B&W.nr. 10.1318, d.d. 14-12- 2010
B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp
Vaststelling brief aan de raad over voortgang Beleidsplan Wmo 20082012 en twee Wmo-onderzoeken
BESLUITEN 1. Kennis te nemen van de resultaten van: a. het cliënttevredenheidsonderzoek dat in 2010 onder Leidse cliënten van de Wmo is uitgevoerd, met daarin als belangrijkste resultaat: i. De tevredenheid over het collectief vervoer is licht gestegen ten opzichte van eerdere jaren. b. de landelijke benchmark Wmo waaraan Leiden in 2010 heeft deelgenomen, met daarin als belangrijkste resultaten: i. Leiden scoort op de meeste onderdelen van de benchmark hoger dan het gemiddelde van de overige deelnemende gemeenten. ii. Het percentage overbelaste mantelzorgers is in Leiden aanzienlijk lager dan in de overige deelnemende gemeenten. c. de rapportage van het Beleidsplan Wmo 2008-2012 Participatie Centraal (RV 07.0008), met daarin als belangrijkste resultaten: i. De Gemeente Leiden loopt op schema voor de uitvoering van de Wmo via het genoemde beleidsplan en de ingeslagen weg wordt in 2011 en 2012 voortgezet. ii. De centrale thema’s voor uitvoering van de Wmo in Leiden in 2011 en 2012 zijn: integraliteit van beleid(suitvoering), verwachte wijzigingen in rijksbeleid en de verdere uitwerking van het compensatiebeginsel. 2. Bijgaande brief aan de Raad vast te stellen waarin zij over bovenstaande geïnformeerd wordt.
Samenvatting Uit het cliënttevredenheidsonderzoek 2010 dat voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) onder Leidse cliënten is uitgevoerd, blijkt dat zij over het algemeen tevreden zijn over de uitvoering van de Wmo in Leiden. Ook in de landelijke benchmark van dit jaar scoort Leiden goed: op de meeste Wmo-thema’s scoort Leiden hoger dan vergelijkbare steden (deelnemende gemeenten met meer dan 100.000 inwoners). Daarnaast is bekeken wat de stand van zaken is rond de uitvoering van het gemeentelijke Beleidsplan Wmo 2008-2012 Participatie Centraal. Dit plan is begin 2008 vastgesteld door de Leidse gemeenteraad. Belangrijkste vragen hierbij waren wat er in de afgelopen jaren is gebeurd ter uitvoering van de Wmo en wat speerpunten voor de komende twee jaar zijn (in 2013 gaat een nieuw beleidsplan van start). Conclusie is dat het goed gaat met de uitvoering van de Wmo in Leiden en dat er, naast de reguliere taken voor de uitvoering, speciale aandacht is voor de uitwerking van het compensatiebeginsel, voor de wijzigingen van rijksbeleid (de verwachting is dat veel wijzigingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten invloed hebben op de Wmo) en voor meer integraal werken. Dit alles wordt aan de gemeenteraad in een brief kenbaar gemaakt.
Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Aan de leden van de Leidse gemeenteraad
Datum 14 december 2010
Ons kenmerk DIV-2010-19017 Onderwerp Informatie over de Tussenrapportage 2010, cliënttevredenheidsonderzoek 2010 en landelijke benchmark 2010 over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in Leiden.
Gemeente Leiden Bezoekadres Stadhuis Stadhuisplein 1 Postadres Postbus 9100 2300 PC Leiden Telefoon 071-5165165 E-Mail
[email protected] Website www.leiden.nl/gemeente
Contactpersoon E. Bongers/M. Kamphuis
Doorkiesnummer 5233/5413
Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief willen wij u informeren over de stand van zaken van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in Leiden. In 2010 zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar de Wmo in Leiden, te weten een cliënttevredenheidsonderzoek en een landelijk benchmarkonderzoek. Daarnaast is er de afgelopen maanden een inventarisatie gemaakt van de stand van zaken rond de actiepunten en de indicatoren die in het Beleidsplan Wmo ‘Participatie Centraal’ 2008-2012 (RV 08.0007) zijn opgenomen. Ook is gekeken naar de actualiteit van de risicoinventarisatie die is gemaakt rond de invoering van de Wmo (motie bij RV 07.0079). Alle resultaten van de diverse onderzoeken en inventarisaties worden in deze brief samengevat. Tevens wordt aandacht besteed aan landelijke ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Op deze wijze ontstaat er een algemeen beeld over hoe het staat met de Wmo in Leiden en worden als afsluiting de Wmo-speerpunten voor de komende jaren geformuleerd. De Wmoadviesraad heeft meegedacht over de inhoud van deze brief en kan daarom instemmen met de inhoud ervan. Dit algemene beeld laat zien dat het goed gaat met de Wmo in Leiden, dat cliënten over het algemeen tevreden zijn, dat Leiden het goed doet ten opzichte van andere grote steden en andere gemeenten. Belangrijk is alert te blijven en waar nodig te reageren op de veranderingen die vanuit het Rijk op ons afkomen. Daarnaast zal met het oog op de vergrijzing en de nodige bezuinigingsmaatregelen de druk op Wmo-voorzieningen toenemen. Dit vraagt om efficiënte en effectieve inzet vanuit de Wmo. De doorontwikkeling van het compensatiebeginsel moet hier een belangrijke bijdrage aan leveren.
1. Achtergrond: het Beleidsplan Wmo & context: recente ontwikkelingen Beleidsplan Wmo
Op 1 januari 2007 is de Wmo in werking getreden. Gemeenten hebben van het rijk de verantwoordelijkheid gekregen voor de uitvoering van deze wet. Begin 2007 is in een Leidse startconferentie voor gemeenteraad en stadspartners niet alleen gesproken over wat de Wmo behelst, maar ook wat belangrijke uitgangspunten zijn die de gemeente bij uitvoering zou moeten hanteren. Het uiteindelijke resultaat is het Beleidsplan Wmo 2008-2012 Participatie Centraal dat begin 2008 door u is vastgesteld. In het beleidsplan is de toezegging gedaan in 2010 een tussenrapportage te presenteren, waarvan deze brief het resultaat is. Daarnaast zijn er in 2010 een cliënttevredenheidsonderzoek en een landelijke benchmark uitgevoerd (beiden door onderzoeksbureau SGBO). Om de resultaten van rapportage en onderzoeken in de juiste context te kunnen plaatsen zullen hieronder eerst enkele recente ontwikkelingen geschetst worden. Vervolgd wordt met een paragraaf over de resultaten van onderzoeken en rapportage rond het beleidsplan. Uitwerking compensatiebeginsel Een van de kernbegrippen van de Wmo is het compensatiebeginsel. In de Wmo is dit beginsel als volgt geformuleerd: “Ter compensatie van de beperkingen die een persoon (…) ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie, treft het college van burgemeester en wethouders voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die hem in staat stellen: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. de medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.” (art. 4, lid 1). Essentieel is het goed inzicht hebben in de vraag, gevolgd door goede informatie en advies. In de laatste paragraaf wordt verder ingegaan op de acties die horen bij de uitwerking van het compensatiebeginsel. Landelijke ontwikkelingen Het Rijk heeft in de afgelopen jaren besloten de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) te hervormen. Dit gaat gepaard met bezuinigingen. Reden hiervoor is dat verwacht wordt dat zonder ingrijpen de AWBZ binnen afzienbare tijd onbetaalbaar wordt. Met ingang van 2010 is daarom bijvoorbeeld al de zgn. AWBZ-pakketmaatregel doorgevoerd, waarbij onder andere de grondslag psychosociaal is overgeheveld naar de Wmo. De gemeenteraad is hierover geïnformeerd in april 2010 (BW 10.0469). Voor de komende jaren staan meer maatregelen op de rol, waarbij ook naar gemeenten gekeken wordt voor het overnemen van AWBZ-taken. In het regeerakkoord-Rutte wordt gesproken over het overhevelen van functies van dagbesteding en begeleiding naar de Wmo. Voorwaarden voor een goede overheveling van taken zijn onder andere voldoende middelen en voldoende voorbereidingstijd om deze wijziging adequaat uit te kunnen voeren. Op dit moment is nog geen duidelijk beeld van de toekomstige wijzigingen en de (financiële) effecten hiervan voor gemeenten. Het gemeentebestuur zal de raad over deze ontwikkelingen en effecten informeren.
2. Resultaten onderzoeken Landelijke benchmark en cliënttevredendheidsonderzoek De resultaten van de jaarlijkse landelijke benchmark Wmo, waar Leiden ook in 2009 aan deelnam, laat een positief beeld zien. De resultaten uit het cliënttevredenheidsonderzoek bevestigen dit. Beide onderzoeken zijn in zijn geheel beschikbaar via de Onderzoeksbank op de website van de Gemeente Leiden, www.leiden.nl/statistiek (bij het onderdeel Welzijn en zorg). Benchmark
Op veel terreinen scoort Leiden beter dan andere 100.000+ gemeenten. Dit geldt bijvoorbeeld voor de onderwerpen loket, informele hulp, wonen & zorg & toegankelijkheid, individuele voorzieningen en opvang. Opvallend is dat Leiden een laag percentage overbelaste mantelzorgers heeft ten opzichte van zowel de 100.000+ gemeenten als de kleinere gemeenten. In negatief opzicht valt op dat in Leiden een hoger percentage mensen last heeft van onveiligheidsgevoelens ten opzichte van zowel de 100.000+ gemeenten en de kleinere gemeenten. De Adviesraad WMO, aan wie wij de resultaten uit zowel het cliënttevredenheidsonderzoek als de benchmark hebben voorgelegd, beveelt hierbij aan om de voortgang te blijven bewaken m.b.t. de uitvoering van de Nota Winkelen, Wonen, Welzijn en Zorg, de Wijkontwikkelingsplannen en de nota Wijkgericht Welzijn. Het aantal informatie- en adviesvragen bij het Servicepunt Zorg is licht gestegen ten opzichte van voorgaande jaren en is hoger dan het gemiddelde van zowel de 100.000+ gemeenten als de kleinere gemeenten. Het percentage aanvragen van voorzieningen daarentegen is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren en ligt beneden het gemiddelde van de 100.000+ gemeenten en de kleinere gemeenten. Tot slot is het opvallend dat de bekendheid van de Adviesraad WMO ten opzichte van vorig jaar is afgenomen en dat de bekendheid van de WMO raden in zowel de 100.000+ gemeenten als de kleinere gemeenten groter is. Cliënttevredenheid Opvallend is voornamelijk dat de tevredenheid rondom het collectief vervoer licht gestegen is. De Adviesraad WMO beveelt aan om de kwaliteit te blijven bewaken van de Regiotaxi, zeker nu er een nieuwe aanbieder komt vanaf 2011. Het contractbeheer van de Regiotaxi is reeds belegd bij Holland Rijnland. Stadsenquête In de Stadsenquête 2009 is de bekendheid en gebruik van resp. de Wmo in het algemeen en meer specifiek het Servicepunt Zorg (Wmo-loket) onderzocht. Hieruit blijkt dat de bekendheid van zowel de Wmo als het Servicepunt Zorg gestegen is in vergelijking met eerdere jaren. Het gebruik is niet toegenomen en het grootst onder ouderen. Landelijke evaluatie Wmo Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2009 in opdracht van het Ministerie van VWS de eerste jaren van de Wmo geëvalueerd1. Geconcludeerd kan worden dat het merendeel van de gemeenten de wet uitvoeren zoals de wetgever heeft bedoeld. Daarnaast neemt de samenhang op het gebied van wonen, zorg en welzijn toe. Leiden herkent zich in deze conclusie.
3. Wmo: stand van zaken in 2010 Proces De afgelopen periode is geïnventariseerd wat de stand van zaken is rond de uitvoering van het gehele beleidsplan Wmo. Dit is gedaan aan de hand van de vastgestelde actiepunten en indicatoren. Ook is meer algemeen gekeken naar de voortgang in de uitvoering per domein. Hieronder worden de resultaten per domein kort samengevat. Deze brief wordt afgesloten met Wmo-speerpunten voor 2011 en 2012. Algemeen Het gaat hier met name om het goed inrichten van de beleidscoördinatie van de uitvoering van de Wmo. Inmiddels zijn diverse overlegstructuren opgezet, zowel in Leiden als in de regio, die goed 1
SCP, Op weg met de Wmo. Evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2007 - 2009.
functioneren en tot doel hebben om beleid goed af te stemmen. Voorbeelden hiervan zijn het Platform Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en de overleg- en besluitvormingsstructuur Holland Rijnland. In 2007-2008 is een risicoinventarisatie rond de Wmo gemaakt. De belangrijkste risico’s die rond de Wmo spelen, zijn toen geformuleerd (BW 08.0126): • kostenbeheersing (vaak minder middelen vanuit het rijk) • invloed van rijksbeleid (ontwikkelingen AWBZ) • integraliteit van beleid Deze risico’s blijken goed onder controle te zijn: er wordt bijvoorbeeld goed ingespeeld op de vermindering van de Decentralisatie Uitkering Maatschappelijke Opvang en Verslavingsbeleid van het Rijk en er is goed gereageerd op de AWBZ-Pakketmaatregel. Inkomsten en uitgaven blijken goed op orde te zijn. Echter de risico’s blijven wel actueel omdat de Wmo naar verwachting ook in de toekomst aan verandering onderhevig zal zijn (zie ook ‘Landelijke ontwikkelingen’, p. 2). Domein Samen-leven Doelstellingen van het domein Samen-leven: het vertrouwd en zich thuis voelen in de buurt, gevoel voor verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in de wijk en het voor iedereen toegankelijk houden van algemene voorzieningen. Om deze doelen te bereiken zijn het Uitvoeringsplan Wijkgericht Welzijn (BW 09.1357; vraaggericht welzijnswerk, momenteel worden twee pilots uitgevoerd) en de Nota Winkelen, Wonen, Welzijn en Zorg (RV 09.0053; bouwen levensloopgeschikte woningen en aandacht voor een toegankelijke leefomgeving) vastgesteld. Daarnaast is de subsidieregeling Leiden Ontmoet beschikbaar om sociale samenhang te vergroten. Vrijwilligers: bindmiddel van de samenleving Belangrijkste resultaat binnen dit domein is het opgestelde ‘Uitvoeringsprogramma Vrijwilligerswerk’. Dit plan besteedt aandacht aan de diverse aspecten van vrijwilligerswerk, van werving van vrijwilligers, tot ondersteuning en binding. In het programma wordt richting gegeven aan de besteding van de beschikbare middelen voor vrijwilligerswerk en het programma is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met vrijwilligersorganisatie I-doe. Het plan zal binnenkort door het College worden vastgesteld. Aandachtspunt binnen het domein vrijwilligers is vrijwilligerswerk door specifieke doelgroepen, zoals ouderen (zij hebben meer tijd en bevinden zich vaak in de directe omgeving van mensen die gebaat zijn bij vrijwilligerswerk). Het percentage Leidenaars dat vrijwilligerswerk doet, stijgt (van 28% in 2007 tot 30% in 2009). Onderdeel van dit domein is ook de invoering van de maatschappelijke stages: hier wordt op dit moment aan gewerkt. Voorzieningen voor ouderen, gehandicapten en mantelzorgers In dit domein gaat het voornamelijk om het realiseren en verstrekken van (individuele) voorzieningen voor mensen die maatschappelijke ondersteuning nodig hebben. Om de verkrijgbaarheid van voorzieningen goed te organiseren zijn verschillende besluiten vastgesteld, waaronder de Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning en het Besluit Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning (resp. RV 09.0149 en BW 09.1416). Op dit moment zijn de kosten en uitgaven voor individuele voorzieningen goed onder controle, maar dit blijft een aandachtspunt, mede in het licht van algemene verwachte bezuinigingen. Daarnaast is het van belang dat cliënten de informatie, het advies of de zorg-dienstverlening die ze nodig hebben, kunnen krijgen. Het Servicepunt Zorg (Leids Wmo-loket) speelt hier een belangrijke rol in. Het is van belang dat dit servicepunt bekend is bij de potentiële gebruikers, bij hun intermediairen en bij verwijzers. Uit het cliënttevredenheidsonderzoek 2010 blijkt dat klanten over het algemeen zeer tevreden zijn met de dienstverlening van het Servicepunt Zorg.
Met diverse partners in de stad wordt gewerkt aan een convenant mantelzorgondersteuning. Hiertoe is al een intentieverklaring getekend (BW 10.0875). Doel van dit convenant is dat alle partijen streven naar een samenhangend en nauw op de behoefte aansluitend ondersteuningsaanbod, ook voor specifieke doelgroepen. De bedoeling is om het convenant over drie jaar af te hebben. Voorzieningen voor (dreigend) daklozen, verslaafden en (ex-)psychiatrisch patiënten In 2008 is het Regionaal Kompas 2008-2013 Zuid-Holland Noord voor de uitvoering van dit domein opgesteld. Dit regionaal kompas richt zich op een sluitende aanpak voor deze doelgroep (individuele trajectplannen, voorkomen van huisuitzettingen) en op het eerder stoppen en het zo mogelijk voorkomen van huiselijk geweld. U bent via de voortgangsrapportage uit 2010 (BW 10.0025) al op de hoogte gebracht van de resultaten rond de uitvoering van het Regionaal Kompas: de uitvoering verloopt zoals gepland.
4. Speerpunten 2011 en 2012 De komende jaren 2011 en 2012 zal verder worden gegaan met de uitvoering van de actiepunten, voor zover deze nog niet volledig uitgevoerd zijn (in 2013 zal er een nieuw Beleidsplan Wmo zijn opgesteld). Ook zullen via de Leidse Beleidsmonitor de indicatoren gemeten blijven worden. Recente ontwikkelingen en de resultaten uit deze rapportage geven aanleiding om de aandacht voornamelijk op een aantal punten te richten. De komende tijd zal de aandacht voornamelijk uitgaan naar: 1. Uitwerking compensatiebeginsel / De Kanteling 2. Effecten regeerakkoord-Rutte & wijzigingen AWBZ-Wmo (mogelijke bezuinigingen) 3. Integraliteit van beleid Deze punten worden hieronder nog kort toegelicht. Ad 1. Uitwerking compensatiebeginsel / De Kanteling In het eerste hoofdstuk is aangegeven dat het compensatiebeginsel een kernbegrip is in de Wmo. Onderdeel hiervan is dat de gemeente burgers ‘compenseert’ voor zaken die men door een beperking (psychisch en/of fysiek) niet meer kan doen. Voorbeelden van compensatie zijn een scootmobiel, hulp bij het huishouden, maar ook deelname aan activiteiten. Van belang is om per cliënt te kijken wat hij of zij nodig heeft. Voor een zo efficiënt mogelijk ingerichte uitvoering van de Wmo, zodat bijvoorbeeld de kwaliteit van voorzieningen hoog blijft, is het van belang om alleen die voorzieningen te verstrekken die ook echt helpen en gebruikt worden. Daarnaast kan er ook meer gekeken worden naar mogelijk gebruik van collectieve voorzieningen naast individuele voorzieningen. Deze overstap naar steeds beter en meer maatwerk per cliënt wordt ‘De Kanteling’ genoemd (term is afkomstig van de VNG). In de brief van 21 september 2009 (BW 09.1032) aan de gemeenteraad is aangegeven hoe het compensatiebeginsel in Leiden verder uitgewerkt gaat worden. In 2011 wordt hier nog meer dan in 2010 op ingezet. De acties die in de brief van september 2009 genoemd zijn, zijn nog steeds actueel: • Toegankelijkheid van het Servicepunt Zorg (ook actiepunten 12 en 14 uit de rapportage). • Verder ontwikkelen en up to date houden van lokale sociale kaart. • Continue (bij)scholing en deskundigheidsbevordering (t.a.v. veranderingen in wetgeving, hanteren van ICF en brede intake). • Integrale intake verder optimaliseren door extra aandacht voor mantelzorgers en lastiger te compenseren groepen zoals ‘jongere mensen’ (18-54-jarigen). • Samenwerkingsovereenkomsten partners op gebied van zorg en welzijn t.b.v. verdere afstemming en samenwerking op het gebied van informatievoorziening en vraagverheldering.
•
Aansluiting zoeken op nieuwe ontwikkelingen als de Centra voor jeugd en gezin en (te verwachten) veranderingen binnen jeugdzorg en AWBZ. Daarnaast leidt De Kanteling ook tot een nieuw type verordening. De VNG bereidt op dit moment een nieuwe verordening voor. In de komende jaren (2011 en 2012) zal hiermee ook in Leiden aan de slag gegaan worden (actiepunten 17C en 17I). Ad 2. Effecten regeerakkoord-Rutte & wijzigingen AWBZ-Wmo (incl. mogelijke bezuinigingen) Het regeerakkoord Rutte bevat een aantal aanwijzingen die van invloed zijn op de Wmo. De plannen worden hieronder kort samengevat. • Meer wijkgericht (samen)werken door zorgaanbieders. • Stringenter pakketbeheer Zorgverzekeringswet en AWBZ wat mogelijk leidt tot meer vraag naar Wmo-voorzieningen. • Stelselwijziging jeugdzorg • Toegang tot GGZ-zorg (Zvw en AWBZ) krijgt drempels. Dit zal waarschijnlijk de druk op de Wmo doen toenemen. • Asiel en migratiebeleid wordt strenger. Dit kan leiden tot een verharding van de relatie autochtonen – allochtonen. Het zal dan nodig zijn hierop te anticiperen. • Verbetering ouderenzorg onder meer door het bevorderen van buurtzorg. Dit sluit aan bij het voornemen om meer wijkgericht zorg te leveren (zie eerste bullet). Het werken met buurtzorg kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de aanbesteding voor hulp bij het huishouden en andere diensten die in huis geleverd worden. • De functies dagbesteding en begeleiding worden vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo. Deze maatregel is nog niet uitgewerkt door het Rijk, echter verwacht wordt dat dit gepaard gaat met een vermindering van de beschikbare middelen voor deze functies. • Wijzigingen in het AWBZ systeem, waaronder en het (financieel) scheiden van wonen en zorg. Dat betekent dat wonen niet langer deel uitmaakt van de AWBZ. Het gaat hier met name over het intramuraal verblijf van ouderen en mensen met een lichamelijke of zintuiglijke handicap. • De grens waarop licht verstandelijk gehandicapten recht hebben op gehandicaptenzorg zal verlaagd worden van een IQ van 85 naar 70. De komende jaren zullen deze wijzigingen door gemeente op de voet gevolgd worden en zullen de gevolgen voor Leiden in kaart worden gebracht. Dit heeft ook betrekking op de al eerder genoemde risico’s rond kostenbeheersing (hoofdstuk 2), omdat verwacht wordt dat veel maatregelen gepaard gaan met een vermindering van de beschikbare middelen. Waar dit nodig is, zal de gemeente, via bestaande structuren zoals VNG en G32 proberen deze ontwikkelingen te sturen. Ad 3. Integraliteit van beleid Door middel van het ‘integraler’ maken van beleid en beleidsuitvoering kunnen cliënten beter geholpen worden en kan efficiënter gewerkt worden. Als bijvoorbeeld een baliemedewerker beter weet welke regelingen er op verschillende terreinen zijn, kan deze de cliënt beter helpen. Dit gaat om het uitvoerende niveau. Dit gebeurt al op vele terreinen en in vele projecten. Niet alleen op beleidsuitvoerend niveau, maar ook op beleidsvoorbereidend niveau (beleidsontwikkeling) is het van belang aandacht te besteden aan de relaties met andere beleidsterreinen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met projectmanagers voor bijvoorbeeld wijkontwikkeling om te borgen dat de wijk toegankelijk wordt en blijft voor mensen met een (functie)beperking. Daarnaast zal gekeken worden naar het in samenhang inzetten van beleid. De WWB en/of WSW richten zich veelal op dezelfde groepen als de Wmo (actiepunt 8F). Door deze samenhang in beleid
op te nemen en uit te werken kan winst behaald worden, zowel qua efficiëntie als in kwaliteit van dienstverlening en zorg voor de cliënt.
5. Afsluiting Uit bovenstaande is gebleken dat Leiden op koers ligt met de uitvoering van de Wmo. Er is de afgelopen jaren veel gebeurd, op vele terreinen. Er is veel nieuw beleid gemaakt wat nu wordt uitgevoerd. Dat is ook terug te zien in het aantal besluiten dat is genomen (slechts enkele voorbeelden zijn de Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning, het besluit rond de invoering van maatschappelijke stages, intentieverklaring mantelzorgondersteuning). Het Servicepunt Zorg heeft een belangrijke positie gekregen en is goed bekend in de stad. Het onderzoek onder cliënten en bij verschillende gemeenten (benchmark) bevestigt de conclusie dat Leiden op koers ligt voor de uitvoering van de Wmo. De komende twee jaren wordt op dezelfde voet verdergegaan met uitvoeren en er wordt specifieke aandacht de integraliteit van beleid, de invloed van wijzigingen op rijksniveau (veranderingen AWBZ met invloed op de Wmo, effecten regeerakkoord) en de doorontwikkeling van het compensatiebeginsel. Doel is dan steeds om zodanig om te gaan met de veranderingen dat we het huidige niveau van voorzieningen en kwaliteit van voorzieningen behouden. Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester,