Actieprogramma
Energiebesparing en Duurzame energie
provincie Zeeland met ondersteuning van ECOFYS en KEMA
2 Inhoudsopgave Inleiding
3
Aan de slag
8
Uitvoering
4
Lijst van afkortingen en begrippen
9
Actieprogramma startpakket
4
Overzicht acties
10
Communicatie
5
Overzicht geselecteerde acties startpakket
6
Bestaand beleid
7
Overig: kansen latere periode actieprogramma
7
bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage
1 2 3 4 5 6 7
acties algemeen organisatie acties thema provinciale organisatie acties thema bedrijven acties thema gebouwde omgeving acties thema duurzame energie acties bestaand beleid suggesties acties 2004-2006
11 15 18 22 30 35 37
3 Inleiding Het Zeeuwse college van GS heeft in het beleidsprogramma een breed actieprogramma aangekondigd voor de bevordering van energiebesparing en de opwekking en toepassing van duurzame energie. Een aanleiding hiervoor is dat Nederland zich doelen heeft gesteld om klimaatverandering tegen te gaan en daarover internationaal afspraken heeft gemaakt. Voor de provincie Zeeland betekent dit een uitbreiding van de taken en versterking van het beleid ten behoeve van energiebesparing en duurzame energie. Daarnaast is ook de liberalisatie van de energiemarkten en daarmee de veranderende rol van energiebedrijf Delta Nutsbedrijven een factor om de rol van de provincie in de energiewereld te heroverwegen. In dit kader is dit actieprogramma opgesteld in samenwerking tussen een team van provinciale ambtenaren uit verschillende beleidsafdelingen en adviseurs van Ecofys en Kema. Aan dit actieprogramma ligt een achtergrondrapport ten grondslag, waarin de mogelijke acties en de doelstellingen uitgebreider zijn beschreven. Partijen uit de Zeeuwse samenleving hebben mee gediscussieerd en zullen vanaf de start bij de uitvoering betrokken worden, omdat de provincie die partijen nodig heeft om de acties tot een succes te maken. Het actie-programma heeft een looptijd tot en met 2006, gelijk aan het milieubeleidsplan "Groen Licht".
Het actieprogramma is door Gedeputeerde Staten vastgesteld en Provinciale Staten hebben voor 2001 € 204.266 (fl. 450.000,--) uitgetrokken voor de uitvoering. Voor de jaren 2002 en 2003 staat € 487.970 (fl. 1.075.000,--) gulden op de begroting. Daarnaast is in de loop van 2001 t.b.v. de uitvoering van het actieprogramma een energiecoördinator en twee projectmedewerkers aangetrokken. Het actieprogramma maakt onderscheid tussen: • de autonome ontwikkeling en het al bestaande beleid. Door verwijzing naar de bestaande en geïntensiveerde inspanningen uit o.a. het nieuwe milieubeleidsplan "Groen Licht" wordt een totaal overzicht geboden van het energiebeleid van de provincie. • concrete acties van het actieprogramma voor de eerste periode tot 2004 (startpakket, uitgewerkt in factsheets in de bijlagen); • het overige potentieel en de mogelijke acties voor de latere jaren 2004-2006 (later uit te werken) Gestart wordt met een beschrijving van de doelen, waarna achtereenvolgens aan de orde komen de acties van het actieprogramma voor de periode tot 2004, het bestaande beleid en de mogelijke acties voor de periode 2004-2006.
4 Uitvoering Doelen: balanceren tussen kunnen en willen Het doel dat de provincie Zeeland zich stelt is gebaseerd op inspanningen waarvan ze zelf inschat dat die passen bij haar rol en bij de Zeeuwse samenleving. Het is de optelsom van het beleid dat o.a. in het nieuwe milieubeleidsplan "Groen Licht" wordt vastgesteld en de acties die de provincie in dit actieprogramma kiest. Het doel voor de Zeeuwse regio is geformuleerd in termen van CO2 emissie: hiermee wordt duidelijk welke bijdrage Zeeland levert aan het Nederlandse energie- en klimaatbeleid dat erop is gericht de uitstoot te reduceren van dit belangrijke broeikasgas, dat wordt uitgestoten ten gevolge van gebruik van fossiele energie. Voor de Zeeuwse regio is de totale
doelstelling een reductie van de CO2-uitstoot met 2,5 Mton in 2006 t.o.v. 1996. Deze CO2 emissiereductie zal door diverse Zeeuwse partijen samen moeten worden gerealiseerd. Tabel A geeft een onderverdeling van de doelstelling. Als stimulerende en faciliterende organisatie, wil de provincie de inspanningen leveren die genoemd worden in dit actieprogramma. In het kader van BANS - bestuursakkoord nieuwe stijl - is de provincie voornemens zich uit te spreken voor een klimaatbeleid op hoog ambitieniveau. De provincie streeft ernaar dat ook de Zeeuwse gemeenten tekenen voor een hoog ambitieniveau en zal dat naar behoefte ondersteunen, o.m. door in het kader van dit actieprogramma samen acties uit te voeren.
Tabel A: regionale doelstelling voor 2006 t.o.v. 1996 Onderdeel programma Startpakket Bestaand beleid industrie Overige kansen Overige bedrijven (mn MKB) Bestaande woningbouw Biomassa bijstook Totaal
Reductie CO2 emissie 260 + pm kton
opmerkingen (windvisies sorteren al voor op 300 kton in 2010)
1600 kton
390 kton 80 kton 200 kton
(realisatie 2010)
2,5 Mton
Actieprogramma Startpakket: gericht in actie met doelgroepen De provincie neemt haar verantwoordelijkheid door energiezorg in haar eigen bedrijfsvoering te intensiveren. In de actie Energiezorg stelt de provincie zichzelf tot taak om op managementniveau structureel aandacht te geven aan energiegebruik en duurzaamheid en voor die onderwerpen criteria te ontwikkelen en te gebruiken bij de aanschaf, bouw, beheer en onderhoud van de eigen gebouwen, objecten en installaties van de diverse directies. De bestaande inkoop van Groene Stroom (voor de Middelburgse directies) zal worden uitgebreid tot 100% van het gebruik van elektriciteit door de provinciale directies. Bovendien wil de provincie haar ambitie uitdragen door een voorbeeldproject met verlichting op zonne-energie bij bushaltes langs de provinciale wegen. De emissie van CO2 door Zeeland wordt voor 63% veroorzaakt door bedrijven, tegen 29% landelijk. Dit betekent dat een belangrijk deel van het doel door de industrie gerealiseerd
moet worden. Voor de acties t.a.v. de industriële bedrijven wordt verwezen naar het bestaande beleid in tabel C, acties 6.1 t/m 6.3. Ook stimuleert de provincie al de ontwikkeling van duurzaamheidvisies voor bedrijventerreinen (actie 6.9). Nieuw voor Zeeland is de ontwikkeling van glastuinbouwterreinen. In het actieprogramma wil de provincie visies voor duurzame inrichting van glastuinbouwbedrijven stimuleren door deze financieel te ondersteunen, te coördineren, te initiëren en te implementeren. Daarnaast kan in Zeeland met name de recreatiesector zich profileren met energiebesparing en duurzame energie. Het actieprogramma zet in op de realisatie van 70 duurzame energieprojecten in deze sector in 2006. De gebouwde omgeving vertegenwoordigt ongeveer 5% van de Zeeuwse CO2 emissie. Hier zijn relatief nog grote besparingen mogelijk, tot ca. 35%. Aangezien Zeeland slechts 3% nieuw zal bouwen in de komende vijf jaren, is het grootste potentieel te vinden in de bestaande woningen (inclusief vervangende nieuwbouw). Verbetering van de energie-efficiëntie verhoogt tevens
5 bedrijventerreinen stimuleren.
Emissieprofiel Zeeland 1996 / 14 mln ton
10% 5%
2% 1% 63%
landbouw industrie energie sectoren huishoudens wegverkeer overige Emissieprofiel Nationaal 10%
19%
6%
15%
29%
14% 26%
de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Zeeland kent een aantal voorbeeldprojecten Duurzaam Bouwen. Deze traditie kan worden voortgezet door de nog te bouwen woningen energie-efficiënt en duurzaam uit te voeren. De provincie wil samen met de convenantpartijen de huidige evaluatie van het Zeeuws convenant duurzaam bouwen aangrijpen om het convenant aan te scherpen: met ingang van de nieuwe energieprestatie-coëfficiënt (EPC=1.0 voor woningen) in het jaar 2000 is het door de bouwpraktijk immers ingehaald. De provincie zet in op een pakket met EPC = 0.75. Daarnaast is energie een belangrijk aspect in het provinciale beleid gericht op duurzame stedenbouw en duurzaamheid in programma’s en projecten van het ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing). Gemeenten hebben hierin het voortouw. De provincie wil daarom in overleg met gemeenten drie projecten starten in de eerste periode van het actieprogramma die gericht zijn op concrete realisatie: een energiezuinige voorbeeldwoonwijk, een provinciale zonneboiler actie en een energiebesparingsactie (EPA+) gericht op de bestaande bouw. Ten aanzien van het project voorbeeldwoonwijk wordt integratie met andere duurzaamheids-aspecten (waterbesparing) nagestreefd. De afgelopen jaren heeft de provincie de mogelijkheden voor windenergie in het streekplan geactualiseerd. Verschillende organisaties hebben hierop hun visie gegeven. Als onderdeel van een inventarisatie van geschikte locaties in alle 12 provincies (Frisse Wind door Nederland, april 2000) heeft de ZMF haar visie op kansrijke windenergielocaties gegeven. Zowel bij bedrijven(haven)-terreinen als bij agrariërs hebben ondernemers belangstelling voor windenergie; het is een van de aandachtspunten van het ZLTO en het Vitaal Platteland. De gemeenten zijn gevraagd visies uit te werken in hun ruimtelijk beleid. De provincie biedt in het actieprogramma gemeenten daarbij ondersteuning aan, en wil via het Regionaal Windoverleg (RWO) optreden als activator en coördinator. In de eerste drie jaren van het actieprogramma worden alle Zeeuwse gemeenten gestimuleerd om een windenergiescan te laten uitvoeren, bijvoorkeur als onderdeel van een Duurzame Energie scan en mogelijk gezamenlijk per regio. Deze scans bieden per gemeente of regio inzicht in de kansen en beperkingen voor windenergie. Op basis hiervan kunnen gemeenten zelf initiatief nemen en reageren op initiatieven van ondernemers en bevolking. De Duurzame Energie scan is bovendien een goed startpunt voor klimaatafspraken in het kader van BANS, waarvoor subsidie is aan te vragen bij Novem. De combinatie van windenergie en recreatie stimuleert de provincie middels een actie gericht op de realisatie van een windpaviljoen. Daarnaast wil de provincie in het regulier overleg met bedrijven de realisatie van windenergie op
Behalve veel wind, beschikt Zeeland over potentieel veel energie in de vorm van getijde energie. In een aparte studie is bekeken of in de Oosterschelde mogelijkheden bestaan deze energiebron te benutten. Grootschalige benutting van getijde-energie blijkt niet in overeenstemming met het huidige Beleidsplan Oosterschelde. Zeeland beschikt echter over goede omstandigheden en kennis voor de ontwikkeling van kleinschalige technieken. De provincie wil deze ontwikkeling faciliteren door een testlocatie mogelijk te maken. Voor de coördinatie en uitvoering van het provinciale actieprogramma en de financiering ervan richt de provincie een projectteam en een Reserve Milieu, Natuur en Energie (Reserve MNE) op. Het projectteam is voor betrokkenen van binnen en buiten de provinciale organisatie een herkenbaar aanspreekpunt voor het energiebeleid. Het projectteam zal in projectgroepen de acties bij daadwerkelijke uitvoering opzetten en uitwerken. Het schema van het projectteam toont een "groeimodel". Voorgesteld wordt om te starten met een projectteam dat is ingebed in de provinciale organisatie en bestaat uit een voltijds coördinator, die ook een belangrijk aandeel in de uitvoering heeft, aangevuld met twee part time medewerkers uit een beleidsafdeling. Het projectteam rapporteert aan het directieteam. De verantwoordelijkheid wordt verankerd middels een projectdirecteur. Om het draagvlak van het projectteam te vergroten, wordt tenslotte gedacht aan de vorming van een adviesraad of stuurgroep waarin de belangrijkste actoren uit de Zeeuwse samenleving participeren. In de loop van de tijd kunnen externe actoren mee gaan doen (ook financieel). Afhankelijk hiervan kan aan de projectorganisatie ook capaciteit van derden worden toegevoegd.
Projectteam
Derden
Provinciaal bestuur
Adviesgroep Directieteam
Projectteam Energie Coordinator Tijdelijk personeel
Beleids ambtenaren • deeltaak energie • projectgebonden
Projectgroepen
Communicatie Communicatie is essentieel voor het slagen van het actieplan: er zullen immers veel partijen worden betrokken bij de uitvoering. Het actieprogramma is opgebouwd uit verschillende acties (project-aanpak). Voorlichting en communicatie zal deel uitmaken van de uitvoering van die projecten. Daarnaast is communicatie nodig voor het stroomlijnen en afstemmen van de projectgebonden communicatie en voor het programma als geheel. In het achtergrondrapport zijn hiervoor suggesties gedaan. In het startpakket is een budget opgenomen waarmee een keuze moet worden gemaakt uit de suggesties. Het projectteam zal deze samen met de provinciale voorlichters en externe actoren uitwerken.
6 Overzicht geselecteerde acties startpakket De geselecteerde acties in het actieprogramma sluiten aan bij de ontwikkelingen in Zeeland en zijn enerzijds gericht op het scheppen van voorwaarden voor CO2 emissie reductie en anderzijds op het realiseren van concrete projecten met een zichtbare voorbeeldfunctie. Tabel B geeft een overzicht van de geselecteerde acties voor de periode tot en met 2003. Op basis van ervaringen elders en de prioriteit die de provincie
aan het onderwerp wil geven is een inschatting gemaakt van de kosten, opgedeeld in personele en materiële lasten. Daarnaast zullen anderen bijdragen, zoals de particulier die een zonneboiler aanschaft. De laatste kolom geeft aan of het om rendabele investeringen gaat of dat deze om niet financiële redenen worden gedaan.
Tabel B: Overzicht geselecteerde acties eerste periode van het actieplan: ramingen van resultaten en kosten (best guess voor de eerste 3 jaar)
Actie
Resultaat
Inspanning eerste 3 jaar
Reductie
Provincie
Extern
Uitstraling
CO2 emissie
mens
uitgaven2)
netto kosten
score1)
kton
mensjaar
€ (kf)
score3)
0,3
27 (60) 364) (804)) 406) (906)) 27 (60)
2 1 1
1.3 gemeenten en BANS
2
2.1 energiezorg 2.2 zonlichtmast 2.3 groene stroom
2 3 1
0,5
0,5 0,1 0
3.1 recreatie 3.2 glastuinbouw
3 2
pm7) 30
0,6 0,6
270 (600) 68 (150)
2 3
4.1 4.2 4.3 4.4
2 3 3 2
4 0,7 0,1 9
0,3 <0,1 18) 0,1
6 (15) 11 (25) 139) (309)) 45 (100)
2 2 2 2
1 3 3
21510) 6 0,3
0,3 0,1 0,1
47 (105) 22 (50) 22 (50)
2
260 + pm
4,1
642 (1415)
0,9
270 (600) 204 (450) 68 (150)
DuBo convenant voorbeeldwijk actie zonneboiler actie EPA+
5.1 windvisies 5.2 windpavilioen 5.3 zeestroom totaal acties p.m. communicatieplan onvoorzien voorstellen derden 1.2 coördinatie projectteam
3 3 3
totaal 1.1 Reserve MNE totaal 1.2 projectteam
3 3
0,1 5)
pm
1187 (2615) 5,0
7
1)
2) 3)
4) 5)
Score 3 = hoge uitstraling/zichtbaarheid, 2 = redelijke uitstraling, 1 = nauwelijks uitstraling/zichtbaar Exclusief personele kosten Score 3 = winstgevend, 2 = neutraal, 1 = verdient zich financieel niet terug, niets = niet aan te geven (faciliterende actie) Subsidie uit meerdere subsidie posten mogelijk, hier niet in verwerkt. Als in referentiesituatie geen verlichting is, is er geen reductie CO2 emissie.
Van de geselecteerde acties is met name windenergie bepalend voor de te bereiken CO2 emissie reductie. Uitgangspunt is, dat door het vertalen van gemeentelijke windenergievisies in beleid, de realisatie van de Zeeuwse doelstelling voor 250 MW op land mogelijk wordt (2010). Hiermee kan jaarlijks 300 kton CO2 worden vermeden. Het benutten van deze mogelijkheden door daadwerkelijke realisatie is geen direct onderdeel van de actie voor windvisies. Op basis van een plaatsingstempo van 20 MW per jaar kan aan het eind van het actieprogramma (2006) 180 MW zijn gerealiseerd, goed voor 215 kton CO2/jaar. De overige acties zijn vooral ambitieus vanwege zichtbaarheid of innovatie en de inspanning die de provincie er voor levert. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor een deel van de acties de te verwachten CO2 emissie reductie niet precies is te kwantificeren.
6)
7)
8) 9) 10)
Eenmalige investering, kosten excl. bushalte. Subsidies (zoals EU Professa: € 5.901 (fl. 13.000,--) zijn niet verrekend. Precieze invulling wordt gekozen in overleg met recreatie ondernemers, uitgegaan wordt van realisatie van 70 duurzame energie projecten in 2006. Verdere uitbesteding mogelijk. Combinatie met actie 4.4 mogelijk Excl. investeringsubsidie per zonneboiler door provincie Schept mogelijkheden voor 300 kton in 2010, daadwerkelijke realisatie (215 kton in 2006) is geen onderdeel actie. Actie 5.2 mikt op realisatie 6 kton hiervan.
hebben afgesproken (Energie met gezag). Het doel van de provincie is dit potentieel daadwerkelijk te realiseren. Tabel C: (Intensivering van) Bestaand beleid Acties bestaand beleid 6.1 toezien bij conv. Benchmarking 6.2 toezien op uitvoering MJA 6.3 handhaving en controle energieparagraaf 6.4 mobiliteitsbeleid (modal split) 6.5 aanbesteding fast ferry volgens strenge milieueisen 6.6 Duurzame Stedebouw 6.7 ISV toetsing
Bestaand beleid
6.8 winddoelstelling in ZMP "Groen Licht"
De in het actieprogramma gekozen acties komen boven op de realisatie van energiebesparing en duurzame energie die wordt bereikt via de autonome ontwikkeling en (intensivering van) het bestaande beleid. Naar dit beleid wordt in dit actieprogramma slechts verwezen, onderstaande tabel geeft een overzicht van een aantal belangrijke initiatieven, die bijdragen aan het energiebeleid (soms als nevendoelstelling).
6.9 duurzaamheidsvisies bedrijventerreinen
In het bestaande beleid is de energiebesparing in de industrie doorslaggevend voor de te bereiken CO2 emissie reductie. Bij industriële bedrijven wordt een potentieel verwacht van 1600 kton/jaar. De acties 6.1 t/m 6.4 en 6.10 liggen in elkaars verlengde en kunnen worden gezien als de uitwerking van het aangescherpte vergunningenbeleid dat de provincies
Overig: kansen latere periode actieprogramma De acties in de latere jaren zal het projectteam bij haar jaarlijkse voortgangsrapportage selecteren uit de suggesties die zijn gegeven en in overleg met de Zeeuwse partijen. In de suggesties is aandacht voor overige (m.n. MKB) bedrijven. Het potentieel in deze groep is op basis van landelijke kengetallen geschat op ca. 390 kton CO2/jaar. Acties gericht op energiebesparing in de bestaande woningbouw kunnen nog ca. 80 kton CO2/jaar vertegenwoordigen, zodat totaal 30% van het potentieel wordt benut. Het faciliteren van de benutting van aanwezige biomassa-stromen
8
in Zeeland is ook onderdeel van de suggesties. De biomassa die niet wordt hergebruikt (conform de ladder van Lansink) vertegenwoordigt een potentieel van ca. 60 kton CO2/jaar. Het recent (zomer 2000) afgesloten akkoord tussen de exploitanten van kolencentrales in Nederland en de rijksoverheid voorziet in de vervanging van een deel van het kolenvermogen door bijstoken van biomassa: in 2012 zal zo 475 MW bioenergie worden gerealiseerd. Niet is vastgesteld welke centrale welk deel neemt. Uitgaande van een evenredige verdeling, op basis van opgesteld vermogen, kan het voor Zeeland resulteren in een reductie van circa 3 PJ/jaar aan energie en een reductie van CO2-emissie met 200 kton/jaar. Welk deel in de actieplan periode zal worden gerealiseerd is onbekend.
Aan de slag In het actieprogramma zijn een aantal acties opgenomen die voorwaarden scheppen (gemeenten en BANS, DuBo convenant enz) voor de toepassing van energie-efficiëntie en duurzame energie. Daarnaast wordt met dit actieprogramma ook zichtbaar dat Zeeland in actie komt voor energie met een aantal voorbeeldprojecten. Windenergie en industriële energiebesparing zijn in termen van emissiereductie het belangrijkst. Gekozen is voor een beperkt en deels nog uit te werken "startpakket" voor de eerste jaren. Als stimulator en facilitator wil de provincie hiermee aan de slag gaan met de diverse Zeeuwse partijen: werkende weg zullen kansen en acties zich aandienen en uitkristalliseren die het best bij de Zeeuwse situatie passen.
9 Lijst van afkortingen en begrippen Aquifer
Seizoensopslag van warmte/ koude in de bodem
AVI
AfvalVerbrandingsInstallatie
BANS
Bestuursakkoord Nieuwe Stijl
BIM
Bedrijfs Interne Milieuzorg
Biomassa bijstook
Biomassa verbranden in bestaande verbrandingsinstallaties voor fossiele brandstoffen
BM
Convenant Benchmarking
BZW
Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging
Dubo
Duurzaam Bouwen
CO2
Kooldioxide, een broeikasgas dat in belangrijke mate gerelateerd is aan energiegebruik
EEI
Energie Efficiency Index, getal voor genormeerd energieverbruik per fysieke eenheid product van bedrijf of sector ten opzichte van het peiljaar waarvoor EEI op 100 wordt gesteld. Bijvoorbeeld wordt 10% bespaard dan wordt de EEI gelijk aan 90, bij gelijkblijvende productie.
EPA
Energieprestatieadvies
EPC
Energie Prestatie Coëfficiënt
GEA
Gemeentelijk EnergiebesparingsAanpak
IPO
Inter Provinciaal Overleg
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
MER
Milieu Effect Rapportage
MJA
Meer Jaren Afspraken
MKB
Midden en Klein Bedrijf
MV
Milieu Vergunning
MW
megaWatt = 106 W
PJ
petaJoule = 1015 J
PV
Photovoltaïsch (zonnestroom)
RWS
Rijkswaterstaat
Stortgas
biogas ontstaan op stortplaatsen voor afval
TJ
teraJoule = 1012 J
WKK
Warmte Kracht Koppeling
WNF
Wereld Natuur Fonds
WP
Warmtepomp
ZB
Zonneboiler
ZLTO
Zuidelijke Land en Tuinbouw product Organisatie
ZMP-3
Voorontwerp Zeeuws Milieu Beleidsplan 3, "Groen Licht"
Zonlichtmast
Lichtmast (openbare verlichting) voorzien van photovoltaïsche panelen
Zonneweg
Asfaltweg waarmee warmte kan worden opgewekt voor verwarming
10 Overzicht acties Bijlage 1: Acties algemeen organisatie 1.1 Reserve Energie 1.2 Projectteam 1.3 Gemeenten + BANS Bijlage 2: Acties thema provinciale organisatie 2.1 Energiezorg 2.2 Zonlichtmasten Bijlage 3: Acties thema bedrijven 3.1 Recreatie 3.2 Glastuinbouw Bijlage 4: Acties thema gebouwde omgeving 4.1 DuBo convenant 4.2 Voorbeeldwijk 4.3 Actie zonneboiler 4.4 Actie EPA+ Bijlage 5: Acties thema duurzame energie 5.1 Windvisies 5.2 Windpaviljoen 5.3 Zeestroom
Bijlage 6: Acties bestaand beleid 6.1 Toezien bij convenant benchmarking 6.2 Toezien op uitvoering MJA 6.3 Handhaving en controle energieparagraaf 6.4 Mobiliteitsbeleid (modal split) 6.5 Aanbesteding fast ferry volgens strenge milieueisen 6.6 Duurzame Stedenbouw 6.7 ISV toetsing 6.8 Winddoelstelling in ZMP "Groen Licht" 6.9 Duurzaamheidsvisies bedrijventerreinen Bijlage 7: Suggesties acties 2004-2006 7.1 Zonneweg 7.2 Voorlichting van de agrarische sector 7.3 Inventarisatie biomassastromen 7.4 Haalbaarheidsstudies in de agrarische sector 7.5 Asbestdaken vervangen 7.6 Faciliteren gemeenten bij energie in milieuvergunning 7.7 MKB specifieke sectoren 7.8 Acties gebouwde omgeving 7.9 Windprojecten 7.10 Wind bij waterkeringen
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Dit actieprogramma is opgesteld door de provincie Zeeland, met ondersteuning van Ecofys en Kema. Opdrachtgever/projectleiding: Provincie Zeeland, Afdeling Milieuhygiëne Postbus 165, 4330 AD Middelburg, tel. 0118-631700 Het Groene Woud 1, Middelburg, fax 0118-634756 www.zeeland.nl Adviseurs: Ecofys (projectleiding, projectnummer E45074) Postbus 8408, 3503 RK Utrecht, tel. 030-2808300 Kanaalweg 16-G, 3526 KL Utrecht, fax 030-2808301 www.ecofys.nl Kema (projectnummer 00331-KPS) Postbus 9035, 6800 ET Arnhem, tel. 026-3569111 Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem, fax 026-4458279 www.kema.nl