Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht
Aan: Janssen de Jong Vastgoed B.V. T.a.v. de heer J.A.R. Looye Postbus 86 2410 AB BODEGRAVEN
Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl
Datum
10 augustus 2005
Sector
Nummer Uw brief van Uw nummer Bijlage
2005WEM003249i 15 juni 2005 20041113/ADOR 2
Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp
Bodemsanering / Vergunningen en Handhaving (ketenbeheer) Monica Kwakkelstein 030 – 2582056 030 – 2583042
[email protected] Tussentijdse beoordeling evaluatierapport bodemsanering Barwoutswaarder 17 te Woerden, UT0632/00075
Geachte heer Looye, Op 16 juni 2005 ontvingen wij van u het evaluatierapport dat Geofox-Lexmond heeft gemaakt van een in opdracht van u uitgevoerde bodemsanering. Het gaat om de sanering op de locatie Barwoutswaarder 17 in Woerden. De uitgevoerde sanering bestaat uit een grondsanering (uitgevoerd in de maanden mei, juni en juli 2002) en een grondwatersanering (gestart op 17 november 2003 en beëindigd in juni 2004). Van de grondsanering hebben wij op 30 juli 2002 een evaluatierapport ontvangen. De beoordeling van dit evaluatierapport is op 16 augustus 2002 (kenmerk 2002WEM003052i) aan u verzonden. Op 14 april 2005 ontvingen wij van u de resultaten van de grondwatersanering. Op ons verzoek heeft u op 15 juni jl. aanvullende informatie toegestuurd in verband met de aangetroffen sterk verhoogde concentraties minerale olie en naftaleen in het grondwater op de hoek Barwoutswaarder en Kuipersweg, in de noordoost hoek van de locatie. Op grond van de door u aangeleverde informatie over de uitgevoerde sanering berichten wij u als volgt. Saneringsplan Op 24 april 2002 zond ons college een beschikking (nummer: 2002WEM001367i) naar aanleiding van uw melding van bodemverontreiniging op locatie Barwoutswaarder, dat destijds kadastraal bekend stond als gemeente Woerden, sectie D, nummers 433 en 2630. Momenteel bestaat de locatie uit de kadastrale percelen sectie D, nummers 3243, 3244 en 2630. In de beschikking stemden wij in met uw saneringsplan. Het plan heeft als doel: het zodanig wegnemen van de risico’s als gevolg van bodemverontreiniging, dat de locatie geschikt is voor de toekomstige functie, waarbij het noordelijk deel van de locatie de bestemming wonen met tuin en het zuidelijk deel van de locatie de functie bedrijven krijgt.
Evaluatierapport grondsanering Op 16 augustus 2002 (kenmerk: 2002WEM003052i) hebben wij u een brief gestuurd met daarin een tussentijdse evaluatie van de grondsanering. Hierin geven we aan dat de grondsanering ter plaatse van het perceel D433 in voldoende mate is afgerond. In afwijking op het saneringsplan zijn de volgende restverontreinigingen achtergebleven: Aan de noordgrens van de locatie zijn onder de openbare weg van de Barwoutswaarder licht verhoogde concentraties minerale olie in de grond gemeten. Om herbesmetting te voorkomen is een foliescherm geplaatst; Aan de zuidgrens van de ontgraving is een restverontreiniging achtergebleven omdat de eigenaar van het aangrenzende perceel geen medewerking aan de sanering verleende, waardoor de verontreiniging slechts tot aan de perceelsgrens kon worden ontgraven. Om herbesmetting van het gesaneerde terreindeel te voorkomen is een foliescherm en pompput geplaatst op de erfgrens. De exacte omvang van de sterk verontreinigde grond op dit perceel is niet bekend; een partij grond (180 m³), afkomstig van de locatie, met een lichte overschrijding van de tussenwaarde is toepast onder de aan te brengen betonvloer. Dit heeft plaatsgevonden in overleg met ons (fax d.d. 18 juli en telefonisch onderhoud d.d. 19 juli 2002). Aangezien deze deellocatie voorzien is van een bovenafdichting, gelden hiervoor geen gebruiksbeperkingen. Meetresultaten grondwatersanering In de periode van 17 november 2002 tot juni 2004 is ter plaatse van het noordelijke terreindeel (woonbestemming) een grondwatersanering uitgevoerd, waarbij in totaal 25.920 m³ grondwater is onttrokken. Uit de analyseresultaten van grondwatermonsters blijkt dat in de noordoost hoek van deze deellocatie, binnen de I-contour van de gesaneerde verontreiniging maar buiten de ontgraving, nog sterk verhoogde concentraties minerale olie en naftaleen zijn aangetoond (peilbuis 1.4a). In de rapportage van de grondwatersanering (d.d. 15 juni 2005) is aangegeven dat de bron van de verontreiniging zich buiten uw terrein bevindt en dat u daarom de grondwatersanering wil beëindigen. Op grond van de beschikbare onderzoeksresultaten zijn wij echter van mening dat onvoldoende is aangetoond dat de bron van de verontreiniging van elders afkomstig is. In het Verkennend en Nader Milieukundig bodemonderzoek (januari 2002) is deze verontreiniging namelijk ook al aangetoond. Ter plaatse (boring 121) is destijds zintuiglijk een carbolineumgeur waargenomen en zijn een matig verhoogde concentratie PAK en een licht verhoogde concentratie minerale olie in de grond aangetroffen. Het grondwater is hier toen niet onderzocht. In de rapportage van het verkennend en nader onderzoek is geconcludeerd dat deze verontreiniging een beperkte omvang heeft, wat er op duidt dat de bron van de verontreiniging zich op de locatie bevindt en waarschijnlijk gerelateerd is aan de activiteiten van het voormalige garagebedrijf. Uit de bemonstering van de controlepeilbuis 1.4a blijkt dat de kwaliteit van het grondwater (sterk verhoogde concentraties minerale olie en naftaleen) niet voldoet aan het gestelde in het saneringsplan (alle concentraties beneden de streefwaarde). Aanvullende werkzaamheden (briefrapportage d.d. 15 juni 2005) hebben bovendien onvoldoende inzicht gegeven in de omvang en de herkomst van de verontreiniging.
Briefnummer: 2005WEM003249i – UT0632/00075
2
Zoals ook in onze brief van 17 maart 2003 (WEM2003001133i) is vermeld, bent u als saneerder verantwoordelijk voor eventuele restverontreinigingen en de nazorg daarvan. Indien er na afronding van de grondwatersanering nog sprake is van een restverontreiniging, kan het opstellen van een nazorgplan noodzakelijk zijn. Conclusie Op grond van bovenstaande gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - ter plaatse van het terreindeel met de bedrijfsbestemming zijn licht tot plaatselijk matig verhoogde concentraties minerale olie in de grond achtergebleven. Bij de huidige bestemming hebben deze geen gebruiksbeperkingen tot gevolg. Bij graafwerkzaamheden en/of grondafvoer dient rekening gehouden te worden met de verhoogde concentraties; - aan de zuidgrens van de ontgraving (Kuipersweg) en aan de noordgrens van de ontgraving (Barwoutswaarder) is een restverontreiniging met minerale olie in de grond achtergebleven. Aangezien deze verontreinigingen vermoedelijk afkomstig zijn van de bedrijfsactiviteiten van het voormalige garagebedrijf, bent u als saneerder verantwoordelijk voor de uiteindelijke sanering en/of nazorg van deze restverontreinigingen; - in de noordoost hoek van de saneringslocatie (woonbestemming) is aanvullend onderzoek noodzakelijk naar de omvang en de herkomst van de sterk verhoogde concentraties minerale olie en naftaleen in het grondwater (peilbuis 1.4a: 3-4 m-mv). In dit aanvullend onderzoek dient tevens aandacht besteed te worden aan de mogelijke herkomst van de verontreiniging (historisch onderzoek) en grondwaterstroming in verband met mogelijk verspreidingsrisico’s. We verwachten van u binnen drie maanden na verzending van deze brief de resultaten van dit aanvullend onderzoek. Op grond van deze resultaten kan worden nagegaan of het beëindigen van de grondwatersanering verantwoord is en of het opstellen van een nazorgplan voor het beheersen van eventuele restverontreinigingen noodzakelijk is; - op grond van de huidige onderzoeksresultaten voldoet de kwaliteit van het grondwater niet aan hetgeen in de beschikking is opgenomen. Derhalve kan de grondwatersanering (nog) niet worden beëindigd. Mocht u nog vragen hebben over deze brief, dan kunt u die stellen aan mevrouw M. Kwakkelstein, projectleider bij de sector Bodemsanering. Zij is bereikbaar onder het rechtstreekse telefoonnummer 030 – 258 2056. Hoogachtend, gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen,
Drs. R.C.M. Peeters Hoofd sector Vergunningen en Handhaving (ketenbeheer) Bijlage 1: bij de beoordeling van de evaluatie behorende rapporten Bijlage 2: verzendlijst
Briefnummer: 2005WEM003249i – UT0632/00075
3
Bijlage 1: bij de beoordeling van het evaluatierapport behorende rapporten: - Verkennend en nader milieukundig bodemonderzoek Barwoutswaarder 17 Woerden, Lexmond B.V., kenmerk 01.2294/DZ, januari 2002; - Saneringsplan Barwoutswaarder 17 Woerden, Lexmond B.V., kenmerk 02.23019/SR, maart 2002. - Evaluatie grondsanering Barwoutswaarder 17 Woerden, Lexmond Milieu-adviezen bv, kenmerk 02.23555/DC, juli 2002; - Briefrapportage Grondwatersanering Barwoutswaarder 17 te Woerden, Geofox-Lexmond, kenmerk: 20041113_ProvUtrecht.brf.050413, 13 april 2005; - Briefrapportage Grondwatersanering Barwoutswaarder 17 te Woerden, Geofox-Lexmond ,kenmerk: 20041113_ProvUtrecht.brf.050609, 15 juni 2005.
Briefnummer: 2005WEM003249i – UT0632/00075
4
Bijlage 2:
Verzendlijst, een kopie van deze brief is verzonden aan:
Gemeente Woerden, t.a.v. de heer C. J. M. Vermeent, Postbus 45, 3440 AA Woerden; Milieudienst Noord-West Utrecht, Postbus 242, 3620 AE Breukelen; Adviesbureau Geofox-Lexmond B.V., t.a.v. de heer A. van Dortmont, Postbus 143, 2410 AC Bodegraven; VROM-Inspectie, Regio Noord-West, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem; IJsselzicht beheer B.V., IJsselkade 46, 3417 XB Montfoort; Hebeon B.V., Hoge Rijndijk 5, 3449 HB Woerden;
Briefnummer: 2005WEM003249i – UT0632/00075
5