B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp
wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling: ontslag wegens arbeidsonge-schiktheid in overeenstemming met WIA-wetgeving
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie ROWR
1.
De in bijlage 1 genoemde wijzigingen van de Arbeidsvoorwaardenregeling vast te stellen en de vastgestelde wijzigingen met ingang van 1 juli 2006 in werking te laten treden;
2.
het G.O. van dit besluit in kennis te stellen.
Samenvatting Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling in verband met WIA wetgeving. Om ontslag wegens arbeidsongeschiktheid mogelijk te maken is artikel 8:5 door LOGA-partijen gewijzigd. Verder is artikel 7:5 van de CAR aangepast aan de WIA. Dit artikel gaat over arbeidsongeschiktheid in en door de dienst.
Bijlage I
A.
1.
In artikel 7:5, eerste lid, wordt het woord “WAO-uitkering” vervangen door: WGA- of IVAuitkering. Artikel 7:5, tweede lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: De aanvullende uitkering genoemd in het eerste lid is voor de ambtenaar met een WGA- of IVA uitkering, gelijk aan het bedrag dat nodig is om de aan de ambtenaar toegekende WGA- of IVA-uitkering, vermeerderd met een aan de ambtenaar toegekende bovenwettelijke aanvulling ingevolge het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, aan te vullen tot een bepaald percentage van de bezoldiging die de ambtenaar heeft genoten in het jaar voorafgaand aan zijn ontslag. Dit percentage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt bij een arbeidsongeschiktheid van: 80% of meer: 95% 65 tot 80% 68,875% 55 tot 65% 57% 45 tot 55% 47,5% 35 tot 45% 38% In artikel 7:5, vierde lid, wordt het woord “invaliditeitspensioen” vervangen door: “bovenwettelijke aanvulling ingevolge het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP”. De toelichting op artikel 7:5 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: Artikel 7:5 Dit artikel voorziet in een aanvullende uitkering wanneer de arbeidsongeschiktheid in overwegende mate haar oorzaak vindt in een dienstongeval en dit ongeval niet verwijtbaar is aan betrokkene. De WGA- of IVA-uitkering, eventueel aangevuld met een bovenwettelijke aanvulling op grond van het pensioenreglement van het ABP, wordt aangevuld tot een bepaald percentage van de bezoldiging, genoten in het jaar voorafgaand aan het ontslag. De percentages zijn afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
B.
In artikel 7:28, eerste lid, wordt tussen de aanduiding “7:3”en “7:9”de aanduiding “7:5”toegevoegd. In artikel 7:28, tweede lid, wordt tussen de aanduiding “7:3”en “7:9”de aanduiding “7:5”toegevoegd. In artikel 7:28, derde lid, wordt tussen de aanduiding “7:1”en “7:9”de aanduiding “7:5”toegevoegd. In artikel 7:28, vierde lid, wordt tussen de aanduiding “7:1”en “7:9”de aanduiding
“7:5”toegevoegd.
C.
In artikel 8:5, tweede lid, onder c, wordt het woord “andere” vervangen door: passende. Artikel 8:5, derde tot en met het achtste lid, vervallen. Aan artikel 8:5, wordt een nieuw derde tot en met zevende lid toegevoegd, onder vernummering van het negende tot en met het elfde lid tot het achtste tot en met het tiende lid.: 3. 4.
5.
6. 7.
Het college betrekt bij het beoordelen van de vraag of er sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid het resultaat van de claimbeoordeling op grond van de WIA. Het college stelt de ambtenaar schriftelijk op de hoogte dat een procedure als bedoeld in het derde lid wordt ingesteld. In deze aanschrijving wijst het college de ambtenaar op de mogelijkheid om een arts van zijn keuze te laten deelnemen aan de procedure. De kosten van het medisch onderzoek door deze arts komen ten laste van de gemeente. De aanschrijving, bedoeld in het vierde lid, geschiedt op zijn vroegst vanaf de 21e maand na de eerste ziektedag, met dien verstande dat de procedure uiterlijk in de 24e maand na de eerste ziektedag afgerond kan zijn. Het ontslagbesluit moet binnen één jaar na de datum van de WIA-beschikking zijn genomen. Indien het ontslagbesluit niet binnen de termijn, bedoeld in het zesde lid, genomen is, moet het college, indien er geen overeenstemming bestaat over het ontslag, een deskundigenoordeel van UWV betrekken.
De toelichting op artikel 8:5 wordt tot lid 9, onder vernummering van de toelichting op lid 9 tot en met lid 11 tot de toelichting op lid 8 tot en met lid 10, gewijzigd en komt als volgt te luiden: Artikel 8:5 Aan de ambtenaar die ongeschikt is voor de eigen arbeid kan ontslag worden verleend op grond van die ongeschiktheid, zodra die ongeschiktheid ten minste 24 maanden heeft geduurd. Eerder kan ontslag op deze grond niet plaatsvinden. Ontslag op andere gronden dan wegens ziekte kan binnen die termijn, wel worden verleend. Met deze termijn van twee jaar wordt aangesloten bij de situatie in de marktsector, waar ook een dergelijke ontslagbescherming geldt. Ontslagverlening wegens ziekte is slechts mogelijk wanneer voldaan wordt aan de drie voorwaarden genoemd in artikel 8:5, tweede lid. Het college betrekt hierbij de uitkomst van de claimbeoordeling op grond van de WIA. Deze voorwaarden komen namelijk aan bod tijdens de claimbeoordeling voor de aanvraag van een uitkering op grond van de WIA. De claimbeoordeling op grond van de WIA start in week 87 (21e maand) als UWV de ambtenaar een aanvraagformulier voor de WIA-uitkering toestuurt en UWV bij de
werkgever gegevens opvraagt voor de vaststelling van de uitkering. De werkgever kan vanaf dit moment zijn voornemen tot ontslag wegens arbeidsongeschiktheid schriftelijk aan de ambtenaar kenbaar maken. De aanzegging van het college dat een ontslagprocedure op grond van arbeidsongeschiktheid zal worden opgestart en dat hierbij de claimbeoordeling op grond van de WIA betrokken wordt, is geen besluit in de zin van de AWB en daarmee geen besluit dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Het feitelijk ontslagbesluit is uiteraard wel een besluit dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Tussen week 87 en 91 stellen de werkgever en de ambtenaar gezamenlijk in overleg met de bedrijfsarts of arbodienst het reïntegratieverslag op. Het door UWV (als onderdeel van de WIA-beschikking) beoordeelde reïntegratieverslag is basis voor het oordeel van de werkgever of het mogelijk is de ambtenaar binnen de openbare dienst van de gemeente passende arbeid op te dragen (onderdeel c). In week 91 stuurt de ambtenaar het aanvraagformulier WIA-uitkering op, tezamen met het reïntegratieverslag. UWV beoordeelt eerst de reïntegratie-inspanningen van de werkgever en de ambtenaar. Indien de reïntegratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende zijn geweest wordt de ontslagtermijn verlengd (zie lid 12, onder c). Indien de reïntegratie-inspanningen van de werkgever als voldoende zijn beoordeeld, volgt de verdere claimbeoordeling. UWV beoordeelt in dit kader de arbeidsgeschiktheid van de ambtenaar. Het oordeel van UWV terzake (als onderdeel van de WIA-beschikking) is basis voor het oordeel van de werkgever of voldaan is aan de voorwaarden die zijn genoemd in lid 2 onder a en b (ongeschikt voor de vervulling van de betrekking wegens ziekte en herstel is niet binnen een periode van 6 maanden na de periode van 24 maanden te verwachten). Na de claimbeoordeling volgt de beschikking van UWV op grond van de WIA. Het ontslagbesluit moet binnen één jaar na de datum van de WIA-beschikking zijn genomen. Het college moet in zijn ontslagbesluit naar deze WIA-beschikking verwijzen. Mocht de ambtenaar een negatieve beschikking van UWV ontvangen wegens onvoldoende medewerking, verwijst het college naar deze maatregel in zijn ontslagbesluit. In de gevallen waarin de ambtenaar het niet eens is met het ontslag of als de ambtenaar bezwaar indient tegen het ontslagbesluit, kan het college een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV op grond van artikel 30 SUWI. UWV geeft een oordeel over de vragen of de medewerker ziek is voor de vervulling van zijn betrekking en of er binnen de openbare dienst van de gemeente een passende functie voor handen is (zie lid 2 onder a en c). In de toelichting op artikel 8:5, lid 9, eerste zin, wordt het woord “tiende” vervangen door: negende. In de toelichting op artikel 8:5, lid 9, tweede zin, wordt het woord “negende” vervangen door: achtste. In de toelichting op artikel 8:5, lid 10, eerst zin, wordt het woord “elfde” vervangen door: tiende.
D.
In artikel 8:5a, eerste lid, onder c, worden de woorden “71a, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering”vervangen door: 25, tweede lid, van de WIA. Aan artikel 8:5a, eerste lid, wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd: d. een uitkering op grond van de WIA aan te vragen. Aan de toelichting op artikel 8:5a, lid 1, wordt de punt aan het einde van de opsomming vervangen door: ; - zonder goede reden geen aanvraag op grond van de WIA indient. Aan het einde van de toelichting op artikel 8:5a, lid 1, wordt een nieuwe alinea toegevoegd: Als de ambtenaar zonder goede reden geen aanvraag op grond van de WIA indient, kan de claimbeoordeling voor de WIA niet plaatsvinden en kan de werkgever het resultaat van deze claimbeoordeling niet bij het ontslagbesluit betrekken, terwijl dit verplicht is op grond van het tweede lid van artikel 8:5. Als dit de reden is dat geen ontslag op grond van artikel 8:5 kan plaatsvinden, mag het college de ambtenaar ontslag verlenen op grond van artikel 8:5a.
E.
Aan hoofdstuk 8 wordt een nieuw artikel 8:18 inclusief toelichting toegevoegd: Overgangsbepaling Artikel 8:18 1. Op de ambtenaar van wie de eerste dag van ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte, bedoeld in de artikelen 8:5 en 8:5a, is gelegen voor 1 januari 2004 zijn de artikelen 8:5 en 8:5a niet van toepassing. 2. Op de ambtenaar, bedoeld in het vorige lid, zijn de artikelen 8:5 en 8:5a, zoals die golden op 30 juni 2006, van toepassing. 3. Op de ambtenaar, van wie de eerste dag van ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte, bedoeld in de artikelen 8:5 en 8:5a, is gelegen op of na 1 januari 2004, maar die op grond van de WAO recht hebben op een WAO-uitkering, zijn de artikelen 8:5 en 8:5a niet van toepassing. 4. Op de ambtenaar, bedoeld in het vorige lid, zijn de artikelen 8:5 en 8:5a, zoals die golden op 30 juni 2006, van toepassing. Toelichting Artikel 8:18 Leden 1 en 2 Dit artikel is van toepassing op de medewerker van wie de eerste ziektedag lag voor 1 januari 2004. Deze medewerkers kunnen in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de WAO. De oude artikelen 8:5 en 8:5a, zoals dat gold op 30 juni 2006, is op hen van toepassing.
Leden 3 en 4 Daarnaast kent de WAO een aantal bepalingen op grond waarvan na beëindiging van de verzekering of het recht op uitkering alsnog, dan wel opnieuw aanspraak op een uitkering ingevolge de WAO bestaat. De wetgever heeft ervoor gekozen bij de invoering van de WIA het recht op een WAO-uitkering voor deze personen in stand te laten. Dit betekent dat wanneer de betreffende medewerker, ook al ligt zijn eerste ziektedag op grond van de CAR-UWO op of na 1 januari 2004, in aanmerking kan komen voor een WAO-uitkering in plaats van een uitkering op grond van de WIA. De oude artikelen 8:5 en 8:5a zoals die golden op 30 juni 2006, is op hen van toepassing.