Aanscherping herstructureringsopgave Bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam
Aanscherping herstructureringsopgave Bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam
Aangeboden aan: Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB) en Plabeka Auteurs: Drs. Joost Hagens Drs. Luuk Stevens BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving Achter Sint Pieter 160 3512 HT Utrecht
[email protected] www.bureaubuiten.nl 030-2318945 Projectnummer: 446 Utrecht, 14 april 2010 (definitief)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Inhoudsopgave Pagina
Samenvatting
3
1
7
Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4
2
3
4
5
6
Achtergrond Onderzoeksvraag Onderzoeksproces en respons Opbouw rapport
7 8 8 10
De opgave in de Metropoolregio Amsterdam
11
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
11 11 13 15 15 16
Inleiding De opgave op totaalniveau deelregio Noord-Holland: de opgave naar type en fasering Flevoland (Almere-Lelystad): de opgave naar type en fasering Haventerreinen: de opgave in het Noordzeekanaalgebied Toelichting verschil met inventarisatie uit 2008
De opgave per deelregio
19
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
19 19 22 26 29 32 36 38
Inleiding De opgave in Amstelland-Meerlanden De opgave in Amsterdam De opgave in ‘t Gooi en de Vechtstreek De opgave in IJmond-Haarlem De opgave in Zaanstreek-Waterland De opgave in Almere-Lelystad Integraal beeld transformatieopgave
Effecten en kosten van herstructurering
39
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
39 39 40 44 45 46
Inleiding De staat van de bedrijventerreinen Mogelijkheden tot ruimtewinst en intensivering Duurzaamheid Beeld uit terreinbezoeken Indicatie kosten
Aanzet tot prioritering
49
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
49 49 52 55 56 58
Inleiding Prioriterings-systematiek: criteria en de zeef Niet gescoorde projecten Aanzet tot prioritering lopende projecten Aanzet tot prioritering 2010-2013 Doorkijk 2014-2020
Tot slot
61
6.1 6.2
61 62
Hoe nu verder op korte termijn? Strategische denklijnen voor de toekomst
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
1
BIJLAGE 1
Contactpersonen en respons
65
BIJLAGE 2
Samenstelling begeleidingscommissie
69
BIJLAGE 3
De opgave naar type (Noord-Holland)
71
BIJLAGE 4
De opgave naar fasering (Noord-Holland)
77
BIJLAGE 5
De opgave naar type en fasering (Almere-Lelystad)
83
BIJLAGE 6
Haventerreinen: de opgave naar type en fasering
85
BIJLAGE 7
Verkenning kentallen kosten en opbrengsten
87
BIJLAGE 8
Prioriteringscriteria
93
BIJLAGE 9
Scoringstabellen terreinen
95
2
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Samenvatting
A
Aanleiding en opzet
•
Plabeka en het Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB) hebben Bureau BUITEN opdracht gegeven de herstructureringsopgave van bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam te inventariseren. Daarnaast is aan Bureau BUITEN gevraagd een aanzet tot prioritering van projecten te doen.
•
De aanleiding voor het onderzoek is tweeledig: 1) De provincies Noord-Holland en Flevoland hebben in het kader van landelijke convenant bedrijventerreinen de verplichting aanvaard om een programma herstructurering bedrijventerreinen (PHP) voor de periode 2010-2013 op te stellen en in april 2010 aan te leveren aan het rijk. Gezien de reeds bestaande en succesvolle samenwerking binnen Plabeka is afgesproken om voor de gehele Metropoolregio Amsterdam te streven naar één van onderop opgebouwd en afgestemd programma waarbij Plabeka zelf keuzes en prioriteiten voor het mag PHP aandragen. Dit rapport is een belangrijke bouwsteen daarvoor. 2) Het PHB wil beter inzicht in de herstructureringsopgave op projectniveau.
•
Om de herstructureringsopgave te bepalen zijn enquêtes uitgezet onder 47 gemeenten/instanties in de Metropoolregio Amsterdam die bedrijventerreinen beheren en zijn aanvullend 35 terreinbezoeken gepleegd. De respons is hoog en de kwaliteit van aangeleverde informatie goed. Dit heeft ertoe geleid dat er een compleet en integraal beeld is ontstaan van de herstructureringsopgave in de Metropoolregio Amsterdam.
B
Inventarisatie van de opgave
•
Qua definiëring van typen herstructurering is voor dit onderzoek aangesloten bij de definities van de commissie Noordanus (facelift - lichte revitalisering - zware revitalisering - herprofilering - transformatie). Alle typen komen in de MRA veelvuldig voor. Alle deelregio’s binnen het Plabekagebied kennen een forse herstructureringsopgave, zowel in aantallen projecten als qua hectares.
•
De totale herstructureringsopgave bedraagt 3.075 ha bruto, verdeeld over 140 projecten (tabel 1). Dit betreft de lopende projecten plus de opgave op korte, middellange en lange termijn en heeft betrekking op de vier (5) herstructureringstypen gezamenlijk. Van de 140 locaties liggen er 127 in Noord-Holland en 13 in Almere of Lelystad in Flevoland.
•
Van de 127 Noord-Hollandse projecten zijn er 28 (920 ha) reeds ‘in uitvoering’ (zie tabel 2). Voor de komende jaren (tot 2013) wordt verwacht dat er nog 57 projecten (1.250 ha) opgestart kunnen of zouden moeten worden. Voor de periode 2014-2020 zijn dat er nog eens 38 (zie tabel 2).
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
3
Tabel 1
Oppervlakte herstructurering in bruto ha (feitelijk te herstructureren oppervlakte) naar zwaarte en deelgebied
Plabeka deelregio
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal
64,1
360,2
65,9
8,5
9,3
508,0
102,4
48,2
288,9
266,0
142,7
848,2
47,5
173,0
20,1
36,5
77,5
354,6
129,5
178,7
262,4
67,9
28,2
666,6
Zaanstreek-Waterland
84,1
156,6
64,8
18,8
61,4
385,6
Almere-Lelystad
98,6
35,0
25,5
134,4
18,0
311,5
526,2
951,7
727,6
532,1
337,0
3074,5
Amstelland-Meerlanden Amsterdam ‘t Gooi en Vechtstreek IJmond-Haarlem
Totaal MRA Bron: opgave gemeenten
Tabel 2
Opgave Noord-Holland Zuid naar type herstructurering (bruto ha) en fasering*
Start voorzien
Aantal projecten*
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal (ha)
Lopend
28 (5)
154,0
336,5
185,9
114,5
131,4
922,3
2010-2013
57 (8)
134,0
425,7
430,7
158,4
113,3
1262,2
2014-2020
38 (0)
62,1
73,9
85,1
123,2
72,8
417,2
>2020
4 (1)
77,5
80,5
0,3
1,5
1,5
161,3
427,6
916,7
702,1
397,6
319,0
2763,0
Totaal Noord-Holland (Zuid)
127 (14)
*tussen haakjes staat de respons op haventerreinen (als onderdeel van het totaal) Bron: opgave gemeenten
•
In alle deelregio’s ligt er een enorme revitaliseringsopgave. In Amsterdam en IJmondHaarlem is er relatief iets meer zware revitalisering van terreinen nodig, terwijl bij de overige deelregio’s vooral lichte revitalisering aan de orde is. Tussen 2010 en 2013 kunnen/zullen in zowel Amsterdam als ’t Gooi en Vechtstreek veel herstructureringsprojecten starten: 15 per deelregio (zie tabel 3).
•
Herprofilering speelt met name in Amsterdam, zowel in oppervlakte (zie tabel 1) als in aantallen projecten. Als het gaat om (grootschalige) transformaties zijn de Zaanstreek en ’t Gooi en Vechtstreek koploper qua aantallen lopende en nog op te starten projecten (zie hoofdstuk 2). Daar worden veel relatief kleine terreinen getransformeerd naar woningbouw. Ook in Amsterdam worden veel hectares getransformeerd. De opgave in de Zaanstreek kent vooral na 2014 qua aantallen projecten een grote omvang (zie tabel 3).
•
In totaal is 26% (714 ha) van de totale herstructureringsopgave in Noord-Holland gesitueerd op de haventerreinen in de provincie (zie bijlage 6). Het betreft 14 van de 127 terreinen/projecten (11%) met een opgave. Er ligt vooral een flinke opgave in ZaanstreekWaterland: 300 ha op 3 majeure projecten/terreinen (Westerspoor-Zuid, Achtersluispolder en Hemburg). In IJmond-Haarlem is de opgave 225 ha en in Haven Amsterdam 185 ha. Net als bij bedrijventerreinen ligt bij de haventerreinen het grootste deel van de opgave in de categorie ‘revitalisering licht/zwaar’: bij haventerreinen is dit 75% van het totaal. Van een groot deel van de opgegeven terrein wordt verwacht dat de herstructurering kan/moet starten tussen 2010 en 2013. Het betreft 8 van de 14 projecten/terreinen.
4
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Tabel 3
Aantal terrein/projecten in Noord-Holland Zuid naar fasering per deelregio* AmstellandMeerlanden
Amsterdam
‘t Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Totaal*
Lopend
7
7 (2)
5
5 (2)
4 (1)
28 (5)
2010-2013
11
15 (4)
15
5 (3)
11 (1)
57 (8)
2014-2020
3
3
3
8
21
38 (0)
>2020 Totaal Noord-Holland (Zuid)*
1
0
2
0
1 (1)
4 (1)
22
25 (6)
25
18 (5)
34 (3)
127 (14)
Start voorzien
*tussen haakjes staat de respons op haventerreinen (als onderdeel van het totaal) Bron: opgave gemeenten
C
Effecten en kosten van herstructurering
•
In de vragenlijsten hebben de respondenten (ambtenaren EZ van de gemeenten in de MRA) de verwachte resultaten van herstructurering per terrein beschreven. Er is gevraagd naar de staat van het terrein op dit moment en de mogelijkheden voor intensivering en ruimtewinst. Via de 35 terreinbezoeken die zijn gepleegd is getracht na te gaan in hoeverre dat beeld strookt met de realiteit.
•
De huidige staat van de bedrijventerreinen: er is geen sprake van zeer ernstige veroudering. Uiteraard voldoen bepaalde ‘plukjes’ bedrijventerrein wel aan dit beeld, maar over het algemeen schatten de ambtenaren de veroudering van de terreinen grotendeels lichter in: de meeste terreinen zijn ‘enigszins’ tot ‘redelijk’ verouderd. Er lijkt sprake te zijn van iets meer technisch/functionele en ruimtelijke veroudering dan economische of maatschappelijke veroudering. Dit beeld strookt met het beeld uit de terreinbezoeken: er is zeker sprake van veroudering op (bepaalde delen van) de terreinen, maar in relatieve zin valt het allemaal mee. Ook de leegstand is op de meeste terreinen niet zo erg als altijd wordt aangenomen. De leegstand is bij de meeste terreinen beperkt tot maximaal 15% van het totaal aantal panden op het terrein. Dit neemt niet noodzaak voor herstructurering echter niet weg. Vaak vragen ruimtelijke of maatschappelijke ontwikkelingen in de omgeving van het terrein om een ingreep. In andere gevallen is de reden technisch of economisch van aard.
•
Ruimtewinst en intensivering: de meeste terreinen zijn al relatief intensief benut, maar er kan nog meer ruimtewinst geboekt worden. De ambtenaren schatten de totale ruimtewinst op 200 hectare. Er valt ook zeker veel winst te behalen door het vergroten van de Floor Space Index: bouwen in meer lagen. Daarnaast kunnen ook vrij veel leegstaande panden nog worden hergebruikt. Dit alles kan zo leiden tot een verdere groei van de arbeidplaatsendichteid op de bedrijventerreinen van de Metropoolregio. Daarbij is wel 20 tot 60 ha nodig voor uitplaatsing van bedrijven. Bovendien wordt 300 ha bedrijventerrein dit decennium getransformeerd naar woningbouw.
•
Mogelijkheden op de haventerreinen: voor een aantal van de 14 haventerreinen met herstructureringsopgave zijn gegevens aangeleverd met betrekking tot de mogelijkheden qua ruimtewinst, intensivering FSI etc. De belangrijkste conclusie is dat bijna 33% van de totale ruimtewinst in de Metropoolregio op de haventerreinen te boeken lijkt te zijn: ongeveer 65 ha op een totaal van ca. 200 ha (zie tabel 4.3). Op 5 terreinen is er namelijk meer dan 10 ha ruimtewinst te boeken, op 1 terrein 5-10 ha, en voor 3 terreinen is aangegeven dat er tussen 1 en 5 ha ruimtewinst mogelijk is. Uitplaatsing van bedrijven lijkt aan de orde bij een aantal herstructureringsprojecten op haventerreinen. Dat zal elders enkele ha extra ruimtevraag opleveren.
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
5
•
Duurzaamheid: parkmanagement en beeldkwaliteitsplannen lijken redelijk ingeburgerd te zijn voor bedrijventerreinen. Op 15-20 van de 77 onderzochte terreinen is sprake van deze duurzaamheidsindicatoren. Daarnaast zijn steeds meer energiemaatregelen en milieumaatregelen in ontwikkeling, en zal ook het aantal terreinen met parkmanagement de komende jaren nog toenemen. Toch weten ook veel respondenten niet precies wat er op dit gebied gaande is op het terrein: 45% van de gemiddelde respons is ‘weet niet/onbekend of niets ingevuld’.
•
Een indicatieve raming wijst uit dat de Metropoolregionale herstructureringopgave van 65 revitaliserings- en herprofileringprojecten die tussen 2010 en 2020 gestart kunnen worden – afhankelijk van de gebruikte bron en achtergrond van het kental waarmee gerekend wordt - grofweg ergens tussen €500 en €1.500 miljoen zal kosten. De achtergronden van de kentallen worden in bijlage 7 verder uit de doeken gedaan.
D
Aanzet tot prioritering
•
Naar alle waarschijnlijkheid is de hiervoor geschetste opgave té groot om met de beschikbare financiële middelen en capaciteit weg te kunnen werken voor 2020. Op alle schaalniveaus zullen overheden (rijk, provincie, regio, gemeenten) dus prioriteiten moeten stellen en keuzes moeten maken.
•
Een aanzet tot prioritering moet het voor zowel de gemeenten als plabeka en de provincies makkelijker maken onderbouwde keuzes te maken. In hoofdstuk 5 wordt deze aanzet tot prioritering gegeven. Er zijn scores toegekend aan projecten/terreinen op enkele criteria, te weten: urgentie (gewicht: 1/3e), haalbaarheid (gewicht: 1/3e) en ruimtewinst en duurzaamheid (gewicht: 1/3e). Voor een groot deel zijn de scores per terrein per criterium gebaseerd op de gegevens die zijn aangeleverd door de gemeente.
•
In bijlage 8 staat precies aangegeven hoe de puntentoekenning is bepaald. In hoofdstuk 5 staan per type terrein de totaalscores van hoog naar laag weergegeven. In bijlage 9 staan de scores per criterium weergegeven.
•
83 terreinen zijn op deze manier via een zo objectief mogelijke scoringsmethode in relatieve zin (dus ten opzichte van elkaar) vergeleken op de prioriteringscriteria. De scores geven geen ‘absolute prioriteit’ weer. Het is een dynamische lijst: scores kunnen veranderen in de loop van de tijd, omdat bijvoorbeeld in het ene geval de haalbaarheid van een project groter wordt door een financiële toezegging van de gemeente, terwijl voor een andere locatie bij de planuitwerking op hoge, eerder onvoorziene kosten wordt gestuit. Het PHP gaat werken met een tender-formule waarbij gemeenten zelf bepalen welke locaties voor medefinanciering worden ingediend. In die zin bepalen de gemeenten zelf waar prioriteit aan moet worden gegeven. Een lagere score dan andere terreinen betekent niet dat het terrein of project per definitie buiten het PHP zal vallen. Het proces van onderhandelingen en het afwegen van keuzes begint nu pas. Veel zal enerzijds afhangen van de kwaliteit van de uitwerking van herstructureringsvoornemens, terwijl anderzijds de beschikbare middelen grenzen zullen stellen.
•
In hoofdstuk 6 geven wij enkele strategische beleidsaanbevelingen aan PHB, Plabeka en de provincies voor de korte en langere termijn over hoe overheden aan toekomstbestendig werklocatiebeleid kunnen werken. Een selectievere publieke investeringsstrategie in combinatie met de noodzaak van een grotere private medefinanciering vanuit het verzakelijkingsspoor zijn hierbij noodzakelijk, zo is de overtuiging van Bureau BUITEN.
6
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
De achtergrond van dit onderzoek is tweeledig. Dit onderzoek levert belangrijke informatie voor het PHB en fungeert deels als een bouwsteen voor en bijdrage van Plabeka aan de provinciale PHP’s. Het Platform Bedrijven en Kantoren (vanaf hier: ‘Plabeka’) van de Metropoolregio Amsterdam (‘MRA’) wil samen met de provincies Noord-Holland en Flevoland de herstructurering van bedrijventerreinen een impuls geven. Plabeka heeft daarom het initiatief genomen om te komen tot een Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (vanaf hier: ‘PHB’, zie kader voor meer achtergrondinformatie). Het pilotbureau is in oktober 2009 van start gegaan, mede met middelen van het Rijk als gehonoreerde ‘pilot Noordanus’. Het PHB wil nu op terreinniveau beter inzicht in de herstructureringsopgave, zodat zij haar inzet goed kan bepalen. Daarnaast hebben de provincies in het landelijke convenant bedrijventerreinen de verplichting aanvaard om een programma herstructurering bedrijventerreinen (vanaf hier: ‘PHP’) voor de periode 2010-2013 op te stellen en in april 2010 aan te leveren aan het rijk. De provincie Noord-Holland wil het PHP bottom-up opbouwen: alleen door samenwerking tussen het rijk, de provincie en de (samenwerkende) gemeenten kan de herstructureringsachterstand worden weggewerkt en kan voorkomen worden dat bestaande terreinen in kwaliteit afglijden. Gezien de reeds bestaande en succesvolle samenwerking binnen Plabeka is het logisch om voor de gehele Metropoolregio Amsterdam te streven naar één programma. Plabeka kan – naar aanleiding van dit onderzoek - zelf keuzes en prioriteiten voor het PHP aandragen.
Het Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam (PHB) De aanleiding voor het opzetten van het PHB is de Pilot Noordanus van Plabeka. Het PHB is gestart op 1 oktober 2009 om voor een periode van 1,5 jaar de herstructurering van bedrijventerreinen te versnellen en onderzoek te doen naar relevante onderwerpen. Door de krachten te bundelen hebben de regionale ontwikkelingsbedrijven Schiphol Area Development Company (SADC), Regionaal Ontwikkelingsbedrijf Noordzeekanaalgebied (RON) en Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) samen met de Stadsregio Amsterdam (SRA) vorm gegeven aan de bemensing van het PHB. Met de aanwezige kennis en kunde is een stevig team ontstaan dat haar diensten aanbiedt aan gemeenten in de Metropoolregio om lopende en nieuwe herstructureringsprojecten op te pakken en te versnellen. Het PHB ondersteunt gemeenten die zelf de menskracht of kennis missen om herstructureringsprojecten op te pakken of te versnellen. Tevens is er aandacht voor de organisatorische ophanging van herstructurering binnen de provincie en het laten uitvoeren van onderzoeken naar verevening en grondprijsbeleid. Door samen te werken met andere partijen in de provincie zoals de Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (NHN) legt het PHB de organisatorische basis voor een niet-vrijblijvende regionale samenwerking voor herstructurering van bedrijventerreinen. Voor meer informatie is het PHB bereikbaar op 020 – 654 40 25 ten kantore van SADC
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
7
1.2
Onderzoeksvraag
De samenwerkende partijen in Plabeka hebben behoefte aan een scherper inzicht in de herstructureringsopgave als basis voor het PHP. Er is in 2008 al een eerste inventarisatie op hoofdlijnen gemaakt. Onder regie van het PHB is nu een aanscherping van deze inventarisatie uitgevoerd door BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving. Het onderzoek moet vier vragen beantwoorden: • Maak een inventarisatie van de herstructureringsopgave per gemeente naar zwaarte (welk type herstructurering), oppervlakte (hectares) en fasering (wanneer schop in de grond) • Geef een eerste aanzet tot prioritering (‘welke terreinen/projecten zouden vanuit regionaal perspectief een hogere prioriteit wat betreft urgentie, haalbaarheid, ruimtewinst en duurzaamheid kunnen hebben’) voor projecten waar tussen 2010-2013 de schop in de grond kan • Geef een doorkijk voor de periode 2014-2020 • Verken de kentallen voor kosten en opbrengsten van herstructurering en probeer deze waar mogelijk uit te diepen.
1.3
Onderzoeksproces en respons
Enquêtes Om te bepalen hoe groot de opgave is van bedrijventerreinen die geherstructureerd (zouden) moeten worden tussen 2010 en 2020 zijn eind 2009 en begin 2010 enquêtes uitgezet onder de 47 gemeenten/instanties in de Metropoolregio Amsterdam. In bijlage 1 is een lijst opgenomen van alle instanties plus contactpersonen die informatie hebben aangedragen over de opgave in hun gebied. Onze contactpersonen waren voornamelijk de lokale beleidsadviseurs economische zaken. De gemeenten Blaricum en Bloemendaal zijn niet benaderd aangezien deze gemeenten geen oude, bestaande bedrijventerreinen hebben. De overige gemeenten en instanties hebben gereageerd met een respons van vrijwel 100%. Zes gemeenten gaven aan dat er tot 2020 geen opgave tot herstructurering lijkt te spelen op hun bedrijventerreinen: EdamVolendam, Landsmeer, Oostzaan en Zeevang. Beverwijk en Velsen gaven aan dat er geen opgave speelt voor het gebied buiten hun havens. Het kan echter goed zijn dat bepaalde ontwikkelingen er ineens voor zorgen dat er wél een project gaat spelen in deze gemeenten. Terreinbezoeken Naast de enquêtes zijn er aanvullend bijna 35 terreinbezoeken gepleegd om een beter inzicht te krijgen in de opgave op terreinniveau. De namen van de terreinen die bezocht zijn staan opgenomen in de rechterkolom van bijlage 1. Met de ingevulde vragenlijst in de hand is ter plekke bekeken of ‘de realiteit’ overeenkwam met dat wat was opgegeven door de betreffende gemeente. Een andere belangrijke functie van de terreinbezoeken was daarnaast om – voor het uiteindelijke voorstel tot prioritering van terreinen - beter een integrale en regionale vergelijking te kunnen maken tussen opgave. Bij de terreinbezoeken waren in de meeste gevallen de lokale beleidsmedewerker EZ aanwezig, de accountmanager van het PHB en/of een vertegenwoordiger van de ondermersvereniging van die stad of van dat terrein.
8
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Om te bepalen welke terreinen bezocht zouden worden zijn drie criteria gehanteerd die zijn gestaafd aan de opgave van gemeenten (bruto oppervlakte terrein is >5 ha, tussen 2010 en 2013 schop in de grond en alleen revitaliserings-/herprofileringsprojecten). De lijst is vooraf afgestemd met de begeleidingscommissie. Definitie herstructurering Qua definitiering van typen herstructurering hebben we voor dit onderzoek aangesloten bij de definities zoals die door de commissie Noordanus zijn gehanteerd: • •
•
•
•
Facelift: Hierbij is sprake van een grote opknapbeurt. Deze wordt toegepast indien sprake is van fysieke veroudering van openbare ruimte en gebouwen. Lichte revitalisering: Hierbij blijft de bestaande economische functie (bedrijventerrein) gehandhaafd. Er is sprake van (dreigende) leegstand en achteruitgang van het terrein. Forse ingrepen zijn nodig om de kwaliteiten van de locatie te verbeteren: aanpak van infrastructuur, openbare en private ruimte. Zware revitalisering: Bij dit soort revitalisering is op delen van terreinen sprake van noodzakelijke verwerving van gronden waarna deze bouwrijp worden gemaakt. Bodemsanering, sloop van opstallen en de aanleg/herinrichting van (nieuwe) infrastructuur is veelal onderdeel van dit proces. De gronden kunnen aansluitend (deels) opnieuw worden uitgegeven. De huidige werkfunctie van het terrein, met reguliere bedrijfsruimtes, blijft behouden. De revitaliseringsopgave hoort wél tot de harde kern van de herstructureringsopgave, omdat de inverdienmogelijkheden daarbij het geringst zijn. Herprofilering: Hierbij is sprake van een zware vorm van revitalisering die leidt tot functiewijziging waarbij echter wel sprake is van behoud van de werkfunctie. Een alternatieve invulling met hogere grondprijzen is mogelijk. De locatie krijgt een nieuwe werkfunctie bijvoorbeeld kantorenlocatie of detailhandel. Dit vraagt veelal om (gedeeltelijke) sloop van panden en een aanpassing van de infrastructuur. Transformatie: In tegenstelling tot herprofilering wordt het terrein aan de voorraad onttrokken en worden nieuwe, niet-economische functies op de locatie gevestigd, zoals wonen. Er is sprake van een totale herinrichting van het terrein waarbij het terrein (of een deel daarvan) wordt onttrokken aan de voorraad bedrijventerreinen.
Qua ingrepen kan per type herstructurering worden gedacht aan: Facelift
Lichte Revitalisering
Zware revitalisering
Herprofilering
Transformatie
X
X
X
X
X
ingreep in infrastructuur
X
X
X
X
ingreep in private ruimte
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Ingrepen:
ingreep in openbare ruimte/gebouwen
bodemsanering, van opstallen
sloop
functieverandering (wel werkfunctie) functie verandering (echt andere functies)
X
(deel) bedrijven ontrokken aan voorraad
X
Bron: IBIS, 2009, p. 7
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
9
Één terrein, meerdere (deel)projecten In Noord-Holland zijn er 6 terreinen opgegeven waar in totaal 21 projecten of deelprojecten onderscheiden worden. Zo kan het Zeeburgereiland in Amsterdam volgens de betrokken ambtenaar eigenlijk in 4 gebieden worden opgedeeld waar een andere fasering of soort herstructurering aan de orde is. Die deelgebieden zijn dan ook steeds apart in de database en tabellen meegenomen. Vaak hebben deze deelgebieden nog best een substantiële omvang. De terreinen Amstel III (Amsterdam), ‘t Plaveen (Huizen) en Kogerveld (Zaanstad) zijn ieder in drie delen op te splitsen en Verrijn Stuart (Diemen) en NDSM terrein (Amsterdam) in 2 delen of projecten. In totaal bestaan deze 6 terreinen dus uit 17 aparte (maar deels vaak procedureel en financieel aan elkaar gekoppelde) herstructureringsprojecten. Zie ook bijlage 3 en 4. Conclusie respons Al met al was de respons hoog en de kwaliteit van ingevulde gegevens door de contactpersonen goed. De gekozen aanpak om via enquêtes in combinatie met terreinbezoeken gegevens te achterhalen heeft ertoe geleid dat er een compleet en integraal beeld is ontstaan van de herstructureringsopgave in de Metropoolregio Amsterdam. De samenstelling van de commissie die het onderzoek begeleidde staat in bijlage 2.
1.4
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 wordt allereerst de herstructureringsopgave in de Metropoolregio op hoofdlijnen neergezet. In het hoofdstuk daarna beschrijven we de opgave per deelregio. In hoofdstuk 4 presenteren we de verwachtingen die de respondenten (de ambtenaren van desbetreffende gemeenten) hebben van herstructurering. Elementen als de stand van veroudering en mogelijkheden tot intensivering komen daarbij aan bod. Ook geven we in dit hoofdstuk een indicatie van de kosten van de herstructureringsopgave. In het hoofdstuk 5 wordt een eerste aanzet voor prioritering gegeven. Het rapport wordt afgesloten met een beschouwing van de auteurs op toekomstbestendig werklocatiebeleid voor de korte en langere termijn.
10
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
2
De opgave in de Metropoolregio Amsterdam
2.1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de herstructureringsopgave op regioniveau. De opgave wordt besproken naar type en fasering, in oppervlaktes en aantallen projecten/terreinen. Aan de opgave op de haventerreinen wordt een aparte paragraaf gewijd, evenals aan de toelichting over het (grote) verschil van de uitkomsten van deze inventarisatie ten opzichte van de inventarisatie uit 2008.
2.2
De opgave op totaalniveau deelregio
De opgave in hectares De totale opgave van terreinen in de MRA waar herstructurering aan de orde is, van face-lift tot revitalisering, bedraagt 3.075 ha. Tabel 2.1 geeft de verdeling van de totale opgave over de typen herstructurering en de verschillende regio’s weer. Overigens kan het zo zijn dat op hetzelfde bedrijventerrein meerdere type herstructurering aan de orde zijn; in dat geval staan de betreffende ha van dat terrein verdeeld over verschillende kolommen van type herstructurering. Van deze 3.075 ha ligt ongeveer 700 ha (23%) op de haventerreinen (zie paragraaf 2.5). De verdeling over de typen herstructurering laat zien dat alle typen in de MRA voorkomen. Transformatie betreft met 337 ha de kleinste oppervlakte, lichte revitalisering met 952 ha de grootste oppervlakte. Ook zware revitalisering neemt met 727 ha een groot deel van de totale oppervlakte voor rekening. 32% (536 ha) van de totale lichte/zware revitaliseringsopgave (1.680 ha) ligt op de haventerreinen (zie paragraaf 2.5). In alle regio’s blijkt dat de oppervlakte aan terreinen waar herstructurering aan de orde groot is, hoewel de absolute omvang in de deelregio Amsterdam met 848 ha het grootst is. Ook de forse totale oppervlakte in de regio Almere-Lelystad, van 312 ha is opvallend omdat het hier in het algemeen om ‘nieuwere’ terreinen gaat. Tabel 2.1: Oppervlakte herstructurering in bruto ha (feitelijk te herstructureren oppervlakte) Plabeka deelregio
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal
64,1
360,2
65,9
8,5
9,3
508,0
102,4
48,2
288,9
266,0
142,7
848,2
47,5
173,0
20,1
36,5
77,5
354,6
129,5
178,7
262,4
67,9
28,2
666,6
Zaanstreek-Waterland
84,1
156,6
64,8
18,8
61,4
385,6
Almere-Lelystad
98,6
35,0
25,5
134,4
18,0
311,5
526,2
951,7
727,6
532,1
337,0
3074,5
Amstelland-Meerlanden Amsterdam ‘t Gooi en Vechtstreek IJmond-Haarlem
Totaal Metropoolregio Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
11
Relatieve verdeling opgave Uit tabel 2.2 blijkt dat 28% van de totale oppervlakte van de herstructureringsopgave bedrijventerreinen in de Metropoolregio in Amsterdam te vinden is en 22% in de regio IJmondHaarlem. Van de totale opgave in deelregio Amsterdam is ongeveer 1/5e op de haventerreinen te vinden. Voor de regio IJmond-Haarlem is dat 1/3e en in de Zaanstreek zelfs 3/4e (zie paragraaf 2.5). Wanneer wordt gekeken naar de verdeling over de typen herstructurering valt op dat 40% van de oppervlakte aan zware herstructurering, 50% van de oppervlakte aan herprofilering en 42% van de oppervlakte aan transformatie in de regio Amsterdam ligt. Lichte revitalisering betreft daar een veel minder grote oppervlakte. In de oppervlakte aan lichte revitalisering (952 ha) blijkt een betrekkelijk geleidelijke verdeling over de deelregio’s met uitzondering van Amstelland-Meerlanden, waarin 38% van de oppervlakte ligt. Het geheel in ogenschouw nemend blijkt de totale oppervlakte van terreinen waar herstructurering een rol speelt gespreid over de deelregio’s voorkomt. Tabel 2.2: Relatieve oppervlakte herstructurering naar type en regio Plabeka deelregio
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal
Amstelland-Meerlanden
12,2%
37,9%
9,1%
1,6%
2,8%
16,5%
Amsterdam
19,5%
5,1%
39,7%
50,0%
42,3%
27,6%
9,0%
18,2%
2,8%
6,9%
23,0%
11,5%
IJmond-Haarlem
24,6%
18,8%
36,1%
12,8%
8,4%
21,7%
Zaanstreek-Waterland
16,0%
16,5%
8,9%
3,5%
18,2%
12,5%
Almere-Lelystad
18,7%
3,7%
3,5%
25,3%
5,3%
10,1%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Gooi en Vechtstreek
Totaal Metropoolregio Bron: opgave gemeenten
De opgave in aantallen terreinen/projecten Uit de rondvraag onder gemeenten blijkt dat er in totaal in de MRA 140 terreinen zijn waar herstructurering aan de orde is, waarvan 127 in Noord-Holland en 13 in Flevoland (tabel 2.3). Het totaal van projecten varieert van 18 in IJmond-Haarlem tot 37 in Zaanstreek-Waterland. Uitverdeeld naar het type herstructurering valt een relatief groot aantal projecten (40) in de categorie ‘lichte revitalisering’. Overigens geldt dat als er meerdere typen herstructurering aan de orde zijn op één terrein dan is de volgende regel gehanteerd: • Als een terrein 67% herprofilering kent en 33% lichte revitalisering is dit project als ‘herprofilering’ geregistreerd in onderstaande tabel (grootste ingreep gaat voor) • Bij een gelijk percentage geldt de zwaarste ingreep (zwaarte ingreep gaat voor) • Als er 90% facelift aan de orde is en op het overige deel van het terrein revitalisering of herprofilering aan de orde is, dan geldt dit terrein als revitaliserings- of herprofileringsterrein (afhankelijk van de grootste revitaliserings- of herprofileringsingreep) In de MRA zijn 33 terreinen (bijna een op de vier) te vinden waarvan meer dan 33% van de totale oppervlakte van het terrein in aanmerking komt voor transformatie. Een interessant gegeven gezien het feit dat dit ook onttrekkingen van oppervlaktes bedrijventerrein aan het totaal tot gevolg zal hebben. Opvallend is ook dat maar liefst 10 van de 33 terreinen waar transformatie speelt, zich in Zaanstreek-Waterland bevinden. Binnen ‘zware revitalisering’ en
12
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
‘herprofilering’ zijn de projecten, afgezien van een lichte oververtegenwoordiging van Amsterdam, gelijkelijk verdeeld aanwezig over de deelregio’s Tabel 2.3: Herstructureringsopgave in aantallen projecten/terreinen AmstellandMeerlanden
Amsterdam
‘t Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Totaal NoordHolland
Totaal Flevoland
Totaal
(AlmereLelystad ) Facelift
0
3
2
5
8
18
3
21
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie)
15
2
10
0
12
39
1
40
Zware revitalisering (incl. <33% transformatie)
4
5
0
5
5
19
1
20
Herprofilering (incl. <33% transformatie)
1
10
5
2
2
20
6
26
2
5
8
6
10
31
2
33
22
25
25
18
37
127
13
140
Transformatie (>33% van totale opp. van terrein)
Totaal Metropoolregio
Bron: opgave gemeenten
2.3
Noord-Holland: de opgave naar type en fasering
Aan de gemeenten is ook gevraagd aan te geven hoe de fasering van hun herstructureringsprojecten er (zoals voorzien) eruit ziet. Dit is immers een belangrijke factor om in de beleidsontwikkeling rekening mee te houden. Van het totaal van 127 projecten in NoordHolland lopen er nu al 28, waarvan 5 projecten herstructurering van haventerreinen betreft (zie ook paragraaf 2.5). 14 van de 127 projecten/terreinen waar een opgave ligt betreft haventerreinen. Voor de komende jaren, tot 2013, zijn er 57 waarvan een opstart is voorzien en voor de periode 2014-2020 nog eens 38. Het aantal lopende projecten (28) is daarmee dus nog betrekkelijk klein vergeleken met het aantal dat de komende jaren opgestart (zou) moet(en) worden (95 tot 2020). De regio staat dus voor een klus! Naar type projecten valt (wederom) het grote aantal terreinen op waar een lichte of zware revitalisering aan de orde is. Naar omvang van de terreinen, uitgedrukt in bruto ha, blijken er in Noord-Holland voor in totaal 922 ha aan projecten te lopen. Voor de periode 2010-2010 wordt er door de gemeenten de opstart van in totaal nog eens 1.262 ha voorzien. Het grootste deel daarvan is qua oppervlakte te vinden in de typen lichte revitalisering en zware revitalisering (856 ha).
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
13
Tabel 2.4: Opgave Noord-Holland Zuid naar type herstructurering (bruto ha) en fasering* Start voorzien
Aantal projecten*
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal (ha)
Lopend
28 (5)
154,0
336,5
185,9
114,5
131,4
922,3
2010-2013
57 (8)
134,0
425,7
430,7
158,4
113,3
1262,2
2014-2020
38 (0)
62,1
73,9
85,1
123,2
72,8
417,2
>2020
4 (1)
77,5
80,5
0,3
1,5
1,5
161,3
427,6
916,7
702,1
397,6
319,0
2763,0
Totaal Noord-Holland (Zuid)
127 (14)
*tussen haakjes staat de respons op haventerreinen (als onderdeel van het totaal) Bron: opgave gemeenten
Tabel 2.5 geeft de door de gemeente voorziene fasering per deelregio weer. In alle regio’s lopen momenteel meerdere projecten en worden de komende jaren nieuwe opgestart. In de tabel staan tussen haakjes de aantallen projecten die herstructurering van haventerreinen betreft. Tabel 2.5: Aantal terrein/projecten in Noord-Holland Zuid naar fasering per deelregio* Start voorzien
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
‘t Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Totaal*
Lopend
7
7 (2)
5
5 (2)
4 (1)
28 (5)
2010-2013
11
15 (4)
15
5 (3)
11 (1)
57 (8)
2014-2020
3
3
3
8
21
38 (0)
>2020 Totaal Noord-Holland (Zuid)*
1
0
2
0
1 (1)
4 (1)
22
25 (6)
25
18 (5)
34 (3)
127 (14)
*tussen haakjes staat de respons op haventerreinen (als onderdeel van het totaal) Bron: opgave gemeenten
14
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
2.4
Flevoland (Almere-Lelystad): de opgave naar type en fasering
In de Provincie Flevoland zijn er nog geen herstructureringsprojecten die als ‘lopend’ aangemerkt zijn. Van 2010 tot 2013 is echter de opstart van 5 projecten voorzien, die betrekking hebben op een totale oppervlakte van 157 ha. Almere en Lelystad hebben geen haventerreinen. Tabel 2.6: Opgave Almere-Lelystad naar type herstructurering (bruto ha) en fasering Start voorzien
Aantal projecten
Facelift
Lopend
0
0,0
2010-2013
5
2014-2020
7
>2020 Totaal Flevoland (Almere-Lelystad)
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
61,1
0,0
25,5
70,4
0,0
157,0
37,5
35,0
0,0
64,1
9,0
145,6
1
0,0
0,0
0,0
0,0
9,0
9,0
13
98,6
35,0
25,5
134,4
18,0
311,5
Bron: opgave gemeenten
2.5
Haventerreinen: de opgave in het Noordzeekanaalgebied
In totaal is 26% (714 ha) van de totale herstructureringsopgave in Noord-Holland (2.765 ha) gesitueerd op de haventerreinen in de provincie. In bijlage 6 staan de gegevens over de 14 relevante haventerreinen weergegeven. Op 14 van de 127 terreinen/projecten (11%) zou dus 26% van de totale oppervlakte op de schop moeten gaan. Er ligt vooral een flinke opgave in Zaanstreek-Waterland: 300 ha (zie tabel 2.7) over 3 majeure projecten/terreinen (Westerspoor-Zuid, Achtersluispolder en Hemburg). In die regio ligt 78% van de totale herstructureringsopgave aan bedrijventerreinen op deze 3 haventerreinen (zie tabel 2.8). Net als bij bedrijventerreinen ligt bij de haventerreinen het grootste deel van de opgave in de categorie ‘revitalisering licht/zwaar’. Bij haventerreinen is dit zelf 75% van het totaal. Tabel 2.7: Oppervlakte herstructurering op haventerreinen in bruto ha (feitelijk te herstructureren oppervlakte) Plabeka deelregio
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
0,0
Amsterdam (6 projecten)
0,0
140,0
Totaal
46,5
0,0
186,5
Geen haventerreinen
‘t Gooi en Vechtstreek
8,0
0,0
219,2
0,0
0,0
227,2
77,5
176,5
0,0
46,0
0,0
300,0
IJmond-Haarlem (5 projecten)
Geen opgave op haventerreinen
Almere-Lelystad Totaal haventerreinen Metropoolregio (14 projecten) Bron: opgave gemeenten
Transformatie
Geen haventerreinen
Amstelland-Meerlanden
Zaanstreek-Waterland (3 projecten)
Herprofilering
85,5
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
176,5
359,2
92,5
0,0
713,6
15
Tabel 2.8: Aandeel opgave haventerreinen op totaal (bruto ha) per deelregio Plabeka deelregio
Opgave haventerreinen
Opgave totaal
Aandeel opgave haventerreinen op totaal
0,0
508,0
0%
186,5
848,2
22,0%
0,0
354,6
0%
IJmond-Haarlem (5 projecten)
227,2
666,6
34,1%
Zaanstreek-Waterland (3 projecten)
300,0
385,6
77,8%
0,0
311,5
0%
713,6
3074,5
23,2%
Amstelland-Meerlanden Amsterdam (6 projecten) ‘t Gooi en Vechtstreek
Almere-Lelystad Totaal Metropoolregio (14 projecten) Bron: opgave gemeenten
Van een groot deel van de opgegeven terrein wordt verwacht dat de herstructurering kan/moet starten tussen 2010 en 2013. Het betreft 8 van de 14 projecten/terreinen. Gemiddeld betreft het projecten van 40 ha aan omvang. Veel van deze herstructureringsprocessen bevinden zich echter nog in de idee- of studiefase (zie bijlage 6). Tabel 2.9: Opgave haventerreinen naar type herstructurering (bruto ha) en fasering Start voorzien
Aantal projecten
Facelift
Lichte rev.
Zware rev.
Herprofilering
Transformatie
Totaal (ha)
Lopend
5
8,0
99,0
88,2
46,5
0,0
241,7
2010-2013
8
0,0
0,0
271,0
46,0
0,0
317,0
2014-2020
0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
>2020
1
77,5
77,5
0,0
0,0
0,0
155,0
Totaal haventerreinen Metropoolregio
14
85,5
176,5
359,2
92,5
0,0
713,6
Bron: opgave gemeenten
2.6
Toelichting verschil met inventarisatie uit 2008
Ook in 2008 is er een inventarisatie uitgevoerd van de herstructureringsopgave bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam. Plabeka wilde toen op hoofdlijnen inzicht krijgen in de opgave voor het Plabeka werkgebied. De grootste verschillen in uitkomst van toen en nu worden hierna puntsgewijs toegelicht en waar mogelijk verklaard: Qua aantallen terreinen zijn er in 2008 ongeveer 70 terreinen opgegeven terwijl er nu 127 (Noord-Holland) + 13 (Flevoland) op de lijst staan. De verklaring hiervoor is meerledig: • Het was duidelijk voor de gemeenten dat deze inventarisatie een essentiële bouwsteen zou zijn voor het PHP: als je niet reageert is de kans groot dat je buiten de (subsidie)boot valt. Deze peen heeft ertoe geleid dat gemeenten redelijk op tijd en met een hogere precisie gegevens hebben aangeleverd.
16
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
•
• •
Er zijn deze keer meer instanties en op een lage schaalniveau benaderd: gemeente Lelystad is bijvoorbeeld een nieuw lid van de Plabeka familie en deze keer zijn ook alle Amsterdamse stadsdelen en projectbureaus aangeschreven. In 2008 leverde alleen EZ Centrale Stad gegevens aan voor de opgave. Hoe meer partijen je (op een lager schaalniveau) benaderd, hoe nauwkeuriger (en meer) de opgave zal zijn. Daarnaast is de respons deze keer hoger: vrijwel 100% terwijl in 2008 5 gemeenten niet gereageerd hadden. Een deel van de terreinen die in de rapportage uit 2008 in bijlage 3 (‘niet opgenomen herstructureringslocaties’) terecht zijn gekomen maken nu wél integraal deel uit van de opgave omdat de respons hierover beter is en er meer gegevens voor zijn aangeleverd.
Qua hectares is het beeld ook iets gewijzigd te opzichte van 2008. De verklaringen hiervoor zijn: • In 2008 keken we naar netto hectares, nu is nadrukkelijk de keuze voor bruto hectares gemaakt omdat deze oppervlakte ook de openbare ruimte omvat • De vraag was nadrukkelijk om de opgave qua hectares scherp in beeld te brengen. Er is nu relatief meer tijd gestoken in het naar boven halen van de exacte opgave per type ingreep per terrein. Zo werd in het onderzoek in 2008 automatisch 100% van de oppervlakte van een terrein toegerekend aan één bepaald type herstructurering (bijvoorbeeld: als een ambtenaar aangaf dat er een facelift aan de orde was werd altijd 100% van de oppervlakte van het terrein tot dit type gerekend), terwijl nu juist meerdere typen herstructurering op één terrein voor een kleinere oppervlakte de boeken in is gegaan. Het beeld is dus veel scherper geworden.
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
17
18
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
3
De opgave per deelregio
3.1
Inleiding
Voor iedere Plabeka deelregio worden in dit hoofdstuk drie soorten informatie gepresenteerd: • Een tabel waarmee per terrein eenvoudig de fasering en type van de (zwaarste) opgave achterhaald kan worden; • De haventerreinen zijn vetgedrukt in de tabel • Een kaart waarop alle door de gemeenten opgegeven terreinen/projecten staan aangegeven. De legenda is niet bij iedere kaart qua schaal 1 op 1 gelijk aan de afbeelding zelf. Over het algemeen geldt: hoe groter het blokje, hoe groter de opgave; • Een tabel waaruit de transformatieopgave op terreinniveau duidelijk wordt. De gegevens corresponderen in de totaal-rijen met de tabellen uit hoofdstuk 2. In bijlage 3, 4, 5 en 6 staan op terreinniveau de typering en fasering van de opgave overzichtelijk weergegeven. Bijlage 3 is gesorteerd naar oplopende zwaarte van herstructurering. Bijlage 4 staat op volgorde van planfase waarin het project zich momenteel bevindt en wanneer de schop in de grond kan. Bijlage 5 zoomt in op de opgave in Almere-Lelystad. Bijlage 6 licht speciaal de opgave op de haventerreinen eruit. Ook de relevante herstructureringsopgave op de haventerreinen (de natte terreinen, zowel kadegebonden als havengerelateerd) staat in de tabellen, kaarten en bijlagen voor de desbetreffende deelregio uitgewerkt.
3.2
De opgave in Amstelland-Meerlanden
Tabel 3.1: De herstructureringsopgave in Amstelland-Meerlanden
Lopend Project
2010-2013 schop in de grond
2014-2020 mogelijk schop in de grond
Facelift
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie)
De Weeren (Haarlemmermeer) Spoorzicht (Haarlemmermeer) Bedrijventerrein Uithoorn (Uithoorn)
Hornmeer (Aalsmeer) Legmeer (Amstelveen) Verrijn Stuartvervolgproject (Diemen) De Hoek (Haarlemmermeer) De Liede (Haarlemmermeer) Graan voor Visch Zuid (Haarlemmermeer) Boesingheliede (Haarlemmermeer)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Stammerdijk (Diemen) Vicon (Haarlemmermeer) De Kwakel (Uithoorn)
>2020
Totaal
0 Terreinen/ projecten 15 Terreinen/ projecten
19
Rijsenhout (Haarlemmermeer) MolenkadeIndustrieweg (Ouder-Amstel)
Zware revitalisering (incl. <33% transformatie)
Verrijn Stuarthuidig project (Diemen)
Herprofilering (incl. <33% transformatie) Transformatie (>33% oppervlakte)
De Pionier (Haarlemmermeer)
Totaal
7 Terreinen/ projecten
4 Terreinen/ projecten
De Sniep (Diemen) Cruquius (Haarlemmermeer)
Fokkerterrein (Haarlemmermeer)
Nijverheidsstraat (Haarlemmermeer)
Ambachtenstraat (Ouder-Amstel)
11 Terreinen/ projecten
3 Terreinen/ projecten
1 Terreinen/ projecten
Bron: opgave gemeenten
Kaart 3.1: De herstructureringsopgave in Amstelland-Meerlanden
20
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
1 Terreinen/ projecten 2 Terreinen/ projecten 22 Terreinen/ projecten
Tabel 3.2: De transformatieopgave in Amstelland-Meerlanden (gesorteerd van hoogste transformatieopgave naar laagste)
Totale oppervlakte terrein
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha)
Gemeentenaam
Terreinnaam
Bruto opp Netto opp (ha) (ha)
ha ha ha ha Ha Facel. Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr. Transf
Gemeente Haarlemmermeer
De Pionier (Bolsterrein?)
20,1
14,1
6,7
0,0
0,0
6,7
6,7
Gemeente Ouder-Amstel
Ambachtenstraat
3,0
3,0
0,0
0,0
0,0
1,5
1,5
Gemeente Haarlemmermeer
Nijverheidsstraat
1,4
0,8
0,0
0,0
0,0
0,3
1,1
Totale transformatie (ha)
9,3
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
21
3.3
De opgave in Amsterdam
Tabel 3.3: De herstructureringsopgave in Amsterdam
Facelift
2014-2020 mogelijk schop in de grond
Lopend project
2010-2013 schop in de grond
Amstel I (Amsterdam)
Cruquiuswerkgebied (Amsterdam)
>2020
3 Terreinen/ projecten
Bedrijventerrein Zeeburgerpad (Amsterdam)
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie) Zware revitalisering (incl. <33% transformatie)
Herprofilering (incl. <33% transformatie)
Totaal
Gembo-terrein (Amsterdam) Amstel Business Park, Zuid (Ouder Amstel)
2 Terreinen/ projecten
FCA (Amsterdam) Westerhoofd (Haven Amsterdam) Main/Moezelhaven (Haven Amsterdam) Autotermnal (Haven Amsterdam) ADM terrein (Haven Amsterdam)
5 Terreinen/ projecten
Hamerstraatgebied (Amsterdam) Zeeburgereiland, bedrijvenstrook (Amsterdam) Amstel III, gebied 1 (Amsterdam) Amstel III, gebied 2 (Amsterdam) Landlust (Amsterdam)
Amstel III, deelgebied 3 t/m 7 (Amsterdam)
10 Terreinen/ Projecten
Zeeburgereiland, RI-Oost (Amsterdam) NDSM werf Zuid, (Amsterdam)
Amstel Business Park Oost (Amsterdam, feitelijk maar 10% transformatie)
Zeeburgereiland, Sluisbuurt (Amsterdam)
5 Terreinen/ projecten
7 Terreinen/ projecten
15 Terreinen/ projecten
Buiksloterham (Amsterdam) NDSM werf Oost, (Amsterdam) Stadshaven Minerva (Haven Amsterdam) Vervoerscentrum (Amsterdam haven)
Transformatie (>33% oppervlakte)
Totaal
Zeeburgereiland, Oostpunt (Amsterdam)
3 Terreinen/ projecten
0 Terreinen/ projecten
25 Terreinen/ projecten
Bron: opgave gemeenten
22
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
23
Kaart 3.2: De herstructureringsopgave in Amsterdam
24
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Tabel 3.4: De transformatieopgave in Amsterdam (gesorteerd van hoogste transformatieopgave naar laagste)
Totale oppervlakte terrein
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha)
Gemeentenaam
Terreinnaam
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, RI-Oost
Gemeente Amsterdam
Amstel I (Overamstel)
Gemeente Amsterdam
Buiksloterham
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, Sluisbuurt
Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam
Bruto opp Netto opp (ha) (ha)
ha Ha ha ha Facel. Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr.
34,5
25,0
0,0
0,0
0,0
ha Transf
0,0
34,5
50,7
38,6
25,4
0,0
0,0
0,0
25,4
100,0
52,0
38,0
0,0
12,0
25,0
25,0
41,3
30,0
0,0
0,0
0,0
20,7
20,7
Zeeburgereiland, Oostpunt
16,5
12,0
0,0
0,0
0,0
8,3
8,3
FCA/Centrale Markthallen
23,5
14,0
0,0
0,0
16,5
0,0
7,1
Gemeente Amsterdam
Cruquiuswerkgebied
17,2
13,7
12,0
0,0
0,0
0,0
5,2
Gemeente Amsterdam
NDSM werf Oost
20,5
17,1
0,0
0,0
0,0
16,4
4,1
Gemeente Amsterdam
Hamerstraatgebied
36,5
28,0
0,0
0,0
0,0
32,9
3,7
Gemeente Amsterdam
NDSM werf Zuid
Gemeente Amsterdam
Amstel BPO
Gemeente Amsterdam
Bedrijventerrein Zeeburgerpad
7,2
6,0
0,0
0,0
0,0
3,6
3,6
36,0
36,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3,6
5,9
3,3
4,1
0,0
0,0
0,0
1,8
Totale transformatie (ha)
142,7
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
25
3.4
De opgave in ‘t Gooi en de Vechtstreek
Tabel 3.5: De herstructureringsopgave in ’t Gooi en Vechtstreek
Lopend project Facelift
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie)
Zware revitalisering (incl. <33% transformatie) Herprofilering (incl. <33% transformatie)
2010-2013 schop in de grond
2014-2020 mogelijk schop in de grond
>2020
2 Terreinen/ Projecten
Nieuwevaart (Bussum) De Slenk (Wijdemeren) Rading (Wijdemeren)
Havenkwartier (Hilversum) Kerkelanden (Hilversum) Liebergerweg (Hilversum) Oude Amersfoortseweg (Hilversum) ’t Plaveen overig (Huizen) Noord (Weesp)
Totaal
Nieuw Walden/ Machineweg (Wijdemeren)
Reeweg (Wijdemeren) de Zodde (Wijdemeren)
10 Terreinen/ projecten
0 Terreinen/ projecten 5 Terreinen/ projecten
t Plaveen (Lucentterrein Huizen)
Mussenstraat (Hilversum) Korte Noorderweg (Hilversum) ’t Plaveen BNI (Huizen) Gooimeer Zuid (Naarden)
Transformatie (>33% oppervlakte)
Verbindingslaan (Bussum) Bensdorp cacao (Bussum) Larenseweg (Hilversum)
Kolonel Palmkazerne (Bussum) Caliskamp (Laren) KNSF terrein (Muiden)
Havengebied/ bruine Vloot (Muiden) Nijverheidslaan (Weesp)
Totaal
5 Terreinen/ projecten
15 Terreinen/ projecten
3 Terreinen/ projecten
8 Terreinen/ Projecten
2 Terreinen/ projecten
25 Terreinen/ projecten
Bron: opgave gemeenten
26
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Kaart 3.3: De herstructureringsopgave in ’t Gooi en Vechtstreek
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
27
Tabel 3.6: De transformatieopgave in ’t Gooi en Vechtstreek (gesorteerd van hoogste transformatieopgave naar laagste)
Totale oppervlakte terrein
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha)
Gemeentenaam
Bruto opp Netto opp (ha) (ha)
Terreinnaam
ha Ha ha ha Facel. Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr.
ha Transf
Gemeente Muiden
KNSF terrein
47,0
44,0
0,0
0,0
0,0
0,0
47,0
Gemeente Hilversum
Larenseweg
15,0
15,0
0,0
3,8
0,0
0,0
11,3
Gemeente Weesp
Nijverheidslaan
12,0
9,5
0,0
0,0
0,0
2,4
9,6
Gemeente Bussum
4,0
1,2
0,0
0,0
0,0
1,0
3,0
Gemeente Huizen
Bensdorp cacao t Plaveen (overig incl. havengebied)
38,5
38,5
0,0
36,6
0,0
0,0
1,9
Gemeente Bussum
Kolonel Palmkazerne
2,0
2,0
0,0
0,0
0,0
0,5
1,5
Gemeente Huizen
t Plaveen (Lucentterrein)
6,0
6,0
0,0
0,0
3,0
1,5
1,5
Gemeente Laren
Caliskamp
0,7
0,7
0,0
0,0
0,0
0,0
0,7
Gemeente Bussum
Verbindingslaan
0,5
0,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,5
Gemeente Muiden
Havengebied/bruine Vloot
1,0
0,8
0,0
0,0
0,0
0,0
Totale transformatie (ha)
Bron: opgave gemeenten
28
0,5
77,5
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
3.5
De opgave in IJmond-Haarlem
Tabel 3.7: De herstructureringsopgave in IJmond-Haarlem
Facelift
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie) Zware revitalisering (incl. <33% transformatie)
Lopend project
2010-2013 schop in de grond
2014-2020 mogelijk schop in de grond
Noordwijkermeer (Velsen)
De Houtwegen (Heemskerk)
Castricummer Werf (Castricum) Schulpstet/Stetweg (Castricum) Boekel/Kanaaldijk (Castricum)
>2020
Totaal
5 Terreinen/ projecten
0 Terreinen/ projecten
Waarderpolder (Haarlem) Zeehaven IJmuiden (Velsen haven)
Herprofilering (incl. <33% transformatie) Transformatie (>33% oppervlakte)
Sugar City (Haarlemmerliede Spaarnwoude)
Lageweg (Haarlemmerliede Spaarnwoude)
Totaal
5 Terreinen/ projecten
5 Terreinen/ projecten
Business Park IJmond/Corus (Velsen/Beverwijk) De Pijp (Beverwijk haven) Grote Hout/NAM (Velsen haven) AWZI (Zandvoort)
2 Terreinen/ projecten
Bedrijventerrein Noord (Uitgeest, feitelijk wordt maar 20% getransformeerd)
Delftstraat (Haarlem) Haven e.o. (Heemstede) Noorderduinweg/ K.Onnestraat (Zandvoort) R.Kochstraat/ K.Onnestraat (Zandvoort)
6 Terreinen/ projecten
5 Terreinen/ projecten
8 Terreinen/ projecten
0 Terreinen/ projecten
18 Terreinen/ projecten
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
29
Kaart 3.4: De herstructureringsopgave in IJmond-Haarlem
30
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Tabel 3.8: De transformatieopgave in IJmond-Haarlem (gesorteerd van hoogste transformatieopgave naar laagste)
Totale oppervlakte terrein
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha)
Gemeentenaam
Terreinnaam
Bruto opp Netto opp (ha) (ha)
Ha ha ha ha Facel. Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr.
ha Transf
Gemeente Haarlemmerliede Spaarnwoude
Lageweg (terrein Volker Stevin en werf)
14,9
10,4
0,0
0,0
0,0
0,0
14,9
Gemeente Uitgeest
Bedrijventerrein Noord
33,0
25,0
0,0
0,0
0,0
0,0
6,6
Gemeente Zandvoort
Noorderduinweg/K.Onnesstraat
2,5
1,9
0,0
0,0
0,0
0,0
2,5
Gemeente Haarlem
Delftstraat
2,2
1,2
0,0
0,0
0,0
0,0
2,2
Gemeente Heemstede
Haven e.o.
3,6
3,0
0,0
2,2
0,0
0,0
1,5
Gemeente Zandvoort
R.Kochstraat/K.Onnesstraat
0,5
0,4
0,0
0,0
0,0
0,0
Totale transformatie (ha)
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
0,5
28,2
31
3.6
De opgave in Zaanstreek-Waterland
Tabel 3.9: De herstructureringsopgave in Zaanstreek-Waterland
Lopend project
2010-2013 schop in de grond
2014-2020 mogelijk schop in de grond
Facelift
De Koog (Purmerend)
Kogerveld Noord (Zaanstad)
Blooksven/Smitsven (Zaanstad) Krommenierpad (Zaanstad) Noorddijk (Zaanstad) Pielkenrood/Karlshamn (Zaanstad) Verkade (Zaanstad) Zaandammerweg (Zaanstad)
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie)
Assendelft Noord (Zaandstad)
Stationsstraat Koog (Zaanstad) Touwslagerstraat/Zuiddijk (Zaanstad) D. Sonoyweg (Zaanstad) Aris van Broekweg (Zaanstad) Bonar Floors (Zaanstad) Breedweer (Zaanstad) Loders Croklaan (Zaanstad) Tate&Lyle (Zaanstad)
Molletjesveer (Zaanstad) Achtersluispolder (Zaanstad haven)
Zware revitalisering (incl. <33% transformatie) Herprofilering (incl. <33% transformatie) Transformatie (>33% oppervlakte)
>2020
Totaal 8 Terreinen/ Projecten
Westerspoor Zuid (Zaanstad haven)
12 Terreinen/ Projecten
Kogerveld Zuid (Zaanstad) Zuiderhout (Zaanstad) Krommenie Oost (Zaanstad)
Insulindeweg (Beemster) Bamestraweg (Beemster)
5 Terreinen/ Projecten
Hembrugterrein (Zaanstad haven)
Zuideinde/Plein13/ Dubbele Buurt (Zaanstad)
De Where (Purmerend) Galgeriet (Waterland) Kogerveld Midden (Zaanstad) Overtuinen/Mauritsstraat (Zaanstad) Hemmes (Zaanstad) Zuideinde Westzaan (Zaanstad)
Wagenweg '75 (Purmerend)
2 Terreinen/ projecten 10 Terreinen/ projecten
11 Terreinen/ projecten
21 Terreinen/ projecten
Nieuweweg / Bruynvisweg (Wormerland) Houthavenkade (Zaanstad) Noordeinde (Zaanstad)
Totaal
4 Terreinen/ projecten
1 Terreinen/ projecten
Bron: opgave gemeenten
32
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
37 Terreinen/ projecten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
33
Kaart 3.5: De herstructureringsopgave in Zaanstreek-Waterland
34
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Tabel 3.10: De transformatieopgave in Zaanstreek-Waterland (gesorteerd van hoogste transformatieopgave naar laagste)
Totale oppervlakte terrein
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha)
Gemeentenaam
Terreinnaam
Gemeente Purmerend
Wagenweg '75
Gemeente Zaanstad Gemeente Wormerland
Bruto opp Netto opp (ha) (ha)
ha ha ha Ha Facel. Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr.
ha Transf
15,6
9,0
0,0
4,7
0,0
0,0
10,9
Overtuinen/Mauritsstraat
10,0
7,0
0,0
2,0
0,0
0,0
8,0
Nieuweweg / Bruynvisweg
15,0
5,0
0,0
0,0
0,0
7,5
7,5
Gemeente Zaanstad
Kogerveld midden
13,0
9,0
0,0
6,5
0,0
0,0
6,5
Gemeente Purmerend
De Where
5,4
3,3
0,0
0,0
0,0
0,0
5,4
Gemeente Waterland
Galgeriet
5,0
3,5
0,0
0,0
0,0
0,0
5,0
Gemeente Zaanstad
Noordeinde
9,0
6,0
0,0
4,5
0,0
0,0
4,5
Gemeente Zaanstad
Hemmes
Gemeente Zaanstad Gemeente Zaanstad
Kogerveld zuid Krommenie Oost (incl. Noordervaartdijk)
Gemeente Zaanstad Gemeente Zaanstad
5,0
4,0
0,0
0,0
0,0
1,5
3,5
15,0
11,0
0,0
0,0
12,8
0,0
2,3
6,0
4,0
0,0
0,0
3,9
0,0
2,1
Zuideinde Westzaan
2,0
2,0
0,0
0,4
0,0
0,0
1,6
4,0
3,0
0,0
2,8
0,0
0,0
1,2
Gemeente Zaanstad
Touwslagerstraat/Zuiddijk Zuideinde/Plein13/ Dubbele Buurt
4,0
3,0
0,0
0,0
0,8
2,0
1,2
Gemeente Zaanstad
Aris van Broekweg
3,0
2,0
0,0
2,4
0,0
0,0
0,6
Gemeente Zaanstad
Breedweer
2,0
2,0
0,0
1,2
0,2
0,0
0,6
Gemeente Zaanstad
Houthavenkade
1,0
1,0
0,0
0,0
0,0
0,5
Totale transformatie (ha)
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
0,5
61,4
35
3.7
De opgave in Almere-Lelystad
Tabel 3.11: De herstructureringsopgave in Almere-Lelystad
Lopend project Facelift
Lichte revitalisering (incl. <33% transformatie) Zware revitalisering (incl. <33% transformatie) Herprofilering (incl. <33% transformatie)
Poldervlak (Almere) De Paal (Almere)
Oostervaart (Lelystad)
3 Terreinen/ projecten
Hollandse Kant (Almere)
1 Terreinen/ projecten 1 Terreinen/ projecten
De Steiger (Almere )
De Vaart 1,2,3 (Almere) Ambachtsmark (Almere)
0 Terreinen/ projecten
Totaal
2014-2020 mogelijk schop in de grond
Transformatie (>33% oppervlakte) Totaal
>2020
2010-2013 schop in de grond
5 Terreinen/ projecten
6 Terreinen/ projecten
Draaiersplaats (Almere) Gooisekant (Almere) Markerkant (Almere) Randstad (Almere) Gildenhof fase I (Lelystad)
Gildenhof fase II (Lelystad)
2 Terreinen/ projecten
7 Terreinen/ projecten
1 Terreinen/ projecten
13 Terreinen/ projecten
Bron: opgave gemeenten
36
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Kaart 3.6: De herstructureringsopgave in Almere-Lelystad
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
37
Tabel 3.12: De transformatieopgave in Almere-Lelystad (gesorteerd van hoogste transformatieopgave naar laagste)
Totale oppervlakte terrein
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha)
Gemeentenaam
Terreinnaam
Bruto opp Netto opp (ha) (ha)
ha Ha ha ha Facel. Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr.
ha Transf
Gemeente Lelystad
Gildenhof fase I
18,0
8,0
0,0
0,0
0,0
0,0
9,0
Gemeente Lelystad
Gildenhof fase II
18,0
8,0
0,0
0,0
0,0
0,0
9,0
Totale transformatie (ha)
18,0
Bron: opgave gemeenten
3.8
Integraal beeld transformatieopgave
Beredeneerd vanuit de transformatieopgave zijn er twee soorten herstructureringsprojecten: • Projecten die grotendeels als ‘Transformatieproject’ kan worden aangeduid. Dit zijn de projecten waar op meer dan 33% van de totale oppervlakte van het terrein de werkfunctie verdwijnt en waar wonen voor in de plaats komt. • Revitalisisering/herprofileringsprojecten waar ook nog een deel van het terrein (vaak minder dan 33%) transformatie aan de orde is. Dit zijn de ‘overige’ transformatieprojecten. In onderstaande tabel staan per deelregio het aantal transformatieprojecten en ‘overige’ projecten waar ook transformatie aan de orde is naast elkaar gezet. Tabel 3.13: De transformatieopgave in de Metropoolregio Amsterdam Aantallen terreinen/ projecten
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
‘t Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Totaal NoordHolland
Totaal Flevoland
Totaal
(AlmereLelystad )
Transformatieprojecten (>33% van totale opp. van terrein) Zie tabel 2.3
2
5
8
6
10
31
2
33
Overige projecten waar ook deels transformatie aan de orde is (<33% van de totale oppervlakte)
1
7
2
0
6
16
0
16
Totaal aantal Terreinen/projecten waar transformatie speelt Zie tabellen 3.2, 3.4, 3.6, 3.8, 3.10 en 3.12
3
12
10
6
16
47
2
49
Bron: opgave gemeenten
38
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
4
Effecten en kosten van herstructurering
4.1
Inleiding
De mogelijkheden en verwachtingen van de respondenten (ambtenaren EZ van de gemeenten in de MRA) omtrent intensivering en ruimtewinst staan centraal in dit hoofdstuk. Er is informatie ingewonnen voor ongeveer 77 projecten/terreinen. Deels zijn dit lopende projecten, maar voor een groot deel zijn het terreinen waar voor 2020 de schop in de grond moet gaan (zie paragraaf 5.4 t/m 5.6). Daarnaast wordt kort toegelicht of en hoe dit beeld (zoals geschetst door de ambtenaren) overeenstemt met de werkelijkheid: paragraaf 4.5 is een kort verslag van de terreinbezoeken. In paragraaf 4.6 is een grove kostenraming gemaakt om meer zicht te krijgen op de financiële omvang van de totale herstructureringsoperatie. Deze paragraaf is een soort samenvatting van bijlage 7, waarin de verkenning van de kentallen verder staat uitgewerkt.
4.2
De staat van de bedrijventerreinen
In de vragenlijsten zijn twee vragen gesteld die te maken hadden met de huidige staat van de bedrijventerreinen. De respondenten hebben zelf een beoordeling gegeven over de veroudering van het terrein en de huidige leegstand. In tabellen 4.1 en 4.2 staan hun antwoorden opgesomd. Beeld veroudering Veroudering is het proces dat voorafgaat aan herstructurering. Dit staat los van de vraag of daadwerkelijk geherstructureerd / gerevitaliseerd / getransformeerd wordt of dat hiervoor plannen bestaan. De veroudering van bedrijventerreinen kan op vier manieren aan de orde zijn: • technische (functionele) veroudering door een gebrek aan onderhoud; • economische veroudering door een wijziging in marktontwikkelingen; • maatschappelijke veroudering door bijvoorbeeld gewijzigde regelgeving (milieu, veiligheid, arbeidsomstandigheden, et cetera); • ruimtelijke veroudering door ongunstige liggingaspecten, conflict tussen verschillende grondgebruikfuncties. Aan de respondenten is gevraagd om per terrein aan te geven hoe zeer het terrein anno 2010 verouderd is. Uit tabel 4.1 blijkt dat veroudering niet een enorm groot probleem lijkt te zijn. Het overgrote deel van de antwoorden valt in de klassen ‘enigszins’ en ‘redelijk’ verouderd. Er lijkt sprake te zijn van iets meer technisch/functionele en ruimtelijke veroudering dan economische of maatschappelijke veroudering. Het beeld dat uit onderstaande tabel naar voren komt strookt met het beeld uit de terreinbezoeken: er is zeker sprake van veroudering op de terreinen, maar in relatieve zin valt het allemaal redelijk mee. Vaak vragen ruimtelijke of maatschappelijke ontwikkelingen in de omgeving van het terrein om een ingreep. In andere gevallen is de reden technisch of economisch van aard.
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
39
Tabel 4.1
Respons op verouderingsvraag (aantal projecten/terreinen) Technisch/ functioneel
Economisch
Maatschappelijk
Ruimtelijk
Totaal
3
4
10
7
24
8%
Enigszins verouderd
14
27
22
15
78
25%
Redelijk verouderd
25
18
22
26
91
30%
Sterk verouderd
16
14
7
12
49
16%
Zeer verouderd
8
4
6
7
25
8%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
11
10
10
10
41
13%
Totaal (n=…)
77
77
77
77
308
100%
Niet verouderd
%
Bron: opgave gemeenten
Beeld Leegstand Daarnaast is aan de respondenten gevraagd: “hoeveel % van het totaal aantal bedrijfspanden in het gebied staat momenteel (januari 2010) leeg?”. Met deze vraag is qua leegstandsdefinitie aangesloten op de bedrijventerreinen monitor van de provincie Noord-Holland. Beter zou zijn om te vragen naar de omvang van de leegstand in aantal m2 bvo bedrijfspanden. Dit is echter vaak moeilijk te achterhalen. De inschatting is dat het voor ambtenaren makkelijk is het (relatieve) aantal leegstaande panden te schatten dan het aantal bvo. Uit tabel 4.2 blijkt dat de leegstand op de meeste terreinen beperkt is tot maximaal 15% van het totaal aantal panden op het terrein. Tabel 4.2
Respons op vraag leegstandssituatie (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Minder dan 5%
37
48%
5%-10%
6
8%
10%-15%
14
18%
15%-20%
2
3%
Meer dan 20%
5
6%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
13
17%
Totaal (n=…)
77
100%
Bron: opgave gemeenten
4.3
Mogelijkheden tot ruimtewinst en intensivering
Er is ook gevraagd naar de mogelijkheden op het terrein voor het boeken van ruimtewinst (in ha) of het intensiveren van het ruimtegebruik op andere manieren (bijv. qua FSI). In deze paragraaf worden de antwoorden opgesomd op al deze onderdelen.
40
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Ruimtewinst in ha Wij vroegen de respondenten: “Hoeveel nieuw uitgeefbare vestigingsruimte komt er beschikbaar als gevolg van herstructurering?”. Het zou hier moeten gaan om alle ruimtewinst die vanaf januari 2010 gerealiseerd gaat worden, dus ook via al lopende projecten. Op basis van klassenmidden komt de totale ruimtewinst in hectares uit op 200 ha. Uit hoofdstukken 2 en 3 bleek dat de transformatieopgave in de Metropoolregio over de zelfde periode ongeveer 300 ha bedraagt. Tabel 4.3
Respons op ruimtewinstvraag (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Geen
7
9%
<2 ha
20
26%
2-3 ha
14
18%
4-5 ha
3
4%
5-10 ha
3
4%
>10 ha
11
14%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
19
25%
Totaal (n=…)
77
100%
Bron: opgave gemeenten
Intensivering qua FSI De Floor-Space-Index (FSI) geeft de verhouding tussen het aantal m2 bedrijfsoppervlakte en de kavelgrootte weer. Voorbeeld: een kavel van 5.000 m2 (0,5 ha) met een hal van 2.500 m2 erop heeft een FSI van 0,5. Is er in aanvulling hierop kantoorruimte van 1.250 m2 op de verdieping gerealiseerd, dan wordt de FSI (2.500+1.250)/5.000 = 0,75. Aan de respondenten is gevraagd om een indicatie te geven van de te verwachten ontwikkeling van de gemiddelde FSI voor het terrein als gevolg van herstructurering. Zie beneden voor de respons. Tabel 4.4
Respons op vraag mogelijkheden intensivering FSI (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Dalen
0
0%
Ongeveer gelijk blijven
12
16%
Stijgen met < 10%
14
18%
Stijgen met > 10%, maar < 25%
8
10%
Stijgen met > 25%, maar < 50%
9
12%
Stijgen met > 50%
6
8%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
28
36%
Totaal (n=…)
77
100%
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
41
Heringebruikname leegstaande panden Ook interessant is het aantal (momenteel) leegstaande panden die naar verwachting opnieuw bruikbaar (zouden kunnen) worden gemaakt als het terrein geherstructureerd wordt. Aan de respondenten is gevraagd het aantal panden op te geven dat vanaf januari 2010 via reeds lopende of nieuwe herstructureringprojecten gereed zal komen. Uit onderstaande tabel blijkt dat flink wat panden weer opnieuw in gebruik zouden kunnen worden genomen na een herstructureringsoperatie. Een groot deel van de respondenten heeft echter niets ingevuld, of wist nog niet hoe de operatie zou gaan uitpakken. Tabel 4.5
Mogelijkheden heringebruikname leegstaande panden (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Geen
16
21%
1 pand
5
6%
2-3 panden
9
12%
4-5 panden
6
8%
5-10 panden
6
8%
> 10 panden
4
5%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
31
40%
Totaal (n=…)
77
100%
Bron: opgave gemeenten
Intensivering qua aantal arbeidsplaatsen Tevens is gevraagd naar een grove inschatting van de verandering aan dichtheid van arbeidsplaatsen die wordt bewerkstelligd door lopende lopende of nog op te starten herstructureringsprojecten? Net als bij tabellen 4.5 en 4.4 weten redelijk veel respondenten niet precies hoe het gaat uitpakken. Een groot deel verwacht echter een lichte stijging in de arbeidsplaatsendichtheid. Tabel 4.6
Respons op vraag verwachtingen intensivering arbeidsplaatsen (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Daalt
0
0%
Blijft gelijk
9
12%
Groeit met <5%
14
19%
Groeit met 5-10%
4
5%
Groeit met 10-25%
5
7%
Groeit met >25%
7
9%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
35
47%
Totaal (n=…)
74
100%
Bron: opgave gemeenten
42
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Verplaatsing op/binnen terrein Vaak kan deze intensivering pas geboekt worden als er eerst ‘geschoven’ wordt met bedrijven op of uit de bedrijventerrein. Doordat je schuifruimte creëert (door het uitplaatsen van bedrijven of het verplaatsen van bedrijven binnen hetzelfde terrein) ontstaan mogelijkheden om nieuwe kavels uit te geven, kavels intensiever te bebouwen en/of oude panden die leeg stonden en die zijn opgeknapt weer in gebruik te nemen etc. Onderstaande tabellen geven een indruk van hoeveel uitplaatsingsvraag er elders gecreeerd wordt. Het liefst zien overheden natuurlijk dat uitgeplaatste bedrijven in kansrijke, goed draaiende economische sectoren voor de gemeente of regio behouden blijven. In veel gevallen betreft de uitplaatsing echter bedrijven of industrieën van grote oppervlakte in de hogere milieucategorieën die ‘niemand wil hebben’. Denk aan betoncentrales, kolenoverslag etc. De ruimte die door deze uitplaatsing gecreëerd wordt kan vaak veel intensiever bebouwd worden dan voorheen. De vraag aan de respondenten was: “Is verplaatsing van bedrijvigheid naar andere kavels op hetzelfde terrein (in de nabije toekomst) naar verwachting een noodzakelijk onderdeel van de herstructurering? Zo ja, verwacht u dat dergelijke verplaatsingen per saldo ruimte opleveren of ruimte vragen (en hoeveel dan)?”. De repsons is duidelijk: verplaatsing op het terrein lijkt bijna niet aan de orde te zijn. Tabel 4.7
Respons vraag naar verplaatsing op/binnen terrein (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Nee, niet aan de orde
38
49%
Mogelijk aan de orde, nog niet zeker
15
19%
Ja, maar dergelijke verplaatsing pakt neutraal uit qua saldo ruimtegebruik
2
3%
Ja, dat levert <1 ha op
1
1%
Ja, dat levert 1-5 ha op
0
0%
Ja, dat levert >5 ha op
1
1%
Ja, maar dat vraagt <1 ha extra ruimte
0
0%
Ja, maar dat vraagt 1-5 ha extra ruimte
0
0%
Ja, maar dat vraagt >5 ha extra ruimte
0
0%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
20
26%
Totaal (n=…)
77
100%
Bron: opgave gemeenten
Uitplaatsing naar ander terrein Daarnaast is de vraag gesteld: “Is uitplaatsing van bedrijvigheid naar andere terreinen (in de nabije toekomst) naar verwachting een noodzakelijk onderdeel van de herstructurering?”. Als de respons wordt vermenigvuldigd met de klassenuiteinden komen we tot een uitplaatsingsvraag van 20 tot 60 hectare. Voor veel repsondenten is echter nog niet duidelijk of uitplaatsing aan de orde is. Een reden voor deze onzekerheid zouden de hoge kosten van uitplaatsing kunnen zijn. Hier hebben de respondenten dus ‘voorzichtig’ ingevuld.
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
43
Tabel 4.8
Respons op uitplaatsingsvraag (aantal projecten/terreinen) Aantal
%
Nee, niet aan de orde
36
49%
Mogelijk aan de orde, nog niet zeker
10
14%
Ja, dat vraagt elders <1 ha extra ruimte
2
3%
Ja, dat vraagt elders 1-5 ha extra ruimte
8
11%
Ja, dat vraagt elders >5 ha extra ruimte
2
3%
Weet niet/onbekend/niets ingevuld
18
24%
Totaal (n=…)
76
100%
Bron: opgave gemeenten
Mogelijkheden op de haventerreinen In totaal zijn er 14 haventerreinen waar een herstructureringsopgave aanwezig is. Voor een aantal van deze terreinen zijn ook gegevens aangeleverd met betrekking tot de mogelijkheden qua ruimtewinst, intensivering FSI etc. De belangrijkste conclusies zijn: • De leegstand van panden is relatief beperkt en lijkt conform te zijn aan het beeld uit tabel 4.2. • Bijna 33% van de totale ruimtewinst in de Metropoolregio is op de haventerreinen te boeken: ongeveer 65 ha op 200 ha, zie tabel 4.3. Op 5 terreinen is er namelijk meer dan 10 ha ruimtewinst te boeken, op 1 terrein 5-10 ha, en voor 3 terreinen is aangegeven dat er tussen 1 en 5 ha ruimtewinst mogelijk is. • Ook de FSI en arbeidsplaatsendichtheid kan zeker nog stijgen op de haventerreinen. Hoeveel exact is nog moeilijk aan te geven. De respons was op dit onderdeel overigens ook lager dan op het onderdeel ruimtewinst. • Uitplaatsing van bedrijven lijkt aan de orde bij een aantal herstructureringsprojecten op haventerreinen. Dat zal elders enkele ha extra ruimtevraag opleveren.
4.4
Duurzaamheid
In de provinciale HIRB-subsidieregeling was ‘duurzaamheid’ een belangrijk scoringscriterium. Daarom is in deze inventarisatie aan de gemeenten gevraagd in hoeverre er op de bedrijventerreinen momenteel maatregelen / activiteiten ondernomen worden op 5 vlakken van duurzaamheid. In onderstaande tabel staan de antwoorden. Parkmanagement en een beeldkwaliteitsplan lijken redelijk ingeburgerd te zijn. Daarnaast zijn steeds meer energiemaatregelen en milieumaatregelen in ontwikkeling, en zal ook het aantal terreinen met parkmanagement de komende jaren nog toenemen. Toch weten ook veel respondenten niet precies wat er op dit gebied gaande is op het terrein: 45% van de gemiddelde respons is ‘weet niet/onbekend of niets ingevuld’.
44
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Tabel 4.9
Respons op vraag duurzaamheidsindicatoren (aantal projecten/terreinen)
Ja
In ontwikkeling
Nee
Weet niet/ onbekend/ niets ingevuld
Totaal
Aanwezigheid parkmanagement
14
16
25
22
77
Energiemaatregelen
4
11
22
40
77
Milieumaatregelen
7
12
19
39
77
Beeldkwaliteitplan
18
3
19
37
77
Vervoersmanagement
8
5
24
40
77
Totaal Procentueel
51
47
109
178
385
13%
12%
28%
46%
100%
Bron: opgave gemeenten
4.5
Beeld uit terreinbezoeken
Aanvullend op de vragenlijsten zijn er 35 bedrijventerreinen bezocht om de noodzaak voor herstructurering in de praktijk te bekijken. Ook gaf dit de mogelijkheid een betere integrale en regionale vergelijking van de opgave te maken (relevant aanzet tot prioritering, zie hoofdtuk 5). Tussen 2 en 17 februari 2010 zijn - samen met de lokale ambtenaren , de accountmanagers van het PHB en soms met ondernemers - terreinen in alle uithoeken van de Metropoolregio bezocht. In bijlage 1 staan in de rechterkolom de bedrijventerreinen weergegeven die bezocht zijn. Zoals verwacht heeft ieder bedrijventerrein wel een deelgebied dat er verloederd bij ligt. Op sommige terreinen beslaat de ‘verloedering’ een grotere oppervlakte dan op andere. Deels is die verloedering te wijten aan achterstallig onderhoud van de openbare ruimte door de gemeente. Voor een groot deel lijkt de verrommelde uitstraling echter veroorzaakt te zijn door bedrijven die (bewust of onbewust) niet zoveel aandacht schenken aan hoe hun pand eruit ziet of hoe ze hun buitenterrein inrichten of benutten. Logischerwijs gaat voor veel ondernemers functie voor vorm. In de praktijk valt de leegstand van bedrijfspanden in de regio Amsterdam in relatieve zin mee. Dat beeld sluit aan bij eerder Plabeka onderzoek dat uitwees dat structurele leegstand van bedrijfspanden op bedrijventerreinen relatief beperkt is. Daarnaast liggen er niet veel terreinen braak op de bestaande terreinen. Natuurlijk is er sprake van veroudering op de terreinen. De regio Amsterdam is niet voor niets een van de oudste en economisch meest dynamische (industrie)gebieden van Nederland. Bedrijven komen en gaan, groeien en krimpen. De veroudering is vooral ruimtelijk en economisch van aard, en niet puur en alleen technisch. Concluderend kan gesteld worden dat de bedrijventerreinen in de regio Amsterdam door de bank genomen intensief benut worden en dat de dynamiek er groot is. Herstructurering van bepaalde (delen van) terreinen is zeker aan de orde.
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
45
4.6
Indicatie kosten
In bijlage 7 is een verkenning uitgevoerd van de kentallen van kosten en opbrengsten van herstructureringsprocessen. In deze paragraaf worden de belangrijkste bevindingen gepresenteerd. Algemeen gehanteerde kentallen In tabel 4.10 wordt allereerst een overzicht gegeven van algemeen gebruikte en openbaar beschikbare kentallen om indicatieve kostenberekeningen te maken voor het uitvoeren van herstructureringsprojecten. Wat meteen opvalt zijn de variaties in bandbreedtes (lage en hoge kostenvarianten) en verschillen tussen bronnen per type ingreep. De factoren die de hoogte van deze kentallen beïnvloeden en andere belangrijke kanttekeningen worden in bijlage 7 verder uitgediept. De kosten verschillen onder andere per type ingreep. Hoe zwaarder de ingreep, hoe hoger de gemiddelde kosten. Tabel 4.10: Kentallen kosten herstructurering Bron:
Brief aan TK (Min EZ en VROM, ‘07)
Advies THB (sept 2008)
Onderzoek Randstedelijke Rekenkamer (2009)
Analyse ±30 HIRB aanvragen (2010)
Inventarisatie opgave 2010-2020 (STEC)
Ondezoeksgebied:
Landelijk
Landelijk
Randstad
Noord-Holland
Noord-Holland Noord
Facelift Lichte revitalisering Zware revitalisering Herprofilering (lage kostenvariant) Herprofilering (hoge kostenvariant) Transformatie (lage kostenvariant) Transformatie (hoge kostenvariant)
?
nvt
€ 40.000
€ 46.000
€ 40.000
€ 200.000
€ 230.000
€ 150.000
€ 210.000
€ 200.000
€ 400.000
€ 1.400.000
€ 300.000
?
€ 225.000
?
€ 1.400.000
€ 1.500.000
€ 301.000
€ 600.000
?
?
€ 2.500.000
?
€ 900.000
?
nvt
€ 1.500.000
nvt
nvt
?
nvt
€ 2.500.000
nvt
nvt
Bron: Bureau BUITEN o.b.v. deskresearch
Indicatie kosten herstructureringsopgave in de Metropoolregio Amsterdam Op basis van de kentallen uit tabel 4.10 heeft Bureau BUITEN een doorrekening gemaakt over de hectares ‘te herstructureren terrein’. De opgave 2010-2020 in Noord-Holland en Flevoland is als uitgangspunt genomen. Oppervlaktes voor transformatie en facelift zijn niet meegenomen, ook al speelt die opgave misschien wel als onderdeel van dat project. In totaal is er gerekend met een opgave van 1.500,7 ha oppervlakte op 65 projecten/terreinen. Uit tabel 4.11 blijkt een grote variatie aan totale kosten en gemiddelde kosten per hectare, afhankelijk van welke bron wordt gebruikt. Zoals eerder aangegeven: de kentallen dienen ervoor om indicatief een voorspelling te doen, liefst met een bepaalde bandbreedte. Bij gebruik van verschillende bronnen door elkaar zou men uitkomen op een zeer grove bandbreedte qua indicatieve kosten voor herstructurering: van €400/500 miljoen tot €1.400/1.500 miljoen totaal (zie tabel 4.11). Dat is gemiddeld €300.000/ha tot €1.000.000/ha herstructurering (exclusief de kosten voor facelift en transformatie), of meer dan een factor 3 verschil. Conclusie: bij gebruik van kentallen moeten alle definities en haken en ogen van de kentallen goed in beeld zijn, anders kan dit leiden tot verkeerde interpretaties en beleidsaanbeve-
46
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
lingen. Zoals eerder aangegeven dienen op terreinniveau maatwerk begrotingen te worden opgesteld. Tabel 4.11: Indicatie kosten herstructurering in twee varianten (berekend op basis van gewogen gemiddelde bij toepassing n=65 op de kentallen per type opgave uit tabel A. De kosten zijn berekend over een totale opgave van 1.500 ha (uitgesplitst naar type ingreep) Bron:
Indicatieve totale kosten (lage variant) Indicatieve totale kosten (hoge variant) Gemiddelde kosten per ha (lage variant) Gemiddelde kosten per ha (hoge variant)
Brief aan TK (Min EZ en VROM, ‘07)
Advies THB (sept 2008)
Onderzoek Randstedelijke Rekenkamer (2009)
Analyse ±30 HIRB aanvragen (2010)
Inventarisatie opgave 2010-2020 (STEC)
€ 497.400.000
€ 1.499.132.000
€ 907.050.000
€ 404.900.300
€ 491.672.500
nvt
nvt
€ 1.352.050.000
nvt
€ 625.172.500
€ 331.445
€ 998.955
€ 604.418
€ 269.808
€ 327.629
nvt
nvt
€ 900.946
nvt
€ 416.587
Bron: Bureau BUITEN
Uitsplitsing kentallen in kostencategorieën Als onderdeel van de inventarisatieopdracht is aan de gemeenten gevraagd om voor lopende projecten én nog te starten projecten (voor zover mogelijk) een inschatting te maken van de kosten die gemoeid zijn met de specifieke ingreep op dat terrein. In totaal is voor 16 projecten goed te analyseren financiële informatie aangeleverd. De kosten hebben zij onderverdeeld naar 3 specifieke kostencategorieën (proceskosten, kosten voor verwerving en kosten voor fysieke ingrepen). De analyse met betrekking tot deze drie kostencategorieën leidt tot de volgende inzichten: • Proceskosten: de 16 projecten hebben een gemiddelde omvang van €6,75 miljoen. Voor 13 projecten is duidelijk aangegeven hoe hoog de projectkosten zijn. Gemiddeld maken de respondenten voor €400.000 aan proceskosten voor het opstarten (idee-, studie-, planfase) en (laten) uitvoeren van het project. • Kosten voor verwerving: voor 5 van de 16 projecten werden specifieke kosten gemaakt voor verwerving van gronden en panden. Gemiddeld kostte dit €1,6 miljoen per project. Kosten voor verwerving (en ook fysieke ingrepen, zie hierna) zijn heel afhankelijk van de locatie en de doelstelling van het herstructureringsproces en mag dus niet zomaar toegepast worden als algemeen geldend kental. • Kosten voor fysieke ingrepen: voor 15 van de 16 projecten zijn specifieke kosten gemaakt voor fysieke ingrepen. Gemiddeld kostte dit €3,3 miljoen per project. Ook hier geldt weer dat deze kosten geheel afhankelijk zijn van de locatie en de doelstelling van het herstructureringsproces. Opbrengsten Er worden nadrukkelijk niet altijd alleen maar kosten gemaakt bij herstructurering. In sommige gevallen zijn er ook opbrengsten in te boeken. De Randstedelijke Rekenkamer heeft hier onderzoek naar gedaan. Bij zwaardere vormen van herstructurering (herprofilering en transformatie) wordt in sommige gevallen een positief saldo op de operatie wordt bereikt. Er wordt in die gevallen vaak wel ruimte met de functie ‘bedrijventerrein’ getransformeerd naar andere functies als wonen en kantoren. De potentiële opbrengsten hangen sterk samen met het type transformatie (welke functie komt ervoor in de plaats?) en de locatie (ofwel de grondprijs).
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
47
Financieringsstromen Zoals bekend is de financiering van herstructurering vaak een groot probleem. Gelukkig staat herstructurering van bestaande terreinen steeds hoger op de lokale bestuurlijke agenda's, maar we zijn er nog lang niet. Knelpunten die vaak worden genoemd zijn hoge kosten voor bedrijfsverplaatsingen, ontsluiting/infrastructuur en bodemsanering. Ook het gebrek aan verevening tussen nieuwe terreinen en te herstructureren (oude) terreinen ontbreekt, alhoewel er in het Gewest Gooi- en Vechtstreek momenteel wel een pilot loopt voor een transformatiefonds. Daarnaast is het ontbreken van de (structurelere) medefinanciering van private partijen (lokale bedrijven, maar ook ontwikkelaars/beleggers) in herstructureringsprocessen of in parkmanagement een groot probleem. Daarom stelde Noordanus ook de ‘Verzakelijking van de bedrijventerreinenmarkt’ als een van de oplossingsrichtingen voor. In de vragenlijsten is ook aan de gemeenten gevraagd hoe het met de dekking van de opgegeven projecten staat. Op de 16 projecten die samen ongeveer €108 miljoen zouden kosten om te herstructureren hebben de 11 respondenten aangegeven dat er (indicatief) nog een gat is van enkele tientallen miljoenen euro’s om de plannen volledig tot uitvoering te brengen. Bij veel projecten is er een stevig deel van de begroting niet gedekt, zodat dat project waarschijnlijk niet of in afgeslankte vorm doorgang kan vinden.
48
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
5
Aanzet tot prioritering
5.1
Inleiding
Plabeka kan zelf haar inzet bepalen voor het uiteindelijke PHP Noord-Holland. Ook voor het Flevolandse PHP kan dit rapport voorsorteren op een mogelijke inzet vanuit Almere en Lelystad. Omdat vooraf al duidelijk was dat de opgave groot zou zijn qua aantallen projecten en hectares, hebben Plabeka en het PHB gevraagd aan Bureau BUITEN om een aanzet tot prioritering te geven. Deze aanzet moet het voor zowel de gemeenten als plabeka als de provincie(s) makkelijker maken om te bepalen hoe de terreinen in het PHP opgenomen zouden kunnen worden. Om een aanzet tot prioritering te kunnen geven is in de begeleidingscommissie een set van zo objectief mogelijke scoringscriteria vastgesteld. De door de gemeenten opgegeven terreinen zijn vervolgens door Bureau BUITEN op deze 5 criteria gescoord. Hierna wordt deze systematiek verder toegelicht. Ook de kanttekeningen daarbij worden besproken. Na paragraaf 5.2 wordt per tijdvak de lijst met scores van terreinen/projecten gepresenteerd en toegelicht. We sluiten dit hoofdstuk af met aanbevelingen aan provincie, plabeka en het PHB. De onderhandelingsronden en keuzeprocessen zullen naar aanleiding van dit rapport op het regionale en lokale schaalniveau van start gaan.
5.2
Prioriterings-systematiek: criteria en de zeef
Prioritering om onderbouwde keuzes te kunnen maken Het bepalen van welke terreinen eerder voor herstructurering aan de orde zijn of zouden moeten komen dan andere is niet makkelijk. Op lokale schaal is het voor grotere gemeenten met veel terreinen vaak al moeilijk te bepalen welke terreinen met publiek geld bij de tijd moeten worden gebracht. Op (boven)-regionale schaal is dat nog veel moeilijker. Want op welke punten vind je (als regio en provincie) het ene terrein belangrijker dan het andere? En waar zet je je - in het perspectief van de kosten voor de totale opgave (zie paragraaf 4.6) – relatief beperkte middelen qua capaciteit en financiën op in? Om een eerste aanzet tot prioritering te kunnen geven is er een set van zo objectief mogelijke criteria afgestemd met de begeleidingscommissie van het onderzoek. In bijlage 8 staat precies aangegeven hoe de puntentoekenning is bepaald. De criteria en hun gewicht zijn: A. Urgentie van project B. Haalbaarheid van project C. Ruimtewinst in absolute zin (ha.) D. Ruimtewinst in relatieve zin (%, qua FSI etc) E. Verankering duurzaamheid
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
(gewicht: 1/3e) (gewicht: 1/3e) (gewicht: 1/9e) (gewicht: 1/9e) (gewicht: 1/9e)
49
Aandachtspunten bij scoring: •
De scores zijn slechts een eerste aanzet tot prioritering: definitieve keuzes moeten nog worden gemaakt De 83 terreinen zijn via een zo objectief mogelijke scoringsmethode in relatieve zin (dus ten opzichte van elkaar) vergeleken op de prioriteringscriteria. De scores geven geen ‘absolute prioriteit’ weer. Het is een dynamische lijst: scores kunnen veranderen in de loop van de tijd. Uiteindelijk bepalen gemeenten grotendeels zelf voor welke terreinen zij, in het kader van het PHP, financiering gaan aanvragen. Een lagere score dan andere terreinen betekent niet dat het terrein of project per definitie buiten het PHP zal vallen. Het proces van onderhandelingen en het afwegen van keuzes begint nu pas. • Scores zijn gebaseerd op aangeleverde informatie en terreinbezoeken Voor een groot deel zijn de scores per terrein per criterium gebaseerd op de gegevens die zijn aangeleverd door de gemeente. Soms hebben gemeentes op bepaalde punten geen informatie aangeleverd of kunnen aanleveren. Dat is begrijpelijk omdat het bij herstructurering vaak ‘koffiedik’ kijken is wat betreft effecten en verwachtingen over de toekomst. Toch is het van belang dat, indien projecten relevant (genoeg willen) zijn om opgenomen te worden in het PHP, gemeenten zelf aangeven wat ze van plan zijn met die terreinen. Als de ideeën daarover nog relatief onduidelijk zijn (en er dus minder informatie aangeleverd kon worden) dan is het ook logisch dat daar voor de korte termijn minder prioriteit kan liggen (wat zich vertaalt in een lagere puntenscore). Daarnaast heeft Bureau BUITEN in kwalitatieve zin hun eigen kennis een oordeel gevormd over de (relatieve) prioriteit van het terrein. Dat konden wij doen aangezien er 35 terreinbezoeken zijn gepleegd. Daarnaast hebben wij geput uit eigen expertise, voortkomende uit onze jarenlange betrokkenheid, kennis en ervaring van bedrijventerreinen in de Metropoolregio Amsterdam. Soms heeft dit geleid tot lichte aanpassing van de scores per terrein. • Bij de scores is geen rekening gehouden met verdeling over deelregio’s In het PHP zou gewerkt kunnen worden met een bepaalde ‘regionale verdeelsleutel’ zodat iedere regio de kans krijgt om zijn achterstanden weg te werken (indien zij daar ook voldoende financiering tegenover zetten). Zoals uit de inventarisatie blijkt is de opgave in alle deelregio’s groot. De scores zijn in ieder geval bewust ‘regioneutraal’ bepaald, omdat die regionale verdeling nog een punt van onderhandeling kan zijn tussen provincies en deelregio’s. Overigens merken wij op dat de toekenning van rijks- en provinciale subsidiemiddelen binnen het PHP voor Noord-Holland waarschijnlijk via een tendersystematiek zal verlopen. Gemeenten bepalen dan zelf welke terreinen zij naar voren schuiven om subsidie te krijgen in het kader van het PHP. Door die opzet is de exacte score in de hier gehanteerde beoordelingssystematiek van geringere betekenis, wat het belang van een discussie over een punt meer of minder voor een locatie relativeert. In bijlage 9 staan de subscores van alle terreinen per criterium weergegeven. In de paragrafen hierna wordt alleen gekeken naar de totaalscore die de terreinen/projecten hebben behaald. De zeef In figuur 5.1 staat de zeef of ‘prioriteringsboom’ weergegeven. Niet alle opgegeven terreinen/projecten zijn gescoord en dus geprioriteerd. In afstemming met de begeleidingscommissie is een ‘zeef’ overeengekomen op basis waarvan is bepaald dat prioritering van specifieke terreinen/projecten niet nodig of aan de orde is. Er zijn drie soorten terreinen die niet gescoord zijn. Deze projecten worden in paragraaf 5.3 overzichtelijk op een rij gezet en toegelicht.
50
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Figuur 5.1: Zeef en prioritering herstructureringsprojecten Plabeka(bruto hectares)
Totale voorraad bestaande bedrijventerreinen in de Plabeka deelregio’s
Herstructureringsprojecten bedrijventerreinen in de Plabeka deelregio’s Aantal projecten: 140 Totale oppervlakte: 3074,5 ha
Zwaarte aanpak (opgave gemeenten)
Facelift NIET GESCOORD Zie paragraaf 5.3
Revitalisering en herprofilering
Revitalisering en herprofilering, met deels transformatie (<33% van het terrein)
Transformatie (op >33% van terrein) NIET GESCOORD Zie paragraaf 5.3
13 projecten 73 projecten 21 projecten Facelift: 281,5 ha Transformatie:32,3 ha Totaal: 313,8 ha
Facelift: 200,1 ha Lichte revit: 884,7 ha Zware revit: 678,5 ha Herprof.: 399,9 ha Totaal: 2163,2 ha
Facelift: 44,7 ha Lichte revit: 43 ha Zware revit: 49,1 ha Herprof.: 84,4 ha Transformatie: 57,9 ha Totaal: 279,1 ha
33 projecten Lichte revit: 24 ha Herprof.: 47,7 ha Transformatie: 246,9 ha Totaal: 318,6 ha
Fasering aanpak (herindeling door Bureau Buiten o.b.v. verdiepende vragenlijsten en terreinbezoeken)
Lopende projecten
18 projecten F: 85,6 ha LR: 332,8 ha ZR: 185,9 ha H: 109,6 ha T: 37,3 ha Totaal: 751,2 ha
Scoren op criteria A t/m E Zie paragraaf 5.4
Start fysieke aanpak 2010-2013 (schop in de grond) 43 projecten F: 64,6 ha LR: 416,8 ha ZR: 456,2 ha H: 226,7 ha T: 17 ha Totaal: 1181,3 ha
Scoren op criteria A t/m E Zie paragraaf 5.5
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Start fysieke aanpak te verwachten 2014-2020 22 projecten F: 17,1 ha LR: 97,6 ha ZR: 85,1 ha H: 218,3 ha T: 3,6 ha Totaal: 421,7 ha
Start na 2020 NIET GESCOORD Zie paragraaf 5.3
3 projecten F: 77,5 ha LR: 80,5 ha ZR: 0,3 ha Totaal: 158,3 ha
Scoren op criteria A t/m E Zie paragraaf 5.6 51
5.3
Niet gescoorde projecten
Drie type projecten/terreinen waar geen scores zijn gegeven zijn: faceliftterreinen, transformatieterreinen waar meer dan 33% van de oppervlakte aan werkfunctie verdwijnt en projecten die pas na 2020 zullen/kunnen starten. 21 faceliftterreinen Voor onderstaande 21 projecten (zie tabel 5.1) is er grotendeels een facelift-opgave voorzien. In de tabel staan de percentages aangegeven van de bruto oppervlakte van het terrein waar die opgave op van toepassing is. En staan ook drie terreinen in waar deels ook transformatie aan de orde is. Die hadden net zo goed in tabel 5.2 opgenomen kunnen worden: dat had niets uitgemaakt. Het advies van de commissie Noordanus richtte zich echter niet specifiek op de facelift-aanpak: het rijk, IPO en VNG zijn met name geïnteresseerd in het wegwerken van achterstanden qua revitalisering en herprofilering van verouderde bedrijventerreinen. Dat is de kern van het convenant. Desondanks is het ook belangrijk om bepaalde terreinen op tijd (dus op het goede moment in de levenscyclus van het terrein) met een relatief kleine ingreep (bijvoorbeeld via een facelift) bij de tijd te houden. Als je dit als gemeente niet nalaat om te doen blijft de kwaliteit van het terrein op peil tegen veel lagere kosten dan dat momenteel aan de orde is voor de projecten waar het advies van Noodanus zich op richt. Daarom worden deze facelift projecten nadrukkelijk niet weggelaten in dit onderzoek maar worden ze hier apart gepresenteerd zodat ze wellicht toch in één of andere vorm (mede) ondersteund zullen worden door de provincie. In feite sloot de HIRB subsidie systematiek in het verleden nauw aan op het aanpakken van dit soort terreinen. Wellicht dat het PHP hier ook aandacht aan kan geven. Tabel 5.1: Faceliftterreinen (van hoog naar laag qua percentage terrein waar facelift aan de orde is)
1
Gemeente
Terreinnaam
Type herstructurering
Bruto ha
Net. ha
% Facel.
Almere
Poldervlak
Facelift
56,0
28,0
100%
5,0
100%
2
Bussum
Nieuwevaart
Facelift
10,0
3
Castricum
Castricummer Werf
Facelift
5,0
4,0
100%
Facelift
4,0
3,0
100%
8,0
100%
4
Castricum
Schultstet/Stetweg
5
Castricum
Boekel/Kanaalweg
Facelift
9,0
6
Heemskerk
De Houtwegen
Facelift
26,0
22,0
100%
7
Purmerend
De Koog
Facelift
35,0
26,0
100%
8
Wijdemeren
De Slenk
Facelift
15,0
13,0
100%
4,0
100%
9
Zaanstad
Kogerveld Noord
Facelift
5,0
10
Zaanstad
Blooksven/Smitsven
Facelift
2,0
1,0
100%
Facelift
1,0
1,0
100%
Facelift
6,0
4,0
100%
3,0
2,0
11
Zaanstad
Krommenierpad
Zaanstad
Noorddijk
13
Zaanstad
Pielkenrood/ Karlshamn
Facelift
14
Zaanstad
Verkade
Facelift
12,0
9,0
100%
2,0
100% 70%
12
15
Zaanstad
Zaandammerweg
Facelift
3,0
16
Amsterdam
Cruquiuswerkgebied
Facelift(+trans.)
17,2
13,7 3,3
% Lichte rev.
% Zware rev.
% Herpr.
% Transf.
100%
30%
17
Amsterdam
Zeeburgerpad
Facelift(+trans.)
5,9
70%
30%
18
Amsterdam
Amstel I (Overamstel)
Facelift(+trans.)
50,7
38,6
50%
50%
19
Almere
De Paal
Facelift
4,9
2,9
50%
20
Velsen (haven)
Noordwijkermeer
Facelift
40,0
35,0
21
Lelystad
Oostervaart
Facelift
150,0
104,0
20% 25%
Bron: opgave gemeenten
52
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
33 transformatieprojecten Net als bij facelift projecten zijn transformatieprojecten niet echt wat de commissie Noordanus in zijn advies voor ogen had als het gaat om het wegwerken van de achterstanden qua herstructurering. In feite wordt er bij transformatie immers ruimte voor de werkfunctie ‘onttrokken’ en komt in er in de meeste gevallen een woonfunctie voor in de plaats. Transformatie van bedrijventerreinen is een soort ingreep waar bijvoorbeeld de provincie Noord-Holland dan ook een mindere rol voor zichzelf ziet weggelegd. Dit speelt met name bij projecten waar transformatie op een groot deel van de oppervlakte van het bedrijventerrein speelt. In tabel 5.2 staan de terreinen opgesomd waar een flinke transformatieopgave aanwezig is. In voorliggend onderzoek is een grens van 33% gehanteerd om duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen de herstructureringsopgaven die op terreinen aanwezig zijn. De gekozen grens van 33% is enigszins arbitrair. Hier kunnen allerlei kanttekeningen bij geplaatst worden (bijvoorbeeld: waarom niet 40% of 50%) maar de kern van het verhaal is dat de provincie vooral middelen ter beschikking wil stellen voor projecten waar een substantieel tekort op de financiering aanwezig is. En over het algemeen zal dit tekort kleiner zijn bij projecten waar een deel van de financiering geregeld kan worden middels verevening binnen het terrein (‘wonen’ betaalt een deel van de herstructurering van het werken). Onderstaande lijst (tabel 5.2) geeft de terreinen/projecten waar dit het geval is. De lijst is gesplitst in twee delen: 16 terreinen die van 33% tot 75% van kleur verschieten (‘middelmatige transformatie’) en 17 terreinen die voor >75% naar wonen transformeren (‘grootschalige transformatie’). Er zijn twee terreinen waar transformatie de enige opgave is, maar het slechts een klein deel van het terrein betreft (bedrijventerrein Noord (20%) in Uitgeest en ABPO (10%) in Amsterdam). Tabel 5.2: Terreinen waarop transformatie plaatsvindt (van hoog naar laag qua percentage terrein waar transformatie aan de orde is)
Gemeente
Terreinnaam
Type herstructurering
Bruto ha
Netto ha
1
Amsterdam
Zeeburgereiland, RI-Oost
Transf. (>75%)
34,5
25,0
100%
2 3
Bussum
Verbindingslaan
Transf. (>75%)
0,5
0,5
100%
Haarlem
Delfststraat
Transf. (>75%)
2,2
1,2
100%
4
Haarlemmerliede Spaarnwoude
Lageweg
Transf. (>75%)
14,9
10,4
100%
5
Laren
Caliskamp
Transf. (>75%)
0,7
0,7
100%
6
Muiden
KNSF terrein
Transf. (>75%)
47,0
44,0
100%
7
Purmerend
De Where
Transf. (>75%)
5,4
3,3
100%
8
Waterland
Galgeriet
Transf. (>75%)
5,0
3,5
100%
% Facel.
% Lichte rev.
% Zware rev.
% Herpr.
% Transf.
9
Zandvoort
Noordduinweg
Transf. (>75%)
2,5
1,9
100%
10
Zandvoort
R. Kochstraat
Transf. (>75%)
0,5
0,4
100%
11
Haarlemmermeer
Nijverheidsstraat
Transf. (>75%)
1,4
0,8
12
Weesp
Nijverheidslaan
Transf. (>75%)
12,0
9,5
13
Zaanstad
Overtuinen
Transf. (>75%)
10,0
7,0
20%
80%
14
Zaanstad
Zuideinde Westzaan
Transf. (>75%)
2,0
2,0
20%
80%
15
Bussum
Bensdorp Cacao
Transf. (>75%)
4,0
1,2
25%
75%
16
Bussum
Kolonel Palmkazerne
Transf. (>75%)
2,0
2,0
25%
75%
17
Hilversum
Larenseweg
Transf. (>75%)
15,0
15,0
18
Zaanstad
Hemmes
Transf. (33-75%)
5,0
4,0
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
20%
80%
20%
80%
25%
75% 30%
53
70%
19
Purmerend
Wagenweg 75 Zeeburgereiland, Sluisbuurt Zeeburgereiland, Oostpunt
Transf. (33-75%)
15,6
9,0
30%
70%
Transf. (33-75%)
41,3
30,0
50%
50%
Transf. (33-75%)
16,5
12,0
50%
50%
50%
50%
20
Amsterdam
21
Amsterdam
22
Amsterdam
NDSM werf Zuid
Transf. (33-75%)
7,2
6,0
23
Muiden
Havengebied/ Bruine Vloot
Transf. (33-75%)
1,0
0,8
50%
24
Lelystad
Gildenhof fase I
Transf. (33-75%)
18,0
8,0
50%
25
Lelystad
Gildenhof fase II
Transf. (33-75%)
18,0
8,0
50%
26
Ouder-Amstel
Ambachtenstraat
Transf. (33-75%)
3,0
3,0
50%
50%
27
Wormerland
Nieuweweg/ Bruynvisweg
Transf. (33-75%)
15,0
5,0
50%
50%
28
Zaanstad
Kogerveld Mid.
Transf. (33-75%)
13,0
9,0
29
Zaanstad
Houthavenkade
Transf. (33-75%)
1,0
1,0
30
Zaanstad
Noordeinde
Transf. (33-75%)
0,9
0,6
50%
50%
31
Heemstede
Haven e.o.
Transf. (33-75%)
3,6
3,0
60%
40%
32
Uitgeest
Bedr.terrein Noord
Transf. (33-75%)
33,0
25,0
20%
Amsterdam
ABPO (Weespertrekvaart NZ)
Transf. (33-75%)
36,0
36,0
10%
33
50%
50% 50%
Bron: opgave gemeenten
3 projecten starten (mogelijk) na 2020 Onderstaande drie projecten (tabel 5.3) zijn projecten die nog dusdanig in de ‘ideefase’ zijn dat de gemeenten niet verwachten dat hier de komende 10 jaar een schop in de grond zal gaan. Zij worden dus naar alle waarschijnlijkheid (nog) niet opgenomen in het PHP 2010-2013. Tabel 5.3: Projecten die starten na 2020 Gemeente
Terreinnaam
Type herstructurering
1
Wijdemeren
Reeweg
2
Wijdemeren Zaanstad (haven)
3
Bruto ha
Netto ha
Planfase
Revitalisering/Herprofilering
2.0
1,6
Ideefase
De Zodde
Revitalisering/Herprofilering
1,3
1,3
Ideefase
Westerspoor Zuid
Revitalisering/Herprofilering
155,0
99,0
Ideefase
Bron: opgave gemeenten
Herstructurering glastuinbouw Herstructurering van glastuinbouwgebieden viel niet direct binnen de scope van dit onderzoek. Bij de inventarisatie hebben twee gemeenten echter wel zo’n type project opgegeven: PrimaveraA in de Haarlemmermeer en Buitenvaart in Almere. De herstructurering van glastuinbouwgebieden wijkt enigszins af van het type herstructurering waar de PHP’s over zouden moeten gaan (zoals bedoeld in de kern van de onderhandelingen tussen rijk, IPO en VNG). De provincie zal zelf moeten bepalen in hoeverre zij dit type ingreep wil meenemen in het PHP.
54
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
50%
5.4
Aanzet tot prioritering lopende projecten
Definitie planfase In het onderzoek hebben we de volgende definities aangehouden qua planfases voor projecten: • ideefase Æ Er bestaan premature plannen/ideeën om aan de slag te gaan op dit terrein. Terrein staat mogelijk genoemd in beleidsstukken, maar plannen zijn nog niet concreet uitgewerkt. • studiefase Æ er worden, bijvoorbeeld in voorbereiding op een plan van aanpak, onderzoeken verricht naar de haalbaarheid van een herstructureringsproject of subsidieaanvragen opgesteld. • planfase Æ Plannen van aanpak zijn/worden opgesteld. Plannen kennen al dan niet volledige financiële dekking. De PvA’s zijn mogelijk al geaccordeerd door B&W en raad, maar project is nog niet in uitvoering. • uitvoeringsfase Æ financiering voor het project is rond en de eerste (fysieke) ingrepen hebben plaatsgevonden. Van onderstaande 18 projecten (zie tabel 5.4) hebben de gemeenten aangegeven dat de projecten in de ‘uitvoeringsfase’ zijn aanbeland en dat het dus lopende projecten zijn. Niet voor alle terreinen kan dat exact worden nagegaan, maar feit is wel dat een groot deel van deze terreinen/projecten niet veel capacitaire of financiële steun meer nodig zullen hebben van de provincie. De plannen zijn immers al uitgedacht en volgens de gemeente is de financiering al rond en hebben de eerste fysieke ingrepen plaatsgevonden. De projecten zijn echter wél van belang voor het PHP, omdat in sommige gevallen enkele van deze (lopende) projecten in de nabije toekomst zullen/kunnen worden geüpgrade. De aanpak van het terrein wordt bijvoorbeeld verder uitgebreid met nieuwe ingrepen. Dan is het wel weer interessant voor de provincie om misschien te kijken in hoeverre cofinanciering relevant is. Vandaar dat deze terreinen/projecten zijn gescoord en geprioriteerd. De terreinen/projecten staan op volgorde van totaalscore over de 5 criteria van hoog naar laag en op alfabetische volgorde van het bedrijventerrein gerangschikt in tabel 5.4. Een onderstreepje totaalscore geeft aan dat aan dit terrein een terreinbezoek is gepleegd in het kader van dit onderzoek. Tabel 5.4 : Een aanzet tot prioritering van lopende projecten (van hoog naar laag qua puntentotaal, op alfa-
betische volgorde van terreinen) Gemeente
Terreinnaam
1
Amsterdam
Buiksloterham
2
HaarlemmerliedeSpaarnwoude
Sugar City
3
Amsterdam (haven)
Stadhaven Minerva
4
Haarlem
Waarderpolder
5
Amsterdam
NDSM werf Oost
6
Zaanstad
Assendelft Noord
7
Haarlemmermeer
Fokkerterrein
8
Zaanstad
Molletjesveer
9
Diemen
Verrijn Stuart (huidig project)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Type herstructurering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering
Bruto ha
Netto ha
Totaalscore
100,0
52,0
17
10,5
7,4
17
41,0
41,0
16
240,0
160,0
16
20,5
17,1
15
34,0
25,0
14
45,0
32,0
14
54,0
37,0
14
49,8
38,3
14
55
10
Zaanstad (haven)
Achtersluispolder
11
Huizen
’T Plaveen (Lucent)
12
Velsen (haven)
Zeehavens IJmuiden
13
Uithoorn
Bedrijventerrein Uithoorn
14
Haarlemmermeer
De Pionier
15
Haarlemmermeer
Spoorzicht
16
Haarlemmermeer
De Weeren
17
Amsterdam (haven)
Vervoerscentrum
18
Wijdemeren
Rading
Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering
99,0
72,0
13
6,0
6,0
13
126,0
80,0
13
91,0
82,0
12
20,1
14,1
12
39,6
24,4
12
32,4
23,5
12
54,5
31,1
10
7,0
7,0
5
Bron: opgave gemeenten, scoring door Bureau BUITEN
5.5
Aanzet tot prioritering 2010-2013
Het PHB wil via voorliggend onderzoek in beeld krijgen welke projecten relevant kunnen zijn om te ondersteunen qua capaciteit. Daarnaast hebben de provincies Noord-Holland en Flevoland een integraal overzicht nodig van de urgentie en haalbaarheid van projecten, zodat zij daar enigszins rekening mee kan houden in het PHP. Het zijn met name de projecten in deze paragraaf die daar interessant voor zijn. Het gaat dan vooral om projecten waar echt een (stevige) revitaliserings- of herprofileringsslag aan de orde is. Enerzijds kunnen dit projecten zijn die al vrij ver in de planfase gevorderd zijn en die alleen nog wachten op het sluitend maken van de financiering van het project. Daarnaast bevat onderstaande lijst (tabel 5.5) ook projecten die nog niet zo ver in de planvorming zijn en bijvoorbeeld nog in de idee- of studiefase zitten. Op dit soort projecten zou allereerst nog meer inzet gepleegd moeten en kunnen worden door de partijen op onderzoeksgebied en (afronding van) planvorming zodat op middellange termijn een schop in de grond kan. Vaak blijft de herstructurering van projecten steken in de planvormingsfase en komen zij nooit tot uitvoering omdat er geen geld of capaciteit is om plannen uit te werken of de uiteindelijke uitvoering van plannen te financieren. Bedrijventerrein de Pijp in Beverwijk is daar een voorbeeld van. Voor een deel bevinden de terreinen op onderstaande lijst (tabel 5.5) zich in een ‘grijs gebied’ met de lijst op tabel 5.4. Dat maakt echter niet veel uit: zowel de terreinen uit tabel 5.4 als 5.5 zijn interessante terreinen voor het PHP 2010-2013. Hoe hoog de terreinen scoren maakt daarbij niet eens zoveel uit. De scores geven namelijk geen ‘absolute prioriteit’ weer. Wellicht ten overvloede: zoals in paragraaf 5.2 toegelicht zijn de 83 terreinen via een zo objectief mogelijke scoringsmethode in relatieve zin (dus ten opzichte van elkaar) vergeleken op urgentie, haalbaarheid, ruimtewinst en duurzaamheid. Het is een dynamische lijst: scores kunnen veranderen in de loop van de tijd. Uiteindelijk bepalen gemeenten grotendeels zelf voor welke terreinen zij, in het kader van het PHP, financiering gaan aanvragen. Een lagere score dan andere terreinen betekent niet dat het terrein of project per definitie buiten het PHP zal vallen. Integendeel. Onderstaande exercitie is slecht een eerste aanzet tot prioritering: in deze tijden van bezuinigingen en verkiezingen kan het immers lastig kiezen zijn op welke terreinen overheden zich moeten richten. De onderhandelingen en definitieve keuzes zullen na publicatie van dit rapport pas vorm gaan krijgen.
56
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Net als in de vorige paragraaf staan de terreinen/projecten op volgorde van totaalscore over de 5 criteria van hoog naar laag en op alfabetische volgorde van het bedrijventerrein gerangschikt. Een onderstreepte totaalscore geeft aan dat aan dit terrein een terreinbezoek is gepleegd in het kader van dit onderzoek. Gooimeer Zuid kon niet gescoord worden omdat er niet genoeg informatie beschikbaar was. Tabel 5.5 : Aanzet tot prioritering van projecten ‘schop in de grond tussen 2010-2013’ (van hoog naar laag qua
puntentotaal, op alfabetische volgorde van terreinen)
Gemeente
Terreinnaam
1
Amsterdam
Food Center Amsterdam
2
Amsterdam (haven)
3
Amsterdam
4
Weesp
Bedrijventerrein Noord
5
Amsterdam
Hamerstraatgebied
6
Hilversum
Havenkwartier
7
Haarlemmermeer
De Hoek
8
Amsterdam
Landlust
9
Amsterdam (haven)
10
Zaanstad
11
Amsterdam
Amstel III, deelgebied 1
12
Amsterdam
Amstel III, deelgebied 2
13
Amsterdam (haven)
ADM terrein (Amerikahaven)
14
Haarlemmermeer
Cruquius
15
Haarlemmermeer
Graan v.Visch Zuid
16
Zaanstad (haven)
Hembrugterrein
17
Zaanstad
Kogerveld Zuid
18
Beverwijk (haven)
De Pijp
19
Amsterdam (haven)
Westhaven autoterminal
20
Zaanstad
Krommenie Oost
21
Amstelveen
Legmeer
22
Ouder-Amstel
Molenkade-Industrieweg
23
Almere
De Steiger
24
Velsen (haven)
Grote Hout
25
Aalsmeer
Hornmeer
26
Hilversum
Kerkelanden
27
Hilversum
Mussenstraat
Westerhoofd (Coen- en Vlothaven) Amstel Bus. Park Zuid (Amstel II)
Main/Moezelhaven (Westhaven) Zuiderhout (incl. Bruynzeel)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Type herstructurering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/
Bruto ha
Netto ha
Totaal punten
25,5
14,0
15
6,0
4,5
15
91,6
61,8
14
75,5
60,5
14
36,5
28,0
14
28,8
20,0
14
33,3
23,3
14
8,5
6,5
14
14,0
12,0
14
73,0
52,0
14
15,0
13,0
13
15,0
13,0
13
73,0
60,0
13
23,8
6,6
13
32,9
20,7
13
46,0
16,0
13
15,0
11,0
13
99,0
84,0
13
47,0
47,0
13
6,0
4,0
12
26,0
18,0
12
6,0
5,4
12
38,0
22,1
12
47,0
33,0
11
31,0
27,0
11
25,0
19,0
11
5,0
4,0
11
57
Herprofilering 28
Velsen/Beverwijk
Business Park IJmond
29
Amsterdam
Gemboterrein
30
Haarlemmermeer
De Liede
31
Huizen
T Plaveen (BNI)
32
Almere
De Vaart I, II, III
33
Diemen
34
Amsterdam
35
Hilversum
Liebergweg
36
Hilversum
Oude Amersfoorseweg
37
Haarlemmermeer
Boesingheliede
38
Huizen
‘t Plaveen (overig)
39
Haarlemmermeer
Rijsenhout
40
Hilversum
Korte Noorderweg
41
Almere
Ambachtsmark
42
Diemen
De Sniep
43
Naarden
Gooimeer Zuid
Verrijn Stuart (vervolgproject) Zeeburgereiland (bedrijvenstrook)
Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering
100,0
53,3
10
2,4
1,4
10
49,0
34,1
10
5,5
5,5
10
226,0
144,5
10
49,8
38,3
10
20,7
15,0
10
10,0
8,0
9
9,0
8,0
9
10,6
7,4
8
38,5
38,5
8
8,6
6,0
8
4,0
3,0
7
4
3,4
6
4,9
4,4
6
25,0
18,3
PM
Bron: opgave gemeenten, scoring door Bureau BUITEN
5.6
Doorkijk 2014-2020
In de afspraken met het rijk hebben de provincies afgesproken dat een groot deel van achterstand van de herstructureringsopgave moet zijn weggewerkt voor 2020. Er komen op termijn dus ook nog PHP’s voor de periode na 2014. Om daarop alvast voor te sorteren geven wij in deze paragraaf een doorkijk van projecten waar na 2014 een schop in de grond zou kunnen. Een deel van deze projecten zouden in 2014 of 2015 van start kunnen als in de periode 2010-2013 dusdanige voortgang wordt gemaakt op het gebied van planvorming en het sluitend maken van de financiering van het project dat ze na 2014 van start kunnen. De scores van onderstaande terreinen (zie tabel 5.6) worden de komende jaren vanzelf hoger als zij verder raken qua haalbaarheid (dus verder zijn in de planvorming) en als de urgentie hoger zou worden.
58
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Tabel 5.6 : Aanzet tot prioritering van projecten 2014-2020 (van hoog naar laag qua puntentotaal, op alfabetische volgorde van terreinen) Gemeente
Terreinnaam
1
Amsterdam
Amstel III, deelgebieden 3 t/m 7
2
Zaanstad
Aris van Broekweg
3
Zandvoort
AWZI
4
Zaanstad
Breedweer
5
Zaanstad
Touwslagerstraat/Zuiddijk
6
Zaanstad
Zuideinde/Plein13/Dubbele Buurt
7
Zaanstad
Bonar Floors
8
Zaanstad
D. Sonoyweg
9
Zaanstad
Stationsstraat Koog
10
Zaanstad
Loders Croklaan
11
Diemen
Stammerdijk
12
Zaanstad
Tate&Lyle
13
Haarlemmermeer
Vicon
14
Beemster
Bamestraweg
15
Beemster
Insulindeweg
16
Uithoorn
de Kwakel
17
Wijdemeren
Nieuw Walden/Machineweg
18
Almere
Hollandse Kant
19
Almere
Gooisekant
20
Almere
Draaiersplaats
21
Almere
Markerkant
22
Almere
Randstad
Type herstructurering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/Herprofilering (en <33% transformatie) Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering Revitalisering/ Herprofilering
Bruto ha
Netto ha
Totaal punten
156,6
103,4
12
3,0
2,0
10
3,6
2,7
10
2,0
2,0
10
4,0
3,0
10
4,0
3,0
10
7,0
5,0
9
14,0
10,0
9
6,0
5,0
9
3,0
2,0
8
14,0
10,0
8
2,0
1,5
8
16,0
16,0
7
2,8
2,3
6
7,8
3,3
6
5,3
2,5
6
11,0
11,0
5
35,0
27,4
5
60,0
32,4
4
4,0
1,3
3
49,0
29,0
3
18,5
10,5
3
Bron: opgave gemeenten, scoring door Bureau BUITEN
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
59
60
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
6
Tot slot
De herstructureringsopgave in de Metropoolregio Amsterdam is tot stand gekomen op basis van de enquêteresultaten, het overige schriftelijke materiaal en de terreinbezoeken. De vraagstelling aan Bureau BUITEN is in principe beperkt tot een weergave van dat materiaal inclusief het geven van een eerste aanzet tot prioritering. Echter, de resultaten geven ons aanleiding voor een nadere bespiegeling met enkele meer beleidsmatige aanbevelingen.
6.1
Hoe nu verder op korte termijn?
Zwaarte opgave in perspectief Het eerste wat opvalt is de grote omvang in aantallen terreinen, areaal, zwaarte en geschatte kosten. Zelfs wanneer alleen naar de revitaliserings- en herstructureringsprojecten wordt gekeken waar tussen 2010-2013 fysiek mee kan worden gestart en die relatief hoog scoren, is duidelijk dat de opgave in vergelijking tot de beschikbare rijks- en provinciale middelen en afgezet tegen de capaciteit van het PHB enorm groot is. Daar zijn overigens wel enige kanttekeningen bij te plaatsen. In de prioritering is grote waarde gehecht aan de perceptie van urgentie van herstructurering. Bij elke locatie hoort een eigen verhaal en vanuit dat verhaal is de herstructurering noodzakelijk en krijgt daarmee een zekere urgentie. Zonder direct ingrijpen draaien de meeste bedrijven op de verouderde terreinen echter ‘gewoon’ door en is er wel enige verdere achteruitgang te verwachten, maar het is niet per se zo dat dan de toekomstige kosten ook sterk stijgen. Een tweede relativerende opmerking over de grote korte termijn opgave betreft de inschatting van de haalbaarheid. Op veel locaties gaat het om plan of zelfs pre-planfase. In die fase zijn betrokkenen vaak erg optimistisch over planning, vergunningen, gemeentelijke cofinanciering en de mede-investeringsbereidheid van ondernemers. De praktijk is vaak een stuk weerbarstiger. Pragmatisch beslissen op korte termijn, daarna selectiviteit en realisme Het is daarom goed om op basis van uitgewerkte plannen te beslissen over uiteindelijke bijdragen uit het PHP en de lijst te behandelen als een dynamische prioritering: locaties kunnen op pragmatische gronden (wel of geen gemeentelijke bijdrage beschikbaar, wel/geen procestrekker aanwezig, wel/geen goed functionerend aanspreekpunt vanuit het bedrijfsleven) stijgen of dalen op de lijst. Voor de korte termijn moet de inzet vooral ook worden bepaald op grond van dit soort pragmatische overwegingen. Zowel naar publieke als de private partijen toe is het bovendien ook van belang dat het PHB laat zien dat herstructurering wel lukt en zin heeft als je er voldoende capaciteit en middelen op zet. Voor de langere termijn (hier bedoeld als: de periode na 2013 maar waarvoor de voorbereiding in feite nu al begint) moet echter na worden gedacht over een scherpere selectie voor wat betreft de publieke inzet in termen van menskracht en middelen. De indicatieve totale kosten voor de opgave voor 2010-2020 – berekend op basis van kentallen uit verschillende bronnen – zal uitkomen ergens tussen de €500 en €1.500 miljoen (zie paragraaf 4.6 en bijage 7). Die middelen zijn er nu niet en het is niet waarschijnlijk dat ze er op korte termijn komen. Los daarvan is ook de vraag: weegt de (beoogde) opbrengst wel op tegen een dergelijk beslag op publieke middelen?
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
61
Wij adviseren daarom de volgende strategie voor de korte en middellange termijn: Termijn PHP (2010-2013): • Zie de lijst als een dynamische prioritering waarbij terreinen kunnen stijgen en dalen • Beslis op basis uitgewerkte plannen over bijdrage uit het PHP • PHB: demonstreer dat herstructurering bij voldoende inzet van de grond komt 2014 en daarna: • Scherpere selectie publieke inzet (menskracht & middelen) • Breng beoogde opbrengst herstructureringsoperaties in als selectieargument
6.2
Strategische denklijnen voor de toekomst
Inspelen op veranderende werklocaties De samenwerkende overheden in de MRA moeten proberen een grotere differentiatie in het wensbeeld voor terreinen aan te brengen. Impliciet en soms onbewust spiegelen we veel bedrijventerreinen aan de uitstraling van ‘business parks’. Een dergelijk ambitieniveau leidt tot enorme kosten, terwijl een functioneel kwaliteitsniveau voor veel ondernemers op een bedrijventerrein voldoende is (“vorm volgt functie”). Wij zijn van mening dat overheden moeten accepteren dat de markt voor bedrijventerreinen van karakter is veranderd en dat de tijd van de grote uitbreidingsvolumes – afgezien van specifieke deelmarkten of een schaalsprong Almere – voorbij is. In dat kader moet op grond van eenvoudige kosten-baten-analyses soms gewoon de voorkeur worden gegeven aan transformatie boven kostbare en geforceerde herstructurering. En daar waar herstructurering duur is en transformatie nog niet haalbaar, past een strategie van ‘verelendung’: in zo’n gebied voert de overheid haar basistaken uit (ontsluiting, openbare ruimte, veiligheid), maar wordt niet fors geïnvesteerd. Via haar publiekrechtelijk ROinstrumentarium verruimt de overheid de bestemmingsmogelijkheden en op een zeker moment is de vastgoedwaarde in zo’n gebied aantrekkelijk laag genoeg om private partijen tot aankoop en transformatie te verleiden. Een dergelijke strategie werkt nu overigens al goed in regio’s met hoge afzetprijzen en schaarste op de bedrijfsruimtemarkt, zoals het Gooi. We zien ook een taak voor het PHB om te werken aan waarde- en gebiedsontwikkeling via een gecombineerde inzet van rekenen, tekenen en planoptimalisatie. Daar ligt nog een groot potentieel. Perspectieven bieden voor verzakelijking: de gebruiker betaalt In de tweede plaats – en dat is eigenlijk veel fundamenteler – moet het spoor van de verzakelijking van de bedrijventerreinenmarkt in de MRA handen en voeten worden gegeven. Het uitgeven van kavels zonder een adequate beheerformule (parkmanagement-plus) waarin een opslag zit voor groot onderhoud is eigenlijk een onverantwoorde hypotheek op de toekomst. Het moet de norm worden dat – afgezien van de reguliere infrastructuur – partijen zelf hun broek moeten ophouden. Dan wordt het logisch dat gebruikers gaan huren en gespecialiseerde partijen ontwikkeling en exploitatie voor hun rekening nemen. Er zijn al interessante modellen ontwikkeld waarbij huurders bijvoorbeeld aandelen in een vereniging van eigenaren kunnen kopen, waarmee ook het klassieke pensioen-argument voor de MKB’-er een plek kan krijgen in een dergelijke andere marktstructuur.
62
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Wie de opgave beziet vanuit een vastgoedperspectief krijgt overigens ook gelijk een ander financieel perspectief. Omdat wel duidelijk is dat je de grote opgave (1.500 ha tot 2020, zie bijlage 7) tegen €1 miljard aan kosten (het midden van de bandbreedte van €0,5 mrd en €1,5 mrd) niet met de relatief beperkte publieke middelen (enkele tientallen miljoenen) kan oplossen moet je als overheid de bedrijventerreinenmarkt wel proberen te verzakelijken. Onderstaand rekenvoorbeeld laat zien dat het invoeren van een duurzaam systeem van ‘de gebruikers (lees: ondernemers) betalen mee’ in financiële zin best haalbaar kan zijn. Bij het investeren van € 1.000 miljoen op 1.500 ha verouderde bedrijventerreinen praat je bij een FSI van 0,7 over een investering van €95 per m2 bvo bedrijfsruimte om de terreinen weer ‘bij de tijd’ te krijgen. Als je rekent met een (ruime) BAR van 10% dan zou dit betekenen dat de gebruikers ongeveer €10 extra huur per m2 bvo per jaar (‘tot oneindig’) zouden moeten betalen om op de bestaande terreinen toekomstbestendig beheer te kunnen uitvoeren waarbij de kwaliteit van de terreinen continu op niveau gehouden kan worden. De sleutel ligt dus in het creëren van het perspectief waarbij de gebruiker betaalt voor wat hij afneemt. Dat vraagt om bedrijvengebiedsontwikkeling en –exploitatie voor – vanuit vastgoedperspectief – gelijksoortige bedrijvigheid, zodat er sprake is van enigszins homogene wensen over uitstraling en onderhoud. Toekomstvisie Voor ons gevoel leidt dat tot twee begaanbare uitersten die we in de toekomst meer zullen gaan zien. Aan de ene kant meer gemengde werkgebieden, waar de vitaliteit en kansen in het gebied de private investeringsbereidheid op peil houden. Aan de andere kant privaat beheerde locaties – a la het Media Park – waar een ontwikkelende belegger de zaken regelt. We houden ongetwijfeld ook een tussencategorie die lijkt op onze reguliere bedrijventerreinen van nu, maar ook daar zal op termijn de norm moeten gaan worden dat bedrijven betalen voor het in stand houden van de kwaliteit. Het is daarbij ook interessant om de resultaten van het voorgenomen onderzoek naar de regionale grondmarktprijzen of grondprijssystematiek(en) hierbij te betrekken. Noordanus constateert terecht dat goedkoop hierbij voor de publieke partijen op termijn een vorm van duurkoop is en dat hogere prijzen mede een dekking kunnen vormen voor de herstructurering. Onderkend moet overigens worden dat er natuurlijk ook een specifieke probleemcategorie is van nu verouderde terreinen, waar de vastgoedwaarde met de beste wil van de wereld niet op een hoger peil kan worden gebracht en waar sprake is van publiek en privaat achterstallig onderhoud. Voor die locaties zal de overheid aan zet zijn en blijven. Ook zijn er vormen van infrastructuur- neem een kadewand van aan zeehaventerrein – die kostbaar zijn en waarvan de exploitatie zonder overheidsbijdrage niet haalbaar is. Op grond van andere overwegingen – wens om meer vervoer over water af te wikkelen bijvoorbeeld – kan dan een publieke bijdrage worden gerechtvaardigd. Maar het is dan wel zaak om geen of minder geld en menskracht te stoppen in andere locaties, met meer financieel potentieel. Kern van de argumentatie is dat de MRA en het PHB aan de ene kant nu pragmatisch moet herstructureren (er is immers wel een grote opgave en achterstand) maar tegelijkertijd moeten nadenken over een meer selectieve publieke investeringsstrategie en een fundamenteel andere marktstructuur. Het alternatief is hopen op een pot van 1 miljard euro!
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
63
64
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 1
Contactpersonen en respons
Op alfabetische volgorde van gemeente: Gemeente nr.
Gemeente/ Instantie:
Naam contactpersoon algemene vragenlijst:
Naam contactpersoon verdiepende vragenlijst:
Aanwezig bij terreinbezoek (naast Luuk Stevens/Joost Hagens):
1
Aalsmeer
Jennifer Meijers
Idem
2
Almere
H.P. Krolis
idem
3 4a
Amstelveen Amsterdam EZ Centrale Stad Amsterdam projectbureau Zuidoostlob
Haydee op ‘t Veld Pieter Hoogenraad & Hans Duimelaar
Idem nvt
Hornmeer: Jennifer Meijers (Aalsmeer), Rini Schoutsen (PHB), Frank Voorbergen (PHB) en vertegenwoordiging ondernemersvereniging De Vaart 1, 2, 3 en De Steiger: Anton Bokkers, Paul Denninghof (beide Almere) en Frank Voorbergen (PHB) -
Nvt
Fred Kolfoort / Suzanne de Wit
Amsterdam projectbureau Noordwaarts
Nvt
Buiksloterham: Joreen Röben / Frodo Bosman
4b
4c
NDSM terrein / Hamerstraat: Mathijs Kok / Rob Vooren Binnur Berkholz (Stadsdeel Noord): Gembo terrein Marlene Rienstra
Bedrijvengebeid Zuidoost (Amstel III): Fred Kolfoort & Iris van der Horst (beide projectbureau ZOL) Buiksloterham: Frodo Bosman (Projectbureau NW) NDSM terrein: Pieter Daas (Projectbureau NW)
4d
Amsterdam Stadsdeel Westerpark
Nvt
4e
Amsterdam Stadsdeel Bos en Lommer Amsterdam projectbureau IJburg Amsterdam Stadsdeel Zeeburg Amsterdam projectbureau Wibaut a/d Amstel
Nvt
Odette Nollen
Nvt
Marice de Lange
-
Nvt
Dhr. Polak
-
nvt
Jeroen van Straten (Amstel I/ Overamstel en ABPO: PM)
-
4f
4g
4h
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
FCA/Centrale Markthallen: Marlene Rienstra (OGA) Ben van de Ven (projectleider FCA), Jan de Wit (projectleder Stadsdeel), Rini Schoutsen (PHB) Landlust: Odette Nollen (Stadsdeel B&L)
65
5 6 7 8 9 10
Beemster Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bussum Castricum
11
Diemen
12 13 14 15
Edam-Volendam Haarlem Haarlemmerliede Spaarnwoude Haarlemmermeer
16 17 18
Heemskerk Heemstede Hilversum
W. Brander A. Borg Marije Drost
19
Huizen
Richard van Noord
20 21 22 23 24 25 26
Landsmeer Laren Lelystad Muiden Naarden Oostzaan Ouder-Amstel
M. Mantel H. Prins de Jong R.J. Moorman Sjouke Woudstra Margo Molkenboer P. Sondaar Gerard Castelein
27 28 29
Purmerend Uitgeest Uithoorn
Harry Buseman P. Dicker Hidde vd Heide
66
P. Koopmijners Idem Els Steenbeek Geen opgave tot 2020 buiten haven Geen bestaande bedrijventerreinen Geen bestaande bedrijventerreinen David de Jong Dhr. Herngreen Mirjam van der Horst Jansen Conchita van der idem Verrijn Stuart, Stammerdijk: Sande Conchita van der Sande (Diemen) M. Wiffrie Geen opgave tot 2020 J. Appelman Idem M.E. Driessen idem Cecile de la Rambelje
Cecile de la Rambelje / Aafke Kaspers
Cruquius: Cecile de la Rambelje (H’meer), Hannie van den Bosch (gebieds-manager) De Liede en Boeselingerliede: CdlR, Peter de Graaf (gebiedsmanager) Graan voor Visch: CdlR, Jo-Else Seinstra (gebiedsmanager), Rini Schoutsen (PHB) en vertegenwoordiging ondernemersvereniging De Hoek: CdlR, RS, Christa van der Weij (gebiedsmanager) en vertegenwoordiger Segro Idem idem idem Havenkwartier, Kerkelanden, Liebergerweg, Oude Amersfoortse-weg: Marije Drost (Hilversum), Sabine ten Brinke (PHB) idem T Plaveen: R. van Noord (Huizen), Frank Voorbergen (PHB) Geen opgave tot 2020 Geen opgave tot 2020 idem Molenkade-Industrieweg; Gerard Castelein (Ouder Amstel) Amstel Business Park: Gerard Castelein (Ouder Amstel), Saskia Park (projectbureau ZOL) Kees Schrama idem -
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
30 31
Velsen Waterland
32
Geen opgave tot 2020 buiten haven -
Weesp
M. Haeser L. Demmers - van Es PM (Galgeriet) Liesbeth Bijvoet
33 34
Wijdemeren Wormerland
J. Vergeer J. de Jong
35
Zaanstad
W. Kuenen / Casper de Canne
idem PM (Nieuweweg/ Bruynvisweg) W. Kuenen / Casper de Canne
36 37 38
Zandvoort Zeevang Haven Amsterdam
H. v.d. Weerdhof Peter Aalbers Pito Dingemanse
39
Projectbureau Masterplan NZKG
Rob Kaufmann
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
idem
Noord-Middengebied, Noord-Noord, NoordRijnkade/Amstelland-laan, Marinecomplex: Liesbeth Bijvoet (Weesp) en vertegenwoordiging ondernemersvereniging -
Kogerveld: W. Kuenen, Casper de Canne, Mignon van den Berg (allen Zaanstad) Zuiderhout: W. Kuenen, Casper de Canne, Fred Molanus (allen Zaanstad) Krommenie Oost: W. Kuenen, Casper de Canne (Zaanstad) F. Bloeme Geen opgave tot 2020 idem Amerikahaven (ADM), Westhaven (Koopman, Moezel/Main), Coenhaven Pito Dingemanse (Haven A’dam) Mevr. A. Been De Pijp(Beverwijk), Grote out/NAM(Velsen): Remko Velsen ZeehaSchnieders en Rob Kauffman ven IJmuiden: (beide RON) mevr. Dubbelaar
67
68
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 2
Samenstelling begeleidingscommissie
Dhr. Cor Brandsema (kwartiermaker PHB, voorzitter begcie) Dhr. Frank van der Burgh (projectassistent PHB, secretaris begcie) Dhr. Casper de Canne (Plabeka, voorzitter werkgroep Herstructurering) Dhr. Martin Bekker (Stadsregio Amsterdam) Dhr. Frank Voorbergen (PHB, accountmanager regio Zaanstreek – Waterland) Dhr. Remko Schnieders (PHB, accountmanager regio IJmond - Haarlem) Mevr. Sabine ten Brinke (PHB, accountmanager regio Gooi en Vechtstreek en Almere/Lelystad) Mevr. Rini Schoutsen (PHB, accountmanager regio Amsterdam - Amstelland - Meerlanden) Dhr. Tom Lips (Provincie Noord-Holland)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
69
70
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 3
De opgave naar type (Noord-Holland)
Gesorteerd naar type (zes klassen: geen opgave, facelift, revitalisering/herprofilering, revitalisering/herprofilering met <33% transformatie, transformatie 33% - 75% en transformatie >75%) en alfabetische volgorde van gemeenten. Bron: opgave gemeenten Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
2
Gemeente Blaricum
Geen opgave tot 2020 buiten haven Geen bedrijventerreinen
3
Gemeente Bloemendaal
Geen bedrijventerreinen
4
Gemeente Edam-Volendam
Geen opgave tot 2020
5
Gemeente Landsmeer
Geen opgave tot 2020
6
Gemeente Oostzaan
Geen opgave tot 2020
Gemeente Velsen
1
Gemeente Beverwijk
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
% Facel.
% Lichte Rev.
% Zw.Rev.
% Herpr.
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha) % Transf
Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
8
Gemeente Zeevang
Geen opgave tot 2020 buiten haven Geen opgave tot 2020
9
Gemeente Bussum
Nieuwevaart
10,0
5,0
100%
10,0
0,0
0,0
0,0
0,0
10
Gemeente Castricum
Castricummer Werf
5,0
4,0
100%
5,0
0,0
0,0
0,0
0,0
11
Gemeente Castricum
Schulpstet/Stetweg
4,0
3,0
100%
4,0
0,0
0,0
0,0
0,0
12
Gemeente Castricum
Boekel/Kanaaldijk
9,0
8,0
100%
9,0
0,0
0,0
0,0
0,0
13
Gemeente Heemskerk
de Houtwegen
26,0
22,0
100%
26,0
0,0
0,0
0,0
0,0
14
Gemeente Purmerend
De Koog
35,0
26,0
100%
35,0
0,0
0,0
0,0
0,0
15
Gemeente Wijdemeren
De Slenk
15,0
13,0
100%
15,0
0,0
0,0
0,0
0,0
16
Gemeente Zaanstad
Kogerveld Noord
5,0
4,0
100%
5,0
0,0
0,0
0,0
0,0
17
Gemeente Zaanstad
Blooksven/Smitsven
2,0
1,0
100%
2,0
0,0
0,0
0,0
0,0
18
Gemeente Zaanstad
Krommenierpad
1,0
1,0
100%
1,0
0,0
0,0
0,0
0,0
7
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
71
Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
% Facel.
% Lichte Rev.
% Zw.Rev.
% Herpr.
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha) % Transf
Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
19
Gemeente Zaanstad
Noorddijk
6,0
4,0
100%
6,0
0,0
0,0
0,0
0,0
20
Gemeente Zaanstad
Pielkenrood/Karlshamn
3,0
2,0
100%
3,0
0,0
0,0
0,0
0,0
21
Gemeente Zaanstad
Verkade
12,0
9,0
100%
12,0
0,0
0,0
0,0
0,0
22
Gemeente Zaanstad
Zaandammerweg
3,0
2,0
100%
3,0
0,0
0,0
0,0
0,0
23
Gemeente Velsen (haven)
Noordwijkermeer
40,0
35,0
20%
8,0
0,0
0,0
0,0
0,0
24
Gemeente Amsterdam
Amstel I (Overamstel)
50,7
38,6
50%
50%
25,4
0,0
0,0
0,0
25,4
25 26
Cruquiuswerkgebied Bedrijventerrein Zeeburgerpad Hornmeer
17,2 5,9
13,7 3,3
70% 70%
30% 30%
12,0 4,1
0,0 0,0
0,0 0,0
0,0 0,0
5,2 1,8
27
Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Aalsmeer
31,0
27,0
100%
0,0
31,0
0,0
0,0
0,0
28
Gemeente Amstelveen
Legmeer
26,0
18,0
100%
0,0
26,0
0,0
0,0
0,0
29
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, Bedrijvenstrook
20,7
15,0
0,0
0,0
0,0
20,7
0,0
30
Gemeente Amsterdam
Gembo-terrein
2,4
1,4
0,0
2,4
0,0
0,0
0,0
31
Gemeente Amsterdam
Amstel III, deelgebied 1
15,0
13,0
50%
50%
0,0
0,0
7,5
7,5
0,0
32
Gemeente Amsterdam
Amstel II, deelgebied 2
15,0
13,0
50%
50%
0,0
0,0
7,5
7,5
0,0
33
Gemeente Amsterdam
Amstel III deelgebied 3 t/m 7
156,6
103,4
50%
50%
0,0
0,0
78,3
78,3
0,0
34
Gemeente Ouder Amstel
Amstel II (Amstel BP. Zuid)
91,6
61,8
22,9
45,8
22,9
0,0
0,0
35
Gemeente Amsterdam
Landlust
8,5
6,5
0,0
0,0
4,3
4,3
0,0
36
Gemeente Beemster
Insulindeweg
7,8
3,3
95%
5%
7,4
0,0
0,4
0,0
0,0
37
Gemeente Beemster
Bamestraweg
2,8
2,2
95%
5%
2,7
0,0
0,1
0,0
0,0
38
Gemeente Diemen
Verrijn Stuart huidig project
49,8
38,3
12%
12%
0,0
6,0
6,0
0,0
0,0
39
Gemeente Diemen
Verrijn Stuart vervolgproject
49,8
38,3
24%
40
Gemeente Diemen
de Sniep
4,9
4,4
41
Gemeente Diemen
Stammerdijk
14,0
10,0
42
Gemeente Haarlem
Waarderpolder
240,0
160,0
10,5
7,4
45,0
32,0
43 44
Gemeente Sugar City Haarlemmerliede-Spaarnwoude Gemeente Haarlemmermeer Fokkerterrein
72
100% 100%
25%
50%
25% 50%
20%
8%
0,0
12,0
4,0
0,0
0,0
20%
0,0
0,0
1,0
0,0
0,0
10%
0,0
2,8
1,4
0,0
0,0
1%
0,0
0,0
43,2
2,4
0,0
100%
0,0
0,0
0,0
10,5
0,0
0,0
22,5
22,5
0,0
0,0
18%
50%
50%
50%
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
% Facel.
% Lichte Rev.
% Zw.Rev.
45
Gemeente Haarlemmermeer
De Weeren
32,4
23,5
80%
46
Gemeente Haarlemmermeer
Spoorzicht
39,6
24,4
100%
47
Gemeente Haarlemmermeer
Cruquius
23,8
6,6
50%
48
Gemeente Haarlemmermeer
De Hoek (bestaand)
33,3
23,3
80%
49
Gemeente Haarlemmermeer
De Liede (bestaand)
49,0
34,1
50
Gemeente Haarlemmermeer
Graan voor Visch Zuid
32,9
20,7
51
Gemeente Haarlemmermeer
Boesingheliede
10,6
7,4
52
Gemeente Haarlemmermeer
Rijsenhout
8,6
6,0
100%
53
Gemeente Haarlemmermeer
Vicon
16,0
16,0
100%
54
Gemeente Hilversum
Havenkwartier
28,0
20,0
90%
55
Gemeente Hilversum
Mussenstraat
5,0
4,0
56
Gemeente Hilversum
Kerkelanden
25,0
19,0
57
Gemeente Hilversum
Korte Noorderweg
4,0
3,0
58
Gemeente Hilversum
Liebergerweg
10,0
8,0
70%
59 60 61 62
Gemeente Hilversum
Oude Amersfoortseweg t Plaveen (BNI-terrein) Gooimeer Zuid Molenkade-Industrieweg
8,0 5,5 18,3 5,4
70%
Gemeente Huizen Gemeente Naarden Gemeente Ouder-Amstel
9,0 5,5 25,0 6,0
63
Gemeente Uithoorn
Bedrijventerrein Uithoorn
91,0
82,0
64
Gemeente Uithoorn
de Kwakel
5,3
2,5
100%
65 66 67
Gemeente Weesp
Bedrijventerrein Noord Rading Nieuw Walden/Machineweg
60,5 7,0 11,0
66% 90% 90%
13%
Gemeente Wijdemeren Gemeente Wijdemeren
75,5 7,0 11,0
68
Gemeente Wijdemeren
Reeweg
2,0
1,6
90%
69
Gemeente Wijdemeren
de Zodde
1,3
1,3
90%
70
Gemeente Zaanstad
Assendelft Noord
34,0
25,0
100%
71
Gemeente Zaanstad
Molletjesveer
54,0
37,0
100%
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
50%
% Herpr.
20%
(bruto ha) % Transf
Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
0,0
25,9
6,5
0,0
0,0
0,0
39,6
0,0
0,0
0,0
50%
0,0
11,9
11,9
0,0
0,0
20%
0,0
26,6
6,7
0,0
0,0
100%
0,0
49,0
0,0
0,0
0,0
50%
16,5
16,5
0,0
0,0
0,0
100%
0,0
10,6
0,0
0,0
0,0
0,0
8,6
0,0
0,0
0,0
0,0
16,0
0,0
0,0
0,0
10%
0,0
25,2
0,0
2,8
0,0
100%
0,0
0,0
0,0
5,0
0,0
0,0
25,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
4,0
0,0
30%
0,0
7,0
3,0
0,0
0,0
30%
6,3 0,0 0,0 4,5
2,7 0,0 0,0 1,5
0,0 0,6 2,5 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
100% 100%
75%
25%
0,0 0,0 22,5 0,0
50%
5%
41,0
45,5
4,6
0,0
0,0
5,3
0,0
0,0
0,0
10%
0,0 0,0 0,0
50,0 6,3 9,9
10,0 0,0 1,1
15,5 0,7 0,0
0,0 0,0 0,0
10%
0,0
1,8
0,2
0,0
0,0
10%
0,0
1,2
0,1
0,0
0,0
0,0
34,0
0,0
0,0
0,0
0,0
54,0
0,0
0,0
0,0
10% 10%
90% 45%
Oppervlakte te herstructureren gebied
21% 10%
73
Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
% Facel.
% Lichte Rev.
% Zw.Rev.
% Herpr.
72
Gemeente Zaanstad
Zuiderhout (incl. Bruynzeel)
73,0
52,0
30%
73
Gemeente Zaanstad
D. Sonoyweg
14,0
10,0
100%
74
Gemeente Zaanstad
Bonar Floors
7,0
5,0
75
Gemeente Zaanstad
Loders Croklaan
3,0
2,0
50%
50%
76
Gemeente Zaanstad
Stationsstraat Koog
6,0
5,0
75%
25%
77
Gemeente Zaanstad
Tate&Lyle
2,0
1,5
50%
50%
78
Gemeente Zandvoort
AWZI
3,6
2,7
100%
79
Gemeente Amsterdam (Haven)
Stadhaven Minerva
41,0
41,0
100%
Gemeente Amsterdam (Haven)
6,0
4,5
14,0
(bruto ha) % Transf
10%
Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
0,0
21,9
43,8
7,3
0,0
0,0
14,0
0,0
0,0
0,0
0,0
4,2
2,8
0,0
0,0
1,5
1,5
0,0
0,0
0,0
4,5
1,5
0,0
0,0
0,0
1,0
1,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3,6
0,0
0,0
0,0
0,0
41,0
0,0
100%
0,0
0,0
6,0
0,0
0,0
12,0
100%
0,0
0,0
14,0
0,0
0,0
47,0
47,0
100%
0,0
0,0
47,0
0,0
0,0
100%
0,0
0,0
73,0
0,0
0,0
0,0
99,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
5,5
0,0
60%
60%
Oppervlakte te herstructureren gebied
40%
83
Gemeente Amsterdam (Haven)
Westerhoofd (Coen- en Vlothaven) Main/Moezelhaven (Westhaven) Autoterminal verdichting (Westhaven) ADM terrein (Amerikahaven)
73,0
60,0
84
Gemeente Zaanstad (haven)
Achtersluispolder
99,0
72,0
85
Gemeente Amsterdam (Haven)
Vervoerscentrum
54,5
31,1
Business Park Ijmond (Corus)
100,0
53,3
40%
0,0
0,0
40,0
0,0
0,0
87
Gemeente Velsen/Beverwijk (haven) Gemeente Velsen (haven)
126,0
80,0
70%
0,0
0,0
88,2
0,0
0,0
88
Gemeente Zaanstad (haven)
Hembrugterrein
46,0
16,0
0,0
0,0
0,0
46,0
0,0
89
Gemeente Beverwijk (haven)
de Pijp
99,0
84,0
0,0
0,0
79,2
0,0
0,0
90
Gemeente Velsen (haven)
Grote Hout/NAM (kade)
0,0
91
Gemeente Zaanstad (haven)
Westerspoor Zuid
92
Gemeente Amsterdam
Hamerstraatgebied
93
Gemeente Amsterdam
Buiksloterham
94
Gemeente Amsterdam
NDSM werf Oost (Corn. D. 4a + 6)
95
Gemeente Amsterdam
FCA/Centrale Markthallen
80 81 82
86
Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam (Haven)
74
zeehavens IJmuiden
47,0
33,0
155,0
99,0
36,5
28,0
100,0
52,0
20,5
17,1
23,5
14,0
100% 10%
100% 80% 25% 50% 38%
50% 12% 70%
0,0
0,0
11,8
0,0
77,5
77,5
0,0
0,0
0,0
90%
10%
0,0
0,0
0,0
32,9
3,7
25%
25%
38,0
0,0
12,0
25,0
25,0
80%
20%
0,0
0,0
0,0
16,4
4,1
30%
0,0
0,0
16,5
0,0
7,1
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
96
Gemeente Haarlemmermeer
De Pionier (Bolsterrein?)
20,1
14,1
97
Gemeente Huizen
t Plaveen (Lucentterrein)
6,0
6,0
Gemeente Huizen
t Plaveen (overig incl. havengeb.) Kogerveld zuid
38,5
38,5
15,0
11,0
6,0
4,0
98 99 100
Gemeente Zaanstad Gemeente Zaanstad
101 Gemeente Zaanstad 102 Gemeente Zaanstad
Krommenie Oost (incl. Noordervaartdijk) Touwslagerstraat/Zuiddijk
% Facel.
% Lichte Rev.
% Zw.Rev.
33%
% Herpr.
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha) % Transf
Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
33%
33%
6,7
0,0
0,0
6,7
6,7
25%
25%
0,0
0,0
3,0
1,5
1,5
5%
0,0
36,6
0,0
0,0
1,9
85%
15%
0,0
0,0
12,8
0,0
2,3
65%
35%
0,0
0,0
3,9
0,0
2,1
50% 95%
4,0
3,0
70%
30%
0,0
2,8
0,0
0,0
1,2
Aris van Broekweg
3,0
2,0
80%
20%
0,0
2,4
0,0
0,0
0,6
103 Gemeente Zaanstad 104 Gemeente Zaanstad
Breedweer
2,0
2,0
60%
30%
0,0
1,2
0,2
0,0
0,6
4,0
3,0
50%
30%
0,0
0,0
0,8
2,0
1,2
105 Gemeente Amsterdam 106 Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, Sluisbuurt
41,3
30,0
50%
50%
0,0
0,0
0,0
20,7
20,7
Zeeburgereiland, Oostpunt
16,5
12,0
50%
50%
0,0
0,0
0,0
8,3
8,3
107 Gemeente Amsterdam 108 Gemeente Heemstede
NDSM werf Zuid (Corn. D. 4b)
7,2
6,0
50%
50%
0,0
0,0
0,0
3,6
3,6
Haven e.o.
3,6
3,0
40%
0,0
2,2
0,0
0,0
1,5
109 Gemeente Muiden 110 Gemeente Ouder-Amstel
Havengebied/bruine Vloot
1,0
0,8
50%
0,0
0,0
0,0
0,0
0,5
Ambachtenstraat
3,0
3,0
50%
0,0
0,0
0,0
1,5
1,5
111 Gemeente Purmerend 112 Gemeente Uitgeest
Wagenweg '75
15,6
9,0
70%
0,0
4,7
0,0
0,0
10,9
Bedrijventerrein Noord
33,0
25,0
20%
0,0
0,0
0,0
0,0
6,6
36,0
36,0
10%
0,0
0,0
0,0
0,0
3,6
15,0
5,0
50%
0,0
0,0
0,0
7,5
7,5
113
Gemeente Amsterdam
114 Gemeente Wormerland 115 Gemeente Zaanstad
Zuideinde/Plein13/Dubbele Buurt
Amstel Business Park Oost (Weespertrekvaart N+Z) Nieuweweg / Bruynvisweg Kogerveld midden
10% 20%
60% 50% 30%
50%
13,0
9,0
50%
0,0
6,5
0,0
0,0
6,5
116 Gemeente Zaanstad 117 Gemeente Zaanstad
Hemmes
5,0
4,0
30%
70%
0,0
0,0
0,0
1,5
3,5
Houthavenkade
1,0
1,0
50%
50%
0,0
0,0
0,0
0,5
0,5
118 Gemeente Zaanstad
Noordeinde
50%
0,0
4,5
0,0
0,0
4,5
119 Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, RI-Oost
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
34,5
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
9,0
6,0
34,5
25,0
50%
50%
75
Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
% Facel.
% Lichte Rev.
% Zw.Rev.
% Herpr.
120 Gemeente Bussum 121 Gemeente Bussum
Verbindingslaan
0,5
0,5
Bensdorp cacao
4,0
1,2
25%
122 Gemeente Bussum 123 Gemeente Haarlem
Kolonel Palmkazerne
2,0
2,0
25%
Delftstraat
2,2
1,2
14,9
10,4
1,4
0,8
Gemeente Lageweg 124 Haarlemmerliede-Spaarnwoude (terrein Volker Stevin en werf) Nijverheidsstraat 125 Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Hilversum Larenseweg 126
20%
(bruto ha) % Transf
Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
0,5
75%
0,0
0,0
0,0
1,0
3,0
75%
0,0
0,0
0,0
0,5
1,5
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
2,2
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
14,9
80%
0,0
0,0
0,0
0,3
1,1 11,3
15,0
15,0
75%
0,0
3,8
0,0
0,0
127 Gemeente Laren 128 Gemeente Muiden
Caliskamp
0,7
0,7
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
0,7
KNSF terrein
47,0
44,0
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
47,0
129 Gemeente Purmerend 130 Gemeente Waterland
De Where
5,4
3,3
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
5,4
Galgeriet
5,0
3,5
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
5,0
131 Gemeente Weesp 132 Gemeente Zaanstad
Nijverheidslaan
12,0
9,5
80%
0,0
0,0
0,0
2,4
9,6
Overtuinen/Mauritsstraat
10,0
7,0
20%
80%
0,0
2,0
0,0
0,0
8,0
133 Gemeente Zaanstad 134 Gemeente Zandvoort
Zuideinde Westzaan
2,0
2,0
20%
80%
0,0
0,4
0,0
0,0
1,6
Noorderduinweg/K.Onnesstraat
2,5
1,9
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
2,5
135 Gemeente Zandvoort
R.Kochstraat/K.Onnesstraat
0,5
0,4
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
0,5
76
25%
Oppervlakte te herstructureren gebied
20%
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 4
De opgave naar fasering (Noord-Holland)
Gesorteerd naar oplopende fasering (vijf klassen: geen opgave, lopend, 2010-2013, 2014-2020 en na 2020) en alfabetische volgorde van gemeenten. Bron: opgave gemeenten
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
2007
2020
Ooit al HIRB Fysiek ontvangen?
Ooit al HIRB proces/ond ontvangen?
1
Gemeente Beverwijk
2
Gemeente Blaricum
Geen opgave tot 2020 buiten haven Geen bedrijventerreinen
3
Gemeente Bloemendaal
Geen bedrijventerreinen
4
Gemeente Edam-Volendam
Geen opgave tot 2020
5
Gemeente Landsmeer
Geen opgave tot 2020
6
Gemeente Oostzaan
Geen opgave tot 2020
7
Gemeente Velsen
8
Gemeente Zeevang
Geen opgave tot 2020 buiten haven Geen opgave tot 2020
9
Gemeente Amsterdam
Buiksloterham
Lopend
Uitvoeringsfase (deels)
10
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, RI-Oost
Lopend
Uitvoeringsfase
2009
2015
11
Gemeente Amsterdam
Amstel I (Overamstel)
Lopend
Uitvoeringsfase
Onbekend
2020
12
Gemeente Amsterdam
NDSM werf Zuid (Corn. D. 4b)
Lopend
Uitvoeringsfase (deels)
2009
2030
'05/'06
'08/'09-II
13
Gemeente Amsterdam
NDSM werf Oost (Corn. D. 4a + 6)
Lopend
Uitvoeringsfase (deels)
2009
2030
'05/'06
'08/'09-II
14
Gemeente Bussum
Verbindingslaan
Lopend
Uitvoeringsfase
2005
2010
15
Gemeente Bussum
Bensdorp cacao
Lopend
Uitvoeringsfase
2010
2011
16
Gemeente Diemen
Verrijn Stuart huidig project
Lopend
Uitvoeringsfase
2010
2015
'08
'08
17
Gemeente Haarlem
Waarderpolder
Lopend
Uitvoeringsfase
1997
2014
'06/'07/'09-I
'08/'09-I
18
Lageweg (terrein Volker Stevin en werf) Sugar City
Lopend
Uitvoeringsfase
2008
Onbekend
Lopend
Uitvoeringsfase
2009
Onbekend
20
Gemeente Haarlemmerliede Spaarnwoude Gemeente Haarlemmerliede Spaarnwoude Gemeente Haarlemmermeer
Fokkerterrein
Lopend
Uitvoeringsfase
2001
2010
21
Gemeente Haarlemmermeer
Nijverheidsstraat
Lopend
Uitvoeringsfase
Onbekend
2010
22
Gemeente Haarlemmermeer
De Weeren
Lopend
Uitvoeringsfase
2004
2010
'06
'04
23
Gemeente Haarlemmermeer
Spoorzicht
Lopend
Uitvoeringsfase
2004
2010
'06/'09-I
'04/'06/'07/'08
19
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
'09-I
77
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
Ooit al HIRB Fysiek ontvangen?
Ooit al HIRB proces/ond ontvangen?
'04
'04
24
Gemeente Haarlemmermeer
De Pionier (Bolsterrein?)
Lopend
Uitvoeringsfase
2004
2013
25
Gemeente Hilversum
Larenseweg
Lopend
Uitvoeringsfase
2010
2012
26
Gemeente Huizen
t Plaveen (Lucentterrein)
Lopend
Uitvoeringsfase
2010
2014
27
Gemeente Purmerend
De Koog
Lopend
Uitvoeringsfase
2009
2011
'09-I
28
Gemeente Uithoorn
Bedrijventerrein Uithoorn
Lopend
Uitvoeringsfase
2010
Onbekend
'09-II
29
Gemeente Wijdemeren
Rading
Lopend
Uitvoeringsfase
2009
2013
30
Gemeente Zaanstad
Assendelft Noord
Lopend
Uitvoeringsfase
2007
2012
'06
'06
31
Gemeente Zaanstad
Molletjesveer
Lopend
Uitvoeringsfase
2007
2014
'06
'06
32
Gemeente Amsterdam (Haven)
Stadhaven Minerva
Lopend
Uitvoeringsfase
2006
2015
'09-I
'05
33
Gemeente Velsen (haven)
Noordwijkermeer
Lopend
Uitvoeringsfase
Onbekend
2010
34
Gemeente Zaanstad (haven)
Achtersluispolder
Lopend
Uitvoeringsfase
2002
2010
'04
'06
35
Gemeente Amsterdam (Haven)
Vervoerscentrum
Lopend
Uitvoeringsfase
Onbekend
2010
36
Gemeente Velsen (haven)
zeehavens IJmuiden
Lopend
Uitvoeringsfase
2009
Onbekend
'04/'05
37
Gemeente Aalsmeer
Hornmeer
2010-2013
Planfase
2011
2013
'09-II
38
Gemeente Amstelveen
Legmeer
2010-2013
Planfase
2010
2012
39
Gemeente Amsterdam
Hamerstraatgebied
2010-2013
Planfase
2007
2020
40
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, Bedrijvenstrook
2010-2013
Planfase
2013
2017
41
Gemeente Amsterdam
Gembo-terrein
2010-2013
Planfase
2010
2011
42
Gemeente Amsterdam
Amstel III deelgebied 1
2010-2013
Planfase
2012
2015
43
Gemeente Amsterdam
Amstel III deelgebied 2
2010-2013
Planfase
2013
Onbekend
44
Gemeente Ouder Amstel
Amstel II (Amstel BP. Zuid)
2010-2013
Studiefase
2013
2020
45
Gemeente Amsterdam
FCA/Centrale Markthallen
2010-2013
Planfase
2013
2025
'09-I
46
Gemeente Amsterdam
Cruquiuswerkgebied
2010-2013
Studiefase
2012
2018
'08
47
Gemeente Amsterdam
Bedrijventerrein Zeeburgerpad
2010-2013
Studiefase
2012
2018
'08
48
Gemeente Amsterdam
Landlust
2010-2013
Planfase
2013
2018
'09-I/'09-II
49
Gemeente Bussum
Kolonel Palmkazerne
2010-2013
Planfase
2012
2015
'05
50
Gemeente Bussum
Nieuwevaart
2010-2013
Studiefase
2011?
Onbekend
78
'09-I
'09-I '07
'09-II '05/'09-I
'05/'09-I
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
Ooit al HIRB Fysiek ontvangen?
Ooit al HIRB proces/ond ontvangen?
51
Gemeente Diemen
Verrijn Stuart vervolgproject
2010-2013
Studiefase
2011
2015
52
Gemeente Diemen
de Sniep
2010-2013
Ideefase
2013
2016
53
Gemeente Haarlemmermeer
Cruquius
2010-2013
Studiefase
2010
2013
'07
54
Gemeente Haarlemmermeer
De Hoek (bestaand)
2010-2013
Studiefase
2010
2013
'09-II
55
Gemeente Haarlemmermeer
De Liede (bestaand)
2010-2013
Studiefase
2010
2013
56
Gemeente Haarlemmermeer
Graan voor Visch Zuid
2010-2013
Studiefase
2010
2013
57
Gemeente Haarlemmermeer
Boesingheliede
2010-2013
Studiefase
2010
2013
58
Gemeente Haarlemmermeer
Rijsenhout
2010-2013
Studiefase
2010
2013
59
Gemeente Heemskerk
de Houtwegen
2010-2013
Studiefase
2011
2014
'09-II
60
Gemeente Hilversum
Havenkwartier
2010-2013
Planfase
2010
2012
'09-I/'09-II
61
Gemeente Hilversum
Mussenstraat
2010-2013
Studiefase
2010
2012
62
Gemeente Hilversum
Kerkelanden
2010-2013
Studiefase
2012
2014
63
Gemeente Hilversum
Korte Noorderweg
2010-2013
Ideefase
2013
2015
64
Gemeente Hilversum
Liebergerweg
2010-2013
Ideefase
2013
2015
65
Gemeente Hilversum
Oude Amersfoortseweg
2010-2013
Ideefase
2013
2015
66
Gemeente Huizen
2010-2013
Ideefase
2012
2015
67
Gemeente Huizen
t Plaveen (overig incl. havengebied) t Plaveen (BNI-terrein)
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
68
Gemeente Laren
Caliskamp
2010-2013
Studiefase
2011
2015
69
Gemeente Muiden
KNSF terrein
2010-2013
Planfase
Onbekend
Onbekend
70
Gemeente Naarden
Gooimeer Zuid
2010-2013
Planfase
2010
2011
71
Gemeente Ouder-Amstel
Molenkade-Industrieweg
2010-2013
Planfase
2012
2015
72
Gemeente Purmerend
De Where
2010-2013
Studiefase
2013
Onbekend
73
Gemeente Uitgeest
Bedrijventerrein Noord
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
74
Gemeente Waterland
Galgeriet
2010-2013
Planfase
Onbekend
Onbekend
75
Gemeente Weesp
Bedrijventerrein Noord
2010-2013
Planfase
2010
2020
76
Gemeente Amsterdam
2010-2013
Planfase
2012
2020
77
Gemeente Wijdemeren
Amstel Business Park Oost (Weespertrekvaart N+Z) De Slenk
2010-2013
Planfase
2010
2011
'08
78
Gemeente Zaanstad
Kogerveld zuid
2010-2013
Planfase
2010
2015
'08
'08
79
Gemeente Zaanstad
Kogerveld midden
2010-2013
Planfase
2011
2017
'08
'08
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
'09-I
'09-I
'05 '09-II '09-II '07
'06/'07/'08
79
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
Ooit al HIRB Fysiek ontvangen?
'09-II
80
Gemeente Zaanstad
Zuiderhout (incl. Bruynzeel)
2010-2013
Planfase
2012
2016
81
Gemeente Zaanstad
Kogerveld Noord
2010-2013
Planfase
2010
2016
82
Gemeente Zaanstad
Overtuinen/Mauritsstraat
2010-2013
Planfase
2013
2018
83
Gemeente Zaanstad
Hemmes
2010-2013
Studiefase
2014
2017
84
Gemeente Zaanstad
2010-2013
Studiefase
2012
2016
85
Gemeente Zaanstad
Krommenie Oost (incl. Noordervaartdijk) Zuideinde Westzaan
2010-2013
Studiefase
2013
Onbekend
86
Gemeente Amsterdam (Haven)
Westerhoofd (Coen- en Vlothaven)
2010-2013
Studiefase
2012
2015
87
Gemeente Amsterdam (Haven)
Main/Moezelhaven (Westhaven)
2010-2013
Studiefase
2011
2016
88
Gemeente Amsterdam (Haven)
Autoterminal verdichting (Westhaven)
2010-2013
Studiefase
2011
2014
89
Gemeente Amsterdam (Haven)
ADM terrein (Amerikahaven)
2010-2013
Ideefase
2013
2020
90
Gemeente Velsen/Beverwijk (haven)
Business Park Ijmond (Corus)
2010-2013
Planfase
Onbekend
Onbekend
91
Gemeente Zaanstad (haven)
Hembrugterrein
2010-2013
Planfase
2010
92
Gemeente Beverwijk (haven)
de Pijp
2010-2013
Planfase
Onbekend
93
Gemeente Velsen (haven)
Grote Hout/NAM (kade)
2010-2013
Studiefase
Onbekend
Onbekend
94
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, Sluisbuurt
2014-2020
Planfase
2014
2018
95
Gemeente Amsterdam
Zeeburgereiland, Oostpunt
2014-2020
Studiefase
2017
2022
96
Gemeente Amsterdam
Amstel III, deelgebied 3 t/m 7
2014-2020
Studiefase
2015?
Onbekend
97
Gemeente Beemster
Insulindeweg
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
98
Gemeente Beemster
Bamestraweg
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
99
Gemeente Castricum
Castricummer Werf
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
100 Gemeente Castricum
Schulpstet/Stetweg
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
101 Gemeente Castricum
Boekel/Kanaaldijk
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
102 Gemeente Diemen
Stammerdijk
2014-2020
Ideefase
2015
2020
103 Gemeente Haarlem
Delftstraat
2014-2020
Planfase
Onbekend
Onbekend
104 Gemeente Haarlemmermeer
Vicon
2014-2020
Ideefase
2014
2020
105 Gemeente Heemstede
Haven e.o.
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
106 Gemeente Muiden
Havengebied/bruine Vloot
2014-2020
Studiefase
Onbekend
Onbekend
107 Gemeente Purmerend
Wagenweg '75
2014-2020
Studiefase
2009
2020
108 Gemeente Uithoorn
de Kwakel
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
80
Ooit al HIRB proces/ond ontvangen?
'09-I
'09-I
'05/'09-I
2030
'08
'09-II
Onbekend
'07
'07
'05
'05
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
109 Gemeente Weesp
Nijverheidslaan
2014-2020
Studiefase
2014
2020
110 Gemeente Wijdemeren
Nieuw Walden/Machineweg
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
111 Gemeente Wormerland
Nieuweweg / Bruynvisweg
2014-2020
Planfase
2014
Onbekend
112 Gemeente Zaanstad
Touwslagerstraat/Zuiddijk
2014-2020
Studiefase
2014
Onbekend
113 Gemeente Zaanstad
Houthavenkade
2014-2020
Planfase
2014
2017
114 Gemeente Zaanstad
D. Sonoyweg
2014-2020
Ideefase
2014
Onbekend
115 Gemeente Zaanstad
Aris van Broekweg
2014-2020
Ideefase
2015
Onbekend
116 Gemeente Zaanstad
Blooksven/Smitsven
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
117 Gemeente Zaanstad
Bonar Floors
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
118 Gemeente Zaanstad
Breedweer
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
119 Gemeente Zaanstad
Krommenierpad
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
120 Gemeente Zaanstad
Loders Croklaan
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
121 Gemeente Zaanstad
Noorddijk
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
122 Gemeente Zaanstad
Noordeinde
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
123 Gemeente Zaanstad
Pielkenrood/Karlshamn
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
124 Gemeente Zaanstad
Stationsstraat Koog
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
125 Gemeente Zaanstad
Verkade
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
126 Gemeente Zaanstad
Zaandammerweg
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
127 Gemeente Zaanstad
Tate&Lyle
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
128 Gemeente Zaanstad
Zuideinde/Plein13/Dubbele Buurt
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
129 Gemeente Zandvoort
AWZI
2014-2020
Studiefase
2014
Onbekend
130 Gemeente Zandvoort
Noorderduinweg/K.Onnesstraat
2014-2020
Studiefase
2014
Onbekend
131 Gemeente Zandvoort
R.Kochstraat/K.Onnesstraat
2014-2020
Studiefase
2014
Onbekend
132 Gemeente Ouder-Amstel
Ambachtenstraat
na 2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
133 Gemeente Wijdemeren
Reeweg
na 2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
134 Gemeente Wijdemeren
de Zodde
na 2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
135 Gemeente Zaanstad (haven)
Westerspoor Zuid
na 2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Ooit al HIRB Fysiek ontvangen?
Ooit al HIRB proces/ond ontvangen?
'06/'07
81
82
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 5
De opgave naar type en fasering (Almere-Lelystad)
De opgave in Almere-Lelystad naar type, gesorteerd op alfabetische volgorde van gemeente.
Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
Bruto opp (ha)
Netto opp (ha)
% Facel.
226,0
144,5
56,0
28,0
100%
1
Gemeente Almere
de Vaart 1, 2, 3
2
Gemeente Almere
Poldervlak
3
Gemeente Almere
Ambachtsmark
4,0
3,4
67%
4
Gemeente Almere
De Paal (Almere Haven)
4,9
2,9
50%
5
Gemeente Almere
De Steiger (Almere Haven)
38,0
22,1
6
Gemeente Almere
Draaiersplaats
4,0
7
Gemeente Almere
Gooisekant
60,0
8
Gemeente Almere
Hollandse Kant
35,0
27,4
9
Gemeente Almere
% % Lichte Rev. Zw.Rev.
% Herpr.
% Transf
25% 33%
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha) Ha Facel.
ha Lichte Rev.
ha Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
0,0
0,0
0,0
56,5
0,0
56,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,7
0,0
0,0
1,3
0,0
2,5
0,0
0,0
0,0
0,0
33%
0,0
0,0
25,5
12,5
0,0
1,3
100%
0,0
0,0
0,0
4,0
0,0
32,4
50%
0,0
0,0
0,0
30,0
0,0
0,0
35,0
0,0
0,0
0,0
67%
100%
Markerkant
49,0
29,0
50%
0,0
0,0
0,0
24,5
0,0
10 Gemeente Almere
Randstad
18,5
10,5
30%
0,0
0,0
0,0
5,6
0,0
11 Gemeente Lelystad
Oostervaart
150,0
104,0
37,5
0,0
0,0
0,0
0,0
12 Gemeente Lelystad
Gildenhof (incl. Kempenaar, Jol, Griend) fase I
18,0
8,0
50%
0,0
0,0
0,0
0,0
9,0
13 Gemeente Lelystad
Gildenhof (incl. Kempenaar, Jol, Griend), fase II
18,0
8,0
50%
0,0
0,0
0,0
0,0
9,0
25%
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
83
De opgave in Almere-Lelystad, gesorteerd naar oplopende fasering (drie klassen: 2010-2013, 2014-2020 en na 2020) en alfabetische volgorde van gemeente.
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
1
Gemeente Almere
de Vaart 1, 2, 3
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
2
Gemeente Almere
Poldervlak
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
3
Gemeente Almere
Ambachtsmark
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
4
Gemeente Almere
De Paal (Almere Haven)
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
5
Gemeente Almere
De Steiger (Almere Haven)
2010-2013
Ideefase
Onbekend
Onbekend
6
Gemeente Almere
Draaiersplaats
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
7
Gemeente Almere
Gooisekant
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
8
Gemeente Almere
Hollandse Kant
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
9
Gemeente Almere
Markerkant
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
10
Gemeente Almere
Randstad
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
11
Gemeente Lelystad
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
12
Gemeente Lelystad
2014-2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
13
Gemeente Lelystad
Oostervaart Gildenhof fase I (incl. Kempenaar, Jol, Griend) Gildenhof fase II (incl. Kempenaar, Jol, Griend)
na 2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
Bron: opgave gemeenten
84
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 6
Haventerreinen: de opgave naar type en fasering
Gesorteerd naar zwaarte type en percentage ingreep op totale oppervlakte van het haventerrein. Totale oppervlakte terrein
Gemeentenaam
Terreinnaam
Percentage te herstructureren gebied (als % van totale bruto oppervlakte van het terrein)
% Bruto opp Netto opp (ha) (ha) Facel.
1
Gemeente Velsen (haven)
Noordwijkermeer
40,0
35,0
20%
2
Gemeente Zaanstad (haven)
Westerspoor Zuid
155,0
99,0
50%
3
Gemeente Zaanstad (haven)
Achtersluispolder
99,0
72,0
4
Gemeente Velsen (haven)
Grote Hout/NAM (kade)
47,0
33,0
5
Gemeente Velsen/Beverwijk (haven) Business Park Ijmond (Corus)
100,0
53,3
6
Gemeente Velsen (haven)
zeehavens IJmuiden
126,0
7
Gemeente Beverwijk (haven)
de Pijp
99,0
8
Gemeente Amsterdam (Haven)
Westerhoofd (Coen- en Vlothaven)
9
Gemeente Amsterdam (Haven)
% % % Lichte Rev. Zw.Rev. Herpr.
% Transf
Oppervlakte te herstructureren gebied (bruto ha) Ha Facel.
ha ha Lichte Rev. Zw.Rev.
ha Herpr.
ha Transf
8,0
0,0
0,0
0,0
0,0
50%
77,5
77,5
0,0
0,0
0,0
100%
0,0
99,0
0,0
0,0
0,0
25%
0,0
0,0
11,8
0,0
0,0
40%
0,0
0,0
40,0
0,0
0,0
80,0
70%
0,0
0,0
88,2
0,0
0,0
84,0
80%
0,0
0,0
79,2
0,0
0,0
6,0
4,5
100%
0,0
0,0
6,0
0,0
0,0
Main/Moezelhaven (Westhaven)
14,0
12,0
100%
0,0
0,0
14,0
0,0
0,0
10 Gemeente Amsterdam (Haven) 11 Gemeente Amsterdam (Haven)
Autoterminal verdichting (Westhaven)
47,0
47,0
100%
0,0
0,0
47,0
0,0
0,0
ADM terrein (Amerikahaven)
73,0
60,0
100%
0,0
0,0
73,0
0,0
0,0
12 Gemeente Amsterdam (Haven) 13 Gemeente Amsterdam (Haven)
Vervoerscentrum
54,5
31,1
10%
0,0
0,0
0,0
5,5
0,0
Stadhaven Minerva
41,0
41,0
100%
0,0
0,0
0,0
41,0
0,0
14 Gemeente Zaanstad (haven)
Hembrugterrein
46,0
16,0
100%
0,0
0,0
0,0
46,0
0,0
Bron: opgave gemeenten
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
85
Gesorteerd naar oplopende fasering (vijf klassen: geen opgave, lopend, 2010-2013, 2014-2020 en na 2020) en verwacht startjaar.
Gemeentenaam
Terreinnaam
Wanneer start voorzien?
Fase van project op 1-1-2010
Verwacht startjaar
Verwacht Jaar afronding
2010
1
Gemeente Zaanstad (haven)
Achtersluispolder
Lopend
Uitvoeringsfase
2002
2
Gemeente Amsterdam (Haven)
Stadhaven Minerva
Lopend
Uitvoeringsfase
2006
2015
3
Gemeente Velsen (haven)
zeehavens IJmuiden
Lopend
Uitvoeringsfase
2009
Onbekend
4
Gemeente Velsen (haven)
Noordwijkermeer
Lopend
Uitvoeringsfase
Onbekend
2010
5
Gemeente Amsterdam (Haven)
Vervoerscentrum
Lopend
Uitvoeringsfase
Onbekend
2010
6
Gemeente Zaanstad (haven)
Hembrugterrein
2010-2013
Planfase
2010
2030
7
Gemeente Amsterdam (Haven)
Main/Moezelhaven (Westhaven)
2010-2013
Studiefase
2011
2016
8
Gemeente Amsterdam (Haven)
Autoterminal verdichting (Westhaven)
2010-2013
Studiefase
2011
2014
9
Gemeente Amsterdam (Haven)
Westerhoofd (Coen- en Vlothaven)
2010-2013
Studiefase
2012
2015
10
Gemeente Amsterdam (Haven)
ADM terrein (Amerikahaven)
2010-2013
Ideefase
2013
2020
11
Gemeente Velsen/Beverwijk (haven)
Business Park Ijmond (Corus)
2010-2013
Planfase
Onbekend
Onbekend
12
Gemeente Beverwijk (haven)
de Pijp
2010-2013
Planfase
Onbekend
Onbekend
13
Gemeente Velsen (haven)
Grote Hout/NAM (kade)
2010-2013
Studiefase
Onbekend
Onbekend
14
Gemeente Zaanstad (haven)
Westerspoor Zuid
na 2020
Ideefase
Onbekend
Onbekend
Bron: opgave gemeenten
86
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 7
Verkenning kentallen kosten en opbrengsten
Naast de inventarisatie van de herstructureringsopgave was ook het aanscherpen van de bestaande kentallen omtrent herstructurering onderdeel van de opdracht van Bureau BUITEN. In deze bijlage worden de resultaten van die verkenning weergegeven. Om deze aanscherping uit te kunnen voeren is tijdens het proces – naast deskresearch - aan de gemeenten gevraagd om informatie aan te leveren over (indicatieve) kosten en (verwachte) financieringsstromen voor de door hen opgegeven terreinen/projecten. Dit heeft geleid tot een overzicht van hoe bestaande kentallen zijn opgebouwd en hoe zeer deze kentallen de realiteit benaderen. De kostenkant: algemeen gehanteerde kentallen In tabel A wordt een overzicht gegeven van algemeen gebruikte en openbaar beschikbare kentallen om indicatieve kostenberekeningen te maken voor het uitvoeren van herstructureringsprojecten. Wat meteen opvalt zijn de variaties in bandbreedtes (lage en hoge kostenvarianten) en verschillen tussen bronnen per type ingreep. Veel factoren beïnvloeden de getallen die in de cellen van tabel A weergegeven staan. In de eerste plaats zijn definities van belang: wat versta je exact onder revitalisering of herprofilering? Bij het deskresearch is zoveel mogelijk rekening gehouden met overeenkomstige definities, alvorens de getallen in de cellen op de goede rij te plaatsen. Het is ook belangrijk om te vermelden dat er bij de zwaardere ingrepen (herprofilering en transformatie) vaak substantiële opbrengsten tegenover de investeringen staan. Nieuwe functies als kantoren of wonen leveren in sommige gevallen zelfs een positief saldo op bij bijvoorbeeld transformatieoperaties. Later in deze bijlage wordt dieper ingegaan over de opbrengsten- en financieringskant van herstructureringsprojecten. Tabel A: Kentallen kosten herstructurering Bron:
Brief aan TK (Min EZ en VROM, ‘07)
Advies THB (sept 2008)
Onderzoek Randstedelijke Rekenkamer (2009)
Analyse ±30 HIRB aanvragen (2010)
Inventarisatie opgave 2010-2020 (STEC)
Ondezoeksgebied:
Landelijk
Landelijk
Randstad
Noord-Holland
Noord-Holland Noord
Facelift Lichte revitalisering Zware revitalisering Herprofilering (lage kostenvariant) Herprofilering (hoge kostenvariant) Transformatie (lage kostenvariant) Transformatie (hoge kostenvariant)
?
nvt
€ 40.000
€ 46.000
€ 40.000
€ 200.000
€ 230.000
€ 150.000
€ 210.000
€ 200.000
€ 400.000
€ 1.400.000
€ 300.000
?
€ 225.000
?
€ 1.400.000
€ 1.500.000
€ 301.000
€ 600.000
?
?
€ 2.500.000
?
€ 900.000
?
nvt
€ 1.500.000
nvt
nvt
?
nvt
€ 2.500.000
nvt
nvt
Bron: Bureau BUITEN o.b.v. deskresearch
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
87
De kosten verschillen natuurlijk per type ingreep. Hoe zwaarder de ingreep, hoe hoger de gemiddelde kosten. Zoals gezegd staan daar soms ook opbrengsten tegenover. Echter; een herprofileringsoperatie op terrein A kan qua de kostencomponent heel anders uitpakken dan een operatie op terrein B, afhankelijk van zaken als saneringskosten of verwervingskosten. Voor de opbrengstenkant is de (geografische) locatie van het terrein overigens essentieel, omdat dat vaak een belangrijke indicator is voor de lokale grondprijs. Herstructurering blijft maatwerk, dus getallen die gelden voor terrein A (ook als achteraf de balans is opgemaakt) hoeven niet te gelden voor dezelfde type ingreep op terrein B. Daarom moeten deze kentallen te allen tijde als indicaties worden beschouwd. Voor ieder terrein moet voorafgaand aan een herstructureringsoperatie (als onderdeel van het plan van aanpak) een gedegen (maatwerk) begroting worden opgesteld. Achtergrond van enkele kentallen In juli 2007 richtten de Ministeries van VROM en EZ een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer met als titel ‘Aanpak problematiek bedrijventerreinen’. Hierin noemen de ministeries de kentallen €200.000 en €400.000 als onder- en bovengrens van de gemiddelde kosten van de herstructurering (lees: revitalisering) van 1 ha bedrijventerrein. Het is uit deze brief onduidelijk of de Ministeries ook facelift of herprofilering onder deze categorie schuiven. Er wordt ook niet helder vermeld of de Ministeries deze kentallen aan bruto of netto hectares herstructurering toerekenen. In principe wordt gerekend over de oppervlakte ‘te herstructureren terrein’. Het maakt daarom feitelijk niet uit of dit bruto of netto ha is: als het maar ruimte is die wordt geherstructureerd. Deels zal deze ingreep in de openbare ruimte plaats vinden (buiten de kavels, buiten de netto uitgegeven oppervlakte), deels op de kavel (private ruimte). Als vuistregel kan men in het achterhoofd houden dat in Noord-Holland de bruto:netto verhouding voor de 127 opgegeven projecten rond de 72% ligt (netto = 72% van bruto oppervlakte). In Flevoland is dat lager vanwege de ruimer opgezette terreinen (meer openbare ruimte): 62%. Met de bandbreedte €200.000-€400.000 heeft Bureau BUITEN destijds - in haar inventarisatie van 2007/2008 - gewerkt om een doorrekening te maken van indicatieve kosten (zie pagina 25 van rapport uit 2008). In het advies van de Taskforce (Her)ontwikkeling Bedrijventerreinen onder leiding van Noordanus is een schatting gemaakt van de kosten voor het wegwerken van de landelijke achterstand van de herstructureringsopgave. Zij hebben de totale kosten voor Nederland berekend op €6.350.000.000 (6,35 miljard). Daarmee zou 16.000 ha bedrijventerrein kunnen worden geherstructureerd (14.000 ha revitalisering, 1.000 ha zware revitalisering en 800 ha herprofilering). Alleen revitalisering en herprofilering vallen dus onder deze berekening. De kentallen die het THB heeft gebruikt om tot deze schatting te komen zijn in tabel A opgenomen (met een onzekerheidsmarge van 10%), en gelden als een ‘minimum scenario’. In 2009 heeft de Randstedelijke Rekenkamer onderzoek uitgevoerd naar bedrijventerreinenbeleid. Ook zij constateerden bandbreedtes van kentallen, maar zij kwamen tot een duidelijker onderscheid van indicatieve kosten per zwaarte/type van de ingreep. Meer specifiek voor Noord-Holland heeft de provincie recentelijk van ±30 HIRB-aanvragen de kostencomponent geanalyseerd. Met name de kosten voor herprofilering worden relatief laag ingeschat in vergelijking tot de andere bronnen. Voor zover bekend is het aantal terreinen waarover dit getal (€301.000) is berekend beperkt, waardoor de onzekerheidsmarge hieromtrent groot is. Daarnaast bevatten de HIRB-aanvragen in het algemeen slechts een deel van de kosten die uiteindelijk moeten worden gemaakt, en zijn het schattingen die zijn gemaakt voordat er een schop in de grond is gegaan. Vermoedelijk zijn de HIRB-cijfers dus wel illustratief, maar niet representatief voor de totale herstructureringskosten.
88
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
Indicatie kosten herstructureringsopgave in de Metropoolregio Amsterdam Op basis van de kentallen uit tabel A heeft Bureau BUITEN een doorrekening gemaakt over de hectares ‘te herstructureren terrein’. De opgave 2010-2020 in Noord-Holland en Flevoland is als uitgangspunt genomen. Oppervlaktes voor transformatie en facelift zijn niet meegenomen, ook al speelt die opgave misschien wel als onderdeel van dat project. In totaal gaat het om 65 projecten/terreinen en 1.500,7 ha oppervlakte. Zie figuur 5.1 daar zijn van de blokken ‘start 2010-2013’ en ‘start 2014-2020’ de categorieën LR (lichte revitalisering) bij elkaar opgeteld, net als ZR (zware revitalisering) en H (herprofilering). De kentallen zijn toegepast op deze 1.500 ha. Uit tabel B blijkt een grote variatie aan totale kosten en gemiddelde kosten per hectare, afhankelijk van welke bron wordt gebruikt. Zoals eerder aangegeven: de kentallen dienen ervoor om indicatief een voorspelling te doen, liefst met een bepaalde bandbreedte. Bij gebruik van verschillende bronnen door elkaar zou men uitkomen op een zeer grove bandbreedte qua indicatieve kosten voor herstructurering: van €400/500 miljoen tot €1.400/1.500 miljoen totaal (zie tabel B). Dat is gemiddeld €300.000/ha tot €1.000.000/ha herstructurering (exclusief de kosten voor facelift en transformatie), of meer dan een factor 3 verschil. Conclusie: bij gebruik van kentallen moeten alle definities en haken en ogen van de kentallen goed in beeld zijn, anders kan dit leiden tot verkeerde interpretaties en beleidsaanbevelingen. Zoals eerder aangegeven dienen op terreinniveau maatwerk begrotingen te worden opgesteld. Tabel B: Indicatie kosten herstructurering in twee varianten (berekend op basis van gewogen gemiddelde bij toepassing n=65 op de kentallen per type opgave uit tabel A. De kosten zijn berekend over een totale opgave van 1.500 ha (uitgesplitst naar type ingreep) Bron:
Indicatieve totale kosten (lage variant) Indicatieve totale kosten (hoge variant) Gemiddelde kosten per ha (lage variant) Gemiddelde kosten per ha (hoge variant)
Brief aan TK (Min EZ en VROM, ‘07)
Advies THB (sept 2008)
Onderzoek Randstedelijke Rekenkamer (2009)
Analyse ±30 HIRB aanvragen (2010)
Inventarisatie opgave 2010-2020 (STEC)
€ 497.400.000
€ 1.499.132.000
€ 907.050.000
€ 404.900.300
€ 491.672.500
nvt
nvt
€ 1.352.050.000
nvt
€ 625.172.500
€ 331.445
€ 998.955
€ 604.418
€ 269.808
€ 327.629
nvt
nvt
€ 900.946
nvt
€ 416.587
Bron: Bureau BUITEN
Uitsplitsing kentallen in kostencategorieën Als onderdeel van de inventarisatieopdracht is aan de gemeenten gevraagd om voor lopende projecten én nog te starten projecten (voor zover mogelijk) een inschatting te maken van de kosten die gemoeid zijn met de specifieke ingreep op dat terrein. Die kosten moesten zij onderverdelen naar 3 specifieke kostencategorieën: • Proceskosten: de kosten voor onderzoeken en opstellen plan van aanpak: denk aan onderzoeken/trajecten als parkeerdrukonderzoek, bestemmingsplanwijziging, beeldkwaliteitplan, zoneringsplan, etc. Deze investeringen worden gedaan als onderbouwing van of voorbereiding op een plan van aanpak voor het herstructureringsproject. Proceskosten worden tevens personele kosten gerekend: de kosten voor de inhuur van een (externe) projectmanager • Kosten voor verwerving van grond of panden/opstallen (inclusief rentelasten) • Kosten voor fysieke ingrepen:
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
89
o
o o
o
opwaardering opstallen (de PUBLIEKE kosten die gemaakt worden voor het opwaarderen van aangekocht (of reeds in bezit) vastgoed van de gemeente of de herstructureringsinstantie met als doel op termijn doorverkoop/doorverhuur) Sloopkosten opstallen en kosten bodemsanering Ingreep in de openbare ruimte (denk aan bijvoorbeeld groot onderhoud of het realiseren van extra parkeerruimte, het verbeteren van de verkeersveiligheid, aanpassen van de groenstructuur etc.) Ingreep/aanpassing infrastructuur (grotere investeringen als het aanpassen van de interne of externe ontsluiting van het gebied).
De respons op deze vraag was redelijk, zeker gezien het feit dat het niet makkelijk is om (onderbouwde) schattingen te geven van herstructureringsprocessen. Veel respondenten (over het algemeen de lokale beleidsmedewerkers EZ) gaven dan ook aan dat het onmogelijk was om hierover schattingen te maken. Toch hebben uiteindelijk 14 instanties redelijk gedetailleerde financiële informatie aangeleverd over 24 terreinen/projecten/locaties. Voor 8 terreinen was de informatie niet optimaal of niet bruikbaar (genoeg), zodat uiteindelijk de financiële informatie van 16 terreinen is geanalyseerd. In tabel C staan de kerngegevens weergegeven van de terreinen waarover de cijfers geanalyseerd zijn. Tabel C: Kerngegevens van 16 specifieke herstructureringsprojecten in Noord-Holland Zuid waarover financiële informatie is aangeleverd. Repsons in aantallen projecten (n=…)
Totale te herstructureren opp. (ha)
Gem. opp. per project (ha)
Totale (opgegeven) kosten (€)
Lichte revitalisering
9
317,1
35
€45 mln
€5 mln
€142.000
Zware revitalisering
4
74,8
19
€43 mln
€10,6 mln
€569.000
3
52,1
17
€20 mln
€6,7 mln
€388.000
Herprofilering
Gem. kosten per project (€)
Gem. Kosten (€) per ha.
Bron: opgave gemeenten
In totaal gaat op deze 16 terreinen 444 ha op de schop. Van die 16 terreinen zijn er 7 momenteel in uitvoering en kan er bij 9 naar verwachting voor 2013 de schop in de grond. De meeste van deze respondenten hebben hun informatie gedeeltelijk uit informatie uit ingediende HIRB subsidie-aanvragen geput. Een deel heeft zelf een eigen rekenexcercitie erop los gelaten. De totale (indicatieve) kosten van deze 16 projecten is €108 miljoen. Daarvan was ongeveer €62 miljoen duidelijk gelabeld onder de drie kostencategorieën. Gemiddeld zijn de kosten voor de herstructurering over deze streekproef €243.000 per hectare (€108 miljoen : 444 ha). In relatie tot tabel B lijken dit dus ‘relatief goedkope’ projecten te zijn, aangezien de gemiddelde kosten per hectare lager ligt dan de kentallen uit tabel B. Hierbij moet echter vermeld worden dat deze projecten nog (lang) niet zijn afgerond en dat het goed mogelijk is dat de uiteindelijke (feitelijke) kosten hoger uitvallen. Daarnaast is een groot deel van die €108 miljoen nog niet gedekt (zie de laatste passage ‘financieringsstromen’ aan het einde van deze bijlage). Het is dus nog maar de vraag of de (9) nog niet gestarte projecten überhaupt zullen starten. De grootste betrouwbaarheid van de drie getallen voor ‘gemiddelde kosten per hectare'uit tabel C heeft het kental voor de lichte revitalisering, aangezien die is berekend over de meeste (9) verschillende terreinen/projecten. De kentallen die voor zware revitaliserings- en herprofileringsprojecten naar voren komen zijn gebaseerd op een te laag aantal projecten
90
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
om met grote zekerheid vast te stellen dat deze gemiddelde cijfers kloppen. Ook uit deze tabel blijkt weer dat definities en kostenindicaties verschillend geïnterpreteerd kunnen worden door mensen. Het blijft belangrijk om je bewust te zijn van het feit wie de gegevens aanlevert en wat ze inhouden. De analyse van de opbouw van het kental over de drie onderstaande kostencategorieën leidt tot de volgende inzichten: • Proceskosten: de 16 projecten hebben een gemiddelde omvang van €6,75 miljoen. Voor 13 projecten is duidelijk aangegeven hoe hoog de projectkosten zijn. Gemiddeld maakt een gemeente voor €400.000 aan proceskosten voor het opstarten (idee-, studie-, planfase) en (laten) uitvoeren van het project. • Kosten voor verwerving: voor 5 van de 16 projecten werden specifieke kosten gemaakt voor verwerving van gronden en panden. Gemiddeld kostte dit €1,6 miljoen per project. Kosten voor verwerving (en ook fysieke ingrepen, zie hierna) zijn heel afhankelijk van de locatie en de doelstelling van het herstructureringsproces en mag dus niet zomaar toegepast worden als algemeen geldend kental. • Kosten voor fysieke ingrepen: voor 15 van de 16 projecten zijn specifieke kosten gemaakt voor fysieke ingrepen. Gemiddeld kostte dit €3,3 miljoen per project. Ook hier geldt weer dat deze kosten geheel afhankelijk zijn van de locatie en de doelstelling van het herstructureringsproces. De opbrengstenkant Zoals aangegeven worden er nadrukkelijk niet altijd alleen maar kosten gemaakt bij herstructurering. In sommige gevallen zijn er ook opbrengsten in te boeken. De Randstedelijke Rekenkamer heeft hier onderzoek naar gedaan. Uit tabel D wordt duidelijk dat bij de zwaardere vormen in sommige gevallen een positief saldo op de operatie wordt bereikt. Er wordt in die gevallen vaak wel ruimte met de functie ‘bedrijventerrein’ getransformeerd naar andere functies als wonen en kantoren. Zoals berekend (zie tabel 2.4) is de verwachting dat er de komende jaren ongeveer 300 ha bedrijventerrein wordt getransformeerd. De potentiële opbrengsten hangen sterk samen met het type transformatie (welke functie komt ervoor in de plaats?) en de locatie (ofwel de grondprijs). In tabel D is gerekend met indicatieve grondprijzen in West-Friesland. In andere delen van de provincie (met name in het zuiden) ligt de grondprijs over het algemeen wel hoger. Tabel D: Indicatieve kosten en opbrengsten per ha per type herstructurering in West Friesland
Bron: Randstedelijke Rekenkamer, rapport ‘Bedrijventerreinen ter discussie’, 2009, pagina 13
Financieringsstromen Zoals bekend is de financiering van herstructurering vaak een groot probleem. Gelukkig staat herstructurering van bestaande terreinen steeds hoger op de lokale bestuurlijke agenda's, maar we zijn er nog lang niet. Knelpunten die vaak worden genoemd zijn hoge kosten voor bedrijfsverplaatsingen, ontsluiting/infrastructuur en bodemsanering. Ook het gebrek aan verevening tussen nieuwe terreinen en te herstructureren (oude) terreinen ontbreekt, alhoewel
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
91
er in het Gewest Gooi- en Vechtstreek momenteel wel een pilot loopt voor een transformatiefonds. Daarnaast is het ontbreken van de (structurelere) medefinanciering van private partijen (lokale bedrijven, maar ook ontwikkelaars/beleggers) in herstructureringsprocessen of in parkmanagement een groot probleem. Daarom stelde Noordanus ook de ‘Verzakelijking van de bedrijventerreinenmarkt’ als een van de oplossingsrichtingen voor. In de vragenlijsten is ook aan de gemeenten gevraagd hoe het met de dekking van de opgegeven projecten staat. Op de 16 projecten die samen ongeveer €108 miljoen zouden kosten om te herstructureren hebben de 11 respondenten aangegeven dat er (indicatief) nog een gat is van enkele tientallen miljoenen euro’s om de plannen volledig tot uitvoering te brengen. Bij veel projecten is er een stevig deel van de begroting niet gedekt, zodat dat project waarschijnlijk niet of in afgeslankte vorm doorgang kan vinden.
92
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 8
Prioriteringscriteria
Zoals vastgesteld door de begeleidingscommissie:
Criterium
Scoreverdeling
Bepaling scoretoekenning
A. Urgentie van project
0 t/m 6 punten:
Beoordeling op: Dit wordt gedeeltelijk benaderd door te kijken naar de economische en sociale voordelen. Daarbij komen vragen aan bod als: • Levert het project specifiek nieuwe vestigingsruimte op voor in het regionaal economisch beleid belangrijke sectoren? • Levert het project het project specifiek nieuwe vestigingsruimte op voor in het werkgelegenheidsbeleid belangrijke sectoren? • Levert het project een bijdrage aan het oplossen van regionale/ lokale tekorten aan vestigingsruimte ( regionaal zijn deze vastgesteld in vastgesteld in de uitvoeringstrategie Plabeka)
hoe meer het criterium voldoet, hoe meer punten. Als er in de enquête geen informatie is ingevuld (en ook niet via een andere weg bekend is) worden er nul punten toegekend. Nul punten worden ook gegeven als niet aan het criterium wordt voldaan.
Daarnaast wordt gekeken naar de mate waarin het project echte knelpunten op gebied van verloedering/ veroudering aanpakt . Beantwoording via: • Beeld terreinbezoeken • Enquêtevraag 6 (leegstand) • Enquêtevraag 7 (veroudering) • Enquêtevraag 8 (knelpunten)
B. Snelheid en haalbaarheid uitvoering
0 t/m 6 punten: hoe meer het criterium voldoet, hoe meer punten. Als er in de enquête geen informatie is ingevuld (en ook niet via een andere weg bekend is) worden er nul punten toegekend. Nul punten worden ook gegeven als niet aan het criterium wordt voldaan.
Beoordeling op: Hoe ver in de planvorming is het project (is plan van aanpak bijvoorbeeld al klaar, is er een financieringsgat bekend en onderbouwd, zijn andere partijen bekend die willen (mee)investeren etc.) Daarnaast worden de afbreukrisico’s die bekend in overweging genomen. Ook tellen zaken mee als: ‘hoe zijn de eigendomsverhoudingen op het terrein,hoe georganiseerd en toegewijd is de lokale ondernemersvereniging, hoe committed is de lokale overheid voor een aanpak etc. Beantwoording via: • Beeld terreinbezoeken • Enquêtevraag 5 (eigendomsverhoudingen grondbezit) • Enquêtevraag 19 (organisatiegraad bedrijfsleven) • Enquêtevraag 20 (kosten) • Enquêtevraag 21 (financiering) • Enquêtevraag 22 ( inzicht in private investeringen) • Enquêtevraag 23 (inzicht in samenwerking ontwikkelaars) • Enquêtevraag 24 (afbreukrisico’s)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
93
C. Ruimtewinst in hectares (in absolute zin)
0 t/m 2 punten: hoe meer het criterium voldoet, hoe meer punten. Als er in de enquête geen informatie is ingevuld (en ook niet via een andere weg bekend is) worden er nul punten toegekend. Nul punten worden ook gegeven als niet aan het criterium wordt voldaan.
D. Overige ruimtewinst (intensivering FSI, hectares ruimtewinst in relatieve zin)
0 t/m 2 punten: hoe meer het criterium voldoet, hoe meer punten. Als er in de enquête geen informatie is ingevuld (en ook niet via een andere weg bekend is) worden er nul punten toegekend. Nul punten worden ook gegeven als niet aan het criterium wordt voldaan.
Beoordeling op: Hoeveel nieuw uitgeefbare vestigingsruimte levert het project in absolute zin op (ha)? Beantwoording via: • Beeld terreinbezoeken • Enquêtevraag 10 (nieuw uitgeefbare vestigingsruimte) Beoordeling in perspectief van antwoorden op vragen 12 (verplaatsing binnen terrein) en 13 (uitplaatsing).
Beoordeling op: Op welke andere manieren wordt het ruimtegebruik geïntensiveerd? Beoordeeld wordt op inzichten in: • hoeveel nieuw uitgeefbare vestigingsruimte levert het project in relatieve zin op (%), dus op welk deel van het totale terrein wordt ruimtewinst geboekt? • Hoeveel leegstaande panden worden opnieuw bruikbaar gemaakt? • Levert het project een hogere FSI op? • Levert het project een hogere dichtheid aan arbeidsplaatsen op? Beantwoording via: • Beeld terreinbezoeken • Enquêtevraag 10 (nieuw uitgeefbare vestigingsruimte) • Enquêtevraag 11 (FSI) • Enquêtevraag 14 (her-ingebruikname leegstaande panden) • Enquêtevraag 15 (banen) Beoordeling in perspectief van antwoorden op vragen 12 (verplaatsing binnen terrein) en 13 (uitplaatsing).
E. Duurzaamheid
0 t/m 2 punten: hoe meer het criterium voldoet, hoe meer punten. Als er in de enquête geen informatie is ingevuld (en ook niet via een andere weg bekend is) worden er nul punten toegekend. Nul punten worden ook gegeven als niet aan het criterium wordt voldaan.
Beoordeling op: Op welke wijze heeft het project aandacht voor duurzaamheid? Beoordeeld wordt op de volgende zaken: • Levert het project energiebesparing op? • Levert het project energieproductie op? • Hoe is parkmanagement verankerd in de plannen? • Is er aandacht voor andere aspecten van duurzaamheid? Beantwoording via: • Beeld terreinbezoeken • Enquêtevraag 16 (energiebesparing) • Enquêtevraag 17 (energieproductie) • Enquêtevraag 18 (overige duurzaamheids aspecten)
94
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
BIJLAGE 9
Scoringstabellen terreinen
In de tabel hierna staan de terreinen op alfabetische volgorde van de naam van de gemeente gerangschikt (van z naar a). Per terrein staat de score weergegeven per criterium. Voor de volledigheid verwijzen wij naar paragraaf 5.2 en bijlage 8 waarin exact staat toegelicht hoe deze scores zijn bepaald. De scores geven geen absolute prioriteit weer. Het is echter een zo objectief mogelijke scoringsmethode om de 83 terreinen in relatieve zin (dus ten opzichte van elkaar) te kunnen vergelijken op urgentie, haalbaarheid, ruimtewinst en duurzaamheid. Het is een dynamische lijst: scores kunnen veranderen in de loop van de tijd. Uiteindelijk bepalen gemeenten grotendeels zelf voor welke terreinen zij, in het kader van het PHP, financiering aanvragen.
Opp. en fasering
Scores per criterium
Totaalscore
Bruto ha
Netto ha
Fasering project
A
B
C
D
E
AWZI
3,6
2,7
2014-2020
5
4
1
0
0
10
Achtersluispolder
99,0
72,0
Lopend
4
5
2
2
0
13
Hembrugterrein
46,0
16,0
2010-2013
5
4
2
2
0
13
Assendelft Noord
34,0
25,0
Lopend
5
5
1
2
1
14
Molletjesveer
54,0
37,0
Lopend
5
5
1
2
1
14
Gemeente Zaanstad
Zuiderhout (incl. Bruynzeel)
73,0
52,0
2010-2013
5
5
2
2
0
14
7
Gemeente Zaanstad
15,0
11,0
2010-2013
5
5
1
1
1
13
8
Gemeente Zaanstad
6,0
4,0
2010-2013
5
5
1
1
0
12
9
Gemeente Zaanstad
Kogerveld zuid Krommenie Oost (incl. Noordervaartdijk) Touwslagerstraat/Zuiddijk
4,0
3,0
2014-2020
4
4
1
1
0
10
10
Gemeente Zaanstad
Aris van Broekweg
3,0
2,0
2014-2020
4
4
1
1
0
10
11
Gemeente Zaanstad
2,0
2,0
2014-2020
4
4
1
1
0
10
12
Gemeente Zaanstad
4,0
3,0
2014-2020
4
4
1
1
0
10
13
Gemeente Zaanstad
Breedweer Zuideinde/Plein13/ Dubbele Buurt D. Sonoyweg
14,0
10,0
2014-2020
4
3
1
1
0
9
14
Gemeente Zaanstad
Bonar Floors
7,0
5,0
2014-2020
4
3
1
1
0
9
15
Gemeente Zaanstad
Stationsstraat Koog
6,0
5,0
2014-2020
4
3
1
1
0
9
16
Gemeente Zaanstad
Loders Croklaan
3,0
2,0
2014-2020
4
3
0
1
0
8
17
Gemeente Zaanstad
Tate&Lyle
2,0
1,5
2014-2020
4
3
0
1
0
8
18
Gemeente Wijdemeren
Rading
7,0
7,0
Lopend
3
2
0
0
0
5
19
Gemeente Wijdemeren
Nieuw Walden/Machineweg
11,0
11,0
2014-2020
3
2
0
0
0
5
20
Gemeente Weesp Gemeente Velsen/ Beverwijk (haven) Gemeente Velsen (haven) Gemeente Velsen (haven) Gemeente Uithoorn
Bedrijventerrein Noord
75,5
60,5
2010-2013
5
5
2
2
0
14
Business Park Ijmond (Corus)
100,0
53,3
2010-2013
5
2
2
1
0
10
zeehavens IJmuiden
126,0
80,0
Lopend
5
5
1
1
1
13
Grote Hout/NAM (kade)
47,0
33,0
2010-2013
4
3
2
2
0
11
Gemeente
Terreinnaam
4
Gemeente Zandvoort Gemeente Zaanstad (haven) Gemeente Zaanstad (haven) Gemeente Zaanstad
5
Gemeente Zaanstad
6
1 2 3
21 22 23 24
Bedrijventerrein Uithoorn
91,0
82,0
Lopend
5
5
2
0
0
12
de Kwakel
5,3
2,5
2014-2020
3
2
1
0
0
6
Molenkade-Industrieweg
6,0
5,4
2010-2013
4
5
1
1
1
12
91,6
61,8
2010-2013
4
4
2
2
2
14
28
Gemeente Uithoorn Gemeente Ouder-Amstel Gemeente Ouder-Amstel Gemeente Naarden
25,0
18,3
2010-2013
PM
PM
PM
PM
PM
PM
29
Gemeente Huizen
t Plaveen (Lucentterrein)
6,0
6,0
Lopend
5
5
1
1
1
13
30
Gemeente Huizen
t Plaveen (BNI-terrein)
5,5
5,5
2010-2013
4
4
1
1
0
10
31
Gemeente Huizen
t Plaveen (overig incl. ha-
24,5
24,5
2010-2013
3
4
0
1
0
8
25 26 27
Amstel Business Park (Zuid) (Amstel II) Gooimeer Zuid
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
95
vengebied) 32
Gemeente Hilversum
Havenkwartier
28,0
20,0
2010-2013
5
5
1
2
1
14
33
Gemeente Hilversum
Mussenstraat
5,0
4,0
2010-2013
5
3
1
2
0
11
34
Gemeente Hilversum
Kerkelanden
25,0
19,0
2010-2013
4
4
1
2
0
11
35
Gemeente Hilversum
Liebergerweg
10,0
8,0
2010-2013
4
3
1
1
0
9
36
Gemeente Hilversum
Oude Amersfoortseweg
9,0
8,0
2010-2013
4
3
1
1
0
9
37
Gemeente Hilversum Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmerliede Spaarnwoude Gemeente Haarlem
Korte Noorderweg
4,0
3,0
2010-2013
4
3
0
0
0
7
Fokkerterrein
45,0
32,0
Lopend
4
6
2
2
0
14
De Hoek (bestaand)
33,3
23,3
2010-2013
4
5
2
1
2
14
Cruquius
23,8
6,6
2010-2013
5
5
2
1
0
13
Graan voor Visch Zuid
32,9
20,7
2010-2013
5
6
1
1
0
13
De Weeren
32,4
23,5
Lopend
4
6
0
1
1
12
Spoorzicht
39,6
24,4
Lopend
4
6
0
1
1
12
De Pionier (Bolsterrein?)
20,1
14,1
Lopend
5
5
0
1
1
12
De Liede (bestaand)
49,0
34,1
2010-2013
3
4
2
1
0
10
Boesingheliede
10,6
7,4
2010-2013
4
3
0
1
0
8
Rijsenhout
8,6
6,0
2010-2013
4
3
0
1
0
8
Vicon
16,0
16,0
2014-2020
3
3
0
1
0
7
Sugar City
10,5
7,4
Lopend
5
6
2
2
2
17
Waarderpolder
240,0
160,0
Lopend
5
5
2
2
2
16
51
Gemeente Diemen
Verrijn Stuart huidig project
49,8
38,3
Lopend
5
6
2
1
0
14
52
Gemeente Diemen
Verrijn Stuart vervolgproject
49,8
38,3
2010-2013
4
3
1
1
1
10
53
Gemeente Diemen
Stammerdijk
14,0
10,0
2014-2020
3
3
1
1
0
8
54
de Sniep
4,9
4,4
2010-2013
2
3
0
1
0
6
de Pijp
99,0
84,0
2010-2013
6
4
2
1
0
13
56
Gemeente Diemen Gemeente Beverwijk (haven) Gemeente Beemster
Insulindeweg
7,8
3,3
2014-2020
2
2
1
0
1
6
57
Gemeente Beemster
Bamestraweg
2,8
2,2
2014-2020
2
2
1
0
1
6
58
Gemeente Almere
De Steiger
38.0
22.1
2010-2013
4
5
2
1
0
12
59
Gemeente Almere
De Vaart I, II, III
226.0
144.5
2010-2013
4
3
2
1
0
10
60
Gemeente Almere
Ambachtsmark
4.0
3.4
2010-2013
3
3
0
0
0
6
61
Gemeente Almere
Hollandse Kant
35.0
27.4
2014-2020
2
3
0
0
0
5
62
Gemeente Almere
Gooisekant
60.0
32.4
2014-2020
3
1
0
0
0
4
63
Gemeente Almere
Draaiersplaats
4.0
1.3
2014-2020
0
3
0
0
0
3
64
Gemeente Almere
Markerkant
49.0
29.0
2014-2020
2
1
0
0
0
3
65
Gemeente Almere Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam (Haven) Gemeente Amsterdam
Randstad
18.5
10.5
2014-2020
2
1
0
0
0
3
Stadhaven Minerva
41,0
41,0
Lopend
5
6
2
2
1
16
6,0
4,5
2010-2013
5
5
2
2
1
15
14,0
12,0
2010-2013
5
4
2
2
1
14
47,0
47,0
2010-2013
5
3
2
2
1
13
73,0
60,0
2010-2013
5
3
2
2
1
13
Vervoerscentrum
54,5
31,1
Lopend
4
3
2
1
0
10
Buiksloterham
100,0
52,0
Lopend
6
5
2
2
2
17
73
Gemeente Amsterdam
NDSM werf Oost
20,5
17,1
Lopend
5
5
1
2
2
15
74
Gemeente Amsterdam
FCA/Centrale Markthallen
23,5
14,0
2010-2013
6
5
0
2
2
15
75
Gemeente Amsterdam
Hamerstraatgebied
36,5
28,0
2010-2013
4
5
1
2
2
14
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
55
66 67 68 69 70 71 72
96
Westerhoofd (Coen- en Vlothaven) Main/Moezelhaven (Westhaven) Autoterminal verdichting (Westhaven) ADM terrein (Amerikahaven)
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
76
Gemeente Amsterdam
81
Gemeente Amsterdam
Landlust Amstel III deelgebied 1 (Schepenbergerweg e.o./RIVA) Amstel III deelgebied 2 (Klokkenbergerweg e.o.) Amstel III deelgebied 3 t/m 7 Zeeburgereiland, Bedrijvenstrook Gembo-terrein
2,4
1,4
2010-2013
5
5
0
0
0
10
82
Gemeente Amstelveen
Legmeer
26,0
18,0
2010-2013
5
5
0
1
1
12
83
Gemeente Aalsmeer
Hornmeer
31,0
27,0
2010-2013
4
5
1
1
0
11
77
Gemeente Amsterdam 78 79 80
Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving
8,5
6,5
2010-2013
5
5
1
1
2
14
15,0
13,0
2010-2013
5
5
1
0
2
13
15,0
13,0
2010-2013
5
3
1
2
2
13
131,6
81,4
2014-2020
5
2
1
2
2
12
20,7
15,0
2010-2013
5
3
2
0
0
10
97
Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam
Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio Amsterdam
BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving Achter Sint Pieter 160 3512 HT Utrecht T: 030 231 89 45 F: 030 236 78 40
[email protected] www.bureauBUITEN.nl