HP Pensioen Magazine I 2006 I Nr. 3
In dit nummer onder meer:
Achtergrondinfo over de wet VPL De gewijzigde regeling Vragen en antwoorden
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever en/of andere auteursrechthebbenden. Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de volstrekte juistheid en volledigheid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden. Alle genoemde gegevens zijn onder voorbehoud. Aan de inhoud van dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend.
22 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
Dit is een uitgave van het HP Pensioenfonds.
1
Voorwoord
Eind vorig jaar hebben wij je via intranet op de hoogte gebracht van het feit dat de pensioenregelingen en de bijbehorende overgangsmaatregelen die tot en met 31 december 2005 binnen HP van kracht waren, met ingang van 1 januari 2006 zouden wijzigen of komen te vervallen. Zoals wij in dat bericht al aangaven, is de invoering van de Wet VUT, prepensioen en levensloop (de ‘Wet VPL’) de reden geweest voor de aanpassing van deze regelingen. Door deze wet, die feitelijk al op 1 januari 2005 van kracht is geworden, is de fiscale facilitering van VUT- en prepensioenregelingen afgeschaft. Voor werknemers die vóór 1 januari 1950 geboren zijn (de 55plussers op 1 januari 2005) is er een overgangsrecht, voor hen kunnen VUT- en prepensioenregelingen worden voortgezet. Verder schrijft de wet een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar voor. De Wet VPL is een maatregel die de overheid heeft genomen om de deelname aan het arbeidsproces op hogere leeftijd te bevorderen. Belangrijke reden hiervoor is de vergrijzing van de Nederlandse bevolking. Het afgelopen jaar is een pensioenwerkgroep bezig geweest te onderzoeken hoe deze nieuwe wetgeving en de gevolgen daarvan op een goede manier in de HP-pensioenregeling kon worden ingebracht. De regeling moest worden gewijzigd, omdat HP en de werknemers die op of na 1 januari 1950 geboren zijn, als gevolg van de wet zouden worden geconfronteerd met fiscaal ontoelaatbare regelingen. Dat is uiteraard niet de bedoeling. We kunnen ons voorstellen dat de wijzigingen vragen hebben opgeroepen. Daarom heeft het HP-pensioenfonds dit extra magazine laten uitbrengen waarin we ingaan op de achtergronden en gevolgen van de diverse aanpassingen. Ook gaan wij nader in op de levensloopregeling en geven wij voor een aantal voorbeelddeelnemers aan wat de gevolgen zijn van de wijzigingen in de pensioenregeling. We hopen hiermee het een en ander te verduidelijken. Via de webtool ‘Your Benefits Resources’, die zo spoedig mogelijk zal worden aangepast, kunnen jullie de gevolgen van de wijzigingen voor je pensioenuitkering zelf uitrekenen. Een van de belangrijkste doelstellingen van het HP-pensioenfonds is de vergroting van het pensioenbewustzijn onder de werknemers. We hopen dat deze speciale uitgave van het HP-Pensioen magazine daar ook aan kan bijdragen.
Peter Prakken
1. Voorwoord .............................................................................................................................................3 2. Achtergrondinformatie over de wet VPL
Voorzitter Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland
....................................................................................4
Waarom zijn de veranderingen noodzakelijk en wat is er dan wettelijk veranderd? 3. De gewijzigde regeling ....................................................................................................................8 4. Rekenvoorbeelden
.......................................................................................................................... 14
5. Vragen en antwoorden .................................................................................................................. 20
2 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
To our English readers: The pension fund considers the contents of this Special to be of such importance that it decided to have the entire magazine translated into English instead of including a summary as in the previous magazines. We will send a copy of this English version to all our non-Dutch speaking participants. Please contact the administrator (
[email protected]) if you have not yet received a copy.
3
Achtergrondinformatie over de Wet VPL De toenemende vergrijzing in Nederland heeft de overheid gedwongen tot een herziening van de fiscale kaders van het pensioen. Wat is vergrijzing en waarom is dat een probleem? In dit artikel geven wij wat meer informatie over het hoe en waarom van de Wet VPL.
Vergrijzing
VUT en Prepensioen
Vergrijzing betekent dat het aantal 65-plussers ten opzichte van het aantal jongeren fors toeneemt. Wat Nederland betreft, komt dit enerzijds doordat wij gemiddeld genomen steeds ouder worden en anderzijds door de verminderde bevolkingsgroei. De tijd van grote gezinnen met veel kinderen ligt ver achter ons. Daarom wil de overheid stimuleren dat het aantal mensen dat tussen de 55 en 65 jaar werkt, toeneemt om zo de financiële gevolgen van de vergrijzing te kunnen opvangen. Waarom is vergrijzing zo’n probleem in Nederland? Ons stelsel van sociale zekerheid wordt gefinancierd volgens het omslagstelsel, oftewel de werkenden brengen jaarlijks het geld op voor de uitkeringen aan de mensen die dat jaar gebruik maken van de collectieve voorzieningen (o.a. AOW). Het probleem is echter dat door de vergrijzing een relatief steeds kleinere groep werknemers de kosten moet opbrengen voor een groter wordende groep uitkeringsgerechtigden. Bovendien nemen deze kosten sterk toe. Zo zullen de uitgaven voor de AOW in de toekomst bijna verdubbelen. Om nu te voorkomen dat ons kostbare stelsel onbetaalbaar wordt, wil de overheid dat meer mensen langer aan het werk blijven. De Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregelingen (kortweg: Wet VPL) moet ervoor zorgen dat ouderen langer aan het werk blijven, of beter gezegd ontmoedigen dat mensen eerder stoppen met werken. Bijkomend voordeel is dat kennis en ervaring in het bedrijfsleven behouden blijven. Op dit moment werkt slechts ruim een derde deel van de mensen tussen de 55 en 65 jaar.
De definities van prepensioen en overbruggingspensioen verdwijnen uit de Wet op de loonbelasting. Deze vormen van pensioen zijn geen pensioen meer in de zin van de Wet op de loonbelasting. Dit houdt in dat voor deze regelingen de zogeheten “omkeerregeling” verdwijnt. Tot 1 januari 2006 waren de pensioenpremies en -rechten onbelast en de pensioenuitkeringen belast. In het nieuwe systeem, dat trapsgewijs zal worden ingevoerd, zijn de werknemerspremies voor VUT- en prepensioenregelingen níet meer aftrekbaar en worden werkgeversbijdragen en uitkeringen belast. Tot 1 januari 2011 zijn de werknemerspremies voor omslaggefinancierde regelingen (zoals de VUT) voor werknemers die niet onder het 55+ overgangsrecht vallen, nog voor de helft aftrekbaar. De heffing over de werkgeversbijdragen bedraagt tot dat moment 26%. Vanaf 1 januari 2011 zijn de werknemerspremies helemaal niet meer aftrekbaar en worden de werkgeversbijdragen belast tegen een tarief van 52%. Daarnaast zullen vanaf 1 januari 2006 voor omslaggefinancierde regelingen de uitkeringen worden beschouwd als loon dat als een eindheffingbestanddeel wordt belast naar een tarief van 26%, oplopend tot 52% in 2011.
De Wet VPL houdt in hoofdzaak in dat de fiscale faciliteiten voor VUT- en prepensioenregelingen zullen verdwijnen. Dat betekent dat de premies voor dergelijke regelingen niet meer fiscaal aftrekbaar zijn. Het in stand houden van dergelijke regelingen wordt dan erg kostbaar. De Wet VPL heeft uiteraard ook gevolgen voor de regelingen van HP. Deze regelingen zijn daarom aangepast. In dit magazine zullen wij ook nader ingaan op de wijzigingen.
4 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
VUT- en prepensioenregelingen mogen wel blijven bestaan, maar voortzetting daarvan is uit fiscaal en financieel oogpunt erg onaantrekkelijk geworden. Let wel, deze maatregelen zijn niet van toepassing op pensioenregelingen met een pensioenleeftijd van 65 jaar en ook niet op VUT- en prepensioenregelingen voor 55-plussers. De VUT- en prepensioenregeling kunnen dus worden voortgezet voor alle werknemers die geboren zijn voor 1 januari 1950. In de VUTen prepensioenregeling voor deze 55-plussers verandert echter wel iets. Bij voortzetting van deze regelingen voor 55-plussers moet in deze regelingen de mogelijkheid tot deeltijdprepensioen worden opgenomen en moeten bij uitstel van de ingangsdatum alle aanspraken actuarieel verhoogd worden.
5
>> Levensloopregeling Met ingang van 1 januari 2006 is ook de levensloopregeling geïntroduceerd. Deze is gebaseerd op de oude verlofspaarregeling, die is opgegaan in de levensloopregeling. Wie? De deelname aan een levensloopregeling is een wettelijk recht. Alle werknemers kunnen gebruik maken van de levensloopregeling. Wat? Met de levensloopregeling kun je geld opzij zetten, vanuit je brutoloon, voor een inkomen tijdens een periode van onbetaald verlof. Over de inleg in de levensloopregeling wordt geen loonbelasting geheven. De loonbelasting wordt pas ingehouden als je besluit om het gespaarde tegoed op te nemen. Wel worden over de inleg premies werknemersverzekeringen ingehouden. Aangezien je zo wel over je volledige salaris premie betaalt, heeft het sparen in de levensloopregeling geen gevolgen voor de hoogte van een eventuele toekomstige uitkering op grond van bijvoorbeeld de WW of WIA. De levensloopregeling kan tijdens het dienstverband worden gebruikt voor elke vorm van verlof. Aan de verlofdoelen worden geen eisen gesteld. Te denken valt bijvoorbeeld aan zorgverlof, ouderschapsverlof, sabbatical, vervroegde pensionering, deeltijdpensionering en studieverlof.
6 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
Wanneer? Kun je zelf bepalen wanneer je met verlof gaat? Niet helemaal, het opnemen van verlof dient in overleg met de werkgever te geschieden. Er bestaat namelijk geen recht op het opnemen van verlof, met uitzondering van wettelijke rechten op verlof, zoals ouderschapsverlof. Het levenslooptegoed mag tevens worden gebruikt voor verbetering van de bestaande pensioenaanspraken; voorwaarde hiervoor is wel dat de fiscale grenzen hierdoor niet worden overschreden. Het levenslooptegoed dat niet is aangewend voor verlof of pensioen wordt op de dag vóór pensionering ineens belast als loon uit vroegere dienstbetrekking. Het restant staat vervolgens ter beschikking aan de gewezen werknemer (ter vrije besteding). Hoeveel? Per jaar mag je maximaal 12% van je brutoloon sparen. Het maximale levenslooptegoed is 210% van het jaarsalaris. Is dit maximum bereikt, dan mag je verder niets meer in de levensloopregeling storten. Werknemers die op 31 december 2005 51 jaar maar nog geen 56 jaar zijn, kunnen meer dan 12% sparen in één jaar. Echter, het maximum van 210% kan hierdoor niet worden overschreden. Dit tegoed kan na (gedeeltelijke) opname overigens wel weer opnieuw worden aangevuld. Uitgaande van een standaard pensioenniveau van circa 70 procent van het salaris, betekent dit dat je met behulp van de levensloopregeling in principe drie jaar eerder met werken kunt stoppen. Stel,je hebt een salaris van ` 40.000 per jaar. Dan is het maximale levenslooptegoed dat je mag opbouwen gelijk aan ` 84.000,--. Als je 3 jaar eerder wilt stoppen met werken, kun je uit het levenslooptegoed een uitkering halen van ` 28.000,-- per jaar, wat gelijk is aan 70% van je salaris.
Waar? Je kunt zelf kiezen waar je je levensloopregeling onderbrengt, bij een bank of bij een verzekeringsm aatschappij. In het algemeen kun je kiezen uit een spaarrekening of een beleggingsrekening. Je kunt ook via HP deelnemen aan de levensloopregeling. Hiervoor heeft HP een contract afgesloten met ABN AMRO. Collectief deelnemen aan de levensloopregeling biedt een aantal voordelen, zoals een hogere rente, maar vooral ook gemak. De rente voor 2006 bedraagt: Basisrente Opslag collectief Rentebonus 2006 Totaal
3,5% (variabel) 0,6% 0,2% 4,3%
Deze rente geldt voor de ABN AMRO Levensloop Spaarrekening. Daarnaast is het mogelijk (een deel van) de inleg te beleggen. De inleg wordt dan gestort op de ABN AMRO Levensloop Beleggingsrekening. Binnenkort zijn er informatiefolders met aanmeldingsformulieren beschikbaar. Alle werknemers die aan de levensloopregeling willen gaan deelnemen, kunnen zo’n informatiefolder opvragen bij de salarisadministratie via nummer 030-2225772 of via
[email protected].
Voordelen? Het sparen voor verlof wordt door een aantal afspraken bovendien aantrekkelijker gemaakt: 1. Het bedrag dat je spaart, is belastingvrij; 2. Bij opname van vrije dagen voor ouderschapsverlof wordt minder belasting geheven; 3. Voor ieder jaar dat je in de levensloopregeling bijdraagt, verleent de overheid een zogenaamde aanvullende heffingskorting van 183 euro ten tijde van de opname van het tegoed. Bij 40 jaar deelname in de levensloopregeling levert deze korting daarmee 7.320 euro op. 4. In verband met de wijzigingen in de pensioenregelingen, hebben bepaalde werknemers recht op een compensatie, die HP in de vorm van een toeslag op het salaris uitbetaalt. Deze toeslag vind je terug op je loonstrook. Deze toeslag kan naar keuze van de werknemer gestort worden in de levensloopregeling.
Levensloopregeling en spaarloonregeling Vanaf 1 januari 2006 moet je elk jaar aangeven of je wilt deelnemen aan de spaarloonregeling of aan de levensloopregeling. De keuze die je maakt, blijft een jaar geldig. Je kunt niet aan beide regelingen tegelijk deelnemen.
Als je inhoudelijke vragen hebt over het ABN AMRO LevensloopPlan, kun je contact opnemen met het Customer Contact Center van ABN AMRO via nummer 0900-0024 (lokaal tarief).
7
3. De pensioenregeling Wat is er gewijzigd in de diverse regelingen van HP? En voor wie gelden deze wijzigingen? Laten we eerst de oude regelingen nog even kort voor je op een rijtje zetten. (Deze tekst is al eerder gepubliceerd via Intranet). Bij HP golden tot 1 januari 2006 de volgende pensioenregelingen en overgangsmaatregelen: 1. Basisregeling De regeling is een zogenoemde middelloonregeling met indexatie. De regeling wordt uitgevoerd door het Pensioenfonds. Het ouderdomspensioen wordt uitgekeerd vanaf de 61-jarige leeftijd van de deelnemer. Naast het ouderdomspensioen ontvangt de gepensioneerde een tijdelijk ouderdomspensioen ter compensatie van het gemis aan AOW voor de 65-jarige leeftijd; 2. Excedentregeling Dit is een beschikbare-premieregeling. Deze regeling is ondergebracht bij Delta Lloyd, een verzekeringsmaatschappij. Er wordt een pensioenkapitaal opgebouwd op basis van de ingelegde premies en het behaalde beleggingsrendement. De uiteindelijk te verkrijgen pensioenen zijn afhankelijk van het op de pensioendatum aanwezige pensioenkapitaal; 3. Overgangsmaatregel voor werknemers waarop de voormalige Compaq DC-pensioenregeling van toepassing was; 4. Overgangsmaatregelen voor voormalige Digitalen HP-werknemers (bijlage 1 tot en met 3 van het pensioenreglement bij de Excedentregeling); en 5. Overgangsmaatregel voor voormalige HP-werknemers, de zogenoemde VUT-overgangsregeling uitgevoerd door de VUT-Stichting.
De nieuwe Wet VPL heeft gevolgen voor alle bovenstaande regelingen. Deze regelingen zijn ofwel vervallen ofwel gewijzigd, maar de wijzigingen gelden niet voor iedereen. Om dit te verduidelijken, maken we een onderverdeling in de volgende drie categorieën werknemers: A. Werknemers geboren vóór 1 januari 1950 die op 31 december 2004 en 31 december 2005 in dienst waren van HP; B. Werknemers geboren op of ná 1 januari 1950 en werknemers (ongeacht hun geboortedatum) die ná 31 december 2004 in dienst zijn getreden bij HP; C. Werknemers in dienst getreden op of ná 1 januari 2006. Behoor je tot groep A, de HP-werknemers die voor 1 januari 1950 zijn geboren, en die op 31 december 2004 en 31 december 2005 in dienst waren van HP, dan verandert er niets in de pensioenregelingen waaraan jij deelneemt. De oude (pensioen)regelingen en overgangsmaatregelen blijven voor jou ongewijzigd in stand. Ben je op of na 1 januari 2006 in dienst getreden bij HP, dan behoor je tot de werknemers uit groep C. Je gaat automatisch deelnemen aan de nieuwe (gewijzigde) basis- en excedentpensioenregeling. Je komt niet in aanmerking voor de eventuele (compenserende) toeslagen. De wijzigingen zijn in feite alleen op jou van toepassing als je behoort tot groep B, de HP-werknemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950 of die na 31 december 2004 in dienst zijn getreden van HP. Als je tot deze groep werknemers behoort, zijn voor jou de oude pensioenregelingen en overgangsmaatregelen met ingang van 1 januari 2006 vervallen en vervangen door de hieronder genoemde regelingen.
>>
8 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
9
>> De belangrijkste wijzigingen Als je behoort tot de groep werknemers uit categorie B, wordt je pensioenleeftijd verhoogd van 61 naar 65 jaar. De opbouw van het tijdelijke ouderdomspensioen (TOP), dat uitgekeerd werd tussen 61 en 65 jaar ter overbrugging van de AOW, en de van toepassing zijnde overgangsmaatregelen worden beëindigd. Ter compensatie hiervan wordt in de nieuwe regeling extra ouderdomspensioen opgebouwd door verhoging van de jaarlijkse pensioenopbouw van 1,75% naar 2,25% van de pensioengrondslag. Dit extra pensioen kun je gebruiken om vervroegd met pensioen te gaan. Hiertoe moet je wel tijdig een verzoek indienen bij HP. Wat betreft het verval van de VUT-overgangsregeling zal HP de fiscale mogelijkheden benutten om het verlies hiervan in de pensioensfeer te compenseren. Wat hieronder wordt verstaan, wordt verder uitgelegd in paragraaf 5 “VUT-overgangsregeling”. Ook de reeds tot 31 december 2005 opgebouwde pensioenaanspraken en de levensloopregeling kun je gebruiken om eerder met pensioen te gaan. Deze levensloopregeling kun je mede financieren uit de eventuele jaarlijkse toeslagen op je salaris. HP zal deze toeslagen aan een deel van de werknemers boven op het salaris uitkeren als compensatie voor de wijzigingen in de diverse pensioen- en overgangsmaatregelen. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen binnen de betreffende regelingen: 1. Basisregeling Enkele hoofdpunten uit de nieuwe basisregeling zijn: s pensioenopbouw: 2,25% van de pensioengrondslag per jaar; s partnerpensioen: 70% van het te bereiken ouderdomspensioen; s wezenpensioen: 17,5% van het te bereiken ouderdomspensioen; s franchise: 14.059 euro; s maximum pensioensalaris: 53.140 euro; s pensioenleeftijd: 65 jaar; s tijdelijk ouderdomspensioen vervalt; s 2% eigen bedrage vanaf leeftijd 51 vervalt.
10 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
De basisregeling blijft een middelloonregeling met indexatie. Tijdens je actieve dienstverband is de indexatie van je opgebouwde pensioenaanspraken gegarandeerd. De jaarlijkse indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken is gelijk aan het maximum van de procentuele loonstijging zoals vastgelegd in de CAO en de stijging van de consumentenprijsindex. Na beëindiging van het dienstverband en na pensionering is eventuele indexatie voorwaardelijk. Dit betekent dat er geen recht is op eventuele indexatie en dat de indexaties alleen worden verleend indien en voorzover het pensioenfonds hiertoe naar de mening van het bestuur over voldoende middelen beschikt. De huidige pensioenleeftijd van 61 jaar wordt verhoogd naar 65 jaar. Je kunt echter nog altijd besluiten om eerder met pensioen te gaan. In het pensioenreglement wordt de mogelijkheid tot vervroeging van de pensioendatum opgenomen. Om dit ook financieel te kunnen realiseren, wordt de pensioenopbouw verhoogd van 1,75% naar 2,25% van de pensioengrondslag per jaar. Het extra ouderdomspensioen dat je op deze manier opbouwt kan, indien je dit wenst, worden omgerekend in een pensioen dat vanaf de gewenste vervroegde pensioeningangsdatum tot aan je 65-jarige leeftijd wordt uitgekeerd. Afhankelijk van je salarisniveau en salarisontwikkeling, is bij een uittredingsleeftijd van ongeveer 63 jaar de pensioenuitkering circa 70% van je gemiddelde salaris (na een dienstverband van 40 jaar). De deelnemersbijdrage aan de nieuwe voorgestelde basisregeling blijft 6% van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het salaris verminderd met de franchise.
De franchise en het maximum pensioensalaris zijn ten opzichte van 2005 aangepast conform de gebruikelijke mechanismen in de pensioenregeling. Het tijdelijke ouderdomspensioen (TOP) komt per 1 januari 2006 te vervallen. Als gevolg hiervan komt voor de HP-werknemers van 51 jaar en ouder ook de deelnemersbijdrage van 2% van het pensioensalaris te vervallen. Deze eigen bijdrage kan naar keuze worden gestort in je levensloopregeling. De HP-werknemers die 51 jaar of ouder zijn en reeds TOP-aanspraken hebben opgebouwd, zullen deze opgebouwde aanspraken behouden. Aangezien ook de werkgeversbijdrage aan het TOP komt te vervallen, zal HP vanaf 1 januari 2006 maandelijks een toeslag van 1,5% van het OTEsalaris uitkeren aan de HP-werknemers in categorie B die op 31 december 2005 deelnemer zijn aan de basisregeling. Deze toeslag eindigt op het moment van uitdiensttreding bij HP, is niet pensioengevend en wordt niet meegenomen bij de berekening van eventuele ontslagvergoedingen, het vakantiegeld etc. De toeslag kun je naar keuze aanwenden als extra inleg in een levensloopregeling. 2. Excedentregeling Enkele kernpunten uit de aangepaste excedentregeling: s beschikbare premieregeling bij Delta Lloyd; s deelname bij een salaris van euro 53.140 of hoger; s maximale fiscale staffel gericht op 2,25% ouderdomspensioen per dienstjaar en bijbehorend partnerpensioen ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen; s pensioenleeftijd: 65 jaar; s leeftijdsafhankelijke toeslag van excedentsalaris.
11
>> De excedentregeling blijft een beschikbarepremieregeling. Er wordt een pensioenkapitaal opgebouwd op basis van de ingelegde premies en het behaalde beleggingsrendement. De uiteindelijk te verkrijgen pensioenen zijn afhankelijk van het op de pensioendatum aanwezige pensioenkapitaal. Aan de in te leggen premies worden door de fiscus grenzen gesteld. De oude premiestaffel, die was gebaseerd op een pensioenleeftijd van 61 jaar, mag niet meer worden toegepast en is daarom vervangen door een fiscaal maximaal toegestane staffel bij een pensioenleeftijd van 65 jaar. De deelnemersbijdrage blijft 6% van de excedentpensioengrondslag. De hier bedoelde excedentpensioengrondslag is gelijk aan het salarisgedeelte boven de grens van ` 53.140,--. De nieuwe premiestaffel is als volgt: Leeftijd van de deelnemer
21 25 30 35 40 45 50 55 60
– – – – – – – – –
24 29 34 39 44 49 54 59 64
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Leeftijd van de deelnemer
Toeslag op salaris als percentage van excedentpensioengrondslag
21 25 30 35 40 45 50 55 60
0,7% 1,0% 1,6% 2,0% 2,7% 3,6% 4,7% 6,0% 4,5%
– 24 jaar – 29 jaar – 34 jaar – 39 jaar – 44 jaar – 49 jaar – 54 jaar - 59 jaar jaar
Bijdrage als percentage van excedentpensioengrondslag
Ook voor deze toeslag geldt dat je die kunt aanwenden als extra inleg in een levensloopregeling.
6,9% 8,4% 10,0% 12,2% 14,6% 17,6% 21,3% 25,8% 31,5%
3. Overgangsmaatregel voor werknemers waarop de voormalige Compaq DC pensioenregeling van toepassing was Deze overgangsmaatregel geldt voor werknemers die op 31 december 2003 in dienst waren bij HP, deelnemer aan de pensioenregeling van Compaq waren en nog geen 35 jaar oud zijn. De maatregel bestaat uit een lagere werknemersbijdrage van 4% (in plaats van 6%) aan de excedentregeling.
Door de gewijzigde staffel wordt er in totaliteit minder premie betaald, vandaar dat HP vanaf 1 januari 2006 maandelijks een toeslag zal uitkeren aan HP-werknemers in categorie B die op 31 december 2005 in dienst zijn en op die datum deelnemer zijn aan de excedentregeling respectievelijk deelnemer worden vóór of op 1 januari 2008.
12 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
Deze toeslag eindigt op het moment van uitdiensttreding bij HP, is niet pensioengevend en wordt niet in acht genomen bij eventuele ontslagvergoedingen, vakantiegeld etc. De hoogte van deze toeslag is leeftijdsafhankelijk.
Deze overgangsregeling vervalt voor alle werknemers die behoren bij categorie B. Ter compensatie hiervan zal HP maandelijks vanaf 1 januari 2006 aan deze groep werknemers een toeslag van 2% van het excedentsalaris uitkeren. De toeslag wordt uitgekeerd tot aan het moment dat de betrokken werknemers 35 jaar worden of tot aan een eerder moment van uitdiensttreding.
>> 13
>> Deze toeslag is niet pensioengevend en wordt niet in acht genomen bij eventuele ontslagvergoedingen, vakantiegeld etc. De toeslag kan naar keuze worden aangewend voor een levensloopregeling. Voorbeeld Deelnemer heeft een salaris van ` 60.000,-- per jaar. De excedentpensioengrondslag is dan gelijk aan ` 6.860,-- (60.000 minus 53.140). Zijn deelnemersbijdrage aan de excedentregeling bedroeg dan in het kader van de overgangsregeling ` 274,40 in plaats van ` 411,60 per jaar. Het verschil van ` 137,20 was in feite een extra werkgeversbijdrage. Deze overgangsmaatregel vervalt. De deelnemer ontvangt op zijn salaris een toeslag van 2% van het salarisgedeelte boven ` 53.140,-- oftewel 2% van ` 6.860,-- wat op jaarbasis gelijk is aan ` 137,20.
4. Overgangsmaatregelen voor voormalige Digital- en HP werknemers Deze overgangsmaatregel bestaat uit een beschikbarepremieregeling die voorziet in een aanvulling op het TOP en in een compensatie voor pensioendoorbouw in de periode van 61 tot 65 jaar voor bepaalde groepen voormalige Digital- en HP-werknemers die 46 jaar en ouder zijn en op 31 december 2003 in dienst waren. Deze overgangsmaatregel komt voor de werknemers in categorie B te vervallen per 1 januari 2006. Ter compensatie hiervan zal HP jaarlijks aan betrokken HP-werknemers die op 31 december 2005 onder de betreffende overgangsmaatregelen vielen of bij het bereiken van de 46-jarige leeftijd alsnog zouden gaan vallen, vanaf 1 januari 2006 een toeslag uitkeren. Deze toeslag bestaat uit de contante waarde van de toekomstige premies voor deze overgangsmaatregelen. Bij de berekening van deze contante waarde wordt rekening gehouden met ontslagkansen en andere actuariële grondslagen zoals intrest en sterftekansen. De toeslag wordt gedurende de komende 5 jaar jaarlijks uitgekeerd zolang de werknemer in dienst is van HP. In 2006 zal de toeslag worden uitgekeerd zodra de hoogte hiervan berekend is. De toeslag kan door de werknemer naar keuze worden aangewend voor een levensloopregeling.
14 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
5. VUT-overgangsregeling Voor de werknemers in categorie B komt de VUTovergangsregeling per 1 januari 2006 te vervallen. Dit verlies wordt voor de betrokken werknemers in de pensioensfeer gecompenseerd door extra pensioen toe te kennen. De pensioenaanspraken die door de deelnemers in het verleden reeds zijn opgebouwd worden verhoogd. Uitgangspunt hierbij is dat aan de werknemers op wie de VUTovergangsregeling van toepassing was, op deze manier een extra pensioenaanspraak zal worden toegekend, die gelijkwaardig is aan de waarde van hun aanspraak uit hoofde van VUT-overgangsregeling. Met deze extra pensioenaanspraak kunnen deze deelnemers de pensioeningangsdatum vervroegen. Deze extra pensioenaanspraak is net als de VUTovergangsregeling voorwaardelijk. De inkoop van de extra pensioenaanspraak vindt plaats na 15 jaar voortgezet dienstverband (te weten op 1 januari 2021) of, indien dit eerder is, bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd. Als de werknemer HP vóór 1 januari 2021 respectievelijk vóór het bereiken van de 61-jarige leeftijd verlaat, heeft deze werknemer géén recht op (een gedeelte van) deze aanspraak.
Vragen? Heb je nog vragen over de nieuwe pensioenregelingen, neem dan gerust contact op met de administrateur van de pensioenregeling (via
[email protected])
15
4. Rekenvoorbeelden
Voorbeeld 1 Allereerst bekijken we een werknemer van 21 jaar die op 1 januari 2006 in dienst treedt bij HP met een salaris van ` 30.000,-- per jaar. De franchise is in de oude regeling (de pensioenregeling tot 1 januari 2006) en in de nieuwe regeling (de pensioenregeling die geldt met ingang van 1 januari 2006) gelijk. De franchise is het deel van je salaris waarover je geen pensioen opbouwt, omdat wordt aangenomen dat je vanaf de 65-jarige leeftijd een AOW-uitkering zult ontvangen. De franchise bedraagt in 2006 ` 14.059,--. De pensioengrondslag voor de werknemer bedraagt dan ` 15.941,-- ( ` 30.000,-- verminderd met ` 14.059,--). In de oude basisregeling kon de werknemer de volgende pensioenaanspraken opbouwen: s Voor elk deelnemersjaar tussen 21 en 61 jaar: - Ouderdomspensioen vanaf de 61-jarige leeftijd: 1,75% van de pensioengrondslag in het betreffende jaar; - Nabestaandenpensioen: 70% van het (te bereiken) ouderdomspensioen. s Voor elk deelnemersjaar tussen 51 en 61 jaar: - Tijdelijk ouderdomspensioen van 61 tot 65 jaar: 7,7% van de laatst geldende franchise. De te bereiken pensioenaanspraken van de werknemer zijn in de oude basisregeling (alle bedragen zijn bruto per jaar): s Ouderdomspensioen vanaf 61 jaar: ` 11.159,-(40 jaar * 1,75% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 7.811,-(70% * ` 11.159,--) s Tijdelijk ouderdomspensioen van 61 tot 65 jaar: ` 10.825,-- (10 jaar * 7,7% * ` 14.059,--) s Tussen de 61-jarige en 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 11.159,-- plus ` 10.825,-- is ` 21.984,-- per jaar. s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de pensioenuitkering gelijk aan ` 11.159,--. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld ` 16.193,--).
In de nieuwe basisregeling bouwt de werknemer de volgende pensioenaanspraken op: s Voor elke deelnemersjaar tussen 21 en 65 jaar: - ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd: 2,25% van de pensioengrondslag in het betreffende jaar; - nabestaandenpensioen: 70% van het (te bereiken) ouderdomspensioen. De te bereiken pensioenaanspraken van de werknemer in de nieuwe basisregeling zijn: s Ouderdomspensioen vanaf 65 jaar: ` 15.782,-(44 jaar * 2,25% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 11.047,-(70% * ` 15.782,--) De werknemer kan er voor kiezen om eerder met pensioen te gaan. Indien hij bijvoorbeeld op 63-jarige leeftijd met pensioen gaat, wordt het ouderdomspensioen lager, omdat: s Over de twee jaren gelegen tussen de 63- en de 65-jarige leeftijd geen pensioen meer wordt opgebouwd. Het aantal deelnemersjaren is dus 42 jaar in plaats van 44 jaar. s Een AOW-overbruggingspensioen van 63 tot 65 jaar aangekocht wordt ter compensatie van het gemis aan AOW voor de 65-jarige leeftijd. De aankoop van AOW-overbruggingspensioen vindt plaats naar keuze van de deelnemer. In dit voorbeeld is verondersteld dat een dergelijk pensioen van 63 tot 65 jaar wordt aangekocht ter grootte van 77% van de franchise. Dit is gelijk aan het te bereiken tijdelijk ouderdomspensioen in de oude regeling. s Het ouderdomspensioen langer uitgekeerd wordt, namelijk vanaf 63 jaar in plaats van vanaf 65 jaar.
Deze omzetting van de pensioenaanspraken geschiedt volgens de rekenregels van het pensioenfonds. Indien de werknemer er voor kiest om met 63 jaar met pensioen te gaan zijn de pensioenaanspraken van de werknemer als volgt: s Ouderdomspensioen vanaf 63 jaar: ` 10.971,-s Nabestaandenpensioen: ` 7.680,-(70% * ` 10.971,--) s AOW-overbruggingspensioen van 63 tot 65 jaar: ` 10.825,-s Tussen de 63-jarige en 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 10.971,-- plus ` 10.825,-- is ` 21.796,-- per jaar. s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de pensioenuitkering gelijk aan ` 10.971,--. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld ` 16.193,--). De uitkeringen die de werknemer ontvangt zijn weergegeven in onderstaande grafiek. In de grafiek is tevens de AOW-uitkering vermeld, die vanaf de 65-jarige leeftijd wordt ontvangen van de overheid. Hierbij is uitgegaan van de AOW die wordt uitgekeerd aan gehuwden (` 16.193,-- in 2006). De hoogte van de uitkeringen (bruto per jaar in euro) is af te lezen op de verticale as. Te bereiken pensioen oude regeling 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
61
62
63
64
66
67
68
69
70
71
Tijdelijk ouderdomspensioen
72
73
74
75
Ouderdomspensioen
Te bereiken pensioen nieuwe regeling 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
61
62
63
64
AOW (voor gehuwden)
16 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
65
AOW (voor gehuwden)
65
66
67
68
69
70
AOW overbruggingspensioen
71
72
73
74
75
Ouderdomspensioen
>> 17
>> Voorbeeld 2: In het tweede voorbeeld gaan we uit van een werknemer van 41 jaar die op 1 januari 2006 in dienst treedt bij HP met een salaris van ` 30.000,-per jaar. De te bereiken pensioenaanspraken van de werknemer zijn in de oude basisregeling: s Ouderdomspensioen vanaf 61 jaar: ` 5.579,-(20 jaar * 1,75% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 3.905,-(70% * ` 5.579,--) s Tijdelijk ouderdomspensioen van 61 tot 65 jaar: ` 10.825,-- (10 jaar * 7,7% * ` 14.059,--) s Tussen de 61-jarige en 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 5.579,-- plus ` 10.825,-- is ` 16.404,-- per jaar. s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de pensioenuitkering gelijk aan ` 5.579,--. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld ` 16.193,--).
18 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
De te bereiken pensioenaanspraken van de werknemer in de nieuwe basisregeling zijn: s Ouderdomspensioen vanaf 65 jaar: ` 8.608,-(24 jaar * 2,25% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 6.026,-(70% * ` 8.608,--) Indien de werknemer er voor kiest om met 63 jaar met pensioen te gaan, zijn de pensioenaanspraken van de werknemer als volgt: s Ouderdomspensioen vanaf 63 jaar: ` 4.932,-s Nabestaandenpensioen: ` 3.452,-(70% * ` 4.932,--) s AOW-overbruggingspensioen van 63 tot 65 jaar: ` 10.825,-s Tussen de 63-jarige en 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 4.932,-- plus ` 10.825,-- is ` 15.757,-- per jaar. s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de pensioenuitkering gelijk aan ` 4.932,--. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld ` 16.193,--).
Te bereiken pensioen oude regeling 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
61
62
63
64
65
66
AOW (voor gehuwden)
67
68
69
70
71
Tijdelijk ouderdomspensioen
72
73
74
75
Ouderdomspensioen
Te bereiken pensioen nieuwe regeling 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
61
62
63
64
AOW (voor gehuwden)
65
66
67
68
69
70
AOW overbruggingspensioen
71
72
73
74
75
Ouderdomspensioen
>>
19
>> We hebben aangenomen dat de opgebouwde pensioenaanspraken van de werknemer tussen de 21- en de 41-jarige leeftijd gelijk zijn aan de pensioenaanspraken die een medewerker die nu in dienst komt en nu 21 jaar is kan opbouwen tot de 41-jarige leeftijd. In werkelijkheid zullen de opgebouwde pensioenaanspraken van een werknemer met 20 verstreken deelnemersjaren anders zijn, afhankelijk van het verloop van het salaris en de toegekende indexaties van opgebouwde pensioenaanspraken.
1
Deze situatie zal in de praktijk niet voorkomen. Deze werknemer zal naar alle waarschijnlijk tussen de 61- en de 65-jarige leeftijd met pensioen gaan. Het ouderdomspensioen vanaf 61 jaar wordt dan uitgesteld en het ouderdomspensioen vanaf 65 jaar wordt vervroegd. Bovendien zal de pensioenopbouw in de nieuwe regeling lager zijn, indien de werknemer eerder met pensioen gaat dan 65 jaar.
2
AOW-uitkering In bovenstaande voorbeelden is uitgegaan van een AOW-uitkering voor gehuwden, waarvan beiden 65 jaar of ouder zijn. In 2006 zijn de AOW-uitkeringen als volgt:
Voorbeeld 3: We gaan nu eveneens uit van een werknemer van 41 jaar met een salaris van ` 30.000,-- per jaar. Deze werknemer is echter op 21-jarige leeftijd bij HP in dienst getreden en heeft dus 20 deelnemersjaren in de oude pensioenregeling. We veronderstellen dat deze werknemer die vóór 1 januari 2006 de volgende pensioenaanspraken heeft opgebouwd in de oude pensioenregeling1: s Ouderdomspensioen vanaf 61 jaar: ` 5.579,-- (20 jaar * 1,75% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 3.905,-(70% * ` 5.579,--) De werknemer behoudt (zowel in de oude als in de nieuwe pensioenregeling) de pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór 1 januari 2006. Vanaf 1 januari 2006 had de werknemer in de oude pensioenregeling nog de volgende pensioenaanspraken kunnen opbouwen: s Ouderdomspensioen vanaf 61 jaar: ` 5.579,-(20 jaar * 1,75% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 3.905,-(70% * ` 5.579,--) s Tijdelijk ouderdomspensioen van 61 tot 65 jaar: ` 10.825,-- (10 jaar * 7,7% * ` 14.059,--) De te bereiken pensioenaanspraken van de werknemer in de oude basisregeling waren dan geweest: s Ouderdomspensioen vanaf 61 jaar: ` 11.159,-(` 5.579,-- + ` 5.579,--) s Nabestaandenpensioen: ` 7.811,-(70% * ` 11.159,--) s Tijdelijk ouderdomspensioen van 61 tot 65 jaar: ` 10.825,-- (10 jaar * 7,7% * ` 14.059,--) s Tussen de 61-jarige en 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 11.159,-- plus ` 10.825,-- is ` 21.984,-- per jaar. s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de pensioenuitkering gelijk aan ` 11.159,--. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld ` 16.193,--).
20 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
Vanaf 1 januari 2006 kan de werknemer in de nieuwe pensioenregeling de volgende pensioenaanspraken opbouwen: s Ouderdomspensioen vanaf 65 jaar: ` 8.608,-(24 jaar * 2,25% * ` 15.941,--) s Nabestaandenpensioen: ` 6.026,-(70% * ` 8.608,--) De te bereiken pensioenaanspraken van deze werknemer zijn2: s Ouderdomspensioen vanaf 61 jaar: ` 5.579,-(opgebouwd vóór 1 januari 2006 in de oude pensioenregeling) s Ouderdomspensioen vanaf 65 jaar: ` 8.608,- (opgebouwd vanaf 1 januari 2006 in de nieuwe pensioenregeling) s Nabestaandenpensioen: ` 9.931,-- (` 3.905,- opgebouwd vóór 1 januari 2006 in de oude pensioenregeling en ` 6.026,-- opgebouwd vanaf 1 januari 2006 in de nieuwe pensioenregeling) s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 5.579,-- plus ` 8.608,-is ` 14.187,-- per jaar. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld `16.193,--).
Indien de werknemer er voor kiest om met 63 jaar met pensioen te gaan zijn de pensioenaanspraken van de werknemer als volgt: s Ouderdomspensioen vanaf 63 jaar: ` 11.493,-s Nabestaandenpensioen: ` 8.045,-(70% * ` 11.493,--) s AOW-overbruggingspensioen van 63 tot 65 jaar: ` 10.825,-s Tussen de 63-jarige en 65-jarige leeftijd is de totale pensioenuitkering dus gelijk aan ` 11.493,-- plus ` 10.825,-- is ` 22.318,-- per jaar. s Vanaf de 65-jarige leeftijd is de pensioenuitkering gelijk aan ` 11.493,--. Daarnaast ontvangt de gepensioneerde een AOW-uitkering (in dit voorbeeld ` 16.193,--). De grafiek voor deze werknemer ziet er dan als volgt uit: Te bereiken pensioen oude regeling
s AOW-uitkering voor gehuwden: - beiden 65 jaar of ouder: ` 16.193,04 - één van beiden 65 jaar of ouder, met volledige toeslag: ` 16.193,04 - één van beiden 65 jaar of ouder, zonder toeslag: ` 8.096,52 s AOW-uitkering voor alleenstaanden: ` 11.830,68 Onder gehuwden worden overigens ook verstaan geregistreerde partners en niet-gehuwde personen die een gezamenlijke huishouding voeren.
Niet duidelijk? Wij kunnen begrijpen dat het ondanks deze voorbeelden nog niet duidelijk is hoe een en ander voor jou uitpakt. YBR zal zo spoedig mogelijk worden aangepast en daar kun je dan kijken voor een overzicht van jouw pensioensituatie. Tot dat moment kun je voor vragen contact opnemen met de administrateur (via
[email protected])
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
61
62
63
64
65
66
AOW (voor gehuwden)
67
68
69
70
71
Tijdelijk ouderdomspensioen
72
73
74
75
Ouderdomspensioen
Te bereiken pensioen nieuwe regeling 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
61
62
63
64
AOW (voor gehuwden)
65
66
67
68
69
70
AOW overbruggingspensioen
71
72
73
74
75
Ouderdomspensioen
NB: Bedenk bij de vergelijking dat de betrokken medewerker in de nieuwe regeling geen 2% van het salaris als extra bijdrage betaald heeft van 51 tot 61 jaar en dat eventuele aanwending van toeslagen in levensloop ook niet is meegenomen.
21
5. Vragen Ik heb al pensioen opgebouwd dat ingaat voor de 65-jarige leeftijd. Vervalt dit? Nee, pensioenen die reeds opgebouwd zijn blijven gehandhaafd en zullen in principe ook vanaf die eerdere ingangsleeftijd worden uitgekeerd. Dit geldt dus ook voor het ouderdomspensioen en het tijdelijke ouderdomspensioen in de ‘oude’ HP-regeling.
Moet ik aan de levensloopregeling meedoen? Nee, deelname aan een levensloopregeling is een recht, geen plicht. Ook als je bij wijze van compensatie voor de wijzigingen in de pensioenregeling op je salaris bepaalde toeslagen krijgt, ben je vrij om al dan niet mee te doen aan de levensloopregeling.
Hoe weet ik op welke leeftijd ik met pensioen kan en met welk pensioenniveau? Via de website Your Benefits Rescources (YBR) kun je inzicht verkrijgen in je persoonlijke pensioensituatie. De aanpassing van YBR zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden, maar aangezien er op YBR veel gegevens moeten worden aangepast en er ook informatie van bijvoorbeeld de excedentregelingen bij Delta Lloyd geactualiseerd moet worden, kan dit nog wel enige tijd duren. Zodra YBR is aangepast, wordt dit via HP-intranet gecommuniceerd.
22 I HP Pensioenmagazine SPECIAL
Kan ik de levensloopregeling gebruiken als prepensioen? Ja, dat kan. In de levensloopregeling mag je maximaal 210% van je salaris opsparen. Dat betekent dat je het geld uit de levensloopregeling kunt gebruiken om eerder te stoppen met werken.
Als ik het goed begrijp is het totaalniveau van de pensioenregeling dus lager geworden. Klopt dat? Ja, door fiscale begrenzingen kon niet alles gehandhaafd blijven of vertaald worden in extra pensioen vanaf 65 jaar. Voor bepaalde wijzigingen in de regeling ontvang je onder bepaalde voorwaarden een compensatie op je salaris. Het is je eigen verantwoordelijkheid of je deze compensaties ook daadwerkelijk gebruikt voor verbetering van je pensioen. Oriënteer je tijdig op je pensioensituatie en neem maatregelen (via bijvoorbeeld de levensloopregeling) als het pensioenniveau niet overeenstemt met je wensen.
Moet ik het levensloopsaldo (gedeeltelijk) opnemen als het saldo 210% van mijn salaris bedraagt? Nee dat moet niet, maar verdere stortingen zijn dan niet meer mogelijk. Door rentebijschrijvingen of beleggingsrendement kan het saldo nog verder toenemen.
Wat gebeurt er met het levensloopsaldo als ik overlijd?
Wat gebeurt er als ik het levensloopsaldo niet opneem voor mijn 65ste? Het saldo kan dan worden omgerekend in extra ouderdomspensioen, indien en voorzover het ouderdomspensioen dan niet fiscaal bovenmatig wordt. Het ouderdomspensioen mag, inclusief de AOW-uitkering, op jaarbasis niet meer bedragen dan 100% van het laatst vastgestelde pensioensalaris. Een eventueel resterend saldo wordt, na belastinginhouding, ineens uitgekeerd.
Dit hangt af van de afspraken die je hierover heeft gemaakt met de instelling waar je de levensloopregeling hebt ondergebracht. Bij een spaarrekening zal in principe het saldo worden uitgekeerd aan je nabestaanden of erfgenamen. Er zijn echter ook verzekeringsconstructies waarbij na overlijden niet het gehele saldo aan de nabestaanden wordt uitgekeerd in ruil voor extra rendement bij leven. Het is belangrijk dat je je hierover vooraf goed laat informeren! Indien je deelneemt aan de collectieve levensloopregeling die HP onderbrengt bijABN AMRO, dan wordt bij overlijden het opgebouwde levensloopsaldo uitgekeerd aan je nabestaanden/ erfgenamen.
23