. Want het herziene plan, op ons verzoek ‘smart’ geformuleerd, vonden we een verbetering vergeleken met het vorige, en het geeft meer houvast en handvatten om te begeleiden en te evalueren. Wat de missionaire methode betreft wil men in plaats van actie-gerichte evangelisatie meer naar relatie-evangelisatie toe (via pesoonlijke contacten). Verder is er in het nieuwe plan niet meer die bijzondere gerichtheid op Roermond zoals in de eerste versie van het plan. In ons antwoord op de betreffende schriftelijke vraag van ds P. Niemeijer kwam dat al aan de orde. Roermond is nu één van de plaatsen in het ‘voedings-gebied’ van de kerk te Venlo geworden, waar bijzondere activiteiten moeten gaan plaats-vinden, en niet meer de tweede locatie naast Venlo zelf waar alle aandacht naar toe gaat. Al met al vinden we dat een ‘laatste kans’ voor dit project op z’n plaats is. We willen u daarom ten aanzien van de steun voor Venlo het volgende voorstel doen: - Venlo krijgt mede via landelijke steun de mogelijkheid om in de komende periode van drie jaar te werken aan de uitvoering van hun voornemens in het herziene vijfjarenplan; - Het vijfjarenplan wordt door Venlo per seizoen in een jaarplan vertaald en geactualiseerd, waarbij o.a. aangegeven wordt welke de doelstellingen zijn en wanneer die bereikt zullen zijn; - In de loop van deze driejarige periode wordt Venlo ‘kort’ gehouden: elk jaar wordt een strakke evaluatie verwacht over de ontwikkelingen, gevoed door de classicale rapportage, om te beoordelen of men nog “en route” is; - Als het positief uitpakt, dan is financiering gewaarborgd; als het blijft haperen, wordt in de komende periode aan afbouw gewerkt.
Tot zover onze aanvulling op het advies rond het project in Venlo. Amersfoort, 9 mei 2005.
GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND
Deputaten ASE.
9