Aanvraag betreffende Lectoraat ‘Duurzame Bouw en Energie’
Domein TOI, voorjaar 2013
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
Inhoud Samenvatting ..................................................................................................................................2 1.
2.
3.
4.
Strategische visie op de ontwikkeling lectoraat..........................................................................3 1.1.
Visie op onderzoek van het domein ..............................................................................3
1.2.
Profileringsthema Duurzame Techniek en Groen..........................................................3
1.3.
Strategische koers .......................................................................................................4
1.4.
Inholland Onderzoeksgroepen......................................................................................4
1.5.
Bijdrage lectoraat aan realiseren van de domeinvisie ...................................................4
Relevantie en meerwaarde lectoraat .........................................................................................6 2.1.
Missie ..........................................................................................................................6
2.2.
Kennisontwikkeling en valorisatie .................................................................................6
2.3.
Samenwerking, stakeholders en kennisinfrastructuur ...................................................7
2.4.
Bijdrage aan het onderwijs en professionalisering ........................................................8
2.5.
Voortzetting lopende projecten .....................................................................................9
Onderzoeksagenda en werkprogramma ................................................................................. 10 3.1.
Aansluiting bij relevante ontwikkelingen...................................................................... 10
3.2.
Werkplan korte en lange termijn ................................................................................. 10
3.3.
Samenstelling kenniskring en de wijze waarop het lectoraat wordt georganiseerd ...... 11
Financiering............................................................................................................................ 12 4.1.
Een financiële prognose en overzicht van medewerkers ............................................. 12
4.2.
Operationeel Programma West-Nederland 2007-2013 'Kansen voor West' ................. 12
4.3.
Regeling Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs (KIGO) ........................... 13
1
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
Samenvatting Domein TOI wil actief een bijdrage leveren aan het focuspunt “Duurzame Techniek en Groen”, waarop Hogeschool Inholland zich de komende jaren wil profileren. Een van de middelen daarvoor is het vormgeven van domeinbrede thema’s waaromheen studenten integraal, interdisciplinair, innovatief en internationaal onderwijs ontvangen. De thema’s zijn gekoppeld aan de regionale en brancheontwikkelingen. Er zijn inmiddels 3 thema’s benoemd, waaronder ‘Duurzame inrichting’. Zowel stakeholders uit het werkveld als uit het domein zelf willen binnen dit thema op korte termijn een onderzoeksgroep/lectoraat instellen. De inhoudelijke focus van het lectoraat is de integratie tussen bouwfysische aspecten en installatietechniek. Deze systeemintegratie (combinatie van bouwfysica en installatietechniek) wordt verbonden met thema’s als duurzaamheid en herbestemming. Vooral de bestaande gebouwde omgeving kan niet efficiënt worden geherstructureerd zonder integraal beleid waar ook duurzaamheid deel van uit moet maken. Het kenmerkende karakter van de bouw met lange ketens van specialisten vraagt om integratiekennis. Zonder integratie is de organisatie binnen de bouw te zwak om kwaliteitsverbeteringen, zoals duurzaamheid vereist, te realiseren. Willen we als domein en hogeschool aan kracht winnen en tegelijk onderscheidend zijn, is een focus op integratie en verbinding op het gebied van duurzaam bouwen erg gewenst. Deze integrale benadering is erg passend in de onderzoeksmissie van domein TOI. Het lectoraat zal enerzijds kennis ontwikkelen en anderzijds bestaande kennis valoriseren. Vanuit het bedrijfsleven is de wens uitgesproken om de bestaande ‘brokjes’ kennis die er zijn op de verschillende thema’s binnen de (her)bouw, energiehuishouding en installaties te verzamelen en te verbinden. Dit sluit goed aan bij het doel van het praktijkgericht onderzoek om bestaande kennis zo te bewerken en te verbinden dat de toepassing vergroot. Op die manier zal de kennis directer worden gebruikt door bedrijven en kan valorisatie van de kennis daadwerkelijk vormkrijgen. Naast het verbinden en doorontwikkelen van de bestaande kennis en ervaring worden door het lectoraat ook nieuwe kennisvragen gearticuleerd. Centrale doelstellingen van het lectoraat zijn daarbij de volgende: -
-
-
-
Kennisontwikkeling en onderzoek: bijdragen aan onderzoek naar methodieken voor gemeentelijke inrichtingsvraagstukken, waarin duurzaam bouwen en inrichten in relatie tot andere aspecten van integraal beheer sterk worden bevorderd. Kenniscirculatie en innovatie: het in samenhang en samenwerking (met WO en het bedrijfsleven) ontwikkelen van de praktijk rond integraal beheer, het beter toegankelijk maken van beschikbare kennis voor beroepsgroepen en instellingen, stimuleren van transitiegericht denken, en het stimuleren van ondernemerschap. Onderwijsontwikkeling: het zorgdragen voor het opleiden van studenten met een voldoende kennisniveau op het gebied van duurzaam bouwen en inrichten, met het accent op het vermogen om op een realistische manier grensverleggend bezig te kunnen zijn bij het (her)inrichten van de bebouwde omgeving. Professionalisering: deskundigheidsbevordering verzorgen voor docenten en overige medewerkers van de hogeschool op de vakinhoudelijke thema’s en op onderzoek.
Totale Projectvergoeding SKO budget 13-14 bedraagt €103.705,-. Overzicht medewerkers : - Lector 0,40 fte (vacature) - Honours docent 0,40 fte Totaal begrote formatie 13-14 bedraagt 0,80 fte
2
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
1. Strategische visie op de ontwikkeling lectoraat 1.1. Visie op onderzoek van het domein De onderzoeksmissie van domein TOI luidt: “Het Domein moedigt studenten en bedrijven aan om hun kennis en ervaring aan te wenden voor het duurzaam ontwerpen van producten en processen binnen één van de Domeinthema’s’’. Vanuit de maatschappij is er steeds meer vraag naar generalisten, professionals die over de grenzen van het eigen vakgebied heen kunnen kijken en daarmee flexibel kunnen inspelen op allerlei ontwikkelingen en creatiever zijn in het vinden van oplossingen voor nieuwe problemen. Mede met het oog op de vraag naar breder opgeleide ingenieurs en informatici streeft het Domein naar meer samenwerking tussen de verschillende technische en ICT-opleidingen.
1.2. Profileringsthema Duurzame Techniek en Groen Een van de middelen voor samenwerking en integratie binnen TOI is het vormgeven van domeinbrede thema’s waaromheen studenten integraal, interdisciplinair, innovatief en internationaal onderwijs ontvangen. Het Domein wil tenminste vier domeinthema’s benoemen, die alle gecentreerd zijn rond het concept ‘duurzaamheid’. De thema’s zijn gekoppeld aan de regionale en brancheontwikkelingen. Er zijn inmiddels 3 thema’s benoemd, waaronder ‘Duurzame inrichting’, die het kader is voor dit lectoraat. Met deze domeinthema’s sluit TOI aan op en wil het een bijdrage leveren aan het focuspunt “Duurzame Techniek en Groen”, waarop Hogeschool Inholland zich de komende jaren wil profileren1. Inholland profileringsthema ‘Duurzame techniek en groen’, zie document ‘Presteren in verbinding, prestatieafspraken Inholland: De mogelijkheid van het creëren van cross-overs tussen het groene en niet-groene techniekonderwijs binnen één onderwijsinstelling maakt Hogeschool Inholland uniek en verstevigt de rol als kennispartner voor het bedrijfsleven en de omgeving. Grote bedrijvigheid in een verstedelijkte regio als de Randstad brengt ook maatschappelijke vraagstukken met zich mee, zoals de druk op de Groene Ruimte, leefomgeving, klimaat en energie, leefstijl en gezondheid. Duurzaamheid, technologisch vernuft en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn sleutelbegrippen om te komen tot toekomstbestendige oplossingen voor actuele kwesties rondom bijvoorbeeld het verminderen van onze afhankelijkheid van eindige fossiele brandstoffen. De onderzoeksagenda 2012-2015 van het Domein is inhoudelijk gericht op bevordering van duurzaamheid binnen Techniek en ICT. De onderzoekseenheden maken op hun eigen terrein specifieke onderzoekskeuzes om die duurzaamheid te bevorderen. In het geval van dit lectoraat geldt dat het o.a. om de duurzaamheid van de gebouwde omgeving gaat. Stadslandbouw, groene gevels, groene daken en een passende stedenbouwkundig ontwerp is de basis voor de integratie van de gebouwde omgeving met de ideeën over de vergroening van de woon- en werkomgeving. Daarbij zijn ontwikkelingen in duurzaamheid van installaties en energiehuishouding zeer bruikbaar.
1
In aansluiting op de 9 Topsectoren, die de overheid voor de komende jaren heeft benoemd, profileert Inholland zich als Waardevolle(n) Hogeschool met drie hoofdthema’s “creatieve economie”, ” De gezonde samenleving” en “ Duurzame techniek en groen”. (Verbinding als Opdracht, CvB, december 2011; Presteren in Verbinding, CvB, mei 2012)
3
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
1.3. Strategische koers De inhoudelijke focus van het lectoraat is de integratie tussen bouwfysische aspecten en installatietechniek. Deze systeemintegratie (combinatie van bouwfysica en installatietechniek) wordt verbonden met thema’s als duurzaamheid en herbestemming. Vooral de bestaande gebouwde omgeving kan niet efficiënt worden geherstructureerd zonder integraal beleid waar ook duurzaamheid deel van uit moet maken. Het kenmerkende karakter van de bouw met lange ketens van specialisten vraagt om integratiekennis. Zonder integratie is de organisatie binnen de bouw te zwak om kwaliteitsverbeteringen, zoals duurzaamheid vereist, te realiseren. Willen we als domein en hogeschool aan kracht winnen en tegelijk onderscheidend zijn, is een focus op integratie en verbinding op het gebied van duurzaam bouwen erg gewenst. Deze integrale benadering is erg passend in de onderzoeksmissie van domein TOI. Het lectoraat sluit hiermee aan bij het topsectorenbeleid van de Nederlandse overheid, met name topsector Energie: De Topsector Energie ziet energie-innovatie als essentieel om de doelen van groen en groei te halen. Op de korte termijn – 2020- is energie-innovatie een kostensnijder. Energie-innovaties dragen bij aan het verlagen van de kosten voor het reduceren van de CO2 uitstoot, het ontwikkelen van hernieuwbare energiebronnen en het slimmer benutten ervan. Op de lange termijn - 2050 - zijn energieonderzoek en innovatie de dragers van de fundamentele transitie naar een CO2 arme Nederlandse energiehuishouding door ontwikkeling van nieuwe technieken (website topsector/energie). Het Topconsortium voor Kennis en Innovatie beschrijft o.a. de energiebesparing van de gebouwde omgeving (TKI-energo) met onderwerpen installatie en gebouw (Solar Energy Application Centre (SEAC)). Deze ontwikkeling vraagt om een integrale visie. De gebouwde omgeving moet worden aangepast, waarbij de installatietechniek een belangrijke factor is.
1.4. Inholland Onderzoeksgroepen Binnen de onderzoeksomgeving van Inholland vindt momenteel een herordening plaats. In de komende transitieperiode wordt het onderzoek in toenemende mate ingedeeld in onderzoeksgroepen. Deze onderzoeksgroepen zijn gerelateerd aan de drie profileringsthema’s van Inholland (thema onderzoeksgroepen) en aan clusters van opleidingen (specifieke onderzoeksgroep). Binnen Het thema ‘Duurzame techniek en groen’ zijn vooralsnog twee onderzoeksgroepen gepland. Het is goed mogelijk dat dit lectoraat ‘Duurzame Bebouwing en Energie’ een van de onderzoeksgroepen gaat vormen in dit thema. Het lectoraat draagt bij aan de integratie van kennis op de verschillende vakgebieden in de duurzame bebouwing en energiehuishouding. Daarnaast brengt het lectoraat belanghebbenden, bedrijven, studenten en instituten bij elkaar. Op deze manier kan het fungeren als een kenniswerkplaats, een concept dat wordt beschreven in de Human Capital Agenda’s van de Nederlandse overheid.
1.5. Bijdrage lectoraat aan realiseren van de domeinvisie De gekozen insteek voor het lectoraat is een verbinding van duurzame (her)bouw met de expertisegebieden installaties en energietransitie. Er is in het werkveld immers grote behoefte aan een integrale koppeling tussen de bouwkundige en installatietechnische kennis en ontwerpen. Met deze keuze zou ook de profilering van Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek kunnen worden versterkt. Ook de opleiding Technische Bedrijfskunde (nu al voor een bescheiden deel participant in het Heatmatcherproject) kan op dit thema inhaken. Kansen liggen er ook in samenwerken met een bedrijf ZONenergie, waarmee Inholland-Alkmaar een goede relatie heeft.
4
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
Het lectoraat draagt zo bij aan alle vier geformuleerde functies van praktijkgericht onderzoek: Onderzoeksfuncties
TOI Indicatoren 2012-2013
Kennisontwikkeling
- Onderzoek wordt zowel in vaktijdschriften als 'peer-reviewed' tijdschriften gepubliceerd. - Waar mogelijk wordt gestreefd naar publieke toegankelijkheid van onderzoek, o.m. via Open Access-publicaties -Onderzoek wordt ingebed in netwerken met andere onderzoeksgroepen binnen en/of buiten Inholland
Valorisatie
- Onderzoek draagt bij aan ontwikkeling en innovatie van het beroepenveld.
Impact op onderwijs
- Onderzoek draagt bij aan verbetering en vernieuwing van het onderwijs. - Studenten doen onderzoek tijdens opdrachten, stages en afstudeeronderzoek -In iedere opleiding heeft onderzoek een herkenbare plaats in het curriculum, zichtbaar in een doorlopende onderzoekslijn.
Professionalisering
- Er wordt een bijdrage geleverd aan jaarlijkse hogeschool- brede symposia en studiedagen (Dag van het onderzoek, Show en Share). - Vanuit lectoraten wordt regelmatig op studiedagen voor docenten een presentatie, masterclass of workshop verzorgd. - Er wordt methodologieonderwijs gegeven aan promovendi van Inholland, kenniskringleden, docenten en studenten. -Docenten maken deel uit van lectoraten en participeren in onderzoeksprogramma's
In het volgende hoofdstuk wordt de bijdrage van het lectoraat aan de genoemde onderzoeksfuncties verder uitgewerkt.
5
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
2. Relevantie en meerwaarde lectoraat 2.1. Missie Het lectoraat ondersteunt de ontwikkeling van generalisten die duurzaam producten en processen ontwerpen en ontwikkelen. In de gebouwde omgeving zijn dat stedenbouwkundigen, technisch bestuurskundigen, architecten, installatietechnici en bouwtechnologen. Om deze ontwikkeling te stimuleren draagt het lectoraat bij aan de ontwikkeling en valorisatie van kennis, de professionalisering van docenten en de ontwikkeling van onderwijs.
2.2. Kennisontwikkeling en valorisatie Het lectoraat zal enerzijds kennis ontwikkelen en anderzijds bestaande kennis valoriseren. Vanuit het bedrijfsleven is de wens uitgesproken om de bestaande ‘brokjes’ kennis die er zijn op de verschillende thema’s binnen de (her)bouw, energiehuishouding en installaties te verzamelen en te verbinden. Dit sluit goed aan bij het doel van het praktijkgericht onderzoek om bestaande kennis zo te bewerken en te verbinden dat de toepassing vergroot. Op die manier zal de kennis directer worden gebruikt door bedrijven en kan valorisatie van de kennis daadwerkelijk vormkrijgen. Naast het verbinden en doorontwikkelen van de bestaande kennis en ervaring worden door het lectoraat ook nieuwe kennisvragen gearticuleerd. Thema’s die zorgen voor kennisontwikkeling en valorisatie en die vanuit de integrale aanpak worden behandeld en geïntegreerd zijn: -
Herbestemming en herinrichting van bestaande bouw, hergebruik van gebouwde omgeving, aandacht voor herbestemmingsopgave van bestaande gebouwenvoorraad waar Nederland komende tijd steeds meer voor staat
-
Energiehuishouding: energiekosten, verwarmingsinstallatie, energiezuinige gebouwen, ventilatie, warmteterugwinning, energiebesparingsbeleid.
-
BIM (Building Information Modelling of Bouwwerk Informatie Model). Het centrale idee achter BIM is een digitaal driedimensionaal gebouwmodel waarin alle gegevens ten behoeve van het ontwerp-, bouw- en beheerproces zijn geïntegreerd en waarmee door alle betrokken partijen in dat proces wordt gewerkt.
-
Verbinding van de traditionele installatietechniek (HVAC technicus) met duurzame energieomzettingen; wind, zon (PV en warmte) en bodemwarmte. W.K.K. installaties, warmtepompen, warmte/koude netwerken, collectorsystemen en afgiftesystemen.
-
De interactie tussen de verschillende systemen gebruik makend van buffering (PCM of betonkernactivering); peakshaving, peakload leveling
-
De concrete aspecten m.b.t. LCA, van zowel het energieaspect als de ecologische voetafdruk; en Smart grids voor energiesystemen (ervaring kan eigenlijk nog niet, want deze systemen staan nog in de kinderschoenen, maar gaan een hoge vlucht nemen).
-
Aandacht voor mogelijkheden die composieten bieden in energiezuinig bouwen.
-
Passiefhuis: theoretische onderbouwing; bouwtechnische implicaties; uitvoeringstechnische problematiek (inclusief kwaliteitsbewaking); monitoring, evaluatie, prestatieborging
6
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
2.3. Samenwerking, stakeholders en kennisinfrastructuur Enige tijd geleden is een werksessie met stakeholders uit het beroepenveld gehouden: bouwbedrijven, overheid, woningcorporaties, installatietechnische bureaus, te weten: -
ZONenergie
-
Energyco
-
ECN
-
DWA
-
Woonwaard
-
De Rijksbouwmeester
-
Syntens
-
Koninklijke Metaalunie
-
Bouwend Nederland
-
KvK NHN
-
Gemeente Alkmaar
-
Provincie Noord-Holland
Door deze stakeholders is duidelijk de wens uitgesproken om binnen het lectoraat de verschillende perspectieven op duurzaam bouwen en inrichten te combineren en te verbinden. Inhoudelijk uitgangspunt is daarom de integrale benadering: integratie van bouwfysica, installatietechniek, bouwkundig detailleren en uitvoering. Bij de samenwerking met het bedrijfsleven en ook met de overheid staat integraliteit op nummer één. Bedrijven hebben hun specialisme en zoeken naar het gat in de markt. Daar hebben ze een bredere visie voor nodig. Op Nederlandse schaal is herbestemming van de bestaande voorraad gebouwen maatgevend. Bij discussies over duurzaamheid is op internationaal niveau integratie van maatregelen de verbindende factor waarbij specialistische ontwikkelingen worden toegevoegd aan het arsenaal van mogelijke maatregelen. De bovengenoemde stakeholders hebben aangegeven het zeer wenselijk te vinden dat het lectoraat wordt ingericht. Bestaande relaties die daarbij kunnen worden verstevigd en uitgebouwd zijn de volgende: -
Bedrijfsschool Espeq
-
Vancouver British Columbia
-
Energyboard NHN
Ook zijn er relevante relaties met kennisinstituten en onderwijsinstellingen. De bouwopleidingen zijn al werkzaam in een internationaal netwerk waarin duurzaamheid een rol speelt. Dit netwerk kan relatief eenvoudig worden opgewaardeerd: 1.
Duitsland: Bedrijfsleven en Hogeschool Dresden op het gebied van energiebesparing.
2.
Oostenrijk: Hogeschool Graz werkt vooral op het gebied van passieve maatregelen voor het bereiken van meer efficiency in energiegebruik.
3.
Zweden: Göteburg heeft ook veel aandacht voor passieve maatregelen en BIM.
4.
China: Jinan integratie van bouwtechnische kwaliteitsverbeteringen installaties en procesverbeteringen. 7
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
5.
China: Harbin doet bouwfysisch onderzoek bij klimaatinstallaties en werkt verder aan procesbeheersing.
6.
China: Voorbeelden van bedrijven waar we contact mee hebben: DHV, Moma en Eves werken aan een hogere bouwtechnische kwaliteit gecombineerd met geavanceerde technologische oplossingen.
Regionale positionering is vooral nuttig als er bruikbare praktische adviezen worden aangeboden. Eigen nieuwe ontwikkelingen komen bij de kleine bedrijven in de bouwsector inclusief de installatiesector nauwelijks voor. De relaties met grote partijen, die de opleidingen ook moeten koesteren, leiden tot kennisvergroting van nieuwe ontwikkelingen. Bij integratie zijn er meer partijen te vinden die belang hebben bij ondersteuning van de doelen van het lectoraat. In de huidige zwakke markt moeten we het hebben van het bundelen van veel stakeholders. 2.4. Bijdrage aan het onderwijs en professionalisering Het lectoraat zal bijdragen aan het verzorgen van onderwijs en de begeleiding van projecten in de bouwopleidingen (Bouwkunde, Civiele Techniek en Bouwmanagement&Vastgoed) en de opleidingen Werktuigbouw, Electrotechniek en Technische Bedrijfskunde. Vanuit de bouwopleidingen is behoefte aan een breed perspectief op het duurzaam omgaan met bestaande bouw (herbestemming) en nieuwbouw. In de hoek werktuigbouw en elektrotechniek is de wens om in het onderwijs en onderzoek meer aandacht te vestigen op de installatiekant en het duurzaam (her)gebruik van energie. Beide kanten worden door het lectoraat bediend door het geven van colleges, het participeren in projecten en het begeleiden van afstudeerders. De integratie van de verschillende benaderingen geeft het lectoraat een extra krachtige dimensie. Binnen de curricula van de verschillende opleidingen zal het thema duurzaamheid een steeds grotere plek krijgen. Ook de integratie van vakgebieden en perspectieven zal sterker worden verankerd in het onderwijs. Het lectoraat zal hier een grote rol in spelen door het verzorgen van onderwijs- en onderzoeksactiviteiten en het aanbieden van casuïstiek. Centrale doelstellingen van het lectoraat zijn daarbij de volgende: -
-
-
-
Kennisontwikkeling en onderzoek: bijdragen aan onderzoek naar methodieken voor gemeentelijke inrichtingsvraagstukken, waarin duurzaam bouwen en inrichten in relatie tot andere aspecten van integraal beheer sterk worden bevorderd. Kenniscirculatie en innovatie: het in samenhang en samenwerking (met WO en het bedrijfsleven) ontwikkelen van de praktijk rond integraal beheer, het beter toegankelijk maken van beschikbare kennis voor beroepsgroepen en instellingen, stimuleren van transitiegericht denken, en het stimuleren van ondernemerschap. Onderwijsontwikkeling: het zorgdragen voor het opleiden van studenten met een voldoende kennisniveau op het gebied van duurzaam bouwen en inrichten, met het accent op het vermogen om op een realistische manier grensverleggend bezig te kunnen zijn bij het (her)inrichten van de bebouwde omgeving. Professionalisering: deskundigheidsbevordering verzorgen voor docenten en overige medewerkers van de hogeschool op de vakinhoudelijke thema’s en op onderzoek.
Daarnaast zal het lectoraat bijdragen aan de mogelijke ontwikkeling en uitvoering van keuzeonderwijs op het gebied van biomassa en groen gas. De kansen voor het biomassa zitten voor een belangrijk deel in het ontwikkelen van nieuwe technologieën en het realiseren van innovaties. In Noord Holland (Alkmaar) komt expertisecentrum, waar kruisbestuivingen tussen bedrijven onderling maar ook tussen bedrijven en onderwijs, leiden tot nieuwe vindingen die ook getest en gedemonstreerd worden. Wanneer de minor daadwekelijk wordt aangeboden zal deze aandacht besteden aan de nieuwe technologieën, innovaties en de technische en economische factoren die bepalen of en hoe nieuwe innovaties sneller naar de markt gebracht kunnen worden. Het project behorende bij de minor zal ( deels) uitgevoerd worden in het expertisecentrum Groen Gas in Alkmaar. 8
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
2.5. Voortzetting lopende projecten Het huidige RAAK-traject zal worden voortgezet, evenals het lopende EFRO traject Heatmatcher: De toepassing van duurzame energie in collectieve woningbouwprojecten gaat bijvoorbeeld om warmte die in de zomer met zonnecollectoren wordt geoogst, tijdelijk in de bodem wordt opgeslagen om vervolgens in de winter weer te worden gebruikt voor verwarming. Om de energiekosten van een gecombineerd systeem zo laag mogelijk te houden, is het zinvol zoveel mogelijk gebruik te maken van duurzame warmte, omdat deze warmte gratis is. Eigenlijk zou de verwarming intelligent moeten zijn en kunnen voorspellen wanneer het koud wordt. Dan kan op een zonnige dag de zonnewarmte worden gewonnen en worden bewaard voor de volgende koude dag. Wat nodig is, is een regelsysteem dat de match tussen het nu beschikbare aanbod en de vraag van morgen maakt. Een match tussen vraag en aanbod van ‘heat’ (warmte): de HeatMatcher. Een soort duurzaam denkende huismeester die ervoor zorgt dat woningen op tijd warm zijn, zonder belasting van het milieu. In het project wordt de HeatMatcher, een innovatieve regeling voor duurzame energiesystemen, ontwikkeld en beproefd. Deze regelt op maximale benutting van duurzame warmte. De HeatMatcher kan een groot scala aan opwekkers van duurzame warmte aansturen. Naast zonnecollectoren zal de HeatMatcher ook warmtepompen, buffers en andere bronnen voor warmte inschakelen om aan de vraag te voldoen. Initiatiefnemer van dit project is ZONEnergie, gevestigd in Obdam (provincie Noord-Holland). ZONEnergie richt zich op het investeren in en ontwikkelen, realiseren en exploiteren van duurzame energie in de gebouwde omgeving. Gespecialiseerd in het samenwerken met woningcorporaties, zorginstellingen en projectontwikkelaars, is ZONEnergie bekend met ieders specifieke wijze van investeren in en financieren van onder andere warmtepompen, warmte-/koudeopslag, thermische zonne-energie en andere aan woning- en utiliteitsbouw gerelateerde energiezaken. Partners zijn: ECN, Hogeschool Inholland, DWA, NHN.
9
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
3. Onderzoeksagenda en werkprogramma 3.1. Aansluiting bij relevante ontwikkelingen De nieuwe lector DIGO zou een deel van zijn tijd kunnen besteden aan het Heatmatcher project, mits hij voldoende is ingevoerd in de kennis betreffende duurzame energie en installatietechniek. De uren die hij eraan besteedt kunnen gedeclareerd worden. Ik schat in dat ongeveer 10 uur per maand realistisch moet kunnen zijn. Voor InHolland is deelname aan dit project van belang omdat zij hiermee toegang krijgen tot de nieuwste en innovatieve technieken op het gebied van duurzame energie en energiebesparing, zoals de HeatMatcher. Daarnaast levert dit project veel mogelijkheden om studenten een interessante stageplaats te bieden.
3.2. Werkplan korte en lange termijn Het doel van het lectoraat Duurzaam Inrichten is kenniscreatie, integratie van kennis en vaardigheden in het domein van Duurzaam Inrichten in het onderwijs, het bieden van een platform voor ontwikkelings- en onderzoeksactiviteiten, en het opzetten en onderhouden van netwerken op het gebied van Duurzaam Inrichten op het snijvlak van duurzaam bouwen/duurzaam inrichten. Kernactiviteiten zijn onderzoek, ontwikkeling van cursussen en opleidingsonderdelen, opzet van een kennisinfrastructuur en integratie daarvan in Hogeschool Inholland en professionalisering van de kenniskringleden en medewerkers van de hogeschool. 2013/2014: Ontwikkelfase/ uitvoeringsfase
Werven en aanstellen lector Selecteren en aanstellen van interne en externe deskundigen die deel gaan uitmaken van de nieuwe kenniskring; Organiseren van een expertmeeting met kenniskringleden en externe partijen over de activiteiten, agenda en rollen van het lectoraat voor de komende jaren, verslaglegging in verantwoordingsdocument; Maken van werkafspraken met strategische partners; Externe communicatie: naar bestaande en potentiële contacten/ samenwerkingpartners, ontwerp voor website maken en eerste aanzet voor vulling met informatie over onderzoeksresultaten; Inventarisatie en inrichten van enkele projecten binnen de kernopdracht van het lectoraat: onderzoeks- of samenwerkingsprojecten met belangrijke belanghebbenden; Opstellen scholingsplan kenniskringleden en scholing van docenten in (wetenschappelijk) onderzoek door de lector; Starten van fondsenwerving en contacten leggen met potentiële financiers; Aansluiting vinden bij huidige onderwijsactiviteiten van de betrokken Schools en afspraken maken over bijdragen in onderwijs; Evalueren van deze fase in een jaarverslag en op grond daarvan bijstellen en operationaliseren van werkplan.
2014/2015: Uitvoeringsfase
Verrichten van eigen toegepast onderzoek; Ontwikkelen van nieuwe (onderzoeks)opdrachten of uitbouwen van bestaande projecten; Verdere scholing docenten; Ontwikkeling minors/ modules voor bestaande opleidingen; Verrichten van advieswerkzaamheden, overige activiteiten voor derden; 10
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
Publicaties in relevante vakbladen en verdere disseminatie (website, publieke media etc); Uitbreiden van externe financiering voor activiteiten van lectoraat; Uitbouw netwerk (nationaal en internationaal); Evalueren van deze fase in een jaarverslag en op grond daarvan: bijstellen en operationaliseren van werkplan.
2015/2016: Uitvoeringsfase
Verrichten van eigen toegepast onderzoek; Ontwikkelen van nieuwe (onderzoeks)opdrachten of uitbouwen van bestaande projecten; Verdere scholing docenten; Ontwikkeling minors/ modules voor bestaande opleidingen; Verrichten van advieswerkzaamheden, overige activiteiten voor derden; Publicaties in relevante vakbladen en verdere disseminatie (website, publieke media etc); Uitbreiden van externe financiering voor activiteiten van lectoraat; Uitbouw netwerk (nationaal en internationaal); Evalueren van deze fase in een jaarverslag en op grond daarvan: bijstellen en operationaliseren van werkplan.
2016/2017: Consolidatiefase Aan alle genoemde activiteiten van het project zal verder worden gewerkt waaronder ook het uitvoeren van een bijdrage het onderwijs van de bestaande opleidingen, het uitvoeren van toegepast onderzoek, fondsenwerving, publiceren en het onderhouden van de netwerken. Het project zal met een landelijk symposium worden afgesloten, waarin de resultaten en toekomst van activiteitenagenda wordt besproken, waarna de staande organisatie de activiteiten van het lectoraat kan voortzetten..
3.3. Samenstelling kenniskring en de wijze waarop het lectoraat wordt georganiseerd De lector geeft leiding aan de kenniskring die bestaat uit een aantal ‘vaste’ leden (interne experts c.q. eigen docenten en externe deskundigen) met een bescheiden taakomvang. De lector zal extern worden geworven, de omvang van de aanstelling van de lector zal 0,4 fte zijn. Ambitie is om naast de lector ook een (honours) docent binnen het lectoraat een plek te geven in de vorm van een aanstelling van 0,4 fte. Er zijn ook contacten met medewerkers van het lectoraat Groot Composiet en het Composietenlab. Daarnaast zijn aan de kenniskring een variabel aantal in- en externe deskundigen betrokken die op projectbasis verbonden worden aan de rondom het lectoraat uit te voeren deelprojecten.
11
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
4. Financiering 4.1. Een financiële prognose en overzicht van medewerkers Totale Projectvergoeding SKO budget 13-14 bedraagt €103.705,-. Overzicht medewerkers : -
Lector 0,40 fte (vacature)
-
Honours docent 0,40 fte
Totaal begrote formatie 13-14 bedraagt 0,80 fte Op basis van de eerdergenoemde thema’s en onderwerpen, is een subsidieonderzoek uitgevoerd en zijn er aanknopingspunten voor een drietal subsidieregelingen. Een daarvan, de Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie (RAAK) valt echter al af omdat de tijd voor het indienen van aanvragen is verlopen. De overige twee zijn hieronder beschreven. Doordat er nog geen inhoudelijke projecten zijn, is het gerichter zoeken naar subsidiemogelijkheden nog niet mogelijk. Op het moment dat duidelijk is wat er binnen deze thema’s en onderwerpen daadwerkelijk aan projecten zal worden uitgevoerd, is een nader subsidieonderzoek aan te bevelen.
4.2. Operationeel Programma West-Nederland 2007-2013 'Kansen voor West' Het programma heeft als doel West-Nederland (oftewel het Landsdeel West) weer terug te brengen in de top-5 van grootstedelijke Europese regio's. Het is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies NoordHolland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland, samen met de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Het programma is één van de vier programma's die in het kader van doelstelling 2 van het Europese Cohesiebeleid (regionale concurrentiekracht en werkgelegenheid), worden medegefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De andere nationale programma's hebben betrekking op Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Binnen het programma wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende prioriteiten en doelstellingen: •Prioriteit 1: Kennis, innovatie en ondernemerschap: •Doelstelling 1.1: Versterken kansrijke clusters door kennisontwikkeling, -overdracht en -toepassing; •Doelstelling 1.2: Stimuleren van ondernemerschap en innovatie in kleine bedrijven; •Doelstelling 1.3: Stimuleren van technologische milieu-innovaties. •Prioriteit 2: Attractieve regio's: •Doelstelling 2.1: Versterken economische vitaliteit met behoud van milieukwaliteit en landschappelijke waarden; •Doelstelling 2.2: Verruiming en verbetering gebruikswaarde van groen en water om de stad. •Prioriteit 3: Attractieve steden: 12
Aanvraag lectoraat Duurzame Bebouwing en Energie
versie 1.0, 28-06-2013
•Doelstelling 3.1: Verbeteren vestigingsklimaat; •Doelstelling 3.2: Verbeteren leefkwaliteit. •Prioriteit 4: Technische bijstand (voor het beheer en de organisatiestructuur van het programma).
Projecten binnen prioriteit 1 kunnen plaatsvinden in het totale programmagebied. Projecten binnen prioriteit 2 moeten voor circa 85% plaatsvinden in het nationaal stedelijk netwerk Randstad Holland en de economische kerngebieden Noordvleugel, NV Utrecht en Zuidvleugel. De resterende 15% van het voor prioriteit 2 bestemde budget wordt ingezet in de overige gebieden binnen Landsdeel West. Projecten binnen prioriteit 3 kunnen plaatsvinden in de GSB-steden in Landsdeel West. Het gaat hierbij om de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en de G27-steden Alkmaar, Amersfoort, Dordrecht, Haarlem, Leiden, Lelystad, Schiedam en Zaanstad). Gezien de economische, sociale en fysieke kenmerken krijgt echter ook Almere de mogelijkheid projectvoorstellen in te dienen binnen prioriteit 3. De EFRO-subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Aanvragen kunnen gedurende de gehele looptijd van het programma met behulp van een aanvraagformulier worden ingediend bij de Management Autoriteit (voor de provincies) of het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (voor de stad Rotterdam) danwel de gemeente van respectievelijk Amsterdam, Den Haag of Utrecht. Aanvragen worden ter beoordeling voorgelegd aan de Stuurgroep West-Regio dan wel de Stuurgroepen G4.
4.3. Regeling Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs (KIGO) Via deze regeling kan de Minister van Economische Zaken de groene onderwijsinstellingen ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van een gezamenlijke innovatieagenda. De KIGO middelen zijn bestemd voor het faciliteren van GKC-programma’s voor samenwerking op landelijk en regionaal niveau én stimuleren van vernieuwingen (opleidingen, expertise, netwerken, voorzieningen) met landelijke relevantie. Jaarlijks wordt 8 miljoen euro beschikbaar gesteld. U kunt subsidie aanvragen voor programma's en projecten die bijdragen aan kenniscirculatie en innovatie in het groene onderwijs (onderwijs op het gebied van landbouw en de natuurlijke omgeving). Toekenning vindt op aanvraag en in competitie plaats. De aanvragen voor KIGO projecten vinden plaats via de GKC-programma’s. Nadere informatie is te vinden op http://www.gkc.nl/middelen/kigo/pages/beschrijving.aspx
13