Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG
20 november 2015 Onderwerp Huisvesting van vluchtelingen: een azc, huisvesting van statushouders en/of ondersteuning bij huisvesting van vluchtelingen in de regio Categorie A Datum
Verseonnummer
1445534 / 1449682
Wethouder Kist Behandeld door De heer Van der Gaag
Portefeuillehouder
Samenvatting Naar aanleiding van het verzoek van de raad om een breed haalbaarheidsonderzoek, heeft het college op drie trajecten een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd, namelijk: naar mogelijke vestigingslocaties voor een azc, mogelijke locaties voor het huisvesten van vergunninghouders én het bieden van (ondersteunende) functies/voorzieningen in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio (bijvoorbeeld Rijswijk en Den Haag). Uit het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke vestigingslocaties voor een azc blijkt dat Schakenbosch als enige locatie geschikt, beschikbaar en bruikbaar is voor het vestigen van een azc voor 800 bewoners. Het college stelt vast dat, gezien de informatiebijeenkomsten en ingekomen berichten, er bij inwoners, direct omwonenden in het bijzonder, onvoldoende draagvlak bestaat voor het vestigen van een azc voor 800 bewoners op Schakenbosch. Dit is de reden dat het college negatief besluit op het verzoek van het COA voor de vestiging van een azc met 800 bewoners op Schakenbosch en vraagt de raad dit te bekrachtigen. Echter, het college constateert dat er voor de vestiging van een azc voor minder bewoners meer draagvlak bestaat. Daarom verzoekt het college de raad zich uit te spreken over de volgende opties: wel of geen azc. En indien gekozen wordt voor een azc op Schakenbosch met minder bewoners, dan een uitspraak te doen over 200-400 of 400-600 bewoners en de duur van vijf jaar. Gezien de druk op de sociale woningmarkt en de verplichting vanuit het Rijk om vergunninghouders te huisvesten stelt het college voor om actief tot aanvullende ruimte voor vergunninghouders te komen en daarbij tegelijkertijd ambities te realiseren rond studentenhuisvesting, starterswoningen en sociale woningen. De bestaande sociale woningvoorraad blijft op deze wijze beschikbaar voor inwoners.
Pagina
2/14
Uit het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijk geschikte en beschikbare locaties voor het huisvesten van vergunninghouders blijkt dat er drie gemeentelijke grondlocaties zijn in de gemeente Leidschendam-Voorburg, waar een substantieel aantal (>150) vergunninghouders gehuisvest zou kunnen worden. Ten behoeve van verdere uitwerking vraagt het college de raad om zich uit te spreken over: het aantal te realiseren woningen rekening houdend met de taakstelling voor vergunninghouders in 2016, een keuze te maken tussen tijdelijke of reguliere woningen en de te onderzoeken locaties. Uit het haalbaarheidsonderzoek naar het bieden van (ondersteunende) functies/voorzieningen in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio komt naar voren dat samenwerking met de gemeenten Den Haag en Rijswijk vooralsnog het meest voor de hand ligt. Op dit punt stelt het college de raad voor als gemeente open te blijven staan voor samenwerking met andere gemeenten op het gebied van (ondersteunende) functies/voorzieningen in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio. 1. Inleiding In dit raadsvoorstel wordt ingegaan op de aanleiding tot, de insteek én de uitkomsten van het breed haalbaarheidsonderzoek dat het college op verzoek van de raad heeft uitgevoerd. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de bijlagen. Aan het eind van het raadsvoorstel wordt de gemeenteraad verzocht een besluit te nemen en richting te geven ten behoeve van het vervolg c.q. de verdere uitwerking. 2. Aanleiding De eigenaar Schakenbosch B.V. heeft het COA de locatie Schakenbosch voor vijf jaar aangeboden. Deze eigenaar wil hier op termijn zelf gaan ontwikkelen, maar is bereid de locatie tijdelijk aan het COA te verhuren. Het COA wil op deze locatie twee bestaande gebouwen in gebruik nemen en semipermanente gebouwen bijplaatsen, zodat de locatie op korte termijn in gebruik genomen kan worden. Op 17 augustus 2015 heeft het COA het college formeel verzocht om medewerking te verlenen aan het vestigen van een tijdelijk (voor een periode van 5 jaar) asielzoekerscentrum voor 800 bewoners in het voormalig zorgcomplex aan de Veursestraatweg 185 (hierna: Schakenbosch). De raad is door het college over dit verzoek geïnformeerd (1396781 / 1399466) op 19 augustus 2015. Naar aanleiding van bovengenoemd verzoek heeft de raadscommissie AZ het college in de vergadering op 8 september 2015 verzocht om, binnen drie weken, kaders voor een breed haalbaarheidsonderzoek inzake het vestigen van vluchtelingen voor te leggen. Conform toezegging is op 6 oktober 2015 in de commissie AZ een procesplan met daarin opgenomen de kaders voor een breed haalbaarheidsonderzoek inzake het vestigen van
Pagina
3/14
vluchtelingen voorgelegd én besproken. In het procesplan heeft het college drie trajecten voorgesteld, namelijk: 1. Een haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke vestigingslocaties voor een azc in de gemeente Leidschendam-Voorburg; 2. Een haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke locaties voor het huisvesten van vergunninghouders (mensen met een verblijfsvergunning) in de gemeente LeidschendamVoorburg, en; 3. Een haalbaarheidsonderzoek naar het bieden van (ondersteunende) functies/voorzieningen vanuit de gemeente Leidschendam-Voorburg in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio (bijvoorbeeld Rijswijk en Den Haag). In de volgende paragraaf zijn de doorlopen stappen en de uitkomsten van het breed haalbaarheidsonderzoek per traject uitgewerkt. 3. Breed haalbaarheidsonderzoek 3.1 Haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke vestigingslocaties voor een azc Voor het traject "haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke vestigingslocaties voor een azc in de gemeente Leidschendam-Voorburg" was in de raadsbrief (1419562 / 1421135) d.d. 29 september 2015 een globale planning opgenomen. De eerste fase in deze planning betrof het locatiekeuzetraject. In dit traject waren de volgende stappen beoogd: 1. Opstellen 'longlist' locaties (door college) 2. Beoordelen geschiktheid locaties (door college, op basis van criteria COA) 3. Beoordelen beschikbaarheid locaties (door college of derden) 4. Beoordelen bruikbaarheid locaties (door COA) 5. Beoordelen inpasbaarheid locaties (door college) 3.1.1 Locaties voor 600-800 bewoners in gemeentelijk eigendom De ruimtebehoefte voor een opvanglocatie voor 600-800 personen is een grondoppervlakte van circa 4 ha nodig in geval van een nieuwbouwlocatie. Uitgangspunt is hierbij circa 8.000 m2 BVO aan woonruimte en circa 2.000 m2 BVO voor kantoren/ondersteunende diensten en daarnaast buitenruimte voor recreatie en parkeren. Op grond van voornoemde ruimtelijke criteria van het COA, is gebleken dat geen van de locaties in gemeentelijke eigendom geschikt is voor het vestigen van een azc voor 600-800 asielzoekers. NB: Het formele verzoek van het COA betreft medewerking te verlenen aan een azc voor 800 bewoners. De ruimtebehoefte voor een opvanglocatie voor 600 bewoners is echter gelijk aan een opvanglocatie voor 800 bewoners en daarom wordt hier gesproken van locaties voor 600-800 bewoners.
Pagina
4/14
3.1.2 Locaties voor 600-800 bewoners in eigendom bij derden Hier bleek dat zes locaties in eigendom bij derden, waar onder Schakenbosch, mogelijk geschikt zijn voor het vestigen van een azc voor 600-800 bewoners. De locaties betroffen: Gebouwen
Geschikt
Beschikbaar
Bruikbaar
· Veursestraatweg 185 ev.Schakenbosch
Ja
Ja
Ja
· Dr. van Zeelandstraat 1 (Billiton)
Ja
Nee
-
· Oosteinde 208 (Damsigt)
Ja
Nee
-
Gronden
Geschikt
Beschikbaar
Bruikbaar
· Huijssitterweg 17-19
Ja
-
Nee
· Stompwijkseweg 11A
Ja
-
Nee
· Kostverlorenweg
Ja
-
Nee
Inpasbaar
Inpasbaar
Tabel: locaties in eigendom bij derden die voldoen aan ruimtecriterium COA Gebouwen De eigenaren van bovengenoemde gebouwen hebben de gemeente laten weten dat de gebouwen niet beschikbaar zijn voor het vestigen van een azc. Uitzondering hierop betreft de locatie Schakenbosch. Gronden Bij de gronden in eigendom bij derden hebben het college en het COA, om de eigenaren niet onnodig lastig te vallen, eerst getoetst of deze (in technische zin) bruikbaar waren. Uit deze toets is gebleken dat de gronden óf gelegen zijn in een veiligheidszone leiding-gas, waardoor er een veiligheidsrisico is bij bebouwing, óf te ver liggen van voorzieningen en/of niet langs een veilig fietsof voetpad te bereiken zijn. Daardoor zijn deze locaties niet bruikbaar voor de vestiging van een azc. 3.1.3 Locaties voor het vestigen van minder dan 600 bewoners In de vergadering van de commissie AZ d.d. 6 oktober 2015 heeft de raad het college verzocht bij het COA na te gaan of het vestigen van een geringer aantal asielzoekers mogelijk is. Het COA stelt dat de ruimtebehoefte voor een opvanglocatie van geringere omvang, bijvoorbeeld 600 mensen, niet verschilt met die van een opvanglocatie voor 800 mensen en dat alleen bij een omvang van 600800 een financieel verantwoorde exploitatie mogelijk is. Zoals u bekend is, is in de Tweede Kamer het voorstel gedaan om azc's van kleinere omvang mogelijk te maken, maar is hierover nog geen uitsluitsel gegeven.
Pagina
5/14
3.1.4 Overige mogelijkheden voor het vestigen van asielzoekers Aanvullende Opvanglocaties Het COA hanteert naast een azc nog een andere, kleinschalige vorm van opvang. Dit betreft de zogenaamde Aanvullende Opvanglocaties (AVO). Dit zijn locaties waar 200 mensen gehuisvest worden. Voor AVO gelden de volgende criteria: 1. een gebouw (geen grond) dat onmiddellijk en zonder verbouwing te betrekken is 2. er is een beheerder (COA doet geen beheer voor aanvullende locaties) 3. Het contract wordt voor 1 jaar aangegaan en wordt maximaal 1 keer verlengd. Op basis van de uitkomsten van het locatiekeuzetraject is het helder dat de gemeente geen locaties in eigendom heeft die direct te betrekken zijn. Alle locaties moeten verbouwd worden om te kunnen dienen als AVO. Voor deze locaties geldt dat de vergoeding (aan de gemeente) heel sober is (lage huurvergoeding en geen aanvullende compensatie zoals bij azc). Aangezien dit markttechnisch minder interessant lijkt, heeft het college inzake AVO-locaties alleen gekeken naar gemeentelijke panden. Noodopvanglocaties In aanvulling op het voorgaande is recentelijk nog gekeken naar noodopvanglocaties. Bij noodlocaties gaat het om hallen en locaties voor paviljoens voor de duur van zes tot twaalf maanden met een opvangcapaciteit van 300-600-plus bewoners. De gemeente LeidschendamVoorburg beschikt niet over leegstaande hallen. En voor wat betreft de grondlocaties geldt dat deze beter gebruikt kunnen worden voor het realiseren van sociale woningbouw, omdat we daarmee tegemoet komen aan de vraag naar dergelijke woningen door starters en studenten én de steeds verder oplopende taakstelling voor het huisvesten van vluchtelingen met een vergunning. Vluchtelingen worden hierdoor op een menswaardiger manier opgevangen. 3.1.5 Opzet onderzoek naar inpasbaarheid van azc op Schakenbosch Het locatiekeuzetraject heeft, na het doorlopen van alle stappen, uitgewezen dat de locatie Schakenbosch de enige geschikte, beschikbare en bruikbare locatie is voor het vestigen van een azc van 600-800 asielzoekers. Hierover is de raad op 27 oktober 2015 per brief (1430412 / 1438264) geïnformeerd. Vervolgens zou het college voor elke locatie die voor het vestigen van een azc geschikt, beschikbaar en bruikbaar geacht werd, beoordelen of en in welke mate een azc inpasbaar is op de betreffende locatie. Dit zou gebeuren door: 1. in gesprek te gaan met direct omwonenden, om te bepalen of en in welke mate een azc op deze locatie inpasbaar is; 2. op een aantal aspecten (sociaal-maatschappelijk, ruimtelijk, openbare orde en veiligheid) nader onderzoek te doen, en; 3. een afweging te maken tussen het vestigen van een azc en de gevolgen voor reeds in gang gezette ontwikkelingen op of ten aanzien van de betreffende locatie.
Pagina
6/14
Voor de locatie Schakenbosch had het college al een effectanalyse (zie raadsbrief 1419562 / 1421135 d.d. 29 september 2015) gedaan. Tevens is in deze effectanalyse gekeken naar de gevolgen van het vestigen van een azc voor reeds in gang gezette ontwikkelingen op of in nabijheid van de locatie Schakenbosch. Het haalbaarheidsonderzoek heeft zich op het onderdeel 'inpasbaarheid' daarom gericht op inwoners, direct omwonenden in het bijzonder, en hun vragen, zorgen en aandachtspunten rondom de eventuele vestiging van een azc op de locatie Schakenbosch. 3.1.6 Informatiebijeenkomsten en ingekomen berichten Inwoners van Leidschendam-Voorburg hebben de mogelijkheid gehad om hun vragen, zorgen en aandachtspunten over de mogelijke komst van een azc op Schakenbosch te uiten via de gemeentelijke website of via e-mail. Direct omwonenden, ondernemers en maatschappelijke partners zijn daarnaast uitgenodigd om op een informatiebijeenkomst met de gemeente in gesprek te gaan. Voor de bewonersavonden waren ongeveer 1.800 huishoudens uitgenodigd, waarvoor in totaal 5 avonden georganiseerd zijn. Registratie van het aantal bezoekers per avond: · ·
27 oktober 2015: 210 inwoners 29 oktober 2015: 50 inwoners
· ·
2 november 2015: 75 inwoners 5 november 2015: 120 inwoners
·
6 november 2015: 75 inwoners
In totaal zijn er 530 inwoners opgekomen. Per bijeenkomst mochten 2 personen per adres aanwezig zijn. In theorie waren dus 3600 mensen uitgenodigd. Wanneer we uitgaan van dit aantal dan kunnen we spreken van een opkomst van 15%. Wanneer we uitgaan van één persoon per adres, dan kunnen we stellen dat ongeveer 30% van het totaal aantal (1800 adressen) genodigden aanwezig is geweest. Daarnaast hebben vele maatschappelijke partners (Woej, Raad van Kerken, GGZ-instelling, Jeugd-instelling, Sport en Welzijn, Vluchtelingenwerk, Participatieraad, Buurtbemiddeling), de politie en het COA bijeenkomsten bijgewoond. Het college is betrokkenen erkentelijk voor hun aanwezigheid en inbreng. 3.1.7 Bevindingen Op de bewonersavonden konden de inwoners niet alleen vragen stellen, maar ook zorgen uiten en aandachtspunten meegeven. Een uitgebreider (beeld)verslag is toegevoegd als bijlage. De belangrijkste bevindingen uit de informatiebijeenkomsten met buurtbewoners en ondernemers zijn: · er is onvoldoende draagvlak voor 800 bewoners op Schakenbosch; ·
er zijn zorgen over de locatie en de nabijheid van de twee andere instellingen en de wijk Prinsenhof ("waar het nu net een beetje de goede kant op gaat");
Pagina
7/14
· ·
er zijn vragen/zorgen over de toegankelijkheid van het terrein; vragen over alternatieve azc-locaties;
· ·
vragen/zorgen over integratie en activiteiten van vluchtelingen; vragen/zorgen over veiligheid;
·
vragen over besluitvorming (veel mensen denken dat er al een besluit genomen is en/of twijfelen of hun inbreng wordt meegewogen);
· ·
er zijn vragen over kosten voor de opvang van vluchtelingen (wie betaalt dat?); zorgen over het voortrekken van vluchtelingen ten opzichte van eigen inwoners (bijvoorbeeld
·
bij huisvesting, gezondheidszorg en uitkeringen); inwoners hebben de gemeente echter ook gewezen op haar maatschappelijke
·
verantwoordelijkheid bij de opvang van vluchtelingen; veel buurtbewoners en ondernemers begrijpen dat er iets moet gebeuren, maar liever niet bij hen in de buurt.
3.1.8 Conclusie Uit het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke vestigingslocaties voor een azc blijkt dat Schakenbosch als enige locatie geschikt, beschikbaar en bruikbaar is voor het vestigen van een azc voor 800 bewoners. Het college stelt echter vast dat, gezien de informatiebijeenkomsten en ingekomen berichten, er bij inwoners, direct omwonenden in het bijzonder, onvoldoende draagvlak bestaat voor het vestigen van een azc voor 800 bewoners op Schakenbosch. Dit is de reden dat het college negatief besluit op het verzoek van het COA voor de vestiging van een azc met 800 bewoners op Schakenbosch en vraagt de raad dit te bekrachtigen. Het college constateert, gezien de bespreking in de gemeenteraad, maar ook met inwoners, dat er voor de vestiging van een azc voor minder bewoners meer draagvlak bestaat. Daarom verzoekt het college de raad zich uit te spreken over de volgende opties: wel of geen azc. En indien gekozen wordt voor een azc op Schakenbosch met minder bewoners, dan een uitspraak te doen over 200-400 of 400-600 bewoners en de duur van vijf jaar. Uit de inwonerbijeenkomsten komt een gevarieerd beeld over het aantal te huisvesten vluchtelingen. In algemene zin blijkt dat het draagvlak groter is naarmate het aantal te huisvesten vluchtelingen kleiner is. Voor het COA geldt echter dat het, uit kostenoverwegingen, maar ook gedwongen door de grote toestroom van vluchtelingen naar ons land, zoekt naar locaties waar zoveel vluchtelingen als mogelijk kunnen worden opgevangen. Daarom heeft het COA tot nu toe vastgehouden aan zijn verzoek tot het vestigen van een azc voor 800 bewoners op Schakenbosch. Overwogen kan worden in eventuele onderhandelingen met het COA een ingroeimodel voor te stellen. NB1: De keuze voor een azc van minder dan 200 bewoners zal het COA naar verwachting niet accepteren en komt daarmee neer op een keuze voor geen azc.
Pagina
8/14
NB2: Locaties (gebouwen) in gemeentelijke eigendom zijn voor het vestigen van een azc voor 200600 bewoners niet beschikbaar, zoals blijkt uit de uitkomsten van het onderzoek naar locaties voor het vestigen van een substantieel aantal vergunninghouders. NB3: Naar private locaties voor het vestigen van een azc voor 200-600 bewoners is geen onderzoek verricht, maar het college acht de haalbaarheid daarvan niet waarschijnlijk vanwege het niet beschikbaar en/of ruimtelijke inpasbaar zijn van eventuele locaties. NB4: Het college leidt uit de inwonersbijeenkomsten af dat ook voor een azc voor meer dan 600 bewoners onvoldoende draagvlak bestaat onder inwoners en daarom is hieromtrent geen optie voorgesteld. 3.1.10 Eventuele vervolgstappen Wanneer de raad besluit medewerking te verlenen aan het vestigen van een azc op de locatie Schakenbosch, maar daarbij wil afwijken van het door het COA gedane verzoek, dan zal het college het CAO hierover informeren en moet de reactie van het COA daarop afgewacht worden. Indien het COA het raadsbesluit positief ontvangt, moeten vervolgens met het COA nadere afspraken vastgelegd worden. Omwonenden, ondernemers in de buurt van en de instellingen op Schakenbosch vinden het belangrijk dat wanneer toch besloten wordt tot het vestigen van een azc op Schakenbosch, dit azc beheersbaar is. Zij zijn namelijk het meest bevreesd voor de mogelijk negatieve impact die een azc heeft op de leefomgeving. "Voorkomen moet worden dat groepen vluchtelingen rondhangen in de omliggende wijken." Om een azc beheersbaar te maken zorgt het COA dat op een opvanglocatie 24 uur per dag beveiliging en gekwalificeerd opvangpersoneel aanwezig is. Bewoners van een azc ondertekenen bij aankomst de daar geldende huisregels. Deze zijn gebaseerd op de omgangsvormen die 'wij in Nederland' hanteren. Het personeel ziet er op toe dat de huisregels worden nageleefd en spreekt bewoners aan op ongewenst gedrag. Daarbij zijn een aantal sancties mogelijk, variërend van een geldboete, overplaatsing of in het uiterste geval beëindiging van opvang. In alle gevallen geldt dat misdragingen consequenties kunnen hebben voor de asielprocedure. Voor zaken die de openbare orde betreffen heeft het COA altijd contact met het lokale gezag en/of de politie. Er zal een goed veiligheidsplan met, waar nodig, extra inzet van politie moeten komen en een meldpunt waar inwoners terecht kunnen met vragen en klachten. Verder vragen omwonenden en ondernemers om hen vroegtijdig te betrekken en open te communiceren: "geef ons de tijd om te wennen aan het idee en schakel lokale organisaties en ondernemers in bij de organisatie van een
Pagina
9/14
eventueel azc. Dit kan helpen om het draagvlak te vergroten", aldus inwoners en ondernemers. In het geval dat er een azc gevestigd wordt op Schakenbosch wil het college dat er door het COA vroegtijdig een omwonendenoverleg wordt ingesteld. Voor het omwonendenoverleg wordt meestal een afvaardiging van direct omwonenden en direct betrokkenen (zoals maatschappelijke partners, winkeliers, ondernemers, bedrijven en sportverenigingen), de gemeente en de politie uitgenodigd. De leden van het omwonendenoverleg kunnen het COA en de gemeente van advies voorzien over alle zaken die rondom de bouw en de vestiging van het azc kunnen spelen en die de buurt rondom het azc of omwonenden raken. Hierbij kan gedacht worden aan verkeer/(loop)routes, wenselijke communicatie, een meldpunt waar (direct) belanghebbenden terecht kunnen met klachten, incidenten en het creëren van werkgelegenheid. Het is de bedoeling dat het omwonendenoverleg niet alleen voorafgaand aan het azc, maar ook gedurende de looptijd van het azc regelmatig bij elkaar komt. Als er uiteindelijk overeenstemming bereikt is over bovengenoemde zaken, dan zal er door het college met het COA een bestuursovereenkomst gesloten worden. Alvorens het college een besluit neemt c.q. tot ondertekening overgaat, bestaat de mogelijkheid om de raad wensen en bedenkingen te laten uiten. Dit is optioneel. Nadat het college met het COA een bestuursovereenkomst heeft gesloten, zal de concrete voorbereiding (waar onder vergunningen) van het realiseren van een azc op de gekozen locatie gestart worden. De rol van de gemeente wordt dan beperkter, meer randvoorwaardelijk en faciliterend. De raad zal door middel van voortgangsrapportages op de hoogte gehouden van het wel en wee rond het azc. 3.2 Haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke locaties voor het huisvesten van vergunninghouders Het college heeft de raad op 27 oktober 2015 per brief (1430412 / 1438264) geïnformeerd over de stand van zaken in het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke locaties voor het huisvesten van vergunninghouders én in overweging gegeven om de optie van het plaatsen van wooneenheden voor een substantieel aantal vergunninghouders verder uit te werken. Voor de volledigheid meldt het college de raad dat op basis van de taakstelling (87) voor de eerste helft 2016, voor heel 2016 een taakstelling verwacht wordt van tussen 170 en 200 vergunninghouders. Gezien de druk op de sociale woningmarkt (zie ook raadsbrief 1363909 / 1382729 dd. 14 juli 2015: Wonen voor jongeren Leidschendam-Voorburg) en de verplichting vanuit het Rijk om deze vergunninghouders te huisvesten, stelt het college voor om actief tot aanvullende ruimte voor statushouders te komen en daarbij tegelijkertijd ambities te realiseren rond studentenhuisvesting,
Pagina
10/14
starterswoningen en sociale woningen. De bestaande sociale woningvoorraad komt dan wel blijft op deze wijze beschikbaar voor inwoners. Bij het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke locaties voor het huisvesten van vergunninghouders houdt het college dezelfde stappen (geschiktheid, beschikbaarheid, bruikbaarheid en inpasbaarheid) aan als bij het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke locaties voor het vestigen van een azc. Zoals gemeld in de raadsbrief is hierbij niet gekeken naar locaties in eigendom in derden. Overigens, er is door een aantal partijen, waaronder, Bouwstenen voor Sociaal, Opnieuw thuis, Vereniging van Nederlandse gemeenten, Aedes Woningcorporaties en de MOgroep een initiatief opgezet om breedschalig opvangplaatsen inzichtelijk te maken. Zie hiervoor de website: ruimteomtewonen.nl. In het haalbaarheidsonderzoek is gekeken naar mogelijkheden om een substantieel aantal vergunninghouders te huisvesten. In het uitgevoerde onderzoek zijn zestien locaties in gemeentelijk eigendom getoetst op geschiktheid en beschikbaarheid om op korte termijn tijdelijke huisvesting voor een substantieel aantal vergunninghouders te realiseren. De zestien locaties bestaan uit acht gronden en acht gebouwen. Voor wat betreft de gebouwen geldt dat de acht panden te klein zijn om een substantieel aantal vergunninghouders te huisvesten. Voor wat betreft de gronden is gebleken dat drie van de acht gronden geschikt zijn om een substantieel aantal wooneenheden te realiseren waar statushouders zelfstandig of in gezinsverband kunnen wonen. Het betreft de volgende grondlocaties: · ·
Speelveld aan De Star (Leidschendam) Volkstuinencomplex Overgoo (Leidschendam)
·
Braakliggende grond Rijnlandlaan (Voorburg)
Er kan gekozen voor tijdelijke of regulier bouw. Indien gekozen wordt voor tijdelijke bouw dan wil het college de wooneenheden voor een periode van maximaal tien jaar gebruiken voor het huisvesten van vergunninghouders en andere genoemde doelgroepen. Bij een termijn van 10 jaar lijkt namelijk een financieel verantwoorde exploitatie mogelijk en is het zowel voor een corporatie als een gemeente mogelijk een investering in deze wooneenheden te rechtvaardigen. Gelet op de kerntaak van de woningcorporaties (huisvesting lage inkomensgroep; zie Woningwet), ligt het voor de hand dat woningcorporaties de woningbouw ontwikkelen. In een eerder stadium is met woningcorporaties gesproken en hebben zij aangegeven een bijdrage te willen leveren. Op 15 januari 2016 staat een volgend bestuurlijk overleg Wonen geagendeerd, waarin een en ander met corporaties nader verkend kan worden. Nader onderzoek naar ruimtelijke, sociaal-maatschappelijke en financiële haalbaarheid zal plaatsvinden, nadat de raad hierover richtinggevende uitspraken heeft gedaan. Onderstaand de voorlopige planning bij een eventueel vervolg.
Pagina
11/14
Wat
Toelichting
Wie en planning
1. Richtinggevende uitspraak
Op 15/12 doet de raad een richtinggevende uitspraak
College: 17/11 Raad: 15/12
2. Nader onderzoek naar ruimtelijke, sociaal-
Op basis van de richtinggevende uitspraken van de raad, zal het
College: januari en februari
maatschappelijke en financiële haalbaarheid
college de ruimtelijke, sociaalmaatschappelijke en financiële haalbaarheid nader onderzoeken. Het consulteren van omwonenden e.d. zal onderdeel uitmaken van dit onderzoek.
3. Besluit door de raad
Naar aanleiding van de resultaten
College: 22/3 (uiterlijk)
van het onderzoek zal het college met een voorstel komen.
Raad 29/3
4. Juridische/planologische
Het bestemmingsplan voorziet niet
College: Mede
procedures
in wonen
afhankelijk van besluitvorming in de raad
5. Bouw
Reguliere of tijdelijke bouw van woningen c.q. wooneenheden
College of woningbouwcorporatie
Ten behoeve van verdere uitwerking vraagt het college de raad om een uitspraak te doen over: het aantal te realiseren woningen rekening houdend met de taakstelling voor vergunninghouders in 2016, een keuze te maken tussen tijdelijke of reguliere woningen en de te onderzoeken locaties. 3.3 Haalbaarheidsonderzoek naar het bieden van (ondersteunende) functies/voorzieningen vanuit de gemeente Leidschendam-Voorburg in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio Op dit moment neemt het bieden van (ondersteunende) functies/voorzieningen nog geen grote vormen aan en lijkt samenwerking met Den Haag en Rijswijk het meest voor de hand liggend. Wel is het mogelijk dat onze gemeente nog een keer benaderd wordt voor het realiseren van crisisopvang. Voor wat betreft de samenwerking met Den Haag heeft de portefeuillehouder op 2 november 2015 de stand van zaken besproken met zijn collega in Den Haag. Daar is ook gesproken over de samenwerking tussen Den Haag en Leidschendam-Voorburg. Afgesproken is dat vanuit Leidschendam-Voorburg, in ieder geval tot het einde van het jaar, een medewerker zal aansluiten bij het locatieteam van de noodopvang/huisvesting voor statushouders in het voormalig ministerie van SZW van Den Haag om dit team te voorzien van advies en, zo nodig, ondersteuning te bieden.
Pagina
12/14
Verder is afgesproken dat Den Haag op korte termijn de gemeenten Wassenaar, Rijswijk, Den Haag en Leidschendam-Voorburg opnieuw zal uitnodigen voor overleg. In dit overleg zal de stand van zaken in de verschillende gemeenten en de mogelijkheden voor samenwerking opnieuw bekeken worden. Leidschendam-Voorburg heeft aangeboden om de keer daarop het overleg tussen de gemeenten te faciliteren. Voor wat betreft Rijswijk geldt dat de gemeente nog steeds overleg voert met het COA. De portefeuillehouder heeft contact gezocht met de gemeente Rijswijk om ervaringen met o.a. het COA uit te wisselen en nader te verkennen of en in welke mate Rijswijk behoefte aan samenwerking met onze gemeente. Het overleg hierover staat gepland op 14 december 2015. Het college stelt de raad voor als gemeente open te blijven staan voor samenwerking met andere gemeente op het gebied van (ondersteunende) functies/voorzieningen in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio. Het college zal de raad blijven informeren over eventuele ontwikkelingen op dit vlak. 4. Financiële toelichting Azc Een eventueel azc op Schakenbosch wordt financieel haalbaar geacht. Bij de komst van een azc is het COA namelijk de voornaamste kostendrager. De kosten die de gemeente dient te maken zoals kosten voor onderwijs kunnen gedekt worden uit de vergoedingen die de gemeente van het COA ontvangt. Daarnaast ontvangt de gemeente een vergoeding van het COA in verband met vestiging van asielzoekers. Bij een azc van bijvoorbeeld 600 plaatsen bedraagt deze vergoeding circa € 110.000 per jaar. Tot slot, op de website van het COA staat vermeld dat de gemeente een aanvraag voor extra politie kan indienen. Of en zo ja, welke kosten en mogelijkheden daarmee verbonden zijn, moet verder worden uitgezocht. Wooneenheden De drie grondlocaties kunnen worden ingevuld met hoogwaardige zelfstandige wooneenheden, met solide uitstraling en vaste prijs. Dergelijke eenheden worden met regelmaat toegepast. Eén bouwmodule bestaat uit twee zelfstandige wooneenheden met ieder een eigen toilet, douche, wastafel, keukentje en woon-/slaapkamer. De all-in realisatiekosten per zelfstandige eenheid bedragen € 26.000 tot € 34.000 (inclusief BTW). De jaarlijkse huurinkomsten van één eenheid bedragen € 3.600 tot € 5.400, waar circa € 1.500 aan exploitatiekosten vanaf gaat. Tegenover de totale investering van € 3,9 tot € 5,1 miljoen (inclusief BTW) op basis van een unit met 150 eenheden, staan netto inkomsten van € 3,1 tot € 5,9 miljoen in 10 jaar eveneens uitgaande van 150 gerealiseerde eenheden. Op basis van het voorgaande lijkt een gesloten business case mogelijk.
Pagina
13/14
Naast de mogelijke financiële consequenties van het creëren van wooneenheden voor vergunninghouders kan er ook op andere terreinen sprake zijn van financiële gevolgen. Zo zal het bestand van Werk en Inkomen toenemen waarbij het risico bestaat dat er tekorten ontstaan op de BUIG. Er zijn consequenties voor het onderwijs en mogelijk voor het beheer openbare ruimte. De algemene uitkering zal toenemen als gevolg van een groter inwoneraantal. In welke mate dit dekkend zal zijn voor de extra kosten is nog niet inzichtelijk. 5. Communicatie Helder en transparant communiceren in iedere fase van belang. Inwoners hebben behoefte aan duidelijkheid over het proces, de besluitvorming en hoe de gemeente en gemeenteraad om gaat met hun inbreng. Wanneer de gemeenteraad een besluit heeft genomen over wel of geen azc bij Schakenbosch, worden de direct omwonenden per brief geïnformeerd over het vervolg en wordt dit nog breder met een persbericht, via de website en de digitale nieuwsbrief azc gecommuniceerd. Mocht de gemeenteraad besluiten dat er een azc komt, dan wordt daarna samen met het COA de verdere communicatie en het contact met omwonenden uitgewerkt. Na besluitvorming in de raad over mogelijke huisvesting voor vergunninghouders wordt dat communicatietraject en het betrekken van omwonenden verder uitgewerkt. 6. Conclusie en voorstel Conclusies · Het haalbaarheidsonderzoek wijst op het onderdeel inpasbaarheid uit dat er onder inwoners, onvoldoende draagvlak is voor het vestigen van een azc voor 600-800 vluchtelingen op Schakenbosch. ·
Het haalbaarheidsonderzoek naar mogelijkheden voor het huisvesten van vergunninghouders wijst uit dat er drie grondlocaties in gemeentelijk eigendom geschikt en beschikbaar zijn voor het plaatsen van huisvesting ten behoeve van vergunninghouders. Nader onderzoek naar ruimtelijke, sociaal-maatschappelijke en financiële haalbaarheid zal plaatsvinden, nadat de
·
raad hierover richtinggevende uitspraken heeft gedaan. En uit het haalbaarheidsonderzoek naar het bieden van (ondersteunende) functies/voorzieningen vanuit de gemeente Leidschendam-Voorburg in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio blijkt dat dit vooralsnog geen nog geen grote vormen aanneemt.
Voorstel 1. Naar aanleiding van het voorgaande, besluit het college negatief op het verzoek van het COA om medewerking te verlenen aan de vestiging van een azc voor 800 bewoners op Schakenbosch en verzoekt de raad dit besluit te bekrachtigen. 2. Het college constateert dat er voor de vestiging van een azc voor minder bewoners meer draagvlak bestaat. Daarom verzoekt het college de raad zich uit te spreken of er wel of geen
Pagina
14/14
azc gevestigd kan worden op Schakenbosch. En indien gekozen wordt voor wel een azc op Schakenbosch, dan een uitspraak te doen over: een azc voor 200-400 of 400-600 bewoners, wel/geen ingroeimodel, de duur van vijf jaar en het geschetste vervolgproces. 3. Gezien de druk op de sociale woningmarkt en de verplichting vanuit het Rijk om vergunninghouders te huisvesten, stelt het college voor om actief tot aanvullende ruimte voor vergunninghouders te komen en daarbij tegelijkertijd ambities te realiseren rond studentenhuisvesting, starterswoningen en sociale woningen. Indien de raad hiermee instemt, verzoekt het college de raad ten behoeve van verdere uitwerking om een uitspraak te doen over: het aantal te realiseren woningen rekening houdend met de taakstelling voor vergunninghouders in 2016, een keuze te maken tussen tijdelijke of reguliere woningen, de te onderzoeken locaties en in te stemmen met het geschetste vervolgproces. 4. Het college verzoekt de raad een uitspraak te doen over het wel of niet open te blijven staan voor samenwerking met andere gemeente op het gebied van (ondersteunende) functies/voorzieningen in relatie tot het huisvesten van asielzoekers en/of vergunninghouders in de regio.
burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,
B.J.D. Huykman
drs. J.W. van der Sluijs
secretaris
burgemeester