Aan het College van burgemeester en wethouders van Zoetermeer Postbus 15 2700 AA Zoetermeer
Betreft: advies Keuzenota transitie AWBZ-begeleiding met bijlage
Zoetermeer, 15 mei 2012
Geacht college, Hierbij bieden wij u aan ons advies over de nota Transitie AWBZ-begeleiding naar Wmo, Keuze en invoering 2013. Wij vatten ons advies samen in een aantal kernachtige adviespunten. Deze adviespunten worden in de bijlage bij dit advies nader beargumenteerd en toegelicht. Samenvattend adviseren wij u: a. Bij de toepassing van het criterium resultaatgerichtheid te waarborgen dat altijd wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de cliënt zelf. b. In uw beleid aandacht te schenken aan de effecten van uw beleid op onder meer de wijken en buurten als ook op de (professionele) eerstelijn in Zoetermeer. c. Voor de indicatiestelling voor de begeleiding, het vervoer en het kortdurend verblijf een heldere set van objectieve en te toetsen criteria vast te leggen. d. Aan het keukentafelgesprek de status te verlenen van een handelingsgerichte indicatie en deze waar nodig regelmatig te evalueren. e. De mogelijkheid op te nemen dat cliënten kunnen verzoeken externe deskundigheid in te schakelen bij de indicatiestelling. f. Bij de inkoop en de beschikbaarstelling van aanbod voor begeleiding, vervoer en kortdurend verblijf te waarborgen dat cliënten keuzemogelijkheden hebben. g. De Wmo-raad in samenwerking met cliëntgroepen in de gelegenheid te stellen hun visie te geven op het inkoopbeleid voor de begeleiding, vervoer en kortdurend verblijf. h. Nader te onderzoeken of het beschikbare aanbod van dagopvang/-besteding in Zoetermeer geschikt is om bv. rolstoelafhankelijke personen die tegelijk ook verzorging nodig hebben, op te vangen. i. In het streven naar lagere tarieven te waarborgen dat op de kwaliteit en diversiteit van het aanbod niet wordt ingeboet. j. Het PGB als verstrekkingvorm voorlopig te handhaven onder de voorwaarden dat met een PGB het beste en het meest effectief in een bijzondere begeleidingsbehoefte kan worden voorzien en dat een PGB goedkoper is dan een voorziening in natura.
1
k. Bij de keuze over de geclausuleerde voortzetting van het PGB ook de vraag te beantwoorden in hoeverre zorg, ondersteuning en begeleiding door naasten en familie in aanmerking kan blijven komen voor een PGB. l. De rechtsbescherming van cliënten ook in stand te houden met betrekking tot besluiten over algemene, collectieve en informele voorzieningen m. Het toezicht op kwaliteit en uitvoering onafhankelijk van de gemeente te organiseren. n. Met het oog op de paradigmawijziging een communicatieplan op te stellen dat tot doel heeft om vanaf heden de doelgroepen over de voortgang van deze transitie in Zoetermeer te informeren. o. In het implementatieplan op te nemen welke activiteiten u onderneemt nadat u de gegevens van CIZ en Bureau Jeugdzorg overgedragen heeft gekregen. p. Het keukentafelgesprek ook in te zetten bij de cliënten die met een AWBZ-indicatie begeleiding aan de gemeente worden overgedragen. q. Wmo-raad en cliëntenorganisaties regelmatig te informeren over de voortgang van de bestuurlijke samenwerking met betrekking tot o.a. de transitie van de AWZBbegeleiding.en advies vragen over stappen die gevolgen hebben voor cliënten in Zoetermeer. r. Meer werk te maken van de cliëntenparticipatie ten aanzien van deze transitie van de ABWZ-begeleiding naar de Wmo. s. In het kader van uw transformatieproces structureel aandacht te gaan schenken aan de toegankelijkheid van voorzieningen en accommodaties in wijk en buurt in de gemeente. t. Met de zorgverzekeraars in overleg te treden over (financiële) samenwerking ten aanzien van het preventieve belang van alle Wmo- en maatschappelijke inspanningen om de zelfstandigheid van burgers in stand te houden en een intramurale opname zo lang mogelijk te voorkomen dan wel uit te stellen.
Wij zien uw reactie op onze adviespunten graag tegemoet.
Met vriendelijke groeten, namens de Wmo-raad Zoetermeer,
drs. J.J. Ramekers, voorzitter
2
BIJLAGE bij advies Wmo-raad Zoetermeer over de nota Transitie AWBZ Begeleiding naar Wmo, Keuze en invoering 2013 1. Algemeen Wij vinden het, gegeven de omstandigheden, een heldere nota die veel relevante thema’s de revue laat passeren. Er worden aanzetten tot keuzes gegeven. Na lezing overheerst de indruk dat er keuzes worden verkend maar dat een aantal echte keuzes nog moet plaatsvinden. In die zin is het meer een voortgangsnota dan een keuzenota. Wij zijn ook benieuwd naar wat de nieuwe Wmo-beleidsnota naar voren zal brengen aan keuzes en maatregelen die met de Wmo-begeleiding samenhangen. Er wordt regelmatig naar deze Wmo-nota verwezen. Geeft deze keuzenota wel het complete beeld? Zo wordt de respijtzorg hier even aangestipt. De haalbaarheid van een respijthuis wordt onderzocht. Er wordt echter niet nader ingegaan op de vraag in hoeverre één respijthuis tegemoet kan komen aan de uiteenlopende behoeften van de verschillende doelgroepen. Mogelijk dat de Wmobeleidsnota hier wel meer over zegt. De val van het kabinet roept ook de vraag op of er in dit stadium al definitieve keuzes zijn te maken. Niettemin ondersteunen wij uw aanpak om door te gaan met de voorbereidingen om zoveel als mogelijk gereed te zijn voor de uitvoering van deze Wmo-taak. 2. Visie op de decentralisatie van de begeleidingstaak In uw visie staat de cliënt centraal of voorop. Dat verdient alle lof. Wij adviseren u wel prudent om te gaan met het criterium resultaatgericht bij de begeleiding. Dit criterium past niet geheel op groepen van mensen die met de transitie naar de gemeente komen. De cliënt centraal anno nu betekent vooral dat stelselmatig geaccentueerd wordt wat iemand (nog) wel kan of misschien wel zou moeten kunnen. Wij stellen voor aan de resultaatgerichtheid van begeleidingsactiviteiten toe te voegen dat hierbij altijd wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de cliënt zelf. Aan uw ambitie om een soort substitutie beweging in gang te zetten kleven risico’s. Dat wil niet zeggen dat daarmee de beweging niet in gang gezet kan worden. Het is wel goed nu reeds risico’te onderkennen, bijv.: • Er zal gaandeweg een toenemende druk komen op de eerstelijn. Dit effect is niet in beeld. • Het is de vraag of de benodigde ondersteuning zowel kwantitatief als kwalitatief aanwezig of te organiseren is in buurten en wijken. Het lijkt ook niet wenselijk dat in de ene wijk het collectieve bewustzijn de (extra) inzet van informele zorg wel mogelijk maakt terwijl dat in een andere wijk ontbreekt en als gevolg daarvan een groter beroep op professionele zorg noodzakelijk is. • De regierol van de gemeente en de vele ambities die op stapel staan terwijl de ervaring met het beleidsterrein beperkt is. • Hiermee samenhangend de vraag of de medewerkers van de gemeente de komende tijd de deskundigheid en competenties kunnen verwerven die nodig zijn om de behoeften en vragen vanuit de diverse doelgroepen, bijv. mensen met een verstandelijke beperking, te kunnen achterhalen en duiden. Behoeften en vragen die alle levensgebieden zullen raken. Wij adviseren u in dit verband het mogelijk te maken dat cliënten kunnen verzoeken externe deskundigheid in te schakelen. 3
3. Paradigmawijziging Het wordt nooit meer zoals het was, lijkt de boodschap van de door u beoogde paradigmawijziging te willen zijn. Alleen nog niet in 2013 maar eerst vanaf 2014. “Dan steken wij echt van wal.” Niet de beleidsluwe invoering maar de aangekondigde paradigmawijziging, zal de zorg van de huidige cliënten en hun omgeving (ouders) eerder aanwakkeren dan temperen, eerder vertrouwen doen verliezen dan winnen in de gemeentelijke aanpak, eerder zorgen verhogen dan verminderen. De mensen die tijdens onze kennisbijeenkomst van 1 december van vorig jaar hun zorgen hebben geuit over wat er staat te gebeuren, hebben deze zorgen nog steeds. Er is nog zo weinig duidelijk op het niveau van een individuele behoefte/aanvraag/voorziening. Kan het anders? Wij moeten eerlijkheidshalve vaststellen dat de komende tijd onzekerheid lange tijd zeker zal blijven. De behoefte aan duidelijkheid is groot. Maar evenzeer de behoefte aan zorgvuldigheid en rechtszekerheid. Deze laatste verdienen prioriteit, juist ook als het kabinet zich niet houdt aan de afspraak dat gemeenten ten minste één jaar nodig hebben om een decentralisatie goed in te voeren. Wij adviseren u een communicatieplan voor de komende tijd op te stellen. Een plan dat de betrokken doelgroepen informeert, steeds meeneemt naar een volgende stap en helpt de verwachtingen te vormen van cliënten die nu AWBZ-begeleiding hebben en aan wie in de nabije toekomst een oplossing vanuit de Wmo zal worden geboden. (bv. een nieuwsbrief waarvoor mensen zich kunnen aanmelden). 4. Transitie en transformatie Wij ondersteunen uw tweesporenbeleid. Met ingang van 2013 wilt u klaar staan om de overgang van AWBZ naar Wmo voor cliënten probleemloos te laten verlopen. Dat is een prachtige doelstelling. Na de beleidsluwe invoering zal vanaf 2014 de transformatie in gang worden gezet. Het lijkt daarvoor van groot belang dat u z.s.m. inzicht krijgt in de begeleidingsbehoefte(n) van de te herindiceren ABWZ-cliënten en in het aanbod (kwantitatief/kwalitatief) dat men nu heeft. Daarnaast zullen in het sociale domein (o.a. wijk/buurt) aanbod-oplossingen uitgewerkt moeten worden waarin het huidige aanbod kan overgaan of als aanvulling daarop kan worden gepresenteerd. Dit vergt o.i. reeds in 2012 gerichte subsidiëring van daartoe te ontwikkelen plannen van organisaties en instellingen. De staatssecretaris wil de overdracht van noodzakelijke gegevens (w.o. het indicatiebesluit) tussen CIZ, Bureau Jeugdzorg en gemeenten goed en tijdig regelen. Dat lijkt een voorwaarde om uw doel van een probleemloze overgang te kunnen verwezenlijken. Wij adviseren u ook in het implementatieplan op te nemen hoe u in 2012 e.v. de cliëntgegevens die u dit jaar van CIZ en BJZ zult krijgen, gaat verwerken.
4
Tegelijkertijd lezen wij in de keuzenota dat u met alle cliënten die voor het eerst een aanvraag bij de Wmo doen, een keukentafelgesprek wilt voeren. Ons is niet geheel duidelijk of daaronder ook vallen de cliënten van wie de huidige AWBZ-indicatie verloopt of vervalt. Wij adviseren u met deze mensen ook een keukentafelgesprek te voeren. Wij vinden dat eens te meer van belang omdat de kennis van verschillende doelgroepen en hun situaties vooralsnog onvoldoende ontwikkeld is. Luisteren in een keukentafelgesprek is dan een gouden kans om een goed beeld te krijgen van de individuele situatie. Wij adviseren u dat ook op te nemen in het implementatieplan. 5. Intake en indicatiestelling Hier lijkt geen sprake van een beleidsluwe overgang. De gemeente gaat de indicatiestelling doen. Hoe dat precies in zijn werk zal gaan, is nog een vraag. De rol en deskundigheid van het CIZ lijkt uitgespeeld. Die van Bureau Jeugdzorg daarentegen weer niet. Onze zorg is een beetje dat met de focus op het ont-bureaucratiseren van de indicatiestelling, geconcretiseerd in de wens om geen dik pakket aan indicatieformulieren te moeten invullen – het risico toeneemt dat u het kind met het badwater weggooit. Indicatiestellen is motiveren maar vooral ook op deskundige wijze en aan de hand van vastgelegde criteria beoordelen en vaststellen van wat er nodig is (compensatie-aanbod, kwantiteit, kwaliteit, termijn en afstemming op ander aanbod). Wat cliënten vooral zorgen baart is onoordeelkundig handelen, willekeur, rechtsongelijkheid en een sterke afhankelijkheidsrelatie tussen beschikbare middelen en de (uitkomst van) de indicatie. Daar de gemeente naast indicatiesteller ook financier is, is dit laatste risico niet alleen theoretisch. Wij adviseren u voor de indicatiestelling gebruik te maken van een heldere set van verobjectiveerde en daarmee te toetsen criteria. De richtlijnen en regels die de AWBZ heeft gehanteerd bij de indicatiestelling voor de AWBZ-begeleiding (bv. beleidsregels begeleiding, gebruikelijke zorg, gebruikelijke zorg van ouders met kinderen, e.d.) zijn zo gek nog niet. 6. Status keukentafelgesprek Het keukentafelgesprek krijgt een prominente plaats in de uitvoering van deze transitie. Wij ondersteunen dat van harte en adviseren u de verordening daarop alsnog aan te passen. Een verwijzing naar de modelverordening van de VNG is wat ons betreft ontoereikend omdat deze modelverordening nooit in Zoetermeer is ingevoerd. Op een eerder advies daarover van de Wmo-raad heeft uw college indertijd aangegeven dat men nog zou bekijken of en zo ja in hoeverre dit model ook voor Zoetermeer van belang kan zijn. Het tij lijkt nu gekeerd. Welke status heeft het keukentafelgesprek nu precies? Ons ideaalbeeld is dat in het keukentafelgesprek de gehele situatie van de cliënt en zijn huishouden wordt geïnventariseerd (wat wil men bereiken met de gevraagde ondersteuning?), dat wordt afgesproken wat de cliënt en zijn omgeving zelf doen en welke andere en/of professionele zorg nodig is en
5
welk doel daarmee wordt beoogd, dat wordt afgesproken wie regelt en coördineert dat deze andere zorg ook daadwerkelijk wordt geboden en dat wordt afgesproken wie de regie van de hele aanpak heeft. Van deze inventarisatie en afspraken wordt een verslag gemaakt waarbij ook staat aangegeven of hetgeen is verwoord ook de visie van de cliënt is. De cliënt kan naar behoefte worden bijgestaan door een cliëntondersteuner die hij zelf heeft gekozen. Dit kan een ouder of partner of mantelzorger zijn maar ook een professionele ondersteuner waarin hij vertrouwen heeft (iemand van de verpleging, van MEE, van het maatschappelijk werk voor doven, van een belangenorganisatie, enz. enz.). Het opgestelde verslag is tevens de voorlopige indicatie die (achteraf) door de gemeente wordt goedgekeurd en bekrachtigd als indicatie voor de geboden zorg en ondersteuning. Daarmee komen er ook definitief middelen beschikbaar voor de uitkomsten van het keukentafelgesprek. Het keukentafelgesprek komt dan aardig in de buurt van het handelingsgericht indiceren zoals in het kader van Meerpunt wordt nagestreefd. Overigens hoeft het keukentafelgesprek niet altijd één gesprek te zijn. Er kunnen meerdere gesprekken noodzakelijk blijken, al naar gelang de situatie en de problematiek. Daarbij zal ook de rol van de mantelzorg aan de orde moeten komen, waar nodig in een apart gesprek. Ook kunnen de ontwikkelingen in de situatie zelf en/of de (in)effectiviteit van de geboden zorg aanleiding zijn om tussentijds indicatie, afspraken en de verleende zorg en begeleiding te evalueren. Ons advies is het keukentafelgesprek deze handelingsgerichte indicatiestatus te geven en deze waar nodig regelmatig te evalueren met cliënt, mantelzorger en/of zorgverleners. 7. Aanbod en inkoop U wilt voorlopig blijven samenwerken met de huidige aanbieders met wie het Zorgkantoor afspraken heeft of een contract heeft afgesloten om zorg in natura aan te bieden. Dit waarborgt enige continuïteit in de begeleiding als deze overgaat van AWBZ naar Wmo. Met dit beschikbare aanbod wilt u de cliënten vanaf 2013 bedienen (citaat) “zo mogelijk met keuzemogelijkheden voor cliënten”. Wij adviseren u het zorgaanbod zo in te richten dat cliënten keuzemogelijkheden hebben en houden. Indien deze keuzemogelijkheid niet of onvoldoende aanwezig zou zijn in de afspraken met de zorgaanbieders van het Zorgkantoor, dan adviseren wij u deze keuzemogelijkheid met aanvullend aanbod te realiseren. Wat wordt ingekocht, luistert onzes inziens zeer nauw, mede gelet op de grote diversiteit in problematiek van de verschillende doelgroepen. In een divers aanbod is er ook plaats voor kleinere en specifieke aanbieders, waar nodig op bovenstedelijk niveau. Wij adviseren u de inkoopprocedure zo in te richten dat cliëntgroepen i.s.m. de Wmo-raad in de gelegenheid worden gesteld om hun visie te geven en te adviseren over het inkoopbeleid voor de begeleiding, het vervoer en het kortdurend verblijf. Dit kan op vele manieren. Als Wmo-raad willen wij met u meedenken om dit handen en voeten te gaan geven.
6
Ons bereiken signalen dat het beschikbare aanbod van dagopvang/-besteding in Zoetermeer niet geschikt is om mensen uit de diverse doelgroepen op te vangen. Zo zou er voor rolstoelafhankelijke personen onvoldoende plek zijn om opvang gecombineerd met de noodzakelijke verzorging te kunnen krijgen. Wij adviseren u dit goed te onderzoeken bij het samenstellen van het aanbod in Zoetermeer. 8. PGB Wij zijn verheugd dat u er in principe voor kiest om het PGB als verstrekkingvorm voor een Wmo-voorziening en/of arrangement te handhaven. Het is een instrument voor maatwerk. De VNG heeft in haar position paper over het PGB belangrijke voordelen genoemd. Het maakt een einde aan de hardnekkige neiging om te denken vanuit het aanbod of de aanbieder. Het verhoogt de keuzevrijheid, is flexibel (kan soms over financieringsschotten heen bewegen) en operationaliseert het begrip “de cliënt centraal” en “regie bij de cliënt”. Er kleven ook risico’s aan. Voor de huidige cliënten met een PGB betekent dat een grotere kans op het kunnen continueren van de begeleiding en/of verblijf zoals zij die nu hebben geregeld. Voor de huidige cliënten met een Wmo-voorziening in de vorm van een PGB betekent dat ook hun maatwerk-regeling kan doorlopen. Over dit principe hangt echter wel een grote schaduw. De door u gestelde voorwaarden zijn zwaar aangezet (het moet soberder) en behelzen eigenlijk meteen de transformatie waarmee u later wilt starten. Ook zou je tussen de regels kunnen doorlezen dat u voornemens bent om het PGB alleen mogelijk te maken indien het wordt ingezet voor het inschakelen van buitenstaanders. Zorg door naasten en familieleden die in vele gevallen het allergrootste deel van zorg verlenen aan bv. kinderen met een stoornis, lijken door uw aanpak als gebruikelijke en mantelzorg te worden gekenschetst. Afgezien van het risico van overbelasting in hun (mantel)zorgactiviteiten zou dat hun deelname aan een normaal maatschappelijk leven ernstig op de tocht zetten. Indien zij hun werk hebben neergelegd om intensieve 24 uurzorg te kunnen verlenen, derven zij inkomen zonder dat daar iets tegenover staat. Daarnaast zijn al hun inspanningen er op gericht om een opname in een instelling te voorkomen. Het maatschappelijk belang daarvan is preventie. Door de voorwaarden zo te formuleren plaatst u huidige PGB-houders in een ongunstiger positie dan je bij een beleidsluwe overgang zou mogen verwachten. Dat betreuren wij. Advies PGB Wij adviseren u het PGB als verstrekkingvorm te handhaven en tot in ieder geval de transformatie voorlopig uit te gaan van de voorwaarden dat a) met een PGB aantoonbaar het beste in een bijzondere begeleidingsbehoefte wordt voorzien (maatwerk), bijv. wanneer zorg in natura niet effectief zou zijn, en b) dat een voorziening of arrangement dat met een PGB is georganiseerd, goedkoper is dan zorg in natura. Bepalend is dan dat een PGB effectiever is dan zorg in natura, Bepalend is niet het simpele feit dat zorg in natura beschikbaar of te regelen zou zijn.. Voorts adviseren wij u om bij de keuze over de geclausuleerde voortzetting van het PGB ook de vraag te beantwoorden in hoeverre zorg, ondersteuning en begeleiding door naasten en familie in aanmerking kan blijven komen voor een PGB.
7
Ook adviseren wij u in het kader van de rechtszekerheid regels op te stellen met betrekking tot de bewijslast of iets goedkoper of duurder is of wel/geen oplossing biedt. Wie bepaalt dat aan de hand van welke gegevens? 9. Beschikking afgeven Het beslispunt dat wordt voorgesteld om een te verstrekken individuele voorziening vast te leggen in een beschikking verbaast ons enigszins. Op besluiten van de gemeente is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Is er iets anders te besluiten dan dit? Dit betreft niet alleen een individuele voorziening maar evenzeer algemene en collectieve voorzieningen of arrangementen die op grond van de compensatieplicht door de gemeente worden vastgesteld of toegekend. Ook tegen het besluit om iemand toe te leiden naar bv. een algemene voorziening die naar het oordeel van de gemeente voldoende compenseert, moet de aanvragende cliënt een bezwaar kunnen indienen als hij deze voorziening ontoereikend en/of ineffectief vindt. Wij adviseren u de rechtsbescherming t.a.v. ook algemene, collectieve en informele voorzieningen in stand te houden. 10. Toezicht U wilt uw eigen toezichthouder zijn. U keurt daarmee uw eigen vlees. Wij adviseren u het toezicht op kwaliteit en uitvoering onafhankelijk te organiseren. 11. Samenwerking met andere gemeente(n) Het is ons niet duidelijk wat nu de samenwerking met andere gemeenten, waaronder Pijnacker/Nootdorp moet gaan opleveren. Dit wordt versterkt door het feit dat Zoetermeer en Pijnacker/Nootdorp de intentie hebben om te gaan samenwerken maar tegelijk ook uitspreken om eerst ieder voor zich de zaken te gaan regelen. Schaalvergroting kan bijdragen aan verbetering van efficiency en kan tot kostenbesparing zoals terugdringen overheadkosten. Anderzijds verwachten wij dat er is minder ruimte is voor het echte maatwerk, voor kleinschalige voorzieningen (bv. in kortdurend verblijf), voor specifieke oplossingen, geïnspireerd op ‘coleur locale’ en voor keuzevrijheid. Dat blijft op het terrein van de Wmo-begeleiding wel nodig. Omdat er nog weinig naar buiten komt van concrete voornemens of plannen adviseren wij u om Wmo-raad en cliëntorganisaties in Zoetermeer (en Pijnacker/Nootdrorp) regelmatig te informeren over de geboekte voortgang in samenwerkingsplannen. Bijvoorbeeld ook in gezamenlijke bijeenkomsten van betrokken Wmo-raden. Waar de samenwerking gevolgen heeft voor (toekomstige) cliënten van de Wmo in Zoetermeer dan vinden wij dat de lokale Wmo-raad (c.q. betrokken Wmo-raden) daarover advies moet kunnen uitbrengen.
8
12. Cliëntenparticipatie Over de noodzaak van cliëntondersteuning hebben wij bij het Keukentafelgesprek al een suggestie gedaan. Ronduit teleurstellend vinden wij de keuzes (of het uitblijven daarvan) die u maakt over de cliëntenparticipatie bij dit gehele proces. De redelijk succesvolle bewonersavonden. ten spijt, blijft de participatie nu beperkt tot een uiterst krappe inspraakperiode (tot 14 mei 2012) voor o.m. onze Wmo-raad. En dat was het dan. Wij pleiten er voor dat u de Wmo-raad en cliëntgroepen betrekt bij de voortgang van het gehele proces en over cruciale stappen in het proces (bv. het implementatieplan, de inkoop) advies vraagt. 13. Financiële aspecten Zolang definitievere cijfers ontbreken lijken harde conclusies en de aankondiging van stevige maatregelen niet meer dan een voorlopig status te kunnen krijgen. Wij begrijpen wel dat u in dit stadium terughoudend betracht. Een aantal ontwikkelingen staat in feite wel los van de transitie van de AWBZ-begeleiding. Dat het aantal ouderen toeneemt in Zoetermeer, is geen nieuw gegeven. Wij veronderstellen dat met deze ontwikkeling al rekening is gehouden in de Wmo-budgetten voor de komende jaren (dus nog zonder AWBZ-begeleiding). Wat wij in deze paragraaf als aandachtspunt missen is de preventieve betekenis van alle Wmo-inspanningen om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen waarmee tegelijk een verminderd en/of later beroep op de intramurale zorg zal worden gedaan. Op landelijk niveau wordt gestudeerd op het traceren en corrigeren van zogenoemde perverse prikkels in de huidige financieringsstromen. In ieder geval adviseren wij u met bv. de zorgverzekeraars als uitvoerders van de AWBZ te onderzoeken hoe kan worden samengewerkt op de doelstelling om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen resp. om het beroep op de intramurale zorg zo beperkt mogelijk te houden (een coverantwoordelijkheid ontwikkelen voor de preventie t.o.v. de intramurale zorg). Dat aanbieders van begeleiding kennelijk kunnen instemmen met een korting op de tarieven voor 2013 in de orde van grootte van 5 tot 15 % vinden wij bijzonder. Wij adviseren u om stevig te onderhandelen maar onder de voorwaarde dat een goede prijskwaliteitverhouding wordt bereikt. Bodemtarieven zijn vermoedelijk haalbaar maar zullen de kwaliteit van de ondersteuning onder druk zetten. De cliënt is hiervan uiteindelijk de dupe. Daarmee zouden wij het paard achter de wagen spannen. 14. Toegankelijkheid “Dit voorstel gaat over mensen met een beperking en raakt hen direct”, aldus de enige zin met betrekking tot het thema toegankelijkheid in deze nota. Wij adviseren u in het kader van de beoogde transformatie structureel aandacht te gaan schenken aan de toegankelijkheid van accommodaties in wijk en buurt in relatie tot de verschillende doelgroepen in heel Zoetermeer. 0-0-0-0-0-0-0-0-0-0 9