Deloitte.
Omzetbelasting Schenkkade 47 2595 AR Den HaagPostbus 90721 2509 LS Den Haag Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9812 www.deloitte.nI Fax: 088 288 9812
Veiligheidsregio Zeeland T.a.v. de heer R. de Meij Postbus 8016 4330 EA MIDDELBURG
Datum
Behandeld door
Ons kenmerk
4 juli 2012
G.J.A. van Kalmthout
BTW-120704a-GvKIes
Onderwerp
Uw kenmerk
Veiligheidsregio Zeeland; brandweerkazernes
Geachte heer De Meij, U hebt Deloitte Belastingadviseurs B .V. gevraagd advies uit te brengen over de fiscale gevolgen voor mogelijke overdrachten van brandweerkazernes door Zeeuwse gemeenten aan de Veiligheidsregio Zeeland (hierna: VRZ). U hebt gevraagd inzicht te geven in de gevolgen voor de btw, het BTW-compensatiefonds en eventueel overdrachtsbelasting in de volgende drie scenario’s. 1. Alle brandweerkazernes worden overgedragen door de gemeenten aan de VRZ. 2. Geen enkele brandweerkazerne wordt overgedragen door de gemeenten aan de VRZ. 3. Alleen de brandweerkazernes waarop lopende herzieningstermijnen van toepas sing zijn worden overgedragen door de gemeenten aan de VRZ. Tevens hebt u gevraagd hierbij rekening te houden met de gevolgen voor toekomstig onderhoud van de brandweerkazernes. In deze brief hebben wij voor u een samenvatting van de fiscale gevolgen van de drie scenario’s opgenomen, evenals een nadere toelichting hierop. In bijiage 1 van deze brief hebben wij de fiscale kaders kort weergegeven.
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijn de Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland, november 2010’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Belastingadviseurs B.V. is ingeschreven in het handeisregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362840.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Deloitte. 2 4juli 2012 BTW- 1 20704a-GvKIes
Samenvatting Fiscaal Bij de scenario’s 1 (overdracht van alle brandweerkazernes) en scenario 3 (overdracht bepaalde brandweerkazernes) zal geen herziening bij het BTW-compensatiefonds (BCF) optreden, mits is voldaan aan de voorwaarden voor de goedkeuring voor het achterwege laten van de herziening (zie § 1.1 en § 3.1). Bij scenario 2 (geen overdracht brandweerkazernes) zal vanaf 1 januari 2014 herziening aan de orde zijn bij de gemeenten, aithans voor brandweerkazernes die na 31 december 2004 voor het eerst in gebruik genomen zijn. Onder die overdracht die vóór ij anuari 2014 dient piaats te vinden, wordt in ieder geval verstaan de overdracht van de voile juridische eigendom of een appartementsrecht. De overdracht kan gepaard gaan met ontbindende voorwaarden, een recht op terugkoop, een aanbiedingsplicht of bijvoorbeeid een verplichting tot terugkoop zodra de brandweerkazerne geen brandweerfunctie meer heeft. Natuurlijk kunnen partijen ook later aisnog overeenkomen dat de kazernes terug geleverd worden. Ook kan gebruik worden gemaakt van een kort of langlopend zakeiijk recht, bijvoorbeeld erfpacht of opstal. Voorwaarde is dat de vergoeding voor het recht (en de opstal) minimaal gelijk is aan de waarde en de stichtingskosten. Op het moment van de overdracht van de brandweerkazerne mogen er geen piannen bestaan om de kazerne aan een derde te verkopen. Wij adviseren u voorzichtig te zijn met het nu al concreet formuleren van een terug overdracht. Beheer vastgoed Bij de scenario’s 1 (overdracht aile brandweerkazernes) en scenario 3 (overdracht bepaalde brandweerkazernes) zal VRZ in principe een belast zijn met het beheer en onderhoud van het vastgoed. Deze activiteiten kunnen echter ook worden uitbesteed aan derden. Dit kunnen daartoe gespecialiseerde bedrijven zijn, maar bijvoorbeeld ook de gemeente waarbinnen de brandweerkazerne is gelegen. Een zekere mate van vastgoedbeheer zal in deze scenario’s aanwezig blijven binnen de VRZ, echter die kan dusdanig worden beperkt dat sprake is van een marginale inzet van eigen personeel. In scenario 2 (geen overdracht brandweerkazemes) zullen de bemoeienissen van VRZ met betrekking tot vastgoed niet verder gaan dan die van een huurder, of zelfs nog minder indien by het huurdersonderhoud wordt overgelaten aan een derde of een gemeente. Onderhoud Vanaf 1-1--2014 is de btw die drukt op onderhoudsuitgaven van brandweerkazemes niet meer verhaaibaar op het BCF.
Deloitte. 3 4juli 2012 BTW- 120704a-GvKIes
Bij scenario 1 (overdracht van alle brandweerkazemes) vormt het achterstallig onderhoud van bepaalde kazemes een aandachtspunt. Inhaal van achterstallig onderhoud kan door de gemeenten tot 1 januari 2014 plaatsvinden met een beroep op het BCF. Daarna zal de btw op achterstallig onderhoud in principe een extra kostenpost vormen. Naar voren halen van achterstallig onderhoud levert daarom een fiscaal voordeel op. In het geval gebouwen met achterstallig onderhoud worden overgedragen, zien wij de volgende mogelijkheden, ervan uitgaande dat de gemeenten zeif verantwoordelijk blijven voor de financiële gevolgen van het achterstallig onderhoud. 1. Achterstallig onderhoud wordt a! dan niet vastgesteld en blijft voor rekening van de gemeente. 2. Achterstallig onderhoud wordt vastgesteld en bij de overdracht van de kazerne wordt VRZ door de gemeente voorzien van geidmiddelen (al dan niet uit gevormde reserves) of toezeggingen daartoe. Zonder vaststelling van het achterstallig onderhoud, dat na overdracht voor rekening van VRZ komt, zal een inhaalslag in principe voor rekening van alle gemeenten komen. Wij begrepen dat de solidariteit daartoe (om begrijpelijke redenen) ontbreekt. In alle drie scenario’s kan VRZ het onderhoud op zich nemen en de kosten hiervan via de gemeenten verhalen door middel van de gemeentelijke bijdrage of als specifieke kosten die voor rekening van de desbetreffende gemeente komen, zoals bedoeld in artikel 38, lid 3, van de gemeenschappelijke regeling. Het is in alle drie scenario’s ook mogelijk dat het onderhoud voor rekening van de gemeenten blijft. Een scenario waarbij eigendom en onderhoudsverplichting in verschillende handen brengt, vergt aanvullende juridische en financiële afspraken, die nog nader moeten worden uitgewerkt. Conclusie scenario’s Alle brandweerkazernes overdragen: • geen herzieningsgevolgen bij gemeenten • beheer vastgoed vormt in principe een taakuitbreiding bij VRZ • problematiek onvoldoende reservering voor (groot) onderhoud en aanwezigheid • achterstallig onderhoud • meer grip op vastgoed bij VRZ Geen enkele brandweerkazeme wordt overgedragen herzieningsgevolgen bij gemeenten • minder grip op vastgoed bij VRZ
Deloitte. 4 4juli 2012 BTW- 1 20704a-GvKIes Alleen de brandweerkazemes waarop lopende herzieningstermijnen van toepassing zijn worden overgedragen door de gemeenten aan de VRZ. • • • •
geen herzieningsgevolgen BCF bij gemeenten taakuitbreiding onderhoud beperkt onvoldoende reservering blijft voor rekening van gemeenten VRZ krijgt meer grip op de nieuwere brandweerkazernes
Er is in fiscaal (en bestuurlijk) opzicht geen noodzaak voor VRZ om alle brandweerkazernes over te nemen. Indien VRZ de gemeenten toch ter wille wil zijn bij voorkoming van nadelige fiscalen gevolgen, adviseren wij de kazernes waarvoor nog herzieningstermijnen lopen aan VRZ over te dragen.
1 Alle brandweerkazernes overdragen 1.1
Fiscaal
Brandweerkazerne Onder brandweerkazernes verstaan wij gebouwen bij gemeenten en veiligheidsregio’s in gebruik voor het uitoefenen van de wettelijke brandweerfunctie. Tot die gebouwen behoren niet alleen de stallingen van de voertuigen, maar ook de ondergrond en het erbij behorende terrein met ander aanhorigheden, inclusief parkeerterreinen, verblijfsruimten brandweerlieden, kantine, kantoorruimten, opslagruimten en dergelijke. Geen herziening bij overdracht voor 1 januari 2014 Voor brandweerkazernes in eigendom bij gemeenten, die voor 1-1-2014 in gebruik zijn genomen kan herziening van op het BCF verhaalde btw achterwege blijven door overdracht van de brandweerkazemes door de gemeenten aan VRZ, mits: • het gebouw als brandweerkazeme in gebruik is en als brandweerkazeme in gebruik blijft; en • de overdracht plaatsvindt vóór 1-1-20 14; en • er op het moment van overdracht geen plannen bestaan om de brandweerkazemes aan een derde te verkopen. Wijziging gebruik ná 1 januari 2014 Indien VRZ na overdracht, maar gedurende de lopende herzieningstermijn de bestemming van de kazernes wijzigt (bijvoorbeeld stalling ambulances, verhuur voor kinderopvang of kantoorruimte voor derden), hebt u de vraag gesteld of aisnog herziening plaats moet vinden.
Deloitte. 5 4juli 2012 BTW- 1 20704a-GvKIes Naar onze mening is dit niet zo. Wij baseren dat op het volgende. De goedkeuring voorzien in het achterwege laten van de herziening van artikel 9 van de Uitvoeringsregeling BTW compensatiefonds. De gemeente herziet dan aile nog niet vervallen herzieningstermijnen in één keer. Herziening in latere jaren is dan ten enen male uitgesloten, er lopen geen herzieningstermijnen meer bij de gemeente. Overdracht, levering eigendom Onder die overdracht die vóór 1 januari 2014 dient plaats te vinden, wordt in ieder geval verstaan de overdracht van de voile juridische eigendom. Of daarbij sprake is van een vergoeding is in dit kader niet relevant. Ook de overdracht “om niet” of een symbolische vergoeding kwalificeert daartoe. Aan de levering kunnen beperkingen worden verbonden, bijvoorbeeld een recht of piicht van eerste koop, ontbindende voorwaarden en dergelijke. Overdracht, beperkte rechten Hoewel een levering van een beperkt recht (opstal, erfpacht e.d.) civiel juridisch ook een overdracht is, is de Belastingdienst van mening dat een overdracht van een beperkt recht moet worden getoetst aan artikel 3, lid 2, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Er is op grond hiervan pas sprake van een levering als de vergoeding minimaal geiijk is aan de waarde van het recht of stichtingskosten. De inspecteur is van mening dat 1 een vestiging “om niet” kwalificeert als een terbeschikkingstelling om niet en dus slechts tot 1 januari 2014 zonder herzieningsgevolgen blijft. Het is dus van belang dat de vergoeding dusdanig hoog wordt vastgesteld dat de toets aan artikel 3, lid 2, van de Wet OB wordt doorstaan en er dus sprake is van een “levering”. Het recht van opstal is een zakelijk recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander gebouwen in eigendom te hebben of te verkrijgen. Het recht van erfpacht is een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft een onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken. Opstalrecht en erfpachtrecht worden in de praktijk gevestigd voor een bepaalde periode en tegen betaling van een geldsom, de retributie of de canon. Betaling vindt in jaarlijkse termijnen plaats of ineens (afkoop), Na het einde van een recht van erfpacht of opstal heeft de erfpachter of opstalgerechtigde recht op vergoeding van de waarde van de nog aanwezige gebouwen. In scenario 3 dragen gemeenten kazernes over waarvoor nog een herzieningstermijn loopt. Indien VRZ er in principe voor kiest of daaraan twij felt, om geen kazernes in eigendom te nemen, zou als tijdelijke oplossing toch een beperkt recht kunnen worden ingezet, met dezeifde looptijd als de nog lopende herzieningstermijn.
1 Brief Belastingdienst Goes, vestiging Terneuzen dd. 25 februari 2011
Deloitte. 6 4juli 2012 BTW- 1 20704aGvKIes Mits de afkoopsom van het recht minimaal de waarde of stichtingskosten bedraagt, is volgens de Belastingdienst sprake van een levering (overdracht) en aan de voorwaarden voldaan. Na ommekomst van de termijn van het beperkte recht, verricht de gemeente een betaling voor de waarde van de gebouwen (btw en overdrachtsbelasting niet van toepassing). Ben belangrijke voorwaarde is hier nog van belang: de eis is gesteld dat er op het moment van de overdracht van de brandweerkazerne bestaan geen plannen om de kazeme aan een derde te verkopen. Naar onze mening vormt de beeindiging van het opstal-of erfpachtrecht na verloop van de periode waarvoor deze is aangegaan, geen verkoop. Toch adviseren wij u voorzichtig te zijn met het flu al coflcreet formuleren van een terug overdracht. Kazernes in aanbouw op 1 januari 2014 Een punt van aandacht betreft kazernes waarvan de bouw is gestart en die niet vóór 1 januari 2014 in gebruik kunnen worden genomen. In voorkomende gevallen adviseren wij de gevolgen met de inspecteur af te stemmen. Wat is er namelijk aan de hand? Bij ingebruikneming van een nieuwe kazerne is er een herzieningsmoment op grond van artikel 7, lid 2, van de Wet BCF, die ertoe leidt dat alle btw op de nieuwbouw wordt getoetst naar het moment van ingebruikneming. Bij ingebruikneming is het BCF niet meer van toepassing en zou alle verhaalde btw moeten worden terugbetaald. Vanwege de eis dat overdracht moet plaatsvinden vóór 1 januari 2014, adviseren wij deze nieuwbouwprojecten door VRZ te laten uitvoeren (geen administratief en juridisch lastige overdracht tijdens de bouw). De onduidelijkheid over de toepassing van artikel 7 is nog steeds aanwezig en afstemming met de inspecteur of nadere regelgeving blijven noodzakelijk om btw-nadelen te voorkomen. Kazernes onderdeel van een groter geheel (gemeentewe1 kantoren) Een aantal brandweerkazernes wordt door de desbetreffende gemeente gebruikt voor andere doeleinden (taken van de gemeente, bijvoorbeeld gemeentewerf, kantoor). Indien het gehele gebouw wordt overgedragen, zal herziening alleen achterwege kunnen blijven voor zover het de brandweerkazerne betreft. Herziening voor de overige delen zal niet achterwege kunnen blijven. Daamaast zal VRZ het gebruik op een of andere wijze aan de gemeente terug moeten geven, bijvoorbeeld door het sluiten van een huurovereenkomst met de gemeente. Een betere optie is dan de volgende. Indien het medegebruik zich plaatsvindt in afzonderlijke delen van het gebouw, adviseren wij het gebouw te splitsen in appartementsrechten en het appartementsrecht dat betrekking heeft op de brandweerkazerne (voor 1-1-2014) over te dragen. Bijgevolg zal voor het desbetreffende gebouw een vereniging van eigenaren moeten worden opgericht. Op deze wijze kan worden voldaan aan de voorwaarde in het goedkeurend beleid dat de brandweerkazerne is overgedragen.
Deloitte. 7 4juli 2012 BTW- 120704a-GvKIes
In een vereniging van eigenaren nemen de gezamenlijke eigenaren van appartementsrechten van een gebouw besluiten over het beheer en (groot) onderhoud van het gebouw. Gezamenlijk te maken kosten of reserveringen daartoe worden binnen de vereniging geadministreerd en verdeeld. Een dergelijke vereniging brengt derhalve extra beheerkosten met zich. Een vereniging van eigenaren is geen ondernemer voor de omzetbelasting en kan de btw die drukt op het onderhoud niet in aftrek brengen. Op grond van goedkeurend beleid kunnen de leden (btw ondernemers) van een VVE naar rato van de financiële bijdrage de btw in aftrek brengen, voor zover zij recht op aftrek hebben. Naar analogie zou deze goedkeuring ook toegepast kunnen worden voor leden, indien zij de btw op het BCF kunnen verhalen. Afstemming met de inspecteur is daarvoor echter vereist. Het is mogelijk dat het gebruik niet is beperkt tot afzonderlijke delen van het gebouw, zodat een splitsing in appartementsrechten geen oplossing biedt. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij kantoorruimten, magazijnen, kantines, parkeerterreinen en dergelijke. In die gevallen adviseren wij als volgt. • Een splitsing in appartementsrechten voor de gedeelten van het gebouw die uitsluitend bij de veiligheidsregio in gebruik zijn. • De overdracht van het appartementsrecht met betrekking totdat gedeelte. • Herschikking van de kantoorruimte, zodat splitsing in appartementsrechten (en overdracht daarvan) toch kan plaatsvinden. • Indien een herschikking niet mogelijk is, adviseren wij dat het appartementsrecht met betrekking tot de gezamenlijk gebruikte delen bij de gemeente blijft. Herziening zal dan (deels) aan de orde kunnen zijn, maar de omvang daarvan zou beperkt kunnen zijn. • De gemeente en VRZ zullen het gebruik van de kantoorruimten door VRZ nader moeten regelen. In principe vormt de terbeschikkingstelling verhuur en dient de gemeente voor dit deel btw te herzien gedurende de nog lopende herzieningstermijn. Verhuur van parkeer- en stallingruimten is steeds belast met btw. Een mogelijkheid is nog dat de terbeschikkingstelling van de werkplekken tegen niet symbolische vergoeding als een btw-belaste ondernemersactiviteit van de gemeente wordt aangemerkt. Het gaat dan immers niet om de verhuur van ruimte, maar om de terbeschikkingstelling van bepaalde werkplekken, inclusief ICT en dergelijke. Of deze variant voordeel oplevert, is te afhankelijk van de specifieke plaatselijke situatie om daarop in dit kader in te gaan. Financiering van de overdracht
De overdrachten van de brandweerkazernes kunnen plaatsvinden ‘om niet’ of tegen een vergoeding. De vergoeding zou kunnen worden gesteld op de boekwaarde van de desbetreffende brandweerkazernes. De desbetreffende brandweerkazerne verdwijnt dan zonder boekwinst of verlies van de balans.
Deloitte. 8 4juli 2012 BTW- 120704a-GvK/es VRZ zal de aankoop van de brandweerkazemes dan moeten financieren. In principe kan VRZ natuurlijk externe financiering aantrekken. De financiering zou ook plaats kunnen vinden doordat VRZ gelijktij dig met de overdracht van de brandweerkazerne, een lening ter hoogte van de koopsom met de overdragende gemeente overeenkomt.
De kosten van de financieringslasten en de afschrijvingen kunnen via de gemeentelijke bijdragen worden doorbelast aan de gemeenten, eventueel als specifieke kosten zoals thans opgenomen in artikel 38, lid 3, van de gemeenschappelijke regeling.
1.2 Beheer Vastgoed Overdracht van alle brandweerkazernes brengt in principe met zich mee dat VRZ zeif belast is met het beheer van de brandweerkazernes. VRZ kan voor die taak een eigen vastgoedorganisatie instellen die zal zich primair richten op de volgende taken. • Technisch beheer: onderhoudsactiviteiten (correctief onderhoud, planmatig onderhoud, service onderhoud, schadeherstel) • Administratief en financieel beheer: opstellen financiële planningen. Daamaast zal de vastgoedorganisatie zich moeten richten op de omvang van het vastgoed en plannen maken en uitvoeren met betrekking tot renovatie, aankoop en/of nieuwbouw. Indien u een inschatting wenst van de omvang van een dergelijke organisatie (fte’ s), zouden wij onze vastgoedcollega’s kunnen vragen naar de wenselijke omvang daarvan en andere organisatorische en juridische gevolgen. Veel van deze werkzaantheden kunnen worden uitbesteed aan derden, waaronder daarin gespecialiseerde bedrijven. Dit kunnen natuurlijk ook de gemeenten zijn binnen wiens gebied de kazernes zijn gelegen. Indien hiervoor bedragen aan de veiligheidsregio in rekening worden gebracht, zijn deze belast met 19% btw (na 1 oktober 2012: 2 1%).
1.3
(Achterstallig) onderhoud
Indien alle brandweerkazernes worden overgedragen en onder beheer van VRZ komen, is van belang dat een deel van gebouwen (thans) achterstallig onderhoud heeft. Tot 1 januari 2014 is de btw die drukt op onderhoudsuitgaven van brandweerkazemes voor gemeenten compensabel en VRZ kan tot die datum de transparantiemethode toepassen. Het inhalen van achterstallig onderhoud vóór 1 januari 2014 heeft de voorkeur. Versnelde uitvoering van dat onderhoud leidt tot een voordeel ter grootte van de btw (vermoedelijk 21%), ten opzichte van uitvoering na 1 januari 2014. Gemeenten die voor (groot) onderhoud hebben gereserveerd, zijn uitgegaan van bedragen exciusief btw. Uitvoering ná ij anuari 2014 betekent dat de kosten stijgen voor het bedrag aan btw.
Deloitte. 9 4juli 2012 BTW- 1 20704a-GvKIes Echter, ingeval VRZ eigenaar is van de brandweerkazeme, maar de gemeente laat het onderhoud verrichten en maakt hiervoor de kosten, dan zal de inspecteur het standpunt innemen dat de btw niet compensabel is. De VRZ kan de btw op de door haar gemaakte kosten tot 1 januari 2014 nog wel via de transparantiemethode doorschuiven. De conclusie is dat indien een brandweerkazerne ruim voor 1 januari 2014 aan VRZ is overgedragen bet de voorkeur heeft dat VRZ tot 1 januari 2014 ook het onderhoud op zich neemt, indien er aanmerkelijke uitgaven worden gemaakt in de periode tot die datum. Bij een overdracht per ultimo 2014 kan de gemeente bet onderhoud nog zeif uitvoeren. Daarna heeft een afspraak dat de gemeente de onderhoudskosten voor haar rekening neemt, geen verdere nadelige fiscale gevolgen. De btw blijft dan immers in elk geval een kostenpost. Vervolgens is de vraag op welke wijze de kosten van het onderhoud die VRZ maakt kunnen worden verdeeld, wij denken dan aan: • via de gemeentelijke bijdrage, zodat de onderhoudskosten over alle gemeenten gelijkelijk wordt verdeeld; of • als specifieke kosten die voor rekening van de desbetreffende gemeente komen, zoals bedoeld in artikel 38, lid 3, van de gemeenschappelijke regeling, een wijziging van de gemeenschappelijke regeling is wellicht nodig. Indien achterstallig en groot onderhoud voor rekening van VRZ komen, ligt bet voor de hand dat de gemeenten de door hen al dan niet gevormde reserves overdragen aan VRZ. Deze reserves dienen dan op het eerste gezicht inclusief btw te zijn, omdat de btw ná 1 januari 2014 een kostenpost zal vormen. Echter, de veiligheidsregio’ s zijn voor bet btw-nadeel gecompenseerd middels een hogere rijksuitkering (BDUR). In principe ondervindt VRZ dus geen nadeel als de reserves exciusief btw worden overgedragen, In principe kunnen de gemeenten en VRZ afspreken dat de kosten van groot en achterstallig onderhoud voor rekening van de gemeenten blijven. Na 1 januari 2014 zijn hieraan geen extra fiscale nadelen verbonden. In deze situatie adviseren wij wel goede afspraken te maken over de uit te voeren werkzaamheden. VRZ is in haar bedrijfsvoering immers ook athankelijk van voldoende geoutilleerde brandweerkazemes.
2 Geen enkele brandweerkazerne overdragen 2.1 Fiscaal Voor brandweerkazemes die na 31 december 2004 in gebruik zijn genomen, zal herziening van gecompenseerde btw met betrekking tot de aanschaf van onroerende zaken vanaf 1 januari 2014 aan de orde zijn. In algemene zin zal de herziening jaarlijks voor 1/10 deel plaatsvinden.
Deloitte. 10 4juli 2012 BTW- 1 20704a-GvKIes De omvang van het nadeel zal per brandweerkazerne nader moeten worden vastgesteld aan de hand van de volgende feiten. • • • •
Jaar van eerste ingebruikneming desbetreffende brandweerkazeme. Btw bedrag dat ter zake van de aanschaf of bouw aan de gemeente in rekening is gebracht. Btw bedrag dat op het BCF is verhaald. Eventueel ander gebruik en in hoeverre daarvoor recht op een bijdrage uit het BCF voor bestaat.
De vraag is of en op welke wijze de gemeenten gecompenseerd kunnen worden voor het herzieningsnadeel. In principe heeft VRZ hiervoor geen budget, omdat met de gevolgen van herziening geen rekening is gehouden bij het vaststellen van de rijksuitkering (BDUR). In het door Cebeon uitgevoerde onderzoek is immers enicel de daadwerkelijk in 2009 en 2010 op het BCF verhaalde btw meegenomen. Hiemaar verwijzend zouden gemeenten zich naar onze mening op het standpunt kunnen stellen dat herziening niet hoeft plaats te vinden met het oog op de neutraliteit binnen het BCF. Het ligt echter niet voor de hand dat een inspecteur met deze zienswijze zal instemmen, zodat het oordeel van een rechter (na een bezwaarprocedure) zal moeten worden gevraagd. In die procedure komt de nadruk te liggen op het feit dat het BCF een begrotingsfonds is, waarin neutraliteit een uitgangspunt is. De uitkomst van die procedure is uiterst onzeker.
2.2 Onderhoud Tot 1 januari 2014 is de btw die drukt op onderhoudsuitgaven van brandweerkazernes voor gemeenten compensabel en VRZ kan tot die datum de transparantiemethode toepassen. Tot 1 januari 2014 kan de gemeente de btw die drukt op het door uitgevoerde onderhoud verhalen op het BCF. Het is denkbaar dat de gemeente en VRZ overeenkomen dat VRZ het onderhoud op zich neemt. In dat geval is de btw die drukt op het onderhoud tot 1 januari 2014 via de transparantiemethode verhaalbaar bij het BCF. Vervolgens is de vraag op welke wijze de kosten van het onderhoud moet worden verdeeld. Wij verwijzen hiervoor naar hetgeen daarover is gesteld in § 1.3.
3 Overdragen van brandweerkazernes binnen de herzieningstermijn 3.1 Fiscaal De gemeenten zullen in dit scenario de brandweerkazernes overdragen, waarvan de herzieningstermijn nog niet is verstreken. Het gaat dan feitelijk om brandweerkazernes die na 31 december 2004 voor het eerst in gebruik zijn genomen. Voor de overgedragen kazernes geldt hetgeen daarover is gesteld in § 1.1, ook ten aanzien van eventueel medegebruik.
Deloitte. 11 4juli 2012 BTW- 1 20704 a-GvKJes Herziening zal in dit scenario logischerwijs niet plaatsvinden voor de niet overgedragen brandweerkazernes.
3.2 Beheer vastgoed In dit scenario zal VRZ in principe belast zijn met het volledige beheer van deze brandweerkazernes. Wij verwij zen naar hetgeen daarover is gesteld in § 1.2.
3.3
Onderhoud
VRZ zal de brandweerkazernes in eigendom verkrijgen, waar nog lopende herzieningstermijnen van toepassing. De desbetreffende brandweerkazernes zijn derhalve na 31 december 2004 voor het eerst in gebruik genomen en dus nog relatiefjong. Het is derhalve denkbaar dat de overgedragen brandweerkazernes dus minder onderhevig zullen zijn (achterstallig) onderhoud dan de niet-overgedragen brandweerkazernes.
In principe kunnen de gemeenten en VRZ afspreken dat de kosten van groot onderhoud voor rekening van de gemeenten blijven. Na 1 januari 2014 zijn hieraan geen extra fiscale nadelen verbonden. In deze situatie adviseren wij we! goede afspraken te maken over de uit te voeren werkzaamheden. VRZ is in haar bedrijfsvoering immers ook afhankelijk van voldoende geoutilleerde brandweerkazemes. In dit scenario zou met betrekking tot het onderhoud dus een onderscheid gemaakt kunnen worden tussen de overgedragen brandweerkazemes (zie § 1.3) en de niet-overgedragen brandweerkazernes (zie § 2.3).
Afronding Mocht u naar aan!eiding van deze brief vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de heer G.J.A. van Kalmthout via telefoonnummer 088-288 1770. Met vriendelijke groet, Deloitte Belastingadviseurs B.V. Omzetbelasting
G.J.A. van Kalmthout
Deloitte. Bijiage- 14juli 2012 BTW- 120704a-GvKJes
Fiscale kaders De gemeenten kunnen tot 1 januari 2014 de btw die drukt op uitgaven met betrekking tot de uitvoering van de brandweertaken, verhalen op het BTW-compensatiefonds (BCF). Veiligheidsregio’s kunnen tot die datum de btw die drukt op uitgaven met betrekking tot de brandweertaak via de transparantiemethode doorschuiven naar de deelnemende gemeenten, die de btw vervolgens kunnen verhalen op het B CF. 2
De vraag is in hoeverre herziening van gecompenseerde btw aan de orde is of kan zijn vanaf 1 januari 2014. Herziening bij onroerende zaken kan aan de orde zijn: 3 a. in het jaar van ingebruikneming b. gedurende negen jaar na het jaar van ingebruikneming 4 c. ineens, bij overdracht van onroerende zaken gedurende de onder b) vermelde 5 herzieningstermijn In het Besluit van 25 januari 2012, nr. BLKB2O12/175M, zijn echter enkele goedkeuringen opgenomen. • De terbeschikkingstelling van (on)roerende zaken om niet of tegen symbolische vergoeding door een compensatiegerechtigd lichaam aan een samenwerkingsverband dat de transparantiemethode kan toepassen, blijft herziening van gecompenseerde btw, zoals bedoeld onder b. achterwege. 6 • Bij de overdracht van (on) roerende zaken door een compensatiegerechtigd lichaam aan een samenwerkingsverband dat de transparantiemethode kan toepassen, blijft herziening van gecompenseerde btw zoals bedoeld onder c. achterwege. 7 Tevens is ten aanzien van brandweerkazernes goedgekeurd dat herziening zoals bedoeld onder b. en c. achterwege blijft onder volgende voorwaarden. • Het gebouw dat wordt overgedragen is als brandweerkazerne in gebruik en blijft ook na de overdracht als brandweerkazerne in gebruik • De gemeente draagt de brandweerkazerne vóór ij anuari 2014 aan de veiligheidsregio over.
2 Brief ministerie van Financien van 1 mei 2012 aan de Raad van Regionaal Commandanten, nr. DGB/20 12/466 Artikel 7, lid 2 Wet BCF Artikel 8 Uitvoeringsregeling BCF Artikel 9 Uitvoeringsregeling BCF 6 Besluit van 25 januari 2012, nr. BLKB2OI2/175M, § 3.2.3.6. 7 Besluit van 25 januari 2012, nr. BLKB2O12/175M, § 3.2.3.5.
Deloitte. Bijiage 2 4juli 2012 BTW- 1 20704a-GvKIes -
-
• Op het moment van de overdracht van de brandweerkazeme bestaan geen plannen om de kazerne aan een derde te verkopen. Ondanks deze goedkeuringen zijn er nog de volgende onduidelijkheden. 1. De goedkeuring ziet niet op herziening zoals bedoeld onder a., op grond waarvan op het moment van ingebruikneming dient te worden bepaald in hoeverre recht op compensatie bestaat. Deze herziening geschiedt op basis van de gegevens van het kalenderjaar van ingebruikneming. Van belang blijft dus dat brandweerkazernes vóór 1 januari 2014 in gebruik worden genomen om zo het initiële recht op een bijdrage uit het BCF te verkrijgen. 2. Goedgekeurd is dat de herziening zoals bedoeld onder b. achterwege biijft bij de gratis terbeschikkingstelling van (on)roerende zaken aan een lichaam dat de transparantiemethode kan toepassen. Herziening dient dan wel plaats te vinden als het lichaam het goed gaat gebruiken voor activiteiten waarvoor de transparantiemethode niet meer kan worden toegepast. Deze voorwaarde is in strij d met de goedkeuring met betrekking tot de brandweerkazernes, maar verwacht mag worden dat de gratis terbeschikkingsteiling van brandweerkazernes door gemeenten aan veiligheidsregio’s tot 1-1-2014 zonder gevolgen blijft, mits voor die datum aan de veiligheidsregio’s wordt overgedragen. 3. Het nieuwe besluit geeft niet aan dat herziening op brandweerkazemes achterwege kan blijven voor de btw die door veiligheidsregio’s via de transparantiemethode is gecompenseerd. Gelet op de gedachte achter de goedkeuringen die in het besluit zijn opgenomen, lijkt dat wel voor de hand te liggen. Mocht er geen nadere goedkeuring komen, dan is afstemming met de inspecteur op dit punt is echter we! vereist. 4. Het nieuwe besluit geeft, mede gelet op punt 1. geen uitsluitsel over de fiscale gevolgen bij in aanbouw zijnde brandweerkazemes (herziening onder a.). Afgaande op de thans bestaande goedkeuringen zou de gemeente (via de transparantieregeling) de veiligheidsregio voor de gehele kazeme geen recht hebben op compensatie via het BCF. VRZ kan voor de verkrijging van onroerende zaken of rechten daarop een beroep doen op een vrij stelling overdrachtsbelasting. 8 Btw-heffing bij de overdracht van een bestaande brandweerkazerne in voile eigendom kan aan de orde zijn ais: • de overdracht geschiedt tegen een door VRZ aan de gemeente te betalen niet-symbolische vergoeding; en
8
Artikel 15, eerste lid, letter c WBR
Deloitte. Bijiage- 34 juli 2012 BTW- 1207 04a-GvK/es • de gemeente (een deel van) de brandweerkazerne niet uitsluitend heeft gebruikt voor haar niet-ondernemersactiviteiten; en • de overdracht van de brandweerkazeme geen onderdeel uitmaakt van de overdracht van een algemeenheid van goederen (de overdracht van het gemeentelijke brandweerkorps als geheel); en • de desbetreffende brandweerkazerne wordt overgedragen binnen twee j aar na het moment van eerste ingebruikneming, of • de gemeente de brandweerkazerne heeft gebouwd met het oog op de verkoop aan de veiligheidsregio; de inspecteur heeft echter goedgekeurd 9 dat gemeenten deze overdracht als overheid verrichten. De btw op nieuwbouw kan op het BCF worden verhaald en ter zake van de levering is geen btw verschuldigd. Het is niet heel waarschijnlijk dat de overdracht van een bestaande brandweerkazerne in voile eigendom zal leiden tot btw-heffing.
9 Brief van Belastingdienst Goes, vestiging Terneuzen dd. 25 februari 2011