Accommodatiebeheer in Achtkarspelen
2014 Rapport
Henry Rosema Hanzehogeschool Groningen 2-6-2014
Inleiding De gemeente Achtkarspelen kent een breed aantal voorzieningen. In de elf dorpskernen zijn verschillende accommodaties aanwezig. Bij een aantal hiervan is de gemeente geheel of gedeeltelijk eigenaar. De gemeente Achtkarspelen is in gesprek met de gemeente Tytsjerksteradiel om een werkmaatschappij te starten en de krachten te bundelen. Hierbij is naar boven gekomen dat de gemeente Achtkarspelen meer inzicht wil hebben in het beheer van haar accommodaties. De gemeente heeft ook de opdracht om voor de komende jaren een sluitende begroting te presenteren. Bezuinigingen zijn daar onderdeel van. Hierbij wordt ook naar het accommodatiebeheer gekeken. In het voorjaar van 2013 werd de kadernota voor de begroting van 2014 vastgesteld. Het bleek dat er op dat moment niet genoeg inzicht was om goed onderbouwde keuzes te maken over het accommodatiebeheer. Door de gemeente inzicht te geven in haar accommodatiebeheer kunnen onderbouwde keuzes gemaakt worden door de politiek. Op basis van vier mogelijkheden (niets meer doen, het door anderen laten doen, het samen met anderen doen, het zelf doen,) die de gemeente heeft voor het beheer, wordt een advies gegeven. Door allereerst de accommodatie in categorieën te verdelen, kan per categorie de huidige situatie worden beschreven. Door ook informatie te verzamelen over de ideale situatie wordt een verschil zichtbaar. Zes criteria (klanttevredenheid, kwetsbaarheid, kwaliteit, kosten, rechtmatigheid, politiek) geven een onderbouwing van de mogelijkheden en de keuzen daaruit. Dit beantwoordt de hoofdvraag: In hoeverre moet de gemeente Achtkarspelen het beheer van haar accommodatie uitvoeren?
1
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 1 H1 Doelstelling en vraagstelling .............................................................................................................. 3 1.1 Hoofdvraag .................................................................................................................................... 3 1.2 Afbakening..................................................................................................................................... 3 1.3 Beschikbare tijd ............................................................................................................................. 4 1.4 Context organisatie ....................................................................................................................... 4 H2 Onderzoeksvorm ................................................................................................................................ 4 H3 Accommodaties ................................................................................................................................. 5 Een beschrijving van de huidige situatie ............................................................................................. 5 3.1 Binnensportaccommodaties ..................................................................................................... 5 3.2 Buitensportaccommodaties ...................................................................................................... 7 3.3 Dorpshuizen............................................................................................................................... 8 3.4 Gemeentehuis ........................................................................................................................... 9 3.5 Theorie over beheer .................................................................................................................. 9 H4 Beheer in de Soll-situatie ................................................................................................................. 11 4.1 Binnensportaccommodaties ................................................................................................... 11 4.2 Buitensportaccommodaties .................................................................................................... 12 4.3 Dorpshuizen............................................................................................................................. 12 4.4 Gemeentehuis ......................................................................................................................... 13 H5 Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................... 15 Binnensportaccommodaties ......................................................................................................... 15 Buitensportaccommodaties .......................................................................................................... 15 Dorpshuizen................................................................................................................................... 15 Gemeentehuis ............................................................................................................................... 16 Aanbevelingen ................................................................................................................................... 16 Bijlage 1 Accommodatieoverzicht ......................................................................................................... 17 Binnensportaccommodaties ............................................................................................................. 17 Buitensportaccommodaties .............................................................................................................. 17 Welzijnsaccommodaties .................................................................................................................... 17 Overige accommodaties .................................................................................................................... 17
2
H1 Doelstelling en vraagstelling De praktijkdoelstelling van dit onderzoek is de gemeente weer een duidelijk beeld te geven van het accommodatiebeheer. Ook wordt een toekomstperspectief beschreven. De onderzoeksdoelstelling voor dit onderzoek is voor elke accommodatiesoort weten wat de situatie is met betrekking tot het beheer en hierover een toekomstperspectief schetsen. De uitkomsten zijn verwerkt tot conclusies. Hierop volgen de aanbevelingen.
1.1 Hoofdvraag De hoofdvraag in dit onderzoek luidt: In hoeverre moet de gemeente het huidige accommodatiebeheer bijstellen? Om de hoofdvraag te beantwoorden zijn er een zevental deelvragen opgesteld, verdeeld in twee delen aan de hand van Ist en Soll. Allereerst is er het ‘Ist’ deel, hierin is beschreven hoe de huidige situatie is omtrent het accommodatiebeheer. De drie deelvragen die antwoord geven op de huidige situatie (Ist positie); -
Welke soorten accommodaties heeft de gemeente Achtkarspelen? Welke accommodaties heeft de gemeente Achtkarspelen? Hoe vindt het beheer van deze accommodaties plaats?
Daarna komt de gewenste situatie (Soll positie). Hierin staat een toekomstperspectief beschreven. Het is belangrijk dat er bij de beantwoording van de onderstaande deelvragen gedacht wordt aan de 4 K’s (klanttevredenheid, kwetsbaarheid, kwaliteit en kosten). Hieronder staan de vier deelvragen die de gewenste situatie beantwoorden; -
Kan het beheer van accommodaties worden stopgezet? Zo nee, kan het beheer door anderen uitgevoerd worden? Zo nee, kan het beheer samen met anderen uitgevoerd worden? Zo nee, kan de gemeente het zelf slimmer?
1.2 Afbakening Er is alleen gekeken naar accommodaties die in eigendom zijn van de gemeente, gehuurde accommodaties zijn niet meegenomen in het onderzoek. Bij een aantal accommodaties is sprake van exploitatie in de vorm van een kantine. Exploitatiekosten van de kantine zijn in dit onderzoek niet meegenomen Wat er in de kantine aanwezig is, eigendom is van de exploitant en valt buiten het onderzoek. De kantine als locatie zelf is onderdeel van de accommodatie, en valt dus wel onder het beheer. Voor het onderzoek is gekeken naar de situatie van de accommodaties per 1 november 2013. Accommodaties die later toegevoegd zijn en ook in aanmerking zouden komen voor het onderzoek, zijn niet meegenomen. Daarbij zijn accommodaties van de gemeente die zijn afgestoten na 1 november 2013 verwijderd uit het onderzoek. Er is gekeken naar elke accommodatiesoort, en niet naar het accommodatiebeheer als algemeen onderwerp. Een aantal accommodaties zijn geschrapt uit het onderzoek omdat ze te weinig relevant waren om binnen de beschikbare tijd te onderzoeken. Het zwembad De Kûpe is ook niet meegenomen in dit 3
onderzoek, voor de haalbaarheid is een zelfstandig onderzoek uitgevoerd en momenteel vinden er gesprekken plaats om het beheer uit handen te geven. In bijlage 1 staan de accommodaties die onder het onderzoek vallen. Het beheer is onderverdeeld in drie categorieën; 1. Technisch beheer, ook wel eigendomsbeheer Groot en klein onderhoud van het gebouw/terrein. 2. Facilitair beheer Richt zich op aspecten als beveiliging, schoonmaak, catering, post, logistiek, afval en sleutelbeheer. 3. Programmabeheer Gericht op inhoudelijke samenwerking en gezamenlijke activiteiten, inclusief het roosteren en verhuren (verbinden vraag en aanbod).
1.3 Beschikbare tijd De onderzoeksperiode begon op 1 oktober 2013 en eindigde op 14 februari 2014.
1.4 Context organisatie De beleidsterreinen die samenhangen met het onderzoek zijn Samenleving en Ruimte, de accommodaties en het beheer behoren tot deze afdelingen. Het moment dat dit onderzoek is uitgevoerd is politiek gezien een mooi moment. In maart vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Wanneer er een nieuwe raad is die keuzes gaat maken over het beheer van accommodaties, kunnen zij met dit onderzoek onderbouwde keuzes maken.
H2 Onderzoeksvorm Het onderzoek is uitgevoerd als kwalitatief onderzoek. Er worden semigestructureerde diepte interviews uitgevoerd met beheerders en gebruikers. Dit houdt in dat de interviews deels van te voren zijn voorbereid en deels verlopen aan de hand van de antwoorden die de respondent geeft. De vragen die gesteld worden gaan in op opvattingen en meningen van de respondent. Om goede uitspraken te doen over de huidige situatie moeten een aantal zaken in kaart worden gebracht. Er moet duidelijk zijn waar verantwoordelijkheden liggen. De verkregen antwoorden zijn geordend om een standpunt te vinden en een oordeel te vellen over de accommodaties. Het is lastig om van een subjectief antwoord een objectieve interpretatie te maken. Door met behulp van de antwoorden een waarde toe te kennen aan de criteria wordt het beheer zo objectief mogelijk gemeten. Dit gebeurd met het toekennen van ++ / + / +- / - / --. Er is onderzocht vanuit het oogpunt van de gemeente. De reden dat er met + en – wordt gewerkt is dat deze methode direct duidelijk maakt of de situatie er op vooruit gaat, of juist niet. Neutraal (+-) is toegekend wanneer geen duidelijke uitspraak over de criteria in de toekomst gedaan kan worden. Om van Ist naar Soll te komen zijn een aantal criteria nodig om tot de keuzemogelijkheden te komen. De vier K’s, die de rode draad vormen voor de samenwerking met Tytsjerksteradiel, worden ook gebruikt als criteria. Ze vatten grotendeels al samen wat belangrijk is en, net als bij de samenwerking, vormen ze in elke situatie een mix waarbij op basis van argumenten keuzes gemaakt worden met betrekking tot prioritering. Daarnaast spelen ook nog politieke en juridische criteria mee. Het politieke criterium is aanwezig om een uitspraak te doen of de keuzes wel of niet politiek haalbaar zijn. De juridische criteria is aanwezig om inzicht te geven of de keuzes passen binnen de huidige weten regelgeving. 4
H3 Accommodaties Een beschrijving van de huidige situatie Er zijn veel accommodaties in de gemeente. In elk dorp is een sportmogelijkheid, zowel in een sporthal of gymzaal als buiten op een veld of terrein. Daarbij kent elk dorp ook een dorpshuis of accommodatie voor sociale, maatschappelijke of culturele activiteiten. Daarnaast is er nog een categorie overige accommodaties. Een compleet overzicht van onderzochte accommodaties kan gevonden worden in bijlage 1. In de gemeente worden vier soorten accommodaties onderscheden. -
-
-
De binnensportaccommodaties, bestaande uit sporthallen en gymzalen. De buitensportaccommodaties, alle accommodaties waar in de open lucht sport wordt beoefend. Hiervan worden de sportcomplexen en de tenniscomplexen meegenomen in dit onderzoek in verband met de beschikbare tijd. De welzijnsaccommodaties bestaande uit dorpshuizen, jeugdhonken en peuterspeelzalen. Alleen de dorpshuizen worden in deze categorie onderzocht, in overleg met de opdrachtgever en in verband met de beschikbare tijd. Van de 11 dorpshuizen zijn er drie waarbij de gemeente juridisch eigenaar is. Deze drie dorpshuizen zijn onderzocht. Als laatste wordt gewerkt met de categorie overige. Hieronder vallen alle accommodaties die voor intern gebruik zijn en accommodaties die niet tot de voorgaande categorieën gerekend kunnen worden. De categorie overige bestaat uit het gemeentehuis, kerktorens, woningen, gemeentewerven, een zoutloods, een vuilstort, twee garages en een monumentale woning. Het gemeentehuis is de enige accommodatie die onderzocht is, in overleg met de opdrachtgever en in verband met de beschikbare tijd.
3.1 Binnensportaccommodaties In Buitenpost, Harkema en Surhuisterveen staat een sporthal. De overige dorpen beschikken over een gymzaal. Het verschil tussen een gymzaal en sporthal is dat een sporthal groter is, de zaal opgedeeld kan worden in delen en beschikt over een kantine. Een gymzaal bestaat uit een voorportaal, kleedruimten en een zaal die niet opgedeeld kan worden. Surhuisterveen heeft een sporthal en een gymzaal onder één dak, Buitenpost heeft een sporthal en een gymzaal op twee verschillende locaties in het dorp staan. De reden dat deze dorpen meer ruimte hebben is omdat de dorpen groter zijn en er meer scholen gebruik maakt van de binnensportaccommodaties. De gemeente heeft een zorgplicht om in de juiste mate voor accommodaties te zorgen die geschikt zijn voor het bewegingsonderwijs. In het beheer valt het verschil ook terug te zien. De sporthallen kennen per hal twee beheerders die de hele dag voor bezetting zorgen. Zij zijn in dienst van de gemeente. Om de week wisselen zij dag en avondshift met elkaar. De voornaamste taken die zij hebben zijn toezicht houden, schoonmaken en klein onderhoud. Alle beheerders hebben een EHBO en BHV diploma. Toezicht houden bestaat uit het dagelijks aanwezig zijn en het gebruik van de zaal in goede banen laten lopen. Met een hoge bezetting is er veel activiteit in de sporthal. In de wintermaanden zijn de sporthallen in Buitenpost en Surhuisterveen 110% bezet, de sporthal in Harkema ongeveer 75%. Een bezetting boven de 100% komt voor vanwege de normen die gebruikt worden in de rekenmethode. Harkema heeft geen Voortgezet Onderwijs in het dorp, daarom ligt de bezetting lager in vergelijking met de andere sporthallen. Door de hoge bezetting maken dagelijks veel mensen gebruik van de sporthal. Zij kunnen dan een beroep doen op de beheerders wanneer ze hulp nodig hebben. Ook ontvangen beheerders de leverancier voor de kantine.
5
Schoonmaken bestaat uit het schoon en net houden van de sporthal, en alle ruimten die de accommodatie nog meer heeft. De beheerders maken de hal één keer per week schoon met de schrobmachine. Elke dag vegen de beheerders de vloer met een bezem. Het verschilt per beheerder wat zij onder klein onderhoud verstaan. Afhankelijk van de beheerder en het gereedschap wordt bekeken of het euvel verholpen kan worden. De beheerder met een elektrotechnische achtergrond pakt sneller een elektrisch probleem aan dan een beheerder die daar geen kennis van heeft. Kunnen de beheerders het probleem niet oplossen, dan kunnen zij bellen naar het gemeentehuis. De gemeente heeft twee timmerlieden in dienst, die naast timmeren ook inzetbaar zijn voor andere klussen. Wanneer de timmerlieden het probleem ook niet kunnen verhelpen, wordt extern hulp ingeroepen. Gymzaalbeheerders zijn ook in dienst van de gemeente, echter zij zijn niet fulltime aanwezig in de accommodatie. Gymzaalbeheerders werken 10 uur per week voor de gemeente. Schoonmaken neemt hiervan het grootste deel in. Ook klein onderhoud komt soms voor. Het gereedschap dat beschikbaar is bij reparaties is bij de gymzalen in mindere mate aanwezig dan bij sporthallen. Gymzaalbeheerder schakelen sneller de hulp in van de timmerlieden in de gemeente. Beheerders regelen privé ook gereedschap om problemen snel op te lossen. Beheerders en gebruikers geven beide aan dat zij tevreden met de huidige vorm van beheer. Het openen en sluiten van de gymzalen verschilt per beheerder. Sommige beheerders geven de sleutel mee aan de (vaste) gebruiker. Deze gebruiker heeft de sleutel nagenoeg permanent in bezit. Gebruikers kunnen de sleutel ook afhalen en inleveren bij de beheerder, die in een aantal gevallen dicht bij de gymzaal woont. Ook zijn er beheerders die zelf de regie over de sleutel willen en zelf de accommodatie openen en sluiten. Intern vindt er controle plaats. De beheerder heeft als eerste de zorg en verantwoordelijkheid over de gymattributen. De beheerder is ook de persoon die ondeugdelijk materiaal uit gebruik moet nemen. Janssen-Fritsen onderhoudt de sportmaterialen, zij zijn fabrikant en leverancier van gymattributen. Jaarlijks komen zij langs en inspecteren zij het aanwezige materiaal. Mocht er tussendoor nog contact nodig zijn, kan de beheerder zelf of via de gemeente contact opnemen met Janssen-Fritsen. De beheerders draaien in de wintermaanden meer uren dan ze in hun arbeidsovereenkomst hebben staan. In de zomermaanden ligt de bezetting van de sporthallen en gymzalen lager waardoor per saldo het gemiddelde niet afwijkt van het aantal contracturen. In de zomermaanden is zijn de binnensportaccommodaties zes weken gesloten, waarvan de beheerders er vijf vrij zijn. In deze vijf weken vindt groot onderhoud plaats. In de zesde week houden beheerders een grote schoonmaak. Caparis onderhoudt het groen rondom de gymzalen en sporthallen. De beheerders van de sporthal in Harkema onderhouden het groen grotendeels zelf. Wanneer er groot groenonderhoud nodig is rondom de hal, dan laten de beheerders van de sporthal in Harkema dit aan Caparis over. Het inroosteren van gebruikers en de facturering gebeurt op het gemeentehuis. Het huurseizoen loopt parallel aan het schoolseizoen. In september vindt er een gebruikersoverleg plaats waarin verenigingen met elkaar om tafel gaan om de beschikbare avonduren te verdelen. Vaste gebruikers gaan voor in de roostering. Wanneer er meerdere gebruikers op hetzelfde moment gebruik willen maken van de accommodatie, proberen de verenigingen dit in overleg op te lossen.
6
3.2 Buitensportaccommodaties De gemeente kent 11 sportcomplexen, bestaande uit 37 voetbalvelden en 8 korfbalvelden.1 Elke week maken 17 verenigingen gebruik van deze velden. Op dit moment beschikt alleen het sportcomplex in Surhuisterveen over een kunstgrasveld. Er zijn 6 tenniscomplexen in de gemeente, bestaande uit in totaal 20 banen. Voor de voetbal- en korfbalaccommodaties geldt dat de gebruiker de beheerder is. Er is rond 2000 een privatiseringsslag geweest waarbij het beheer van de gebouwen naar de verenigingen is gegaan. Dit is destijds gedaan om de participatie van de burgers en verenigingen in de gemeenschap te vergroten. Ook scheelt dit kosten voor de gemeente. Voor de gebouwen van de voetbal- en korfbalaccommodaties geldt dat eens in de 40 jaar de gemeente een subsidie verstrekt voor uitbreiding, renovatie of nieuwbouw. Dit bedrag bestaat uit maximaal 50% van de totale kosten. Deze kosten zijn de kosten na aftrek van de werkzaamheden die door zelfredzaamheid uitgevoerd kunnen worden. Voor alle jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden zijn de gebruikers zelf verantwoordelijk. Een aantal verenigingen geeft aan dat ze niet weten hoe het beleid van de gemeente in elkaar zit, dit komt door bestuurswisselingen. Kennis wordt vaak niet overgedragen op nieuwe bestuursleden. De gemeente onderhoudt de velden van de voetbal- en korfbalaccommodaties. Hier schakelt zij Caparis voor in. Caparis doet de kleine onderhoudswerkzaamheden. Kleine onderhoudswerkzaamheden bestaan voornamelijk uit het maaien, prikken, rollen, slepen, bemesten en verticuteren van het veld. Wanneer groot of specialistisch onderhoud nodig is, schakelt Caparis Grontmij in. De gemeente is voor zowel klein als groot onderhoud de opdrachtgever. In onderstaand matrix een overzicht van verantwoordelijkheden; Eigendom grond Eigendom velden Eigendom kantine Eigendom kleedruimte Onderhoud velden Onderhoud overig buiten Onderhoud kantine Onderhoud kleedruimte Beheer
Gemeente X X
Vereniging
X X X (Caparis) x X X X
Matrix 1: verdeling verantwoordelijkheden sportcomplexen
De gemeenteraad heeft in 2013 opdracht gegeven voor een onderzoek met daarin de vraag of verenigingen meer klein onderhoud zelf konden doen, in plaats van daar Caparis voor in te schakelen. Dit lijkt mogelijk, alle verenigingen hebben ingestemd met het plan. Een werkgroep bestaande uit afgevaardigden van verenigingen heeft het onderzoek uitgevoerd. De verenigingen krijgen geen geld om de werkzaamheden op te pakken, wel materieel. Eenmalig krijgen zij materieel van de gemeente, voor vervanging moeten de verenigingen geld reserveren. Afhankelijk van de grootte van het complex krijgen de verenigingen hun materieel. Het definitieve plan om klein onderhoud aan de velden door de verenigingen te laten verzorgen is nog niet rond. Groot onderhoud wordt nog niet door de gemeente aan de verenigingen gegeven, omdat de politiek hier nog de regie over wil houden. Er zijn in andere gemeenten pogingen gedaan om ook groot onderhoud aan de verenigingen gegeven, dit pakte wisselend uit. Groot onderhoud is specialistisch
1
Inventarisatie accommodaties, bijlage 1
7
van aard, Caparis koopt dit in. Specialistisch onderhoud betekent dat er kennis nodig is die niet iedereen heeft om de werkzaamheden uit te voeren. Bij de tennisaccommodaties is de situatie anders. De gemeente is eigenaar van de grond en de kleedruimten. De verenigingen huren de grond. De vereniging is voor de kantine verantwoordelijk. Groot onderhoud van de tennisbanen is volgens het huurcontract de verantwoordelijkheid van de gemeente. De tennisaccommodaties komen net als voetbal- en korfbalaccommodaties eens per 40 jaar in aanmerking voor subsidie voor uitbreiding renovatie of nieuwbouw van het gebouw. Hieronder is in een matrix weergegeven waar de verantwoordelijkheden liggen; Grond Eigendom baan Eigendom gebouw Dagelijks onderhoud baan Groot onderhoud baan Onderhoud kantine Onderhoud kleedruimten Beheer
Gemeente X
Vereniging X (Opstal) X (Opstal) X
X X X X
Matrix 2: verdeling verantwoordelijkheden tennisaccommodaties
In de praktijk blijkt dat de tennisbanen en de kleedruimten door de verenigingen zelf worden onderhouden. Het klein onderhoud wordt uitgevoerd door de verenigingen. Ook het groot onderhoud regelen de meeste verenigingen ieder jaar zelf, terwijl dit onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt. In de begroting zijn geen middelen opgenomen voor het onderhoud van tennisbanen. De keren dat de gemeente kosten hier kosten voor heeft gemaakt, zijn deze opgevangen binnen de post ‘onderhoud sportvelden.’De verenigingen kunnen gebruik maken van de brandverzekeringen die de gemeente afgesloten heeft. 3.3 Dorpshuizen In de gemeente staan drie dorpshuizen waarvan de gemeente juridisch eigenaar is. De andere acht zijn in eigendom van de dorpshuisstichtingen. Het economisch eigendom van de drie onderzochte dorpshuizen ligt bij stichtingen die het dorpshuis beheren. De stichtingen huren in enkele gevallen voor de exploitatie van hun dorpshuis een pachter in, die met de exploitatie belast is. In de andere gevallen exploiteren vrijwilligers van de stichting het dorpshuis. De stichting is in alle gevallen verantwoordelijk voor het onderhoud van het dorpshuis. Onderhoud wordt uitgevoerd door vrijwilligers, bij grote klussen wordt er een bedrijf ingehuurd. De grote klussen vallen vaak onder groot onderhoud zoals de gemeente deze definieert. Als de pachter wat wil veranderen aan het gebouw heeft hij hiervoor toestemming nodig van de stichting. De stichting mag veel zelf bepalen, de gemeente houdt zich op de achtergrond. De dorpshuizen zijn zelf verantwoordelijk voor het klein onderhoud aan hun gebouw en het groen erom heen. Voor groot onderhoud is er een regeling vanuit de gemeente. Voor groot onderhoud (CV, dak, kozijnen) keert de gemeente 1x per 25 jaar 75% van de totaal te maken kosten uit. 25% Moeten de jeugdhonken en dorpshuizen zelf reserveren. Het dorpshuis betaalt alle andere kosten zelf. De regeling is verouderd, er is contact tussen gemeente en dorpshuizen om naar een vernieuwde regeling te kijken. Over het algemeen is er onderling tussen de dorpshuizen weinig contact. Ook als collectief zitten de dorpshuizen weinig met de gemeente om tafel. In december 2013 is er een overleg geweest tussen de dorpshuisbesturen, de wethouder en de beleidsmedewerker welzijnsaccommodaties. De reden 8
hiervoor was om inzicht te krijgen over de huidige stand van zaken rondom dorpshuizen en te brainstormen over de toekomst. Dit beviel goed bij alle partijen. Er is afgesproken dat er een vervolgoverleg komt. 3.4 Gemeentehuis Het gemeentehuis is in vergelijking met de andere accommodaties anders van aard. In het gemeentehuis werken de ambtenaren, de andere accommodaties staan er voor de dorpsbewoners. In 2010 is het gemeentehuis verbouwd en wordt er gewerkt met flexplekken. De raadszaal is multifunctioneel. Naast raadsvergaderingen wordt de zaal ook gebruikt voor evenementen met een maatschappelijk of cultureel doeleinde. Het beheer van het gebouw ligt bij de afdeling Beheer. Facilitaire zaken heeft het dagelijks beheer. Voor het onderhoud zijn er twee timmerlieden, grote onderhoudswerkzaamheden worden door een extern bedrijf uitgevoerd. De timmerlieden zijn niet exclusief voor het gemeentehuis, zij worden ook ingezet bij andere accommodaties in eigendom van de gemeente. De gebruikers zijn niet alleen medewerkers van de gemeente. De politie huurt sinds het sluiten van het laatste politiebureau in de gemeente een deel van het gemeentehuis. Het verhuurde deel is ingericht als servicepunt van de politie. De reden voor deze huur is dat er anders geen plek in de gemeente was geweest waar burgers in contact kunnen komen met de politie. Bezoekers van het gemeentehuis zijn ook gebruikers. Het gebruik van bezoekers is beperkt tot de openbare delen. 3.5 Theorie over beheer Binnensportaccommodaties Gemeente Technisch beheer X (Groot onderhoud) Facilitair beheer Programmabeheer X
Beheerder X (Klein Onderhoud) X
Matrix 3: beheer binnensportaccommodatie
Het programmabeheer wordt in eerste instantie door een medewerker van de afdeling Samenleving uitgevoerd. Zij maakt de jaarroosters en zorgt voor een planning. Wanneer gebruikers incidenteel de zaal willen huren, kunnen zij contact opnemen met het klantcontactcentrum van de gemeente. In praktijk blijkt dat dit contact ook wel via de beheerders loopt. Doordat deze op de accommodatie aanwezig zijn, is het eenvoudiger de beheerder aan te spreken. De beheerder houdt incidenteel verhuur bij in een logboek en stuurt deze naar de roostermaker. Zij verzorgt de facturering. Buitensportaccommodaties Gemeente Technisch beheer X Facilitair beheer Programmabeheer X
Beheerder X X
Matrix 4: beheer buitensportaccommodaties
Het technisch beheer is voor de buitensportaccommodaties deels toe te rekenen aan de gemeente en deels aan de gebruiker. De vereniging beheert het gebouw, de velden komen voor rekening van de gemeente. Rondom de velden is klein onderhoud voor de vereniging, grote zaken zoals bomen snoeien wordt uitgevoerd door de gemeente. Het programmabeheer is een verantwoordelijkheid van de gemeente, omdat de gebruikers een huurovereenkomst zijn aangegaan met de gemeente. 9
Dorpshuizen Gemeente Technisch beheer Facilitair beheer Programmabeheer
Beheerder X X X
Matrix 5: beheer dorpshuizen
Met de dorpshuizen is er eigenlijk alleen een subsidierelatie tussen de gemeente en de dorpshuizen. Er wordt van de dorpshuizen een hoge mate van zelfredzaamheid verwacht. Voor het technisch beheer houdt dit in dat dorpshuizen bij groot onderhoud, renovatie of nieuwbouw subsidie krijgen onder bepaalde voorwaarden. De uitvoering van de bouwplannen is wel voor de dorpshuisbesturen. Voor het gemeentehuis is de matrix iets anders. De beheerder van het gemeentehuis is de beheerder zelf, in de matrix staat de verantwoordelijke afdeling. Technisch beheer Afdeling beheer Facilitair beheer Interne zaken Programmabeheer Interne zaken Matrix 6: beheer gemeentehuis
10
H4 Beheer in de Soll-situatie Dit hoofdstuk beschrijft en waardeert per accommodatiesoort de vier keuzes die gemaakt kunnen worden. De waardering is vanuit het oogpunt van de gemeente. Er wordt gebruik gemaakt van ++/+/+-/-/--, waarbij ++ gunstig is voor de gemeente en – compleet ongunstig. 4.1 Binnensportaccommodaties Kosten Kwaliteit Stoppen ++ Anderen + Samen + Zelf ++
Continuïteit -++ ++
Klanttevr. + ++
Politiek -++ +
Juridisch +++-
Tabel 1: Gewenste situatie binnensportaccommodaties
Stoppen met het beheren van de accommodatie scheelt op korte termijn enorm in kosten. Voor de andere criteria geldt dat het geen optie is om de sporthallen te sluiten. . De binnensportaccommodaties kunnen het beste door de gemeente zelf in beheer blijven. Er is zowel op de afdeling samenleving als bij de beheerders voldoende kennis en ervaring aanwezig om het beheer van de binnensportaccommodaties uit te blijven voeren en te verbeteren. De sporthalbeheerders bij de hallen zijn een belangrijke factor voor de gebruikers. Het geeft een sociale nadruk op de sporthallen, tegelijkertijd wordt er gewaardeerd dat er korte lijnen zijn met de gemeente. Wanneer het beheer stopt gaan een aantal banen verloren, waaronder die van sporthalbeheerders. Daarbij komt dat het politiek en juridisch gezien niet haalbaar is wanneer gestopt wordt met de binnensportaccommodaties. De sporthallen en gymzalen zorgen voor een groot deel voor leefbaarheid in de dorpen. Daarbij komt dat er vanuit de wet voor het onderwijs geschikte mogelijkheden moeten zijn om bewegingsonderwijs te geven. De gemeente staat bekend om een goed sportbeleid en kwalitatief goede en hygiënische hallen. Ook voor het onderwijs, dat vanuit de wetgeving ruimte nodig heeft om bewegingsonderwijs te geven, moet een alternatief verzonnen worden. Politiek is het onwenselijk om de binnensportaccommodatie te sluiten. Er ligt bij een aantal gebruikers en beheerders de wens om commerciëler naar de binnensportaccommodaties te gaan kijken, mits dit op de juiste manier gebeurt. In het verleden zijn er beurzen en bijeenkomsten in de accommodaties geweest, dit pakte wisselend uit. Vooral de vloer is een zwak punt, andere schoenen dan gymschoenen kunnen de vloer beschadigen. Veiligheid is ook belangrijk wanneer grote groepen mensen tegelijk in de accommodatie aanwezig zijn. Het beheer door commerciële uitbaters laten uitvoeren geeft op termijn negatieve resultaten. Beheerders en gebruikers vrezen dat de tarieven stijgen en de kwaliteit achteruit gaat. De gemeente kijkt niet met een commerciële blik naar de binnensportaccommodaties, over rendabiliteit en winst wordt niet gesproken. Een commerciële uitbater, beheerstichting of bedrijf dat beheer als core business heeft zal dit wel doen. Samen met een andere partij beheren is een mogelijkheid, maar niet elke partij is hier even geschikt voor. Een buurgemeente heeft het al druk genoeg met de accommodatie in eigen gemeente. Gebruikers van de accommodaties, scholen en verenigingen, hebben geen budget, vrijwilligers of onvoldoende kennis om aan het beheer bij te dragen. Op termijn is het mogelijk om te kijken of er ook dorpshuisbeheerders of pachters zijn die zich met het beheer van de gymzalen bezig wil houden. De pachter is gebaat bij reuring in het dorp. Wanneer de pachter de gymzaal met ondersteuning van 11
de gemeente exploiteert, liggen er kansen voor een commerciëlere kijk op binnensportaccommodaties. Er wordt momenteel gekeken om een pasjessysteem in te voeren bij de gymzalen. Dit moet ervoor zorgen dat beheerders niet meer met sleutels de accommodaties hoeven te openen en te sluiten. Gebruikers krijgen allemaal een pasje waarmee ze toegang hebben tot de gymzalen. Met dit systeem krijgt de gemeente ook inzicht in het gebruik van de gymzalen. 4.2 Buitensportaccommodaties Kosten Kwaliteit Stoppen ++ -Anderen + + Samen ++ Zelf slimmer +
Continuïteit -++ +
Klanttevr. -++ -
Politiek -+ +
Juridisch ++++-
Tabel 2: gewenste situatie buitensportaccommodaties
Uit gesprekken blijkt dat de gemeente niet zonder haar buitensportaccommodaties kan. Het kan wel, maar het zou de leefbaarheid niet ten goede komen. De politiek maakt zich hier impopulair mee. Sport en de stimulering ervan zijn belangrijke punten binnen de gemeente en de politiek. De gebruikers van de buitensportaccommodaties kunnen ook niet zonder de gemeente. De beste manier om beheer voort te zetten is een combinatie met gemeente en gebruiker. Belangrijk is wel hoe dat gebeurd. De gebruikers zijn grotendeels afhankelijk van vrijwilligers, sponsoring en contributie-inkomsten. Verenigingen vrezen dat de continuïteit in gevaar komt wanneer de gemeente meer geld gaat innen of meer beheerszaken overhevelt naar verenigingen. Voor de verenigingen is het wel duidelijk dat er geen grote sommen geld bij de gemeente beschikbaar zijn. Vrijwilligers worden in de toekomst belangrijker voor de verenigingen. Wanneer er teveel op de schouders van vrijwilligers komt, zijn zij eerder geneigd te stoppen met hun werkzaamheden voor de accommodatie en hun club. De verenigingen hebben moeite met het vinden van vrijwilligers die langere tijd inzetbaar zijn. Voor eenmalige klussen zijn vaak nog voldoende vrijwilligers te vinden. De laatste jaren neemt dit wel af en de jeugd staat niet te trappelen om het over te nemen. Het contact met de gemeente wordt als goed ervaren, omdat er snel actie wordt ondernomen wanneer dat nodig is. Een onderwerp waarop zowel op politiek als op sportief gebied veel over wordt gediscussieerd zijn de kunstgrasvelden. Een aantal velden in de gemeente zijn kwalitatief niet goed genoeg om deze te gebruiken waar ze voor bedoeld zijn. In de begroting voor 2014 heeft het college geld vrijgemaakt voor de realisatie van kunstgrasvelden in Buitenpost en Harkema. De kunstgrasvelden zijn positief voor de gebruikers en de gemeente, de bespeelbaarheid ligt hoger dan bij groene velden. Het wordt bij kleine verenigingen ook toegejuicht, zij hopen wel dat zij ook de mogelijkheid krijgen gebruik te maken van het kunstgrasveld wanneer hun eigen groene veld niet gebruikt kan worden. 4.3 Dorpshuizen Kosten Stoppen ++ Anderen +Samen + Zelf slimmer -
Kwaliteit + +-
Continuïteit -++ +-
Klanttevr. ++ -
Politiek -+ -
Juridisch +++-
Tabel 3 : gewenste situatie dorpshuizen
Net als de voorgaande accommodatiesoorten zorgen ook dorpshuizen voor leefbaarheid in de dorpen. Het is voor de gemeente belangrijk dat er sociaal-maatschappelijke accommodaties zijn die 12
gebruikt kunnen worden voor commerciële- en niet commerciële doeleinden. Dit kan alleen waar worden gemaakt wanneer de gemeente bijdraagt aan het beheer van de dorpshuizen. Zoals ook bij de buitensportaccommodaties het geval is, zijn vrijwilligers de motor achter de dorpshuizen. De dorpshuizen maken gebruik van een pachter die het dorpshuis exploiteert of vrijwilligers die zorgen voor het beheer. De stichting die het dorpshuis beheert is verantwoordelijk voor het gebouw en het onderhoud van de dorpshuizen. Commercieel gezien zitten dorpshuizen in zware tijden. De animo voor feestjes loopt terug, mensen hebben minder te besteden en houden hun hand op de knip. De tarieven die pachters rekenen voor onder andere zaalhuur kunnen niet omlaag, dan is verhuren niet rendabel meer. De tarieven die pachters rekenen kunnen ook niet omhoog. De animo voor gebruik daalt dan nog meer. Dorpshuizen concurreren ook met kroegen die hun zaal verhuren. Mensen vieren hun feest bij voorkeur in eigen dorp, maar dit mag niet teveel kosten. Een kroeg in een dorp verderop met scherpe prijzen voor zaalhuur kan dan ook aantrekkelijk worden, ten nadele van het dorpshuis. Dorpshuizen met vrijwilligers hebben voelen minder druk om omzet te maken dan pachters. Pachters moeten met het dorpshuis hun brood verdienen, vrijwilligers kunnen prijzen in hun dorpshuis laagdrempelig houden. Het reserveren van financiële middelen is lastig voor veel dorpshuisbesturen. Onvoorziene kosten putten ook uit reserves. Dorpshuizen lopen hierdoor de kans dat wanneer groot onderhoud nodig is, er onvoldoende middelen aanwezig zijn. De gemeente en de dorpshuisbesturen overleggen over een convenant waarin afspraken komen te staan tussen de dorpshuisbesturen en de gemeente. Dit moet de dorpshuizen in staat stellen om te werken aan hun continuïteit. In het convenant worden onder andere afspraken gemaakt over de OZB. Op basis van eigendom is de OZB vastgesteld voor de dorpshuizen. Een aantal besturen betaalt alleen OZB over het gebruikersdeel, een aantal besturen betaalt ook het eigenaarsdeel. De laatste categorie heeft het juridisch eigendom van het dorpshuis. Gekeken wordt of het mogelijk is dit te compenseren met subsidie. Doarpswurk kan een grotere rol spelen in de begeleiding van de gemeente en de dorpshuizen. Doarpswurk werkt voor de provincie Friesland en kan dorpshuizen begeleiden bij nieuwbouw, verbouw en onderhoud. Ook op het gebied van beleid maken, vrijwilligers zoeken en cursussen leiderschap heeft Doarpswurk ervaring. De jeugdhonken in de dorpshuizen organiseren met een jongerenwerker in de gemeente wel activiteiten, de animo vanuit de jeugd voor de georganiseerde activiteiten van 12 tot 16 jaar is minimaal. Door de opkomst van digitale middelen heeft deze leeftijdscategorie minder behoefte aan een ruimte waarin ze samen kunnen komen. 4.4 Gemeentehuis Kosten Stoppen ++ Anderen + Samen + Zelf slimmer -
Kwaliteit -+ -
Continuïteit -++-
Klanttevr. ++-
Politiek -++ -
Juridisch ++-
Tabel 4: gewenste situatie gemeentehuis
Stoppen is financieel gezien de beste optie. De kosten van het beheren en onderhouden van het gemeentehuis vallen weg, wat een behoorlijke besparing oplevert. Het is echter geen optie. Niet alle dienstverlenende activiteiten van de gemeente zijn digitaal op te vangen. Het gemeentehuis sluiten
13
en de dienstverlenende taken onder te brengen op flexlocaties is ook geen optie. Sommige medewerkers hebben een vaste locatie nodig waar zij hun middelen hebben om hun werk te doen. Door het gemeentehuis samen met het een andere partij te onderhouden wordt het gemeentehuis zo efficiënt mogelijk beheerd. De onderhoudsklussen worden uitbesteed aan derden, terwijl er intern nog medewerkers aanwezig zijn die kunnen aangeven welke onderhoudswerkzaamheden er uit gevoerd moeten worden en die de kwaliteit van de onderhoudswerkzaamheden kunnen beoordelen. Ook zijn er nog twee timmerlieden aanwezig die zorg kunnen dragen voor de eerstelijns onderhoudswerkzaamheden. Dit zijn calamiteiten zoals lekkage. Ook kunnen de timmerlieden de werkzaamheden door derden begeleiden en beoordelen. Dit is de huidige werkwijze bij de gemeente ten aanzien van accommodatiebeheer. Het beheer zelf slimmer doen wordt gezien als een stap terug in de tijd. Door alles zelf te doen gaat de gemeente terug naar de situatie van 15 jaar terug. Hierbij loopt de gemeente risico’s zoals ziektekosten, er moeten meer timmerlieden worden aangenomen. Ook wanneer het onderhoud niet goed is uitgevoerd, heeft de gemeente de volledige aansprakelijkheid. De markt heeft momenteel meer te bieden voor de gemeente dan wanneer gekozen wordt het beheer zelf slimmer te organiseren. De gemeente is het de beste optie om voor het onderhoud derden in te huren. De andere beheerstaken kan de gemeente het beste zelf blijven uitvoeren.
14
H5 Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk zijn de conclusies puntsgewijs weergegeven. De conclusies zijn gebaseerd op de verzamelde informatie in dit onderzoek, en gerelateerd aan de vier mogelijke keuzes en de zes criteria. Per accommodatiesoort zijn de conclusies benoemd, de conclusies over het gemeentehuis gelden deels ook voor de andere accommodaties. Binnensportaccommodaties 1. Door de gehanteerde rekenmethode is de bezettinggraad in de sporthallen in de wintermaanden meer dan 100%. 2. De beheerders zijn belangrijk voor de gebruikers in sociaal opzicht maar ook voor een veilig gevoel. De klanttevredenheid over het beheer is hoog. 3. Het beheer door anderen laten uitvoeren wordt door beheerders en gebruikers als bedreiging gezien. 4. Beheerders krijgen minder afzeggingen bij gebruik dat beter gepland is. Het late gebruikersoverleg geeft gebruikers weinig tijd om hun organisatie rond te krijgen, waardoor soms op het laatste moment wordt afgezegd. Soms wordt er geen afzegging aan de beheerders doorgegeven. 5. Er wordt weinig commercieel gebruik gemaakt van de accommodaties. Er wordt alleen gesport, terwijl er ook andere mogelijkheden zijn voor het gebruik. 6. Door een pasjessysteem in te voeren bij de gymzalen krijgt de gemeente meer inzicht in het gebruik van deze accommodaties. Buitensportaccommodaties 7. Buitensportfaciliteiten zijn in elk dorp te vinden. Veel verenigingen hebben overlappende ambities, maar ook unieke ambities. Zowel op sportief als beleidsmatig gebied. 8. Er landelijk een trend zichtbaar dat er meer beheerstaken naar de gebruikers worden overgeheveld. De ontwikkelingen in de gemeente Achtkarspelen passen in deze trend. 9. Het wordt voor verenigingen steeds lastiger om voldoende vrijwilligers te vinden. Voornamelijk structurele taken zijn lastig. Wanneer er niet meer vrijwilligers voor sportclubs worden gevonden komt de continuïteit in gevaar. 10. Sommige beheerstaken krijgen niet de aandacht die ze nodig hebben door onvoldoende vrijwilligers of onvoldoende kennis bij de vereniging. 11. Verenigingen zijn onvoldoende op de hoogte van mogelijkheden die het huidige beleid biedt of wijzigingen die er zijn en met beheer te maken hebben. 12. Ook verenigingen merken de crisis. Het wordt lastiger voor de verenigingen om de financiën op orde te houden. Het onderhoud van het gebouw lijdt hier het meest onder. 13. Veel sportverenigingen klagen over de kwaliteit van de groene velden. Doordat de velden beter beheerd kunnen worden, komen er klachten van sporters bij de vereniging. 14. Tennisverenigingen pakken taken op waarvan de verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt. Deels doen ze dit voor de zelfredzaamheid, voor het grootste deel is dit onwetendheid. 15. Het blijkt dat tennisclubs veel beheerstaken zelf kunnen uitvoeren. De rol van de gemeente bij het beheer kan meer op de achtergrond komen. 16. Tennisverenigingen hebben een hoge mate van zelfredzaamheid bij het accommodatiebeheer, terwijl zij op veel vlakken aanspraak kunnen maken op middelen van de gemeente. Dit doen zij niet, vaak door onwetendheid. 17. Er is vanuit de sportverenigingen behoefte aan structureel overleg, momenteel is dit er niet. Dorpshuizen 18. Van de dorpshuizen wordt een hoge mate van zelfredzaamheid verwacht bij het beheer van de accommodatie, dorpshuisbesturen zijn voor veel beheerstaken verantwoordelijk. 19. Het huidige beheer van de dorpshuizen draagt bij aan een lage drempel bij inwoners om het dorpshuis te gebruiken. Dit komt de leefbaarheid ten goede. 15
20. Het beheer van de dorpshuizen komt in elk dorp op de schouders van een paar vrijwilligers. Het is lastig meer vrijwilligers te vinden om meer tijd in het beheer te kunnen steken. 21. Er is vanuit de dorpshuisbesturen behoefte aan meer contact met de gemeente, dit is er te weinig. 22. De regeling groot onderhoud dorpshuizen is verouderd. Gemeentehuis 23. Voor bepaalde werkzaamheden is het belangrijk dat er voor medewerkers een vaste locatie in het beheer van de gemeente is. 24. Een uitvoerder in dienst van de gemeente zorgt ervoor dat er kennis bij de gemeente is om werk door derden uit te laten voeren en te beoordelen. Alle accommodaties in beheer van de gemeente hebben hier baat bij. 25. Het gemeentehuis zelf onderhouden brengt meer risico’s met zich mee dan wanneer andere partijen het onderhoud uitvoeren, omdat bij onderhoud door derden zij deze risico’s dragen.
Aanbevelingen 1. Het beheer van de binnensportaccommodaties kan het beste bij de gemeente blijven op basis van de onderzoekcriteria. 2. Gekeken naar de onderzoekcriteria kan de gemeente het beste de buitensportaccommodaties samen met de verenigingen beheren. 3. Voor de gemeente en de dorpshuisbesturen is samen de dorpshuizen beheren de beste keuze. 4. Het beheren van het gemeentehuis kan de gemeente het best zelf doen. Voor het onderhoud is het beter om dit door derden uit te laten voeren. 5. De huidige vorm van beheer staat toe om te kijken naar meer commercieel gebruik van de hal in de zomermaanden. 6. Een pasjessysteem voor de gymzalen invoeren geeft de gemeente meer inzicht in het gebruik van de gymzalen. Er kan beter ingespeeld worden op het beheer dat nodig is. 7. Betrek beheerders van binnensportaccommodaties meer bij het beleid. Zij zijn bijna dagelijks in aanraking met het beheer van de accommodaties. 8. Pas de rekenmethode dusdanig aan dat bezettingsgraden boven de 100% niet meer voor komen. 9. Wanneer het gebruikersoverleg eerder in het jaar wordt gehouden krijgen gebruikers meer tijd zich voor te bereiden op het zaalseizoen. Dit geeft meer tijd trainers in te plannen. 10. Door vaker met verenigingsbesturen in overleg te gaan zijn de verenigingen beter op de hoogte van veranderingen in het beheer van de accommodatie 11. De gemeente kan initiatieven over het werven van vrijwilligers meer promoten. 12. Door sportverenigingen de velden zelf te laten beheren geeft dit de verenigingen de mogelijkheid de kwaliteit van de velden te verhogen. 13. Kijk kritisch naar het beleid voor de tennisaccommodaties. De verenigingen kunnen meer verantwoordelijkheid zelf dragen dan het beleid voorschrijft. 14. Door structureel overleg te hebben tussen gemeente en gebruikers van buitensportaccommodaties komt er aan beide kanten meer inzicht over beheer en beleid. 15. Bovenstaande aanbeveling geldt ook voor de dorpshuisbesturen. Door de besturen op de hoogte te houden van ontwikkelingen rondom mogelijkheden voor het beheer kunnen besturen hier beter op inspelen. Doarpswurk kan hier bij betrokken worden. 16. Er moet een nieuwe onderhoudsregeling voor de dorpshuizen komen.
16
Bijlage 1 Accommodatieoverzicht Binnensportaccommodaties Sporthal de Houtmoune Buitenpost Sporthal de Fugelkamp Harkema, Sporthal\-zaal Surventohal Surhuisterveen, Gymlokaal Augustinusga Gymlokaal Boelenslaan Gymlokaal Buitenpost Gymlokaal Drogeham Gymlokaal Gerkesklooster Gymlokaal Kootstertille Gymlokaal Surhuizum Gymlokaal Twijzel Gymlokaal Twijzelerheide
Buitensportaccommodaties Sportcomplex Augustinusga: Sportcomplex Boelenslaan: Sportcomplex Buitenpost:
voetbal, drie speelvelden en één trainingsveld korfbal, één speelveld/trainingsveld voetbal, vier speelvelden en één trainingsveld, korfbal, één speelveld/trainingsveld Sportcomplex Drogeham: voetbal, twee speelvelden en één trainingsveld Sportcomplex Gerkesklooster: voetbal, twee speelvelden en één trainingsveld, korfbal, één speelveld/trainingsveld Sportcomplex Harkema: voetbal, zes speelvelden en drie trainingsvelden, korfbal, één speelveld/trainingsveld Sportcomplex Kootstertille: voetbal, drie speelvelden en één trainingsveld Sportcomplex Surhuisterveen: voetbal, drie speelvelden en één trainingsveld, korfbal, één speelveld/trainingsveld Sportcomplex Surhuizum: korfbal, twee speelvelden en één trainingsveld Sportcomplex Twijzel: voetbal, één speelveld en één trainingsveld, korfbal, één speelveld/trainingsveld Sportcomplex Twijzelerheide: voetbal, twee speelvelden en één trainingsveld Tenniscomplex Augustinusga, twee banen Tenniscomplex Buitenpost, vier banen Tenniscomplex Drogeham, drie banen Tenniscomplex Harkema, drie banen Tenniscomplex Kootstertille, twee banen Tenniscomplex Surhuisterveen, vijf banen
Welzijnsaccommodaties Dorpshuis Boelenslaan Dorpshuis Surhuizum Dorpshuis Twijzel
Overige accommodaties Gemeentehuis Achtkarspelen, Buitenpost
17