Themavisie Internationaal ING Economisch Bureau
Aanpassingen in economie emerging markets biedt Nederland kansen De groei van de productie en werkgelegenheid in de verwerkende industrie in de emerging markets neemt de komende jaren af. Als gevolg hiervan neemt het aandeel in de wereldproductie nog wel toe maar in een lager tempo. De keerzijde van deze ontwikkeling is te zien in een langzamer daling van het aandeel van de geïndustrialiseerde landen. Daarnaast komen er ook berichten dat delen van eerder vanuit Europa of de VS naar de emerging markets verplaatste productieprocessen worden teruggehaald. Stijgende kosten (loon, infrastructuur en transport) en onvrede met de geleverde kwaliteit vormen de belangrijkste redenen waarom dit gebeurt. Nederland is voor Nederlandse ondernemers in dat geval een logische alternatieve productielocatie. Daarbij moet echter wel geconcurreerd worden met landen in Centraal- Zuid- en Oost Europa. Handhaving van een gunstig vestigingsklimaat in Nederland is daarom van groot belang. Belang emerging markets neemt nog toe De rol die de emerging markets1 in de wereldeconomie vervullen bereikt dit jaar een climax. Als gevolg van het langjarig overtreffen van de economische groei in de geïndustrialiseerde landen2 zal het aandeel van de emerging markets in het wereld BBP dit jaar 51% bedragen (figuur 1). Daarmee is de economische groei in de geïndustrialiseerde landen niet langer maatgevend voor hun ontwikkelingstempo. Verschuiving van de focus van de export naar de snelgroeiende eigen binnenlandse vraag, of tenminste die in de regio, moet het groeitempo hoog houden. De landen worden daarbij geholpen door een groeiende beroepsbevolking, omvangrijke investeringen, mede gefinancierd door het buitenland, en een stijging van de productiviteit.. De internationale reserves zijn sterk opgelopen. Inmiddels beschikken de emerging markets over 75% van de wereldreserves. Dit heeft er toe bijgedragen dat het aandeel van de emerging markets in de 1
2
Volgens het IMF betreft dit 153 landen die behoren tot de emerging and developing countries en niet kunnen worden aangeduid als “advanced economies” Definitie geïndustrialiseerde landen: VS, Japan, Canada, het VK, de 17 landen van het euro gebied en nog 14 landen (Australië, Tsjechië, Denemarken, Hong Kong, IJsland, Israël, Zuid- Korea, Nieuw Zeeland, Noorwegen, San Marino, Singapore, Zweden, Zwitserland en Taiwan.
Juli 2013
1
stroom van buitenlandse investeringen richting de emerging markets is opgelopen tot ca 33%. Grote ondernemingen uit de emerging markets behoren nu al tot de belangrijke partijen voor overnames in de wereld.
Figuur 1 Toenemend belang emerging markets 1
Aandeel in wereldbevolking 1980
2011
2020
Geindustraliseerde landen
24,3
17,1
16,6
Emerging markets
75,7
82,9
83,4
2
Aandeel in wereld BBP 1980
2013
2018
Geindustraliseerde landen
69,1
49,1
44,9
Emerging markets
30,9
50,9
55,1
3
Aandeel in wereldwijde export 1980
2011
2018
Geindustraliseerde landen
74,7
61,1
58,9
Emerging markets
25,3
38,9
41,4
4
Aandeel in wereld productie verwerkende industrie 1980
2013
2018
Geindustraliseerde landen
91,5
56,3
52,7
Emerging markets
8,5
43,7
47,3
5
Aandeel in werkgelegenheid in wereld productie verwerkende industrie4 1980
2011
2018
Geindustraliseerde landen
85
29
28
Emerging markets
15
71
72
Bron: UN, IMF, ING Economisch Bureau, Oxford Economics 4) De werkgelegenheidscijfers geven slechts een indicatie
de verschillen in productiekosten. In een studie van KPMG 5) worden de totale productiekosten in US dollar van een vergelijkbaar productieproces in diverse landen vergeleken.
De uitdaging voor de emerging markets is om het hoge groeitempo vast te houden Ontwikkelingen op het gebied van de bevolkingsopbouw (ook China kent vergrijzing), veranderend spaargedrag (meer consumptie en minder investeringen) brengen
5 KPMG, Competitive Alternatives: KPMG’s Guide to International Business Location Costs, 2012
het economisch groeitempo omlaag. Desondanks blijven de opkomende markten tot 2020 2x zo snel groeien als de geïndustrialiseerde landen. Innovatie is een sleutelwoord dat opkomende markten in staat moet stellen het hoge groeitempo vast te houden. Het gaat niet alleen meer om het toepassen van nieuwe technieken maar vooral om het uitvinden van die technieken. Dat vereist meer investeringen in menselijk kapitaal en een verbetering van de instrumenten om R&D te bevorderen. Dit betekent een verschuiving van de buitenlandse naar de binnenlandse vraag. In 2025 wordt verwacht dat 55% van de vraag in China uit het binnenland komt (nu 41%). In Oost-Europa en Latijns-Amerika bedraagt de binnenlandse vraag veelal al 65% van het totale inkomen.
Figuur 2 Totale kostenniveaus per sector maakindustrie vergeleken per land (2013) NL niveau=100 120 110
Germany Italy
100 90 80
Netherlands US UK Mexico Brazil
70
Russia
60
China
Japan India
Verschuiving productiestructuur in emerging markets De verschuiving van de focus in het beleid van de emerging markets van de export naar de binnenlandse bestedingen heeft effect op de productiestructuur. De agrarische sector, de voedingsmiddelenindustrie, de bouw en de dienstensectoren .krijgen een zwaarder accent. Voorts neemt de oriëntatie op de eigen regio toe. Dit is enerzijds het gevolg van de snel groeiende welvaart binnen de eigen regio en anderzijds een noodzaak gezien het toenemen van het protectionisme. Als gevolg van het uitblijven van een nieuw wereldhandelsakkoord worden nu binnen regio’s meer afspraken gemaakt over preferentiële tarieven voor landen onderling binnen een regio. De lidstaten van ASEAN3 (zie noot 3) zijn van plan om in 2015 de onderlinge handelstarieven sterk te verlagen. Voorts heeft de lang voortdurende crisis in de wereldeconomie landen verleid om meer en meer hun toevlucht te zoeken tot het forceren van een concurrentievoordeel door hun munt te laten devalueren
50
Bron: KPMG, bewerking ING Economisch Bureau
Na aanpassing met de stijging van de productiekosten tot 2013 en de valutaontwikkeling zijn de kostenniveaus in India en China nog steeds het laagst. Het grootste voordeel wordt gemeten bij de arbeidsintensieve sectoren. In de automobiel industrie en de elektronica industrie ligt het Chinese kostenniveau ongeveer op 75% van het Nederlandse kostenniveau (zie figuur 5). De ingrijpende sanering van de productiecapaciteit in de VS in voorgaande jaren en de jarenlange matiging van de loonontwikkeling lijkt zijn resultaten nu af te werpen in de vorm van een herstellende werkgelegenheid in de verwerkende industrie . De automobiel sector is hiervan het bekendste voorbeeld. Opvallend is de sterk achterblijvende prijsontwikkeling in Zuid-Korea en Taiwan. Terwijl Brazilië hier ver bovenuit torent. Deze vergelijking van de kostenniveaus in 2013 levert nog steeds een duidelijk kostenvoordeel op in de Aziatische landen en dat geeft geen aanleiding te veronderstellen dat grootschalig productieprocessen zullen worden teruggehaald naar Europa.
Kostenontwikkeling en kwaliteit bepalend voor expansie per bedrijfssector Afgezien van de hogere mate van automatisering van de productie in de geïndustrialiseerde landen weerspiegelt de afname van de werkgelegenheid in de periode 2000-2012 de verschuiving van werkgelegenheid naar de emerging markets in de verwerkende industrie. Dat betreft overigens vooral een verschuiving van productie naar China, India, Zuid Korea en Taiwan. Die ontwikkeling wordt onderbouwd door 3
Index NL = 100
Verschillen per bedrijfssector in de groei van de toegevoegde waarde De uitbreiding van de activiteiten in de maakindustrie vond in de periode 2000-2012 vooral plaats in Azië (ook zonder China) in bijna alle sectoren (behalve rubber en kunststof). Een extra sterke groei werd in de sectoren basismetaal, elektronische machines, farmaceutische industrie en de transport-
Asean: Associatie van Zuidoost-Aziatische landen met als toe de bevordering van de economische ontwikkeling, sociale vooruitgang en culturele ontwikkeling van de 10 lidstaten (Indonesië, Thailand, Maleisië, Singapore, Filippijnen, Vietnam, Birma(Myanmar), Brunei, Cambodja en Laos. Gezamenlijk bedraagt de bevolking in ASEAN 9% van he wereldtotaal en 3,2% van het Wereld BBP
Juli 2013 2
middelen sector behaald. Latijns Amerika toonde een meer bescheiden groei vooral in de transportmiddelen sector, rubber- en kunststofindustrie en de machinebouw. De EU laat in alle sectoren, behalve in de farmaceutische industrie, een verlies aan marktaandeel zien.
In welk concurrentieveld brengt dat Nederlandse ondernemers? De omgevingsverkenning voor Nederlandse ondernemingen levert tot 2020 het volgende beeld op: Lage groeiverwachting in geïndustrialiseerde landen en een 2x zo hoge (maar wel afzwakkend) in de emerging marktes Een nog steeds groeiend aandeel van de emerging markets in de wereld (qua productie, werkgelegenheid, handel, kapitaalstromen en internationale reserves), ook hier zien we een afzwakking van de groei Meer focus in de emerging markets op de snel groeiende binnenlandse vraag. Meer local voor local productie ter vermijding van hoge transportkosten en de mogelijkheid om snel in te kunnen spelen op veranderende wensen en vereisten Meer focus op de eigen regio, gevoed door het stagneren van de wereldhandelsdiscussie (protectionisme), sluiten van meer bilaterale overeenkomsten remt de handel tussen de regio’s. Belangrijker rol van de valutakoersen in de concurrentiestrijd Grote corporates uit emerging markets gaan steeds meer op overnamepad in onze regio.
Figuur 3 Ontwikkeling aandelen in wereld tot. toegevoegde waarde per sector (2000-2012) Belgie
Frankrijk
NL
Duitsland
EU
Transportmiddelen Rubber & kunststof Farmaceutische producten
Machinebouw Electronische machines en app Voedsel, drank en tabak Electrische machines en app. Chemie Basis metaal
-80%
-60%
-40%
-20%
00%
20%
40%
60%
80%
Bron: Oxford Economics
Het grootst is dat verlies in de elektronische machines en apparaten, de basismetaal, de transportmiddelensector en de elektrische machines en chemische industrie. De VS toont over de beschouwde periode een positieve uitschieter in de elektronische machines en apparaten en een negatieve uitschieter in de farmaceutische industrie en de elektrische apparaten en machines. De dominantie van Azië ( 50% of meer aandeel) manifesteert zich in de maakindustrie nu bij de : basis metaal, de elektrische machines en elektronische apparaten. Machines en chemische producten zullen in 2020 eveneens in meerderheid in Azië worden geproduceerd. Geen Aziatische absolute dominantie zien we optreden in de :rubber- en kunststofindustrie, de transportmiddelenindustrie, de voedingsmiddelen en de farmaceutische productie. In de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie wordt dit veroorzaakt door de voedselveiligheid problematiek en de strijd om patenten. In de transportmiddelenindustrie is een sterke regionale expansie gaande in de landen in CEE (Rusland, Turkije) en Latijns Amerika, naast het herstel in de VS. In de rubber- en kunststofindustrie zien we groei in Latijns Amerika en CEE.
Juli 2013 3
Figuur 4 Winnende en verliezende regio’s (in toegevoegde waarde) naar sector in periode 2000-2012 Afrika
Azië
Azië ex China, Japan
Europese Unie
Latijns Amerika
VS
Oost-Europa
2000
2012
2000
2012
2000
2012
2000
2012
2000
2012
2000
2012
2000
2012
Basis metaal
0,8
0,6
41,5
61,1
11,9
14,4
24,4
14,5
13,9
9,6
7,0
5,2
1,9
1,4
Chemie
0,6
0,6
35,4
43,6
11,0
14,7
29,5
23,1
19,8
16,5
5,8
5,5
1,8
1,8
Electrische machines en app.
0,6
0,6
36,6
49,3
8,0
10,3
35,7
26,2
16,0
9,6
4,3
4,2
2,0
4,4
Voeding-, drank- en tabak
0,6
0,7
25,5
33,9
7,1
9,8
32,5
28,6
20,9
17,7
10,7
10,1
2,5
3,4
Electronische machines en app.
0,1
0,1
43,4
54,3
13,7
24,5
21,4
12,1
24,7
26,3
3,7
1,9
0,8
1,4
Machinebouw
0,2
0,2
31,8
45,1
4,9
7,3
35,5
28,4
20,1
17,6
2,6
2,9
1,1
2,1
Farma
0,4
0,3
27,3
35,1
6,5
8,5
31,9
31,3
27,7
19,5
6,8
5,2
1,6
1,8
Rubber- en kunstof
0,4
0,4
31,1
40,1
7,8
9,2
33,1
26,8
23,2
18,0
4,5
4,7
1,6
3,5
Transportmiddelen
0,4
0,4
29,6
39,5
6,3
10,1
30,7
23,9
25,2
22,0
5,8
6,4
1,3
2,8
Bron: Oxford Economics, bewerking ING Economisch Bureau
Er zijn kansen voor meer productie in Nederland Hoewel ons aandeel in de wereldmaakindustrie tot 2020 nog wat afneemt, groeit de productie nog steeds licht. De groei van de emerging markets is hoger waardoor ons aandeel afneemt. Daarmee wijkt het totaalbeeld voor Nederland niet af van dat van onze Europese concurrenten. Op sectorniveau zijn er wel verschillen met de Europese concurrenten (figuur 3). In de periode 2000-2012 presteerde Nederland ten opzichte van België, Frankrijk, Duitsland en het totaal van de EU beter dan de concurrenten in de rubber- en kunststofindustrie, de farmaceutische industrie, de chemische- en de basismetaalindustrie. Net als de concurrenten verloor ons land aandeel in de wereldproductie van elektronische apparatuur, elektrische machines en transportmiddelen. Bij een aantal bedrijven is inmiddels een heroverweging gaande over de productie in Azië (vooral China). Argumenten voor die heroverweging zijn de stijgende productiekosten in China. Hoewel de lonen nog relatief laag zijn, stijgen ze snel in de regio’s waar veel industrie geconcentreerd is. Bovendien leidt de stijging van de waarde van de Chinese munt tot een extra concurrentienadeel. Er treden in toenemende mate problemen op in de logistieke processen en er zijn klachten over de geleverde kwaliteit. Dit wordt mede ingegeven door hoge verloop in het personeelsbestand in vooral China. Dit alles leidt inmiddels tot enige terugstroom van kritieke productieprocessen naar Europa. Die activiteiten worden veelal in Centraal – en Oost-Europa en Nederland opgepakt . Dat gebeurt in Nederland in sterk geautomatiseerde productiefaciliteiten.
Als gevolg daarvan zijn de directe positieve effecten op de Nederlandse werkgelegenheid beperkt. Maar indirect zullen die effecten wel voelbaar worden. Toeleveranciers en dienstverleners profiteren hiervan. Er zal overigens geen sprake zijn van massale terugkeer van productie naar de geïndustrialiseerde landen. Met name massaproductie van gestandaardiseerde producten voor de lokale markt en de export zal in Azie blijven. Bovendien wordt in China in toenemende mate aandacht besteed aan de verbetering van de kwaliteit van de producten. Nederlandse ondernemers kunnen mogelijk ook profiteren door hun expertise op het vlak van bestaande en nieuwe procestechnologie te exporteren Al met al zal dit ook gepaard gaan met een stijging van het kostenniveau in China. Dit zal, in combinatie met de oplopende transportkosten, vaker leiden tot een afweging om productie voor Europa dichterbij uit te laten voeren. Daarbij zal Nederland een van de opties zijn. Handhaving van een gunstig vestigingsklimaat in Nederland is een voorwaarde om hierin succesvol te zijn.
Juli 2013 4
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 16 juli 2013.
Juli 2013 5
Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Rob Rühl Head of Business Economics + 31 20 56 39508 of Of mail naar:
[email protected]