Stichting OPO Borger-Odoorn
Hoofdstraat 32
Openbaar Primair Onderwijs
9531 AG Borger T (0599) 35 35 70 F (0599) 23 81 59
[email protected] www.opoborger-odoorn.nl
*
Rabobank 3480.35.128
1 2 . 0 2 2 2 6 INKd.d. 02/02/2012 Uw
Aan de Gemeenteraad van de gemeente BorgerOdoorn
Ons
brief
kenmerk
Behandeld
door
T. Swen Doorklesnummer
0599-353950 Bijlage:
1 Datum
01 februari 2012 Geachte leden van de gemeenteraad
I n de b e s t u u r s v e r g a d e r i n g v a n 15 d e c e m b e r 2 0 1 1 h e e f t het b e s t u u r v a n de S t i c h t i n g Openbaar Primair O n d e r w i j s de b e g r o t i n g 2 0 1 2 v a n de Stichting b e s p r o k e n . Ook is de b e g r o t i n g 2 0 1 2 k o r t aan de o r d e g e w e e s t t i j d e n s de i n f o r m e l e r a a d s b i j e e n k o m s t van 19 j a n u a r i 2 0 1 2 . V o o r d a t h e t b e s t u u r de b e g r o t i n g v a s t s t e l t , h e e f t het de g o e d k e u r i n g nodig v a n uw raad. D a a r o m bieden w i j u h i e r b i j b o v e n g e n o e m d e b e g r o t i n g t e r g o e d k e u r i n g a a n . De G e m e e n s c h a p p e l i j k e Medezeggenschapsraad h e e f t in h a a r v e r g a d e r i n g v a n 26 j a n u a r i 2 0 1 2 besloten positief t e a d v i s e r e n . Wij h o p e n u h i e r m e e v o l d o e n d e g e ï n f o r m e e r d t e h e b b e n .
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , N a m e n s het b e s t u u r ,
G errïeen d i r e c t e u r
Oplepnotitie
De begroting 2012 sluit met een positief resultaat van afgerond € 98.000. De begroting is als volgt opgenomen:
Staat van baten en Rekening
Begroting 2011
2010
€ 3
Baten
3.1 3.2 3.4 3.5
Rijksbijdragen O C W Overige overheidsbijdragen Werk in opdracht van derden Overige baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
8.122.106 504.285
0 201.274
0 108.646 8.659.400
€
€
7.688.208 486.935 0 80.146 8.255.289
8.735.037
7.316.239 245.204 521.417
7.240.651 207.319 656.070
6.540.760 188.219 752.974
704.079
618.131
682.754
Saldo baten en lasten
8.786.938
8.722.171
8.164.706
-127.538
12.866
90.583
14.461
7.500
7.500
-113.077
20.366
98.083
0
0
0
-113.077
20.366
98.083
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6
Begroting 2012
€
8.443.301 14.826
Totaal lasten
5
€
€
Totaal baten
lasten
Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering
Exploitatiesaldo
Het geraamde voordelige saldo is in eerste instantie een resultaat dat tot tevredenheid stemt. Tegelijkertijd mag echter niet uit het oog worden verloren dat het huidige meerjarenperspectief tekorten laat zien.
De begroting 2012 en het meerjarenperspectief 2013-2015 laten de volgende resultaten zien: Meerjarenperspectief Jaar
Saldo
2012 2013 2014 2015
96.797 -511.884 -735.296 -466.635
Het geraamde voordelige saldo in 2012 komt vooral tot stand doordat over het begrotingsjaar 2012 een bruidsschat van de gemeente Borger-Odoorn wordt ontvangen van € 311.900. Daarnaast wordt een 'leegstandsvergoeding' van de gemeente ontvangen van circa € 38.000. Ook deze vergoeding draagt bij tot het positieve begrotingsresultaat.
Ten aanzien van de geraamde resultaten van het meerjarenperspectief is het van belang te benadrukken dat de resultaten tot stand zijn gekomen op basis van nu nog ongewijzigd personeelsbeleid. Wel is reeds rekening gehouden met uitstroom van een aantal Rddfers per 1 augustus en de uitstroom van een aantal personen als gevolg van de Fpu of de AOW. Directie en bestuur realiseren zich terdege dat de komende maanden zodanige beleidsombuigingen moeten worden gerealiseerd, dat tekorten met de omvang zoals nu geschetst in het MJP, worden voorkomen. Indien ombuigingen worden gerealiseerd, zal dit direct leiden tot een positieve beïnvloeding van de nu nog verwachte resultaten. Belangrijkste conclusie die kan worden getrokken uit de aanwezigheid van een sluitende begroting, is dat het bestuur en management van de stichting de tijd en de mogelijkheden worden geboden om op een zorgvuldige wijze afwegingen te kunnen maken inzake de te nemen beleidsombuigingen. Vrijwel overal in het veld van het primair onderwijs hebben instellingen te kampen met krimp van het aantal leerlingen. Dit betekent dat de kosten per sé neerwaarts zullen moeten worden bijgesteld om niet in tekorten terecht te hoeven komen. Stichting OPO BO heeft per de afgelopen teldatum van 1 oktober 2011 te maken gehad met een zeer sterke daling van het aantal leerlingen. Ten opzicht van 1 oktober 2010 is het aantal leerlingen gedaald met 145. Aan rijksbekostiging wordt hierdoor de komende jaren structureel meer dan € 700.000 ingeleverd. Deze verminderde rijksbekostiging is overigens al wel in de cijfers verwerkt.
De verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen kan als volgt worden gepresenteerd:
Aantal leerlingen
2.000
1.S00 1.(00 1.400 1.200 1.000 100
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/ J> / /
/
Als gevolg van de krimp is in het verleden besloten tot sluiting over te gaan van een aantal scholen en de daarna nog resterende scholen te laten opgaan in clusters onder aansturing van een clusterdirecteur. Het samengaan van scholen heeft echter ook een aantal nadelige financiële consequenties. Zo verdwijnt bijvoorbeeld (deels of volledig ) de kleine scholentoeslag. Omdat dit een effect is dat het samenvoegingen van scholen tegen kan houden, is door het rijk de subsidieregeling 'samenvoeging scholen' ingevoerd. Dit houdt simpel gezegd in dat scholen nog anderhalfjaar lang worden bekostigd als waren het twee afzonderlijk scholen. In de begroting 2012 is met deze subsidieregeling reeds gerekend. Er wordt hiervoor een bate geraamd van circa € 350.000. De laatste berichten luiden echter dat deze subsidieregeling met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2011 substantieel (de vergoeding van 150% ( 1 jaar 100%; 2 jaar 50%) wordt bijgesteld tot 300% ( 1 jaar 100%; 2 jaar 80%; 3 jaar 60%, 4 jaar 40% en 5 jaar 20%)) wordt uitgebreid. Uiteraard wordt hierop - mede in het licht gezien van de ophanden zijnde bezuinigingen - in de begroting nog niet op vooruit gelopen, maar wellicht dat het naar de toekomst toe wel extra financiële armslag zal kunnen gaan bieden. Medio 2012 wordt hierover meer duidelijkheid verwacht. e
e
e
e
e
e
Namens het bestuur van Stichting OPO Borger-Odoorn, G. Hagénus Algemeen directeur
e
Stichting OPO Borger-Odoorn Openbaar Primair Onderwijs
B e g r o t i n g 2 0 1 2 (inclusief Meerjarenperspectief
Borger, 15-12-2011
2013-2015)
B e g r o t i n g
2 0 1 2 (inclusief Meerjarenperspectief
2013-2015)
Stichting OPO Borger-Odoorn Openbaar Primair O n d e r w i j s
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Borger-Odoorn Hoofdstraat 32 9531 AG BORGER tel.: 0599-353570
Inhoudsopgave Pagina Voorwoord Verslag 1
Algemeen
2
Organisatieschema
11
3
Visie /missie
13
4
Leerlingaantallen
15
5
Scheiding van bestuur en intern toezicht
17
6
6.2
Financieel Rijksbijdragen 6.1.1 Bezuinigingen 6.1.2 De Bestemmingsbox Bruidsschat
19 19 19 21 22
6.3
Investeringen 2012
23
7
Planning- en controlcyclus
25
8
Financiering
27
9
Weerstandsvermogen
29
10
Treasuryparagraaf
33
11
Tot slot
37
Staat van baten en lasten Toelichting op de baten Toelichting op de lasten
39 41 51
6.1
7
Begroting
Meerjarenperspectief Meerjarenperspectief 2012-2015 Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Berekening van de lumpsum Berekening van de materiële instandhouding Berekening van de lumpsum MJP Berekening van de materiële instandhouding MJP Begroting bruidsschat 2012
69
Voorwoord
Iedereen zei dat het niet kon. Toen kwam er iemand binnen die niet wist dat het niet kon en die deed het gewoon... Epictetus
De toekomst laat ten aanzien van de ontwikkeling van het aantal leerlingen op de scholen een duidelijke krimp zien. Aangezien de onderwijsbekostiging voor het belangrijkste deel is gebaseerd op het aantal leerlingen, betekent dit dat komende jaren aanzienlijk minder rijksbijdragen zullen worden ontvangen. Bovendien is de afgelopen jaren de Rijksvergoeding voor het primair onderwijs al regelmatig negatief bijgesteld. Dit betekent dat er structureel minder geld beschikbaar komt via het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook zijn en worden gemeentelijke subsidies (deels) afgebouwd. Uiteraard houdt dit in dat minder baten ook consequenties heeft voor de begroting 2012 en het Meerjarenperspectief (MJP) van Stichting OPO Borger-Odoorn. Er moet nog een aantal jaren stevig bezuinigd worden; zeer vervelend, maar absoluut noodzakelijk om financieel gezond te blijven!
Mede als gevolg van de door de gemeente toegekende financiële bijdragen in de vorm van een bruidsschat en een bijdrage in de materiële kosten (onderhoud, energie en schoonmaak) kunnen na jaren van tekorten waarschijnlijk in het eerste jaar van de stichting 'zwarte jaarrekeningcijfers' worden geschreven. Ook de begroting 2012 sluit nog met een positief saldo (circa € 98.000). Per 1 oktober 2011 is het aantal leerlingen echter sterk afgenomen (bijna 10%; 145 leerlingen) en is uitgekomen op 1.368 (was 1.513). Deze afname leidt er toe dat er een meerjarenperspectief moet worden gepresenteerd dat dieprode cijfers schetst. Opgemerkt hierbij dient wel te worden - een opmerking die voorgaande jaren ook steeds werd gemaakt - dat de personele kosten naar de komende jaren zijn 'doorgetrokken' op basis van ongewijzigd beleid. Wel is alvast rekening gehouden met natuurlijk verloop door pensionering. Het moge duidelijk zijn dat er daarom wederom bezuinigingsmaatregelen zullen worden genomen, zodat tekorten van een omvang zoals nu nog geschetst in het MJP afgewend kunnen worden! Stichting OPO Borger-Odoorn heeft de ambitie om onderwijs van hoge kwaliteit aan te bieden en mede daarom wordt er voor gekozen om de noodzakelijke bezuinigingen over een langere periode uit te smeren. Bij de exacte invulling van die bezuinigingen zullen met name de schooldirecties en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad betrokken worden.
Naast een (met name financieel) beleidsdocument is deze begroting tevens een informatiedocument voor degenen die zich een beeld willen vormen omtrent het financiële beleid en de ontwikkelingen daarin binnen het openbaar primair onderwijs in de gemeente Borger-Odoorn. Door het financiële beleid tussentijds regelmatig te evalueren ontstaat inzicht of de geformuleerde financiële doelstellingen en de te behalen resultaten ook daadwerkelijk kunnen worden behaald.
Gezien de uitkomsten van het huidige MJP, ligt er voor het bestuur en management van OPO Borger-Odoorn een uitdagende taak om de op dit moment nog verwachte tekorten in de loop van de komende tijd om te buigen in sluitende begrotingen. Gezien de resultaten die in het laatste jaar reeds zijn bereikt, wordt het toekomstperspectief echter niet zozeer als een bedreiging gezien, maar des te meer als een uitdaging. In de komende maanden zullen wederom ombuigingen moeten worden gerealiseerd waardoor ook na 2012 sluitende begrotingen kunnen worden gerealiseerd. Bovendien geldt nog steeds: 'het plezier zit hem in het klimmen, op de top blijf je maar even... terwijl dat laatste wel de ultieme uitdaging is!'
Borger, 15 december 2011.
Namens het bevoegd gezag, G. Hagénus, Algemeen directeur
Verslag
1_
Algemeen
Bereikbaarheidsgegevens van het schoolbestuur Stichting Openbaar Primair Onderwijs Borger-Odoorn Bestuursnummer: 42554 Adres: Hoofdstraat 32, 9531 AG Borger Telefoon: 0599-353570
Juridische structuur Tot en met 2010 werd het bevoegd gezag uitgeoefend door het college van B&W van de gemeente Borger-Odoorn. Per 31 december 2010 is het primair onderwijs in de gemeente Borger-Odoorn verzelfstandigd en zijn vanuit de gemeente alle rechten en plichten van de bestuurscommissie overgedragen aan de stichting. Het bevoegd gezag van het Openbaar Primair Onderwijs BorgerOdoorn wordt ingaande 2011 gevormd door het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Borger-Odoorn (hierna te noemen Stichting OPO BO). In verband met de zogenaamde 'bruidsschatregeling' was de oprichtingsdatum van de stichting formeel op 31 december 2010 en niet 1 januari 2011.
Organisatie en kernactiviteiten OPO Borger-Odoorn Er zijn 13 openbare basisscholen met in totaal 12 brin-nummers (de Burgemeester Grollemanschool en de Montessorischool worden door het schoolbestuur als aparte scholen beschouwd, maar worden in de financiering van het Rijk als één school behandeld). De basisscholen hebben een eigen profiel, kennen eigen verantwoordelijkheden, maar worden aangestuurd door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering en professionalisering: wat goed is kan altijd beter. De scholen zijn ingaande het schooljaar 2011/2012 ingedeeld in een drietal clusters. De clusterdirecteur is belast met de leiding van de scholen en geeft direct leiding aan de teamleiders, leerkrachten en andere medewerkers. De clusterdirecteuren zijn met betrekking tot de resultaten verantwoording verschuldigd aan de algemeen directeur. Het stichtingsbestuur houdt toezicht op de uitvoering van het beleid door de algemeen directeur. De algemeen directeur heeft de dagelijkse bestuurlijke verantwoordelijkheid en wordt hierbij ondersteund door het personeel van het onderwijsbureau in Borger.
Agenda bevoegd gezag Agendapunten voor het stichtingsbestuur in 2012 zullen naar verwachting zijn: • • • • • • • • • • •
Begroting
Begroting 2012 Meerjarenperspectief 2012-2015 Afronding uitvoering 'Plan van aanpak oplossen financiële problemen' Meerjarenformatieplanning Overleg met vakbonden (Decentraal Georganiseerd Overleg) GMR-overleg Diverse aangelegenheden personeelsbeleid (afvloeiing, flankerende maatregelen) Gehonoreerde huisvestingsaanvragen 2012 Exploitatie overzichten 2012 Rapportages algemeen directeur Resultaten CITO-toetsen
2012
Pagina 7
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Ouders en leerkrachten van de scholen zijn vertegenwoordigd in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Elke medezeggenschapsraad vaardigt een lid af voor de GMR. Daarbij wordt rekening gehouden met een evenredige vertegenwoordiging van ouders en personeel. De GMR heeft zal zich onder andere beziggehouden met: • • • • • • • • • • • •
Zorgplan WSNS Afvloeiing en flankerende beleidsmaatregelen Vakantieregeling Begroting 2012 Jaarrekening 2011 Convenant 'Leerkracht van Nederland' Kwartaalrapportages BSO(Buitenschoolse Opvang) TSO (Tussenschoolse Opvang) IPB (Integraal Personeelsbeleid) Kwaliteitsprofiel van de scholen Leerlingenontwikkelingen in de komende jaren
Scholen OPO Borger-Odoorn Brinnummer
School
Plaats
Cluster Borger e.o 12LU Grollemanschool 12TV Daltonschool 13AD DeBuyne 13LA Ekkelhof
Borger Ees Buinen Drouwen
Cluster Odoorn e.o 18VS 'tSchienvat 18VZ De Linderakkers 18WH DeWeiert 18WQ DeZweng
Klijndijk Valthe Odoorn Exloo
Cluster de Monden 13XE Nieuw-Buinen 75 14AL De Poolster 18TP De Aanloop 18UV De Westhoek
Nieuw-Buinen Nieuw-Buinen Valthermond 2 Exloërmond
Clusterdirecteur
Mevr. I. Roelfsema-Winkel
Dhr. E. Kruizinga
Dhr. R. Jansen / dhr. P. Reuver
d e
De Grollemanschool kent intern twee zelfstandig functionerende scholen: de Grollemanschool en de Montessorischool. Onder verantwoordelijkheid van de teamleider verzorgen twee personen de dagelijkse leiding.
Begroting
2012
Pagina 8
Onderwijsbureau De bezetting van het onderwijsbureau in Borger ziet er in 2012 als volgt uit: dhr. G. (Gerhardus) Hagénus, bestuursdirecteur dhr. A. (Albert) Krikken, adjunct algemeen directeur / stafmedewerker Onderwijs mevr. T. (Tineke) Swen, stafmedewerker P&O dhr. J. (Jaap) Hilbrands, stafmedewerker ICT, onderhoud, beheer, huisvesting, PR vacature, stafmedewerker financiën mevr. H. (Hetty) N i j b o e r - Ottens , secretarieel/administratief medewerker (personeel) Een deel van de personele en financiële administratie wordt verzorgd door het administratiekantoor OSG te Assen.
Buitenschoolse opvang / Tussenschoolse opvang Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van mogelijkheden voor voor- en naschoolse opvang. In samenwerking met het schoolbestuur van het christelijk onderwijs heeft het bevoegd gezag samenwerkingsovereenkomsten gesloten met twee aanbieders van buitenschoolse opvang. Deze samenwerkingsovereenkomsten worden jaarlijkse geëvalueerd en eventueel geactualiseerd. Schoolbesturen zijn ook verantwoordelijk voor de inrichting van een goede tussenschoolse opvang. Het blijkt dat de tussenschoolse opvang op veel scholen kwetsbaar is wat betreft de kwaliteit en de bezetting met vrijwilligers. Daarom is er een overeenkomst gesloten met een externe organisatie die de tussenschoolse opvang op onze scholen verzorgd. Deze uitbesteding heeft de kwetsbaarheid nog niet geheel kunnen wegnemen. In 2012 zal tot een structurele oplossing moeten worden gekomen.
Begroting
2012
Pagina 9
2
Organisatieschema
Het organisatieschema van de Stichting OPO BO kan (vereenvoudigd) als volgt worden weergegeven:
Stichtingsbestuur OPO BO
t Bestuursdirectie dhr. G. Hagénus dhr. A. Krikken
bestuursdirecteur adjunctdirecteur
I STAFBUREAU dhr. G.
Haqénus
bestuur personeel huisvesting financiën dhr. A.
mevr. T. Swen mevr. H. Nijboer-Ottens dhr. J. Hilbrands dhr. A. Brouwer
beleidsmedew. personeel en organisatie personeels- en
salarisadministratie
beleidsmedewerker
ICT
beleidsmedewerker
financiën a.i.
Krikken
onderwijskundig lokaal onderwijs
I GMR, MR en Scholen Cluster
Bomer
e.o.
Cluster
Odoorn
e.o.
Cluster De
Monden
(mevr. 1. Roelfsema-Winkel)
(dhr. E. Krulzinga)
(dhr. R. Jansen en dhr. P. Reuver)
Grollemanschool Ekkelhof Daltonschool de Buyne
De Weiert De Zweng De Linderakkers 't Schienvat
De Poolster De Aanloop OBS 75 De Westhoek
Begroting
2012
Pagina 11
3
Visie / missie
De visie/missie van het schoolbestuur is vastgelegd in het Koersplan 2006 - 2010 en kan als volgt worden samengevat en geformuleerd:
Kind • • •
ons onderwijs gaat uit van verschillen tussen kinderen persoonlijke ontwikkeling van kinderen staat naast kennisoverdracht centraal zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en samenwerken is belangrijk
Klimaat • • •
onderwijs en opvoeding is een gezamenlijke taak voor ouders en school tolerantie, respect en onderlinge solidariteit kenmerken het veilige schoolklimaat leerlingen en leerkrachten wordt gelegenheid gegeven met plezier veel te leren
Kwaliteit • • •
Begroting
2012
ons onderwijs is gericht op systematische ontwikkeling en zichtbare verbetering het onderwijsaanbod is afgestemd op de leerlingenpopulatie van de school aandacht voor maatschappelijk relevante thema's vinden we belangrijk
Pagina 13
4
Leerlingaantallen
Naar verwachting daalt het leerlingenaantal in het primair onderwijs de komende jaren in heel Nederland. Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is de afgelopen tien jaar daarentegen nauwelijks veranderd en lag steeds rond de 1,55 miljoen. In die periode heeft het speciaal basisonderwijs al wel te maken gekregen met een flinke leerlingendaling (-16%). Onder invloed van het WSNS-beleid bleven deze kinderen steeds vaker meedraaien in het reguliere onderwijs. Uiteindelijk valt ook in het primair onderwijs niet aan een aanzienlijke daling te ontkomen. De ontwikkeling van het aantal leerlingen loopt regionaal overigens sterk uiteen. In Groningen is het leerlingenaantal de afgelopen tien jaar gedaald, terwijl in sommige andere provincies het leerlingenaantal juist is gegroeid. Ook op lokaal niveau zijn er duidelijke verschillen te zien. In veel steden is het leerlingenaantal gegroeid; op het platteland is al jaren sprake van een daling. Vooruit kijkend naar de komende tien jaar is de verwachting dat het aantal leerlingen in het basisonderwijs in Nederland sterk daalt. Vooral in de periode 2010-2015 neemt het leerlingenaantal sterk af (-7%). Ook hier ontstaan naar verwachting grote regionale verschillen. Uit opgestelde algemene leerlingenprognoses blijkt dat vooral in Groningen, Friesland, Drenthe (I), Gelderland en Limburg het leerlingenaantal sterk zal dalen ( 1 1 a 12% in de periode 2009-2015). In de overige provincies is de leerlingendaling relatief kleiner. Stichting OPO Borger-Odoorn heeft de laatste jaren al met dalingen te kampen gehad. Als gevolg hiervan zijn een aantal jaren geleden financiële problemen ontstaan. De tekorten noopten tot adequaat ingrijpen. Besloten is een aantal scholen samen te voegen en vervolgens oude locaties op te heffen. Een effect dat hierbij moeilijk voorkomen kan worden is het zogenaamde 'weglekeffect'. Bij het opheffen van scholen gaan niet alle leerlingen naar een school binnen het eigen bevoegd gezag, maar stroomt een deel uit naar het bijzonder onderwijs of naar een openbare school buiten het verzorgingsgebied van OPO BO. Naast de absolute ("harde") krimp (vergrijzing; ontgroening) is door de bovenstaande relatieve ("zachte") krimp het aantal leerlingen per 1 oktober 2011 gedaald met 145 leerlingen. In de financiële bedrijfsvoering zal deze daling de komende jaren opgevangen dienen te worden. In de begrotingcijfers van 2012 werkt deze daling als gevolg van de financieringssystematiek nog niet volledig door. De meest recente prognoses tonen overigens aan dat het er op lijkt dat er de komende jaren voor wat betreft het aantal leerlingen in rustiger vaarwater kan worden gevaren... In onderstaande tabel zijn de werkelijke leerlingenaantallen tot en met 2011 en de prognoses voor de periode 2012 tot en met 2015 op de jaarlijkse teldatum (1 oktober) voor de Stichting OPO BO verwerkt.
A a n t a l leerlingen 1.800
1.600
1.400
1.200
1.000
800
Begroting
2012
Pagina 15
Voor scholen (en besturen) heeft een daling van het leerlingenaantal een aantal negatieve gevolgen. De meest in het oogspringende is uiteraard de vermindering van de rijksbijdrage lumpsum en de materiële instandhouding. Dit hangt samen met het feit dat de personele en materiële bekostiging in het onderwijs sterk afhankelijk is van het aantal leerlingen. Daarnaast kan een daling tot gevolg hebben dat er geen nieuw personeel (meer) kan worden aangesteld en het personeelsbestand daardoor verder vergrijst. Dat is uiteraard mede afhankelijk van het natuurlijk verloop van personeel in de organisatie. Indien het natuurlijk verloop beperkt is en scholen/besturen bij (dreigend) ontslag op grond van de regelgeving moeten blijven vasthouden aan het 'last in, first out' principe, dan zal een daling van het leerlingenaantal leiden tot een verdere vergrijzing van het personeelsbestand. Wanneer er de komende jaren echter ook veel oudere werknemers vertrekken, verandert er vermoedelijk echter maar weinig. Terugloop van leerlingen kan leiden tot de noodzaak om combinatiegroepen te vormen. De kwaliteit van het onderwijs kan hierdoor onder druk komen te staan. Naar verwachting wordt bij de Stichting OPO BO het laagste punt in de leerlingenaantallen bereikt in het jaar 2022. Daarna zal het aantal leerlingen naar verwachting weer licht gaan stijgen. Getracht moet worden te komen tot oplossingen die zo mogelijk structureel de negatieve gevolgen van krimp opvangen. De terugloop van het leerlingenaantal heeft ook effect op de materiële instandhouding. Klaslokalen komen soms leeg te staan. Aangezien OPO Borger-Odoorn nu en in de komende jaren te maken heeft met krimp, is ook nog ingezet op arbeidbevorderende maatregelen. Met de vakbonden is ingestoken op flankerende maatregelen. Op basis van een aantal bijeenkomsten met de vakbonden is uiteindelijk flankerend beleid vastgesteld. Met het doel om gedwongen werkloosheid ten gevolge van krimp in beginsel te voorkomen zijn de volgende maatregelen binnen het beschikbaar gestelde budget van € 100.000 (bedrag begroting 2012) van kracht: 1. 2. 3.
Financiële tegemoetkoming bij gebruikmaken FPL). Vertrekregeling bij ontslag op vrijwillige basis. Loopbaanadvies en -begeleiding.
Dit flankerend beleid is integraal onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Binnen het kwaliteitsbeleid is sprake van strikte(re) toepassing van begeleiding en beoordeling van het personeel. Dit zal bijdragen aan (externe) mobiliteit ten gunste van de kwaliteitsdoelstellingen. Om de kwaliteit en daarmee de continuïteit van de organisatie te borgen, wordt een structuurverandering toegepast, c.q. gewerkt met clusters. De clusters worden aangestuurd door clusterdirecteuren met toedeling van portefeuilles. Bovendien vindt training en opleiding plaats tot meer resultaatgericht leiderschap. Bovenstaand beleid vindt plaats in het kader van het risicomanagement (zie verderop). Met name is dit gericht op de operationele risico's. Aanvullend risicomanagment is gericht op reputatie/imago (strategisch) en op (garantie-)verplichtingen en budgetoverschrijdingen (financieel).
Begroting
2012
Pagina 16
5
Scheiding van bestuur en intern toezicht
Het scheiden van de functies van bestuur en intern toezicht is een belangrijk governancebeginsel. In de wet 'governance' wordt ieder schoolbestuur opgedragen die scheiding in de eigen organisatie zelf handen en voeten te geven. De wet volstaat met een zorgplicht; het bevoegd gezag bepaalt in welke vorm het daaraan gevolg geeft.
•taaUblad van hat Koninkrijk dor Nederlanden
282
WN 1 l o l 2010, MMHtHld*W«•• tik» van biwarMrnfanflng • n a M i l «ar •rraorwUa. t« m ilUWal w é i i p•o M 4a *** •ndtrwlJ». d* Wal *p * a «« m l ap •Manila, I WH «p kal k«l vowtoiant nlia, •Ha. d« V ««Wal ap k«l vom(| aahaMa •ndanvqa. twM 1 and* LaarpiMi LM (an bbakoM via •voemafina* n o t inyojniig aaiTwaHIng Mttrvaoaanwa **1 • • « a t van a« van • a l •maakh>t«*a Tarboiarhig MIntaia mMMnaniviBM i ••«lalt i n h l inma f M IMI ftfifcjUg vaa hal paaaiti MluHUdM \
•mail kat
IS
foMtum
ml
IrK&ïavinh 'i
vattitallng v u da vtlta van matton
De wet 'governance' is in werking getreden per 1 augustus 2010. Onderwijsinstellingen hadden 1 jaar de tijd (derhalve tot 1 augustus 2011) om er voor te zorgen dat aan deze wet wordt voldaan.
aihi
KtlO
vwo
l>MIWia>M<«n>«l
Een belangrijk beginsel van goed onderwijsbestuur is het scheiden van de functies van bestuur en het intern toezicht. Vanaf 1 augustus 2011 is in het primair en voortgezet onderwijs het bestuur en het interne toezicht op het bestuur daarom gescheiden. Intern toezicht is 'het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren'. Over de verbetering van intern toezicht is in het najaar van 2009 een wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer. Goed onderwijsbestuur vereist een onafhankelijke positie van de intern toezichthouder ten opzichte van de bestuurder en er moet sprake zijn van een heldere verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast is het voor goed toezichthouderschap van belang dat de intern toezichthouder over de juiste competenties en ervaring beschikt; daarbij valt te denken aan: motivatie, onafhankelijkheid, deskundigheid, analytisch vermogen, beschikbaarheid, houding, gedrag, ervaring en betrokkenheid. Ook moet de toezichthouder bestuurlijke ervaring hebben, goed kunnen samenwerken en beschikken over financiële, juridische en enige onderwijskundige kennis.
Het stichtingsbestuur heeft het interne toezicht zoals dat is bepaald in de wet- en regelgeving binnen het bestuur geregeld.
Begroting 2012
Pagina
17
6
Financieel
Als je kunt zwemmen, maakt het niet uit hoe diep het is...
6.1
Rijksbijdragen
6.1.1
Bezuinigingen
CA O-primair onderwijs Landelijk vastgestelde aanpassingen, bijvoorbeeld verhoging van de salarissen, het inkorten van de salarisschaal LA en invoering van de functiemix worden niet volledig gecompenseerd via de personele lumpsum. Een deel van de bekostiging van deze aanpassingen komen structureel voor rekening van het schoolbestuur. Groeiregeling Een tweede ingrijpende bezuiniging is dat sinds 1 augustus 2010 de groeiregeling in het basisonderwijs niet meer op school, maar op bestuursniveau wordt berekend. De telling blijft per de eerste van de maand (de eerste schooldagtelling blijft daarbij van kracht), en de regeling heeft voor de eerste keer effect wanneer het aantal leerlingen op bestuursniveau meer dan 13 leerlingen hoger is dan de telling op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar (per school opgehoogd met 3% en per school afgerond naar beneden op een geheel getal). Op landelijk niveau leidt deze bezuiniging tot een besparing van € 46 miljoen.
Daarbovenop komen echter nog extra bezuinigingen van met name het Rijk: > > > > > >
afschaffen van de bekostiging van bestuur en management bevriezing van budget speciaal onderwijs op niveau 2008 oplopend tekort van nu al meer dan 30% op materiële kosten bezuinigingen op loonkosten in het passend onderwijs bezuiniging op onderwijsachterstanden afnemende subsidies van lokale overheden.
€ € € € €
90 miljoen 76 miljoen 200 miljoen 300 miljoen 50 miljoen
In dit kader moet verder ook in ogenschouw worden genomen de 'sluipende' bezuiniging als gevolg van personele lasten (waaronder lasten van de Bapo) die harder stijgen dan de personele bekostiging in combinatie met de extra - slechts gedeeltelijk vergoede - lasten voor de functiemix, bezuinigingen op jeugdzorg die de problematiek in de klas en op de school verzwaren en miljoenenbezuinigingen op incidentele subsidies. De opeenstapeling van bezuinigingen brengt zeker de kwaliteit van het onderwijs en soms zelfs de continuïteit van de schoolorganisaties in gevaar.
Begroting
2012
Pagina 19
Schoolbesturen in het algemeen en Stichting OPO Borger-Odoorn in het bijzonder, moeten overgaan tot drastische maatregelen als ontslag, grotere klassen, minder begeleiding, uitstellen van investeringen in het algemeen en langer wachten met vervanging van lesmateriaal in het bijzonder, et cetera. Het is niet reëel om te denken dat bezuinigingen van een dergelijke omvang in het basisonderwijs niet ten koste gaan van de situatie in de klas. Volgens gegevens van de PO Raad zijn scholen in het Primair Onderwijs bovendien de laatste drie jaar al steeds armer geworden. Stichting OPO Borger-Odoorn is daar één van. De vermogenspositie ultimo 2010 is ten opzichte van 2008 sterk verslechterd. Geconstateerd moet worden dat de resultaten onder druk staan. Het verantwoordingsjaar 2010 is afgesloten met een negatief resultaat. De begrotingen 2011 en 2012 laten dan wel positieve saldi zien, maar het meerjarenperspectief toont wederom nadelige saldi... Schoolbesturen die dat nog kunnen, moeten - tijdelijk - gaan interen op hun reserves. Er moet van de reserves gebruik worden gemaakt om met het rijksbudget uit te komen. Daarnaast wordt er vanuit de reserves extra geïnvesteerd in het onderwijs. Hierdoor kunnen de gevolgen van de bezuinigingen tijdelijk worden verzacht. Reserves zijn echter per definitie bedoeld om incidenteel tekorten op te vangen. Het incidentele karakter mag overigens in bijzondere situaties wel een aantal jaren beslaan. Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt is het dan wel van belang dat aan het einde van een op te stellen meerjarenperspectief uiteindelijk een sluitende exploitatie kan worden getoond. Het MJP 2012-2015 van Stichting OPO Borger-Odoorn laat alleen voor het begrotingsjaar 2012 een voordelig saldo zien; de volgende jaren zijn negatief. De reserves van Stichting OPO Borger-Odoorn zijn na een aantal zwaar verliesgevende jaren nog niet weer op een voldoende peil gekomen om tekorten vanuit de reserves tijdelijk te kunnen dekken. Er zal dus het nodige moeten gebeuren! Saldi volgens het MJP Meerjarenperspectief Jaar
Saldo
2012 2013 2014 2015
98.083 -511.884 -735.296 -466.635
De nadelig saldi zoals ze op dit moment worden voorzien in het MJP kunnen niet worden opgevangen vanuit de reserves. Benadrukt moet overigens wel worden dat het getoonde scenario in het MJP - hoewel er wel rekening wordt gehouden met reeds bekende natuurlijke uitstroom als gevolg van bijvoorbeeld pensionering - uitgaat van ongewijzigd beleid; de resultaten worden getoond rekening houdende met dalende leerlingaantallen, maar met een verder ongewijzigde formatie! Hoewel de voorgenomen en de te nemen maatregelen op de één of andere wijze uiteindelijk de kwaliteit van het onderwijs onder druk zetten, blijft Stichting OPO Borger-Odoorn goed onderwijs bieden. Nu en ook in de toekomst!
Begroting
2012
Pagina 20
6.1.2
De
bestemmingsbox
Besturen maken beleid om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de Rijksoverheid maakt dat mede mogelijk door het verstrekken van subsidies. Subsidies kennen meestal een voorgeschreven besteding. Dit beperkt de bestedingsvrijheid en daarmee de mogelijkheid om zelf prioriteiten te stellen. Daarom is gezocht naar een nieuw instrument om met geld richting te geven aan het beleid. De bedoeling van dat instrument is dat scholen zich bewust zijn waarom de overheid het geld verstrekt, dat bij het begroten een bewuste afweging wordt gemaakt hoe het geld zal worden besteed en tot slot dat het Rijk uiteindelijk wordt geïnformeerd wat er met het geld is gedaan. Zo is met ingang van het schooljaar 2010-2011 de bestemmingsbox tot stand gekomen, als een instrument om richting te geven aan het beleid en om een bewuste afweging van prioriteiten te stimuleren. Met de bestemmingbox ontvangen scholen lumpsumgeld met een specifiek doel. De scholen kunnen zien waar het geld voor wordt ontvangen, maar zijn niet verplicht het geld daar ook aan te besteden. Het blijft lumpsumgeld; er blijft met andere woorden een volledige bestedingsvrijheid (er wordt door het Rijk overigens wel gevraagd hierbij een bewuste afweging te maken). In het jaarverslag wordt het resultaat van deze afweging uiteindelijk weergegeven. Het gaat om een lichte vorm van informatievoorziening, niet om een verantwoording. Op basis van de verstrekte informatie vindt geen afrekening plaats.
Omvang van de middelen De bestemmingsbox kende in het eerste schooljaar twee budgetten: middelen voor de verduurzaming van taal en rekenen en de middelen ter bestrijding van achterstand. Voor versterking van het taal- en rekenonderwijs was in het schooljaar 2010-2011 € 24 miljoen beschikbaar. Voor de bestrijding van onderwijsachterstanden ging het om de ca. € 450 miljoen die al in de lumpsum was opgenomen.
Taal en rekenen Goede beheersing van taal en rekenen vormt voor alle leerlingen de basis voor hun verdere loopbaanontwikkeling. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat taal- en rekenprestaties in Nederland achterblijven bij prestaties in andere landen. Om scholen in staat te stellen de leerprestaties voor taal en rekenen te verbeteren zijn extra middelen beschikbaar. Vanuit de verwachting dat meer opbrengstgericht werken door scholen leidt tot structurele verbetering van de taal- en rekenprestaties, worden de middelen hiervoor toegekend. Het zijn lumpsummiddelen die bedoeld zijn voor 'extra activiteiten'. Door het Rijk is hiervoor een bedrag beschikbaar gesteld € 15,50 per leerling. Op basis van het aantal leerlingen per 1 oktober 2011 en 1 oktober 2012 leidt dit in 2012 tot een bijdrage van het Ministerie van OCW van €22.553.
Onderwijsachterstanden Scholen ontvangen al middelen ter bestrijding van onderwijsachterstanden via de lumpsum op basis van de gewichtenregeling. Maar omdat er geen verantwoording wordt gevraagd, blijft voor het Rijk onduidelijk hoeveel wordt besteed aan onderwijsachterstand. Daarom wordt met deze regeling aan het bevoegd gezag gevraagd gegevens beschikbaar te stellen over de besteding van de onderwijsachterstandmiddelen. Bij de informatie over de bestemmingsbox worden bij de inkomsten de middelen weergegeven die voor gewichtenleerlingen worden ontvangen.
Begroting
2012
Pagina 21
6.2
Bruidsschat
Een gemeente, die in de rol van bestuurder van openbare scholen meer geld aan die scholen uitgeeft dan de gemeente van het Rijk aan subsidie voor die scholen ontvangt, dient die extra uitgaven naar rato ook beschikbaar te stellen aan gelijksoortige bijzondere scholen in de eigen gemeente. Deze plicht tot doorbetaling aan het bijzonder onderwijs vloeit rechtstreeks voort uit de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs die in de Grondwet is verankerd. De wetgever heeft één uitgavenpost uitgezonderd van de plicht tot doorbetaling. Het betreft de zogenoemde kosten van administratie beheer en bestuur (de abb of bestuurskosten). Deze uitzondering werd door de wetgever indertijd gerechtvaardigd door er op te wijzen dat de werkelijke bestuurskosten van het openbaar onderwijs niet zuiver berekend konden worden. Om langdurige discussies en gerechtelijke procedures in gemeenten over wat nu precies het niveau van de abbkosten van het openbaar onderwijs is, te voorkomen, heeft de wetgever er voor gekozen de abbkosten buiten de overschrijdingsregeling te houden. Extra abb-uitgaven boven de normvergoeding die aan de stichting beschikbaar worden gesteld, behoeven - als ware er sprake van integraal bestuur - door de gemeente niet doorbetaald te worden aan het bijzonder onderwijs in de gemeente. De bruidsschatregeling kan toegepast worden in die gevallen, waarin het bestuur over het openbaar onderwijs wordt overgedragen aan een vermogensrechtelijk zelfstandige rechtspersoon. Concreet gaat het daarbij om de volgende vier bestuursvormen: • • • •
Het openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen; De openbare rechtspersoon; De stichting openbaar onderwijs; De stichting samenwerkingsbestuur.
Doel van de bruidsschatregeling is om de overgang naar de nieuwe bestuurlijke organisatie en de opbouw daarvan soepeler te laten verlopen. Met behulp van een extra financiële injectie gedurende de startfase kan het nieuwe schoolbestuur toegroeien naar een efficiënte en betaalbare organisatie. Naast een bruidsschat krijgt Stichting OPO BO van de gemeente eveneens een tegemoetkoming in de hogere kosten samenhangende met de materiële instandhouding. Specifiek gaat het hier om een vergoeding voor kosten samenhangende met het onderhoud (gebouw- en tuinonderhoud) bij scholen en voor de kosten van het schoonmaken. Deze beide vergoedingen vallen voor de gemeente overigens wel onder de overschrijdingsregeling. Stichting OPO BO heeft van de gemeente Borger-Odoorn voor de komende jaren de volgende extra middelen toegekend gekregen. Gemeente Borger-Odoorn Bruidsschat
Begroting
Totaal
Materiële vergoeding
2010
1.074
2011
411.900
92.385
504.285
2012
311.900
38.035
349.935
2013 2014 2015
201.900 106.900
40.242 16.242 17.882
242.142 123.142 17.882
1.033.674
204.786
1.238.460
2012
1.074
Pagina 22
De bestedingsvrijheid van de bruidsschat is beperkt. Het betrokken geld kan uitsluitend uitgegeven worden aan uitgaven, die vallen binnen de termen van het begrip kosten voor administratie, beheer en bestuur. Daarbij kan met name aan de volgende kosten worden gedacht: • • •
• •
Bestuurlijke kosten (b.v. de kosten van een eventuele vacatiegeldregeling, reis- en verblijfkosten, huisvesting). De kosten van de financiële en salarisadministratie (hetzij uitgevoerd in eigen beheer, hetzij uitbesteed aan een administratiekantoor). De kosten van de beleidsondersteuning op mogelijk onderwijskundig, personeel en financieel terrein (hetzij uitgevoerd door staffunctionarissen, die in dienst zijn getreden, hetzij uitbesteed aan een bureau). De kosten van aansluiting bij of instandhouding van eigen geschillen-, klachten- en/of bezwaarschriftencommissies. De kosten van het bovenschools management.
De wet schrijft voor dat het schoolbestuur, dat een bruidsschat ontvangt, jaarlijks zowel aan het gemeentebestuur als aan de overige schoolbesturen die gelijksoortige scholen in de gemeente instandhouden, een verklaring van de accountant overhandigt. Uit die verklaring moet blijken dat zowel de bruidsschat als de voor dat jaar ontvangen reguliere vergoeding voor abb besteed is aan uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur. Maakt het bevoegd gezag in enig jaar het budget voor abb (reguliere vergoeding + bruidsschat) niet geheel op dan moet het bevoegd gezag het restant terugstorten in de gemeentekas. Het bevoegd gezag kan de bruidsschat dus niet reserveren.
6.3
I n v e s t e r i n g e n in 2 0 1 2 .
In 2012 zijn de volgende voorgenomen investeringen in de begroting opgenomen:
Kantoor- en schoolmeubilair Apparatuur en installaties Leermiddelen (OLP) ICT Overige materiële vaste activa
25.000 10.000 100:000 225.000 0 360.000
De investeringen in leermiddelen betreffen voor een groot deel investeringen in vervanging van onderwijsmethoden.
Begroting
2012
Pagina 23
7
Planning- en controlcvclus
Voor het voeren van goed financieel beleid werkt Stichting OPO Borger-Odoorn met een planning en controlcyclus. Deze begroting en het meerjarenperspectief maken hier bijvoorbeeld ook onderdeel van uit. De doelstellingen zijn verder geformuleerd in het strategisch beleidsplan, het jaarplan en de schoolplannen. Middels periodieke managementrapportages wordt de voortgang van het realiseren van de doelstellingen en de budgetuitputting bewaakt. In de inhoudelijke toelichting bij jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de rechtmatigheid van de bestedingen. De planning- en controlcyclus kan visueel als volgt worden weergegeven:
Meerjarenperspectief
Begroting
Voor het realiseren van de financiële doelstellingen zijn in het kader van 'zelfbeheer' afspraken gemaakt tussen het onderwijsbureau en de diverse scholen. De uitgangspunten die hierbij gelden zijn: <*• Verantwoordelijke budgethouder De clusterdirecteur is budgethouder. 4-
Budgetverschuiving Verschuiving tussen budgetten, zoals de lumpsum ook voorstaat, is op schoolniveau toegestaan.
•*• Tekort en overschot op schoolniveau Overschrijding van het oorspronkelijk toegekende schoolbudget is pas dan mogelijk na voorafgaand toestemming te hebben verkregen van het onderwijsbureau in de persoon van
Begroting
2012
Pagina 25
de bestuursdirecteur (bijvoorbeeld in het kader van kwaliteitsaanpak). Financiering komt dan ten laste van bovenschoolse middelen.
Begroting
2012
Pagina 26
8
Financiering
Dit onderdeel van de begroting omvat ondermeer beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille.
Algemeen Stichting OPO Borger-Odoorn heeft de keus de bezittingen op verschillende manieren te financieren. Grofweg kunnen deze financieringswijzen worden verdeeld in financiering met eigen en met vreemd vermogen. Langlopend vreemd vermogen heeft doorgaans uitsluitend een financieringsfunctie. Het eigen vermogen echter heeft meerdere functies. Naast de financieringsfunctie maakt het eigen vermogen deel uit van het weerstandsvermogen (dit wordt verder uiteengezet in het onderdeel 'weerstandvermogen'); het vermogen van OPO Borger-Odoorn om financiële tegenvallers op te kunnen vangen teneinde de onderwijstaken te kunnen voortzetten. Bij de financiering van vaste activa heeft OPO Borger-Odoorn in principe de keuze uit eigen of vreemd vermogen. Het eigen vermogen moet in de loop der jaren worden opgebouwd door bijvoorbeeld overschotten op de rekening toe te voegen aan de reserves. OPO Borger-Odoorn heeft in het verleden de activa nog nooit gefinancierd door middel van het aantrekken van langlopende leningen. Financiering binnen OPO Borger-Odoorn vindt dan ook volledig plaats met eigen vermogen. Overigens is het aantrekken van langlopende leningen door onderwijsinstellingen in zijn algemeenheid nog niet gebruikelijk. Mede als gevolg van rapportages van ondermeer de 'commissie Don' wordt de discussie hierover echter wel weer gevoerd. Vooralsnog blijft de financiering van de huidige activa en de toekomstige investeringen geschieden vanuit het eigen vermogen. De functie van het eigen vermogen van OPO Borger-Odoorn is vierledig en wordt in onderstaand diagram weergegeven. Het aanwezige eigen vermogen van OPO Borger-Odoorn heeft altijd een financieringsfunctie, maar kent daarnaast nog een drietal andere functies:
HMUMMMMnaKlft)
Bestedingsfunctie: OPO Borger-Odoorn heeft de mogelijkheid geld te sparen om het vervolgens uit te geven. Als de bestemming van een reserve uiteindelijk 'consumptieve uitgaven' betreft, wordt gesproken over een reserve met een bestedingsfunctie. Op deze manier kan bijvoorbeeld de ontwikkeling van de
Begroting
2012
Pagina 27
inkomsten (vergoeding ministerie van OCW voor bijvoorbeeld de investeringen in meubilair, ICT en OLP) in de tijd worden glad gestreken. De inkomsten hoeven door het bestaan van een reserve met bestedingsfunctie immers niet hetzelfde patroon te volgen als de uitgaven. Ook kunnen overschotten worden bewaard, om bijvoorbeeld het volgende jaar iets extra's uit te geven. Bufferfunctie: De bufferfunctie is eigenlijk de belangrijkste functie van het eigen vermogen. Reserves zijn één van de instrumenten om risico's af te dekken. Reserves maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit van OPO Borger-Odoorn: de middelen die kunnen worden ingezet om tegenvallers op te vangen. Naast de reserves zijn dit langlopende voorzieningen en ruimte op de begroting. De verhouding tussen weerstandscapaciteit en risico's is het weerstandsvermogen. Dit is het vermogen van OPO Borger-Odoorn om financiële tegenvallers op te vangen teneinde de onderwijstaken te kunnen voortzetten. Inkomensfunctie: Renteopbrengsten voortvloeiende uit reserves kunnen op verschillende manieren worden besteed. Ten eerste kunnen de rentebaten aan het eigen vermogen worden toegevoegd (voor een deel wellicht noodzakelijk om te zorgen voor koopkrachthandhaving). Daarnaast kan de rente zowel incidenteel als structureel worden gebruikt als dekking in de begroting. Er is sprake van reserves met een inkomensfunctie wanneer de rente structureel wordt gebruikt als dekkingsmiddel. Deze reserves kunnen niet voor iets anders worden gebruikt. Bij een besluit dit toch te doen zal het ontstane dekkingstekort op de begroting moeten worden opgevangen door aanvullende inkomensstromen of bezuinigingen op de uitgaven. De reserves van OPO Borger-Odoorn worden hiervoor niet gebruikt.
Begroting
2012
Pagina 28
9
Weerstandsvermogen
"In het onderdeel weerstandsvermogen wordt aangegeven hoe robuust de exploitatie van Stichting OPO Borger-Odoorn is. Dit is van belang wanneer zich er een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen".
De essentie in dezen is dat stichting OPO Borger-Odoorn zich zelf dient af te vragen hoeveel vermogen ze nodig heeft om de continuïteit en efficiency van de activiteiten te kunnen waarborgen. Dit onderdeel bevat daarom onder andere een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en van de risico's. Nadat de risico's in beeld zijn gebracht, kan de weerstandscapaciteit worden berekend. De risico's kunnen vervolgens aan de weerstandscapaciteit worden gerelateerd. Het weerstandsvermogen is tenslotte de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico's die de stichting loopt. Het vorenstaande kan modelmatig als volgt worden vormgegeven:
Relatie risico's en
weerstandscapaciteit
Risico's
Weerstandscapaciteit
• • • • •
• Reserves • Ruimte op de begroting • Langlopende voorzieningen
Demografisch (leerlingenkrimp) Economisch Politiek Juridisch Et cetera
Flexibiliteit
Samenloop van risico's
Weerstandsvermogen
Risicomanagement Het voeren van een verantwoord financieel beleid is een essentiële voorwaarde voor de sturing, verantwoording, continuïteit en daarmee het succes van de organisatie. Het is daarom van belang om (in)zicht te hebben (in)op de risico's die de organisatie loopt. De risico's worden hier in zijn algemeenheid benoemd. Het gaat daarbij om risico's waarvoor nog geen maatregelen getroffen zijn, maar die, mochten deze risico's zich daadwerkelijk voordoen, van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie van de stichting. Voor het dekken van deze risico's is een financiële buffer noodzakelijk.
Begroting
2012
Pagina 29
In onderstaande figuur wordt een belangrijk aantal van de terreinen waarop risico's worden gelopen in beeld gebracht:
Financiële Risico's
Schade Risico's
Strategische Risico's
Operationele sicos
Ten aanzien van de schaderisico's geldt dat het belangrijkste deel hiervan is verzekerd. Hierbij wordt het risico op het optreden van schade afgewenteld op de verzekeraar. Uiteraard staat hier premiebetaling tegenover. Voor overige risico's van te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten worden voorzieningen getroffen. Deze voorzieningen vormen een onderdeel van het vreemd vermogen en zijn daarom niet vrij inzetbaar De volgende risico's kunnen worden aangemerkt als risico's die (voor een belangrijk deel) niet beheersbaar zijn en niet (altijd tijdig) voorzien kunnen worden: Fluctuatie in leerlingenaantallen (krimp wordt vertaald in het meerjarenperspectief) Financiële gevolgen van arbeidsconflicten (gezien de noodzakelijke krimp in personele formatie neemt het risico hiervan waarschijnlijk toe) Instabiliteit in de bekostiging Onvolledige indexatie van de bekostiging Aan deze vier risico's wordt een algemeen 'restrisico' toegevoegd. Dit restrisico omvat alle risico's die niet hoog genoeg (of onvoldoende kwantificeerbaar) zijn voor het berekenen van een individueel risicopercentage, maar die cumulatief wel een buffer rechtvaardigen. De commissie 'Don' is in haar eindrapportage gekomen tot een globale kwantificering van de financiële buffer waarover een onderwijsinstelling zou moeten kunnen beschikken, afhankelijk van onderwijssector en grootteklasse (uitgedrukt in procenten van de totale jaarlijkse baten van de instelling). Voor het primair onderwijs komt de commissie 'Don', rekening houdende met de omvang, uit op een percentage van 10%. Op basis van de genoemde berekeningssystematiek kan voor OPO Borger-Odoorn het werkelijke percentage als volgt worden berekend.
Begroting
2012
Pagina 30
Jaarrekeninq 2010
Eigen vermogen Baten 2010
981.474 8.645.791 11,4%
Dit percentage ligt derhalve net boven de minimale buffer die de commissie 'Don' heeft gesteld. Op grond daarvan is de conclusie dat het weerstandsvermogen van OPO Borger-Odoorn voldoende is, maar hierbij dient wel te worden opgemerkt dat dit een momentopname is en dat daarom bij een juiste beoordeling van het weerstandsvermogen rekening moet worden gehouden met het meerjarenperspectief. Als meest risicovolle aspect wordt voor OPO Borger-Odoorn de ontwikkeling van het aantal leerlingen benoemd.
Weerstandscapaciteit Het Bestuur is er uiteindelijk eindverantwoordelijk voor dat de begroting sluit. Een precies sluitende begroting zonder dat weerstandscapaciteit in welke vorm dan ook aanwezig is, leidt er toe dat elke tegenvaller (ongeacht de omvang), een probleem oplevert. Het onderwijskundig beleid staat op dat moment direct onder druk. Een buffer in de vorm van weerstandscapaciteit is daarom wenselijk. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die kunnen worden ingezet om optredende tegenvallers op te kunnen vangen: naast de reserves is dit de eventuele ruimte op de begroting. Soms wordt ook het langlopende deel van de voorzieningen tot de weerstandscapaciteit gerekend. Deze laatste component wordt door OPO Borger-Odoorn niet meegerekend. Wanneer de weerstandscapaciteit zich op precies het gewenste niveau bevindt, leidt een financiële tegenvaller uiteraard onmiddellijk tot een te lage weerstandscapaciteit. Bij nieuw optredende risico's moet de weerstandscapaciteit worden verhoogd, bij het vervallen van risico's kan de weerstandscapaciteit worden verlaagd. Er ontstaat dus een dynamisch geheel. Het tempo waarin het aanpassen van de weerstandscapaciteit gebeurt, is afhankelijk van de flexibiliteit van de stichting. Sommige kostenposten kunnen snel worden omgebogen, andere (bijvoorbeeld afschrijvingen) pas op langere termijn. Bij samenloop van tegenvallers kan in principe een groot deel van de weerstandscapaciteit in korte tijd verloren gaan. Bij elkaar snel opvolgende tegenvallers ontbreekt daarbij de tijd om de verloren gegane weerstandscapaciteit weer op te bouwen. Het door OPO Borger-Odoorn gevoerde beleid ten aanzien van de weerstandscapaciteit is onveranderd ten opzichte van voorgaande jaren. De weerstandscapaciteit is onder te verdelen in incidentele en in structurele weerstand. Beide onderdelen worden toegelicht. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit betreft het vermogen om tegenvallers eenmalig op te vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van onderwijstaken op het geldende niveau. Inzet van de incidentele middelen is alleen noodzakelijk als het bestuur hiervoor geen budget op de begroting heeft geautoriseerd. Dit vereist daardoor te allen tijde een bestuursbesluit. De incidentele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de stand van de algemene reserve en van de bestemmingsreserves. Van de bestemmingsreserves ligt de bestedingsrichting in meer of mindere mate vast. Het bestuur kan echter de bestedingsrichting van de bestemmingsreserves - indien noodzakelijk - wijzigen
Begroting
2012
Pagina 31
In onderstaande tabel wordt de incidentele weerstandscapaciteit in de vorm van eigen vermogen op 1 januari 2011 weergegeven. Omschrijving
(bedragen
x€1)
Algemene reserve - algemene reserve
981.474 981.474
Bestemmingsreserves Publiek - Publiek Privaat
0 0 0
Totale incidentele weerstandscapaciteit
981.474
Tenslotte maken ook stille reserves onderdeel uit van de incidentele weerstandscapaciteit. Met stille reserves worden activa bedoeld die niet tegen de (hogere) marktwaarde op de balans worden gewaardeerd. Hierbij kan worden gedacht aan directeurswoningen of aan in bezit zijnde aandelen. Stille reserves bestaan alleen in die gevallen waarbij deze activa direct verkoopbaar zijn en dus niet noodzakelijk zijn voor de directe uitvoering van onderwijskundige taken. Dergelijke reserves komen bij OPO Borger-Odoorn niet voor.
Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande onderwijstaken over meerdere jaren. De structurele weerstandscapaciteit zou kunnen bestaan in een in de begroting opgenomen bedrag voor 'onvoorzien'. Bij OPO BorgerOdoorn is een dergelijk post echter niet aanwezig.
Weerstandsvermogen Bij het optimaliseren van het weerstandsvermogen spelen naast weerstandscapaciteit en risico's als zodanig ook andere factoren een rol. Het gaat hierbij om het aanpassingsvermogen of de flexibiliteit van de organisatie, en om de kans op gelijktijdigheid van tegenslagen. Op zichzelf genomen kleine risico's kunnen door toeval gelijktijdig of vlak na elkaar optreden, waardoor toch een groot beroep op de weerstandscapaciteit noodzakelijk is. De kansen op verschillende soorten tegenvallers kunnen afhankelijk zijn.
Begroting 2012
Pagina 32
10
Treasuryparaaraaf
Algemeen Treasury kan worden omschreven als "het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's". Treasury is een belangrijk instrument geworden en krijgt daardoor steeds meer bestuurlijke betekenis. Het bestuur zal derhalve zorg moeten dragen voor een verantwoordelijke en professionele inrichting van de treasuryfunctie. Een bindend kader hiertoe is in de Regeling 'Beleggen en belenen" weergegeven die sinds 2001 van kracht is. In 2010 is deze regeling deels herzien en geactualiseerd. Belangrijkste verandering in de nieuwe regeling is dat de eisen aan de soliditeit van de banken is verscherpt. Per die datum geldt dat bij nieuwe beleggingen, een wijziging van beleggingen, het openen van een spaarrekening of het aangaan of verlengen van een depositorekening rekening gehouden moet worden met de nieuwe hogere eisen. Stichting OPO Borger-Odoorn heeft een treasurystatuut opgesteld. De reserves en voorzieningen zijn ondergebracht bij de Rabobank te Borger. Stichting OPO Borger-Odoorn heeft een rekening-courant en een reserveringsrekening ondergebracht bij de Rabobank. Voor de rekening-courant geldt als rentepercentage het één-maands Euribor -tarief met een afslag van 1,5%. De absolute ondergrens is 0%. 1
Ook voor de reserveringsrekening (de daar ondergebrachte reserves en voorzieningen zijn dagelijks beschikbaar), is vastgelegd dat het rentepercentage wordt bepaald door het één-maands Euribortarief zonder afslag. Dit beleid om de beschikbare middelen risicomijdend te beleggen voldoet daarmee volledig aan de criteria, zoals die zijn opgenomen in de "Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek". OPO Borger-Odoorn heeft tot op heden nog nooit leningen afgesloten. De beleggingen hebben een prudent karakter. Een belangrijk deel van de gelden wordt 'belegd' bij de de Rabobank en is op een internetspaarrekening geplaatst. Deze rekening kent geen (opname)beperkingen. De uitvoering van de treasuryfunctie is gedurende de laatste jaren vooral reactief: reagerend op ontwikkelingen in de markt en uitgaande van de actuele liquiditeitspositie werden middelen uitgezet of werden uitgezette middelen weer 'teruggehaald'. Dit reageren op de markt heeft uiteindelijk een positief effect gehad op het renteniveau. Door het verder verbeteren van de liquiditeitsprognose kan de financiering de komende jaren beter worden afgestemd op de huidige en toekomstige behoefte.
Euribor is de afkorting van Euro Interbank Offered Rate. Euribor is de rente waartegen een 60-tal Europese banken bereid zijn elkaar leningen met een bepaalde looptijd te verstrekken. De Euribor rentetarieven worden ook gebruikt voor het vaststellen van de rente van bijvoorbeeld spaarrekeningen.
Begroting
2012
Pagina 33
Op basis van een prognose van de geldstromen wordt verwacht dat het saldo aan liquide middelen in 2012 licht zal afnemen. De stand van de aanwezige liquide middelen bedraagt per medio november ca. € 650.000. Ultimo 2012 zal dit saldo vermoedelijk zijn gedaald naar circa € 576.000.
Kasstroomoverzicht
At? Stichting OPO Borger-Odoorn
Saldo liquide middelen 11-2010
650.000
Resultaat 2012
98.000
Correctie voor: Afschrijvingen Dotatie aan voorzieningen Investeringen Onttrekking aan voorzieningen
188.000 67.998 -360.000 -67.340 -171.342 -73.342
Geraamd saldo liquide middelen eind 2012
576.658
Rentevisie De Europese Centrale Bank (ECB) bezint zich op het inflatiegevaar in de eurozone. Het lijkt er op dat de ECB daarmee voorsorteert op het rentebeleid van de komende maanden. De Europese geldmarkttarieven zijn dit jaar in twee stappen ruim 0,5 procentpunt gestegen, in lijn met de verhoging van het herfinancieringstarief van de ECB. Het 3-maands euribortarief bedraagt nu 1,53% en het 1maandstarief 1,36%. De ECB staat daarin ten opzichte van andere grote centrale banken alleen. Als gevolg van de onzekere economische situatie lijkt het er echter nu op dat de rente voorlopig niet verder zal worden verhoogd en dat er mogelijk eind 2011 dan wel begin 2012 sprake zal zijn van een tweede neerwaartse renteaanpassing. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de centrale bank van de Verenigde Staten (de Federal Reserve; Fed) die ook is gericht op het stimuleren van de economische groei, is de ECB met name georiënteerd op het in de hand houden (lees: beperken) van de inflatie. Als gevolg van de huidige economische omstandigheden ziet de ECB zich echter genoodzaakt ook ten aanzien van de economische groei haar invloed en mogelijkheden aan te wenden. Het probleem voor de ECB blijft daarbij dat de economische prestaties in de eurozone zo sterk uiteenlopen. Voor de Duitse economie is een hogere rente gewenst, maar de zwakkere, met name zuidelijke landen in de Eurozone, die geen of nauwelijks groei laten zien, kunnen absoluut geen renteverhoging gebruiken, temeer omdat de banken in deze landen voor hun financiering sterk op de ECB leunen. Voor het jaar 2012 worden derhalve geen sterk fluctuerende rentepercentages verwacht. Het huidige, nog steeds lage renteniveau, blijft naar verwachting ook in 2012, mogelijk na een neerwaartse bijstelling eind 2011 dan wel begin 2012, gehandhaafd. Alternatieve beleggingen met een hogere rentevergoeding die passen binnen de Regeling 'Beleggen en Belenen' 2010 en het daarop gebaseerde Treasurystatuut' zullen in de loop van 2012 worden gezocht/onderzocht. Vooralsnog worden de tijdelijk overtollige liquide middelen belegd op de internetspaarrekening bij de huisbankier.
Begroting 2012
Pagina 34
Renterisico Iedere organisatie houdt zich bezig met geldstromen. Rente, zowel stijgend als dalend, heeft invloed op deze geldstromen. Bijvoorbeeld de rente die wordt ontvangen over beleggingen, maar ook rente die wordt betaald over eventuele leningen. Met rentemanagement worden de renterisico's die daarmee gepaard gaan beheerst. Rentemanagement is dus ook bepalend voor de rentabiliteit van het cashmanagement. Effectief rentemanagement gaat dus niet alleen om risico's maar ook om rendement. Het renterisico op afgesloten leningen is door het ontbreken van geldleningen o/g binnen de Stichting OPO Borger-Odoorn nihil. Het renterisico op de beleggingen van de OPO Borger-Odoorn wordt beperkt door een nauwgezette raming van de toekomstige geldstromen.
Begroting
2012
Pagina 35
11
Tot slot
Op grond van het feit dat er bij Stichting OPO BO de komende jaren sprake is van een daling van het aantal leerlingen en dat een aantal (met name gemeentelijke) bijdragen op termijn zullen vervallen, is het duidelijk dat er in de onderhavige begroting, maar ook in de begrotingen van komende jaren, aanzienlijke bezuinigingen moeten worden gerealiseerd, die voor een belangrijk deel moeten worden gevonden in de formatie. Inkrimping van de formatieve bezetting van de Stichting OPO BO is dan ook strikt noodzakelijk. De begroting voor het kalenderjaar 2012 sluit uiteindelijk met een geraamd positief saldo van € 98.083. De begroting 2011 sloot eveneens met een positief saldo € 20.366.
Begroting
2012
Pagina 37
Begroting
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Staat van baten en lasten
€ 3 3.1 3.2 3.4 3.5
Baten Rijksbijdragen O C W Overige overheidsbijdragen Werk in opdracht van derden Overige baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6
7.688.208 486.935 0 80.146 8.255.289
6.540.760 188.219
7.240.651 207.319 656.070 618.131
7.316.239 245.204 521.417 704.079
€
8.735.037
8.659.400
Saldo baten en lasten
€
€
8.122.106 504.285 0 108.646
8.443.301 14.826 0 201.274
Totaal lasten
5
€
€
Totaal baten
Begroting 2012
Begroting 2011
Rekening 2010
752.974 682.754
8.786.938
8.722.171
8.164.706
-127.538
12.866
90.583
14.461
7.500
7.500
-113.077
20.366
98.083
0
0
0
-113.077
20.366
98.083
Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering
Exploitatiesaldo
Pagina 39
Begroting 2012; Stichting OPO BO
i
Pagina 40
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Toelichting op de baten (Rijks)bijdragen OCenW
(Normatieve) rijksbijdrage OCW Vergoeding salariskosten Overige personele verg. Vergoeding materiële kst. Overige subsidies OCW Geoormerkt Cultuureducatie Niet-aeoormerkt P&A personele lumpsum B&M personele lumpsum Leerl. gebonden financiering (pers. 1st Leerl. gebonden financiering (mat. 1st Bijz. bekostiging taal en rekenen Samenvoeging Visueel gehandicapten
Totaal (Rijks)bijdragen OCW Vemoedino salariskosten
€
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
5.905.461 245.580 1.180.499
5.747.485 157.576 1.139.638
5.331.115 138.944 1.013.290
7.331.539
7.044.698
6.483.350
16.989
10.053
15.833
789.122 90.395 127.076 16.810 10.210 56.275 4.886
789.737 0 125.000 16.000 24.066 106.552 6.000
732.009 0 75.000 5.000 22.553 350.463 4.000
1.111.762
1.077.408
1.204.858
8.443.301
8.122.106
7.688.208
5.331.115
Sinds 1 augustus 2006 wordt aan onderwijsinstellingen in het Primair Onderwijs (PO) een lumpsumvergoeding toegekend. Aan de invoering van de lumpsum-financiering in het Primair Onderwijs liggen in hoofdzaak twee redenen ten grondslag. Ten eerste was voor het Ministerie van OCW de begroting voor het Primair Onderwijs een "open-eindregeling". De begroting kon aanzienlijk overschreden worden met name doordat alle personele kosten (voor zover deze vielen binnen het FRE-budget) op declaratiebasis door het ministerie werden vergoed. De rijksoverheid wilde en wil nog steeds zoveel mogelijk van deze open-eind-begrotingen af. Ten tweede is in 1992 afgesproken dat scholen meer ruimte zouden krijgen om leerlingen onderwijs en zorg op maat te bieden, om in te spelen op lokale verschillen en om een passend en tijdig antwoord te hebben op de snel veranderende maatschappelijke verhoudingen. Schoolbesturen zouden daarbij ook meer ruimte moeten krijgen om variatie in arbeidsvoorwaarden aan te kunnen brengen, waardoor zij een aantrekkelijker werkgever zouden kunnen worden. Daarvoor was het nodig dat de beleidsvrijheid toenam en dat centrale regels ruimer en globaler zouden worden gesteld. Bij beleidsvrijheid zou het daarbij niet alleen gaan om onderwijskundig beleid, maar ook om integratie daarvan met personeels- en financieel beleid. Dat betekende bekostiging op bestuursniveau, geen schotten tussen verschillende budgetten, geen bestedingsbeperkingen, geen oormerken, minder regels en geen declaratie achteraf.
Pagina
41
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Binnen de lumpsum-financiering wordt het aan Stichting OPO BO overgelaten of de ontvangen middelen worden ingezet ten behoeve van de financiering van personele of materiële kosten. Hierdoor wordt bereikt dat de Stichting OPO BO inderdaad meer beleidsvrijheid krijgt; immers de stichting is vrij om met kosten te schuiven tussen de 'oersonele' en de 'materiële' Dosten. De lumpsum-financiering vindt plaats per schooljaar (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de materiële instandhouding). Deze financieringssystematiek impliceert dat t w e e beschikkingen (2011/2012 (ontvangen) en 2012/2013 (geraamd)) moeten worden 'toegerekend' aan één begrotingsjaar (2012). De rijksbijdrage kan dan als volgt worden berekend: Schooljaar
Kalenderjaar
2011/2012
2012/2013
7/12
5/12
Beschikking 'Personele bekostiging regulier'
5.618.727
4.928.458
Toe te rekenen aan het verantwoordingsjaar 2
3.277.591 +
2.053.524=
2012
5.331.115 5.331.115
Zoals blijkt uit de gepresenteerde schooljaren, is de personele vergoeding in het schooljaar 2012/2013 aanzienlijk lager dan de vergoeding van het nu reeds lopende scholjaar (2011/2012). Deze daling wordt veroorzaakt door de sterke vermindering van het aantal leerlingen (145 leerlingen minder per 1-10-2011 in vergelijking met 1-10-2010). De specificatie van het totale bedrag wordt weergegeven in de bijlagen.
Pagina
42
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Overige personele verg.
€
138.944
De geraamde overige personele vergoedingen in het begrotingsjaar 2012 bestaan volledig uit de door het ministerie toegekende impulsgelden. De impulsregeling is in het schooljaar 209/2010 ingevoerd om scholen in gebieden die geconfronteerd worden met een cumulatie aan problemen, extra financiële armslag te geven. De impulsregeling komt bovenop de bestaande gewichtenregeling. Het ging in het eerste schooljaar om een bedrag van bijna € 1.350 euro voor elke leerling die in de gewichtenregeling valt. Inmiddels is het bedrag verhoogd n a a r € 1.669 per 'gewichtsleerling'. De impulsgebieden zijn postcodegebieden met veel lage inkomens en/of veel uitkeringen. Zij worden vastgesteld op basis van de Armoedemonitor van het SCP/CBS. Een school die in zo'n gebied staat krijgt impulsgeld. In de praktijk blijkt echter dat er scholen zijn die weliswaar in zo'n impulsgebied staan, maar toch vrijwel geen gewichtenleerlingen hebben. Omgekeerd komt het voor dat een school met veel gewichtenleerlingen net buiten de grenzen van het 'armoedepostcodegebied' staat ("verkeerde kant van de straat"...) en dus geen extra geld ontvangt. De regeling zal mogelijk worden herzien zodra het onderwijsnummer (i.e. het burgerservicenummer) volledig is ingevoerd in het primair onderwijs. Mogelijk dat dan de impulsgelden beter op basis van de gegevens van de individuele leerling ku Momenteel wordt voor de volgende scholen impulsfinanciering ontvangen: 13XE 14AL 18TP 18UV
Nieuw-Buinen 75 De Poolster De Aanloop De Westhoek
Vergoeding materiële kst.
€
1.013.290
De materiële vergoeding (Ml: vergoeding voor de materiële instandhouding) is een kalenderjaarvergoeding uitgedrukt in een lumpsumbedrag en wordt gebaseerd op het aantal leerlingen en het daaruit afgeleide aantal groepen. De Ml-vergoeding is normatief onderbouwd met Programma's van eisen (PVE's). In deze programma's van eisen staat aangegeven op welke uitgaven van een gemiddelde school de materiële vergoedingen zijn gebaseerd. Daarmee wordt aangegeven voor welke doelen de bekostiging wordt gegeven en voor welk bedrag verondersteld wordt dat bepaalde taken kunnen worden uitgevoerd. De bedragen kunnen gezien worden als een kengetal, waaraan een school de eigen uitgaven kan spiegelen. Maar de scholen zijn vrij in de besteding van de Ml-vergoeding. Het is in feite een soort lumpsumvergoeding.
Pagina
43
Begroting 2012; Stichting OPO BO
De toekenning van het budget voor materiële instandhouding in 2012 kan als volgt worden weergegeven:
Berekening van de materiële instandhouding
Groepsafhankelijk Onderhoud gebouw Onderhoud tuin Schoonmaakonderhoud Electra Verwarming Water Publiekrechtelijke heffingen
Leerlinctafhankeliik 151.392 4.714 179.928 15.541 60.787 4.648 23.012
2.640 1.532 517 6.963 18.014 34.149 9.617 1.690 188.118 146.564 31.887 69.085 11.023 50.959 510
Medezeggenschap Ouderbijdr. i.h.k.v. medezeggensch. WA-verzekering Culturele vorming Overige uitgaven Tussenschoolse opvang Bedrijfsgezondheidszorg Dienstreizen Onderh., verv. en vern. OLP Onderh., verv. en vern. ICT Onderh., verv. en vern. meubilair Administratie Onderhoudsbeheer Beheer en Bestuur NOAT
440.023
573.267
Totaal
1.013.290
De berekening van het totale bedrag wordt gedetailleerd weergegeven in bijlage 2.
Cultuureducatie
g
15 833
In het kader van de regeling 'Cultuureducatie' wordt subsidie verstrekt voor de ontwikkeling van een visie op de functie van cultuureducatie op scholen voor primair onderwijs. De subsidieregeling heeft tot doel dat over enkele jaren alle scholen in het primair onderwijs beleid uitvoeren op het gebied van cultuureducatie. Het streven moet zijn dat scholen gaan samenwerken met hun culturele omgeving en dat zij hun cultuureducatiebeleid in het schoolplan opnemen. Via deze regeling wordt een bedrag van € 10,90 per leerling toegekend voor het ontwikkelen van de vorenbedoelde visie op cultuureducatie en het realiseren van concrete activiteiten. De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de kosten. De middelen voor 'cultuureducatie' zijn inmiddels opgenomen in de bestemmingsbox. Op grond daarvan worden eventuele niet bestede middelen ingaande het schooljaar 2011/2012 niet meer teruggevorderd.
Pagina
44
Begroting 2012; Stichting OPO BO
P&A personele lumpsum
€
732.009
De bekostiging voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid wordt eveneens per schooljaar toegekend. Het aantal leerlingen op 1 oktober 2010 is wederom bepalend voor de berekening van de bekostiging voor het schooljaar 2011-2012 (1 oktober 2011 dientengevolge voor het schooljaar 2012/2013). Deze vergoeding biedt de Stichting OPO BO extra financiële ruimte om een eigentijds personeels- en arbeidsmarktbeleid te voeren. Het geld kan ondere andere worden besteed aan: - nascholing en deskundigheidsbevordering van onderwijzers en overig onderwijspersoneel - verbetering van de arbeidsomstandigheden - verbetering van de arbo-zorg en van het arbeidsmarktbeleid
De rijksbijdrage kan op dezelfde wijze als de lumpsumbekostiging worden berekend: Schooljaar
Kalenderjaar
2011/2012
2012/2013
7/12
5/12
Beschikking 'P&A-budget'
778.408
667.050
Toe te rekenen aan het verantwoordingsjaar 2
454.071 +
277.937 =
2012
732.009 732.009
De berekening van het totale bedrag wordt wederom gedetailleerd weergegeven in de bijlagen. Als gevolg van de leerlingdaling per 1 oktober 2011 is ook hier weer een aanzienlijke daling van het budget waarneembaar; ruim € 111.000 voor een schooljaar.
Pagina
45
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Samenvoeging
€
350.463
De rijksbijdrage in het kader van 'Samenvoeging' is gebaseerd op de regeling: "Faciliteitenregeling samenvoeging basisscholen". Het uitgangspunt voor de toekenning van de faciliteiten is dat gekeken wordt naar het geld voor de formatie dat: a. de afzonderlijke scholen zouden krijgen als er geen fusie zou hebben plaats gevonden, en b. de gefuseerde school krijgt op basis van het gesommeerde leerlingenaantal op de voorafgaande teldatum van de scholen die bij de fusie betrokken zijn. Het verschil wordt toegekend als overgangsformatie voor het eerste jaar en voor het tweede jaar wordt de helft van het verschil toegekend. Het verschil in de toeslag directie wordt twee jaar toegekend voor 100%. De berekening van de overgangsformatie hoeft maar eenmalig plaats te vinden en gebeurt volgens een eenvoudig principe. Door de linearisering heeft een samenvoeging in principe geen gevolgen: de formatie voor 150 leerlingen van school A plus 50 leerlingen van school B is door de lineaire toekenning gelijk aan de formatie van school AB. Verschil kan zich slechts voordoen als een bij de samenvoeging betrokken school te maken heeft met één of meer van de volgende formatiecomponenten:
a. verhoging ten behoeve van zeer kleine scholen b. vermeerdering van de basisformatie voor basisscholen met een of meer nevenvestigingen met 3/4 van het formatieve verschil voor formeel erkende nevenvestigingen, c. de kleinescholentoeslag: voorscholen met minder dan 145 leerlingen, en/of d. formatie voor de bestrijding van onderwijsachterstanden: de formatie die wordt toegekend op basis van het aantal 'gewichtsleerlingen'. e. impulsgebiedstoeslag: de toeslag die wordt ontvangen voor een school in een impulsgebied. Alleen als een school met een of meer van deze componenten te maken heeft is er effect voor de vaststelling van de omvang van de formatie na samenvoeging. Immers de school die na de fusie ontstaat, kan een omvang of een samenstelling van het totale leerlingenbestand hebben die er voor zorgt dat de eerdere toekenning onder a, b, c, d en/of e niet of niet meer in dezelfde mate meer aan de orde is.
Overige overheidsbijdragen
Gemeentelijke bijdragen Overige mater, baten gemeente Vrijval egalisatierekening
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
0 14.826
504.285 0
481.935 5.000
14.826
504.285
486.935
Overige overheidsbijdragen Overige overheidsbijdr. (mat. verg.)
Totaal overige overheidsbijdragen
0
14.826
486.935
504.285
Pagina
46
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Overige mater, baten gemeente
€
481.935
In verband met de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs in de gemeente Borger-Odoorn heeft de gemeente aan de nieuwe stichting een tweetal subsidiebedragen toegekend voor een periode van 5 jaar. Het betreft enerzijds een vergoeding voor abb-kosten (de zogenaamde bruidsschat), anderszijds betreft het een tegemoetkoming in de materiële kosten voor onderhoud en schoonmaak. Doel van de bruidsschatregeling is om de overgang naar de nieuwe bestuurlijke organisatie en de opbouw daarvan soepeler te laten verlopen. Met behulp van een extra financiële injectie gedurende de startfase kan Stichting OPO BO toegroeien naar een efficiënte en betaalbare organisatie. De volgende bedragen zijn door de gemeente Borger-Odoorn toegekend: Gemeente Borger-Odoorn Bruidsschat
Totaal
Materiële vergoeding
2010
1.074
1.074
2011
411.900
92.385
504.285
2012
311.900
38.035
349.935
2013 2014 2015
201.900 106.900
40.242 16.242 17.882
242.142 123.142 17.882
1.033.674
204.786
1.238.460
Voor een verdere toelichting op de 'bruidsschat(regeling)', wordt verwezen naar het algemeen deel van deze begroting. In het kader van de onderwijshuisvestingswetgeving is de gemeente verantwoordelijk voor het zorgen voor onderdak voor het onderwijs. Aan woningbouwcorporatie Lefier wordt door Stichting OPO BO maandelijks huur betaald voor huisvesting van "De Poolster" in de multifunctionele accomodatie "De Noorderbreedte" in Nieuw Buinen; huurpenningen die in beginsel ten laste van de gemeente BorgerOdoorn dienen te komen. Met de gemeente is echter overeengekomen dat alle kosten in eerste instantie door OPO worden betaald en dat er achteraf een zodanige afrekening wordt opgesteld, dat per saldo de huisvestingscomponenten (met name onderhoud en energie) in de materiële instandhoudingsvergoeding volledig door OPO worden afgedragen aan de gemeente. Voor het begrotingsjaar 2012 wordt op grond daarvan een afrekening geraamd van € 132.000.
Pagina
47
Begroting 2012; Stichting OPO BO
3.4
Baten w e r k in opdracht van derden
3.4.3
Overig
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
0
0
0
0
0
0
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Totaal baten werk in opdracht van derden
3.5
3.5.1
Overige baten
Verhuur Verhuuropbrengsten
30 ~3Ö~
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige Bijdrage samenw.verb Overig personele sub Bijdragen van derden Overige baten
Totaal overige baten Bijdrage
samenw.verb
0
0
5.299 2.491 1.500 191.954
97.646 11.000 0 0
80.146 0 0 0
201.244
108.646
80.146
201.274
108.646
80.146
80.146
Deze baten hebben betrekking op de bijdragen die worden ontvangen in het kader van WSNS-middelen. Ongeveer 20% van de kinderen op de basisschool heeft voor korte of langere tijd extra zorg en begeleiding nodig. Deze kinderen hebben bijvoorbeeld moeite met leren of hebben gedragsproblemen. Dit zijn onder meer leerlingen met ADHD, dyslexie of bepaalde vormen van autisme. Maar ook hoogbegaafde leerlingen vragen specifieke aandacht. Doel van het project 'Weer samen naar school' (WSNS) is dat kinderen de benodigde zorg en begeleiding hiervoor zo veel mogelijk op de basisschool krijgen. Voor de school betekent dit uiteraard dat daarvoor extra kosten moeten worden gemaakt. Financiering van deze extra kosten kan plaats vinden uit de hiervoor beschikbare WSNS-subsidie. Basisscholen werken in het kader van WSNS samen in een samenwerkingsverband. Als blijkt dat het op de basisschool toch niet goed lukt, gaan kinderen, bij voorkeur tijdelijk, naar een speciale school voor basisonderwijs.
Pagina 48
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Het WSNS-beleid is bedoeld voor alle basisschoolleerlingen inclusief de leerlingen die speciale zorg en begeleiding nodig hebben. Lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en leerlingen met ernstige gedrags- of psychiatrische stoornissen zijn géén doelgroep van WSNS. Deze leerlingen kunnen naar een school voor speciaal onderwijs of met een leerlinggebonden financiering (het rugzakje) naar de reguliere basisschool.
Opbrengstgericht
werken: € 11.000
In het kader van de regeling opbrengstgericht werken, werd voor 2011 nog een bijdrage geraamd van € 11.000. Voor dat bedrag werden ook kosten geraamd, zodat deze regeling budgettair neutraal in de begroting was opgenomen. In 2012 worden geen baten en lasten in de begroting geraamd.
Recapitulatie 2012 Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
(Rijks)bijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Baten w e r k in opdracht van derden Overige baten
8.443.301 14.826 0 201.274
8.122.106 504.285 0 108.646
7.688.208 486.935 0 80.146
Totaal baten
8.659.400
WÊ
•
8.735.037
•
8.255.289 i
Pagina
49
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Pagina 50
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Toelichting o p de lasten
Lasten 4.1
Personele lasten
4.1.1 Brutolonen en salarissen Salariskosten
Sociale lasten Sociale lasten
Pensioenpremies Pensioenlasten
Totaal lonen en salarissen
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
5.268.729
5.161.868
4.728.880
5.268.729
5.161.868
4.728.880
1.080.583
977.093
969.864
1.080.583
977.093
969.864
676.339
649.102
607.039
676.339
649.102
607.039
7.025.652
6.788.064
6.305.783
De totale maandelijkse loonkosten voor Stichting OPO BO bedragen voor het huidige schooljaar (20112012) bijna € 520.000. Op jaarbasis impliceert dit een bedrag aan loonkosten van € 6.230.440. Binnen de stichting zijn in totaal meer dan 100 fte's 'werkzaam'. Stichting OPO BO ziet zich de komende jaren echter genoodzaakt om aanzienlijke bezuinigingen door te voeren. Bezuinigingen - zeker ook in de formatie - zijn noodzakelijk door: krimp van het aantal leerlingen (gedeeltelijk) wegvallen bruidsschat (gedeeltelijk) vervallen van overige subsidies Maandelijkse gemiddelde loonkosten kalenderjaar 2012 (periode januari tot en met december) Beschikbaar te stellen flankerende middelen Totale personele lasten 2012
517.149 I
6.205.783 100.000 6.305.783
Pagina
51
Begroting 2012; Stichting OPO BO
De formatie voor het schooljaar 2012-2013 (die voor 5/12 deel toegerekend moet worden aan het verslagjaar 2012), zal als gevolg van de vermindering van de opbrengsten in 2012/2013 taakstellend neerwaarts moeten worden bijgesteld. Een eerste en globale (!) berekening van de loonkosten ingaande augustus 2012 luidt als volgt: Op te vangen bezuinigingen schooljaar
2012-2013
- Krimp van het aantal leerlingen 145 leerlingen a € 5.000 - Verlaging van de bruidsschat (ca. 54% personeel) - Verhoging mater. Verg. energie, gebouw- en tuinonderhoud - Ongunstiger verhouding onderbouw/bovenbouw (raming)
725.000 59.400 -3.500 40.000 820.900
Per maand impliceert dit een bedrag van:
68.408
(dit zijn circa 13,5 fte's)
Maandelijkse gemiddelde loonkosten schooljaar 2011-2012 Te realiseren verlaging
517.149 68.408 448.740
Maandelijkse gemiddelde loonkosten schooljaar 2012-2013 448.740 Maandelijkse gemiddelde loonkosten kalenderjaar 2013
I
5.384.883 (periode januari tot en met december) Indien de bezuiniging van 13,5 fte per 1 augustus 2012 kan worden gerealiseerd, betekent dit dat de totale personele lasten van het kalenderjaar 2012 zullen dalen. Het voordeel ten opzichte van de kosten zoals ze nu in de begroting zijn opgenomen (waarin dus wordt uitgegaan van ongewijzigd beleid, maar waarbij wel rekening wordt gehouden met uitstroom van het per 1-8-2011 in het Rddf geplaatste personeel), bedraagt uitgaande van de gemiddelde personele last circa € 340.580. Overige personele lasten 4.1.2 Dotaties personele voorzieningen Vrijv.person.voorz.
Personeel niet in loondienst Extern personeel
Rekening 2010
Begroting 2011
-2.107
0
-2.107
0
Begroting 2012
20.603
178.876
20.603
178.876
Overig Cursuskosten Wervingskosten Reis en verblijfkst BGZ Ov. personele kosten
Totaal overige personele lasten
67.289 0 9.733 24.415 471.603
65.975 0 12.180 24.360 350.072
69.540 1.500 10.000 30.000 67.892
573.039
452.587
178.932
591.535
452.587
357.808
Pagina
52
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Personeel niet in loondienst
€
178.876
Als gevolg van de leerlingenkrimp wordt er uiteraard op de materiële kosten bezuinigd. Het overgrote deel van de lagere rijks- en gemeentelijke bijdragen dient echter te worden 'opgevangen' in de formatie. Dit heeft onder andere geleid tot het besluit om vacatures niet meer in te vullen, maar zo veel mogelijk intern binnen de bestaande formatie op te vangen. Bij een aantal essentiële functies is het invullen van de vacature (in casu personeelszaken en financiën) echter noodzakelijk. Om toch ook hier flexibiliteit te kunnen creëren, is er voor gekozen deze functies niet vast in te vullen, maar gebruik te maken van inhuur. Onder andere de kosten die hiermee gepaard gaan, worden onder deze post verantwoord. Op basis van de cijfers lijkt er sprake te zijn van een aanzienlijke uitzetting bij het 'externe personeel'. Dit is echter niet het geval aangezien de kosten die gepaard gaan met het externe personeel in de begrotingvan 2011 gepresenteerd werden onder de 'overige personele lasten'. Ten opzichte van de begroting van voorgaand jaar is er bij de kosten 'personeel niet in loondienst' in 2012 zelfs sprake van een lichte daling als gevolg van een opgelegde bezuinigingstaakstelling. Ov. personele kosten
€
67.892
De voor 2011 en 2012 geraamde overige personele kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
f Opbrengstgericht werken Personeelsfonds Flexmedewerkers (P/flex) Medezeggenschap Leeftijdsbewust pers. beleid Aanschaf digitaal pers.bel.plan Externe deskundigheid Extern personeel onderwijsbureau WlW-conciërges Taalpilot leergemeenschap Overige personele kosten
2011
2012
11.000 2.600 149.435 40.288 2.538 2.761 20.000 75.000 30.450 12.000 4.000
0 2.639 0 40.893 0 0 20.300
350.072
67.892
0 0 4.060
De kosten van 'extern personeel onderwijsbureau' en 'WlW-conciërges' worden - gezien het karakter van de posten - in 2012 onder de kosten voor extern personeel verantwoord.
Pagina
53
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Uitkeringen
4.1.3 Af: Uitkeringen Uitkeringen Vervangingsfonds Totaal uitkeringen
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
-300.948
0
-122.831
-300.948
0
-122.831
De hier geraamde baten betreffen de vergoedingen voor de loonkosten die voor 100% worden gedeclareerd bij het Vervangingsfonds. Het betreft hier de loonkosten van het personeel dat wordt aangesteld om bij ziekte en zwangerschappen voor vervanging zorg te dragen.
Recapitulatie 2012
Brutolonen en salarissen Overige personele lasten Af : Uitkeringen
Totaal personele lasten
1
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
7.025.652 591.535 -300.948
6.788.064 452.587 0
6.305.783 357.808 -122.831
7.316.239
•
7.240.651
•
6.540.760 l
Pagina
54
Begroting 2012; Stichting OPO BO
.2
Afschrijvingen op vaste activa
Afschr.kst.meubilair Afschr.kst.inv/app Afschr.kst. leermeth Afschr. kst. hardware Afschr.kst ov.mat.va Totaal afschrijvingen
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
52.417 6.813 52.795 102.630 30.549
50.015 7.789 55.047 67.471 26.997
42.781 7.116 55.668 55.482 27.171
245.204
207.319
188.219
Afschriivinaen op vaste activa De geraamde afschrijvingslasten van de materiële vaste activa komen als volgt tot stand: Afschrijving 2013
Afschrijving 2014
Afschrijving 2015
Meubilair Inventaris/apparatuur Onderwijsleerpakket ICT Overige mat. vast activa
39.425 6.556 47.317 14.007 27.171
37.683 6.496 39.950 11.014 27.171
35.051 6.495 29.323 3.202 27.172
Investeringen
67.625
89.503
114.891
202.101
211.817
216.133
Totaal van de afschrijvingskosten
Het voornemen is om gedurende het jaar 2012 te investeren in de volgende materiële vaste activa: 25.000 10.000 100.000 225.000 0 360.000
Kantoor- en schoolmeubilair Apparatuur en installaties Leermiddelen (OLP) ICT Overige materiële vaste activa
Op nieuw aangeschafte activa wordt direct afgeschreven.
Recapitulatie 2012
Afschrijvingen op vaste activa Totaal afschrijvingslasten
H
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
245.204
207.319
188.219
245.204
•
207.319
|
188.219 i
Pagina
55
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Pagina 56
Begroting 2012; Stichting OPO BO
4.3
Huisvestingslasten Rekening 2010
Begroting 2012
Begroting 2011
4.3.1 Huur Betaalde huren
4.3.2 Verzekeringen Verzekeringen
4.3.3 Onderhoud Klein onderhoud
4.3.4 Energie en water Energiekosten Gas Water Elektriciteit
4.3.5 Schoonmaakkosten Schoonmaakbedrijf
4.3.6 Heffingen Publ.rechtelijke hef
4.3.7 Overige huisvestingslasten Overige huisvesting
4.3.8 Dotatie onderhoudsvoorziening Dotatie onderhoud gebouwer
Totaal huisvestingslasten
Huur
22.473
16.240
127.476
22.473
16.240
127.476
858
7.500
3.500
858
7.500
3.500
90.217
140.000
100.000
90.217
140.000
100.000
156.311 3.708 -245 562
210.000 0 0 0
190.000 0 0 0
160.336
210.000
190.000
225.717
260.000
240.000
225.717
260.000
240.000
19.997
20.300
21.000
19.997
20.300
21.000
1.820
2.030
3.000
1.820
2.030
3.000
0
0
67.998
0
67.998
656.070
752.974
521.417
€
127.476
Het stafbureau van de Stichting OPO BO is gevestigd in het voormalige gemeentehuis van de voormalige gemeente Borger. De gemeente Borger-Odoorn is eigenaar van het pand. Een deel van de accommodatie wordt door Stichting OPO BO gehuurd ten behoeve van de huisvesting van het stafbureau. Met de gemeente Borger-Odoorn is een huurovereenkomst afgesloten die telkenmale wordt verlengd met een periode van 1 jaar. Aan huurkosten wordt hiervoor een bedrag geraamd van € 15.000
Pagina
57
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Het belangrijkste deel van het hier geraamde bedrag wordt daarentegen gevormd door de huurlasten van 'De Poolster". Deze basisschool is gevestigd in de multifunctionele accomodatie "De Noorderbreedte" in Nieuw Buinen. Aan de woningbouwcorporatie wordt aan huur in 2012 naar verwachting een bedrag betaald van circa € 112.000. Overigens worden deze kosten vrijwel volledig van de gemeente Borger-Odoorn terug ontvangen, aangezien de gemeente verantwoordelijk is voor het zorgdragen voor huisvesting van het onderwijs. Onderhoud
€
100.000
De laatste jaren is terughoudend omgesprongen met het plegen van onderhoud aan de gebouwen. Dit had te maken met het feit dat er een aantal scholen zou worden samengevoegd. De oude gebouwen zijn daarom de laatste jaren op grond daarvan minimaal onderhouden. Nu de samenvoeging van een aantal scholen in 2011 zijn beslag heeft gekregen en de financiële bedrijfsvoering op orde is, is de begrotingspost 'onderhoud' weer op het noodzakelijke niveau gebracht. De greraamde € 100.000 heeft te maken met contract- en klachtenonderhoud. In 2011 is hard gewerkt aan een meerjarige onderhoudsplanning. Op basis van deze planning is vastgesteld welke kosten er in de komende jaren moeten worden gemaakt in het kader van het 'groot schoolbestuurlijk onderhoud'. Op basis van de meerjarige onderhoudsplanning zal - voor het eerst in de jaarstukken van 2011 - een onderhoudsvoorziening worden gevormd. De jaarlijkse dotatie die ingaande 2011 aan deze voorziening plaats vindt, is als afzonderlijke post in deze begroting opgenomen. Tot en met de begroting 2011 waren de kosten voor groot onderhoud ook op deze post geraamd. Ten opzichte van de begroting 2011 laat de raming voor 2012 daarom een daling zien. Energiekosten
€
190.000
Voor het begrotingsjaar 2011 was een bedrag aan energiekosten geraamd van € 210.000. De voorlopige uitkomsten van 2011 tonen aan dat dit bedrag toereikend is. Als gevolg van de in 2011 (fysiek) afgeronde clustervorming waarbij een aantal scholen is samengevoegd, kan het geraamde bedrag aan energiekosten nogmaals naar beneden toe worden bijgesteld. Vooralsnog wordt een bedrag van € 190.000 voldoende geacht.
Schoonmaakkosten
€
240.000
De redenatie die is gehouden voor de energielasten, kan ook worden gehouden voor de schoonmaakkosten. Daarom is ook deze post neewaarts bijgesteld. In 2011 is ten behoeve van het schoonmaken een openbare Europese aanbesteding geweest. Op het moment van het opstellen van de begroting 2012 (medio november 2011) zijn de reslutaten hiervan nog niet bekend. Verwacht wordt echter dat dit een besparend effect op de kosten zal hebben. Eind 2011 dan wel begin 2012 zal hierin duidelijkheid kunnen worden verstrekt.
Dotatie onderhoudsvoorziening
€
67.998
In 2011 is de meerjaren onderhoudsplanning samengesteld. Het schoolbestuurlijk groot onderhoud wordt de komende 10 jaar geraamd op circa € 680.000. Hiervan uitgaande bedraagt het jaarlijks aan de onderhoudsvoorziening te doteren bedrag bijna € 68.000.
Pagina
58
Begroting
2012;
Stichting
OPO
BO
Door middel van het doteren van bedragen aan de voorziening onderhoud moeten er de komende jaren voldoende middelen aanwezig zijn om de onderhoudskosten te kunnen financieren. Voorwaarde is uiteraard echter ook dat er op dat moment voldoende liquide middelen aanwezig zijn! Zoals blijkt uit onderstaand diagram worden er in 2016 grote onderhoudskosten geraamd, die gezamelijk een bedrag vormen van meer dan € 145.000. Twee jaar later (2018) ligt vervolgens een volgend piekmoment.
Onderhoudsplanning 145.083
T60.000 140.000
H
120.000 100.000 t0.000 *
60.000
1 1 3 : 6 0 8
8 2 / 6 7 . 3 4 0 .
/
64.663 56t02? 4 9 . 4 6 2 - ' ^ j
m
i
M
M
4 5 ^ 2 4
" M 33
40.000 20.000
22.430
0
1
20*2
1
2013
2014
2015
2016
2017
201*
2019
• I IT28S
2020
H
2011
Recapitulatie 2012
Huisvestingslasten B
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
521.417
656.070
752.974
521.4171
656.070
|
752.974 I
Pagina
59
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Pagina 60
Begroting 2012; Stichting OPO BO
4.4
Overige lasten
Administratie- en beheerslasten Bijdr. Onderwijsburo Accountantskosten Telefoon-/faxkosten Portikosten Kantoorbenodigdheden Beheer en bestuur
Inventaris en apparatuur 4210 Kleine inventaris
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
112.597 16.839 22.926 254 1.025 23.872
110.000 17.000 23.000 0 3.553 0
105.000 14.000 30.000 1.000 2.000 13.000
177.512
153.553
165.000
491
0
1.000
491
0
1.000
8.128 5.465 47.454 47.657 545 74.874 996 5.924 3.707 8.214 7.926 0 17.481 134.700 0
10.000 0 85.000 0 45.000 0 3.000 0 7.500 10.000 0 0 97.905 305
10.000 5.500 85.000 75.000 100 78.000 100 3.500 9.000 10.500 21.874 9.000 0 99.226 100
363.071
328.710
406.900
163.005
135.869
109.853
163.005
135.869
109.853
704.079
618.131
682.754
Overige Zandbakkosten Tuinonderhoud Overige ICT kosten Reproduktiekosten Kabel tv/ov rechten Abonn./tijdschr./vakliterat. Overige materiaalkosten Representatiekosten Medezeggenschap/OR PR & Marketing Culturele vorming Bijdragen aan bestuur Projecten Overige onderwijskst Bankkosten
Leermiddelen Leer-/hulpmiddelen
Totaal overige lasten
70:000
Pagina
61
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Biidr. Onderwiisburo
€
105.000
De onder deze post geraamde lasten hebben betrekking op de kosten samenhangende met het (gedeeltelijk) uitbesteden van de financiële, de personele- en de salarisadministratie. Met het administratiekantoor is een contract afgesloten voor een periode van 3 jaar. Afrekening van de werkelijke kosten geschiedt op maandelijkse basis. De kosten hiervan worden voor 2012 geraamd op € 105.000. Accountantskosten
€
14.000
Het primair onderwijs in Borger-Odoorn is ingaande 2011 ondergebracht in een stichting. De nieuwe stichting heeft daarom in 2011 een eigen huisaccountant gekozen. Dit heeft ertoe geleid dat het bedrag aan controlekosten neerwaarts kan worden bijgesteld tot € 14.000.
Abonn./tiidschr./vakliterat.
€
78.000
Deze post werd de laatste jaren structureel overschreden. Op grond daarvan werd voorgaand jaar reeds het begrote bedrag voor 2010 ad € 26.000 in de begroting 2011 aangepast tot € 45.000. Van dat bedrag maken sindsdien ook licentiekosten deel uit. Ingaande 2012 worden onder deze post bovendien ook de contributies opgenomen voor Vos/abb en de PO-raad. Het begrote bedrag is daarom wederom verhoogd: € 78.000.
Overige onderwijskst
€
99.226
De overige onderwijskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Kindzorg/kindonderzoeken Kwaliteitszorg Overige onderwijskosten Netwerken Ingebruikname MFA Nw. Buinen TSO (Tussenschoolse opvang) Risicoinventarisatie en - evaluatie BSO (Buitenschoolse opvang)
2011
2012
55.000 7.613 13.793 1.500 5.000 15.000 0 0
55.000 7.727 7.999 1.500 0 15.000 12.000 0
97.905
99.226
Pagina
62
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Leer-Zhulomiddelen
€
109.853
De overige onderwijskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
OLP LGF-materieel VTB
2011
2012
119.869 16.000 0
104.853 5.000 Ó
135.869
109.853
De kosten van het onderwijsleerpakket hebben met name betrekking op de kosten van de lesmethoden c a . die door de aangesloten scholen in zelfbeheer kunnen worden aangeschaft. De bedragen die aan de scholen worden toegekend zijn afkomstig uit de toegekende financiële middelen materiële instandhouding.
Recapitulatie 2012
Administratie- en beheerslasten Overige Leermiddelen
Totaal overige instellingslasten
1
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
177.512 363.071 163.005
153.553 328.710 135.869
165.000 406.900 109.853
703.588
|
618.131
|
681.754 i
Pagina 63
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Pagina 64
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Financiële baten en lasten Rekening 2010
5.1
5.5
Rentebaten Rente banken Rente spaarrekening
Begroting 2012
Begroting 2011
97 14.364
0 7.500
0 7.500
14.461
7.500
7.500
14.461
7.500
7.500
Rentelasten
Totaal financiële baten en lasten
Rente spaarrekening
€
7.500
In de begroting 2010 werden voorzichtigheidshalve geen rentebaten geraamd. Gezien de verwachte ontwikkeling van de liquide middelen lag het voor de hand voor 2011 wel rentebaten te ramen. Er van uitgaande dat een bedrag van gemiddeld € 500.000 rentedragend zou kunnen worden belegd tegen een rentepercentage van 1,5%, bedroeg de geraamde renteopbrengst € 7.500. Vooralsnog wordt op basis van de liquiditeitsprognose van 2012 van een zelfde bedrag uitgegaan in de begroting 2012.
Recapitulatie 2012
Financiële baten en lasten |
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
14.461
7.500
7.500
14.461
|
7.500
|
7.500
I Pagina 65
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Pagina 66
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Buitengewone baten en lasten Rekening 2010
6.1
Buitengewone baten
6.5
Buitengewone lasten
Begroting 2012
Begroting 2011
Totaal buitengewone baten en last
Buitengewone baten en lasten Van buitengewone baten en lasten is sprake als er baten worden gerealiseerd of als er kosten worden gemaakt die niet voortvloeien uit de gewone bedrijfsvoering èn die bovendien een incidenteel karakter dragen. Als voorbeeld hierbij zou genoemd kunnen worden de kosten voortvloeiende uit het plaatsvinden van een natuurramp of de kosten samenhangende met een onteigening. Het verkopen van bijvoorbeeld materiële vaste activa mag dan wel een incidentele gebeurtenis zijn; de verkoop vloeit nog wel voort uit de reguliere bedrijfsvoering. Een boekresultaat dat bij deze verkoop ontstaat, betreft dan ook geen buitengewone bate (of last), maar zal worden aangemerkt als een incidentele bate (of last). Ook de baten uit een schenking of uit een nalatenschap zouden onder de post incidentele baten en lasten moeten worden gepresenteerd. Buitengewone baten en lasten doen zich in principe dan ook niet voor.
Recapitulatie 2012
Buitengewone baten en lasten
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
0
0
0
o |
0
I Pagina
67
Begroting 2012; Stichting OPO BO
Pagina 68
Meerjarenperspectief
to CO CM
IO co (O
ei
ai
co co
in co
O)
co CM o co co co
CO
(O
O co •t t—
m o
co «O
(£> to
cd (O
t
.c
O
co
1X5 ^—
^ O CN
co CN O
O)
-* CN
T— ö O CD r-- CN CD
5
co co
h - LO <3> c d C N CN' C D ^— LO 00 C D CM CO uri
•* r-^
co
O
IO co CO
U)
£o O ) CM 0)
O) fl> ffl
O
ui
c
•.E
to co
(O co t>
co co O
co o> CM
CN - * O
cd
IO co 1^
CO CO *— m c q en ö co CN CD
CD Ö 00
O
co
id co
id co
r-
•«t T
C N-
•«f
u> si
03
co co
O)
co en CN
s
co co
co
c
'S3
CO o r : lO O ) CM CU
co
O CD
m
CO
>o *CN O CN CN
O
LO CJ>
o
m o> CN CD
t i—
c-
co
<j> co
^ CD CN CO f»
•* m hCN 00 CO
cd
o> co CM id •o CM
W
cd cn
CO
CM O CM
co O CN cd co CD
CQ
LO co o> CD co
o co
o o) co ^ -
\r s
m
h- 00 N O) N CN CN
ö co
00 LO CO t - f - CD
O O IO
co
O
cd TTO CN
co O T— CN CN
CQ
LO co CN
T-
O CD
O LO
O)
IO r
o
K
co
CD CO O Ö K CD 00 O LO i CN CN CD CD 1^
cq cd o
00
09
0)
o
CD O O CN c o CO cd T—
I M-*
co O
co en cd co t-~ cd
•O co
ra Tf
o> co CN cd T— co
CN O CN
cd
O CN O LO •VCN O CN LO r--
00
Ü
Ui
e CD "2 O) CU C _O "O
Q .
O
>
c=
£
co CU
1-
c 'C d>
c 0)
Q .
ro
co co co o CM
co co co
CM CM N.
ra c O >O)
s
co co O
cd
c
+3 O LW CU
IO
1^
c O
4= ca
2,$ •a S CO 2 o CL -Q 12, cu O C CU la .S?— O) 5 > ra g=- g> ^
c u
co S w B
—
n ra o
c
g
J
O ) O) co
aj c , c _co 5 c cu S)
u> o co CU j o ' 5 1 < I
CU
> O
CN co
co
LO co
co
T
CM t
CO *
* Tf
XI
-2 O)
O 5
ca
m
"ra
3 o
g
I ra
A
£1 CO
IO
>
0> O
•o 0) XI
> CU
co
c
03
CU
B O.
O 0)
ra
2
O
V p
3 U) 0)
10
V)
O)
2 < S
«
O
co
•o
XI
ü!
c
C
^2
co
c CU
CU O
"
rn
'3 b CQ CO CO ' 5
s?
i-r
co 3 IA 0) CÉ
S 5 o. X UJ
Bijlagen
Stichting OPO Borger-Odoorn Openbaai Primair Ouderwijs
Personele bekostiging Personele
(Lumpsum)
bekostiging
Groepsformatie onderbouw Groepsformatie bovenbouw Formatie BOA (onderwijsachterstanden) Bekostiging impulsgebieden Salaire toeslag schoolleiding Kleine scholen toeslag Extra vergoeding (swv zonder sbo) Nevenvestiging
2.347.312 1.973.778 42.104 138.944 314.684 653.236 0 0 5.470.059
Budget
voor personeels-
en
arbeidsmarktbeleid
Vast bedrag per school Leerlingafhankelijke vergoeding Gewichtsafhankelijke vergoeding Kleine scholentoeslag Toeslag management kleine school (y<200 Mn)
110.993 497.245 3.587 57.135 63.049 732.009
Overige
subsidies
OCW
Bestemmingsbox bijzondere bekostiging taal en rekenen
22.553 22.553 6.224.621
CO CO O
m CM"
O) r
co r-;
r
W
CO
TT o o * f o" sT
^
rt
(V)
CT>
o
O)
tn
m
(\|
N- CO
GO 0 0 N
^ O "t
00
^ co
LO
«
co oo
CM
«O r V) CO Co CO tf> CO O O CD o 0> v O ^ ! CD r - U ) c o
CM
CN CN
h - CO Co CO " * K
10 to o> ui d to ^ CO o
CN
W C Ö T t C n * - C O T r < 0 ' '
T- CO
C O'
O O
J
CO •*>
CO O T"^ O
O CO O
O
O
O
c>
« ï
O -s
ê.f
W O) T- (o LO CO CO CO CN NT Tv- CM
6Ml
O) TT T - « • C D O LO C N
^-
Cf)
O
co" o>" w " c o
o»
io
CO CO CO v-
O
CM O
o>
^
LO
O) CD
^
C O rv.
cd
^
0_ L O
co
O
21
O
W CO CO LO v CD CO CO CO O CN co T-
O
co" co" T-
CJ)
*» L O c\|
CD
o>
cv
of
CN
I O I O C O C O T - 0 ) C O C O ( O Q
v- CN
v— O CO
Y~
LO
(O c o c o c o o' CN cd v-
0 ) ^ C O l O O ( N | 0 ) W O W i q t D p )
00"
Co
C O T-
o>
TJ-"
CN CN h-" "sf CO" lO~ C D T - " h-" Lo" Q > rtCftiOLOcomsmsLOT-iDv. COr-Tf
o -»~r
CO CO LO v to c o c o c o d CN cd Tt - CM ro
^
o
co
CO CD O l f ) o" o " io" CO* T T C O C N Oï CO ^ CD CO cd CD ö co CO_ CD_ O
o" o" ^
CO
co ^ co
T)- O CO O
r
O
CO
CO
IO
t
N CD O T— CO CO CD CO -
T-
O
T~_ h-_ XCM h-" to" CO
O v-
LQ* CM C O
CO
T~
v- T-
r ; CO lf)
Oï CO CO" CN
T— CN
co
^
LO
K.'
CO
Tj"
CO
^ t ^ - T - O ï v - r-- x - O,
CO If)
CN" h» CD LO*
co"
o cd
CN
o cd
OÏ
CN
O S
CM
O T— CO LT> r-^J" U)
CO
S
O
^ CD CN CO
Oï lo CO Lf)
TJ"
T
XJ-
CD CO CD Tf" 00~ N-" N- c o m CO T- CM
K.
O)
co NCO
x-
n
IO
V-
co"
O O NT
CO
N.
^
co
oo
TT
co O
O
00
o
co
O0 o co" CN LO CD K CO Lf) CQ
Oï
CM
c Z3
T-
V-
o CM s." Q
co
CN cd CM
COOïTt-(0*-T|-Tj-CNCOco
Oï
t
O
CM
LO
O
r>, o CN
o
cd cd
C O T - C O C N O O C N O C O C D C O C D O O C O Oï C N LO T - T J - -sf" h-_ C D 0_ OO h,_ TJ-_ Lf)
CD h- O CO CN v^ Oï 00 Oï K," N CN LO CO CD f— x— LO.
CO" LO" CO" T-" CO" o " OO)" CM~ Tf" CD" T T " CM" ( N N C O l O ^ C O C D C N ^ ^ f O Ï C O K COCRLOCOr-LOLOCOCOiv,
CN
LO
N
co
cd
TJ-
o ^ o iS o" N T CN
oi
fN
^
O o O o_ O o O o" o" o * cT O
v-* O)
CD ^— CO Oi CO CN x - K . CD N i - tj-
N
CO MO
c\| CO O)
00 CO CD K. CN hN.
LO
T~
o -w. o io o" N T
CN
Oï" T - " LO" O Ï " O " T T " I O " CO" CO" CD" CO" CO" C D '
CM
o
CD
CDOllOCOCN^CO^roCÖCOCDo CO r - CN CO N N LO v-_ CO_ O Oï_ CO
^
q o
N I O co LO CD CO
J - Tl" C D x— Oï" r-" V - " r N O O) r> ^ TT' cd
N - O C O C O T - O N N ; O C N
T-
W a CM
in
O
co co
"^"T^
O) N ^
cd
o" o
co
00 T— v - CN
^ O C O C D T - C N ' t S O O ) x— T LO CD CO CN CD CM
CD
O)
t-
T-h-COTtCNCOLOCNLOCNT-Ocn
co
(O
LO
CO
x
T-
O
CO in CO_ C M
O) O) ^
CN o>
h~
-
O
CO"
^ C O C O T - O O O O O O C O O C O C O C D C O
LO
co
(O
o " cT
co
CDCDx-CX)v-Tf^CNCqco O)
co co
^ C O ^ C O C M C O C O ^ f N - L O O O - ^ - C o
S
o
w
O O ) CN ^ co_ o _ co_ o co" T - ~ o " o *
CO
o
T,
C O C O CM
C O S S t C D C O C O O C n i O O ' t i M h - CO h-_ O L O C O CD LO_ h-_ C O C N c o Co T-" oo o " co" O Ï " C N co" L O " co" co" T - " cd"
O
Q
o O
o_ o"
O O O
o
O
O
o~ O
O
O
cd
CM
CM TT
OO
cd" co* LO CN LO CO CO O CO C N CD ^ ^ J - CM
Lf)
Oï CO Oï hv. Tf" co" r--~ r-* Tf 00 L O Oï 00 r ; CM CN CO
LO O) N
CN LO
C O C O r C D ' t O C N C N O S ^ O t IO CO CN lf) O lf> O CD 03 tO_ LO" h-* r-" CD" L O " C N L O " LO" CO" h-T TfCOCOO(0(NCJ)CONlO(OT-
<* T- Oï
^ ^ CN N 00 S O r-
CN
xr"
o
v- (O CD lf) h-_ hto c d cd
OOCOI^OïK.COOïCMCOCOCOCOLO"' Lp Cj CO
O
O
T-
"tf" ^" Oï CN CO \t-
O) i o
COCDCOCMCOCMLOCO^TCOCOCOCO Oï CO CD CD x— LO C0_ CM CO v - CO CO Q)
CO
O
cd oi
^ • " co" h-" TJ-" co" o i " h~" L O o o v-" CD" L O ' S l O ^ O ^ - S S ^ S r O i - T ; N TN C O I O C O T - W i q o j r - ^ ^ cd c d d ^ f c d ^ ;
T—
O . o O
T-
1-
CN CO ^
C O L O O ) O O C O ^ C O O ) T - C M N W . ^ O CN CN N CT) C7) ^ CO C O CO CO CO
CN r -
CO N
co" CO
LO
CO Cf) N <
00 CN Co'
r^."
CD CO IO H CN x - CN CQ t co t ^
K.
CO CO T K 1 - LO_ CO_ O)
c>
-
CO (s,
Oï Tf O CO CN t O K co" co" L O " CO" r CD O CO co
li)
CM
Tj- v- TJCN K CO" IO" «T
p)
CO
(O
LO
Y ,
O crj O K. o " T—* LO t , CO CO CN cd CM
r CD O TT C N Tf co oo
o
CO
CN
O0
N;
IO CO
co
CD CO CO CO O CN co' x^~ CN
CN
CO
(D CM e n c o co" S " I O O O CO N CN* O C O ' t C O C M C O C O ^ N " CN CN h©~ CO r ; CO Q
CD O
0
CO
CN
c o c o i o c o ^ t q c q L o c q t o ^ IO N r-' t r j
CO CN N h - . t q oo_ c o CO T T " Oï" LO" N O C O C O C
Oï Oï
O LO
CO T— Oï co LO N o T- IOi co
COIOLOCDCMCMLOOOOCOLOLOCO" iNSCOCDCDCOCOCNCOCDSCDK
LQ
LO" CO" CN O ) CO c o
^-
^ r
CT>
v-'
T-
of co C7) O
N O
COTj-LOCOCMNrcO^t'^-OOCOtOLo O f O f O C O ^ C O f f l C O O C O T - C D f . CD CD h*-" CO" OO "*t T - ~ O) Tf-" C0~ CN cS" 'tCOCOx-N'
5" o> r-~o> o i N CD in CO N N 00 O r- CO lf)
S
CO CD CN ^
Oj^COCDv-tÜLO
CN
CM
T—
(O
C O T - C O C N C O C N O O O O Ï C O C O C O C O
•rf a%
CN CD LO* CO S CN 00 O r ; CO Lf)
<*
o
CO CO CN CN f < ^ co
1
CM
O CO
CO CN CN h- O0 LO
w
^ r " v-~ co" T - " O " co"
CM(N\J-COT-NO'tCOOT-Ncrj
O
t-
K
CN CO
T-~
(N
CO
O
CN
N- co" i*-" oo" CO LO (D (J)
CO
co T- -q.
•sr L O
COCOCOCNCOCNLOCO^l-COCOOOco CD h- CN h- CO v-_ C N O C O CD h~ Lf)
5
Tf TO) IO U> o" C N cd" ? L O CO h~ N-
CN
C O C N S T f C O C O ' r O T j ' l O O ^ K hCO CN CO h- CO CN O O T - _ O) Tf" CD" O " CN CO" CM" L O " Tf" Oï" Oï" T-" KT N C N N O ^ t ^ c o a i O C N C O w . LO CO CO LO CD CO T- CD ^ CO CO (ö CO N ^ IO O O) IO Cn' i - CN CN Co
o> Oï O (o
Ö
O o *t IO O O lo o cT i C
LO ö ) N i> h- C N h- C O CD" CM"
0
"
CD v - C N CO (0 CD CN lf) O0 T - 00 Oï
O
sz 73 C
2tl)
o
O
c
ï
a>
^
ft
c
O 00
c
:
C ü
o o « c E «
Ë 'g ^
e CD
CU O) Oï
5
•Q
N CU
(1)
s i
ï=*
«
CO
10 3
§
IA
Q. T 3
J3
g £ o w o
LU lil > S oi ni .o ü
-E
CO
1
I r
<=
ra 0) S
S
. q
ra
-S
>
« 3
O
-ó
O i
c
o > z : 1_
ra Q.
O
Q> 0)
• £ £ £ >. £ c« o >,
co co CO CO
CD
S - -ö
£ e «cc c O O co. > j0 co „ „
4—" O ) O )
cö co có
I
"O TO
E Ë f co ra < < O CO jo co cd . d
5>
i
c
I I SI
CM'
0) O
C7) I
5 .£ :
i- -Q
Ê
"> > > £ <1) 1=
C3) .c •o
e 0} T3 : s C
*
a> a)
O)
13 o
5
CO
• O)
C2> S J2 cn.E I E X' ö
O ) "O N < U ^ 3:=> N O ) CD < u ir.> C T3 = "O
£ «
o
v
E E CU o,
óiS oUt c ra c ra cracra e oS
c o
E
sl
CD
co
c o
5
o c CD 5 g O O h (3 ni j a
ni
ra <2 o> 2
g
«is
ra
11
a) a> >
"O CU Q_
g e •g CQ
3
0)
:ë
g
mT
ö a
_
S
0O) co C co a> o 3
ra 4 ra
c cra ra
ra
Stichting OPO Borger-Odoorn
Kalenderjaren
Openbaar Primair Onderwijs
Personele
bekostiging
(Lumpsum)
Personele
voor personeels-
en
2014
2015
2.347.312 1.973.778 42.104 138.944 314.684 653.236 0 0
2.259.859 1.802.044 48.067 130.182 283.777 509.811 0 0
2.182.953 1.795.981 45.019 130.182 283.777 523.025 0 0
2.107.151 1.788.142 41.988 130.182 283.777 542.920 0 0
5.470.059
5.033.739
4.960.937
4.894.161
110.993 497.245 3.587 57.135 63.049
96.867 464.966 4.090 43.871 54.395
96.867 456.867 3.828 44.955 54.395
96.867 448.541 3.565 46.648 54.395
732.009
664.189
656.912
650.017
0 22.553
0 21.089
0 12.186
0 0
22.553
21.089
12.186
0
6.224.621 1
5.719.017 1
5.630.0351
arbeidsmarktbeleid
Vast bedrag per school Leerlingafhankelijke vergoeding Gewichtsafhankelijke vergoeding Kleine scholentoeslag Toeslag management kleine school (y<200 lln)
Overige
2013
bekostiging
Groepsformatie onderbouw Groepsformatie bovenbouw Formatie BOA (onderwijsachterstanden) Bekostiging impulsgebieden Salaire toeslag schoolleiding Kleine scholen toeslag Extra vergoeding (swv zonder sbo) Nevenvestiging
Budget
2012
subsidies
OCW
Leerlinggebonden financiering (rugzakje) Bestemmingsbox bijz. bekostiging taal en rekenen
Totaal personele bekostiging
5.544.177
Stichting OPO Borger-Odoorn
Kalenderjaren
Openbaar Primair Onderwijs
Groepsafhankelijke PvE's Leerlingafhankelijke PvE's Aanvullende vergoeding NOAT Extra vergoeding (swv zonder sbo)
2011
2012
2013
2014
2015
496.012 643.629 413 0
440.023 572.757 510 0
423.953 566.233 510 0
423.953 557.632 510 0
419.551 550.811 510 0
1.140.054
1.013.290
990.696
982.095
970.872
Verantwoording "Bruidsschat"; Stichting OPO Borger-Odoorn
Begroting 'Bruidsschat'
Stichting OPO Borger-Odoorn Openbaar Primatt Onderwijs
Begroting 2012
Lasten Personele lasten Onderwijsbureau
Fte
Salariskosten Algemene directie Adjunct directeur Beleidsmedewerker ICT en huisvesting Beleidsmedewerker Personeelszaken Medewerker Personeelszaken Medewerker Financiën
1,00 1,00 1,00 1,00 0,43 0,00
102.632 81.137 67.307 0 24.760 0
Salariskosten
4,43
275.836
Reiskosten
0
Personele lasten Onderwijsbureau Personele lasten Onderwijsbureau
275.836
Lasten extern personeel Onderwijsbureau Extern personeel
153.538
429.374
Totale lasten personeel Onderwijsbureau Diverse bureau- en bestuurskosten Huur huisvesting Onderwijbureau Kosten financiële en salarisadministratie Telefoonkosten Kantoorbenodigdheden Accountantskosten Deskundigenadvies Representatie VOS/Abb, PO-raad etc. Abonnementen PR & marketing Verzekeringen Kopieerkosten
15.000 105.000 30.000 2.000 14.000 20.300 3.500 4.500 73.500 10.500 3.500 75.000 356.800
Totaal overige lasten
Totale lasten
786.174|
Baten Riiksveraoedina Vergoeding administratie Vergoeding onderhoudsbeheer Vergoeding beheer en bestuur
69.085 11.023 50.959
Totale Riiksveraoedina
131.067
Bruidsschat' Toekenning 'Bruidsschat' Gemeente Borger-Odoorn
Totale baten Tekort op de Abb-lasten
Begroting 2012
311.900 442.9671
Overige gegevens
Overige gegevens begroting 2012; Stichting OPO
Ruimte voor aantekeningen
Borger-Odoorn
Overige gegevens begroting 2012; Stichting OPO
Borger-Odoorn