OOK – Vlaams OUDEREN OVERLEG KOMITEE vzw - Vlaamse OUDERENRAAD
Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES
1. Informatie en communicatie Ouderen willen de diensten en taken van de provincie beter kennen. 2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit. 3. Inspraak Het uitgangspunt is dat elke provincie een ouderenadviesraad heeft die daadwerkelijk de inspraak voor de ouderen garandeert. 4. Coördinatie Om de ouderen een kwalitatieve dienstverlening te kunnen aanbieden, is een goede samenwerking en afstemming van diensten nodig op provinciaal niveau. 5. Vrijwilligers De oudere vrijwilligers vragen ondersteuning door de provincie voor hun werk en hun vereniging en willen tevens alle beschikbare informatie over vrijwilligerswerk bekomen. 6. Wonen Voor wat betreft wonen, ligt het accent best op het thuis wonen of verhuizen binnen de eigen buurt. 7. Levenslang Leren en vorming Levenslang leren is, zoals voor de jongere generaties, een noodzaak. 8. Diversiteit Ouderen verwachten een beleid met aandacht voor iedereen. 9. Beeldvorming en onderzoek Ouderen in beeld brengen, een taak voor de provincies. 10. Toegankelijkheid Bereikbaarheid van goederen en diensten is essentieel.
Aandachtspunten Provincies
Ouderenparlement 2006
1/5
1. Informatie en communicatie Ouderen willen de diensten en taken van de provincie beter kennen. Ouderen weten te weinig wat de provincie voor hen doet en over de rol van de provincie in het ouderenbeleid. De informatie hierover moet op maat en in verschillende vormen worden aangeboden. Zij willen niet enkel via het internet geïnformeerd worden, maar alle mogelijke overdrachtswijzen (geschreven en gesproken) worden best aangewend. Folders en regionale TV bereiken vele ouderen en hebben een duurzaamheidskarakter. Ouderen wensen voornamelijk informatie over wonen, zorg en mobiliteit. Ook mensen in woon- en zorgvoorzieningen wensen informatie te krijgen.
2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit. Niet enkel de steden moeten goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, ook de landelijke gemeenten vragen aandacht. Men verwacht in heel de provincie een goede aansluiting van (bel)bussen en treinen. Daarom zou het ook goed zijn dat voor de belbussen de mogelijkheid voor afhaling aan huis wordt ingelast en haltes op minder dan 500 meter van huis worden voorzien. De opdracht van de belbussen mag aan de gemeentegrens niet stoppen; daarvoor is intergemeentelijk of provinciaal overleg en organisatie nodig. Reistrajecten en uurregelingen van het openbaar vervoer dienen overzichtelijk, op ooghoogte en in groot lettertype worden opgesteld. De provincie is verantwoordelijk voor haar provinciewegen. Daarom verwachten de ouderen van de provincie dat ze veiligheidsbevorderende maatregelen neemt, zoals korte oversteekplaatsen of een verdeling met een tussenberm, goed onderhouden wegen en fietspaden, een goede verlichting, ook voor voetgangers en fietsers. De ouderen hebben nood aan goed onderhouden fietspaden in een vlot berijdbaar netwerk.
3. Inspraak Het uitgangspunt is dat elke provincie een ouderenadviesraad heeft die daadwerkelijk de inspraak voor de ouderen garandeert. Het is aangewezen dat ouderen op alle terreinen inspraak hebben en bovengemeentelijke samenwerking kunnen aangaan.
Aandachtspunten Provincies
Ouderenparlement 2006
2/5
Om de ouderen de kans te geven om op elk maatschappelijk niveau te participeren kan de provincie de provinciale en de lokale ouderadviesraden en de verenigingen ondersteunen met vorming en informatie. De provinciale ouderenadviesraad dient in zijn samenstelling een afspiegeling te zijn van de ouderenbevolking in de provincie. Daarbij is aandacht nodig voor vertegenwoordiging vanuit geografisch oogpunt, aanwezigheid van ouderen die groepen vertegenwoordigen en vertegenwoordiging van bijzondere doelgroepen (bijvoorbeeld: armen). Ouderenbeleid is een inclusief beleid. Dit brengt met zich mee dat de inspraak op alle beleidsdomeinen verzekerd moet worden aangezien elk domein een weerslag heeft op het leven van de oudere burgers in de gemeente. Om te kunnen werken zijn mensen en middelen nodig. Dit betekent voor een provinciale ouderenraad dat er financiële middelen en infrastructuur ter beschikking dienen gesteld te worden. Bovendien is de medewerking van een ambtenaar een noodzakelijke link met de beleidsverantwoordelijken, maar ook een noodzaak voor het doorgeven van informatie. Vanuit de provinciale adviesraad kan een werking opgezet worden voor de ondersteuning van de lokale ouderenadviesraden via uitwisselings- en overlegmomenten en vorming ter bevordering van de deskundigheid, informatie en actualisatie.
4. Coördinatie Om de ouderen een kwalitatieve dienstverlening te kunnen aanbieden, is een goede samenwerking en afstemming van diensten nodig op provinciaal niveau. De mantelzorg kan ondersteund worden door nieuwe initiatieven te nemen die de taken verlichten. Tevens is een sensibiliserende campagne om mensen aan te sporen tot het opnemen van mantelzorgtaken en te informeren over zulk engagement zinvol. Onderzoek ter verbetering van de thuiszorg kan een licht werpen op de noden van de ouderen en de kansen die de zelfredzaamheid bevorderen. Er kunnen sensibiliseringscampagnes worden opgezet om de zelfredzaamheid van ouderen te ondersteunen en dit bij alle betrokkenen. De bestaande wachtlijsten vragen een correct beheer en het uitputten van bestaande programmatienormen voor de woon- en zorgvoorzieningen voor ouderen. We verwachten dat de provincie hierbij het voortouw neemt. Omwille van de frequentie van ouderenmis(be)handeling pleiten we voor het in stand houden en het verder uitbouwen van de werking van het provinciaal meldpunt ouderenmis(be)handeling.
Aandachtspunten Provincies
Ouderenparlement 2006
3/5
5. Vrijwilligers De oudere vrijwilligers vragen ondersteuning door de provincie voor hun werk en hun vereniging en willen tevens alle beschikbare informatie over vrijwilligerswerk bekomen. Informatie over de ondersteuning die de provincie aan vrijwilligers en hun organisaties voorziet, is nodig. Ook is informatie over de procedure voor het aanvragen van subsidies gewenst. Om meer inzichten op te bouwen in functie van de taak die ze opnemen, vragen oudere vrijwilligers een geschikt vormingstraject.
6. Wonen Voor wat betreft wonen, ligt het accent best op het thuis wonen of verhuizen binnen de eigen buurt. De woonzekerheid kan voor ouderen verbeterd worden door binnen de sociale woningsector aangepaste of aanpasbare sociale woningen voor ouderen te voorzien. Het aanpasbaar en levensbestendig wonen kan gepromoot worden door informatie, premies en aandacht te vragen bij bouwaanvragen. Dit zijn acties die voor alle leeftijden hun nut hebben. Aan de gemeenten kan worden voorgesteld om het wonen van ouderen een plaats te geven binnen het structuurplan. Bij de inplanting van wooneenheden voor ouderen dient rekening te worden gehouden met oudervriendelijke principes, zoals: kortbij voorzieningen voor dagelijkse behoeften, in de nabijheid van de algemene diensten en recreatiemogelijkheden.
7. Levenslang Leren en vorming Levenslang leren is, zoals voor de jongere generaties, een noodzaak. De provincie is goed geplaatst om, waar dat zin heeft, het ontwikkelen van bovenlokale vormingsinitiatieven te stimuleren en deze toegankelijk te helpen maken voor alle belangstellende ouderen. Levenslang leren is belangrijk voor ouderen om bij te blijven in de snel evoluerende maatschappij. Daarom wordt best een vormingsaanbod op maat gemaakt. Levenslang leren dient bovendien financieel haalbaar te zijn voor iedereen, ook voor mensen met lage pensioenen (leercheques, kostprijs in verhouding tot het inkomen). De provincie kan initiatieven nemen om vormingssessies te organiseren rond informatisering, taal, pensioenen, vrijwilligers,…
Aandachtspunten Provincies
Ouderenparlement 2006
4/5
In dit vormingsaanbod wordt best speciaal aandacht besteed aan vorming en informatie voor de leden van de gemeentelijke ouderenadviesraad, de afgevaardigden van de ouderenorganisaties en ambtenaren die met ouderen werken. Vorming kan een sterke ondersteuning betekenen voor mantelzorgers. In het bijzonder voor allochtone mantelzorgers is informatie en vorming van belang.
8. Diversiteit Ouderen verwachten een beleid met aandacht voor iedereen. De ouderengroep is erg divers, wat betekent dat ouderen informatie op maat verwachten en er ook aandacht wordt gevraagd voor de verschillende groepen binnen de ouderenpopulatie. Het is voor ouderen nodig om verdraagzaamheid, tolerantie en solidariteit tussen generaties binnen en buiten de ouderengroep te stimuleren.
9. Beeldvorming en onderzoek Ouderen in beeld brengen, een taak voor de provincies. Door onderzoek kan men een beter beeld krijgen van de ouderenpopulatie en hun behoeften. De ouderen vragen om over deze onderzoeken na afloop informatie te ontvangen. De ouderen verwachten dat de provincie de correcte beeldvorming uitdraagt en onder andere als investeerder in projecten de ouderen onder de aandacht brengt.
10. Toegankelijkheid Bereikbaarheid van goederen en diensten is essentieel. Om een goede bereikbaarheid te krijgen van goederen en diensten wordt best rekening gehouden met de ouderen. Dit is een prioriteit die zowel de toegang tot informatie kan verhogen als inspraak kan vergemakkelijken. De toegankelijkheid van openbare gebouwen kan onder de aandacht worden gebracht door de provincies.
Aandachtspunten Provincies
Ouderenparlement 2006
5/5