1 1. Paulus,
apostel van Christus Jezus dodoor de wil van God,
aan al de heiligen, .die +ook gelovigen |zijn iin Christus Jezus. 2. Genade
zij jullie en vrede vnvan God, onze Vader, en van de
Heer Jezus Christus. 3. Gezegend zij de God en Vader van onze .Heer
Jezus Christus, .Die ons _zegent imet iedere geestelijke
zegen ite midden van de hemelingen, iin Christus, 4. zoals Hij ons _uitkiest_ iin zfHem vovóór de nederwerping van de wereld, opdat wij heiligen en smettelozenf voor zfZijn aangezicht zijn, 5. iin
liefde ons tevoren _bestemmend nbtot het zoonschap dodoor
Christus Jezus nbvoor Zichzelf, iomin overeenstemming met het welbehagen van zfZijn .wilzv, 6. nbtot lofprijs van de heerlijkheid van zfZijn .genade, wedie ons _begenadigt iin de oGeliefde_*. 7. iIn weHem |hebben
wij de vrijkoping dodoor zfZijn .bloedzv, de
vergeving van de krenkingen iomin overeenstemming met de rijkdom van zfZijn .genade, 8. wedie Hij laat _overvloeien nbin ons; iin alle wijsheid en bezonnenheid 9. ons _bekendmakend het geheimenis van zfZijn .wil (iomin overeenstemming met zfZijn .welbehagen, wedat
Hij Zich voornam_ iin zfHem) 10. nbtot beheer
van het complement van de era’s, om het _al te _culmineren _ iin
de Christus: zowel* _.wat iin de hemelen +als _.wat
opoop
de aarde is, iin zfHem. 11. iIn weHem +ook zijn wij door lotingzv*
aangewezen (wij die tevoren |bestemd zijn iomin overeenstemming met het voornemen van .Hem Die .alles |bewerkt* iomin
overeenstemming met de raad van zfZijn .wil), 12. nbopdat
wij .zijn nbtot lofprijs van zfZijn heerlijkheidzv, .die een ovoorverwachting hebben iin de Christus. 1Thes.4:15 13. iIn weHem +ook zijn jullie, die het woord van de waarheidzv _horen, het evangelie van jullie .redding, iin weHem +ook zijn jullie, die _geloven, _verzegeldf met
de geest van de beloftezv, de heilige 4:30 14. (wedie
een waarborgf van onze .lotgenietingf is, nbtot de vrijkoping van het voor ons toegeëigende) nbtot lofprijs van zfZijn .heerlijkheidzv! Rom.8:15 2Cor.1:21 15.
_
Derhalve |houd_
ook ík (_horend van het
geloof dat jullie iomaangaat iin de Heer Jezus, en .dat nbvoor al de heiligen) 16. niet op te |danken bvvoor jullie, in herinnering* d |brengend_ opoin
mijn .gebeden,Kol.1:3 17. dat* de God van onze
2 1. En
jullie, die _doodf |zijn voor jullie .krenkingen en .zonden
2. wewaariin
jullie eens _wandeldenf, iomin overeenstemming met
de eonzv van deze .wereld, iomin overeenstemming met de vorst van het volmachtsgebied van de lucht,6:12 de geest .die nu |werkzaam
is iin de zonen van de weerspannigheidzv, 3. ionder _wewie ook wíj allen ons eens gedroegen iin de begeertenzv van ons .vleeszv,
de _wil van het vleeszv en van de _denkwijze* d |uitvoerend,
en wij waren van nature kinderenmf van toornpf zoals +ook
de overigen; 4. .God echter, Die rijkf |is iaan barmhartigheid
dovvanwege zfZijn
onmetelijke* .liefde wewaarmee Hij
ons + _liefheeft 5. (wij die _doodf |zijn voor de krenkingen en de begeerten), _maakt ons gezamenlijk* levendf iin .Christus (in genade zijn jullie ogeredden_!) 6. en _wektf ons gezamenlijk* opRom.6:4 en _zetf* ons gezamenlijk* ite midden van de hemelingen iin
Christus Jezus,Kol.2:12 7. opdat Hij iin de |komende_* .eonen
tentoon zal |spreiden_* de |overstijgende rijkdom van zfZijn .genade iin
8. Want
Zijn mildheid opovoor ons iin Christus Jezus.
in .genade zijn jullie ogeredden_, dodoor geloof, en dit
niet uuit jullie zelf; het is Gods .naderingsgavef, Lev.1:2 9. niet uuit werken, opdat niemand* zich |beroemen_ zal. 2Tim.1:9 10. Want zfZijn
maaksel zijn wij, die |geschapenf worden iin Christus
Jezus opovoor goede werken, wedie .God van tevoren _gereedmaakt, opdat wij zfdaariin zullen |wandelenf. Ti.2:14 11. |Herinnert je daarom, dat jullie eens, jullie, de natiën iin het vleesnzv, .die de voorhuidzv worden ze|genoemd_, dodoor de zo |genoemde_* besnijdeniszv, die iaan het vlees met de hand verricht* is, Gal.2:8
12. dat
jullie in die .era los van Christus waren, overvreemd_
van het burgerschap van .Israël en gastenmf van de verbonden die bij de beloftezv behoren, geen* verwachting |hebbend en _zonder
God iin de wereld. Ha.21:29 13. Thans echter, iin Christus
Jezus, zijn júllie, wedie eens veraf mf |waren, nabijf wgekomen idoor
het bloedzv van .Christus. 14. Want zfHíj is onze .vredemf,
.Die .beiden
éénf _dmaakt en P de middenmuur van de stenen
omheining (de vijandschap iin zfZijn .vlees) _wegbreekt* P 15. en de wet van .geboden iin inzettingen Kol.2:14 buiten werking _stelt, Ha.15:22 opdat
Hij de twee iin ziZichzelf nbtot één nieuwe mensBrief
4 aan de [Efeziërs] heidnvz Kol.3:9 zal |scheppenf, vrede d |makend,4:24 16. en .beiden iin één lichaam met .God dodoor het kruiszv wederzijds zal |verzoenen, de vijandschap zferiin _dodendf. 17. En in Zijn |komen, _verkondigt
Hij als evangelie_ vrede aan jullie .die veraf f en
vrede aan .hen die nabijf waren, 18. want* dodoor zfHem ohebben wij .beiden iin één geest .toegangf nttot de Vader. 19. Dus dan zijn jullie niet langer gastenmf en tijdelijk verblijvendenmf, Rom.15:27 maar
jullie zijn medeburgersmf van de heiligen en
gezinsledenmf van .God, 20. P |gebouwd opoop het fundament van de apostelen en profeten, zfwaarvan de uiterste hoeksteen* Christus Jezus |is, 21. iin weWie alheel het gebouw, |samengevoegd
_*, |groeit nbtot weWie
een heilige tempel iin de Heer 22. en iin
júllie |samengebouwd_ worden nbtot een woonplaats van
.God, iin
de geest. P 2Cor.6:16
3 1. Ten
behoeve* hiervan* is het, dat ik, Paulus, de gebondenef
van .Christus Jezus bvvoor jullie, de natiën 2. _ aangezien* jullie _horen van het beheerf van de genade .Gods, .dat mij |gegeven
is nbvoor jullie, 3. dat iomdoor onthulling het geheimenis
aan mij _bekendgemaakt is (zoals ik tevoren iin het kort* _schreef, 4. wewaarntdoor jullie bij het |lezen _bevatten |kunnen_ wat
mijn .inzicht* iin het geheimenis van de Christus
is, 1:10 5. wedat in asandere generaties niet _bekendgemaakt is aan de zonen van de mensen, zoals het nu onthuld werd aan zfZijn .heilige
apostelen en profeten): 6. dat iin de geest de natiën
gezamenlijk-lotgenietersf zijn en een gezamenlijk-lichaammf en gezamenlijk-deelhebbers van de belofte iin Christus Jezus dodoor
het evangelie 7. wewaarvan ik dienaarf werdGal.2:7 iomin
overeenstemming met het geschenk van de genade .Gods .dat mij |gegeven is iomin overeenstemming met de werkzaamheid van zfZijn .kracht. 8. Mij, de allergeringste* van alle heiligen, werd deze .genade gegeven aan de natiën de onnaspeurlijkef
rijkdom van de Christus als evangelie te _verkondigen_ 9. en allen te _verlichtenf wiwat betreft het beheerf van het geheimenis, .dat vnvanaf
de eonenzv oweggehoudenf_* |was iin .God,
.Die .alles _schept, 10.
opdat nu dodoor de uitgeroepen gemeente
aan de soevereiniteitenzv* en de volmachtenzv ite midden van de hemelingen de veelvuldige wijsheid van .God |bekendgemaakt zou worden, 11. iomin overeenstemming met het voornemen van de eonen, wedat Hij _duitvoert iin .Christus Jezus, onze .Heer, 12. iin weWie wij dodoor zfZijn .geloof de vrijmoedigheid en de toegangf 2:18 imet vertrouwen |hebben. 13. Daarom |verzoek_ ik bvvoor
14. Ten
jullie niet |ontmoedigd te zijn iin mijn .verdrukkingen
jullie, wat* jullie heerlijkheidmf is.Kol.1:24; 1Thes.3:3 behoeve* hiervan* |buigzv ik mijn .knieën ntvoor de
Vader van onze .Heer Jezus Christus, 15. unaar weWie iedere vaderlijke verwantschap iin de hemelen en opoop aarde |genoemd _ wordt, 16.
opdat Hij jullie zou |geven iomin overeenstemming
met de rijkdom van zfZijn .heerlijkheidzv in kracht _standvastigf*
gemaakt te worden dodoor zfZijn .geest nbin de
innerlijke* menszv, 17. en dat .Christus dodoor het geloof iin Brief 6 aan de [Efeziërs]
jullie .hartenf _woontf*, opdat jullie, iin liefde ogeworteldf_ en ogefundeerdf_, 18.
uitermate* |sterk zullen zijn om tezamen met
al de heiligen te |beseffenf_* wiwat de breedte en lengte en diepte en hoogte Ef.3:9 is 19. (en enadaarnaast te _kennen de .kennis |overstijgende
liefde van de Christus), opdat jullie |compleet
gemaakt* zouden worden nbtot het volledige* complement van .God. 20. .Hem ecnu
Die oneindig veel meer* |kan_ _doen orboven
alles wewat wij |verzoeken_ of |bevatten, iomin overeenstemming met de kracht .die iin ons |werkzaam_ is, 21. zfHem zij de heerlijkheid iin
de uitgeroepen gemeente en iin Christus Jezus nbin
alle .generaties van de eon der eonen! Amen!
4 1. Ik |spreek
jullie dan aan, ík, de gebondene iin de Heer,
waardig te _wandelenf vanwege de roeping wewaarmee jullie werden geroepen,Kol.1:10 2. mtmet alle ootmoedige gezindheidf en zachtmoedigheid, mtmet geduld elkaar |verdragend_ iin liefde, 3. je |beijverend
de eenheid van de geestzv te |bewaren iin de
bandf van de vredezv: 4. één lichaam en één geest, zoals jullie +ook
geroepen werden iin één verwachtingzv van jullie .roeping;
5. één
Heer, één geloofzv, één doopf, 6. één God en Vader van
allen, .Die is opoover allen en dodoor allen en iin allen.1Cor.8:6 / 12:4-6 7. Aan
een ieder van ons ecnu werd .genade gegeven iomin overeenstemming
met de maatf van het geschenk van .Christus.
Rom.12:6 8. Daarom |zegt _neemt
Hij:Ps.68:18-19 _Opstijgend* nbin de hoogte
Hij de gevangenschapf gevangen en Hij _ogeeft gaven
aan de mensen. 9. Het ‘Hij steeg* op’ ecnu, wiwat betekent* het anders, dan* dat Hij +ook eerst afdaalde* nbin de lagere delen van de aarde? 10. Hij .Die _afdaalt* is Dezelfde .Die +ook _opstijgt* boboven
allen die van de hemelen zijn,Hebr.4:14 Hebr.7:26
opdat Hij het _al |compleet zal maken. 11. En zfDeze _ogeeft zowel .apostelen, ecals .profeten, ecals evangelisten, ecals .herdersf en leraars1Cor.12:28 12. nttot .|aanpassingf van de heiligen nbtot dienstwerk*, nbtot opbouwf* van het lichaamf van .Christus, 13. totdat*
wij .allen zouden |geraken nbtot de eenheid van het
geloof en van de bewustwording* van de zoon van .God, nbtot gerijptf man, Fil.3:15 nbtot het formaatf van het volgroeidf* zijn van het complementf van de Christus, Kol.1:28 14. opdat wij geen* onmondigenmf meer zouden zijn, 1Cor.13:11 1Cor.14-20 |zwalkendf_ en |meegedragenf_ door aliedere
windf van .leer, iin de grilligheid
van de mensen, idoor list ntom de stelselmatigheid van de dwaling te bewerken. 15. Waar |zijnde ecnu iin liefde, zouden wij .allen
tot |groeif moeten brengen nbin zfHem, weDie het Hoofdf is,
de Christus, 16. uuit weWie het is dat P het hele lichaam (samen |verbonden_ en |verenigd_* dodoor aliedere
opnamenzv Kol.2:19 van
het verstrekte voedsel, iomin overeenstemming met de werkzaamheid
iin
de mate van eeniederselk deel) de groei van het
lichaam d |bewerkt_, nbtot opbouw* van zichzelf iin liefde. 17. Dit*
dan |zeg en |getuig_ ik iin de Heer, dat júllie niet meer
Brief 8 aan de [Efeziërs] |wandelenf zoals +ook |wandelenf, 2:1 17.
de natiën iin de ijdelheid van zfhun .denkzin
die in hun .inzicht overduisterdf_ |zijn en
van het levennzv van .God overvreemd_, dovdoor de onwetendheid .die iin zfhen |is dovdoor
18. Zij* nbin
de vereeltingf van zfhun .hartf.
zijn oafgestompt en _ogeven zichzelf over aan de losbandigheid
het bedrijven* van alle onreinheidf iin hebzucht.
20. Júllie
echter leerden de Christus zo niet, 21. aangezien* jullie
zfHem
toch* _horenf en iin zfHem onderwezen werden (zoals iin
.Jezus
de waarheid is), 22. opdat jullie |afleggenf_ wat iomin overeenstemming
is met het eerdere gedrag, de oude mensheidnzv .die |verdorven_ is iomin
overeenstemming met de begeerten van
de verleiding, 23. opdat jullie echter |verjongdf_ worden in de
___
geest van jullie .denkzin 24. en de nieuwe mensheidnzv |aandoenf _, Rom.6:6 .die iomin
overeenstemming met God |geschapen
wordt iin gerechtigheid en goedgunstigheid van de waarheidzv. Kol.3:9 25. |Spreekt*
daarom, de valsheid |afleggendf_, waarheid,
eenieder* mtmet zfzijn .naaste, omdat wij ledenf zijn van elkaar.
Rom.12:5 26. |Toornen_ jullie |ondergaan opoover
en |zondigen niet? Laat de zonzv niet
jullie ergernis, 27. |geeft ook geen* plaats
aan de Tegenwerker. 28. Laat .wie |steelt niet meer |stelen, ecmaar
laat hij zich veeleer |inspannen om met .zijn handen het
goede te |verrichten*,opdat hij |zou hebben mee te |delen aan .wie
iets nodig* |heeft. Ha.20:35 1Thes.4:11 29. Laat geen* alenkel bedorvenf*
woord uuit jullie .mond |uitgaan_, maar spreekt, indien er wieen goed woord is ntvoor de benodigde* opbouw*, opdat het genade zou |geven aan .wie |horen. 30. En |bedroeft de heilige .geest van .God niet, wewaarimee jullie _verzegeldf zijn nbtot
de dagf van vrijkoping. 1:13 31. Laat alle bitterheidf en
gramschap en toorn en geroep en lastering vnvan jullie worden |weggenomenf*,
tezamen met al het kwade.Kol.3:8 32. |Wordt_
echter nbnaar elkaar: mild, innerlijk welwillend, zielkaar genade |schenkend_,
zoals +ook .God iin Christus júllie genade
_schenkt_. Kol.3:12-13
5 1. |Wordt_ dan |wandeltf iin
navolgers van .God als geliefde kinderenf 2. en
liefde, zoals +ook .Christus jullie _liefheeft en
Zichzelf bvter wille van ons heeft _oovergegeven als naderingsgeschenk en offerf voor .God, nbtot een aangenamef* geurf. Lev.1:9
3. Allerlei
hoererij en onreinheid echter of hebzucht laat
daarvan ibij jullie zelfs* geen sprake* |zijn_, zoals het heiligen |betaamt, 4.
en evenmin van schandelijkheid en dwaze taal
of insinuatie, wedie niet passend zijn, maar veeleer van dank. Gal.5:19 5.
Want dit |zien* en |erkennen jullie, dat geen* alenkele
hoereerder of onreinef of hebzuchtige (wedie afgodendienaarmf Kol.3:5 zijn*) .Christus
lotgenietingf |heeft iin de koningsheerschappij* van
en van God. 1Cor.6:9 2Tim.2:12 6. Laat niemand jullie |verleiden
met legef woorden, want dovdoor deze zaken |komt_ de toornzv van .God opoover de zonen van de weerspannigheidzv. 7. |Wordt_ dan 8. Want
geen* gezamenlijk _deelhebber met zfhen.
jullie waren ooit* duisternismf,2:11 nu echter zijn jullie
lichtmf iin de Heer.1Thes.5:5 |Wandeltf als kinderen van het lichtpf 9. (want
de vruchtf van het lichtf bestaat iin alle goedheid en gerechtigheid
en waarheid) 10. |toetsend wiwat de Heer welgevallig is. Rom.12:2 11. En |neemt niet met* hen deel aan de onvruchtbaref .werken +ook
van de duisternisf, ecmaar |toont deze veeleer
aan. 12. Want _.wat tersluiks dodoor zfhen gedaan |wordt_,
schandelijk is het om +zelfs maar te |zeggen. 13. _ .Alles ecnu wat wordt |aangetoond_, wordt dodoor het licht openbaar |gemaakt _,
want het lichtmf |is al .wat openbaar |maakt_.
14. Daarom |zegt
Hij: |Ontwaakf*, jij .die |dommeltf, en _sta opf
uuit
de dodenf Jes.26:19 Joh.5:25 en .Christus zal over je |opgaanf*.
15. Ziet*
dan toe, broeders, hoe nauwgezet* jullie |wandelenf,
niet als onwijzen, maar als wijzen, Kol.4:5 16. de era |uitkopendf_, omdat de dagenzv boos zijn. 17. |Wordt_ derhalve niet onbezonnen, maar |begrijpt wiwat de wil van de Heer is. 18. En |weest_ niet
dronken van wijn, wewaariin liederlijkheid is, maar
weest |vervuldf_ imet geest, 19. tot _jezelf |sprekend* iin psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, |zingend en snaren |bespelend iin
jullie .hartenf voor de Heer; Kol.3:16 20. altijd |dank
brengend bvvoor alles iin de naam van onze .Heer Jezus ChrisBrief 10 aan de [Efeziërs] tus aan de God en Vader, 21. je aan elkaar |onderschikkend___in de vrees van Christus. 22. De vrouwen, laten zij zich aan .hun eigen _man |onderschikken_ als aan de Heer, Kol.3:18 23. omdat de man het hoofdmf is van de vrouw, 1Cor.11:3 zoals +ook .Christus het Hoofdf is van de uitgeroepen gemeente Kol.1:18 en: zfHíj is de Redder van het lichaamf. 24. Maar zoals de uitgeroepen gemeente zich |onderschikt_ __
aan .Christus, zo +ook de vrouwen
aan .hun _man iin alles. 25. .Mannen, |hebt .je _vrouw lief, zoals +ook .Christus
de uitgeroepen gemeente _liefheeft en Zichzelf
_oovergeeft bvter
wille van zfhaar, 26. opdat Hij zfhaar |heiligen
zal, haar _reinigendf in het .waterbadf (imet Zijn uitspraak), 27. opdat zfHíj
aan ziZichzelfzf een heerlijke .uitgeroepen
gemeente zal |presenteren*, geen* vlekf of rimpelf of wiiets _.
dergelijks* |hebbend, maar opdat zij heilig en smetteloosf*
zou zijn. 28. Zo zijn +ook de mannen |verschuldigd .hun zieigen _
vrouw lief te |hebben als .hun zieigen _lichaam. .Wie .zijn zieigen
vrouw |liefheeft, |heeft zichzelf lief. Kol.3:19 29. Want niemand _haat
ooit* .zijn zieigen vleesnzv, maar |voedtf en |koestertf zfhet,
zoals ook .Christus de uitgeroepen gemeente, 30. omdat wij ledenmf zijn van zfZijn .lichaamf. 1Cor.12:12 31. Dit ipvbeantwoordt aan: ‘Een man* zal zfzijn .vader en .moeder |verlaten* en zich ntaan zfzijn
vrouw nt |hechtenf en de twee zullen nbtot één vlees
zijn’. Gen.2:24 32. Dit .geheimenis is groot. Ík echter |zeg het met het oog nbop Christus en met het oog nbop de uitgeroepen gemeente. 33. Bovendien, +ook jullie ieder iomafzonderlijk*, |hebt zo .je zieigen vrouw lief als jezelf, opdat de vrouw ecnu .haar man zou |vrezen_.
6 1. .Kinderen, |gehoorzaamt
jullie .ouders iin de Heer, want dit is
terecht*. Kol.3:20 2. ‘|Waardeer je .vader en .moeder’, wwwat het eerste gebod imet een belofte is, 3. ‘opdat het je wel zou |gaan_*
en je lange tijd opoop .aarde zult zijn’. Ex.20:12 4. En, .vaders, |ergert*
jullie .kinderen niet, maar |brengt zfhen groot* in de
opvoeding en vermaning van de Heer. Kol.3:21 5. .Slaven, |gehoorzaamt jullie .heren iomnaar het vleesnvz mtmet vrees en beven* iin onverdeeldheidf* van jullie .hartf als aan .Christus, 6. niet iommet
ogenslavernijf als mensenbehagers, maar als slaven
van Christus, die de wil van .God |doen vanuuit hun ziel 7. en mtmet
welwillendheid |slaven als voor de Heer en niet voor
mensen, 8. owetend* dat ieder, wanneer* hij het goede zou |doen,
dit zal |terugontvangen_* nvvan de Heer, hetzij slaaf, hetzij
vrije. Kol.3:22 1Tim.6:6 Tit.2:9 9. En, .heren, |doet _hetzelfde ntten opzichte van zfhen, door .dreiging terug te |houden, owetend* dat +zowel zfhun +als
jullie .Heerf iin de hemelen is, en nmbij zfHem is
geen* aanzien des persoons. Kol.4:1 10. Voor* het overige, mijn broeders wordt |krachtig_ gemaakt iin de Heer en iin de macht van zfZijn .sterkte. Fil.4:13 11. _Doet_ de hele wapenrusting van .God
aan, ntopdat jullie stand kunnen_ _houden* nttegen de
strategieën* van de Tegenwerker, 12. want* het is voor ons geen* .worsteling ntmet bloednzv en vleesnzv, maar standhouden nttegen
de soevereiniteitenzv*, nttegen de gevolmachtigdenzv, nttegen
de wereldmachten van deze .duisterniszv, nttegen de geestelijke machten van de boosheid ite midden van de hemelingen.
2Cor.10:4 P 13. |Neemt
derhalve de hele wapenrusting van .God op,
opdat jullie in staat gesteld* zouden worden te _weerstaan iin de boze .dagzv, en dit álles* _verricht* hebbend_, te _staan. 14. |Staat
dan: jullie .lenden _omgord_ imet waarheid en
_aangedaan
hebbend_ het pantser van de gerechtigheid 15. en
de voeten _onderbonden_ imet de bereidheid van het evangelie van de vredezv, Rom.5:10 16. iin alles |opnemend het langschild van het geloof, wewaarimee jullie alle .ovlammende_* .pijlen van de boze zullen |kunnen_ _blussen. 17. En _ontvangt_ de helm van de redding*Jes.59:17 en het zwaard van de geest, wedat is Gods uitspraak. P Hebr.4:12 18. doBij ieder gebed en iedere smeekbede Brief 12 aan de [Efeziërs] |biddend_ ibij |waakzaam
iedere gelegenheid* (iin de geest zfdaarnbtoe +ook
zijnd imet alle vasthoudendheid* en iedere smeekbede
oaaangaande
alle .heiligen, Kol. 4:2 19. +ook bvvoor mij), opdat
mij het woord |gegeven worde ibij het openen van mijn .mond iin
vrijmoedigheid het geheimenis van het evangelie _bekend te
maken, 20. wewaarbvvoor ik |gezantf ben iin een keten, opdat ik zfdaariin |vrijmoedig_ zal Fil.1:12 Kol.4:3-4 21. Opdat
_
zijn, zoals ik |gebonden ben te _spreken*.
echter +ook júllie zouden |weten*
wat mij iom.aangaat en wiwaarmee ik |bezig* ben, zal Tychikus,
de geliefde broeder en trouwezv dienaar iin de Heer, jullie alles
|bekendmaken. 22. weHem _zend
ik zfjuist hier*nbom ntnaar jullie
toe, opdat jullie |bekend zouden zijn met _het ons oaaangaande en hij jullie .harten |aanspreken zal.2Tim.4:12 23. Vrede aan de broeders, en liefde mtmet geloof, vnvan God de Vader en van de Heer Jezus Christus. 24. De genade zij mtmet allen .die onze .Heer
Jezus Christus iin onverderfelijkheidf |liefhebben! Amen!