ABCA-BVEC magazine

ABCA-BVEC magazine 2013-3 september - oktober - november - december septembre - octobre - novembre - décembre

Mon séjour en Bretagne du 28 juin 2013 au 03 juillet 2013: échange DDCSPP - EWFC

Bretagne 28 juni tot 3 juli 2013: werkbezoek DDCSPP - EWFC

Quelle chance! L’imper a été nécessaire le 1er jour et pour deux heures seulement. Malgré un programme chargé, la présentation de l’AFSCA aux agents de la DDCSPP d’Ille et Vilaine, les visites professionnelles, la révision des comptes EWFC en compagnie de Bruno Lagae et les loisirs, je peux vous garantir que la Bretagne est une région active et belle. Les gens sont chaleureux et accueillants. Les collègues bretons m’ont demandé de revenir; j’ai emmené le soleil dans mes valises… ! Ils peuvent compter sur moi.

De weergoden waren ons goed gezind. Ik had enkel mijn regenjas de eerste dag nodig en dan nog maar voor twee uurtjes! Naast de voorstelling van het FAVV aan de medewerkers van de DDCSPP van Ille et Vilaine, de werkbezoeken, het nazicht van de boekhouding van EWFC in het gezelschap van Bruno Lagae bleef er nog een beetje tijd over om Bretagne te ontdekken. Ik kan jullie verzekeren dat deze regio heel mooi en indrukwekkend is. En de mensen zijn er open en hartelijk. De Bretoense collega’s vroegen me zelfs om terug te komen en dan ook de zon mee te brengen! Dat zal ik dan ook zeker doen.

Photo: Mytiliculture de la Baie Saint Michel. Patrick FOUBERT, spécialité vétérinaire et alimentaire à la DABA (secteur abattoirs – protection et santé animale) d’Ille et Vilaine. Trésorier EWFC jusqu’au 25/10/2013. Les bretons n’ont pas froid aux jambes ! Les belges n’ont pas froid au yeux !

Foto: Mosselteelt van Baie Saint Michel met Patrick FOUBERT, gespecialiseerd in dieren en voeding bij de DABA (sector slachthuizen – bescherming en gezondheid van dieren) van Ille et Vilaine. Penningmeester van EWFC tot 25/10/2013.

Martine Fretin Présidente ABCA-BVEC

Martine Fretin Voorzitster ABCA-BVEC

Conseil d’administration / Dagelijks bestuur Présidente / voorzitster: Martine Fretin Vice-présidents / vicevoorzitters: Christiane Borgo / Bruno Lagae Secrétaire-trésorier / secretaris-penningmeester: David Janssens Relations publiques / public relations: Katrien Vekeman fondée le / opgericht op 17/03/1997

ABCA-BVEC Oudebaan 215 B-3000 Leuven www.abca-bvec.be [email protected] IBAN: BE 70 00017413 6925 BIC: BPOTBEB1 affiliation annuelle / jaarlijks lidmaatschap: € 20

INHOUD

Voorstelling van het FAVV in Rennes

4

Achter de schermen bij Ganda Ham

5

EWFC visit to Adriaens NV

7

Achter de schermen bij PB Gelatins

10

Actualiteit: meikevers

14

Actualiteit: eetbare insecten

16

Actualiteit: losse berichten

20

EWFC

22

Citroen in het huishouden

24

Recept

26

CONTENU

2

3

Présentation de l’AFSCA à Rennes

6

Visite professionnelle les Jambons Ganda

7

EWFC visit to Adriaens NV

8

Visite professionnelle PB Gelatins

12

Un jour dans la vie de Jean-Pierre Gouders

13

Actualité: les hannetons

18

Actualité: les insectes comestibles

20

Actualité: messages divers

22

EWFC

25

Le citron dans le ménage

26

Recette

PRÉSENTATION DE L’AFSCA À RENNES

Présentation de l’Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaîne Alimentaire de Belgique par Martine FRETIN, présidente de l’association ABCA-BVEC pour les personnels de la Direction Départementale de la Cohésion Sociale et de la Protection des Populations d’Ille et Vilaine en France. Patrick Foubert ancien trésorier EWFC Le 1er Juillet 2013 , Martine a réalisé la performance de présenter le fonctionnement et le rôle de l’AFSCA aux agents de la DDCSPP d’Ille et Vilaine.

de la Direction Régionale de l’Agriculture de l’Alimentation et de la Forêt ).

tion qui a écouté mais aussi interrogé la talentueuse intervenante d’outre-Quiévrain.

L’exposé a permis de mettre en évidence les points communs et les différences entre nos deux services. Rassurez-vous , Martine , grâce à son talent naturel d’oratrice, n’a pas manqué de mettre en avant toutes les qualités de votre organisation AFSCA. De notre côté nous aurons aussi retenus de nombreux points d’intérêt.

Merci Martine et à très bientôt en Belgique !!!!!

Cette présentation se déroulait dans le cadre des échanges entre l’association française (AFTCA) et l’ABCA-BVEC sous l’égide de l’EWFC. En effet, Martine devait réaliser l’audit financier de l’EWFC en tant que contrôleur des comptes ( l’autre contrôleur étant Bruno LAGAE) et nous avions donc saisi l’opportunité de réaliser un échange avec des collègues bretons à cette occasion. La journée s’est déroulée en 2 étapes. Le matin, Martine a brillamment présenté un diaporama ( des DIA comme elle dit) a un auditoire composé d’agents de la ddcspp 35 et du service régional de l’Alimentation ( Service

L’après-midi la tâche était encore plus rude. Le Directeur départemental Monsieur Jacques PARODI (photo) avait aussi souhaité bénéficier d’une présentation condensée de l’exposé matinal. C’est donc un public composé de tout l’encadrement supérieur de la direc-

3

VOORSTELLING VAN HET FAVV IN RENNES

Voorstelling van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van België door Martine FRETIN, voorzitster van de vereniging ABCA-BVEC, voor het personeel van de “Direction Départementale de la Cohésion Sociale et de la Protection des Populations d’Ille et Vilaine” in Frankrijk. Patrick Foubert oud-penningmeester EWFC Op 1 juli 2013 gaf Martine een presentatie aan de ambtenaren van de DDCSPP d’Ille et Vilaine en dit over de werking en de rol van het FAVV. Deze presentatie vond plaats in het kader van een uitwisseling tussen de Franse vereniging AFTCA en ABCA-BVEC, beiden lid van EWFC. Martine was in eerste plaats aanwezig voor de financiële audit van EWFC, samen met collega Bruno

LAGAE. We vonden dit dan ook de perfecte gelegenheid om kennis te maken met de lokale collega’s. De dag bestond uit 2 onderdelen. De presentatie vond ’s morgens plaats in de vorm van een PowerPoint en werd gegeven aan ambtenaren van de DDCSPP 35 en van de regionale Voedingsdienst (Service de la Direction Régionale de l’Agriculture de

l’Alimentation et de la Forêt). De voordracht gaf ons de kans om de raakvlakken en verschillen tussen onze diensten in kaart te brengen en ik kan jullie geruststellen: Martine heeft van deze gelegenheid gretig gebruik gemaakt om de kwaliteiten van het FAVV in de verf te zetten. Voor ons was dit zeer leerrijk. In de namiddag stond haar en nog formelere opdracht te wachten. De directeur van het Ministerie, mijnheer Jacques PARODI, had graag deelgenomen aan de uiteenzetting en daarom werd in de namiddag een tweede voordracht gegeven en dit aan het hele hoofdbestuur. Ze luisterden met veel aandacht maar waren ook een kritisch publiek voor onze Belgische spreekster. Bedankt Martine en tot heel binnenkort in België !!!!!

4

ACHTER DE SCHERMEN BIJ GANDA HAM

We werden opgewacht door de bedrijfsverantwoordelijken. In afwachting van de presentatie konden we genieten van een heerlijk ontbijtbuffet en kennismaken met de andere leden van ABCA-BVEC en met de collegga’s van EWFC.

Aan de hand van een PowerPoint presentatie kwamen we meer te weten over de geschiedenis en het ontstaan van Ganda Ham als merk en als product. Zo vertelde de verantwoordelijke ons dat de Kelten reeds gebruik maakten van de winterkou en zeezout om hun varkensvlees te bewaren. Deze werkwijze is nog steeds de basis voor de productie van Ganda Ham. Het tweede luik van de voorstelling ging over “foodpairing”. Via laboratoriumonderzoek wordt er nagegaan welke voedingswaren het aroma van Ganda Ham het beste tot haar recht laten komen. Deze techniek werd geïntroduceerd om aan de groeiende vraag naar mogelijke toepassingen door de consument te voldoen.

Gedurende heel zijn presentatie benadrukte de verantwoordelijke de twee kerneigenschappen van het bedrijf: “natuurlijk” en “slow food”. Naast het varkensvlees zijn zout en tijd immers de enige ingrediënten van Ganda Ham. Na de presentatie nam de kwaliteits verantwo ordelij k e het woord. Alvorens het bedrijf te betreden, kregen we immers enkele basisregels mee over de hygiëne en het gevaar voor kruiscontaminatie in het bedrijf. Tijdens ons bezoek werd de productielijn strikt gevolgd. Aan de ingang gebeurt een zeer strikte kwaliteitscontrole van de grondstof: de ham. Er worden criteria vastgelegd waaraan de aangevoerde hammen moeten voldoen en zijn geïllustreerd aan de hand van foto’s. Zo wordt er onder andere gekeken naar de vorm van de hesp, de positie van het been en het vetgehalte. De vers geleverde hammen worden eerst in een koelcel opgeslagen en worden dan in twee fases gezouten en met vet ingesmeerd om uitdroging tegen te gaan. De opslag gebeurt in grote kamers bij 18°C. We waren verbaasd te zien hoe nauwkeurig en perfect symmetrisch de hammen in deze kamers werden opgehangen.

Dit bezoek had wel onze eetlust opgewekt. We waren dan ook blij dat we deze delicatesse mochten proeven. Er stond ons bij terugkomst in de ontvangstruimte een heerlijk buffet op te wachten, aangeboden door Ganda zelf. ABCA-BVEC heeft onze gastheren ook deze keer op gepaste wijze bedankt. In de namiddag brachten we een cultureel bezoek aan de stad Gent. De naam is afkomstig van het Keltische woord “Ganda” dat “samenvloeiing” betekent. Stad Gent is immers gebouwd aan de samenvloeiing van de Leie met de Schelde. Na dit kleine stukje geschiedenis nam onze gids ons mee voor een bezoek langs enkele historische gebouwen in de stad, gaande van de Groot Vleeshuis tot de nieuwe hallen en de SintBaafskathedraal. In deze kathedraal is, naast enkele andere drieluiken, het Lam Gods (van Eyck) te bewonderen. Onze gids vertelde gepassioneerd over de stad en kon zelfs de neofieten onder ons overtuigen.

Na de rijping worden de hammen gewassen en, afhankelijk van de bestemming, ontbeend. De hammen worden in hun geheel, als blok en als sneetjes geëtiketteerd en verkocht.

De dag eindigde voor de ene met een lokaal “Gruut” biertje, voor de andere met een zoete cuberdon. Kortom, het was een bijzonder geslaagde dag.

Naast de productie van hammen worden er af en toe ook andere producten geproduceerd zoals het gedroogd Angus rundvlees of everzwijnham.

Maryline, Mickaël en Vinciane, PCE Waals-Brabant

5

VISITE PROFESSIONNELLE LES JAMBONS GANDA

Lors de notre arrivée sur place, nous avons été accueilli par les responsables de la société. Un généreux buffet de viennoiseries nous attendait afin de nous permettre de retrouver ou parfois rencontrer les autres membres de l’ABCA-BVEC et de l’EWFC. Une présentation, sous forme de projection, a commencé par des détails historiques permettant d’expliquer l’origine de la technique actuelle de fabrication du jambon Ganda. Le responsable de la société nous a expliqué que les Celtes utilisaient le froid de l’hiver et le sel des marais salants pour conserver la viande de porc. Le second volet de l’exposé portait sur l’explication du terme : « FOODPAIRING » qui consiste à étudier, en laboratoire, les associations des différentes denrées avec le jambon Ganda afin d’en valoriser les propriétés gustatives. Cette démarche a été développée par l’entreprise pour répondre à la demande de diversification du consommateur. L’argument commercial largement souligné repose sur deux concepts, la notion de « naturel » et la « slowfood ». En effet, de la viande de porc, du sel et… du temps sont les seuls ingrédients utilisés.

Le responsable qualité a ensuite présenté sa fonction sans ou-

6

blier de nous préciser les règles d’hygiène imposées à tous les visiteurs de l’entreprise. La visite proprement dite s’est déroulée selon la procédure de marche en avant des produits. Un contrôle d’entrée sur la qualité de la matière première est imposé de manière très stricte et minutieuse. Des critères d’acception sont définis par des photographies précisant par exemple, la forme des jambons, la position de l’os, épaisseur de graisse, ….

Avant le salage, les températures de stockage réfrigérées sont nécessaires, ensuite les viandes salées sont stockées à 18°C après avoir été enduite d’une couche de graisse protectrice. Nous avons été surpris par la quantité de pièces de jambon calibrées stockées de manière symétrique et créant d’interminables rayons parfaitement alignés. Parfois une forme différente …. En effet, d’autre produits plus rares sont également traités dans cette infrastructure, comme par exemple du filet d’Angus, le jambon de sanglier, etc. A la fin de la période de maturation, les jambons sont lavés et parfois désossés en fonction de la demande du client. Ils sont ensuite emballés en bloc ou en tranches, et étiquetés.

La visite ayant attisé notre gourmandise, un buffet mettant en valeur les différents produits de l’entreprise nous a été offert. L’ABCA–BVEC n’a pas manqué de remercier notre hôte comme il se doit. La seconde partie de notre journée s’est poursuivie par la visite de la ville de Gand du Latin « GANDA » qui signifie « terre de la confluence des cours d'eau ». En effet, cette ville a été construite sur le confluent de la Lys et de l'Escaut : première information que nous avons reçue de notre guide que nous avions rejoint pour une visite historique de quelques monuments de la ville, allant de l’ancienne boucherie aux nouvelles halles en passant par la Cathédrale Saint-Bavon. A travers ses histoires sur l’agneau mystique et les peintures triptyques, il nous a fait partager avec beaucoup d’intérêt ses connaissances de la ville et sa passion contagieuse a conquit même les néophytes. La visite s’est clôturée pour certains, par la découverte d’une bière locale appelée « la grute » et pour d’autres par les cuberdons gantois, une touche sucrée, point final de cette journée… « salée ».

Maryline, Mickaël et Vinciane, UPC Brabant Wallon

EWFC VISIT TO ADRIAENS NV

On Friday 25th October 2013, a delegation from the EWFC (European Working Community for Food Inspection and Consumer Protection) visited the Adriaens NV slaughterhouse in Velzeke, Belgium. This delegation was made up of food inspectors, meat inspectors and veterinarians. Following a disastrous fire a little over two years ago, which razed the original slaughterhouse to the ground, the decision was taken that the facility would be rebuilt. Like a phoenix from the ashes a state of the art cattle slaughterhouse has been completed and is now operational. The cattle that are routinely slaughtered at Adriaens NV are the famous double muscled Belgian Blues, with their superb confirmation and very low levels of fat that suits the Belgian taste for very lean meat. The cattle are delivered to a large, well ventilated lairage where they are rested before they are slaughtered at ground floor level. The slaughtered beasts are then elevated to the first floor where they are then dressed and eviscerated on a single high level line. One thing that impressed the delegation immediately was the minimal amount of clutter (by-product bins etc.) that was present on the slaughter floor. This is achieved by the fact that all byproducts are immediately disposed of via chutes to the ground floor level where they are processed or disposed of in separate rooms dedicated to their individual purpose.

There are two veterinarians working on line to carry out the post-mortem inspections, one to inspect heads, red offals (livers, hearts and lungs) and green offals (intestines and stomachs) and one to carry out postmortem inspection of the carcases themselves. They work with two other veterinarians in the plant, one taking care of ante-mortem inspection and the head veterinarian who has a supervisory role over the whole process/plant. We were informed that the line is designed to run at sixty carcases per hour but at the time of the visit, the line was running at just thirty-five carcases per hour. We were further informed that future plans were to increase the line speed to a maximum of forty-five carcases per hour and it was duly noted and commented upon by the meat inspectors in the delegation that it was refreshing to see a line being run well within its design capacity rather than being pushed it to the maximum capacity in order to achieve the highest possible through-put in the shortest amount of time.

The result of the approach adopted by the management are very well presented carcases, produced in an hygienic manner with minimal carcase contamination. In short, a shining example of exactly how well the job should be done. After the slaughterhouse the delegation were then escorted around the chillers and the colocated cutting plant where we got to see the butchering process and the final packing of the product prior to despatch. I think it is fair to say that the entire delegation was suitably impressed with the approach taken by the management in this plant and that this was reflected in the quality of the end product. The EWFC would like to convey its sincere gratitude to Adriaens NV for its hospitality and allowing us to visit.

Ian Robinson President EWFC

7

VISITE PROFESSIONNELLE PB GELATINS

Le 10 juillet dernier, une poignée de comparses de l’ABCA-BVEC répondirent présents pour visiter l’entreprise PB Gelatins à Vilvoorde. Benoît Meurisse vice-président EWFC

En fin de course, nous avons encore appris toute une série de choses durant cette visite. Qu’est-ce donc que cette gélatine ? Fabriqué à partir d’un processus assez complexe que nous détaillerons plus loin, la gélatine est une protéine naturelle issue du collagène, matériel indispensable pour notre peau, nos articulations et nos os. Son rôle est important dans notre métabolisme. Elle est cholestérol-free et une fois isolée, ne nécessite aucun conservateur étant donné son faible Aw (Activity water).

PB Gelatins est une société qui s’étend sur 25 hectares employant 260 personnes en Belgique et produisant 30 tonnes de gélatine quotidiennement. L’usine belge fait partie de la division Gélatine qui avec 8 usines au travers de 4 continents est le troisième producteur mondial. Cette division fait partie du

8

groupe chimique international Tessenderlo répartit partout dans le monde et connaît une évolution environnementale importante depuis 5 ans. L’usine de Vilvoorde possède son propre laboratoire d’analyses et de recherches, ses services techniques d’entretien et de réparation ainsi que sa propre station d’épuration. Les applications de la gélatine sont nombreuses. Présente dans le domaine photographique, pharmaceutique, elle n’en reste non moins ubiquiste dans notre alimentation. En quelques lignes, nous tenterons de vous expliquer le processus complexe de fabrication de la gélatine, de vous convaincre qu’à partir de matériaux considérés comme déchet, l’entreprise de Vilvoorde parvient à élaborer un produit noble, sain et indispensable à tout un chacun. Il est 10 heures quand Monsieur Van Damme, Eddy de son prénom, nous accueille chaleureusement au sein de l’entreprise. L’accès y est gardé. La sécurité sur place, qu’elle soit alimentaire ou non, reste une priorité tout au long du parcours suivi dans l’usine. Avant cela, Eddy, ancien superviseur de fabrication pendant plus de 25 ans et actuellement responsable qualité sur le site, nous projette une vidéo de présentation du groupe. Nous comprenions ainsi mieux le décor qui nous entourait. Les explications d’Eddy sont claires, précises et détaillées devant nos questions plutôt

techniques et spécifiques. Il en était d’ailleurs le premier surpris car rares sont les visiteurs qui s’intéressent autant de manière aussi pointue.

C’est parti ! Plongeons nous dans ce fameux processus de fabrication de la gélatine. Tout d’abord, ce sont des os, des couennes et des morceaux de peaux bovins (l’usine de Vilvoorde travaille uniquement à partir de porcs, contrairement à d’autres usines du groupe) qui arrivent dans les usines. Ces matériaux sont issus exclusivement d’animaux sains destinés à la consommation humaine en provenance d’abattoirs européens. En effet, la plupart des matières premières arrivent en frais, leur circuit d’acheminement jusqu’à l’usine doit donc être aussi court que possible. Les matières premières principales sont les couennes. Elles sont tout d’abord coupées et préparées, puis plongées successivement dans des bains d’eau chaude en vue d’extraire la graisse. Les os frais sont d’abord broyés, dégraissés, séchés et criblés avant de subir un traitement acide où les phosphates seront retirés en vue d’isoler le collagène. Ces phosphates seront vendus comme engrais et aliments pour volailles. Le collagène restant sera traité de la même

VISITE PROFESSIONNELLE PB GELATINS

façon que les couennes. Il faut savoir qu’un kg d’os requiert l’usage d’environ un kilo d’acide en vue d’une extraction complète des minéraux. Dans les années 1970, l’entreprise de Vilvoorde fabriquait l’acide dont elle avait besoin. Cette époque minérale est à présent révolue. PB Gelatins se veut une entreprise durable et environnementalement propre. Le respect du protocole de Kyoto a permis à l’entreprise de Vilvoorde de diminuer de 40% ses rejets en CO2. L’acide nécessaire est à présent acheté. La succession des bains d’acide à différentes températures et l’ association ultérieure des intermédiaires ainsi obtenus permettent de fixer les caractéristiques de «souplesse» du produit fini. La gélatine ainsi extraite est ensuite lavée et filtrée. Le stade suivant consiste en une déminéralisation, fixant la conductivité du produit fini. La gélatine traverse ensuite plusieurs évaporateurs (élimination d’eau) avant de subir un flash pasteurisation. La pâte ainsi obtenue est séchée puis broyée en grains avant d’être stockée telle quelle en sacs de différentes tailles en vue de leur commercialisation. La demande islamique a poussé les fabricants à proposer sur le marché une gélatine (originellement surtout issue à partir de porc) fabriquée à partir de bovins. Actuellement, les nouvelles entreprises du groupe construites par exemple en Argentine et au Brésil sont exclusivement destinées à cette production. Même si l’esprit kasher parfois ne considère pas

la gélatine comme un produit à base de porc vu sa dénaturation par les nombreux traitements de fabrication, il n’en va pas de même pour l’industrie hallal. Les caractéristiques du produit fini (élasticité, dureté,…) sont sensiblement les mêmes, que la gélatine soit issue de porc ou de bœuf. De part ces applications diverses dans notre vie de tout les jours, la gélatine peut posséder des particularités fort différentes. Ainsi, la dureté de la gélatine utilisée dans une boule de billard ne sera évidemment pas la même que celle utilisée dans les confiseries. On parlera ici techniquement de force en geler ou degré de bloom de la gélatine. PB Gelatins propose de cette manière environ 500 sortes de gélatines, chacune avec ses caractéristiques propres quant à son utilisation future. Il existe néanmoins des grands types de gélatine : le cryogel ou soluble à froid surtout utilisée dans le domaine alimentaire et la gélatine soluble à température corporelle. Ainsi, la collaboration entre les désidératas de la clientèle et les techniques industrielles ont permis de développer les gélatines souhaitées. PB Gelatins n’est évidemment pas passé au travers de la dioxine en 1999. L’entreprise a été bloquée et forcée d’effectuer des analyses de tous ces lots de fabrication avant leur éventuelle libération. Environ six semaines de traitement ont été nécessaires avant de retrouver une production régulière. A l’époque, certaines gélatines ont par ailleurs été utilisée comme ingrédient de colle plutôt que dans le secteur agroalimentaire

comme initialement créé. Depuis, des adaptations de procédés et un plan d’échantillonnage régulier assure une production respectant les normes de ces contaminants cycliques. L’énorme consommation d’eau (7000 m³/jour) a poussé PB Gelatins à utiliser l’eau du canal à raison de 165m³/h de traitement. Au final, ce sont 30.000 tonnes de boue qui seront traitées par une des plus grandes stations d’épuration industrielle belge, équivalent au traitement des eaux de 400 000 ménages bruxellois. Un tiers de ces boues traitées sur le site de Vilvoorde seront utilisées comme engrais . Les deux tiers restants seront utilisés comme matière première dans le cycle de biométhanisation. Il faut savoir qu’une tonne de ces boues produit environ 100 m3 de gaz dont 50% de méthane ayant un potentiel électrique exploitable. Le seul bémol à tout ce procédé de fabrication est le rejet substantiel de chlorures, ce qui en fait un des points principaux pour le secteur de recherche de l’entreprise. Qui disait que dans le cochon tout est bon ou que rien ne se perd, tout se transforme ?

source photos : PB Gelatins

9

ACHTER DE SCHERMEN BIJ PB GELATINS

Op 10 juli 2013 brachten we een bezoek aan de firma PB Gelatins in Vilvoorde. Benoît Meurisse vicevoorzitter EWFC

Het terrein van PB Gelatins beslaat 25 hectare en het bedrijf stelt in België 260 personen tewerk, samen goed voor een dagelijkse productie van 30 ton gelatine! Het Belgische bedrijf maakt deel uit van de afdeling Gelatine. Deze afdeling bestaat uit 8 fabrieken, verspreid over 4 continenten en staat daarmee wereldwijd op de derde plaats van gelatineproducenten. De chemische internationale groep uit Tessenderlo is wereldwijd verspreid en kende de laatste 5 jaren een belangrijke metamorfose. De fabriek in Vilvoorde beschikt over een eigen labo om onderzoek en analyses uit te voeren, een eigen technische dienst voor het onderhoud en de herstellingen en een eigen zuiveringsstation. Wat is gelatine nu precies? Gelatine is een natuurlijk eiwit dat, via een ingewikkeld proces (zie verder), gewonnen wordt uit collageen, een stof die ook aanwezig is in onze huid, gewrichten en botten, en speelt een belangrijke rol in ons metabolisme. Bovendien is het cholesterolvrij en zijn er voor de bewaring geen conserveermiddelen nodig dankzij de lage Aw-waarde (wateractiviteit). Gelatine kent ontelbaar veel toepassingen. Het wordt gebruikt in de fotografische en farmaceutische industrie, maar het

10

is zeker ook niet weg te denken uit onze voeding.

het productieproces van gelatine.

We doen onze uiterste best om u in enkele zinnen uit te leggen hoe gelatine nu juist gemaakt wordt en u ervan te overtuigen dat “afvalmateriaal” door de firma in Vilvoorde omgevormd wordt door een nobel, gezond en onmisbaar product.

Gelatine wordt gewonnen uit beenderen, kraakbeen en de huid van hoofdzakelijk runderen (in tegenstelling tot de andere fabrieken van de groep, wordt er in Vilvoorde echter gewerkt met varkens). Het materiaal is uitsluitend afkomstig van gezonde dieren, geslacht in een Europees slachthuis en goedgekeurd voor menselijke consumptie. De meeste grondstoffen worden vers aan de fabriek geleverd; het is daarom van het grootste belang dat de transporttijd zo kort mogelijk is.

We worden hartelijk ontvangen door mijnheer Eddy Van Damme. Hij is meer dan 25 jaar productieverantwoordelijke geweest en is nu de kwaliteitsverantwoordelijke van deze site. Het bedrijf staat onder continue bewaking en de veiligheid, zowel op vlak van voeding als algemeen, staat centraal gedurende heel onze rondleiding. Eddy laat ons eerst een filmpje zien waarin de Groep wordt voorgesteld om zo de afdeling in Vilvoorde beter te kunnen kaderen. Eddy’s antwoorden op onze technische en specifieke vragen zijn duidelijk en gedetailleerd maar wel begrijpbaar. Bij onze eerste vragen is hij enorm verbaasd over de interesse in het technische aspect van het product. Dit gebeurt zelden bij bezoekers die hij over de vloer krijgt. Dan is het nu tijd geworden om eens wat dieper in te gaan op

De belangrijkste grondstof is echter kraakbeen. Dit wordt eerst versneden en voorbereid, daarna wordt het verschillende keren in warm water ondergedompeld om het aanwezige vet te verwijderen. Verse beenderen worden eerst verbrijzeld, ontvet, gedroogd en tot slot gezeefd vooraleer een zuurbehandeling te ondergaan. De zuren zorgen voor de extractie van fosfaten om zo het collageen te kunnen afscheiden. Het fosfaat wordt verkocht als meststof en voedsel voor gevogelte en het collageen verder verwerkt zoals bij het kraanbeen. Om tot een volledige extractie van de mineralen te komen, is er voor een kilo beenderen ook een kilo zuren nodig. In de jaren ’70 produceerde de fabriek in Vilvoorde zelf het zuur dat ze nodig hadden. Dit minerale tijdperk is nu echter verleden tijd en de noodzakelijke zuren worden aangekocht. PB Gelatins zet zich immers in om een duurzaam en milieuvriendelijk beleid te voeren. Dankzij het

ACHTER DE SCHERMEN BIJ PB GELATINS

Kyoto-Protocol is de CO 2uitstoot van de fabriek in Vilvoorde gedaald met 40%. De reeks zuurbaden bij verschillende temperaturen en de hieruit verkregen verbindingen zorgen ervoor dat er een soepel eindproduct verkregen wordt. De gelatine is echter nog niet klaar voor gebruik. Eerst wordt deze nog gewassen en gefilterd. Door deze demineralisatie wordt de geleidbaarheid van het eindproduct geoptimaliseerd. Tot slot wordt de gelatine nog gedroogd door middel van verschillende droogtoestellen en ondergaat het een flashpasteurisatie. Hoewel het product nu klaar is voor gebruik, is het in deze vorm nog niet verkoopbaar. Daarom wordt de pasta eerst gedroogd, verbrijzeld en afgevuld in zakken van verschillende grootten om zo opgeslagen te worden voor de verkoop.

Hoewel er, voor de productie van gelatine, vroeger voornamelijk gewerkt werd met grondstoffen afkomstig van varkens, heeft de stijgende Islamitische vraag ervoor gezorgd dat er nu steeds meer gewerkt wordt met grondstoffen afkomstig van runderen. De nieuwe fabrieken van de groep zoals deze in Argentinië en Brazilië werken zelfs uitslui-

tend met rundgrondstoffen. Hoewel gelatine afkomstig van vakens niet noodzakelijk een probleem oplevert voor de kosjerindustrie (het product is immers gedenatureerd via verschillende fabricageprocessen), is dit niet hetzelfde geval voor de halalindustrie. De eigenschappen (elasticiteit, hardheid, enz.) van het afgewerkte product, of deze nu afkomstig is van varkens of van runderen, zijn gelijkaardig. De toepassing daarentegen kan niet gevarieerder zijn. Zo wordt voor het vervaardigen van biljartballen veel hardere gelatine gebruikt dan in de snoepindustrie. De geleerkracht van gelatine wordt uitgedrukt in “Bloom” en PB Gelatins kan zo ongeveer 500 soorten gelatine aanbieden, elk met hun eigen kenmerken. Gelatine is verkrijgbaar onder 2 vormen: oplosbaar in koude vloeistoffen (cryogel, voornamelijk gebruikt in de voedingsindustrie) en oplosbaar in warme vloeistoffen (lichaamstemperatuur volstaat). Dankzij deze eigenschap kunnen ze aan alle wensen van hun cliënteel en de industriële technieken voldoen. PB Gelatins is uiteraard ook niet aan de dioxinecrisis van 1999 ontsnapt. Het bedrijf werd geblokkeerd en diende al de loten te analyseren alvorens ze konden worden vrijgegeven. Het heeft zo’n zes weken geduurd vooraleer hun productie terug genormaliseerd was. In die tijd werd gelatine soms ook gebruikt als ingrediënt van lijm en niet zozeer in de landbouw- of voedingsindustrie zoals oorspronkelijk bedoeld was. Sindsdien werden er talrijke procedu-

res aangepast en werd er een monsternemingsplan geïntegreerd om de kwaliteit van het eindproduct te garanderen.

Het zeer hoge waterverbruik (7000 m3/dag) heeft er toe geleid dat het bedrijf haar water uit het kanaal haalt en zelf zuivert (capaciteit = 165 m 3/u). Uiteindelijk zal er 30.000 ton modder behandeld worden door een van grootste industriële zuiveringsinstallaties van België. Dit is vergelijkbaar met de waterzuivering van 400.000 Brusselse gezinnen. Een derde van dit behandelde modder zal op de site van Vilvoorde gebruikt worden als meststof. De andere twee derden worden gebruikt als grondstof voor de productie van biobrandstof (methaan). Een ton modder kan tot 100 m 3 gas produceren waarvan 50% bestaat uit methaangas. Hieruit kan dan weer elektriciteit opgewekt worden. Het enige nadeel van dit proces is de aanzienlijke uitstoot van milieubelastende chloorverbindingen. Deze chlooruitstoot is dan ook een van de belangrijkste onderzoeksvelden van het bedrijf. Op het einde van de rondleiding is wel duidelijk dat dit weer een bijzonder interessant en leerrijk bedrijfsbezoek was. Wie zei er ook al weer dat alles van het varken lekker is en dat er niets verloren gaat? bron foto’s: PB Gelatins

11

UN JOUR DANS LA VIE DE JEAN-PIERRE GOUDERS

L’AFSCA a été contactée par la DGAL et le COFRAC à partir de 2009 afin que soit réalisé un audit d’accréditation ISO 17020. Jean-Pierre Gouders

Il s’agissait d’accréditer la Direction Générale de l’Alimentation française pour certains domaines de son inspection selon la norme iso 17020/2004. La DGAL représente en fait le pendant de l’AFSCA au niveau de l’ETAT Français. Ces accréditations ne peuvent être réalisées que par des organismes reconnus. Chaque état membre de la communauté européenne possède le sien. En Belgique, cet organisme porte les initiales BELAC, en France il s’agit du COFRAC = Comité Français d’Accréditation.

Ces organismes accréditent divers autres types de société ou organes et cela selon diverses normes ISO (17020 ,17025 …). Ceux-ci pourront alors mettre en valeur cette distinction en permettant soit une certification (par ex. iso 9001…) ou un enregistrement (par ex. iso 14001, EMAS …).

12

Le COFRAC pour réaliser ces missions aura besoin de « qualiticiens » qui réalisent l’audit système et d’ «évaluateurs techniques» qui chacun dans leur domaine de qualification (reconnaissance par le COFRAC après formation et évaluation, connaissance technique) vont réaliser l’audit technique et les OISS (Observations Inspections Sur Site ). Ces personnes ne doivent pas présenter d’incompatibilité au regard des organismes audités. C’est dans ce cadre que j’ai été amené à être évaluateur technique responsable d’évaluation pour le COFRAC à partir de 2009 et ce à chaque évaluation annuelle de la DGAL. Ces évaluations ont permis à l’équipe d’évaluateurs de parcourir pas mal de kilomètres autant sur les routes, les voies SNCF de France et de Navarre mais aussi dans les « Dom Tom ». Cette année s’est déroulée exclusivement en France métropolitaine : la première semaine dans le proche sud-ouest, la deuxième avec une incursion au sud-est avant de revenir en Normandie et se terminer à Paris pour la réunion de clôture. Que personne ne pense toutefois qu’il s’agit de villégiature ! La journée commence par la prise en charge vers 7h15, réunion d’ouverture de 8 à 9 h puis dispersion pour inspecter chacun dans son domaine, arrêt

de ¾ heures à 12h30, reprise jusqu’à 17h30, débriefing et réunion de clôture partielle sur le site visité jusqu’à 18 h30. Il ne reste plus qu’à sauter dans les voitures puis le train pour gagner la ville suivante et l’hôtel, dîner/souper puis au lit afin d’être en forme le lendemain. Les OISS se passent à l’extérieur mais sur la base du même timing. Si je vous dis en plus que cela se déroule en janvier/février, vous vous rendrez mieux compte des conditions de voyage ainsi que du fait qu’on commence quand il fait encore noir et on termine de même sans avoir fait la découverte escomptée des hauts lieux visités. Après cette belle quinzaine, il ne reste plus qu’à rédiger le rapport type sur base des observations récoltées. Ce travail est surtout très enrichissant en ce qu’il permet d’avoir des échanges avec les personnes rencontrées et l’acquisition d’expériences, de connaissances et de méthodes différentes des nôtres.

ACTUALITÉ: LES HANNETONS

Les hannetons ne sont pas protégés en Wallonie, mais rien ne sert de s'en débarrasser. Les hannetons ne sont actuellement pas sur la liste des espèces protégées de Wallonie, même s'ils y étaient inscrits par le passé. A la suite d'une invasion de ces gros insectes dans la région de Liège ces dernières semaines, François Verheggen, docteur en entomologie à la faculté de Gembloux Agro-Bio Tech, a dressé à l'agence Belga le portrait de cette bestiole impressionnante mais complètement inoffensive. Les hannetons commencent leur vie sous forme de larve dans le sol. Ils y restent 3 ans, et sortent en adulte au moment où la chaleur est suffisante. "Le coup de chaleur prolongé que nous avons connu a fait en sorte qu'ils sortent tous en même temps", explique François Verheggen. Le hanneton vit ensuite pendant 1 à 2 mois, durant lesquels il se nourrit de feuilles et pond la génération suivante, qui bourdonnera trois ans plus tard. Les habitants envahis cette année peuvent donc logiquement s'attendre à connaître une vague similaire en 2016…

"C'est un insecte plutôt maladroit, vous l'entendrez se cogner un peu partout. Mais en dehors de ce dérangement, il ne pique pas et ne représente aucun danger pour l'homme. Même si vous appelez les pompiers, ils ne sauraient pas faire grandchose car il n'y a pas de nid sur lequel appliquer des pesticides comme c'est le cas pour les guêpes, par exemple." Au moment de pondre, les hannetons privilégient les zones herbacées situées non loin d'arbres, explique encore l'entomologiste. "Dans le cas où une colonie s'est vraiment durablement installée chez vous et se reproduit sans cesse au même endroit, la seule chose à faire est d'arrêter de piéger les hérissons et les taupes", rigole-t-il. Ils se nourrissent en effet des larves de hannetons, qui ellesmêmes grignotent les racines de toutes sortes. Mais les larves ont aussi des avantages: elles contribuent à l'aération des sols et à la production de matière organique.

Source: Belga (23/07/2013)

13

ACTUALITEIT: MEIKEVERS

In Wallonië lijkt geen enkele maatregel efficiënt tegen een heuse invasie van meikevers. Meikevers waren vroeger een beschermde diersoort. Dat is nu niet meer het geval. Doctor François Verheggen heeft naar aanleiding van de invasie van deze grote, maar onschuldige, insecten in de omgeving van Luik gedurende de laatste weken aan Belga wat meer achtergrondinformatie gegeven. Hij is doctor in de insectenkunde aan de faculteit Agro- en Biotechnologie van Gembloux. Meikevers starten hun levenscyclus ondergronds als larven. Na drie jaar graven ze zich uit zodra het warm genoeg is en leven nog 1 à 2 maanden als volwassen kever in de vrije natuur. “De aanhoudende warme periode heeft ervoor gezorgd dat de meikevers dit jaar allemaal gelijktijdig tevoorschijn kwamen”, legt dr. Verheggen uit. De volwassen kevers voeden zich met bladeren en planten zich voort. Hun eitjes zullen dan drie jaar later terug uitkomen dus mogen we ons in

2016 aan een vergelijkbare plaag verwachten. “Het insect is een nogal onhandig. U zult het overal tegenaan horen vliegen, maar u zal er weinig last van hebben: ze steken niet en vormen helemaal geen gevaar voor de mens. Als u de brandweer belt, kan zij u weinig hulp bieden omdat deze insecten geen nest hebben. Bijgevolg kunnen ze niet zomaar met insecticiden worden bestreden zoals bijvoorbeeld bij wespen wel kan.” Meikevers leggen hun eitjes in een grasrijke omgeving vlakbij bomen. “Als er zich een kolonie gevestigd heeft in uw tuin en zich op dezelfde plaats onophoudelijk voortplant, kunt u dit enkel stoppen met egels en mollen”, lacht hij. Deze dieren voeden zich met de larven van de meikever die op hun beurt smullen van allerhande plantenwortels. Larven hebben op hun beurt echter ook positieve eigenschappen: ze verluchten de grond en dragen bij tot de productie van organisch materiaal.

Bron: Belga (23/07/2013)

14

15

ACTUALITEIT: EETBARE INSECTEN

Bah, er ligt een insect op mijn bord! ÉLODIE BLOGIE

Crackers van krekels, gepofte sprinkhanen of rupsen met vanillesmaak… Vormen insecten de basis van het recept van de toekomst? De FAO, de Organisatie voor Voedsel en Landbouw van de Verenigde Naties, heeft deze week een programma gelanceerd om het kweken van eetbare insecten te promoten en zo de strijd tegen de hongersnood aan te gaan. Het idee hangt al enkele jaren in de lucht en er wordt ook steeds vaker iets over gepubliceerd in de media. De argumenten zijn duidelijk: ze zijn zeer gemakkelijk te kweken en insecten blijken een zeer goede eiwitbron. Bovendien zijn ze ook rijk aan vetten en mineralen. Anderzijds heeft hun productie, in tegenstelling tot de rundveeindustrie, bijna geen invloed op het milieu. Wetende dat er tussen nu en 2030 9 miljard mensen gevoed zullen moeten worden, krijgt de insectenindustrie steeds meer aanhangers. U zult zich ongetwijfeld aansluiten bij het gros van de Westerse wereld en niet staan te springen om uw steak links te laten liggen en te opteren voor een portie knapperig gegrilde krekels. Daarom hebben we beslist om enkele van deze ongewone gerechten in uw plaats uit te testen. Het prestigieuze Thaise restaurant

16

Blue Elephant te Brussel is een klein jaar geleden gestart met het serveren van insecten. Clément Gohin, de manager van het restaurant, verduidelijkt dit initiatief: “In Thailand zijn insecten vlot verkrijgbaar bij de voedselkraampjes aan de kant van de straat. Door de stedelijke bevolking worden ze trouwens aanzien als zeer Bourgondisch. Toch hebben wij ervoor gekozen om insecten te integreren in onze restaurants in Bangkok en Phuket omdat ze deel uitmaken van de dagelijkse voeding van ons personeel en

hun cultuur!” De Europese markt is minder vanzelfsprekend. “We dachten dat de consument er nog niet klaar voor was”, legt de manager uit. Na enkele beslissende tests bij ons vast cliënteel waren we er echter van overtuigd en zijn er nu ook gegrilde insecten beschikbaar in onze buffetten op woensdagavond en zondagmiddag. Op nadrukkelijke vraag kunnen er enkele gerechten eveneens vergezeld gaan van deze kleine diertjes. Binnen een maand zullen deze trouwens ook op de kaart staan.

Om op te knabbelen zoals popcorn… Genoeg gepraat, laten we nu eens naar ons bord kijken. De oudste zaalmedewerker van het internationale Blue Elephantteam (al 33 jaar in dienst!), brengt ons enkele hapjes. Bij het ontdekken van sprinkhanen, krekels en bamboewormen vraag ik me af hoe ik hier ben beland. Om me wat aan te moedigen werkt de manager een krekel naar binnen die hij eerst door een kruidige rode saus haalt (“Thaïse ketchup”, vertelt hij me). Hebben we dan zo een enge geest dat we onmiddellijk beginnen huiveren bij alleen al het denken aan het eten van een krekel? Ik begin er met lange tanden aan. De krekel op zich smaakt verre van naar rundvlees. Het kraakt, maar heeft eigenlijk weinig smaak. “Iedereen heeft dezelfde reactie”, vertelt de manager. “Eerst twijfelen ze, maar zodra er iemand uit te gezelschap de eerste stap zet, volgen de anderen snel en steeds met dezelfde, ontgoochelde, reactie. Op vlak van smaak neigen ze eerder naar popcorn, cornflakes en een beetje naar hazelnoot. In Thailand worden insecten gegeten als snack, niet als ingrediënt van een verfijnde keuken!” Ik sluit me hierbij aan. Zelfs al hebben de gerookte bamboewormpjes in curry (foto) wat meer smaak, is een sprinkhaan het zelfs niet waard om moeite te doen in het afbreken van de pootjes! Je kan er enkel wat op knabbelen zoals

ACTUALITEIT: EETBARE INSECTEN

je met pinda’s zou doen. Het restaurant stelt ook voor om een pittige salade met papaja, Som Tam genaamd, af te werken met deze kleine gegrilde wormpjes in plaats van met cashewnoten. Na het pikante en de hint van koriander, laten de insecten een lichte hazelnotensmaak achter. Gastronomisch levensmiddel van de toekomst? Voeding van de toekomst? Clément Gohin gelooft er niet echt in: “De snack van de toekomst, misschien… Het beste dat we hieruit kunnen besluiten is dat het wel veel gezonder is dan aperitiefkoekjes.” De vraag stijgt nochtans en we kunnen twee soorten klanten onderscheiden: “We krijgen soms oudere dames van een jaar of 70 over de vloer die op krekels knabbelen naar goede gewoonte. Ze hebben bijvoorbeeld jaren in Kinshasa geleefd en zijn op zoek naar de smaken van daar. Anderzijds komen hier ook personen van Thaise origine, van Azië of mensen die daar op bezoek geweest zijn. Tot slot zijn er nog de nieuwsgierige klanten.”

ware een juweel. De praline met meelwormen daarentegen veel afkeer. De meeste klanten komen echter om iets nieuws te ontdekken of om hun vrienden te verrassen.” We moeten Paul Wittamer niet meer overtuigen, hij weet al langer dan vandaag dat het op zoek gaan naar nieuwe smaakbelevingen niets nieuw is… Hij is er bovendien van overtuigd dat insecten in een heel nabije toekomst zelfs deel zullen uitmaken van onze algemene voeding. De meningen over de effectieve integratie van insecten in onze algemene voeding blijft verdeeld, maar voorlopig zijn insecten vooral exclusief!

Bron: Le Soir Namen Luxemburg, 18/05/2013, blz 34

Bij ons zijn insecten als het ware een trend geworden. In het Afrikaanse restaurant Inzia in Elsele, waar worden sagoewormen (grote witte wormen) geserveerd, reserveren bepaalde jongerengroepen een tafeltje om te doen “zoals in Ko Lanta”. Chocolatier Wittamer biedt 2 pralines aan waarin insecten verwerkt zijn: “de praline opgewerkt met een krekel en in bladgoud gewikkeld is heel succesvol”, legt de verkoopster uit. “Het is als het

17

ACTUALITÉ: LES INSECTES COMESTIBLES

Horreur, il y a un insecte dans mon assiette! ÉLODIE BLOGIE

Crackers de criquets, sauterelles sautées, ou chenilles à la vanille… Les insectes seront-ils à la base des recettes dont on se délectera à l'avenir? Cette semaine, la FAO, l'organisation des Nations unies pour l'alimentation et l'agriculture, a lancé un programme destiné à encourager l'élevage et la consommation d'insectes pour lutter contre la famine. L'idée est dans l'air depuis quelques années déjà et bourdonne dans les médias. Les arguments sont connus: très faciles à produire, les insectes s'avèrent particulièrement riches en protéines, en matières grasses et en minéraux. Leur production a en outre un impact très faible sur l'environnem ent, aux antipodes donc de l'élevage bovin. Sachant que d'ici à 2030, 9 milliards d'humains devront être nourris, l'option insecte a ses adeptes. Sans doute qu'à l'instar de beaucoup d'Occidentaux, vous ne fourmillez pas vraiment d'impatience à l'idée de remplacer votre steak par un beau pavé de grillons grillés à point. Nous avons donc décidé de tester pour vous quelquesuns de ces mets insolites. À Bruxelles, le prestigieux restaurant thaï Blue Elephant a commencé à servir des insectes il y a moins d'un an. Le

18

manager, Clément Gohin, revient sur les raisons de cette initiative: «En Thaïlande, les insectes, c'est une nourriture de rue, pas très raffinée, qui est d'ailleurs moquée par les citadins pour qui ça fait très campagne. Nous avons cependant décidé d'en intégrer dans nos restaurants à Bangkok et à Phuket car tout notre personnel en mangeait, cela fait partie de leur culture!»

Le marché européen est moins évident. «Nous pensions que le public n'était pas encore prêt», explique le manager. Pourtant après quelques tests concluants sur la clientèle d'habitués, l'établissement intègre des insectes grillés dans son buffet du mercredi soir et du dimanche midi, tandis que quelques plats peuvent être accompagnés de ces petites bêtes, sur commande uniquement. D'ici un mois, ils seront à la carte. À grignoter comme du popcorn…

Trêve de verbiage, regardons dans notre assiette. Le plus ancien serveur de la compagnie internationale Blue Elephant (33 ans de service!) nous amène quelques amuse-bouches. En d é c o uv r ant s a u t e r el l e s , criquets et vers de bambou, je me demande quelle mouche m'a piquée. Pour m'encourager, le manager enfourne un criquet qu'il trempe dans une sauce rouge épicée («le ketchup thaï», me dit-il). Avons-nous donc l'esprit si étriqué que l'on crisse des dents à l'idée de croquer un criquet? Du bout des lèvres, je me lance. Si la sauce n'est pas piquée des hannetons, le criquet en luimême est loin de me faire un effet bœuf. Ça croque, mais ça ne goûte pas grand-chose, en fait. «Tout le monde a la même réaction, raconte le manager. Au début, les gens hésitent puis, il suffit qu'une personne du groupe essaye, pour que les autres se jettent à l'eau. Avec toujours cette même impression, voire déception. Car oui, au niveau de la qualité gustative, on est plutôt du côté du popcorn, du corn-flake, un peu de la noisette. En Thaïlande, les insectes se mangent comme des snacks, pas dans des préparations de cuisine fine!» En effet, même si les petits vers de bambou fumés au curry (photo) ont plus de saveur, il n'y a franchement pas de quoi casser trois pattes à une sauterelle! Ça se laisse juste grignoter avec les doigts, comme on picore des cacahuètes. Le restaurant propose également

ACTUALITÉ: LES INSECTES COMESTIBLES

d'agrémenter une salade de papayes assez épicée, appelée Som Tam, de ces petits vers grillés, en lieu et place des noix de cajou. En bouche, après le piment et la touche de coriandre, les insectes laissent un léger parfum de noisette. Aliment de haute gastronomie à venir? Nourriture du futur? Clément Gohin n'y croit pas vraiment: «Le snack du futur, peut-être… À la limite, c'est le meilleur qu'on pourrait en tirer, car c'est nettement plus diététique que des biscuits apéritifs.» Pourtant, la demande a ugm e nt e . O n d is t i n gu e principalement deux types de clients: «On a parfois des vieilles dames de 70 ans qui croquent des criquets de bon cœur. En fait, elles ont vécu des années à Kinshasa par exemple, et cherchent à retrouver des saveurs de là-bas. Nous avons de la même façon des clients qui sont originaires de Thaïlande, d'Asie, ou y ont voyagé. Et puis, il y a les nouveaux curieux.»

la vendeuse. C'est un peu comme un bijou. Par contre, celle avec des vers de farine rebute plus les gens. Dans tous les cas, les clients viennent surtout pour découvrir ou faire sensation auprès de leurs amis.» Pas besoin de lui tirer les vers du nez, Paul Wittamer reconnaît volontiers que l'intérêt purement gustatif n'est pas révolutionnaire… Même s'il est persuadé que dans un futur pas trop éloigné, les insectes feront partie intégrante de notre alimentation. Si les avis divergent quant à l'arrivée réelle de ces petites bêtes dans notre alimentation quotidienne, pour l'heure, l'insecte est avant tout sélect!

Source : Le Soir Namur Luxembourg, 18/05/2013, page 34

C'est que chez nous, les insectes sont presque devenus tendance. Dans le restaurant africain l'Inzia, à Ixelles, où l'on sert des vers à sagou (gros vers blancs), certains groupes de jeunes réservent pour faire «comme dans Koh-Lanta». Le chocolatier Wittamer surfe également sur la vague en proposant deux pralines aux insectes: «la praline surmontée d'un grillon enrobé d'une feuille d'or a beaucoup de succès, explique

19

ACTUALITEIT: LOSSE BERICHTEN

Nieuwe intensieve zoetstof goedgekeurd door de EFSA: advantaam, een afgeleide van aspartaam, is 30.000 keer zoeter suiker en 100 keer zoeter dan aspartaam.

ACTUALITÉ: MESSAGES DIVERS

NEW SWEETNER ADVANTAME HAS BEEN AUTHORIZED

EFSA completes full risk assessment on aspartame and concludes it is safe at current levels of exposure. To carry out its risk assessment, EFSA has undertaken a rigorous review of all available scientific research on aspartame and its breakdown products, including both animal and human studies. More info on http://www.efsa.europa.eu/en/ press/news/131210.htm Nouvel édulcorant intense approuvé par l’EFSA : l’advantame, un dérivant de l’aspartame, a un pouvoir sucrant qui est 30.000 fois plus haut que celui du sucre et 100 fois plus que celui de l’aspartame.

Les traders doivent être au-

Het FAVV is niet bevoegd voor controles op torisés par l’Agence alimentaihet vlak van het halal-label aangezien dit re. Ces opérateurs exercent een privélabel is. Het zijn echter wel dierenartuniquement des activités comsen van het FAVV die toezicht houden bij het merciales sans disposer à cette slachten en bevoegd zijn op vlak van ziekte, fin du moindre équipement ou hygiëne, welzijn,… infrastructure. Ils sont contrôlés sur le volet administratif en L’AFSCA n’est pas compétente au sujet du fonction des activités qu’ils label halal, car il s’agit d’un label privé. En exercent. revanche, ses vétérinaires expertisent tous les Traders hebben een toelating van het Voedanimaux abattus, au niveau des maladies, selagentschap nodig. Deze operatoren oefehygiène, bien-être… nen enkel commerciële activiteiten uit zonder hiervoor over enige infrastructuur noch materiaal te beschikken. Ze worden gecontroleerd op administratief niveau en dit in functie van hun uitgeoefende activiteiten.

Interesting websites:

Plant health & biosecurity - EU rules http://ec.europa.eu/food/plant/plant_health_biosafety/index_en.htm

Residue guidelines http://ec.europa.eu/food/plant/pesticides/guidance_documents/mrls_en.htm 20

Het Onderzoek naar de Aardappel wordt voor het eerst georganiseerd in België. De CRA-W is medeorganisator van dit belangrijke evenement.

La Recherche sur la Pomme de terre sera organisée en Belgique pour la première fois. Le CRA-W est co-organisateur de cet évènement important.

De Europese Vereniging voor het Onderzoek op de Aardappel (EAPR) zal van 6 tot 11 juli 2014 de 19e Driejaarlijkse Conferentie organiseren in Brussel.

L’association européenne pour la recherche sur la pomme de terre (EAPR) organisera sa 19 Conférence Triennale à Bruxelles du 6 au 11 juillet 2014.

Dit belangrijke congres wordt voor het eerst georganiseerd in België (Brussel) en vormt een unieke gelegenheid voor de Belgische aardappelindustrie, de onderzoeksbureaus en privébedrijven uit de sector om hun wetenschappelijke kennis en knowhow te delen.

Ce Congrès important est réalisé pour la première fois en Belgique (Bruxelles). Il représente une opportunité unique pour le secteur belge de l’industrie de la pomme de terre et également pour les institutions de recherche et les sociétés privées du secteur belge , qui pourront partager leur acquis scientifiques et leur savoir-faire.

De wetenschappelijke thema’s van het Congres hebben niet alleen betrekking op de klassieke aspecten van de aardappelsector, maar ook op de nieuwe kennis op vlak van technische en duurzame ontwikkelingen. Zowel de resultaten van het fundamenteel en toegepast onderzoek worden er voorgesteld alsook de toepasbaarheid van deze resultaten in de praktijk. Dit evenement wordt medegeorganiseerd door het “Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek” – CRA-W van Gembloux en Libramont, “Inagro” in Rumbeke-Beitem en het “Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt” – PCA in Kruishoutem. De leden van het organiserend bestuur zijn allen afkomstig uit wetenschappelijke en technische instituten waaronder CRA-W, PCA, Inagro, UCL, UGent, ULg-Gbx ABT, FIWAP, CARAH en Belgapom.

Les thématiques scientifiques du Congrès concernent tous les aspects classiques du secteur de la pomme de terre, et plus spécifiquement les connaissances récentes en matière d’innovations techniques et durables. Les résultats de la recherche fondamentale et appliquée seront présentés, de même que les aspects particuliers liés au transfert et à la mise en œuvre de ces résultats vers la pratique. Cet évènement est co-organisé par le «Centre wallon de Recherches agronomiques» – CRA-W de Gembloux et Libramont, «Inagro» à RumbekeBeitem et le «Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt» - PCA à Kruishoutem. Le Comité organisateur est composé de membres issus de plusieurs institutions scientifiques et techniques belges incluant le CRA-W, le PCA, Inagro, l’UCL, l’UGent, l’ULg-Gbx ABT, la FIWAP, le CARAH et Belgapom.

Uitgebreidere informatie over dit congres is terug te vinden op de website: www.eapr2014.be. Des informations détaillées sur le congrès sont disponibles sur le site www.eapr2014.be.

21

EWFC: LETTER OF THANKS

30/10/2013 Dear Katrien, Sylvia and Benoît,

On behalf of the Board of the EWFC I would like to convey our sincere gratitude for all your sterling efforts and sheer hard work in hosting the last meeting in Ghent. I think it is the opinion of us all that the whole event ran with the smoothness of a well oiled Swiss watch. The visits were very well planned and very informative and I would be grateful if you could convey our thanks to those who hosted us quite so admirably. I would also like to thank Mr. Matthijs for his sponsorship and for his presentation to us, and for answering our questions in the frank manner that he did. Again, many thanks for all your own, personal efforts and I sincerely hope that this is recognised by your peers.

Yours sincerely,

Ian Robinson President EWFC

22

EWFC: NEWS

PROFICIAT

Sylvia Palais werd in oktober 2013 tijdens de internationale meeting van het EWFC in Gent verkozen tot de nieuwe penningmeester van het EWFC. Daarmee nam ze de fakkel van Franse collega Patrick Foubert over. De boekhouding van een organisatie zoals EWFC vergt een dagelijks beheer en een strikte opvolging van de inkomsten en de uitgaven. Deze benoeming bevestigt dan ook het vertrouwen van EWFC in de kwaliteiten van Sylvia: eerlijk, nauwgezet, gedreven en assertief. Het bestuur van ABCA-BVEC wil Sylvia hierbij dan ook van harte danken dat ze deze functie heeft aanvaard en staat 100% achter haar.

FELICITATIONS

En octobre 2013 Sylvia Palais a été élue, à la majorité des voix, trésorière EWFC lors du meeting international à Gand. Elle a repris le flambeau de notre collègue français Patrick Foubert qui a été chaleureusement remercié pour ces années de gestion. La confiance accordée à Sylvia n’est pas due au hasard. Elle fait preuve de professionnalisme, d’honnêteté et d’assertivité. La gestion de la trésorerie EWFC demande de posséder ces qualités. Merci Sylvia, un plus pour notre association belge.

23

CITROEN IN HET HUISHOUDEN

De kracht van de citroen is niet te evenaren: ze kan gebruikt worden om vlekken te verwijderen en als bleekmiddel, maar even goed als ontsmetter en geurverwijderaar. Als er in uw koelkast nog een halve citroen ligt waarmee u niet onmiddellijk weet wat te doen, kunt u misschien gebruik maken van een van de 5 onderstaande ideeën!

Citroen en azijn, samen in de strijd! Op enkele uitzonderingen na kan azijn over het algemeen probleemloos vervangen worden door citroensap. Hoewel citroen-en jammer genoeg duurder zijn, hebben ze wel een aangenamere geur. Als u voor uw gerecht slechts enkele druppels citroensap nodig heeft en de rest van de citroen in de koelkast bewaart tot u deze moet weggooien, pers hem dan volledig uit en maak er in het huishouden gebruik van! Bleken en ontvlekken dankzij citroen !

24

1. Bij hardnekkige vlekken. Citroen is vooral gekend om zijn kracht tegen hardnekkige vlekken zoals theevlekken, roestvlekken of uitgedroogde fruitvlekken. Citroen wordt al van oudsher ook gebruikt bij de strijd tegen schimmelvlekken: een voorwas met gezouten citroensap, vervolgens goed inwrijven met Marseillezeep en eindigen met een kookwas (90°C). 2. Wasbakken, badkuipen en andere sanitaire oppervlakken bleken. U kunt ook gebruik maken van citroen om stenen te laten herleven of oppervlakken uit email te bleken. 3. Ontkalken. De zuurtegraad maakt van citroenen ook een uitstekende ontkalker. Citroen zal op elke oppervlak doeltreffend zijn en dus ook gebruikt worden om kranen te ontkalken. De gemakkelijkste manier om kranen te ontkalken is om het te behandelen oppervlak met een halve citroen in te strijken. U moet het oppervlak achteraf enkel nog afspoelen en afdrogen. Citroen, zuiverende topkwaliteit… 4. Zuiveren en ontgeuren. Citroenen vormen dankzij hun zuurtegraad en parfum ook een uitstekende reiniger en geurverwijderaar. Vermijd bijvoorbeeld onaangename geurtjes in uw koelkast door er een bekertje met citroensap in te plaatsen. U kunt ook uw kasten schoonmaken met een verdunde citroenoplossing om muffe geurtjes te elimineren.

5. Reinigen van de microgolfoven. Citroensap is ook doeltreffend bij het reinigen van uw microgolfoven: warm een kommetje met citroensap enkele ogenblikken op in de microgolfoven en verwijder de hieruit ontstane condens op de wanden met een schone spons. De microgolfoven is nu schoon en er blijft een frisse geur achter. Essentiële olie van citroen is ook onmisbaar in het huishouden! Laten we niet vergeten dat de essentiële olie van citroen ook zijn voordelen heeft. De geur van citroen geeft onmiddellijk een schone en frisse indruk en dankzij zijn reinigende en ontsmettende eigenschappen is dit meer dan alleen een indruk! U kunt bijvoorbeeld enkele druppels citroensap toevoegen aan uw wasgoed in plaats van wasverzachter (in combinatie met twee eetlepels azijn). Uw wasgoed ruikt fris en uw wasmachine is ontkalkt.

Artikel gepubliceerd door Marion Garteiser, gezondheidsjournalist op 09/07/2013 Bron : "Le grand ménage", Raffa, éd. Soliflore.

LE CITRON DANS LE MÉNAGE

Pour blanchir ou détacher, mais aussi désinfecter et désodoriser, le citron n’a pas son pareil. Si vous ne savez pas quoi faire du dernier demi-citron qui traîne au fond de votre frigo, tous les conseils en 5 recettes c’est par ici !

Citron et vinaigre blanc, même combat ! D’une manière générale, même s’il y a des exceptions, le jus de citron peut remplacer le vinaigre blanc dans beaucoup d’usages. Il a l’inconvénient de coûter plus cher, mais en revanche son odeur est moins dérangeante. Donc si vous avez tendance à n’utiliser que quelques gouttes de jus de citron, puis à laisser mourir le reste au fond de votre frigo, pressez-le et utilisez-le pour le ménage ! Blanchir et détacher grâce au citron! 1. Contre les tâches rebelles. Le citron est surtout connu pour sa capacité à lutter contre les taches rebelles : thé, rouille et taches de fruit déjà séchées y

répondent souvent bien. Idem pour les taches de moisissure : prélaver au jus de citron salé, puis frotter avec du savon de Marseille, avant une lessive à 90°C, permet généralement de résoudre le problème. 2. Blanchir plans de travail, évier, baignoires… Vous pouvez aussi utiliser le citron pour raviver la pierre ou blanchir les surfaces comme des baignoires ou éviers blancs. 3. Détartrer. En tant qu’acide, le citron est un bon détartrant. Il sera efficace sur toutes les surfaces atteintes par le calcaire, comme les robinetteries. Pour cela, le plus simple est de frotter un demi-citron (côté chair) sur l’endroit que vous souhaitez nettoyer. Rincez, séchez, c'est fait ! Le citron, assainissant de première qualité… 4. Assainir et désodoriser. Grâce à son acidité et à son parfum, le citron est aussi un très bon assainissant ou désodorisant. Une coupelle remplie de jus de citron au fond du frigidaire, par exemple, éliminera les éventuelles odeurs désagréables. De même, nettoyer de temps en temps vos placards avec un peu de jus de citron dilué d’eau permettra de supprimer les odeurs de renfermé. 5. Nettoyer le four microondes. Pour votre four micro-ondes, le jus de citron est aussi utile : faites-en chauffer un bol quelques instants, puis passez l’éponge à l’intérieur. Le jus évaporé se sera déposé sur les parois, et le

four sera propre et débarrassé d’éventuelles odeurs. L’huile essentielle de citron est aussi une alliée du ménage ! N’oublions pas que l’huile essentielle de citron a elle aussi ses avantages. D’abord, une bonne odeur qui évoque immédiatement le propre… Et qui tient ses promesses, puisqu’elle a une forte action désinfectante et assainissante. Ajoutez-en par exemple quelques gouttes dans votre machine à laver (à la place de l'adoucissant, avec deux cuillères à soupe de vinaigre blanc) pour un linge qui sent bon et une machine détartrée.

Article publié par Marion Garteiser, journaliste santé le 09/07/2013 Source : "Le grand ménage", Raffa, éd. Soliflore.

25

Recept: Stoofpotje van groenten, ei van Hervé This en Bordier algenboter (6 personen, 35 + 45 min) Ingrediënten  2 gele wortelen  1/2 venkel  1 koolraap  6 jonge uien of lente-uien  150 gr knolselder  3 takken bleekselder  1 l sterke gevogeltefond  50 gr boter  6 eieren van Hervé This (45 min bij 63°C)  6 krullen algenboter van het huis Bordier  1 kleine rode biet (rauw) voor decoratie!

5. 6. 7.

Voeg een lauw ei van Hervé This toe Voeg een krul algenboter toe en een beetje fleur de sel Decoreer met een rode bietensliert

Opmerking U kunt dit stoofpotje bereiden met eender welke groenten die u lekker vindt.

Bereiding 1. Schil alle groenten zorgvuldig 2. Versnijd ze op gelijke grootte, rekening houdend met hun natuurlijke vorm 3. Kook alle groenten afzonderlijk gaar in een beetje fond en een klontje boter 4. Doe alle gegaarde groenten in een ondiep bord Bron: www.750g.com/ door chef Damien

Recette: Légumes en pot au feu, œuf parfait et beurre d'algues Bordier (6 personnes, 35 + 45 min) Ingredients  2 carottes jaunes  1/2 fenouil  1 navet  6 oignons nouveau ou cives  150 gr de céleri boule  3 branchettes de céleri branche  1 litre de fond blanc de volaille corsé  50 gr de beurre  6 œufs parfait (63°C pendant 45 minutes)  6 copeaux de beurre aux algues de la maison Bordier  1 petite betterave crue pour le décors !

5. Ajouter un œuf parfait tiède 6. Ajouter un copeau de beurre aux algues et un peu de fleur de sel 7. Décorer avec un fil de betterave Remarque Vous pouvez aussi mettre les légumes que vous aimez bien en pot au feu.

Préparation 1. Eplucher tous les légumes soigneusement 2. Tailler les légumes de manière harmonieuse en respectant les formes naturelles 3. Cuire à part tous les légumes dans un peu de fond blanc avec une noix de beurre 4. Disposer dans une assiette légèrement creuse les légumes cuits Source: www.750g.com/ par chef Damien

26

Lidmaatschap

Affiliation

27

TOEKOMSTIGE ACTIVITEITEN

ACTIVITÉS À VENIR

30 januari — bezoek aan Colruyt, Halle

30 janvier — visite de Colruyt, Halle

28 april tot 3 mei — internationale organisatie Marrakech

28 avril au 3 mai — organisation internationale Marrakech

12 juni om 18u30 — algemene vergadering

12 juin à 18h30 — assemblée générale

6 november — congres

6 novembre — congrès

Supported by

Grafisch ontwerp / graphisme: Damien Hinderyckx Lay-out: Sylvia Palais Vertalingen / traductions Christiane Borgo Sylvia Palais Verantwoordelijke uitgever / éditeur responsable Martine Fretin

28

Avec tous nos remerciements aux dirigeants de l’AFSCA Met dank aan het hoofdbestuur van het FAVV