Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Datum Onderwerp Categorie
DIS Nummer Portefeuillehouder Commissie Behandeld door Samenvatting
Subsidieregeling stimulering duurzame energievoorzieningen B 2010/3791 Wethouder E. Beimers openbaar gebied mevr. N.A.S. Buitenweg In deze brief wordt u geïnformeerd over de subsidieregeling stimulering duurzame energievoorzieningen Leidschendam-Voorburg. In het vorig jaar vastgestelde Klimaatplan is als uitvoeringsmaatregel de stimuleringsmaatregel particuliere woningeigenaren opgenomen. De bijgevoegde subsidieregeling is hiervan de uitwerking. Met deze regeling hopen wij particuliere woningeigenaren( inclusief Verenigingen van eigenaren VVE en particuliere verhuurders) te stimuleren tot aanschaf van duurzame energievoorzieningen. Voor deze uitvoeringsmaatregel is in de periode 2010-2013 jaarlijks € 300.000, - beschikbaar vanuit het op 2 juni 2009 vastgestelde Klimaatplan en de Voorjaarsnota 2009. Dit bedrag wordt ingezet voor subsidie inclusief uitvoering- en communicatiekosten.
1. Inleiding In het vorig jaar vastgestelde Klimaatplan is als uitvoeringsmaatregel de stimuleringsmaatregel particuliere woningeigenaren opgenomen. De bijgevoegde subsidieregeling is hiervan de uitwerking. Met deze regeling hopen wij particuliere woningeigenaren te stimuleren om energiebesparende maatregelen te treffen en/of over te gaan op duurzame energie, samengevat duurzame energievoorzieningen. In deze raadsbrief lichten wij de subsidieregeling toe. Ingegaan wordt op de volgende punten: • Achtergrond en wettelijk kader; •
Toelichting op de regeling (het waarom van een subsidieregeling, doelgroepen, welke duurzame energievoorzieningen, subsidiebedragen);
• •
Communicatie; Uitvoering;
• •
Financiële consequenties; Monitoren;
•
Inspraak en planning.
Pagina
2/6
2. Achtergrond en wettelijk kader Met het Rijk hebben wij het Klimaatakkoord gesloten. Het vorig jaar vastgestelde “Klimaatplan 2009-2020” is hiervan de verdere uitwerking. In het Klimaatplan is als uitvoeringsmaatregel opgenomen: “Stimuleringsmaatregel particuliere woningen”. De bijgevoegde subsidieregeling is de door ons nader uitgewerkte stimuleringsmaatregel. Hiermee willen wij particuliere woningeigenaren stimuleren te investeren in duurzame energievoorzieningen. Op grond van artikel 149 van de gemeentewet kunnen wij een subsidieverordening vaststellen. Deze regeling draagt bij aan CO2-reductie, vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen, energiebesparing en een vergroting van het aandeel duurzame energie. Bijkomende voordelen zijn een lagere energierekening voor de eigenaar van de woning, meer comfort (bij de isolerende maatregelen), werkgelegenheid voor de bedrijven in deze branche en een waardevermeerdering van de woningen. 3. Toelichting op de subsidieregeling Stimuleringsmogelijkheden: waarom subsidie? Er zijn drie opties denkbaar om de particuliere woningeigenaar te stimuleren tot energiebesparing over te gaan: 1. Een voorlichtingscampagne gericht op de aanschaf van kleine energiebesparende maatregelen inclusief gedragsadviezen; 2. De zogenaamde Duurzaamheidlening; 3. Een subsidieregeling. Ad 1:Voorlichtingscampagne Dit is vergelijkbaar met het project “energieservice aan huis” voor de minima dat in 2009 is gestart. De minima kunnen gebruik maken van een energiebesparingbox met kleine energiebesparende maatregelen (denk aan spaarlamp, standby-killer of douchecoach) inclusief adviezen van een energieadviseur aan huis. Berekeningen tonen aan dat een dergelijk project in verhouding minder CO2-reductie en energiebesparing oplevert dan één uit te voeren grote maatregel als bijv. dakisolatie. Deze maatregel is op zichzelf onvoldoende om de gemeentelijke klimaatdoelstellingen te halen. Uiteraard nemen wij deze optie wel mee in de communicatie rond de subsidieregeling, het versterkt de subsidieregeling. Ad 2: Duurzaamheidlening Dit is een lening bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) waarbij de gemeente een bepaald bedrag stort in een revolverend fonds, waarmee het fonds
Pagina
3/6
na een paar jaar weer gevuld wordt voor nieuwe leningen. Woningeigenaren kunnen tegen een lage rente duurzaamheidmaatregelen financieren. Er zijn gemeenten die deze lening mogelijk maken, bijvoorbeeld Delft en Apeldoorn. Binnen het project particuliere woningverbetering Voorburg Noord wordt een vergelijkbare regeling ook gebruikt, maar dan voor onderhoudsmaatregelen aan de woningen. Met de vorig jaar ingestelde rijksgarantielening zijn er ook andere regelingen op de markt. Dit betreft het energiebesparingkrediet van Greenloans en Freo. Ook is de regeling groenprojecten beschikbaar. Omdat er nu voldoende alternatieven zijn achten wij het thans niet noodzakelijk om het beschikbaar gestelde geld voor de stimuleringsregeling in te zetten voor aansluiting bij het SVn. Ad 3: een subsidieregeling Verschillende gemeenten en provincies werken met dit instrument en de ervaring leert dat woningeigenaren hier goed gebruik van maken. Voorbeelden hiervan zijn de provincie NoordHolland (regelling sinds 2001, jaarlijks budget ieder jaar op), Zoetermeer (90 aanvragen sinds 1 september 2009), Veldhoven (sinds november 2009 in twee maanden bijna € 100.000,-aan subsidie verstrekt) en Delft is dit jaar gestart. Subsidie helpt de terugverdientijden van de maatregelen te verkorten waardoor het aantrekkelijk wordt hierin te investeren. Het voorstel is om in Leidschendam-Voorburg een subsidieregeling in te stellen voor de duur van vier jaar. Doelgroepen De subsidieregeling is bestemd voor vier doelgroepen: • •
Particuliere woningeigenaren. Appartementeigenaren binnen Verenigingen van eigenaren voor het deel waarvoor
•
de Vereniging van eigenaren gezamenlijk niet verantwoordelijk is; Verenigingen van eigenaren;
• Particuliere verhuurders van meergezinswoningen. Bij zowel de Verenigingen van eigenaren (bijna 1600, met circa 6500 woningen) als de particuliere woningeigenaren/verhuurders is een groot energiebesparingpotentieel aanwezig. Deze subsidieregeling ondersteunt het project Particuliere woningverbetering VoorburgNoord. De woningcorporaties zijn uitgezonderd van deze subsidieregeling. Voor woningcorporaties zijn fiscale en andere financiële regelingen beschikbaar, vooral vanuit het rijk. Voor de woningcorporaties Wooninvest en Vidomes zijn binnen ISV-3 (waarnaar verwezen wordt in de Stimuleringsregeling wonen) gelden beschikbaar voor het realiseren van een extra energielabelstijging of het optimaal benutten van de maatlat voor de groenfinanciering. Het energiethema is onderdeel van de maatlat groenfinanciering. Overigens zetten de woningcorporaties zich ook in voor energiebesparing als uitwerking van de afspraken die de woningcorporaties via koepelorganisatie Aedes met het rijk gemaakt hebben in het convenant energiebesparing corporatiesector.
Pagina
4/6
Welke duurzame energievoorzieningen? De geselecteerde duurzame energievoorzieningen geven een naar verhouding grote energiebesparing per maatregel (een energielabelsprong). Concreet kan op grond van de voorgestelde subsidieregeling subsidie worden aangevraagd voor de volgende duurzame energievoorzieningen, die ook door de ons omliggende gemeenten worden gesubsidieerd en gestapeld mogen worden met hogere regelingen1: • •
Dakisolatie; Vloer en/of bodemisolatie;
• •
(Spouw)muur- of gevelisolatie; HR++ -glas;
• •
Energiezuinig monumentaal glas; Zonnepanelen2;
• •
Zonneboiler (alleen voor nieuwbouwwoningen); Vegetatiedak.
Door voor deze maatregelen te kiezen wordt een brede doelgroep bereikt die een maatregel kunnen kiezen die bij hun woning het beste past. Extra toegevoegd is het vegetatiedak dat naast een isolerende werking in zomer en winter ook een positief effect heeft op de waterafvoer en het groene aanzien van de gemeente. Bij nieuwbouwwoningen worden alleen het vegetatiedak, zonnepanelen en de zonneboiler gesubsidieerd. Dit omdat isolatiemaatregelen en HR++ glas bij nieuwbouw als gangbare techniek worden beschouwd die geen extra stimulans behoeven. Het stimuleringspakket is tevens gebaseerd op de thans bekende rijksregelingen. De rijksregelingen zijn over het algemeen kortlopend (HR++ glas tot eind 2010). Ook kennen zij vaak aanvullende voorwaarden zoals het maatwerkadvies3 aan te vragen en de uitvoering via een “Meer met Minder”-aanbieder(de Meer met Minder subsidie4). De SDE-regeling zonnepanelen is op zich een interessante regeling maar was vorig jaar al in één dag overtekend. De SDE-regeling maakt de aanschafkosten van de zonnepanelen niet 1 Dit geldt bijvoorbeeld niet voor zonneboilers, microwkk (incl.HR-e) en warmtepomp, het rijk geeft subsidie via de regeling duurzame warmte. Een eventuele gemeentelijke subsidie wordt eerst in mindering gebracht op de rijksregeling. 2 Voor zonnepanelen geldt dat in de meeste gevallen geen bouwvergunning nodig is als voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden. Met de Welstandcommissie e.a. zal nog overlegd worden hoe om te gaan met zonnepanelen in beschermd dorpsgezicht en bij monumenten. 3 Het maatwerkadvies geeft aan wat het energielabel van het huis is in de huidige situatie en welke energiebesparende maatregelen getroffen kunnen worden om een hoger energielabel te bereiken. 4 De Meer met Minder subsidie houdt in dat bij een energiereductie van 20-30% € 300,-- subsidie wordt verstrekt. Bij een energiereductie van 30% of meer € 750,-- subsidie. Voorwaarden zijn wel het maatwerkadvies en uitvoering door een Meer met Minder aanbieder.
Pagina
5/6
lager, maar betekent een 15 jaar lang gegarandeerde opbrengst voor de door de zon opgewekte energie. De SDE-regeling is door het beperkte budget cq looptijd geen goede stimuleringsvorm. Vandaar dat wij inzetten op het stimuleren van de aanschaf van zonnepanelen. Subsidiebedragen Het subsidiebedrag bedraagt 25% van de aanschaf- en installatiekosten van de duurzame energievoorzieningen tot een maximum van € 2.500,-- per woningeigenaar. Het minimale subsidiebedrag bedraagt € 250,-- per woningeigenaar, de minimale kosten van aanschaf en installatie zijn € 1.000, -. Subsidie wordt pas verstrekt na uitvoering van de maatregelen door een erkend bedrijf. In de uitzonderingsgevallen waarbij een bouw- of monumentvergunning is vereist zal eerst subsidie worden gereserveerd en volgt uitbetaling nadat zowel de vergunning is verleend als de energiebesparende maatregel is uitgevoerd. 4. Communicatie De slaagkans van dit project vergroten we door te zorgen voor voldoende voorlichting. De communicatie is op alle bewoners gericht. Om het energiebesparingeffect te vergroten zal in de communicatie ook aandacht besteedt worden aan overige energiebesparingmogelijkheden, bijvoorbeeld gedragsmaatregelen en verlichting. In de communicatie zal ingegaan worden op het maatwerkadvies dat op dit moment door het rijk wordt gesubsidieerd en de regelingen die het Rijk subsidieert (bijvoorbeeld Meer met Minder). In een aantal wijken zal in het najaar een informatieavond worden gehouden, hiervoor worden verschillende aanbieders van duurzame energievoorzieningen uitgenodigd. 5. Uitvoering Gezien het budget, met een reservering voor uitvoeringskosten en communicatie van 12% (€ 36.000, -) en de subsidie (tussen de € 250, - en € 2.500, -) kan het aantal aanvragen variëren tussen 100 en 1000 aanvragen per jaar. Gezien de ervaringen in Zoetermeer verwachten we 500 aanvragen op jaarbasis. Dit kan worden ingepast in de uitvoeringsorganisatie van subsidies (inboeken, volledigheidstoets van de aanvragen en uiteindelijke financiële afwikkeling van de subsidies). Voor de inhoudelijke toets worden nog tools ontwikkeld om de tijdsbesteding zo laag mogelijk te houden. Er zal steekproefsgewijs worden gecontroleerd. 6. Financiële consequenties Op 2 juni 2009 heeft de raad bij de Voorjaarsnota 2009 een bedrag van € 1.200.000, beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de stimuleringsmaatregel particuliere
Pagina
6/6
woningeigenaren. Het budget is € 300.000, - per jaar in de periode 2010-2013 voor subsidie inclusief uitvoering- en communicatiekosten. 7. Monitoren/ effectindicator Effectindicator is het aantal uitgevoerde maatregelen, via de formulieren te achterhalen, waarbij zonnepanelen en vegetatieaken apart worden vermeld. Ook zal de CO2-reductie gemonitord worden gebaseerd op de dentalen per maatregel. 8. Inspraak en planning Het inspraakproces start na het vrijgeven door het college van het ontwerp van de subsidieregeling. De planning is als volgt: 23 februari 2010:
Collegebesluit tot vrijgeven subsidieregeling voor inspraak
5 maart t/m 1 april 2010 april 2010:
Inspraakperiode Collegebesluit voorstel tot vaststellen definitieve verordening
1 juni 2010: 23 juni 2010:
Raadscommissie Openbaar Gebied Raad: vaststelling Subsidieregeling
Het college van LEIDSCHENDAM-VOORBURG,
G. Brinkman, MBA
drs. J.W. van der Sluijs
Secretaris
burgemeester
Bijlage(n) 1r. 1
Datum
Onderwerp Subsidieregeling stimulering duurzame energievoorzieningen