Aanbiedingsformulier Onderwerp
Vaststelling raadsvoorstel tot wijziging van diverse regelingen en verordeningen die gelden voor de Dienst Bouwen en Wonen in verband met de invoering van de EURO
In te vullen door
Ontwerper
Parafanten
Bestuurssecretariaat
Directeuren
B&W Nr: 01.1029/20112001
Dienst
: BD
Agenda
Sector : Bestuur
Openbaar: ja
Naam : D.J. Diwan
R.V nr: 01.0128
Tst.nr
: 5049
Commissie:
Datum
: 08112001
BD
Portefeuilleh.
FAWV
BJZ
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie FAWV bijgaand raadsvoorstel tot wijziging van diverse regelingen en verordeningen die gelden voor de dienst Bouwen en Wonen in verband met de invoering van de EURO vast te stellen, zoals besproken in B. en W.
Korte overwegingen Het onderhavige voorstel tot wijziging van de hiervoor genoemde regelingen houdt verband met de invoering van de euro per 1 januari 2002. Zie toelichting in bijgaand raadsvoorstel.
Formatieve consequenties Geen. Begrotingsconsequenties Geen.
2001. Nr. : 01.0128. Dnst. : BD Wijziging van diverse regelingen en verordeningen die gelden voor de dienst Bouwen en Wonen in verband met de invoering van de euro. Leiden, 20 november 2001. De voorgestelde wijziging houdt verband met de invoering van de euro op 1 januari 2002. In de EU-verordening 1103/97 is het uitgangspunt vastgesteld dat guldenbedragen worden omgerekend op basis van de officiële waardeverhouding van EUR 1 = ƒ 2,20371. Uit artikel 14 van de Verordening EG 974/98, Pb L 139 vloeit verder voort dat op 1 januari 2002 nog in de wetgeving en ook in gemeentelijke verordeningen en tariefbesluiten voorkomende verwijzingen naar nationale munteenheden vanaf die datum van rechtswege worden gelezen als verwijzing naar de euro, overeenkomstig de vastgestelde wisselkoersen. In beginsel vindt er - in deze gevallen - dus zonder uitdrukkelijke wijziging een omzetting van guldenbedragen in eurobedragen plaats. De voorgestelde wijziging houdt in dat het guldenteken (ƒ of fl.) in voorkomende gevallen wordt vervangen door het teken “€”. Verder zijn de bedragen strikt omgerekend volgens de in de EU-verordening 1103/97 vastgestelde koers EUR 1 = ƒ 2,20371 en vervolgens is op- en afgerond op hele eurobedragen in het voordeel van de klanten van Bouwen en Wonen. Tot slot is het woord “gulden(s)” in voorkomende gevallen vervangen door euro(’s). Bij deze laatste vervanging is van belang dat het gaat om het geval dat in de Algemene bepalingen voor de uitgifte in erfpacht van onroerende zaken 1992 bedragen die worden afgerond in hele guldens naar boven op grond van het voorstel per 1 januari 2002 in hele euro’s naar boven zullen worden afgerond. De verhoging die hierdoor ontstaat vinden wij gelet op het doel van deze bepaling in de algemene erfpachtbepalingen en de verhouding daarvan op het totale bedrag aanvaardbaar. Met verwijzing naar het advies van de Commissie voor Financiën, Automatisering, Waterbeheer en Veiligheidsbeleid en de overige in de leeskamer ter inzage gelegde stukken, geven wij u in overweging het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. J.K.T. POSTMA. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr. 01.0128 van 2001); Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de EU-verordening 1103/97; B E S L U I T: I
de Algemene bepalingen voor de uitgifte in erfpacht van onroerende zaken 1992 als volgt te wijzigen:
A. B. C. D.
In artikel 16.2 wordt de zinsnede “hele guldens”, vervangen door “hele euro’s”. In artikel 17.3 wordt de zinsnede “hele guldens”, vervangen door “hele euro’s”. In artikel 18.2 wordt de zinsnede “hele guldens”, vervangen door “hele euro’s”. In artikel 19.3 wordt de zinsnede “hele guldens”, vervangen door “hele euro’s”.
II
de Regeling tegemoetkoming kosten beveiliging achterpaden/centrale portieken 1998 als volgt te wijzigen: A. In artikel 3a wordt de zinsnede “ƒ 1.000,00” vervangen door “€ ƒ 454,00”. B. In artikel 3a wordt de zinsnede “ƒ 750,00” vervangen door “€ 341,00”. C. In artikel 3.c wordt de zinsnede “ƒ 79.000,00” vervangen door “€ 35.849,00”. D. In artikel 6.2 wordt de zinsnede “ƒ 334,00” vervangen door “€ 152,00”. E. In artikel 6.2 wordt de zinsnede “ƒ 15.000,00” vervangen door “€ 6.807,00”. F. In artikel 6.2 wordt de zinsnede “ƒ 250,00” vervangen door “€ 114,00”. G. In artikel 6.2 wordt de zinsnede “ƒ 7.500,00” vervangen door “€ 3.404,00”.
III
de Regeling verbetering eigen woningen Groenoord 1992 als volgt te wijzigen: A. In artikel 8, lid 5, sub a. wordt de zinsnede “ƒ 480,--” vervangen door “€ 218,00”. B. In artikel 8, lid 5, sub b. wordt de zinsnede “ƒ 100,--” vervangen door “€ 46,00”. C. In artikel 8, lid 5, sub b. wordt de zinsnede “ƒ 79,75” vervangen door “€ 37,00”.
IV
de navolgende Verordening tot wijziging van de verordening tot subsidiëring van het verwijderen van gesloten rolluiken etc. en de Subsidieverordening stadsvernieuwing vast te stellen: Artikel 1 De verordening tot subsidiëring van het verwijderen van gesloten rolluiken etc. wordt als volgt gewijzigd: A. In artikel 2, lid 1. wordt de zinsnede “ƒ 3.000,--” vervangen door “€1.362,00”. B. In artikel 2, lid 2. wordt de zinsnede “ƒ 1.500,--” vervangen door “€ 681,00”. C. In artikel 4, lid 1. wordt de zinsnede “ƒ 50,--” vervangen door “€ 23,00”. D. In artikel 4, lid 2. wordt de zinsnede “ƒ 600,--” vervangen door “€ 273,00”. E. In artikel 4, lid 2. wordt de zinsnede “ƒ 3000,--” vervangen door “€ 1.362,00”. F. In artikel 5, lid 1. wordt de zinsnede “ƒ 250,--” vervangen door “€ 114,00”. G. In artikel 5, lid 2. wordt de zinsnede “ƒ 3000,--” vervangen door “€ 1.362,00”. H. In artikel 5, lid 3. wordt de zinsnede “ƒ 15.000,--” vervangen door “€ 6.807,00”. Artikel 2 De Subsidieverordening stadsvernieuwing wordt als volgt gewijzigd: A. In artikel 4.538,00”. B. In artikel 68.068,00”. C. In artikel 113.446,00”. D. In artikel 14.612,00”. E. In artikel 22.690,00”. F. In artikel 14.612,00”. G. In artikel H. In artikel 273,00”. I. In artikel J. In artikel
V
3.3, lid 5. wordt de zinsnede “ƒ 10.000,--” vervangen door “€ 3.3, lid 6. wordt de zinsnede “ƒ 150.000,--” vervangen door “€ 4.6, lid 1. wordt de zinsnede “ƒ 250.000,--” vervangen door “€ 4.7, lid 1. wordt de zinsnede “ƒ 32.200,--” vervangen door “€ 4.7, lid 4. wordt de zinsnede “ƒ 50.000,--” vervangen door“ € 4.7, lid 6. wordt de zinsneden “ƒ 32.200,--” vervangen door “€ 4.11, lid 2. wordt de zinsnede “ƒ 600,--” vervangen door “€ 273,00”. 4.14, lid 2, sub d. wordt de zinsnede “ƒ 600,--” vervangen door “€ 4.15 wordt de zinsnede “ƒ 10.000,--” vervangen door “€ 4.538,00”. 4.15 wordt de zinsnede “ƒ 50.000,--” vervangen door “€ 22.690,00”.
dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.
Gedaan ter openbare vergadering van
De Secretaris,
De Voorzitter,
Na wijziging luiden deze regelingen/verordeningen als volgt: ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE UITGIFTE IN ERFPACHT VAN ONROERENDE ZAKEN 1992 Art. 16. Vaststelling van de canon bij uitgifte 16.2 De canon wordt afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag in hele euro’s. Art. 17. Aanpassing van de canon 17.3 De aangepaste canon wordt afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag in hele euro’s. Art. 18. Periodieke wijziging van de canon 18.2 De gewijzigde canon wordt afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag in hele euro’s. Art. 19. Incidentele wijziging van de canon 19.3 De gewijzigde canon wordt afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag in hele euro’s. REGELING TEGEMOETKOMING KOSTEN BEVEILIGING ACHTERPADEN/ CENTRALE PORTIEKEN 1998. Art .3 Weigeringsgronden 3.a de kosten van de maatregelen minder zijn dan € 453,78 of ingeval de maatregelen door zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd de materiaalkosten minder zijn dan € 340,34. 3.c. door het verlenen van de tegemoetkoming het beschikbare budget € 35.848,64 (op jaarbasis) wordt overschreden. Art.6 Gereedmelding en vaststelling 2. de hoogte van de tegemoetkoming wordt per projekt en per aanvrager vastgesteld op 1/3 van de aanvaardbare kosten met een minimum van € 151,56,--- en een maximum van € 6.806,70. Indien de maatregelen grotendeels in zelfwerkzaamheid worden verricht, wordt de tegemoetkoming vastgesteld op 1/3 van de materiaalkosten met een minimum van € 113,45en een maximum van € 3.403,35. REGELING VERBETERING EIGEN WONINGEN GROENOORD 1992 Artikel 8 Lid 5 sub a De gemiddelde individuele rentecomponent van het termijnbedrag, zoals bedoeld in lid 3, is gelijk aan het met het met de gemiddelde aflossingscomponent van het termijnbedrag verminderde maximale aflossingsvermogen, waarvan niet in aanmerking genomen wordt; a. bij wijze van woonkostencorrectie; rekening houdend met de mogelijkheid van een woonkosten toeslag op grond van artikel 6c BLN, een bedrag ter grootte van de woonkosten voorzover dit bedrag, verminderd met het fiscale voordeel, zoals bedoeld in artikel 6, onder e. sub 3e hoger is dan € 217,81; Lid 5 sub b Bij wijze van vrijlating: 1e een bedrag ter grootte van 100% over een eerste schijf welke gelijk is aan het deel van het inkomen dat als overige vaste netto inkomsten, zoals bedoeld in artikel 6 onder e, sub 4 e, dient
te worden aangemerkt, vermeerderd met een vast bedrag tot een maximum bedrag van € 45,38; 2e een bedrag van 60% over het meerdere. Bij de bepaling van de woonkosten wordt hierbij uitgegaan van een bedrag van € 36,19 per maand voor noodzakelijk woningonderhoud, tenzij bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot een hoger bedrag. VERORDENING TOT SUBSIDIERING VAN HET VERWIJDEREN VAN GESLOTEN ROLLUIKEN ETC. Art.2 Lid 1. Burgemeester en Wethouders kunnen een eenmalige bijdrage aan een ondernemer toekennen In de kosten van het verwijderen van een gesloten rolluikvoor /in zijn winkelpand ten bedrage van € 1.361,34. Lid 2.
Onder dezelfde voorwaarden kan een subsidie van € 680,67worden verstrekt in de kosten van het verwijderen van een gesloten rolluik dat ouder is dan 10 jaar. Art.4 Lid.1 De eenmalige bijdrage ten behoeve van het aanbrengen van slagbestendig glas Bestaat uit een bedrag van € 22,69. per m2 glas. Lid .2 De maximale bijdrage ten behoeve van het aanbrengen van slagbestendig glas bedraagt € 272,27 per raam, waarin dit wordt aangebracht tot een maximum van € 1.361,34 per winkelpand. Art 5. Lid.1 De eenmalige bijdrage ten behoeve van het aanbrengen van een open rolluik bestaat uit een bedrag van € 113,45 per m2 rolluik. Lid .2 De maximale bijdrage per aan te brengen open rolluik bedraagt 50% van de aanschafprijs excl. B.T.W. tot een maximum van € 1.361,34. Lid .3 De maximale bijdrage voor aan te brengen open rolluiken per winkelpand bedraagt 50% Van de aanschafprijs exclusief B.T.W. tot een maximum van € 6.806,70. SUBSIDIEVERORDENING STADSVERNIEUWING HOOFDSTUK 3
MONUMENTEN
Art. 3.3 grondslag en werkingssfeer Lid 5. Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de kosten van voorzieningen ten minste € 4.537,80 te bedragen. Lid 6. Bedragen waarmee de kosten van voorzieningen € 68.067,03 te boven gaan, komen niet voor subsidie in aanmerking. HOOFDSTUK 4
MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF
Artikel 4.6 Lid 1. De per ondernemer te verlenen steun bedraagt maximaal € 113.445,05, waarbij de in artikel 4.7 genoemde inkomenssteun niet wordt meegerekend. Artikel 4.7 Lid 1. Indien de winst van de ondernemer in het boekjaar waarin hij zijn aanvraag indient naar schatting lager is dan de gemiddelde winst over de laatste drie jaren, voorafgaand aan het jaar van de aanvraag en tevens lager is dan € 14.611,72, kan inkomenssteun voor deze winstdaling worden toegekend. Lid 4. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen het in lid 1 genoemde bedrag verhogen tot maximaal € 22.689,01. Lid 6. De steun bedraagt het verschil tussen de winst van de ondernemer in het boekjaar van zijn aanvraag dan wel het daarop volgende boekjaar en zijn in het eerste lid bedoelde gemiddelde winst, voor zover deze winst lager is dan € 14.611,72,-- en kan hoogstens € 14.611,72 per jaar bedragen. Artikel 4.11 Lid 2. De steun, in het eerste lid genoemd, zal ten hoogste € 272,27 per week bedragen over de periode dat het bedrijf stilligt tot ten hoogste zes weken in totaal. Artikel 4.14 Lid 2, sub d. De steun zal bedragen ten hoogste € 272,27 per week over de periode dat het bedrijf stilligt tot ten hoogste zes weken in totaal. Artikel 4.15 Aan een ondernemer kan voor de beëindiging van het bedrijf steun worden toegekend. De beëindigingsuitkering bedraagt 20% van de totale winst over de drie, aan het boekjaar waarin de aanvraag om steun wordt ingediend, voorafgaande boekjaren. Zij is ten minste € 4.537,80 en ten hoogste € 22.689,01.