Dienst Water en Milieu
Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht
Aan: De heer G.A.T.M. Groenewoud Postbus 2099 5260 CB Vught
Datum Nummer Uw brief van Uw nummer Bijlage
23 mei 2007 2007WEM002342i 1. kadastrale kaart
Tel. 030-2589111 Fax 030-2583042 http://www.provincie-utrecht.nl
Sector Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp
V&H/Ketenbeheer S. W. Ydema 030 258 3945 030 258 2121
[email protected] Beschikking evaluatieverslag grond en waterbodem Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT0356/00018
Geachte heer Groenewoud,
1
Inleiding
Wij, gedeputeerde staten van Utrecht, hebben op 5 april 2007 het evaluatieverslag1, bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van de sanering die in uw opdracht is uitgevoerd. Dit verslag heeft betrekking op de sanering van de locatie Marconibaan 2. De percelen waarvan de bodem is gesaneerd zijn kadastraal bekend gemeente Jutphaas, sectie D, nummer 2827 en 3132 gedeeltelijk (voormalige nummers 2408 en 2407). Over onze beoordelling van dit evaluatieverslag berichten wij u als volgt.
2
Verontreinigingssituatie
Op bovengenoemde locatie is sprake van drie afzonderlijke gevallen van ernstige bodemverontreiniging. • Het eerste geval (geval 1) betreft twee spots waar de bodem sterk verontreinigd is met minerale olieproducten als gevolg van lekkage en morsingen. In totaal is circa 215 m3 grond sterk verontreinigd met minerale olie. • Het tweede geval (geval 2) betreft sterke verontreinigingen met zware metalen en PAK als gevolg van op de locatie aanwezige puinverhardingen en de voormalige bedrijfsactiviteiten. De omvang van de sterke verontreinigingen bedraagt circa 13.750 m3.
1
Evaluatie bodemsanering Marconibaan 2 te Nieuwegein, Amos Milieutechniek B.V., ref. 04.33.007.BR.32.OKL, 4 april 2007.
Beschikkingnummer: 2007WEM002342i Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT035600018
23 mei 2007 pagina 1
•
3
Het derde geval (geval 3) betreft de waterbodem van de havens. De baggerspecie is matig tot sterk verontreinigd (klasse 3 en 4) met zware metalen, PAK en minerale olie. De omvang van de matig tot sterk verontreinigde baggerspecie bedraagt circa 2.000 m3.
Saneringsplannen
Voor de sanering van de hierboven genoemde verontreinigingen is een drietal saneringsplannen ingediend, waarmee wij hebben ingestemd. Bij beschikking van 26 september 1997 met kenmerk 97/930729 stemden wij in met het eerste saneringsplan2. Dit saneringsplan beschrijft de sanering van een deel van de sterke verontreinigingen met zware metalen en PAK (geval 2). Het betreft hier de verontreinigingen die op de voormalige percelen, kadastraal bekend gemeente Jutphaas, sectie D, 2407 en 2408 (thans onderdeel van sectie D, nummer 2827) aanwezig waren. In het saneringsplan is een multifunctionele saneringsvariant voorzien waarbij de verontreinigingen gesaneerd dienen te worden middels ontgraving. Bij beschikking van 3 februari 1999 met kenmerk 99/930109 hebben wij ingestemd met het tweede saneringsplan3. In dit saneringsplan is de sanering van het overige deel van de sterke verontreinigingen met zware metalen en PAK (geval 2), de minerale olie spots (geval 1) en de demping van een gedeelte van de haven, waardoor het klasse 4 slib (geval 3) wordt geïsoleerd, beschreven. Als saneringsdoelstelling geldt dat de bodemsanering zodanig wordt uitgevoerd, dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de functie bedrijfsterrein. De mobiele verontreinigingen (geval 1) dienen hierbij kosteneffectief gesaneerd te worden. Het voornemen was om de verontreinigingen volledig te ontgraven. De immobiele verontreinigingen van geval 2 dienen te worden geïsoleerd middels betonvloeren op het gedeelte waar nieuwbouw is gepland en met asfalt en tegelverhardingen ter plaatse van de toekomstige infrastructuur. Het sterk verontreinigde slib in de haven (geval 3) dient te worden afgedekt met categorie I grond. Aangezien de sanering van het deel van de sterke verontreinigingen met zware metalen en PAK (geval 2) in 2004 nog niet geheel was uitgevoerd en gezien de verandering van de voorgenomen herinrichting en het huidige bodembeleid is besloten om de saneringsdoelstelling aan te passen. Bij beschikking van 4 november 2004 met kenmerk 2004WEM004805i hebben wij ingestemd met het derde saneringsplan4. De beschikking van 22 september 1997 met kenmerk 97/930729 is middels de nieuwe beschikking herzien. Het voornemen was om de sanering op vergelijkbare manier uit te voeren zoals is voorzien in het saneringsplan uit 1999. Dit behelst net als bij de overige immobiele verontreinigingen op de locatie een functiegerichte sanering waarbij is uitgegaan van een isolatievariant middels een leeflaag van 0,5 meter.
2
Saneringsplan Marconibaan 2 te Nieuwegein, Chemielinco, ref. 97652, 12 november 1997; Saneringsplan Marconibaan 2 te Nieuwegein, Amos Milieutechniek BV, ref. B.98.1037rev.0, 26 november 1998; 4 Saneringsplan Marconibaan 2 te Nieuwegein, Amos Milieutechniek BV, ref. 04.33.007.BR.11.MGK, 9 september 2004. 3
Beschikkingnummer: 2007WEM002342i Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT035600018
23 mei 2007 pagina 2
4
Wijziging van het saneringsplan
Met toepassing van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Wbb hebben wij ingestemd met de volgende wijzigingen van het saneringsplan: • De verontreinigde baggerspecie in de havens wordt gefixeerd met categorie I grond door de grond laagsgewijs en voorzichtig over het wateroppervlak uit te strooien. In het saneringsplan was voorzien de grond in suspensie met water naar de saneringslocatie te pompen en het dan te laten bezinken.
5
Evaluatieverslag
Het evaluatieverslag van de grond- en waterbodemsanering hebben wij beoordeeld aan de eisen die daaraan in artikel 39c van de Wbb zijn vastgelegd. Olieverontreiniging ter plaatse van nieuwbouw Hatenboer (geval 1) De sanering is uitgevoerd in de periode van 30 maart 1999 tot en met 13 maart 2007. Op 9 april 1999 is begonnen met de sanering van één van de twee oliespots (geval 1). Het betreft hier de oliespot die ter plaatse van de geplande nieuwbouw voor het kantoor van Hatenboer. Er zijn vijf sleuven gegraven om de exacte ligging van de olieverontreiniging te bepalen. De zintuiglijk met olie verontreinigde grond is in depot gezet (ca. 100 m3). Ten behoeve van de nieuwbouw diende een klein gedeelte van de haven vast gedempt te worden. Hiervoor is een damwand geplaatst en het waterniveau is verlaagd waarna het betreffende gedeelte is gedempt met categorie I grond. De grond is in afwijking op het saneringsplan voorzichtig over het wateroppervlak uitgestrooid. Na het uitzetten van de nieuwbouwlocatie is de puinhoudende en met olie verontreinigde bovenlaag van de grond binnen de nieuwbouwcontour ontgraven. De vrijkomende grond is op basis van zintuiglijke waarnemingen in depot met oliehoudende grond of in depot met puinhoudende grond gezet. De bouwput is uitgekeurd en in de controlemengmonsters zijn maximaal lichte verontreinigingen met minerale olie, zware metalen en PAK gemeten. In totaal is 305 ton verontreinigde grond van de locatie afgevoerd naar Ecotechniek Soil Remediation te Utrecht. De saneringsput is aangevuld met zand van onbekende hoeveelheid en kwaliteit. Oliespot zuidoostelijk deel (geval 1) Op 20 mei 1999 is een start gemaakt met de sanering van de oliespot op het zuidoostelijk terreindeel. Aanvankelijk is de puinhoudende toplaag van circa 0,4 meter ontgraven en in depot gezet. De onderliggende matig zandige kleilaag was zintuiglijk niet verontreinigd en is eveneens in een apart depot geplaatst. Het depot is uitgekeurd en blijkt licht tot matig verontreinigd met zware metalen. Op basis hiervan is de grond niet toegepast op de locatie voor de aan te brengen leeflaag maar afgevoerd naar Ecotechniek Soil Remediation te Utrecht. Onder de matig zandige kleilaag bevond zich de met oliecomponenten verontreinigde grond. De verontreinigde grond is afgegraven tot zintuiglijk geen verontreinigingen meer werden aangetroffen. De met oliecomponenten verontreinigde grond is eveneens apart in depot gezet. De ontgraving is uitgekeurd en in de controlemonsters zijn maximaal licht verhoogde concentraties minerale olie aangetroffen.
Beschikkingnummer: 2007WEM002342i Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT035600018
23 mei 2007 pagina 3
In totaal is circa 138 ton verontreinigde grond afgevoerd Ecotechniek Soil Remediation te Utrecht. Olie/puinverontreiniging bij nieuwbouw pompgebouw Hatenboer (onderdeel van geval 2) Op de plaats waar een nieuw pompstation voor plezierjachten gerealiseerd is was de grond sterk verontreinigd met zware metalen en licht met minerale olie. De verontreiniging bevond zich in de puinhoudende bovenlaag (0,0-0,5 m-mv). Op 22 juni 1999 is de puinhoudende laag ontgraven en tijdelijk opgeslagen in depot op de locatie. De kleilaag onder de puinlaag was zintuiglijk verontreinigd met minerale oliecomponenten. Derhalve is dieper ontgraven tot gemiddeld circa 1,0 m-mv. De saneringsput is uitgekeurd en de controlemengmonsters zijn maximaal licht verontreinigd met zware metalen en niet verontreinigd met minerale olie. In totaal is circa 62 ton verontreinigde grond afgevoerd naar Ecotechniek Soil Remediation te Utrecht. De saneringsput is aangevuld met zand van onbekende kwaliteit. De sanering heeft na de bovengenoemde drie ontgravingen en het bouwrijp maken van de locaties stil gelegen over een periode van 5 jaar. In deze periode is een groot aantal partijen grond op de locatie in depot geplaatst voor de geplande demping en ophoging. Alle in depot geplaatste grond is gekeurd en toepasbaar als categorie I grond. Demping haven en afdekken sterk verontreinigd slib (geval 3) Vanaf november 2004 is begonnen met de sanering van het sterk met zware metalen, PAK en minerale olie verontreinigde slib. Hiertoe diende een gedeelte van de haven gedempt te worden met categorie I grond. Voorafgaand aan de demping zijn damwanden geplaatst en is een drainage systeem aangebracht waarna het verontreinigde slib afgedekt is door het voorzichtig uitspreiden van categorie I grond over het wateroppervlak. Voor de isolatie van het klasse 4 slib is circa 14.427 m3 categorie I grond toegepast. Aanbrengen leeflaag gehele terrein (geval 2) De sanering van geval 2 is gestart op 6 februari 2007. Er zijn verschillende partijen grond aangevoerd om de leeflaag te realiseren. De gebruikte partijen zijn allen uitgekeurd en bleken toepasbaar als categorie I grond. Voor de daadwerkelijke ophoging is het oorspronkelijke maaiveld afgedekt met een signaleringsdoek. Ter plaatse van de gedempte haven en het meest oostelijke deel van de locatie is geen signaleringsdoek toegepast. Bij de gedempte haven was al categorie I grond aanwezig (dempingsmateriaal) en op het meest oostelijke deel is schoon zand toegepast waardoor het verschil met de oorspronkelijke bodem een duidelijk waarneembaar verschil vormt. In totaal is 5.667 m3 categorie I grond toegepast voor het aanbrengen van de leeflaag. De leeflaag is gemiddeld over het gehele terrein (m.u.v. van de bouwlocaties) dikker dan 0,5 meter. Aan de zuidoostkant van de haven is een strook van één meter breed niet afgedekt met een leeflaag. In de toekomst wordt hier een kade gerealiseerd, waarmee de verontreiniging zal worden geïsoleerd. Aangezien nog niet bekend is wanneer deze kade zal worden aangelegd is door ons op 25 april 2007 aangegeven dat de strook tijdelijk alsnog diende te worden afgedekt Beschikkingnummer: 2007WEM002342i Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT035600018
23 mei 2007 pagina 4
met categorie I grond. Op 3 mei 2007 ontvingen wij een aanvullende evaluatiebrief5 waarin de werkzaamheden voor het tijdelijk afdekken van de bovengenoemde strook staan beschreven. Op 27 april 2007 is een dunne laag categorie I grond over de gehele oppervlakte van de locatie afgeschraapt en toegepast als leeflaag op de nog niet afgedekte strook. Vanaf de kade van de haven is in talud van 1:1 een leeflaag gerealiseerd als tijdelijke maatregel.
6
Conclusie
Grond Het evaluatieverslag voldoet aan de eisen die in artikel 39c van de Wbb zijn gesteld. De getroffen saneringsmaatregelen voldoen aan de saneringsplannen waarmee wij bij beschikkingen van 3 februari 1999 met kenmerk 99/930109 en 4 november 2004 met kenmerk 2004WEM004805i hebben ingestemd. De bodem van de gesaneerde percelen is geschikt voor het toekomstige gebruik (bedrijfsterrein).
7
Nazorg en gebruiksbeperkingen
Uit het evaluatieverslag blijkt dat na sanering ernstig verontreinigde grond onder de aangebrachte leeflaag en verhardingen in een hoeveelheid van circa 14.000 m3 is achtergebleven. Deze restverontreiniging noodzaakt tot het opleggen van de volgende gebruiksbeperkingen als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, onder f, van de Wbb: • Ter plaatse van het niet bebouwde en/of verharde perceelsgedeelte dient de aangebrachte leeflaag met een dikte van 0,5 meter in stand te worden gehouden (eigenaar, saneerder) en te worden gelaten (gebruiker); • De getroffen saneringsmaatregelen (verharding, bebouwing) dienen in stand te blijven (eigenaar, gebruiker).
8
Kadastrale registratie en publicatie
Een afschrift van deze beschikking met bijbehorende kadastrale kaart waarop de gesaneerde percelen zijn aangegeven, zenden wij op grond van artikel 55 van de Wbb aan het Kadaster. De geregistreerde kadastrale percelen zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Jutphaas Jutphaas
D D
2827 3132
Gesaneerde oppervlakte 12.932 m2 500 m2
WB/WBD* WB WBD
*WB: het betreft het gehele perceel *WBD: het betreft een gedeelte van het perceel
Van ons besluit doen wij op grond van artikel 39 van de Wbb een publicatie in een huis-aanhuisblad in de gemeente Nieuwegein.
5
Afdekking strook naast damwand, Amos Milieutechniek B.V., ref. 04.33.007.BC.33.OKL, 27 april 2007.
Beschikkingnummer: 2007WEM002342i Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT035600018
23 mei 2007 pagina 5
9
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij gedeputeerde staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie Water en Milieu, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen € 143,- voor een natuurlijk persoon en € 285,- voor een rechtspersoon. Onder vermelding van de code UT0356/00018 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de sector Bodemsanering van onze provincie, telefonisch bereikbaar: 0302583945. Hoogachtend, gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen,
ing. G.C.M. Nortier hoofd sector Vergunningen en Handhaving/Ketenbeheer a.i. Een kopie van deze brief is verzonden naar: -
Gemeente Nieuwegein , t.a.v. T. de Brouwer, Postbus 1, 3430 AA Nieuwegein; Amos Milieutechniek B.V. , t.a.v. O. Liese, Postbus 40328e, 3504 AC Utrecht; Vrom Inspectie regio noord-west, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem; Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht; De heer E. van Piggelen, De Kreek 5, 1231 NM Loosdrecht (eigenaar perceel D 3132).
Beschikkingnummer: 2007WEM002342i Marconibaan 2 te Nieuwegein, code UT035600018
23 mei 2007 pagina 6