Informatiebrochure voor de toelatingsprocedure van Basisonderwijs en Speciaal Basis Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs in de provincie Groningen
Aanmeldingen voor het cursusjaar 2013 - 2014
De regionale samenwerkingsverbanden PO en VO provincie Groningen
1
Inhoud:
Voorwoord Handleiding Onderwijskundig Rapport Korte Informatie Leerwegen VMBO Leerlingen met gedragsproblemen (LGF) Aanmelding bij het Voortgezet Onderwijs Wijze van aanmelding voor LWOO of PrO Indicatiecriteria RVC-VO voor het LWOO of PrO Samenvatting regeling toegestane instrumenten indicatiestelling LWOO/PrO
2
Voorwoord In deze brochure wordt de aanmeldingsprocedure van het Basisonderwijs naar het Voortgezet Onderwijs voor het jaar 2013 – 2014 uitgebreid beschreven voor vnl. diegene die voor het eerst te maken krijgt met de een aanmelding voor het VO. Het te gebruiken onderwijskundig rapport PO-VO provincie Groningen is in de bijlage opgenomen of te downloaden via diverse websites. Dit uniform OKR PO-VO formulier kan voor de aanmelding van alle leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs (het Praktijkonderwijs, VMBO inclusief LWOO, HAVO of VWO) worden gebruikt. NB - Het is toegestaan om het OKR uit het, door het PO digitaal te gebruiken leerlingvolgsysteem, aan te leveren. Betreft het OKR PO-VO provincie Groningen Er is in voor het invullen sprake van een A,B en C deel. Het A en C deel dient voor alle leerlingen voor aanmelding naar het VO te worden ingevuld. Het B deel wordt ingevuld bij aanmelding voor LWOO en PrO en om relevante extra informatie over de leerling te verstrekken bij alle ander leerlingen indien het PO dit wenselijk acht. De VO scholen hebben het nadrukkelijke verzoek om toch ook het B deel voor alle leerlingen in te vullen en dan in ieder geval vraag 15 over het schools functioneren. NB – De regio stad Groningen, Haren, Ten Boer, Tynaarlo/Zuidlaren heeft toelatingsbeleid geformuleerd waarin afspraken staan opgenomen hoe de aanmelding procedureel hoort te verlopen. Dit toelatingsbeleid is te downloaden op de site www.passendonderwijsgroningen.nl (in het deel VO stad / professionals scholen / downloads). Om de aanmeldingen bij het Voortgezet Onderwijs voor het LWOO en Praktijkonderwijs gemakkelijk te laten verlopen is er speciale aandacht besteed aan de wijze waarop de aanmeldingen voor het LWOO of PrO bij de RVC-VO door het VO dienen te worden aangeleverd. Omdat de juistheid van de DLE-gegevens van groot belang is om een aanvraag bij de RVC-VO gehonoreerd te krijgen, vragen wij uw bijzondere aandacht voor het juist aanleveren van deze gegevens. De DLE-gegevens mogen niet meer dan 10 dle-punten naar boven of naar beneden afwijken van het gemiddelde van de gebruikte toets. Is dat wel het geval dan moet er worden doorgetoetst. Toelichting elders met voorbeeld. Voor het verkrijgen van een leerling gebonden financiering (LGF) moet een aparte procedure worden gevolgd. De benodigde formulieren daarvoor dient u via de ouders/verzorgers bij de Commissie van Indicatie van het REC aan te vragen. In deze brochure wordt verder kort ingegaan op de vier officiële leerwegen binnen het VMBO en het Praktijkonderwijs.
3
Handleiding bij het onderwijskundig rapport PO-VO provincie Groningen Leerlingvolgsysteem Om een goed beeld te kunnen vormen van het niveau van de leerling is het belangrijk om een overzicht van het (CITO) volgtoetsen vanaf groep 6 mee te sturen. Betreft de onderdelen 8 B en 8 C Het is van groot belang voor de VO-school te zorgen voor een juiste motivering van de punten 8 B en 8 C in het aanmeldingsformulier dat samen met het OR-VO het dossier vormt welke naar de RVC wordt gestuurd i.g.v. aanvraag voor LWOO of PrO. Voor een goede motivering is de aanleverende VO-school sterk afhankelijk van een goede beschrijving van de bovengenoemde punten door de basisschool. Een goede omschrijving bevordert een snelle afhandeling en de juiste besluitvorming door de RVC. Beschrijf objectief, zo concreet mogelijk wat je waarneemt, ziet en hoort in de omgang met de leerling. Interpreteer niet, spreek geen waardeoordeel uit. Beschrijf indien van toepassing. Punt 8 : B Ondersteuningsbehoefte. Beschrijf zo concreet mogelijk wat de leerling van jou c.q. de school vraagt (didactisch, sociaalemotioneel, gedrag). Dus ook punten genoemd bij de formulering van sociaal-emotionele problematiek kunnen bij dit punt wederom genoemd worden. o Sociaal-emotionele problemen o Gedragsproblemen o Leerproblemen o Didactische groei/stilstand/achteruitgang o Hiaten o Inzet o Taakgerichtheid (omgang met taken) o Motivatie o Concentratie o Zelfstandigheid o Instructie (visueel, auditief, extra instructie) o Spanningsboog o Werkhouding o Tempo o Geef je in de klas extra hulp? o Zie ook aspecten genoemd bij de Groninger Docenten Vragenlijst of andere SE vragenlijst o o o o o o o o o o o o o o o o o
Functioneert leeftijdsadequaat Sprake van ontwikkelingsstoornis (ADHD, Autisme Spectrum Stoornis, PDD-nos, Gilles de la Tourette, NLD, etc.) Gedragsaspecten t.g.v. lichamelijke beperkingen (epilepsie, diabetes, etc.) Gedrag t.o.v. andere leerlingen, rol in de groep, weerbaarheid, aanwezigheid in de groep (druk, overheersend of stil, teruggetrokken) Gedrag t.o.v. docenten Zelfvertrouwen/zelfbeeld Faalangst Luisterhouding Samenwerken / overleggen Oplossen van conflicten Omgang met regels Meningsvorming (eigen mening of meeloper) Beïnvloedbaar Aanbrengen van structuur (zelf of omgevingsafhankelijk) Gedrag in vrije situaties Omgevingsfactoren(thuis, vrienden) die van invloed zijn op het functioneren binnen school Etc.
4
Punt 8 : C Genomen maatregelen en resultaten van de maatregelen in het PO.
Concreet beschrijven wat er tot nu aan gedaan is en met welk resultaat: o o o o o o o o o o o o o
Extra hulp in de klas Extra hulp buiten de klas Preteaching Reteaching Aangepast lesmateriaal/programma Inschakeling onderwijs begeleidingsdienst, onderzoek/advisering Individuele handelingsplannen Remedial teaching Begeleiding door Intern-Begeleider Begeleiding door Ambulant-Begeleider Ouder- leerlinggesprekken Externe instanties (GGZ, jeugdhulpverlening e.d.) Etc.
Wat is de meest effectieve aanpak gebleken?
5
Korte algemene informatie over het Praktijkonderwijs, de leerwegen in het VMBO, het LWOO en de leerlinggebonden financiering (het rugzakje). Praktijkonderwijs (PrO) Praktijkonderwijs is onderwijs voor leerlingen van wie vaststaat dat zij vanwege een integrale achterstand of structurele problematiek veel extra hulp nodig hebben en dat het volgen van het onderwijs in een van de leerwegen, al dan niet in combinatie met het volgen van leerwegondersteunend onderwijs, niet leidt tot het behalen van een diploma of een getuigschrift VMBO. Bij de beslissing van de regionale verwijzingscommissie (RVC) om een leerling voor te dragen voor toelating tot het praktijkonderwijs worden de ouders van de leerling nadrukkelijk betrokken. Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Leerwegondersteunend onderwijs is bedoeld om in de vier leerwegen de leerlingen met een partiële achterstand of tijdelijke problematiek gedurende korte of langere tijd extra hulp op maat te bieden. Het leerwegondersteunend onderwijs is gericht op het behalen van een diploma in één van de leerwegen. Ook voor het LWOO dient de dezelfde aanmeldingsprocedure bij de RVC door het Voortgezet Onderwijs te worden gevolgd (zie de gang van zaken zoals hiervoor genoemd wordt bij Praktijkonderwijs en lees hiervoor ook de info op blz.10. Leerlinggebonden financiering (LGF) In de huidige wetgeving is het mogelijk voor leerlingen die speciaal onderwijs nodig hebben een leerlinggebonden financiering (LGF) aan te vragen, ook wel het ‘rugzakje’ genoemd. Hiervoor is een indicatie nodig. Voor vragen over leerling-gebonden financiering kunt u terecht bij het REC. Zie de adressen achterin voor REC 1 (leerlingen met visuele beperkingen) REC-cluster 2 (auditief en communicatief gehandicapten), voor REC-cluster 3 (verstandelijk gehandicapte, lichamelijk gehandicapte en meervoudig gehandicapte leerlingen en langdurig zieke kinderen) en voor REC-cluster 4 (leerlingen met ernstige gedrags- en/of psychiatrische stoornissen). In de toekomst zal met de invoering van het Passend Onderwijs de mogelijkheid tot leerlinggebonden financiering verdwijnen. Leerlingen met gedragsproblemen Voor leerlingen die van een gedrags- en/of psychiatrische stoornis belemmeringen ondervinden in het onderwijsleerproces, is er speciaal onderwijs mogelijk vanuit cluster 4. Om hiervoor in aanmerking te komen, moeten de ouders/voogden hun kind aanmelden bij RENN4. Die aanmelding is het startpunt van het aanleggen van een dossier op basis waarvan de Commissie van Indicatie (CvI) tot een beslissing komt. Nadat de ouders/voogd contact hebben gelegd met RENN4, zal een contactpersoon van RENN4 contact opnemen met de ouders en hun voorzien van een aanmeldformulier en overig benodigde formulieren. Hier zitten ook formulieren bij die door de school ingevuld of aangeleverd dienen te worden. Informatie hierover is te vinden op de website van RENN4, www.renn4-sensor.nl. Het ministerie heeft voor leerlingen met gedragsproblemen de volgende criteria (kort samengevat) vastgesteld: Is er sprake van een psychiatrische stoornis of van ernstige gedragsproblematiek? Zijn de gevolgen van de gedragsproblemen duidelijk merkbaar zowel thuis als op school? Is jeugdzorg of een kinderpsychiatrische voorziening betrokken bij de leerling? Is er sprake van een onderwijsbeperking die terug te voeren is op de stoornis of op de ernstige gedragsproblematiek? Is de zorg in het regulier onderwijs optimaal benut zonder duidelijk effect? In hoeverre heeft WSNS zich kunnen inzetten t.a.v. de problematiek van de leerling? Op basis van de aangeleverde schriftelijke gegevens vormt de Commissie van Indicatie zich een beeld van de problematiek en komt tot een beslissing: een positieve beschikking, een negatieve beschikking of een observatieplaatsing. Een positieve beschikking heeft een geldigheidsduur van drie volledige schooljaren. Bij een positieve beschikking hebben de ouders de keuze. Ze kunnen hun kind plaatsen op een school voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen. Dan gaat het dossier naar de school van hun keuze. Ze kunnen ook hun kind - met toestemming van de school - op de reguliere school laten en dan komt er ambulante begeleiding vanuit RENN4. De school krijgt de middelen die horen bij een beschikking voor LGF en besteedt deze aan extra zorgmaatregelen voor de leerling.
6
De werkzaamheden van de ambulant begeleider kunnen bestaan uit observaties in de klas, het voeren van advies- en begeleidingsgesprekken met de leerkrachten, het op de school geven van voorlichting over de problematiek van het kind, het adviseren over de aanschaf van onderwijsmaterialen en het ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van een individueel handelingsplan, dat regelmatig besproken wordt door de leerkracht met de ouders en de leerling. Wanneer de geldigheidstermijn van een beschikking verlopen is kan er een herindicatie aangevraagd worden bij de Commissie van Indicatie (CvI). Vanaf klas 3 in het VMBO De theoretische leerweg (TL) Deze leerweg is bestemd voor leerlingen die niet veel moeite hebben met studeren en daarmee voorlopig willen doorgaan. De leerling doet examen in zes (eventueel zeven) algemene vakken. Deze leerweg sluit aan op het hoogste niveau in het mbo voor vak- en middenkaderopleidingen (niveau 3-4). Ook een overstap naar havo is mogelijk. De gemengde leerweg. (GL) Deze leerweg is bestemd voor leerlingen die niet veel moeite hebben met studeren maar ook een aantal uren praktijk willen volgen. De leerling doet op TL niveau examen in vijf theorie vakken en een praktijkvak. Net als de TL geeft de GL aansluiting op de vak en middenkaderopleidingen in het mbo de (niveau 3-4). Het examen en uitstroomniveau is gelijk aan Tl. Daar is geen verschil in, alleen is het 6 theorievak ingewisseld voor een praktijk vak. Als een leerling dus net niet het niveau heeft voor de TL dan komt hij ook niet in aanmerking voor de GL. De kaderberoepsgerichte leerweg (KB) Deze leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen door praktisch bezig te zijn maar ook theoretisch voldoende vaardigheden bezitten. Net als de theoretische en gemengde leerweg geeft KB aansluiting op de vak- en midden kaderopleidingen in het mbo (niveau 3-4). De opleiding bestaat uit een mix van praktijk- en theorievakken. De basisberoepsgerichte leerweg (BB) Deze leerweg is bedoeld voor zeer praktisch ingestelde leerlingen. Het zwaartepunt in de opleiding ligt bij de praktijkvakken. Deze leerweg leidt naar de basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 1-2). NB. Meerdere VO scholen werken inmiddels met een intersectoraal programma, dat wil zeggen dat de leerling bij de praktijkvakken een brede praktische oriëntatie krijgt op de mogelijkheden die het mbo en het beroepenveld biedt.
7
Aanmelding leerlingen bij het Voortgezet Onderwijs In de oudergesprekken over het vervolgonderwijs komt uiteraard ook het enkelvoudige advies van de basisschool ter sprake. Het advies wordt geformuleerd op basis van het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6. Voor een school voor Voortgezet Onderwijs is het eveneens belangrijk, dat een leerling die extra zorg en aandacht nodig heeft, tijdig wordt geïndiceerd, immers: de VO-school ontvangt alléén extra bekostiging voor geïndiceerde leerlingen. Plaatsing in een kleine klas wordt kostbaar als er geen budget meekomt. In het kort: tijdig oudergesprekken voeren scholen noemen die het gewenste onderwijs verzorgen wijzen op de ‘open dagen’; data verschijnen o.a. in de dagbladen ouders vragen om de leerling tijdig bij het voortgezet onderwijs aan te melden (sommige scholen voor primair onderwijs nemen deze taak van de ouders over) inlichtingenformulier opsturen naar de school waar de leerling door de ouders is aangemeld Leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte In vrijwel alle gevallen is bij aanvang van het schooljaar in groep 7/8 al bekend wie voor Praktijkonderwijs of Leerwegondersteunend onderwijs in aanmerking komen. Met toetsen uit uw leerlingvolgsysteem stelt u immers voortdurend vast hoe groot het leerrendement is en de daaraan gekoppelde leerachterstand. Ga het oudergesprek vast aan, wacht voor deze leerlingen niet op de uitslag van de cito-eindtoets. U weet immers uit ervaring dat forse leerachterstanden zelden in de maanden maart tot en met juni in de eindgroep worden ingelopen! Daarom is het zeer wenselijk, en bestaat er de mogelijkheid, leerlingen voor leerweg ondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs al vroegtijdig aan te melden (vóór 1 maart). Het Voortgezet Onderwijs moet met de gegevens, die u middels het onderwijskundig rapport aanlevert, aan de slag zodat een goed onderbouwde aanvraag t.b.v. de Regionale Verwijzings Commissie (RVC) opgesteld kan worden. Het gehele proces vraagt veel tijd en aandacht. In de achterliggende jaren ontving de RVC nog veel dossiers in de periode juni – september. Juist de leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte kregen pas laat te horen dat ze geplaatst konden worden.
8
Procedure voor toelating tot het VO 1. Het advies van de basisschool op basis van het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 is het uitgangspunt. 2. De Cito-eindscore is achteraf een bevestiging van dit advies. Gehanteerd worden de richtlijnen van de Cito Groep (zie tabel op de website van CITO / betekenis standaardscore) 3. Is er discrepantie tussen het PO advies en de Cito-score, dan wordt de basisschool om nadere informatie gevraagd. Hierbij worden de onderstaande richtlijnen in acht genomen. 4. Bij een Cito-score kleiner of gelijk aan 525 wordt standaard een LWOO–PrO onderzoek door het VO uitgevoerd. Daarvoor wordt het OKR (onderwijskundig rapport) PO-VO Groningen of een versie uit het in gebruik zijnde digitaal leerlingvolgsysteem volledig ingevuld. 5. Bij een score van 526, 527, 528 en 529 vindt er overleg plaats tussen VO en PO om het gegeven advies nader te beargumenteren. Wel of niet nader onderzoek (LWOO-PrO) wordt in het overleg afgesproken. Indien de aanleverende school en de ontvangende school er samen niet uitkomen wat het beste is voor de leerling, dan kan de PCL ( permanente commissie leerlingzorg van het VO) om een advies worden gevraagd. N.B. dit laatste geldt uitsluitend voor de VO scholen vallend onder de SV 2.02 en 2.03 6. Voor alle leerlingen wordt een onderwijskundig rapport aangeleverd; het OKR PO-VO Groningen of een versie uit het in gebruik zijnde digitaal leerlingvolgsysteem. 7. De VO school kan de leerling oproepen voor een aanvullend intelligentie onderzoek indien er twijfel bestaat over de indeling in een bepaalde klas of groep. Zie relatie met punt 4 N.B. Als een leerling ernstige gedragsproblemen kent (veroorzaakt door bijv. ADHD, PDD-NOS) dan kan de VO school besluiten de leerling niet toe te laten. De VO school kan eventueel aangeven welke aanvullende voorwaarden nodig zijn voor toelating; zoals een cluster-indicatie, ondersteuning vanuit het OPDC of met een advies van de PCL. N.B. De Citotoets is niet meer en niet minder dan een onafhankelijke contra-expertise dat de leerkracht van gr. 8 kan vergelijken met zijn of haar eigen advies. De leerkracht kan tegen de achtergrond van het leerlingvolgsysteem nog eens goed nagaan of hij of zij de mogelijkheden van een leerling niet overschat of onderschat. Alle schoolverlaters moeten uiterlijk 1 april in het betreffende schooljaar aangemeld moeten zijn bij een school voor Voortgezet Onderwijs. Ouders melden een leerling aan middels het aanmeldingsformulier van e de VO school van de 1 keuze. De PO school zorgt ervoor dat die school uiterlijk 1 april over het OKR kan beschikken. Wordt de leerling ná 1 april aangemeld dan kunnen problemen bij de toelating ontstaan! Aanmelding, advies, toelating en plaatsing Deze begrippen worden snel met elkaar verward. Derhalve hieronder nog een korte beschrijving. Aanmelding bij VO: de leerling wordt door de ouder(s) aangemeld voor toelating en plaatsing bij een schoolbestuur. Aanmelding wordt als volgt gedefinieerd: aan de VO school is een ingevuld en door ouders ondertekend aanmeldformulier aangeboden. De ouder is verantwoordelijk voor de aanmelding. Advies Primair Onderwijs: het door de school uit het Primair Onderwijs geformuleerde (enkelvoudige) advies, onderbouwd met de informatie in het Onderwijskundig Rapport, in welke schoolsoort in het VO de leerling zou moeten worden geplaatst. Het Primair Onderwijs is verantwoordelijk voor het advies. Toelating VO: de leerling wordt toelaatbaar verklaard voor een vorm van onderwijs binnen een schoolbestuur. De toelating is afhankelijk van wettelijke eisen en schoolbestuurlijk beleid. Het VO is verantwoordelijk voor de toelating. Plaatsing VO: de leerling wordt op een school c.q. vestiging van een school en in een onderwijssoort / niveau geplaatst. De plaatsing is afhankelijk van schoolbestuurlijk beleid. Het VO is verantwoordelijk voor de plaatsing.
9
Wijze van aanmelding voor Praktijkonderwijs (PrO) of Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) Naar aanleiding van gegevens uit bijvoorbeeld het leerlingvolgsysteem en /of naar aanleiding van de uitslag van de CITO-entreetoets groep 7 voert u oudergesprekken. Blijkt uit uw gegevens dat de leerling het best in het praktijkonderwijs of op een school met leerwegondersteunend onderwijs geplaatst kan worden, dan zorgt u er voor dat de ouders/verzorgers de leerling zo spoedig mogelijk, vóór 1 maart, aanmelden bij de betreffende school voor voortgezet onderwijs die u voor nadere gegevens benadert. Wacht niet op de uitslag van de score van de CITO-eindtoets (als u de potentiële zorgleerling daaraan al onderwerpt), immers: de eindtoets wordt afgenomen in februari. De uitslag en rapportage daarvan ontvangt u na 3 à 4 weken. Dit is in feite te laat om de aanmeldingsprocedure LWOO of het PrO naar de RVC-VO in gang te zetten! Immers: het verzamelen van de gevraagde informatie en de gang langs de regionale verwijzingscommissie vraagt veel tijd. In het uiterste geval – als de RVC aanvullende informatie nodig heeft, of als de school voor voortgezet onderwijs wil reageren op een negatieve beschikking – passeert het dossier te laat, waardoor voor alle partijen een ongewenste situatie ontstaat. Bovendien komen zorgleerlingen niet uit de lucht vallen: een leerling heeft niet plotseling een forse leerachterstand, een IQ onder 90 en /of ernstige sociaal emotionele problemen. Juist deze extra zorg wordt gegeven in het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs. Wilt u daarom alstublieft steeds duidelijk aangeven naar welke school voor Voortgezet Onderwijs de leerling zal gaan? Toetsmateriaal U kunt nu al starten met het onderbouwen van uw aanmelding voor Praktijkonderwijs of Leerweg Ondersteunend Onderwijs! De scholen voor voortgezet onderwijs moeten de aanvraag voor extra financiering kunnen onderbouwen met verifieerbare gegevens over het leerniveau. Om die verificatie niet nodeloos ingewikkeld te maken geven de Permanente Commissies Leerlingenzorg van de samenwerkingsverbanden VO de voorkeur aan het gebruik van onderdelen uit het CITOleerlingvolgsysteem. In de Cotan-lijst van te gebruiken instrumenten die jaarlijks wordt geactualiseerd (zie www.cfi.nl) worden alle door OC&W toegestane toetsen en tests vermeld. Praktijkonderwijs: Voor het praktijkonderwijs wordt een toets afname in november-december (eventueel herhaald in februarimaart) van de volgende toetsen gevraagd: Begrijpend lezen M5 E4) Spelling M5 Rekenen en wiskunde M5 Bij D en/of E scores M5 is terugtoetsen praktijkonderwijs! Terugtoetsen begrijpend en M3.
(bij A-B of C score tevens M 6) (bij A-B of C score tevens M 6) (bij A-B of C score tevens M 6) verplicht, immers, mogelijk is de leerling te zwak voor het lezen en rekenen/wiskunde mogelijk met M4, spelling met M4
Doortoetsen is alleen noodzakelijk als de toetsscore buiten de bandbreedte van een DLE-resultaat valt. Zie hiervoor het DLE boek “DLE schalen indicatiestelling LWOO en PrO” actuele versie. Leerweg Ondersteunend Onderwijs: Voor het leerwegondersteunend onderwijs vragen we een toetsafname in november-december (eventueel herhaald in februari / maart) van de volgende toetsen: Begrijpend lezen M6 (bij A-B of C score tevens M 7, bij D-E scores terugtoetsen met M5). Spelling M6 (bij A-B of C score tevens M 7, bij D-E scores terugtoetsen met M5). Rekenen en wiskunde M6 (bij A-B of C score tevens M 7, bij D-E scores terugtoetsen met M5). Verder zijn er naast het bovengenoemde CITO-materiaal ook andere testen toegestaan. Zie daarvoor eveneens de Cotan (goedgekeurde) Instrumenten Lijst.
Tijdpad aanmelding en plaatsing leerlingen uit het basisonderwijs naar het LWOO of PrO Oktober: beschikbaar stellen OKR-PO-VO door VO aan het SBO, BaO voor de PrO of LWOO aanmeldingen Oktober, november, december: overleg en oudergesprekken op Basis Onderwijs Tot uiterlijk 1 maart: aanleveren van de onderwijskundige rapporten en gegevens
10
Indicatiecritera RVC-VO voor de toelaatbaarheid tot LWOO / PrO Toelaatbaarheid voor het praktijkonderwijs: Het intelligentieniveau is minimaal 55 en tot maximaal 75 - 80. En uit het didactisch profiel blijkt dat er leerachterstanden zijn van 50% t.o.v. de Didactische Leeftijd op twee of meer domeinen van schoolse vaardigheden (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen / wiskunde) Eén van de twee domeinen moet in ieder geval begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen / wiskunde zijn. Toelaatbaarheid voor het leerwegondersteunend onderwijs: Het intelligentieniveau ligt tussen de 75-80 t/m 90. En uit het didactisch profiel blijkt dat er leerachterstanden zijn tussen 25% en 50% t.o.v. de Didactische Leeftijd op twee of meer domeinen van de schoolse vaardigheden. Eén van de twee domeinen moet in ieder geval begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen / wiskunde zijn.
Bij een intelligentieniveau van 91 t/m 120 is toelaatbaarheid voor leerwegondersteunend onderwijs mogelijk als naast het eerder genoemd didactisch profiel sprake is van emotionele- of gedragsproblematiek. De problematiek moet aangetoond zijn middels recent psychologisch of psychiatrisch onderzoek. DLE: Didactische leeftijdseenheid in maanden; een DLE 30 betekent dat de leerling de leerstof van 30 maanden primair onderwijs beheerst, grofweg: groep 5. Eind groep 3: DLE = 10 etc.; max. DLE = 60! DLE’s kunnen op eenvoudige wijze worden vastgesteld met behulp van het DLE-boek * * LWOO-PrO versie DLE boek: Gerard Melis, ISBN 90 76 838 127 (de volledig herziene versie gebruiken!) Samenvatting regeling vaststelling toegestane instrumenten bij de indicatiestelling LWOO of PrO instroom voor het geldende schooljaar. (zie CFI-publicaties, te vinden op de website van RVC Landelijk: www.rvc-vo.nl De instrumentenlijst is richtinggevend voor alle leerlingen die tussen 1 oktober en 30 september van het lopende jaar worden aangemeld bij de RVC. Uitgangspunt voor opname in de lijst is en blijft de psychometrische deugdelijkheid, onafhankelijk beoordeeld door de COTAN op normering, betrouwbaarheid en validiteit. Daarnaast wordt bij de beoordeling van testen de praktische bruikbaarheid en de geschiktheid voor de doelgroep betrokken. Scherper dan voorheen is het belang van de individuele leerling in de beoordeling van de geschiktheid van testen te laten meewegen. Ondanks dat een toets is opgenomen in de lijst van toegestane testen is het noodzakelijk altijd het testgebruik af te stemmen op de mogelijkheden van het individuele kind. Een test mag niet te veel een beroep doen op kennis die de leerling nog niet heeft vergaard en moet tegelijk recht doen aan wel verworven kennis en vaardigheden. Veelal kan dit via een tijd- en kostenbesparende groepsgewijze procedure; soms echter is een individuele benadering noodzakelijk om tot een juist oordeel te komen. Het kind heeft er recht op geïndiceerd te worden met testuitslagen, die werkelijk recht doen aan zijn of haar mogelijkheden. Dit stelt de VO-school ook beter in staat passende begeleiding aan een kind te geven na plaatsing in het VO. Intelligentietesten Er wordt gewaarschuwd voorzichtig te zijn met het gebruik van schriftelijk af te nemen groepstesten ingeval van grote leerachterstanden (met name bij begrijpend lezen en dyslectische leerlingen) of bij onvoldoende beheersing van het Nederlands (voor deze laatste categorie leerlingen zijn eigenlijk alleen de SON-versies geschikt). Dit betekent dat voor LWOO-aanmeldingen normaal gesproken zowel de WISC III, de IVO, de NDT en de NIO geschikte testen zijn. Voor PrO-aanmeldingen zijn veelal echter enkel individueel af te nemen tests geschikt en met name de WISC III (soms de SON). Voor PrO-aanmeldingen worden de groepsgewijze tests dringend afgeraden; ervaring leert dat deze kinderen op deze tests vaak onderscoren als gevolg van de relatief grote taligheid van deze testen. Dit beïnvloedt de plaatsingskeuze en indirect vaak ook de handelingsplanning voor deze leerling.
11
De RVC beoordeelt individuele dossiers en zal vaker contact met de school kunnen opnemen als er een groepsgewijze test is afgenomen bij een aanvraag praktijkonderwijs. Met name als de IQ-test in tegenspraak lijkt met de rest van de gegevens in het dossier kan er aanleiding zijn de school te verzoeken alsnog een individuele test af te nemen. Het verdient ook aanbeveling reeds eerder (ook verouderd) intelligentieonderzoek op te vragen en mee te sturen met het dossier. Mogelijk dat deze gegevens onderbouwend zijn voor het gemeten IQ met een groepsgewijs afgenomen test. Didactische toetsen Het mag duidelijk zijn dat je een kind met een niveau midden groep 5 niet lastig hoort te vallen met een toets op M8 niveau. En omgekeerd doe je een kind wat presteert op groep 7 niveau te kort, wanneer je die toetst op E4 niveau. Hoewel het CITO op basis van bijzondere statistische technieken sinds 2003 toetsen met een groot dle-bereik heeft ontwikkeld, is het afstemmen van de juiste toets op het (vermoedelijke) niveau van het kind absoluut gewenst. De afname van de CITO-toetsen krijgt daarom een beperking; de behaalde dle-score mag niet meer dan 10 dle naar boven of beneden afwijken. Dus wanneer een M5 toets wordt gebruikt, is die alleen toegestaan als het behaalde dle tussen de 15 en 35 ligt. Bij een dle lager dan 15 of hoger dan 35 is doortoetsen vereist. Over het algemeen is toetsen met een E6 toets voor LWOO-aanmeldingen aan te raden; voor PRO-aanmeldingen wordt aangeraden de M5 toetsen. Daarnaast is van belang: Als het dle voor technisch lezen lager is dan 20, hoeft geen begrijpend leestoets worden afgenomen, tenzij het gaat om een LWOO-aanmelding. De toetsen van Aarnoutse worden wegens beperkt dle-bereik feitelijk afgeraden. Let op: begrijpend leestoetsen mogen niet worden voorgelezen. Zie hiervoor ook het DLE boek “DLE schalen indicatiestelling LWOO en PrO de meest recente versie. Persoonlijkheidsvragenlijsten. Schriftelijke zelfbeoordelinglijsten als b.v. de NPVJ, de PMTK en de YSR zijn veelal te moeilijk voor leerlingen met grote leerachterstanden. Daarom is nu bepaald dat deze lijsten mogen worden afgenomen bij een dle >40. Bij een dle <30 worden ze sterk afgeraden. Bij een dle 30-40 moet de gedragswetenschapper nagaan of een zelfbeoordelinglijst een juiste keuze is en moet tevens een vragenlijst voor leerkracht of ouders worden ingevuld. Documenten downloaden
Het onderwijskundig rapport, de adressenlijst van de scholen en de Cotanlijst met toegestane test-instrumenten, kunt u downloaden van de volgende sites www.passendonderwijsgroningen.nl (in het deel van VO-stad / professionals scholen / downloads) www.leerlingenzorg.nl www.rsnowg.nl www.o2g2.nl.nl www.swv207.nl www.rvc-vo.nl.
NB. Het onderwijskundig rapport PO-VO provincie Groningen is toegevoegd aan het mailbericht waarmee deze brochure is verzonden. Voor vragen en/of opmerkingen over of n.a.v. deze brochure: contactadressen samenwerkingsverbanden VO Samenwerkingsverband 2.01 de heer Jan Houwing
[email protected] Samenwerkingsverband 2.02 De heer Bert Dijkstra
[email protected]
Samenwerkingsverband 2.03 de heer Erik de Graaf
[email protected]
12