10
Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00239* 14RDS00239
Onderwerp
1
Vaststellen bestemmingsplan "Bedrijvenpark Lingewaard" met planidentificatienummer NL.IMRO.1705.14-VG01 met "Reactienota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen"
Samenvatting De huidige bestemming van het voormalige veilingterrein aan de Veilingweg in Bemmel is ‘Tuinbouwveiling’. Nu de veiling niet meer gevestigd is op deze locatie ligt een meer flexibelere bestemming voor de hand en is door de eigenaar verzocht om verruiming van de planologische mogelijkheden, waarbij onder meer ruimte wordt geboden aan grond-, weg- en waterbouw, sloop- en asbestsanering, op- en overslag van afval, milieustraat en reiniging, beton-, puin- en asfaltrecycling, laad-, los- en overslag en projectontwikkeling . Daarnaast voorziet het bestemmingsplan “Bedrijvenpark Lingewaard” in een verruiming van de huidige bestemming ‘Tuinbouwveiling’ naar een ruimere en flexibelere bestemming ‘Bedrijventerrein’ waar bedrijfsfuncties, variërend van maximaal milieucategorie 3.1 tot en met maximaal milieucategorie 4.2 zijn toegestaan. Daarnaast biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid tot het organiseren van evenementen. Het ontwerpbestemmingsplan “Bedrijvenpark Lingewaard” met planidentificatienummer NL.IMRO.1705.14-ON01 heeft met ingang van 26 juni 2014 gedurende 6 weken voor een ieder ter visie gelegen. Gedurende de termijn van tervisielegging zijn 8 zienswijzen ingekomen. In bijgaande “Reactienota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen” is hierop ingegaan. In grote lijnen hebben de zienswijzen betrekking op 2 onderwerpen: 1) Geluid-, stof- en stankoverlast als gevolg van de verhoging van de milieucategorie; 2) Overlast als gevolg van de toegestane evenementen. Ad 1) In het bestemmingsplan is een milieuzonering gehanteerd die is gestoeld op de VNG-uitgave ‘Bedrijven en Milieuzonering’ van de VNG. Dit houdt in dat het plangebied is ingedeeld in zones, waar op grond van de richtafstandenlijst van de VNG en het omgevingstype, bepaalde bedrijvigheid is toegestaan (in dit geval bedrijven variërend van maximaal milieucategorie 3.1 tot en met maximaal milieucategorie 4.2). De burgerwoningen die zijn gelegen rond het bedrijventerrein (Pannenhuis I) worden vanwege hun ligging nabij het bedrijventerrein getypeerd als ‘gemengd gebied’. Om die reden biedt de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ de mogelijkheid om de richtafstanden met één afstandsstap te verlagen. Voor de aanwezige bedrijfswoningen op het bedrijventerrein is uitgegaan van een verlaging met twee afstandsstappen aangezien het voor dit type woningen gerechtvaardigd is om minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat te stellen vanwege de aanwezigheid van het (vaak eigen) bedrijf en de hinder die dit veroorzaakt. Hiermee geldt dat voor burgerwoningen een goed woon- en leefklimaat wordt nagestreefd en voor
bedrijfswoningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Naar aanleiding van bovengenoemde redenering is de in het bestemmingsplan opgenomen milieuzonering ontstaan, waarbij in lijn met het bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen 2013 (paragraaf 4.6) voor bedrijfswoningen het uitgangspunt is gehanteerd dat in de directe omgeving bedrijfsactiviteiten uit maximaal milieucategorie 3.1 toegestaan zijn. Voor de bedrijfswoningen is verder de volgende milieuzonering gehanteerd: op een afstand van 30 m zijn bedrijven uit maximaal milieucategorie 3.2 toegestaan, op een afstand van 50 m bedrijven uit maximaal milieucategorie 4.1 en op een afstand van 100 m bedrijven uit maximaal milieucategorie 4.2. Wat betreft het aspect ‘geluid’ is in dit bestemmingsplan specifiek akoestisch onderzoek verricht. Hierbij zijn de genoemde milieuzonering en de ligging/aanwezigheid van omliggende (burger- en bedrijfs-)woningen als uitgangspunt gehanteerd. Omdat het bestemmingsplan een range aan bedrijven in milieucategorie tot en met maximaal milieucategorie 4.2 mogelijk maakt is bij het onderzoek uitgegaan van een zogenaamde ‘maximaal representatieve invulling van het terrein’. Uit het akoestisch onderzoek wordt geconcludeerd dat het aspect ‘geluid’ geen belemmering vormt voor de haalbaarheid van dit bestemmingsplan. Voor de aspecten ‘geur’ en ‘stof’ geldt, dat op basis van de milieucategorieën de hinderafstanden voor beide aspecten, zoals opgenomen in de VNG-uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’ zijn aangehouden. Hierbij is, zoals gezegd, rekening gehouden met de aard van de omgeving, waarbij minder hoge eisen worden gesteld aan het woon- en leefklimaat dan in een rustige woonwijk, en derhalve kleinere richtafstanden toegepast kunnen worden. Aan de hand van de milieuzonering wordt, rekening houdende met de aard en functie van het plangebied en de omgeving (bedrijventerrein), een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ten aanzien van de aanwezige bedrijfswoningen gerealiseerd. Ad 2) Wat betreft de evenementen kan worden gesteld dat het hier evenementen betreft die plaatsvinden binnen een inrichting (voormalig veilingcomplex). De binnen het plangebied beoogde evenementen zijn dan ook als ‘bedrijf’ onderdeel van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Op grond van de VNG-uitgave ‘Bedrijven en Milieuzonering’ is een evenement ingedeeld in milieucategorie 2. Gezien de mogelijke impact van een evenement is het conform vaste jurisprudentie wel noodzakelijk de ruimtelijk relevante aspecten vast te leggen en/of te onderbouwen. Dit betekent dat in de regels van het bestemmingsplan de volgende aspecten zijn vastgelegd: - Het maximum aantal evenementen dat jaarlijks mag plaatsvinden (op jaarbasis mogen maximaal 45 evenementen worden gehouden, waarbij het aantal evenementendagen, exclusief op- en afbouw, niet meer dan 90 evenementendagen bedraagt); - Het maximum aantal bezoekers (het aantal bezoekers bedraagt maximaal 4000 per dag, met dien verstande, dat onder voorwaarden op maximaal 10 dagen per jaar maximaal 8000 bezoekers zijn toegestaan).. Ten aanzien van het geluidsaspect is akoestisch onderzoek verricht waarbij ook evenementen, indirect via de milieucategorie en de daarbij behorende activiteiten, zijn meegenomen. Het akoestisch onderzoek gaat daarbij uit van een representatieve invulling van het plangebied met de maximale planologische mogelijkheden. Dit geldt ook als een deel van de activiteiten op enig moment evenementen betreft. Uit het akoestisch onderzoek wordt geconcludeerd dat het aspect ‘geluid’ geen belemmering vormt voor de haalbaarheid van dit bestemmingsplan. Om de haalbaarheid van de functie ten aanzien van het aspect ‘verkeer’ aan te tonen is een vervoerplan opgesteld voor een fictief en representatief evenement waaruit blijkt dat er ruimtelijk gezien geen belemmeringen zijn. In de regels van het bestemmingsplan is door middel van een ‘voorwaardelijke verplichting’ voorts bepaald dat bij een concreet grootschalig
2
evenement vooraf een vervoerplan dient te worden opgesteld, dat door het bevoegd gezag is goedgekeurd en waaruit blijkt dat de verkeersafwikkeling niet leidt tot onevenredige congestie op de toe leidende wegen en voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid buiten het plangebied en het vervoer met shuttlebussen van en naar die parkeergelegenheid.
Relatie met gemeentelijk evenementenbeleid Uw raad heeft in 2009 de nota Evenementen en Geluid (Rapport M.2005.0287.05.R004) vastgesteld waarin omschreven is dat er voor evenementen geen geluidsnormen zijn vastgesteld, maar waar wel maatregelen in beschreven staan om geluidsoverlast tegen te gaan. Daarnaast is in deze nota de volgende beleidsuitspraak opgenomen: ‘Slechts voor de locatie van de Veilinghal Oost-Nederland wordt voorzien dat ter plaatse jaarlijks maximaal één type 1-evenement kan worden georganiseerd. De gemeente sluit daarbij uitdrukkelijk house-evenementen uit’. 1
Gezien de definities van type 1- en type 2-evenementen in de nota Evenementen en Geluid kan worden verondersteld dat onderhavig bestemmingsplan op jaarbasis maximaal 45 type 1evenementen mogelijk maakt. Echter op basis van de verdere omschrijving lijkt het met name om muziek evenementen te gaan. Bovendien wordt in de nota gesteld dat het bij evenementen gaat om de grotere activiteiten in de openbare ruimte die bedoeld zijn voor een breed publiek. Weliswaar wordt de locatie Veilinghal Oost-Nederland concreet genoemd in de nota Evenementen en Geluid; er is in het kader van dit bestemmingsplan echter geen sprake van openbare ruimte, maar van evenementen in het kader van een inrichting op private gronden.
2
Waarom naar de raad Op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening is uw raad bevoegd tot het vaststellen van bestemmingsplannen. Uw raad kan op grond van artikel 6.12 lid 2 Wro besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is.
3
Wat willen we bereiken (doelstelling en beoogd meetbaar effect) De beoogde ontwikkelingen ter plaatse van het plangebied Bedrijvenpark Lingewaard vastleggen in een actueel bestemmingsplan.
4
Argumenten en alternatieven N.v.t.
1
Type 1-evenement: zeer grootschalig (vele duizenden toeschouwers) met zeer hoge bronvermogens van de geluidsinstallaties, bijvoorbeeld een zeer groot popconcert of houseparty. Een dergelijk evenement heeft een groot fysiek ruimtebeslag, met name vanwege de grote publieksaantallen; de noodzaak voor deze fysieke ruimte zal in eerste instantie bepalend zijn voor het al dan niet (kunnen) toestaan van dit type evenement Type 2-evenement: grootschalig (500 – 2.000 bezoekers) met hoge bronvermogens van de geluidsinstallaties. Onderscheidend kenmerk is dat een type 2-evenement wel binnen de context van de bebouwde kom van de kerkdorpen van de gemeente kan worden georganiseerd. Het primaat bij een dergelijk evenement ligt bij de beleving van de muziek; bezoekers komen in de eerste plaats om een band te zien en te horen spelen.
3
5
Wat gaan we daarvoor doen (hoe gaan we bereiken wat we willen en is evaluatie nodig) Het nu voorliggende bestemmingsplan Bedrijvenpark Lingewaard (gewijzigd) vaststellen.
6
Communicatie Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor een ieder ter visie gelegen. Het ontwerpbestemmingsplan is digitaal beschikbaar gesteld op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. Dit is bekend gemaakt door middel van een publicatie in het Gemeentenieuws d.d. 11 juni 2014 en 25 juni 2014, op de gemeentelijke website en in de Staatscourant d.d. 11 juni 2014 en 25 juni 2014. Op 19 juni 2014 is een inloop- c.q. informatiebijeenkomst gehouden waarvoor alle bewoners/gebruikers van panden in de omgeving van het plangebied een uitnodiging hebben ontvangen.
7
Duurzaamheid Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om ontwikkelingen te faciliteren. Met het bestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Lingewaard’ vindt herstructurering van een deel van een bestaand bedrijventerrein plaats door middel van een verruiming van de huidige bestemming ‘Tuinbouwveiling’ naar een ruimere en flexibelere bestemming ‘Bedrijventerrein’ waar bedrijfsfuncties, variërend van maximaal milieucategorie 3.1 tot en met maximaal milieucategorie 4.2 zijn toegestaan. Hiermee wordt, met inachtneming van de op de verbeelding opgenomen milieuzonering, onder andere ruimte geboden aan grond-, weg- en waterbouw, sloop- en asbestsanering, op- en overslag van afval, milieustraat en reiniging, beton-, puin- en asfaltrecycling, laad-, los- en overslag en projectontwikkeling. Met het bovenstaande worden de gebruiksmogelijkheden van het terrein verruimd, waarmee de toekomstbestendigheid van bestaand stedelijk gebied wordt vergroot. De Stadsregio heeft in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen 2013 dan ook aangegeven de ontwikkelingen op het voormalige veilingterrein te beschouwen als voorbeeld van het juist toepassen van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking.
8
Wat mag het kosten (kosten, baten en dekking) Op grond van artikel 6.12 Wro kan uw raad besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins is verzekerd. Bij dit plan zijn de kosten voor de grondexploitatie gedekt door bijdragen van derden. Er is geen sprake van verhaal van kosten voor de grondexploitatie, omdat de kosten anderszins verzekerd zijn. Er behoeft derhalve geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
9
Voorstel De bijgaande ‘Reactienota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen’ vast te stellen; Het bestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Lingewaard’ met identificatienummer NL.IMRO.1705.14VG01 vast te stellen; Geen exploitatieplan vast te stellen bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Lingewaard’.
4
10
Behandeling tijdens de Politieke Avond Dit voorstel is aan de orde geweest tijdens de Politieke Avond van 26 november 2014. Geconstateerd is dat dit voorstel kan worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Bemmel, 4 november 2014 burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, de secretaris, de burgemeester,
drs. J. Wijnia
M.H.F. Schuurmans-Wijdeven
5