^^
BSH
BELGISCHE/'«A CA
8BRBNA03B Ö'AMOUMMUZIEK VAN JAN KEUZER
ÉÉ ■> l
Tjfi' rp-rlJ'J'J'lr i^lJ' j wip pp. |
^^^
@Uukn*ikUur.
De straten zijn verlaten, Je bent ter rust gegaan, Je venstertje staat vredig, In 't vriendelijk licht der maan Slaap rustig, dus rrvn kleintje. Daar achter je gordijntje. Ik sta hier in de kou. Wijl ik zoo van je hou
REFREIN:
Goeden nacht, ■ Droonh maar zacht. Tot de morgen lacht, Slaap maar rustig en tevree. Droom maar... ik droom met je mee. Slaap maar zacht, Goeden nacht
Hoe wreed is toch het leven. Mijn hart is zwaar verwond, k Zie in je tuin verschijnen. Je pipa met z'n hond. Ja! Ja! Ik ga al henen! Dag schat! Ik neem de beenen! Maar 'k zing toch nog cordaat, Op 't hoekje van de straat: ■
... 111
-
-
m
-
fej
i
..;
■ - ,■
,.;«»
-
■
-
mm^mw^-
wmmm
■
op z'n hoogst uit een tweede-hands-kleedingzaaX Doch ik heb me dien avond geamuseerd zooals ik dat in lang niet had gedaan. Er ging een lekker frisch revuetje met aardige vondsten en tenminste nieuwe muziekI Er zong en sprong een commèretje rond, Scezy Gossens, zooals het geheele Alhambra er geen bezit, er was een onweerstaanbare komiek, Jef Orban, wiens vrijerijtje in de proloog al direkt een doorslaand succes werd, en de ster van den avond. Made Brenda, alhoewel een vrouw die minstens vijf kruisjes achter den rug had, bleek te beschikken over de grootste gave welke een kunstenaar bezitten kan: ze wist ons te ontroeren. Vooral in de scène „A bas l'épate" bezorgde ze mij herhaaldelijk eenige koude stippellijntjes. Wanneer krijgt Holland permanent dit soort revue's zonder oempa-finales en smakelooze oempa-costumes? De artiesten ervoor hebben we. En het publiek ook. Dat heeft het succes bewez«n van de op dezen leest geschoeide revue „Gek hè?" welke indertijd met Cor Ruys in de „Gaité" te Amsterdam ging.
De Alhambra-revue. In het Theatre des Capucines. De cassière van de „Gaité". Drie Hollandsche jongens in den vreemde. Het ,)Alhambra"te Brussel staat onder dezelfde directie als het „Casino de Paris" te Parijs. Voor insiders is 't dus vanzelfsprekend, dat de revue's van 't,.Casino", wanneer ze te Parijs uitgekeken zijn,naar de zusterinrichting te Brussel verhuizen. Dat heeft voor Brussel zijn voor- en zijn nadeel. Het voordeel is dat het finales en attracties te zien krijgt, die het zelf nooit zou kunnen aanschaffen of engageeren, het nadeel is, dat het, met de snelheid waarmede heden ten dage muziek circuleert, op den premièredag reeds naar aftandsche melodieën zit te luisteren. Zoo ook zijn de drie groote „schlagers" uit de revue „Bruxelles en fête", welke ik dezer dagen in het Alnambra zag, n.1. .Marquita", „La belote" en ,,Qui veut mes jolies roses" niet nieuw te noemen. „La belote" werd mishandeld door een zekere Madame Missia, een vedette van het, ook in. Holland eenige ijverige beoefenaarsters tellende, soort, wat zijn kracht zoekt in ordinairheid. „Marquita" daarentegen, gezongen door Melkior en gedanst door Suzanne Henri, werd 'n juweeltje van kleinkunst, en kon, met de voortreffelijke scene's „Carnaval sous la pluie" en „Chauvinisme" — hoe kostelijk waren in deze laatste scène niet de parodieën op een Russisch dubbelmannenkwartet en op het besoemde knapenkoor van de Sixtijnsche kapell — op één lijn gesteld worden met de beste momenten van de „Blauwe vogel". Wat verder opviel was een zee-decor naar een houtsnede van den grooten Japanner Hokusai. een zeer slecht Engelsch dansensemble — trouwens al wat koer en ballet was muntte uit door verregaande zang- en dansslordigheid — en het optreden van het sensationeele danspaar Mitty en Tillio, waarbij de, voor een vrouw, griezelig gespierde „zij" vooral in de scène „Le jardin des caresses'' ongelooflijke staaltjes van lichaamsbeheersching te zien gaf. De rest was als bij ons. Niet beter en niet slechter. Mondose, de mannelijke ster mag als komiek de mindere zijn van Buziau of Louis Davids, er staat tegenover, dat hij door uitmuntende tooneelspelersgaven het ensemble zeer hoog weet op te voeren, en dat hij zich nimmer laat verleiden om op de zaal te gaan spelen. In de loop van den avond had ik gelegenheid om op te merken, dat het veelbesproken naakt in de Fransche revues heel wat aesthetischer aandoet, en heel wat kuischer is dan de geraffineerde gedeeltelijke ontkleedingen, welke de Hoüandsche kwezelarij in onze revues duldt, en tevens constateerde ik ook daar weer de weeë.
;/
'
'
^llBBBnBMiiWipM^wg^WlupjiuiiwM^
DE WB¥ÏE ^AP
»
Van de „Gaité" gesproken. Ook Brussel heeft een „Gaité" en pok daar gaat een revue. Ik wilde er heen gaan, doch werd door de cassière op zoo'n onhebbelijke wijze te woord gestaan, dat ik me liet verleiden iets onvriende» lijks te zeggen en heen te gaan. 't Was wel j ammer, want volgens de Brusselsche critieken moet het een goede revue zijn.
zeezieke leegheid der pompeuze finales, welke ik geen lang leven meer voorspel. Theatre des , Capucines, Rue d'Arenberg 3. Een schouwburgje om te zoenen. Hoogstens 250 zitplaatsen. Op een Zondagavond was ik er. Van de tweehonderdvijftig plaatsen waren ei misschien zestig bezet. Toen na lang wachten het gordijn omhoog ging, keek ik tegen hopeloos armoedige décortjes aan. Het koor bestond uit vier schatten van meisjes, gekleed in gestijfde linnen jurkjes, zooals vroeger de arbeiderskindertjes 's Zondags droegen. Tegenwoordig gaan deze laatste door de week zelfs beter gekleed. Wat de solisten äan fantasiegewaden droegen, i ook naar het pakhuis van een of ander goedkoop costumienje, en de moderne costumes stamden
Op de Boulevard Anspach werd mijn plakaatverzamelaarsoog getroffen door een zeer artistiek affiche van een acrobatennummer. Bij nader onderzoek bleek het een reclamebiljet te zijn van onze in het „Coloseum" optredende landgenooten: ,.The three Kemmy's", zoo genoemd naar den leider van het drietal I. Kemmy. Ik ben deze drie Hollandsche jongens op gaan zoeken, en uit de verschillende programma's en critieken, welke ze mij overlegden, bleek dat zij in het buitenland een ware triomphtocht maken, en dat hen vanuit alle deelen der wereld de schitterendste aanbiedingen toestroomen, Het is dan ook buitengewoon wat ze in hunne levende beeldengroepen te zien geven, en met chauvinistischen trots was ik in het „Colloseum" getuige van hun enorme succes. Het verwonderde mij dan ook niet te hooren dat zij geen dagzonder engagement zijn, en in Parijs zelfs zes maanden achtereen aan het werk waren. Ze zijn nu bezig aan de afwerking hunner Europeesche contracten, van den zomer komen zij naar Nederland, wat ze dan voor het eerst na twee jaar terugzien, en daarna gaat de tocht naar de Nieuwe Wereld, waar nieuwe verbintenissen en hopenlijk nieuwe triomphen hen wachten. Dat het jelui goed gaat, makkers! ALEXANDER DE HAAS.
Qn het W.B.-Theater te Rot/ terdam gaat een First-National-Film, getiteld ,.De Witte Aap" die vervaardigd is naar den beroemden roman van JoKn Galsworthy. De voornaamste rollen worden vervuld door Barbara de la Marr, die juist dezer dagen op zoo j ongeil leeftijd overleden is en door den ook in ons land be kenden filmartist Henry Victor. De korte inhoud is als volgt: Soames Forsyte koopt een schilderij van een witten aap, dat de na-oorlogsche jeugd symboliseert en geeft dit ten geschenke aan zijn eenige dochter Fleur, die bemind wordt door Michael Mont en door den talentvollenschrijver en schilder Wilfrid Desert Zij trouwt met Michael en pas na een jaar brengt Wilfred hen een bezoek, bij welke gelegenheid hij haar opnieuw zijn liefde bekent. Tony Bicket, een bediende bij de uilgevers-maatschappij van Michael wordt betrapt bij het stelen van boeken, maar als Michael hoort, dat hij het deed om wat voor zijn zieke vrouw te koopen.
1
,,_^.. .'
~.
l
..
■■
geeft hij den diefstal niet ;ian, maar ontslaat Bicket. Wilfrid wil het land verlaten om zijn liefde te vergeten, maar Fleur verzoekt hem te blijven, waarop hij Michael eerlijk mededeelt, dat hij zal trachten zijn vrouw voor zich te winnen. Michael stuurt Victorine, de vrouw van Bicket, die om werk komt vragen naar Wilfrid, waar zij zeker als model dienst kan doen. Zij werdt inderdaad aangenomen. Wilfrid's schilderij van Victorine wordt een succes en in alle couranten komt een reproductie. Bicket herkent zijn vrouw en begeeft zich opgewonden naar Michael naar het atelier. Daar vinden zij Wilfrid en Fleur. Bicket springt op Wilfrid af, doch Michael werpt zich tusschen hen. Daar \erklaart Fleur, dat zij steeds op het atelier was als Victorine poseerde. Bicket bemerkt nu, dat zijn vrouw geen schuld treft en spoedt zich naar huis, terwijl Michael zich van Fleur afwendt.
gppl
■"
'
'
■"
-_^»^
ÏNTEÏII.AND VOETBALWEDSTRIJD TE ANTWERPEN BELGIE-HOLLAND 1-1
^Nana de ^terrera en TAarcel Barger leder kent in ons land Marcel Barger, den bekenden zanger, die zich vooral door z'n Pierrot-creatie Veel naam verwierf. Hij behoort tot de vele Hollanders, die ook met succes in het buitenland optreden en op een van z'n tochten was hij onlangs te Nice in het bekende hotel „Negresco". Hij zelf deed z'n reputatie eer aan op 'n soiree de gala, waar de elite uit Nice aanwezig was; een publiek van het meest kunstzinnige genre. Bij diezelfde gelegenheid trad op Nana de Herrera, een danseres van meer dan gewone bekwaamheden. Marcel introduceerde haar bij den heer Reese en voor een korten tijd is zij thans in ons land. Nana de Herrera .s kunst kenmerkt zich door buitengewone beschaving en gratie. Elke beweging treft door subtiele uitvoering. Nu mag men ook nog niet uit het oog verliezen, dat Nana door de natuur zeer gelukkig bedeeld is en door haar figuurtje, zoowel als door fijne gelaatsexpressie de aandacht trekt. . D.xt niemand verzuime, die daartoe in de gelegenheid is, om Nana de Herrera's kunstuitingen te gaan zien.
^■»^ï^'SJfefefettjri
JAavy Vornan Mary Homan is een bij velen welbekende fantasie-danseres. Zij is een zuster van Hauna Homan, die meermalen met Leonard Dardy is opgetreden. Mary mag onder de goede danseressen worden gerekend, die in vele plaateen met succes is opgetreden. Wij geven hierbij een tweetal afbeeldingen van een paar van haar beste creaties. De eene geeft een apachedans te zien, die opvalt door het sterk passioneele in Mary Homan's kunst, 't Is een dans van krachtige en impulsieve uitingen, wel een, waaraan een kunstenares zich met hart en ziel geeft. De andere foto is een weergave van een rozendans, iets liefelijks. Door deze twee dansen wordt de verscheidenheid van het temperament van Mary Homan duidelijk gedemonstreerd. We zouden daarbij ook nog kunnen noemen een slavendans, een creatie die opvalt door plastisch mooie standen. Er is van deze danseres, die hard gewerkt heeft, zich met hart en ziel aan haar kunst heeft gegeven, nog veel goeds te verwachten.
!
sia?iippf^ipp ' V^iv
mm**
:
wmmwmm
Laat de Cream er drie minuten op zitten.opdat de fijne zuivere oliën diep in de poriën dringen
Masseert Pond's Cold Cream over
Veegt de overtollige Cream met een zacht doekje of.
het gezicht, hals. handen en armen.
TOSTMI^i IMmmülIM Niet meer dan vijf minuten verzorging met Pond's Cold Cream, lederen avond voor het ter ruste gaan, is noodig om Uw huid schoon, gezond en in uitstekende conditie te houden. De fijne oliën zuiveren de poriën, vernieuwen het weefsel en versterken de huid. Verzorgt lederen morgen voor het uitgaan Uw gezicht en hals. evenals armen en. handen met Pond's Vanishing Cream. Deze aangenaam geparfumeerde Cream geeft U een bekoorlijke matte teint en beschermt U tegen ons grillig klimaat. Gebruikt bij iedere gelegenheid een weinig Pond's Vanishing Cream. De Cream verdwijnt aanstonds in'de huid en vormt een ideale basis voor poeder.
VERZORGT UW TEINT VANISHING AND COLD PON CS CREAMS zijn verkrijgbaar in alle goede zaken, in potten van f J.— en f2. ~ en tuben van f 0.50 en f 0.80.
Gratis monster. Ponds Extract Co., Prinsengracht 983,A'dam, zendt U 2 tuben Cold & Vanishing Cream na inzending van 20 et.
Schijn en wezen. Terwijl ik dit weekpraatje schrijf, zit ik in de hall van een der groote londensche hotels. Een bij uitstek geschikte plaats om studie te maken op het gebied van schijn en wezttn. *** Ik houd ervan, om in dergelijke groote hotels te zijn. Ook al is men er slechts 'n nummer een niets, hoogstens gewaardeerd naar den omvang van de fooien, die men geeft. Een waardeering, eveneens meer op den schijn dan naar het wezen ingesteld. *** In dergelijke hotels krijgt men wel een eigenaardigen kijk op het internationale leven. Allerlei talen hoort men spreken. Allerlei typen ziet men voorbdj flaneeren. Er worden zaken gedaan, gepraald en geflirt, gewacht en gejaagd. Maar vooral wordt er ontspanning gezocht. Ook daarvan ziet men de vreugde en zorgen. *** Warempel, het is niet altijd een genoegen om ontspanning te moeten zoeken! Naast me zit een dame. Haar voeten zijn in keurige avondschoentjes gestoken, de lichte kleur van de zijden kousen vertoont een niet al te bescheiden oppervlak. De snit van het costume, dat zij draagt, is hyper-modem. Zoo is ook de vorm van den hoed. Deze vrouwelijke gast is met zorg gepoederd en geverfd. Zij rookt een sigarette uit een pijpje met een edelsteen gegarneerd.. Niets wat de moderne jeugd aantrekkelijk vindt, is aan en door haar gespaard. En ... *** .... deze , vrouw is, volgens mijn taxatie, zeker niet ver van de zeventig. En waarlijk, ik taxeer er niet veel naast. Daar net zetten zich tegenover mij een heer en dame neer. Hij draagt het costume van den engelschen landgeeatelijke, die een grijs sportpak durft agn te trekken en toch 'door zijn hoog, van voren geheel gesloten dubbel kraagje dadelijk voor iedereen een „reverend" is. *** Zij is oen knappe vrouw, met veerkrachtigen tred, blijkbaar de moeder van den dominé. En.... *** .... deze overigens zeer waardige matrone draagt het grijze haar kortgeknipt. Een gezellige kroeskop zou men het kunnen noemen, wanneer de kleur nog donker, de trekken nog jeugdig zouden geweest zijn. Hét doet wel even vreemd
»XJITSCBÜLANirS TOETREDEN TOT DEN VOLKENBOND
De duitsche delegatie
Zittend, links: rijkskanselier Dr. Luther, rechts: Dr. Stresemann.
Hotel Victoria
dat aan de z.g. Reformatiezaal, waarin de officieele zittingen worden gehouden, is verbonden. De groote deur is dus de ingang tot de zittingszaal.
De zaal van binnen gezien
Sir Austen Chamberlain
de leider der engelsche delegatie.
Alfonso Costa
Arlstlde Brland
de portugeesche afgevaardigde als voorzitter van deze zitting aangewezen.
ieider der fransche delegatie.
m^^'rnw^r^^
aan, deze vrouw zoo naar de laatste mode geknipt te zien, maar zij maakt volstrekt niet den indruk den schijn te willen najagen zooals de andere oudere dame, waarvan ik eerst schreef. * * Er zijn heel wat andere menschen in de hall van het hotel, wier persoonlijkheid, wier doen en laten den schijn dienen. Maar opmerkelijk is het, ondanks die veelheid, hoe de vrouw wier jaren stijgen, zich wel 't sterkst achter den schijn tracht te verbergen en zich daardoor des te sterker verraadt. *** Werkelijk, het zou geen wiest zijn, wanneer w« weer terugkeerden tot de gewoonten van dertig, veertig jaar .geleden, toen een vrouw, direct na haar trouwen, al ©en hoed metkeelbandjes ging dragen, en een moeder van veertig jaren zich ging voorbereiden op het cornet je. *** Ik herinner mij nog heel goed, hoe m'n moeder, een mooie vrouw, die naar de gewoont'.n van haar tijd, héél jong getrouwd was, geen grooten hoed mocht dragen, ook al stond deze haar nog zoo goed. Dat paste een behoorlijke vrouw niet, wanneer ze getrouwd was. Dat was natuurlijk overdrijving, die belachelijk moest heeten. Maar de overdrijving naar den anderen kant, the struggle for youth, is nog onverdedigbaarder. * Waarom wil een matrone met meer die aardige, lieve functie bekleeden, de raadgeefster en vriendin der jongeren worden. Waarom zijn er zoovelen, die vastklampen aan wat toch aan haar vingers moet ontglippen, inplaats van te grijpen naar wat zoo goed in haar handen past. * Is het niet veel beter een jeugdige oudere vrouw te zijn, dan een oude jeugdige ? Is het niet veel logischer de werkelijkheid te durven aanvaarden, dan den schijn na te jagen ? * * Natuurlijk zal dit weekpraatje me geen sympathie van „zekere zijde" bezorgen. Ik weet wel, wat voor tegenwerpingen me wachten. *** De stormen, die ik niet kan ontgaan, laat ik rusdglijk over m'n hoofd lostrekken. Middelerwijl zoek ik" troost en afwisseling in een genoegelijk, gezellig praatje met de lieve, oude dame, die zoo heerlijk jong haar eigen ouderdom aanvaardde en wier gezelschap zoo eindeloos is te verkiezen boven dat der veel oudere gekkinnen, die den schijn boven het wezen prefereeien. M.E.R.CURIUS.
■
■
•■
■
;
■
'
LAND Een der vraagstukken, voor welker oplossing^ we staan, is het bevolkingsvraagstuk. Er is een jaarlijksche vermeerdering van loc.ooo menschen en bedraagt dit cijfer voor hen die op de arbeidsmarkt komen 30 of 40.000. Daarnaast zien we groote werkloosheid (gemiddeld zijn er een 80.000 werkloozen) ondanks het feit, dat verschillende ondernemingen het weer aardig druk hebben. Niet alleen in sommige groote gemeenten openbaart zich deze werkloosheid, ook op het platteland, althans in sommige streken, is de werkloosheid een ernstig euvel. Doprdat de normale afvloeiing naar Duitschland nog steeds niet kan plaats vinden, evenmin een behoorlijke emigratie naar Noord-Amerika mogelijk is en er verder steeds meer machines in den landbouw worden gebezigd, zijn er velen, voor wie het vrije bedrijf in onvoldoende mate werk heeft. De overheid, welke zich noch van 't'bevolkingsvraagstuk, noch van dat der werkloosheid afzijdig kan houden, staat dus voor de vraag hoe beide op te lossen, d.w.z. hoe de wegen te vinden, welke kunnen worden ingeslagen om te geraken eenerzijds tot het vinden van brood voor die
100.000 babies, anderzijds tot het scheppen van werk voor die duizenden werkloozen. Want nietwaar, het gaat er om, hoe vinden we woonplaats en werk voor deze toenemende bevolking, waarvan een gedeelte met werkloosheid te kampen heeft. Op initiatief van het Rijk, dan wel op daartoe gedaan verzoek, zijn talrijke groote en kleine werken uitgevoerd en zijn er nog vele in uitvoering en voorbereiding, welke er toe hebben bijgedragen en zullen bijdragen, dat duizenden in de gelegenheid zijn een blijvend stuk brood te verdienen; duizenden hectaren, eertijds woeste grond, zijn ontgonnen of beboscht, honderden kilometers kanaal en weg zijn aangelegd, honderden hectaren grond zijn door drooglegging aangewonnen, zoodat permanente werkgelegenheid is verkregen dan wel verkregen zal worden, voor groote groepen van onze medeburgers * * * In Dordrecht heerscht reeds eenige jaren zeer groote werkloosheid; zoo was in 1923 voor steun aan werkloozen ruim 7 ton noodig en in 1924 ruim 5 ton; in 1925 zal niet veel minder zijn uitgegeven. Wat werd voor deze bedragen verkregen? Niets, of
Brand in het Oost-Indisch Huls te Amsterdam
Opening van het Oranie-Nassau-Museum te Den Haag. Interieur.
De uitgebrande kamer.
Gezicht op den Noord Springer slechts dit, dat de gesteunden een weinig in hun onderhoud konden voorzien. Na is het-^oor groote gemeenten steeds moeilijk, om op groote schaal werk te verschaffen en in Dordrecht deed zich deze moeilijkheid ook sterk voelen. Toen is de idee ontstaan, een gedeelte van den Biesbosch in te dijken. Men had dan volop werk voor honderden werkloozen gedurende eenige jaren en maakte tevens blijvende werkgelegenheid. Het is niet bij een denkbeeld gebleven, er is krachtig aangevat en thans is men begonnen. Waarom zal een gedeelte van den Biesbosch worden ingedijkt? Een belangrijk deel van het in te dijken complex is in waarde achteruitgegaan en gaat hoe langer zoo meer achteruit. Dit „slechte" gedeelte wordt geregeld grooter en in dezelfde mate vermindert het nog productieve deel. We zijn niet ver van de waarheid, wanneer we verklaren, dat in het gedeelte dat wordt ingepolderd, jaarlijks niet meer dan een 15.000 gulden wordt verloond. Vanzelfsprekend zal een inpoldering voor hen die
Vereenlslng van Qemeenteillke bou^echnlsche hpo^
Ooening van de tentoonstelling der Vereeniging van gemeentelijke bouv hoo'dambtenaren te Utrecht. De burgemeester knipt het lint door.
z K H prins Ario Soeriodjnjngra
*™*f'i* b^f ^
de N,
v.
A.
H„lens. sigaren- «n
Tabaksfabrieken te Delft.
De ministers Prof. Slotemaker de Bruine en Dr. 3. C. Konlngsberger
brachten een bezoek aan de Jaarbeurs te Utrecht. De burgemeester leidde beide ministers rond.
"'
Laatste grondboring in Juli 1925 deheeren links zijn v.l.n.r. Brouwe (directie), Jansen (wethouder), Vis (secretaris)
.
;
v
^
'
■
v
«
'
-
Een huls dat vertakt
Op den hoek Heerengracht en Blauwburgwal te Amsterdam moest een,huis worden gestut, om instorten te voorkomen
De zaak Ds. Geelkerken
Ondanks schorsing spreekt Ds. Geelkerken toch in de Parkkerk te Amsterdam. Een foto van Ds. Ge sikeiken met vrouw en kinderen op weg naar de kerk.
PI
I -^rwm
bij de griendcultuur (griend is het hout dat er groeit) betrokken zijn, aanvankelijk wel eenigszins nadeeüg zijn. Echter ontstaat na de indijking opnieuw aanslibbing en worden dus geleidelijk weer nieuwe griendgronden verkregen. Het thans in het griend verwerkte arbeidsloon zinkt echter in het niet bij dat wat straks, als de geheele polder voor den landbouw gereed is, zal worden verwerkt. Het is niet mogelijk, dat bedrag precies aan te geven, maar wanneer men bedenkt, dat op den in te dijken grond, zeker 35 ä 40 groote boerderijen zullen komen, benevens een aantal arbeiderswoningen, dat verder de grond intensief dag aan dag bewerkt moet worden, dan staat wel vast, dat hier tonnen jaarlijks zullen omgaan. Inplaats^ van regelmatig minder opleverende riet-' en griendgronden, waar thans slechts eenige menschen hoogst sober kunnen leven, zullen een 900 H.A. van de rijkste gronden komen, welke werk- en woongelegenheid bieden voor zeer velen. De vlak aan den Biesbosch gelegen polders leveren het beste bewijs wat uit den nieuwen polder zal kunnen worden voortgebracht. Uit het voorgaande blijkt, dat hier een mooi werk tot stand zal komen. Een belangrijke kwestie welke opgelost moest worden, was deze, wie het werk zou uitvoeren. Tenslotte werd een vorm gekozen, waartoe de zevende titel van de Onteigeningswet den weg wees. Een vereeniging werd opgericht als bedoeld in art. 123d der Onteigeningswet en haar naam, benevens haar taak, blijkt uit de volgende artikelen der statuten. „De Vereeniging draagt den naam: Vereeniging „De Biesbosch" en is gevestigd te Dordrecht." „Artikel 2. „Doel der vereeniging is om, krachtens toelating als bedoeld in art. 123d der Onteigeningswet, uitsluitend werkzaam te zijn in het belang van de verhooging van de opbrengst van gronden, gelegen in den Zuid-Hollandschen Biesbosch, ten zuiden van Kop van 't Land". „Zij tracht dat doel te bereiken door het in cultuur brengen van bedoelde gronden en de exploitatie daarvan. Te dien eincte zal zij den eigendom trachten te verkrijgen van daarvoor in aanmerking komende gronden, waar noodig op de wijze als bedoeld in den zevenden titel der Onteigeningswet, ingevoegd bij de wet .van 6 Mei 1921, Staatsblad 711, of dergelijke gronden in erfpacht of huur trachten te verwerven, voor zooverre van het bepaalde, dat de te verbeteren gronden in eigendom aan de vereeniging zullen moeten toebehooren, door de minissters van waterstaat en van birmenlandsche zaken en landbouw ontheffing zal worden verleend. Vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der vereeniging zal niet anders kunnen geschieden dan met goedkeuring der voornoemde ministers."
Het plan, dat nu in uitvoering komt, beoogt het geheel vloedvrij maken van de gronden, gelegen tusschen den bandijk langs de Nieuwe Merwede en den rivierwaterkeerenden dijk van de „Vierpolders" — welke laatste dijk deel uitmaakt van de hoofdwaterkeering van het eiland van Dordrecht en omvat dus ook den reeds ingedijkten buitenpolder, den Hania's- en ZuidBuitenpolder. De nieuwe te maken zee- en rivierwaterkeerende dijk, die aan weerszijden aan de hoofdwaterkeering van het eiland van Dordrecht zal aansluiten, zal de volgende normale afmetingen verkrijgen. kruinhoogte 4.30 M. pi. N.A.P., kruinbpeedte 1.5 M., helling voor het buitenbeloop 3 op 1 en voor het binnenbeloop z1/* op 1. Waar de nieuwe zuidwestelijke drjk door aanliggende dijken wordt beschermd, zal met deze hoogte worden volstaan, terwijl ter plaatse waar golfslag en golfoploop zijn te wachten, de dijk op een hoogte van 4.70 M. pi. N.A.P. ontworpen is. Voor zoover hij direct waterkeerend wordt, verkrijgt de nieuwe dijk een buitenberm, reikende van 1.50 tot 1.75 M. pi. N.A.P. of van 0.20 tot 0.45 M. boven gewoon hoog water aldaar, terwijl ter plaatse van de kreken en killen, die thans de in je dijken gronden doorsnijden, het waterbeloop van den dijk tevens met steenglooiïng zal worden verdedigd. • Teneinde den golfslag op den zuidwestelijken dijk zooveel mogelijk tegen te gaan, worden vóór dien dijk zoogenaamde schutakkers aangelegd, waarop griend wordt geteeld. De binnenberm, waarop een weg is geprojecteerd, verkrijgt een breedte van 6.60 M. en een hoogte van 1.45 M. pi. N.A.P. Op het buitenbeloop zal worden aangebracht een kleibekleeding ter dikte van 0.50 M. en op het binnenbeloop van 0.30 M. De beloopen, die onmiddellijk met buitenwater in aanraking komen, zullen worden voorzien van een krammat tot 1.50 M. in het beloop, gemeten onder de ïcruin, terwijl overigens de beloopen met graszaad worden bezaaid. De bedoeling is, dat de nieuwe dijk grootendeels in het eerste jaar zal worden gemaakt. De benoodigde grond zal daartoe worden ontleend aan de te maken af wateringsslooten en uit daarvoor door onteigening te verwerven terrein, buiten den nieuwen dijk gelegen. Behalve over den binnenberm van den te maken dijk, is in den nieuwen polder een wegennet ontworpen met onbeharde rijbaan. De hoofdwegen verkrijgen een kruinbreedte van 9 M. de overige een kruinbreedte van 7 M. In den zuidwestelijken dijk komt een uitwateringssluis met twee openingen, ieder van een dagwijdte van 2.50 M. en een slagdrempeldiepte van 1.90 M. N.A.P. of ongeveer 1.40 M. beneden gewoon laag water. Deze sluis moet dienen om het overtollige
water van den nieuwen polder af te voeren, alsmede van den Hania's- en Zuid-Buitenpolder ter grootte van 148 H.A. De afwatering van dezen polder zal aldus door de indijking verbeteren. Voor den afvoer van de landbouwproducten en den aanvoer van mest en bouwmaterialen zijn, langs de nieuwe Merwede twee haventjes met los wal en aan den zuidwestelijken dijk één haven met loswal ontworpen. Ter vervanging van de bestaande los- en laadplaats aan de Tongplaat, die door de indijking komt te vervallen, wordt een nieuwe los- en laadgelegenheid gemaakt buiten den nieuwen dijk, doch bij den uitwateringsduiker van de Tongplaat. De nieuwe polder verkrijgt een dijklengte van 8260 M. Er is op gerekend, dat voor de indijking zal worden onteigend 1044 H.A., waarvan voor dijken, dijkpunten, wegen, waterleidingen, enz. 162 H.A. bestemd is, zoodat aan waardevollen grond een complex van 882 H.A. overblijft. De kosten van de uitvoering van het bedijkingsplan zijn geraamd op f 3.068.000, waaronder o.m. f 104.000 is begrepen voor schadeloosstelling aan huurders der te onteigenen gronden, f 2u.000 voor renteverlies, f 940.000 voor aankoop van gronden en f 30.000 voor kosten van oprichting, algemeen beheer, onvoorzien, enz. Gerekend wordt, dat de opbrengst van den binnengedijkten grond bij verkoop f 2600.— per H.A. zal bedragen of voor 882 H.A. f 2.293.200, zoodat het verlies zou zijn f 774.800.—. Aan arbeidsloon zal ongeveer i1/2 millioen kunnen worden verwerkt. Het eventueel verlies zal worden gedragen door den Staat (f 200.000), de Provincie. Zuid-Holland f 250.000 en de gemeente Dordrecht de rest. Valt de opbrengst der gronden mede, komt n.1. de prijs boven f 2600.— per H.A. en is de prestatie der werkloozen meer dan de verwachte 70 o/0 van een normalen grondwerker, dan wordt het te dragen verlies geringer. De raad der gemeente Dordrecht besloot het benoodigde geld, t.w. 3 millioen gulden, voor te schieten en gaf reeds machtiging met het werk te beginnen. De( verwachting is, dat liet mogelijk zal zijn een 500 tot 600 werkloozen te plaatsen. Verschillende bepalingen in de bestekken geven de. arbeidsvoorwaarden voor deze personen aan. Naast de werkloozen zal er nog plaats zijn voor eenige honderden z.g. vrije arbeiders, die de aanncmei; zelf kiest. En thans aan den arbeid, moge het werk 9l agen M. DE VR.
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
Het trekken van een der booten over de Overtoom '.
LUDOLF BAKHUYSEN - HET HAARLEMMERMEER Een interessant schilderij, afgescheiden 'nog van de artistieke verdiensten, omdat het een beeld geeft van iets, dat allang niet meer is. Wie de Haarlemmermeerpolder doorrijdt, zal zich moeilijk kunnen denken, dat het eens zoo'n ruime waterplas is geweest.
Jim Haverhill s.tak juist met «.en ontevreden gemompel, den brief dien hij met de middagpost ontvangen had, weer in de enveloppe, toen de deur na 'n kort tikje opengeworpen werd en een jong meisje in een wtitzijden kleedje, stralend als een lentebloem, de kamer binnenwipte eri zich graciélijk voor Jim boog. Een glimlach plooide zijn mondhoeken. „Wel Linda", zei hij, het meisje kussend, „je hebt jezelf overtroffen. ' Je lijkt wel een zilvervlindertje." Hij ging naar zijn brandkast en haalde er een ijzeren kistje uit. Nieuwsgierig keek het meisje hoe hij met een klein sleuteltje, het stroeve slot ontsloot, maar ze slaakte een kreet van verrassing, toen ze het kostbare parelsnoer zag, dat hij er uit haalde en haar eenigszins plechtig om den hals hing. „'t Is nog van je moeder, poes. Ik gaf het haar toen wij trouwden. Maar kom, laten we nu naar beneden gaan, het zal wel tijd wezen." Nauwelijks had de gastheer met zijn dochter de schitterend verlichte balzaal bereikt, \oi reeds kwamen de eerste gasten binnen en werden hartelijk verwelkomd. De beeren zwermden onmiddellijk om Linda heen, die zich hunne hulde kalm liet welgevallen, sprak en glimlachte tegen Uien, maar liet niet één haar bijzondere voorkeur blijken. Tot haar vader met vluggen pas op haar toetrad en haar iets in het oor fluisterde.
De muziek zette een nieuwen Dadelijk stond ze op, stak haar hand door den arm baars trott in, de paren vormden zich vaders en huppelde, verlangend en vlogen weldra in wilde warvoor zich uit ziende, met hem reling aan Jim voorbij, die plotnaar de deur, die zij juist be- seling vermoeid, op een rustreikten op het oogenbhk dat er bank neerviel. Hij bracht de een heer, gekleed in onberis- handen aan het hoofd, het pelijk avondcostuum, binnen- gedraai maakte hem duizelig, hij zag den vloer golven. trad. Den laatsten tijd had hij wel Eerbiedig groette hij Jim Haverhill en kuste Linda, meer last van die aanvallen, waarna de twee jongelui ge- het scheen dat zijn hart zoo armd naar de overige gasten goed niet meer werkte. Angstig zag hij op, wilde om liepen. Havenhill's hart klopte van water schreeuwen, maar zijn keel leek dichtgesnoerd. Dan blijdschap. Eindelijk was zijn wensch kwam er een mist . voor zijn vervuld en zag hij zijn dochter oogen en bewusteloos gleed hij aan den arm van haar toekom- op den grond. Allen snelden toe en een stigen echtgenoot. Wel had het lang geduurd, want ze was dokter, die zich onder de gasten moeilijk te voldoen, zijn kleine bevond, knielde bij hem neer. De wenkbrauwen gefronst en vlinder, maar nu kon hij gerust zijn, ze zou de vrouw worden met een uitdrukking op het gevan een der invloedrijkste man- laat, die steeds ernstiger werd, onderzocht hij het lichaam, nen van Amerika.
President von Hindenburs
bezoekt ter gelegenheid van de Messe de 3tad Leipzig. Onze foto is genomen na het oezoek van den ouden maarschalk aan het VSlkerschlachtdenkmaal, dat men op den achtergrond ziet.
waarover zich langzaam een vreemde, vale kleur verspreidde. Even gingen de blauwe lippen vaneen en een diepe zucht ontsnapte. Toen stond de dokter op, nam het meisje, dat hem met oogen, groot van angst, aanstaarde, ibij den arm, en voerde haar zachtjes de zaal uit. „Hartvenlamming", fluisterde hij den dichitstbijzijnden gast toe. Het hleek na den dood van Jim Haverhill, dat hij zijn dochter niets, letterlijk niets, dan een massa schulden, had nagelaten. Alles wat hij het zijne genoemd had, het huis, de meubels, ja zelfs het kostbare parelsnoer van Linda's moeder, dat door een imitatie vervangen was, had hij, zonder dat zijn dochter daar iets van wist, verkocht en de laatste maanden had hij uitsluitend geleefd van het crediet, dat de niets kwaads vermoedende leveranciers hem gaarne toestonden. Niet zoodra drong deze waarheid door tot Courtney Roth, den verloofde van Linda, of hij verbrak het engagement, daar datgene wat hij het meest aan-
:
PP? ■-■■■'■
;
■
'
,
trekkclijke in zijn bruid voud, haar rykdom, niet bleek te Destaafi. Linda verkeerde in een allesbehalve benijdenswaardige positie, de talrijke vrienden van haar vader bekommerden zich in 't geheel niet om haar en haar eigen vrienden hadden plotseling zooveel andere zaken en interesses, dat zij voor Linda geen tijd over hadden, zoodat deze zich nu van allen verlaten zag. Slechts haar oude kamenier Weef getrouw en nam haar eigen spaarpenningen op, om haar meesteres te helpen. „Het geeft niets, Pansy", zei Linda mismoedig, nadat • ze veertien dagen in een van de duurste hotels gelogeerd hadden, de eenige manier van leven die Linda bekend was, ,,je geld gaat op en we komen niets verder". Pansy schudde haar hoofd en dacht na, maar zag geen uitweg. Plotseling stond Linda recht en haar oogen begonnen te schitteren bij de gedachte die in haar opkwam. „John Converse is uit Europa teruggekomen, ik zal hem opzoeken en geld ter leen vragen. En als hij het geeft, dan gaan w'ij naar Europa." Verbluft zag Pansy het jonge meisje aan. „Wat moeten wij in Europa doen ?" vroeg ze onnoozel. „Geld maken", zei Linda opgewekt. „De meeste Europeanen komen hier naar toe als ze geen geld hebben, maar wij gaan daarheen, daar gaat bet nog makkelijker." John Converse, een oud vriend van Jim Haverhill, die echter de laatste jaren in Europa gezworven had, voelde een groot medelijden met het arme, verlaten meisje en was terstond bereid haar geld te verschaffen, toen ze hem haar plan om naar Europa te gaan, meedeelde. Maar. op zijn vraag, wat ze in Europa wilde doen, antwoordde ze kortaf: „geld verdienen". Ze nam passage naar Frankrijk en na eenige dagen in Parijs vertoefd te hebben, zette ze zich in den trein en reisde door naar Monte Carlo. Hier was voor haar het beloofde land, hier zou ze haar geld opzetten en winnen, natuurlijk, daar . twijfelde ze geen oogenblik aan. Ze speelde en ... . won. En eenmaal meegesleept door het spel, bleef ze spelen en won een vermogen, tot ze. op het toppunt van overmoed haar heele pas verworven kapitaal opzette en alles verloor.
De eerste ministerraad
In het departement van justitie te Den Haag vond ld vorige vorige week week de de eerste eerste ministerraad weer plaats. Op onze foto ziet men v.l.n.r. prof L A van Roven (Oorloof mr M» «;.. <. ,rs * wijs), nr. mr J. B. Kan (Bir.nenl. Zaken en L dbouw,, mr dr. J. Donner (Justitie), jhr. mr. H. A. van Karnebeek (Buitenl. Zakeh). jhr/l D. jTe Geer 'F^ncië^ mr ^ (Waterstaa t). dr. J. R. Slotemaker de Bruine (Arbeid, Handel en Nijverheid), dr. J. C. Konlngsb.rger (Kolonign). ^'"•nc«»). mr. H, v. d. Vegte ■
De heer F. A. Dietz,
Het S.S. Sirena, strandde te Hoek van Hoiland. Het schip op de Zuiderpler
oud-commissaris van politie te Den Haag, is te Apeldoorn overleden.
fWf* f^ |"f^ Het Nederlandsch—Belgisch verdras
Het lichten van de Stormpoider welke in den mond van de Rijnhaven te Rotterdam is gezonken.
Pr,muieOb«en,cea"S^einPe,retd!^!aUnr,jnScTar3deit|aar Ie Aa,sm
"r-
te
Te Antwerpen had Zaterdag 13 Maart in het Volksgebouw een besoreking olaats van sociaal, oemocratische afgevaardigden van deze beide landen over het veelbésorokeri verdrag tusschen NeoerUnd en België. OD onze foto zien wij van links naar rechts dé beeren Joh. Bräutigam, C. Werkhoven. J. H. Schaper, Eeckeler, W.H. Vliegen, dr. Th. van der Waerden, Van Koosebroek, Ing, Alberda en J. F. Ankersmit. Staande de beeren de la Bella en de Brouckere
De rust van John Converse was voor goed verstoord, na het bezoek van de kleine ^dappere Amerikaansche en hij besloot haar tot geen prijs meer uit het oog te verliezen. Dus pakte hij zijn koffer en
t™*"*™ «orSaniseerd door de Kon. Nea. Ml), voor Tuinbouw en Plantkunde Hortensia. - Go-iden medaille.
„4^,,-.
8f
.
Medinella Magnifica.
L
L
:
__
KLASSIEK EN ROMANTIEK Nu den laatsten tijd een streven merkbaar is, om het societystuk te verlaten, of althans minder veelvuldig te spelen, schijnt het ons met onaardig toe te trachten in een paar artikelen uiteen te zetten hoe het romantieke stuk, dat geheel of gedeeltelijk de opvolger zal worden, ontstaan is. Men hoeft immers slechts oppervlakkig rond te speuren om te bemerken, dat allerwege weer de Drakenvlay (om bij de aardige uitdrukking van Saalborn te blijven) geheschen wordt. Dit is de tweede zware strijd, die het romantisme moet voeren, om haar goed bestaansrecht erkend te krijgen. _ , , N ■ Zooals ik reeds in een vorig artikel (het Openluchttheater) uiteenzette, is het tooneel langzaam van uit het oude mysteriespel gegroeid. Aanvankelijk vrij van elke dogmatiek, kon het zich in alle vrijheid ontwikkelen. Door de vele onwaarschijnlijkheden getroffen, ontstond al spoedig een streyen eenige orde en regelmaat te brengen in de groote verscheidenheid en chaos van structuur. Geen wonder als wij bedenken, dat het ir, geenen deele tot de zeldzanmheden behoorde, dat men den held in het begin als zuigeling zag, om na eenige uren van vertooning hem als ontwikkeld baardig mensch te zien optreden- Op enkele vierkante meters speelruimte zag men Amerika en Italië, een grot, een kamer en de stad van Toledo. De zeventiende-eeuwsche toeschouwer beschikte met meer over de kinderlijke verbeeldingskracht en eischte meer waarheid in het gebodene Zoo is het te verklaren, dat omstreeks 1650 een systeem, dat ongeveer twee eeuwen lang zijn invloed op elke dramatische schepping zou doen gevoelen, algemeen ingang vond. De kern ervan bestond in de fameuze drie „Eenheden" namelijk: a. Eenheid van Plaats b. Eenheid van Tijd c. Eenheid van Handeling. , . , u i De plaats-eenheid verplichtte den schrijver zijn stuk steeds in hetzelfde decor te doen spelen. Maar het spreekt van zelf, dat daardoor het speelplan zeer vaag en ook dikwijls onwaarschijnlijk is. waar de personen slechts zuiver toevallig te zamen komen. Sterk komt dit verschil wel uit, als men de beschrijving van het tooneel leest van een klassiek stuk en dat van een romantisch stuk. Bij het eerste een sobere aanduiding van eenige requisieten, ■ bij het laatste een dikwijls bladzijden vullende beschrijving. Maar behalve dit gevolg is er nog een ander aan te wnzen van zoo belangrijken aard, dat dit mede een der oorzaken is van den triomf van het Romantische stuk. Alle handelingen, di» niet juist gebeurd zijn op de voorgeschreven plaats, moeten door boden of andere personages aan den toeschouwer medegedeeld worden. En al grijpt de auteur dankbaar deze gelegenheid aan om prachtig, episch werk te leveren, aan de levendigheid doet het afbreuk, daar het slechts Words, Words, nothing but Words zijn. ,,,,,. , , , i De eenheid van tijd schrijft voor, dat de handeling geheel en al volbracht moet zijn binnen de vier en twintig uren. Zoo komt de schrijver er toe om liever een spel van hartstochten te geven dan van gebeurtenissen en natuurlijkerwijze wordt een veel eenvoudiger handeling verkregen. Om tijd te sparen is de auteur wel genoodzaakt het onderwerp aan te vangen, als de handeling op het punt staat te beginnen, wat Goethe eens zeer terecht deed schrijven : Der Romantikus will nur eine Krise. i , • i-j De derde en laatste eenheid heeft zich tot op den huldigen tiid weten te handhaven. Deze toch bepaalde, dat er slechts een groot gebeuren mag plaats grijpen, tot welker ontknooping alle andere medewerken Elk waarachtig groot kunstenaar neemt dezen regel, zonder welken een sterk gebouwd stuk niet mogelijk is, in acht. De weinige personen, die in het stuk optreden, dragen wel, zoo goed zij kunnen voor, maar zoeken niet in de eerste plaats hun kracht in acteeren. Hun kleeding wordt een eigenaardig mengelmoes. Soms streven de acteurs naar een eenigszins getrouwe weergave, dan'weer treden zij in een stuk, spelend in bijv. het oude Rome of Griekenland op, gekleed naar de laatste mode- Zoo vertelt men de volgende aardige bijzonderheid, die zeer goed een licht werpt op de toenmalige toestanden Mejuffrouw du Mesnill speelde in Horace de rol van Camille- Oel
Een kijkle in Athene
De Boulevard der Koningin Olga, met op den achtergrond de Akropolis,
ging terug naar Europa om zijn onervaren vriendinnetje, als het noodig was, bij te staan. Hij begaf -zich naar Parijs en hoorde daar, dat de „mooie Amerikaansche" naar Monte Carlo was vertrokken. Nu telegrafeerde hij naar Monte Carlo en het telegram bereikte Linda juist, toen zij wanhopig uit het Casino kwam. Ha, zij zou naar Parijs gaan en weer geld vragen, om haar vermogen terug te winnen. Converse was juist op het goede oogenblik verschenen. Met pijlsnelle vaart snorde de nachttrein naar Parijs, waarin Linda gemakkelijk achterovergeleund in de kussens, vroolijk en luchthartig 'babbelde met een jongen Amerikaan, die eveneens naar Parijs ging en zeer verheugd was met zijn aangenaam reisgezeilschap. In Parijs namen zij afscheid na afgesproken te hebben, elkaar weer te zullen ontmoeten. Linda werd door John Converse hartelijk ontvangen. Dadelijk was hij bereid haar opnieuw geld te leenen en noodigde haar uit met hem te gaan dineeren, waaraan zij, blij hem een genoegen te kunnen doen, vriendelijk gehoor gaf. Luisterend naar de zachte muziek, babbelend met haar gastheer, genietend van het echt parijschc leven om haar heen, vloog de avond om en zij wilden juist het restaurant verlaten, toen een nieuwe bezoeker rakelings langs hun tafeltje ging en Linda haar Amerikaanschen reisgenoot herkende, die op zijn beurt zeer verwonderd was het meisje hier met een heer aan te treffen. Linda zag zijn verwondering en werd er onaangenaam door getroffen. De jonge Amerikaan had meer indruk op haar gemaakt dan zij zichzelf wilde bekennen en welke gevolgtrekkingen zou hij nu niet kunnen maken. Neen, hoe eerder boe beter moest zij bij John Converse vandaan, zij zou dan wel zien, hoe ze verder moest leven. Dus vertrok ze den volgenden morgen zonder haar adres na te laten, uit het hotel waar Converse haar gebiacbt had, nam haar intrek in een ander en zon op nieuwe middelen van bestaan. Dien avond, eenigen tijd voor het diner, kwam Pansy verschrikt de kamer harer meesteres inloopen, met een kostbare avondjurk van deze, waar met een heet strijkijzer een afschuwelijk gat in was gebrand. Een oogenblik zat Linda verslagen, toen begonnen haar oogen te schitteren. „Pansy, je bent een engel, dat moet je met nog een paar doen, dan zijn we rijk." Pansy werd bdeek van schrik, was haar meesteres door de emoties der laatste weken krankzinnig geworden ? Linda barstte uit in eenscha-
mr^mmmmmmmmm terend gelach toen ze het gezicht van Pansy zag. „Kom", zei ze, t,je weet toch wel, dat al mijn avondcostuums fabelachtig hoog verzekerd zijn. verbrand er nog een paar, dan zijn we rijk." Met kluchtigen eerbied keek Pansy haar aan, maar den volgenden dag ging er een brief met verzoek om schadevergoeding naar de verzekeringmaatschappij. Het geld kwam en Linda had voorloopig geen zorgen meer. Op den afgesproken tijd ontmoette ze den jongen Amerikaan weer, die een post aan het gezantschap bleek te bekleeden, maar binnenkort weer naar Amerika hoopte te vertrekken. Hun vriendschap groeide tot liefde en zielsverheugd beloofde Linda, als zijn vrouw mee terug naar Amerika te gaan. „Miss Haverhill, ik kom in opdracht van de assurantiecompagnie, om onderzoek te dóen naar dat ongeval, dat u laatst met uw avondcostuums gehad heeft. De directie heeft n.1. bericht gekregen van een kellner uit uw vorig hotel, dat het niét heedemaal eerlijk in zijn werk gegaan is. U zult zeker wel zoo vriendelijk willen zijn, mee te gaan naar het kantoor en de ware toedracht te vertellen ?" Doodsbleek zag Linda haar bezoeker aan, door angst niet in staat een woord uit te brengen. De man zag haar verlegenheid en legde die onmiddellijk in haar nadeel uit. „Kom", zei hij kortaf, „de auto wacht beneden". Werfctuigelijk liep Linda naast hem de trap af en volgde hem in- den auto, maar niet zoodra begreep ze haar toestand of ze .barstte in snikken uit. Haar geleider zag haar zijdelings aan. Wat was ze mooi en wat zag ze er hulpeloos en droevig uit. Maar slecht was
ze toch om de compagnie zoo oip te lichten. Als ze nu maar met meer zoo schreide, zijn vaderlijk hart werd e r door aangedaan en in een opwelling
AARDIGE
van medelijden kon hij niet halaten haar hand te grijpen. Ze zag op en aangemoedigd door zijn sympathiek gezicht, vertelde ze, haiar rede telkens
BAL-MASQUÉ COSTUMES
Op ons verzoek om toezending van aardige bal-masqué costumes kregen wij verschillende foto's van lezeressen en lezers waarvan we enkele hierbij plaatsen.
Pierrot et Pierrette
Het splnneweb
afihrekend door snikken, haar heele geschiedenis. Daar gierde met een woesten zwaai een groote vrachtauto den hoek om, de auto vanden directeur kon niet 'meer uitwijken, een heftig gekraak volgde en Linda met haar geleider werden er uit geworpen. Linda kraibbelde overeind en zag tot haar verwondering, dat ze op enkele schrammen na, niet gewond was, maar de directeur lag bekneld tussch/en het ijzerwerk. Linda bukte zich om hem te heipon, maar hij trok haar naar zich toe • en fluisterde: „Vlucht I Maak zoo* gauw mogelijk, dat je in Amenka komt." Toen viel hij weer achterover. Linda haastte zich naa/ een lunchroom en belde nog bevend van opwinding, John Converse op en vertelde hem alles. Hij schrok en gebood haar. zoo spoedig mogelijk hij hem te komen, hij zou wel zeggen wat haar nu verder te doen stond. Met looden schoenen betrad ze een half uur later het hotel waar Converse logeerde en liet zich door den kellner naar zijn kamer brengep. Hij was er niet, maar toen ze even gewacht had, hoorde ze stappen op de gang, de deur werd haastig opengedaan en binnen kwam haar verloofde. Met een kreet van vreugde wierp ze rich in zijn armen, toen vroeg ze fluisterend: „Hoe wist je, dat ik hier was?" „Een oude vriend van je, John Converse, vertelde me, dat je hier weer logeerde en als ik soms even tijd had, of ik dan eens naar je toe wilde gaan, je voelde je niet erg prettig." „O", zei ze stralend, „dat is al weer voorbij, ik voel me nu zoo gelukkig als 't maar kan. Maar waar is Converse ?" „Die moet uit voor zaken. Ik geloof, dat hij zei, naar een assurantiecorapagnie."
Moderne Jeugd
Deze „jonkvrouw" is 4 jaar oud!
'
- . ^ ,
't Werd tijd. Zóó juffrouw van Kalker ... Goeie deugd, bent u 't juffrouw van Manen ... ? Klets — klets — klets —enz. Frits zei, dat het een lijster was, Nou mot ik toch heusies weg Je zaö hef aan z'11 veeren, juffrouw van Kalker.... Maar Ans, Waarom zoo'n haast, juf— Wat mansl — Riep luid frouw van Manen? Toen uit: Ja ziet u, wij hebben een lek „Hoe Kun je dM beweren? in de waterleiding en m'n man Zijn staart wijst kaarsrecht naar omhooó. die houdt zoo lang z'n vinger En zaö je wel, hoe wild hij vloog? op 't lek, totdat ik terugkom En Kijk, dat grijze vederdeHJe, met den loodgieter. Die pootjes, en dat fijne bekje, Onder vriendinnen. Je bent m'een elgenwijsje, Neen. Frits, dat is een sijsje 11 Milly: Ik heb gehoord, dat je Fanny Jochems ook als ' Verkeerd", zei Frits. ,4« vogels, meld. bruidsmeisje gevraagd hebt. Ik Die kèn je nog niet bijster 1" dacht dat je zbo 't land aan Maar Ans, d'r had.... Riep thans. Willy: Ja, dat is zoo. Maar Verwoed: zie je, de bruidsmeisjes zullen „Niet goed? Ach, lóóp jij met je lijsten gele costuumpjes dragen. En... Als jij geen g'lijk krijgt, is 't niet goedl geel staat Fanny vreeselijk! Ik sta perplex, wéét wat je doetl De slimste. Of denk je soms, verwaand meneertje, Je bent in het Pension PicDat jij niet dwalen kunt 'n keertle?! Neen? II 'k Blijf niet meer je meisje. tura, Jansen? Als )ij 't niet noemt 'n sijsje 1" Ja, al een maand of wat. Het bevalt er mij best. Frits kreeg een kleur ep zei ontsteld: Onbegrijpelijk. Ik ben er een „Dan zou ik liegen moeten? half jaar geweest. In dien tijd O neen, heb ik de eigenares en al de Qa heen f' " dochters het hof gemaakt en Zij ging. ik kreeg nog niet genoeg te etenl De ring. Dan heb je 't verkeerd geSmeet zij hem voor de voeten 1 daan. Ik neem 't keukenmeisje „■tls uitl" riep Ans. Jij eigenwijs 1 Jij gaf nog nooit Je standpunt prijs 1" . ^ geregeld eenmaal in de week Frits zei: „Kom. wees toch niet zoo nukkig 1 mee naar de bioscope en ik Zij snikte: .,'k 5en zoo ongelukklgl heb 't er best. 'tls welles", snikte het arme meisje, Het toppunt. „Het was beslist 'n sijsje 1" Wät zeit u? Haar vertrouwen? Nooit! Als ik wist, dat „En Ik hou niets van je cadeauxl •k Laat Je alles thuisbezorgen 1 ze de waarheid zei, zou ik d'r M'n tasch, nog niet gelooven. Die das, Hoe ze d'r aan dacht. De flets, Neen. niets. Juffrouw van Kalker was met Wil 'k houden 1 'k Stuur 't Je morgen 1 d'r vriendin aan het winkelen. Hij zuchtte Qeef me dan ook vlug. Ze stonden voor een spekslaDe zoenen, die 'k Je gaf, terug 1" gerszaak waar een groote varZij aarzelt niet... Zonder te weten. kenskop was uitgestald meteen Is zoo de ruzie glad vergeten. citroen in z'n bek. Och, het is goed, dat ik het De vogel zingt z'n wijsje ... Van lijster noch van sijsje. zie, zei juffrouw van Kalker, FRANK ARNOLDI. ik had haast vergeten voor m'n man een nieuwe pijp te koopen. igfcate© Beleefd. Vreemd . hè, zei hij, als ik veel rook, dan is 't net of ik niet denken kan Gut, zei zij, ik wist heelemaal niet, dat u zoo'n sterke rooker was. Een heel andere kwestie. Kom zusje, neem nou gauw je poedertje in en strubbel niet tegen. Moeder doet het toch ook niet. Ja maar moesje u doet 'top uw gezicht en ik moet het inslikken.
KIE>DELITI3
'n Heel andere kwestie. Huisbaas, die de bovenwoning verhuurd heeft aan een familie zonder kinderen, constateert bij het ophalen van de huur, dat een vijftal lustig bezig is de beest te spelen. Maar juffrouw, u heeft me toch verzekerd, dat u geen kinderen meer. over den vloer had. Dat is ook zoo, m'n goeie m'nheer. 't Zijn alleen maar m'n kleinkinderen, van m'n dochter, weet u. M'n neef Janssen moest pnlangs een tand laten trekken. Het was een leelijkerd. De tandarts stelde voor om hem gevoelloos te maken. Zou je me niet liever gevoelloos maken, tegen den tijd, dat ik de rekening krijg, dokter, stelde m'n als altijd vriendelijke neef voor. Wat hij prefereerde. Jantje, zei vader, de ooievaar heeft vannacht een zusje gebracht. Wil ik je 't kindje ereis laten zien? Nou vader, als ik kiezen mag, nou dan had ik liever dat u me den ooievaar liet zien I Hij was er één. Jorissen was onder dienst en... hij wou graag 24 uren verlof hebben. Wat bij Jorissen heel dikwijls gebeurde. Een gewoon menschenverstand kon er niet bij, hoe Jorissen telkens weer andere redenen vond om zijn verzoek kracht bij te zetten. Hij liep zoo langzamerhand erg in de gaten, maar toch wilde hij graag ook ditmaal weer 24 uurtjes hebben. Hij trok de stoute schoenen aan en ging naar den kapitein. Kap'tein, ik wou graag 24 uren verlof hebben. Waarom Jorissen? Och kap'tein, m'n vrouw is ziek en ik wou d'r ereis gaan opzoeken. Zoo jongen, dat komt slecht uit, want ik heb vanmorgen een brief van d'r gekregen, waarin ze schrijft of ik je geen verlof wil geven, want het zou d'r te veel opwinden. • Jorissen salueert en draait zich om. Bij de deur zegt hij: Kap'tein, ik wou u even waarschuwen, dat er twee groote leugenaars in 't regiment zijn... En wie zijn dat, Jorissen? De één ben ik. Want ziet u kap'tein, ik ben nog nooit getrouwd geweest. Ook een opvatting. Til: Ik denk er niet aan om te trouwen voor ik dertig ben. Wil: En ik denk er niet aan om dertig te zijn, voor dat ik getrouwd ben.
,'.,,•?■„/..^
In één moeite door
Het vreesellike moment toen de jonge man in het luxe-restaurant een kooje thee met een broodje met kaas bestelde. {Gaitiy)
Pro dto patria. Nou de kies er uit is en u het tangetje toch nog in de hand heeft, zou u tegelijk even die eene spijker uit m'n schoen willen trekken, dokter. Dat ding hindert me zoo. (Gaitiy)
MöoR HET
ROT LOOD
-m
m
Sa ■im
'm
^MSVVI
'
i •0y•
Ruit-jnotieven in zijde is een modestof, welke in het komende vroeg voorjaar zeker veel gedragen zal worden. In Parijs noemt men het crêpe burnous. „Jodelen" is een woord, dat in Duitschland sinds eenigen tijd in gebruik zal komen door een nieuw voorschrift van Professor Bier, een bekend duitsch geneeskundige. Hij beveelt n.1. als middel tegen keel en neusverkoudheid het drinken van een zeer zwakke jodium-oplossingaan. Een druppel jodium-tinctuur in een glas water gedaan, eiken morgen een slok gedronken, en de ademhalingsorgancn zijn in staat, zich tegen de verkoudheid Ie weren.
Het Plaza-theater in Londen heeft als nouveauté plaatskaartjes ingevoerd, welke een zoodanigen vorm hebben, dat zij gemakkelijk in een kaartjes-etui kunnen worden bewaard. Ze zijn verguld en de datum, het no. van de plaats, benevens enkele andere bijzonderheden zijn erop gestempeld, zoodat het kaartje desnoods als souvenir kan worden bewaard.
mi^m 3
i
■
OMS SPORTHOEK JE «
A
•0'
ï 4
■^^^^^^S*^^^^"^
.Londen heeft zijn trams, doch ver in de meerderheid zijn de buslijnen. Een nadeel dezer vehicles is, dat men bij slecht weer bovenop gezeten, blootgesteld is aan weer on wind. De „General" heeft nu een paar honderd nieuwe bussen besteld, welke evenals de traras, van boven wel overdekte zitplaatsen bieden.
VRAAG EN ANTWOORD f. de R. te Amsterdam schrijft ons: Ik ben 20 jaar en geen onverdienstelijk danser. Ook geef ik van tijd tot tijd wel dansles. Nu is het de bedoeling van een dame en mij om ook tooneeldansen ii> te studeeren, dus een danspaar te vormen. Nu is mijn vraag,. Wat is hiervoor de weg. Bestaat te Amsterdam hiervoor een balletschool of zijn er boeken (waar men wijs uit kan worden) voor zelfstudie? Is er te A. een goed dansleeraar of danspaar welke ons tegen een billijken prijs les in Bühnendans wil geven ? Ben ik hier niet te oud voor ? Vraag 2. Kunt u mij zeggen hoe ik aan een adreslijst kom van de openbare dancing's en danslokalen in Nederland ? Onzf medewerker de heer Alben Herfred schrijft ons: De volgende wegen liggen voor den heer de R. open: 10. Dansles bij een hollandsch danspaar (geen gewonen dansleeraarl. Namen geef ik, om niemand in het bijzonder te bevoordeelen in deze kolommen liever niet op. 20. (Zeer goed met 10. te combineeren). Zooveel mogelijk internationale dansnummers in diverse cabarets-jaan zien, om op deze wijze uw genre te vinden en te weten te. komen wat er vereischt wordt om met succes op te kunnen treden. • Dit om een danspaar te vo^nen wat met hetzelfde is als balletdansen. Uw vraa^ maakte niet geheel duidelijk wat u beÖ doelde, maar waarschijnlijk was het eerste uw bedoeling. Wat den prijs betreft van lessen, dien moet u nader overeenkomen. Uw leeftijd is geen bezwaar. Vraag 2. Openbare dancing's vindt u nagenoeg alleen in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam. Een lijst te geven ligt niet op onzen weg. U kunt het Redactie Bureau voor Dans, Laan Copes van Cattenburch 145, Den Haag, verzoeken er édn voor u samen te stellen van genoemde plaatsen. 60 ets. aan postzegels voor porto en administratiekosten insluiten.
Sympathie en antipathie worden va.ik op onverklaarbare wijze opgewekt. Een vr.n de wonderlijkste voorbeelden hiervan is de liefde, welke de doorsnee engclschman voor den tegenwoordigen prins van Wales heeft. De prins doet allerlei dingen, die men van een ander niet zou kunnen zetten en laat weer heel wat, dat men van een ander absoluut zou verlangen (w.o. te trouwen) en toch.... is hij de Prince Charming. Onlangs heeft hij voor den zooveelsten keer zich weer ernstig bezeerd bij het paardCORRESPONDENTIE rijden. Desniettegenstaande zit hij toch weer in het zadel en rijdt in de wedrennen mee. f. L. de B., Rotterdam. De Pathé Cy. Deze roekeloosheid, onversaagdheid, noem maakt zelf geen films meer. Zij verhuurt het zooals ge wilt, verhoogt zijn populariteit. sinds eenigen tijd haar ateliers aan andere filmondememingen. In Parijs is op het oogenblik een groote Mevr. v. W. te Roermond. Wanneer belangstelling voor al wat russisch ist. In uw vraag van algemeenen aard is, willen tal van cabarets in Mont-Martre geven wij haar graag aan onzen medischen medede Russen den toon aan. Ook russische werker voorleggen. Voor een speciaal ziekrestaurants worden druk bezocht. tegeval moetu zich tot uw dokter wenden.
Een protest. Een belangstellend lezer vroeg me onlangs, waar ik toch elke week de stof voor mijn causerie vandaan haalde. Spontaan heb ik hem toen geantwoord : „Waarde vriend, daar zorgt de sport zelf voor." De tallooze quaesties in den N.V.B., om van de andere bonden maar niet te spreken, maken, dat de sportredacties nooit zonder copie zitten. Ik wilde het ditmaal met U hebben over het bekende protest Ajax—Excelsior. In dien wedstrijd deed zich het geval voor, dat Iseger gekwetst geraakte en niet meer zijn gewone voorhoedespel kon ontwikkelen. De Ajax-captain gelastte hem toen achter te gaan spelen, hetgeen Iseger niet verkoos en het veld uitliep. Scheidsrechter Kapteijn, die de opgeloopen kwetsuur blijkbaar niet ernstig vond, weigerde den invaller de toegang tot het veld, waarop Iseger. zijn club willende helpen weder uit de kleedkamer kwam en back wilde gaan spelen. Ook dit weigerde de heer Kapteijn en noodzaakte Ajax dus met 10 man verder te spelen. Na afloop van den strijd, die Ajax met 2—1 verloor, protesteerde de captain der Amsterdammers tegen het niet toelaten van Iseger binnen de krijtlijnen en verlangde, dat de wedstrijd zou worden overgespeeid. Opzettelijk hebben wij ons van een oordeel over dit protest tot nu toe onthouden. Wij weten, dat deze artikelen ook gelezen worden door autoriteiten uit den voetbalwereld en wij wilden onzerzijds niet den minsten invloed uitoefenen op de uitspraak van een voor Ajax zoo,belangrijk protest. Nu die uitspraak is gevallen, willen we de zaak voor onze lezers gaarne nog eens toelichten. Het spelregiement schrijft duidelijk voor, dat geen speler het recht heeft om tijdens het spel zonder toestemming van den arbiter het veld te verlaten. Toen Iseger dit toch deed, maakte hij zich dus schuldig aan een overtreding van het spelregiement. Ter zitting van de protestcommissie bleek bovendien, dat de heer Kapteyn, Iseger gewaarschuwd heeft voor de gevolgen van zijn daad. Toen nu Iseger later weer in het veld terugkwam, kon Kapteyn niet anders doen dan het reglement toepassen en den Ajaxied de toegang tot het veld weigeren. We kregen dus de gewone clausule van de protestcom. te hooren: ,,De com. in vergadering bijeen te 's-Gravenhage op Zaterdag 6 Maart 1926, verklaart, dat door den heer Kapteyn de spelregels niet verkeerd zijn toegepast en besluit het protest te wijzen van de hand."
Eindstriid hockey te Hilversum. Amsterdam (1)-M.H.C. (2)
Nauslkäa (3) -Excelsior (5)
De heer Vano'erink. captain van M.H.C, neemt den bloemendaalbeker in ontvangst.
te Amsterdam. Excelsior is thans kampioen.
Afstandsrit motorclub Noord-Holland '
De spelregel, waar het in dit protest omging heeft jaren- geleden in een der plaatselijke bonden aanleiding gegeven tot groote hilariteit. Als lid der scheidsrechters- en protestcom. van dien bond woonde ik een wedstrijd bij om de verrichtingen van den betrokken fluitist eens na te gaan. Het volgende vermakelijke geval deed zich toen voor; Een speler van de club X krijgt een hoekschop te nemen en begeeft zich daartoe eenige passen buiten de krijtlijn. Onmiddelijk klonk het signaal van den arbiter en gaf hij wegens overtreding van den bewusten spelregel een vrijen schop aan club IJ. De bal lag natuurlijk nog steeds op de krijtlijn. De speler van club IJ, die den vrijen schop moest nemen begaf zich ook een paar pas buiten de lijn, omdat hij anders den bal niet voldoende»raken kon. Doch ook hij kreeg een vrijen schop tegen zich en club X mocht trachten den bal de krijtlijn af te trappen zonder buiten het speelveld te komen. Tableau ! Toen we na afloop den arbiter in goeden gemoede over deze opvatting der spelregels onderhielden, wond deze zich geweldig op, verklaarde met den geest van de wet niets te maken te hebben, doch slechts de letter van het artikel te moeten opvolgen en eindigde met de bedreiging zich over onze inmenging (ze geschiedde na afloop van den wedstrijd) te zullen beklagen. Natuurlijk hebben we dien middag slecht gegeten. VETERAAN.
s
L
,
u
De start voor den eersten rit. amsterdamsche politie.
improvisaties in Dunt. in den stadsschouwburg te Amsterdam Herman Klooners als. tooneelspoler en Sara Heyblom als dochter.
.,
Openlns der nieuwe Entos-baan te Amsterdam
Louise Kooiman als oude vorstin en Alb. van Dalsum als oppasser.
Wedstriid nationaal danskampioenschap te Amsterdam. Mej. Besemer en de heer Oltee.
iPF ■
HET MEISJE UIT BOET SLOP Toen Dr. Hurding. de jonge medicus, die rich roo reer voor sociale kwestiea Interesseert, 's avonds de woning v»n tljn vriend verliet, besloot hij naar huis te wandelen. Het gesprek had een onderwerp geraakt, dat hem zeer na aan het hart lag. Onderweg redt hij een meisje dat lieh wilde verdrinken. Hij neemt haar mee naar huls en verpleegt haar. Zijn huisjufftouw, een typisch stijve oude dame, is niet erg ingenomen met de nieuwe logfe en begrijpt de bedoeling van den jongen dokter niet. Burding belooft het meisje dat hij haar niet naar haar ouders tal terug senden indien zij hem helpt door Ijverig te leeren. Een vriend van Burding, (ohnny Stevenson, komt hem bezoeken en Dir, Burding vertelt van zijn plannen. Hierdoor komt ook Burdlngs moeder op de hoogte en leest hem de les. juffrouw Border, de huiahoudster, zegt haar betrekking op. Alleen thuis zijnde, krijgt Elsie bezoek van Maud Harllngton. die haar tracht te bewegen het huis van Dr. Burding te verlaten en bij haar In betrekking te komen N« eenige aarzeling zegt ze toe. ie zullen komen. Als zij op 't punt staat gekleed en wel te vertrekken, komt Dr, Burding thuis, welke haar de reden van haar vertrek vraagt. Zij zegt niet als' proef te willen dienen. Doch Burding weet alles In orde te brengen zoodat Elsie, dol gelukkig, blijft en zich dapper aan hulshouding en studie wijdt.
„O, zijt gij het, mijnheer Johnny?! Wat zijt ge langen tijd niet hier geweest 1" „Nee, ik heb hard geblokt I Maar waar ben jij zoo druk mee bezig; je ziet er uit of je jezelf in een cake wilt omtooverenl Mag ik eens proeven«?" zei Johnny lachend. „Ik kan er niets aan doen," antwoordde Elsie, glimlachend. „Dan moet u maar niet komen, ajs ik aan het koken ben. Gaat u met mij mee naar de keuken of wilt u in de studeerkamer wachten tot ik klaar ben ?" „Natuurlijk ga ik mee naar de keuken; ik moet toezien, dat je alles netjes^doetI" „O, ik kan nu heerlijk koken. „Wat ziet het er hier gezellig uit," zei Johnny, terwijl hij de keuken rondkeek. Ik ben hier vroeger nooit geweest, maar het is de vroolijkste kamer van het geheele huis." „Ik ben hier graagl" zei Elsie vol trots op haar heiligdom. „Maar vertel mij eens, hoe het met uw examen is afgeloopen ?" „O, ik ben gelukkig geslaagd. Nu ga ik genieten van een heerlijke, luie vacantie", antwoordde Johnny en nam plaats in een rieten leuningstoel. „Wat heerlijk!" zei Elsie en ging intusschen de koekjes op een plaat in den oven schuiven. „Terwijl deze nu bruin moeten worden, ga ik wat appelbollen maken voor vanavond. Dr. Burding houdt er zooveel van; u kunt de appelen schillen, terwijl ik het deeg klaar maak!" „Mag ik dat? Dank je wel!" antwoordde Johnny mistroostig. „Appelbollen voor het diner van een anderen man klaarmaken; waarom zou ik dat doen ?" „Ik dacht, dat u me graag zoudt willen helpen," zei Elsie teleurgesteld. „Ik zou zooveel vlugger klaar zijn en het is zoo gezellig." „Nu, vooruit dan maar," besloot Johnny; „geef maar hier wat ik noodig heb; ik denk wel dat* ik appelen kan schillen." „Maar u kunt het niet in deze kleeren doen!" riep Elsie, terwijl zij een blik wierp op zijn onberispelijk costuum. „Het spijt me, dat ik mijn doktersjas niet bij me heb," antwoordde Johnny. Doe een van mijn schorten aan," besloot Elsie; „ze liggen in de la achter u". Johnny trok een sneeuwwit boezelaar uit de kast en bond het voor. „Nu gevoel ik mij als een slager^" zei hij; maar gehoorzaam nam hij de appelen en begon ze heel bedaard te schillen. „Hoe gaat het met je studie ?" vroeg hij Elsie, „studeer je graag? Ik niet!" „Ik ook niet," antwoordde het meisje; ik doe het alleen, omdat de dokter het graag heeft en als hij mij onderricht geeft,
vind ik het ook wel prettig. Maar het werk hier vind ik prettiger," zei zij, terwijl zij met een gelukkig gezicht rond zag in haar keuken. „Hou je van dit soort werk?" vroeg Johnny verbaasd. „Ik dacht, dat de meeste meisjes er het land aan hadden" „Ik niet en ik zou veel tijd willen hebben om allerlei lekkernijen voor Dr. Burding te kunnen bereiden en allerlei aardige dingen te maken om zijn thuis op te vroolijken. Mooie kussens en meer dergelijke dingen; begrijpt u? Ik houd ook meer van dit soort werk, omdat ik het beter en gemakkelijker doen kan; maar ik ben niet knap genoeg om het werk te doen, wat Dr. Burding van mij verlangt". „Ls hij wel eens driftig, als het niet goed gaat ?" vroeg Johnny. „Nee, nooit. Hij is alleen erg teleurgesteld, als mijn werk niet goed is en dat vind ik afschuwelijk. Ik had veel liever, dat hij mij beknorde of desnoods een draai om de ooren gaf!"
BEKENDE MUSICI
Oscar Espla, geb. 1686 te Alicante, is een der meest marquante figuren van de moderne Spaansche school. Hoewel Dr. in de Philosophie en tevensingenieurzijnde.beslootEspla.nadat hij te Weenen den eersten prijs voor een ofkestsuite had behaald, zich geheel aan de muziek te wijden. Hij vatte zijn taak als musicus zeer ernstig OD en spoedig daarna verschenen vele interessante werken van zijn hand.
Johnny moest hartelijk lachen om die woorden van Elsie, maar deze ging ijverig voort met haar werk en haalde, triomfantelijk de mooi bruin geworden koekjes uit den oven. „Nu, proef ze maar eens," zei ze tot Johnny en duwde hem een der gebakjes in de hand. „Heerlijk," bekende hij gul weg. „Ze zijn verrukkelijk. Ik maak je mijn compliment." „Nu, help me dan vlug nog even met het afwasschen," beval Elsie en gewillig voldeed Johnny aan dat verzoek. Juist waren zij hier mede gereed, toen er gebeld werd. „Wie kan dat nu zijn?" vroeg Elsie verwonderd. „Lieve hemel!" riep Johnny uit. „Ik had het totaal vergeten!" „Wat vergeten?" „Het is mijn moeder. Ze zond mij hier heen om je te zeggen, dat zij komen zou en je hebt me zoo druk aan het werk gezet, dat ik erniet meer aan gedacht heb!" „Komt je moeder Dr. Burding bezoeken, maar hij kan nog niet thuis komen!" zei Elsie.
„Nee, ze komt jou bezoeken!" „Mij? Waarom wil ze mij bezoeken?" „Om vriendschap te sluiten, als je dat wilt. Ze wilde al eerder komen, maar wist niet of je het prettig zoudt vinden. Ik, zei < haar vanmorgen, dat je het zeker graag zoudt willen. En nu is zij gekomen om een kopje thee bij je te drinken!" „Maar... ik kan niet... ik heb nog nooit een dame een kop thee aangeboden Ik weet niet, hoe ik dat moet doen." „O, dat is eenvoudig genoeg," zei Johnny. „Je doet het in een kopje en suiker en melk er bij. Maar daar belt zij weer; ik zal maar eens gauw open doen." Mevrouw Stevenson trad binhen enkeek vol verwondering naar haar zoon. „Maar Johnny", riep zij uit, „wat beteekent dat ?" en zij wees naar het schort, dat hij vergeten had, uit te trekken. „Lieve help; het teeken van mijn dienstbaarheid! Ik ben de nieuwe dienstmeid van Burding. Hoe vindt u dat die uniform me kleedt, moeder?" „Maar daar begrijp ik niets van, Johnny, aei zij, terwijl zij haar zoon naar de studeerkamer van den dokter volgde. „Wat heb je uitgevoerd en waar is Elsie ?" „Nu moedertje, ik zal u eens alles vertellen", begon Johnny, terwijl hij op den rand van de tafel dicht bij den stoel van zijn moeder ging zitten. „Ik trof juffrouw Elsie druk aan het koken en voordat ik het zelf wist, was ik ook bezig. Appels geschild en de borden gewasschen! Als 't u blieft/ Zulk ongewoon werk had mijn geheele aandacht noodig en ik vei^at de boodschap, die u mij gegeven had, over te brengen. Toen hoorden wij de bel en nu is Elsie naar haar kamer, om zich te verkleeden, terwijl zij mij gelastte, u zoolang gezelschap te houden." „Vroeg ze je haar te willen helpen?" vroeg mevrouw Stevenson verbaasd. „Niet precies!" zei Johnny lachend. „Maar moeder, help me even dit ding uit te doen; ik zie er geen kans toe." Terwijl zijn moeder hiermede bezig was, dacht zij voortdurend over alles na. Wat voor meisje zou die Elsie wel zijn? Ze scheen Johnny reeds geheel en al in haar macht te hebben. Mevrouw Stevenson vond, evenals al haar vrienden, het avontuur van Burding heel gevaarlijk en zij meende nu juist op tijd gekomen te zijn om haar kind te redden uit de handen van een gewetenloos meisje. Johnny was blij, toen hij Elsie zag binnenkomen. „Hier is mijn moeder," stelde hij voor. „Hoe maakt u het ?" vroeg mevrouw Stevenson, haar hand uitstekend en Elsie scherp aanziend. „Dank u, heel goed," antwoordde Elsie, een beetje zenuwachtig, terwijl zij verlegen haar bezoekster de hand reikte. „Ik hoop, dat ik u niet stoor, door zoo onverwacht te komen," zei mevrouw Stevenson, „maar ik had u al lang eens willen bezoeken." „O, u heeft mij niet gestoord," antwoordde Elsie glimlachend. „Ik heb door mijnheer Johnny zooveel van u gehoord, dat ik blij ben, u eens te zien. Het is gelukkig voor hem zulk een goede moeder te hebben." Elsie zei dit zoo eenvoudig, dat mevrouw Stevenson niet aan haar oprechtheid twijfelen kon; doch zij besloot zich niet al te spoedig gewonnen te geven. „Dat is heel vriendelijk van u," zei ze, „toch spijt het mij dat Johnny verzuimd heeft, u mijn boodschap over te brengen. Ik kom nu misschien wat ongelegen." (Wordt vervolgd.)
'F'FIV ROMAN IZÄN DEN EERSTEN CONSUL MATHILDA MALLINQ | *
~~~~~ ! ~ ::",-- uüM , wanneer men haar de lijkste zaak van de wereld, begon, hem in vrouwen toond€ bijzonderheden van Bonaparte's avonturen Edmée's bijzijn over Madame Fourés uit te vragen, en keek eerst met een veelbe- opdrong, wanneer men hare verbeelding en hare ijverzucht wekte 1 Helaas, teekenenden blik naar haar, alvorens hij prikkelde deze kleingeestige, loerende ijverzucht, antwoordde. Edmée zat intusschen vol""L^UU "'"Chateauneuf, Edmte'. neef, heeft bemerkt hoe het meisje z.ch voor den Eersten Consul, di. xeer voorkomend voor maakt kalm met neergeslagen oogen in welke in het hart leeft van iedere vrouw, die zich eenmaal onherroepelijk gegeven haar was, interesseert en hi) is (aloersch. Aan tafel »••«»« haar stoel en speelde met de franje van hierover een scène, d.e eindigt met een liefdesverklaring zi,nerzld.. heeft _ zij had haar nooit gekend, zij Dienzelfden avond brengt haar kamenier een brief. Deze blijkt afhet tafelkleed. .. komstig te zijn van den Eersten Consul, die het meisje In hartstochte„Nu, man, antwoord mij toch eensi wüde zich niet door haar laten bezoedelen 1 l^wSorden zijn liefde verklaart, In Edmée'. har. vindt deze liefde ie "durft niet recht, omdat er een jong Zij wist immers dat geen andere, zelfs weerklank. Geheel Frankrijk volgt den veldtocht in hal.8 met spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachting de overwinning meisje bij is! Mijn God, het is eene heel Josephine niet, ooit zooveel voor hem gebehaald, Edmte is gelukkig. Louis, haar neef, bemerkte hoe Edmies gewone liefdesgeschiedenis — van zulke weest was als zij, maar reeds de gedachte, ■ hart niet meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen hun huwelijk zoolang uitstelden. Na eenigen tijd gaat het meisje dingen heeft Edmée heusch wel eens meer zich met de anderen te kunnen vergeweer naar Parijs, waar zij op een bal wordt genoodigd, dat ook gehoord! En trouwens, wij verlangen bei- lijken en zijne liefde tot haar met di<3 door den Eersten Consul wordt bezocht. Zij houdt zich op den achtergrond, doch Napoleon ziet haar en komt dan naar haar den niet, dat je ons alle bijzonderheden te meten, welke hij anderen geschonken toe. Met moeite kan hij zijn liefde verbergen, doch zij weet hem vertellen zult — de Hemel beware ^ ons had — welke hij haar had kunnen schente bedwingen, daar Louis naar hen kijkt. Napoleon dw.ngt haar de toeiegglng af dat zij hem zal ontmoeten, Dienzelfden avond daarvoor!" En zij sloeg vroolijk en co- ken, deed haar pijnlijk aan. Zij Imd met zegtLouU deChateauneufaanziinnicht.dat hij haar moet spreken. gewenscht iets omtrent zijn verleden te quet beide handen samen. Hij vertelde haar, dat hij door het Ministerie van Buitenlandache Zaken naar Londen gezonden wordt en neemt nu afEdmée leed ontzettend gedurende dit vernemen; waarom maakte men haar dan, scheid van zijn moeder. Op het laatste oooenblik, voordat hh het gesprek. Zij hoorde het aan Junofs stem, ondanks haarzelve, met eene episode huis verlaat, spreekt hij nog met Edmée. Op zijn vraag of er nog eenige hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen . en zag het aan de vage, half medelijdende daaruit bekend? En daarbij kwamen nog 1 Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad. BonfP» ;" blikken, die hij op haar wierp, dat hij al die andere gedachten, die zij, in zelfen Sok daar tobnt zij hem hoe gelukkig zij met z.jn liefde Is. Napoleon wordt hoe langer hoe overmoediger. Hij weet ttdmte niet alles wat hij wist, wilde zeggen, ja, pijniging, voor zich liet oprijzen. Zij voelde een papier in de handen te spelen, waarop staat, dat hl) haar dat hij "dit misschien niet durfde. O, zij onwillekeurig," dat zij van het oogenblik a avonda om elf uur zal komen bezoeken. Met schrik en met spanning Het het meisje dat bezoek tegemoet. Na dit eerste bezoek wilde immers niets van deze vrouw weten 1 af waarin zich tusschen den man, dien volgden vele. Edmte ging naar Napoleon. Doch alleen haar Zij wilde niets hooren van al de vrouwen, zij' liefhad en haar eene derde, eene mededienstmeisje en iljn trouwe dienaar wisten, wie die gesluierde dame was. welke zoo vaak bij den Eersten Consul kwam. wier namen eenmaal met dien van gene- minnares, zou dringen, en zij gedwongen Edmée verstond meeaterlijk de kunst om Napoleon gelukkig te raal Bonaparte genoemd waren geworden. zou worden, ijverzucht te voeden, reddestemmen. Hij aanbad haar als zijn prinses en zi) inspireerde hem voor grootere daden. Aan haar vertrouwde hij zijn plannen en Zij wist wel, dat de meesten harer nog loos verloren was; dan zou ZIJ zich met zü was vol trots.om hem. Haar liefde was zoo groot, dat zi) bestonden; miar dat deerde haar met. meer als „de koningin", de hooge, de slechts met moeite scheidde. In deze dagen werd een aanslag op Napoleons leven gedaan. Edmée behoort tot hen, die zoodra het In welk opzicht zouden die arme schep- eenige, de onmisbare gevoelen, maar als feit bekend is. In het huls van den Eersten Consul komen. sels haar, „de koningin", zooals hij zelf de maitresse, als eene van de velen, als ■ ZB wordt daarna ziek. Haar neef Louis aomt uil Engeland terug en bezoekt haar In haar kamer. Daar spreken zij over Napoleon haar noemde, kunnen schaden ? Iets anders de opvolgster, die zelf veroordeeld was, en Louis waarschuwt Edmée. Zij wil naar hem niet luisteren. echter was het, wanneer 'men haar die opvolgsters te hebben. Als het onbe' Hersteld bezoekt xi) een bal-maaqué verkleed als Koningin Anna grensde vertrouwen in hare eigen maent V *NapoUo" eveneens vermomd, danat met haar. Later komt hij en in zijne genegenheid - tot datgene ongemaskerd terug. Edmée weet met grooten tact zich op den wat van het begin af aan het fundament achtergrond te houden. Dat waardeert Bonaparte xeer. Dienzelfden ÓNZE NIEUWE PRIJSVRAAG zomer was Edmée op Malmaison een gaarne geziene gast. van hunne liefde geweest was - wanneer Napoleon had alles zoo Ingericht dat zij elkaar veel en ongehet gevoel, dat zij beiden mtzondenngsstoord konden zien. Hl| genoot van het bulten zijn en deed. zij het dan niet actief, aan de .onschuldige spelletjes mee. menschen waren en in eene uitzondenngsOo een avond dat Napoleon zich nog laat bij het gezelschap verhouding tot elkander stonden, wanneer voegde, vl.1 het iidereen op dat de Consul «' «" V«J'0»^ uitzag. Op een vraag van Edmée deelt Napoleon haar mede. dat dat geschokt werd, dan was alles voorbij. Daarom weerde zij zich tot het uiterste, ^'"dernacht verschaft Edmée zich toegang tol de particuliere vertrekken van den eersten Consul, waar hij door h«« •"*»£daarom wilde zij niets hooren en mets held voor een oogenblik de nederlaag In Egypte vergeet. Tijdens zien- zij wilde, zij moest haar zelfbewust, een paardrlt met twee generaals, den volgenden morgen, vertelt h.i hen hel treurige nieuws, 's Avonds ziet Edmée vopr het eerst overmoedig geloof bewaren, dat haar in het theater PauUne Fourès, de vrouw, waarmee Bonapart» .» godsdienst, de raison d'etre van haar be: _ Egypte een liaison had. staan geworden was. Zonder dit zou zij „Junot beweert, dat de generaal vreeeen blad in den wind geweest zijn. selijk verliefd op haar geweest is, zoolang Hare fierheid hielp Haar tegenover hare die geschiedenis geduurd heeft. De Hemel vrienden de snerpende, martelende smart mag weten," Madame Junot strekte de te verbergen, die in deze minuten hare met goud geborduurde pantoffels uit en ziel verscheurde, terwijl zij de woorden bekeek ze vol aandacht, het hoofd naar hoorde, de blikken moest begrijpen en den eenen schouder gebogen, „de Hemel haar eigen gedachten meer voelde dan mag weten, wat het te beteekenen heeft, Zend on« voor 26 Maar! ».•. «en ondarachriei bij dit plantie ontleedde. Zij stond langzaam,, bleek en dat zij nu hier is!" Dit ondirschrtft van ten hoogste tien regels moet betrMwg stil op, en ging met de haar eigen waar- , Edmée stond plotseling op. „Laurette, hebben op he plaatje en tegelijkertijd in verband staan mtt de goede Lrkinf der Togal-tabiemn voor rheuma^ digheid - ja, zij had zelfs de tegen, je moet mij niet kwalijk, nemen, maar^ ik heid. slapeloosheid, influenza, ischias, griep, pcht, spil.h^fdwoordigheid van geest even onderdrukt ben van avond werkelijk zeer moe ..." in zenuwpijn. Elke week wordt aan te beste inzending een orlis van f2.50 in contanten uitbetaald, Tene.noe echter te gapen — naar den anderen kant der „Ach, onzin!" Laurette trok haar weer ooi meerderen goeden inzendingen tegemoet te komen kamer, waar zij geheel werktuigelijk tusop haar stoel terug. „Als ik eens moe was, stellen wU bovendien ten hoogste 10 troostprhzen ter bescWkking. Zend uw antwoord voor 26 Maart 1926 aan de schen de modeplaten bladerde, die daar met een blik op haar figuur, „dat zou te Redactie, Gnluewater 22, a(d. Prii.vr«a«i» "• ****•L,ldeB op de tafel lagen. Toen rees plotseling begrijpen zijn; maar een jong meisje als deze gedachte voor haar geest op:Maar jij! Wij zitten nu juist zoo gezellig te Voor onderschrift bi) afbeelding no. XXI werd de prijs praten — het is nog maar pas twaalf uur! waarom nu? Waarom juist nu? — om van /f 250 toegekend aan Jos. Verhoof te Tilburg voor deze vrouw ? Josephine is gevaarlijker, en Wij zullen wachten tot Junot thuis komt, de navolgende inzending: zooals wij hem beloofd hebben, hij brengt toch heeft zij nooit dergelijke gedachten Wat is dat nu, ouwe baas? Danst toch mee. doe niet zoo dwaas. in mij wakker geroepen. Heb ik met gemisschien nieuws mee!" . Alles gaat toch in fatsoen, „Wat voor nieuws? Je bent toch buizien, hoe de schoonste vrouwen van Parijs Waarom zoudt gij 't ook niet doen? tengewoon nieuwsgierig!" zeide Edmée met zich om hem verdrongen, en om een blik, Neen, ik dank u, 'k ben veel te ziek, •k Ben zoo geplaagd door rheumatiek, een glimlach bedelden? — Edmée wist eene poging tot schertsen. Ik heb er zooveel voor genomen. „Over Pauline natuurlijk — zij zal op niet, dat in het leven van iedere vrouw, ' En niets nog is mij.goed bekomen. het oogenblik wel het onderwerp van alle wanneer zij in hare liefde het beslissende 1 Dan kent ge Toa«l ni» - misschien? gesprekken zijn! Maar jij interesseert je stadium bereikt heeft, waarin alle geWacht, ik zal ze u eens laten zien. Ik heb ze altijd in mijn jas, niet zoo voor den Eersten Consul als dachten harer ziel, alle vezelen van haar Want dikwijls komen zij van pas. wij allen; dat heb ik altijd gezegd!" voegde bestaan zich om één enkel punt concenBif verkoudheid, rheumatiek of jicht treeren, dat eens, vroeger of later, eene zij er een klein weinig boosaardig bij. Voelt ge u dadelijk verlicht. Dus vriendje, volgt eens mijn raad, Edmée bleef zitten. Nu kon zij zich crisis moet komen, waarin de twijfel het Bij Togal Vindt ge zeker baat. natuurlijk niet meer terugtrekken. geloof ondermijnt, waarin zij, die in hare Troostprijzen aan mej. Ans Simonis. Rotterdam en de beeren Tegen één uur kwam de generaal thuis. fiere blijmoedigheid niet wist wat stnjd ] Israel. Arnhem A. van Aalst, Rotterdam en L. A. Hij'zag min of meer verlegen, toen zijne is, voor de keuze geplaatst wordt, met Kayser, Den Haag. vrouw dadelijk, als ware het de natuur-
Bdmée de la Feulllade een dothter ult ein adelUjk gealacht In de Vendte. veitrekt n.dat de eerate woeste jaren der Revolutie voorbi) zijn naar de hoofdstad. Napoleon Bonaparte Is de opkomende ster. Hij heeft het reeds tot Eeraten Consul gebracht. In Parlls liet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een
•,.„■,
-
■
■^mmmmm
■■■
alle wapenen — edele en onedele — te strijden, of ze alle neder te leggen. Dan moet men dus óf deze liefde verstandig in de een of de andere gegeven rubriek der maatschappij registreercn en haar een uuerhjken steun geven, daar hare innerlijke kracht alleen niet meer sterk genoeg is, om haar op te houden — óf afstand doen, het leven nemen zooals het ls — zooals de wil van anderen het maakt Maar in beide gevallen wordt de groote, fiere Eros zichzelf ontrouw, de betoovenng is verdwenen, en keert nimmer weer. Deze crisis was voor Edmée gekomen. Een onbeduidende oorzaak van buiten misschien niets meer dan eene inbeelding^ die haar enkele maanden vroeger niet het mmst zou verontrust hebben, had haar te voorschijn geroepen. Tot nu toe had zij hare eigen zelfstandigheid verzaakt, zij was geheel in zijne persoonlijkheid, in zijn geest opgegaan, aan hem had zij zich met geheel hare ziel vastgeklampt — nu was de crisis gekomen, de twijfel was ontwaakt, het fundament was getroffen. Madame Junot had Edmée's gapen niet gezien of ten minste gedaan, alsof zij het met merkte. Hare nieuwsgierigheid was opgewekt, hare bewegelijke fantasie had zich m langen tijd niet op zulk een interessant gebied kunnen vermeien. Toen Edmée naar den anderen kant van het vertrek ging, nam zij de gelegen-
heid te baat, om haar man nauwkeurig te ondervragen. Edmée, wier gehoor in dit oogenblik onnatuurlijk scherp was, verstond ondanks den afstand bijna ieder woord van hun met zachte stem gevoerd gesprek. Zij kon deze marteling niet langer verduren, zij moest er een einde aanmaken; zij zou naar hen toe gaan en hen goedel nacht zeggen. Zij behoefde zich toch niet te laten dwingen, uit beleefdheid al deze onuitstaanbare, intieme bijzonderheden aan te hooren. En toch bleef zij als vastgenageld staan, waar zij stond — luisterde en hoorde. Toen zij zich eindelijk omwendde en eenige schreden door de kamer deed, fluisterde Laurette met eene uitdrukking van komischen schrik in de groote oogen: „Zij heeft dus weer toegang tot de Tuileriën, zeg je? Dan kunnen wij ons op een formeel drama voorbereiden. Je zult zien," voegde zij er met een onderdrukten lach bij, „dat dit iets te beduiden heeft. Hij is de kleine bekoorlijkheden van de „Bellilote" nog niet geheel vergeten!" Junot streek, zonder te antwoorden, over zijn kin. Edmée zag, toen zij naderde, zijn veelzeggenden glimlach. „Ach, Edmée, wees niet boos op me ... Je ziet er" werkelijk vreeselijk moe uit, arme vriendin! Het is zeer dom van mij; maar onder zoo goede vrienden behoeft
WADDEN IN FRIESLAND EN GRONINGEN Het wad. Langs de Groningsche- en Noord-Friesche kust, alsook in Zeeland op verschillende plaatsen langs de rivierarmen, strekken zich buitendijks uitgestrekte slikvelden uit. Tweemaal daags liggen zij droog, tweemaal daags staan zij onder water. Door den vloed wordt er een laagje slib op neergelegd en zoo worden ze langzaam maar zeker hooger. Een gedeelte — dicht onder den dijk — is eindelijk zoo hoog geworden, dat het slechts bij hooge vloeden onder water loopt. Hierop ontstaat dan een dichtbijecn groeiende plantenvegetatic. Maar ook reeds op het slik — dat vaak bestaac uit een mengsel van zand en klei, z.g. zavel — groeien eenige planten. Deze planten, die dus door eiken vloed, door een flinke portie zout water overstroomd worden, zijn zeer merkwaardig. De algemeen voorkomende is het zeekraal (Salicornia herbacea). Letterlijk vertaald beteekent de Latijnsche naam zout [=sal). horen {= cornu), grasachtig (= herboceus). Het is een echte zoutplant of halophyt. Behalve langs de zeekusten, zou men haar slechts kunnen vinden in streken, waar zout in den bodem zit, b.v. in de Hongaarsche poesta. Daar het voor planten zeer moeilijk is, om uit zoutoplossingen water op te nemen, heeft het zeekraal water opgeslagen in zijn stengel, welke voorraad vooral bij regenbuien aangevuld wordt.
Het wad bij eb (bli Noordpolder zijl) (<3r.) De zwarte stippels zijn polletjes zeekraal.
De steile rand (Terschelling)
-
■'
,
'
men zich immers niet te geneeren, en als ik iets nieuws uit de Tuileriën hoor, vergeet ik al het andere! En dit is inderdaad gewichtig — zelfs voor den Staat!" voegde zij er schertsend op haar luchtige, bevallige manier bij. „De dames zijn toch allen hetzelfde," zeide Junot lachend, „als zij gelooven, eene liefdesgeschiedenis op het spoor te ■ zijn ....!" (Wordt vervolgd.)
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON" =
NEW'CßllSON COMMRISON willll IHIliviNC ARTIST
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KÜNSTZAAL EDISON AMSTERDAM LEIDSCHESTRAAT 84 DEN HAAG .... LANCP PHTPW I«L ROTTERDAM . . WITTE'DE WITHSTRAAT 88
Merkwaardig is, dat bladeren afwezig zijn, gelijk dat bij de cactussen o.a. ook 't geval is. De plant bestaat dus uit een hoofdstengel met zijtakken, die erg knoopig en door 't vocht opgeblazen zijn. Soms wordt de stengel van onderen houtig, en groeit dan 2 jaar, gewoonlijk is zij eenjarig. In sommige streken zamelt men de jonge zeekraal in, om als groente te gebruiken. In Bergen op Zoom wordt ze wel langs de straat verkocht. De bereiding is ongeveer als spinazie. Voor liefhebbers is het iets fijns. Lezers, die in de gelegenheid zijn, moeten het beslist eens probeeren: eerst afkoken en dan stoven met wat boter. Verwisseling met andere planten is vrijwel onmogelijk (zie de foto), het komt zeer algemeen voor -en staat verspreid op het wad, op onderlingen afstand van elkaar van 2 tot 3, 4 Meter ongeveer. De vele plaatselijke namen als zouterik, krabbckruid en wipkul, wijzen reeds op meerdere bekendheid bij. de menschen. Zeekraal bevordert de aanslibbing, doordat het dit slib eenigermate vastlegt en wieren er bij afnemenden vloed achter blijven hangen. Door den storm wordt vaak ' van de kwelder een stuk afgeslagen, waardoor tusschen kwelder en wad een steile rand ontstaat. Hier is prachtig de laagsgewijze bouw van den bodem gade te slaan. Sliblaagjes wisselen af met laagjes van allerlei kleine zeeschelpjes. De sublagen zijn er gekomen bij kalmen vloed, voor het deponeeren van schelplagen was iets heftiger waterbeweging noodig. .^^_^^ ___^_^^
Verkeerd begrepen
VAN
EN VOOR ONZE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES
door F.MONTGOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad ■ Baron Everard verloor jong rijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildzang- en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Virginie. De baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg blij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is, dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel, informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Den volgenden dag gaat de barou met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd oog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloersch is. Na dat oom weg is, smeedt Humphrey plannen om voor de ,.wilden■■ die bij zijn vader lullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Virginie valt hem wat zwaar. Zij plukken de paddenstoelen, doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred is voor dien taak niet berekend, Virginie ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginie la doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zijn, doch tegen zijn gewoonten In is hij heelemaal niet wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden xijn en staart ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vreeselijk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. Als zijn vader 'savonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te snikken. Hij is bang dat zijn oom in de hel komt voor zijn liegen. Virginie klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijnpogingenstuitenaf op Humphry'santwoorden. De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden. Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor tijn vader Iets voor diens verjaardag te koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek is niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij een sigarenkoker dien hij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreeselijk om zijn geheim te bewaren. Hij krijgt van zijn vader-een stuiver en belooft hem dat geld te bewaren om den dooven Dyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen, Humphrey ia zóó vol van het geheim, dat hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat hij het met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen, bij welke familie zij een visite maken. Bij het naar huis gaan hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren op bezoek komen. Deze blijken heel aardig tegen de jongens. Na het ontbijt worden zij echter alleen gelaten tot dat Virginie komt roepen. Daar het weer te slecht ls om naar de kerk te gaan, wordt er thuis een godsdienstoefening gehouden, 's middags wordt het huis bezichilgd en vindt een der gasten a^> de kinderkamer den sigarenkoker, tot grooten schrik van Humphrey. De zaak komt echter 'n orde. want deze bezockcf, Kolonel Sturt interesseert zich ook voor de horen voor den ouden dooven Dyson, waarvoor Humphrey geld spaarden. Hij belooft den jongens dit apparaat om vijf uur te zullen zenden. Vol opgewondenheid gaan zij de horen halen. Op weg naar Dyson open Humphrey het pakje en laat Alfred den inhoud zien. De jongens zijn natuurlijk erg geïnteresseerd bij het instrument. Dyson moet wakker gemaakt 'worden voor hij het cadeautje kan aannemen. De jongens raken op den terugweg verdwaald en worden eerst later weer gevonden. De zwakke Alfred is ziek geworden en heeft weer longontsteking. Humphrey wil zijn broertje wat radijsjes brengen en wordt door Virginie erg beknord. Weet hij dan niet hoe vreeselijk riek Alfred was. -Virginie heeft geen idee hoe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwetst. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naamlooze verlatenheid kwam over Humphry. Doch zoodra is Alfred niet hersteld of Humphry lijkt weer de ,,oude." Humphrey krijgt een duchtig standje van zijn vader. Doch de heer Everard is gelukkig als hij met zijn kinderen samen kan zijn. Humphry is ongeduldig- Plots ziet hij een oude kraai waarvoor Humphrey veel medelijden toonde. Opeen wandeling door het dorp zien de Baron en Humphrey den kleinen lammen Thomas wien Humphrey eenig geld geeft. Den volgenden dag neemt de baron zijn zoontjes mee naar een oogstfeest. Aangezien hij naar de stad terug moet, laat hij hen op 't veld achter en zegt hun op Virginie te moeten wachten. Humphry tracht z'n broertje over te halen om n«ur den koelen vijver te gaan, om daar ten uverhängenden tak te beklimmen, hetgeen de b.u in hun streng verboden heeft.
Ontelbare insekten bewogen zich over de oppervlakte van
fctJ8|S8f;,;'
-^ Op step
In vader z'n bed het water en eenige bijen gonsden tusschen de waterleliën. De tak van den boom, die over den • vijver hing, raakte, zacht heen en weder wiegende, met zijn bladeren in het water, en de waterleliën bewogen zich zachtkens mede; over de geheele plek lag eene soort van rus« en afzondering, die zich zoodanig aan de kinderen mededeelde, dat zelfs Humphrey stil en de kleine Alfred treurig werd. „Laat ons heengaan, . Humphie." ,,Nog niet", antwoordde Humphrey, zich herstellende en naar den boom gaande, „ik moet even naar' den tak zien. Zie eens, hij is in het geheel niet verrot", riep hij uit, „ik geloof dat hij ons best zou kunnen houden I" Dit zeggende, sloeg hij de armen om den boom en begon te klimmen, zoodat hij spoedig door het dichte gebladerte uit het gezicht verdwenen was. Alfred zuchtte, hij kon de droefgeestigheid, die zich van hem meester gemaakt had, niet van zich zetten en hij verlangde deze plaats te verlaten. Het duurde niet lang of Humphrey's heldere lach klonk door de lucht, en Alfred, opziende, zag hem eitten op den
tak die over het water hing. Zijn aangezicht gloeide, zijne oogen fonkelden van inspanning,, en hij stoorde zich in het minst niet aan het schudden en kraken van den tak. Tot hij op zekere hoogte gekomen was ging hij terug en andermaal de armen om den boom slaande, richtte hij zich zegepralend in zijn volle lengte op. „Ziedaarl" riep hij uit —„ik heb het gedaan! Wie zegt nu nog dat het gevaarlijk is? Het is hier zoo veilig als iets. Kom Alfred, gij kunt niet gelooven hoe prettig het isl" Alfred zuchtte diep. „Moet ik waarlijk, waarlijk komen ?" „Waarom niet? Gij hebt gezien hoe gemakkelijk ik het gedaan heb. Geef mij de hand en ik zal je helpen." Schoon was hij, de oudste knaap, toen hij daar stond, zijne bevallige gestalte scherp afgeteekend tegen het groen gebladerte, met den eenen arm om den boom geslagen en den anderen naar zijn broertje uitgestrekt; en beminnelijk was de uitdrukking van twijfel op het gelaat van den jongsten, die beneden stond, met de oogen vol vrees op zijnen broeder gevestigd en de handen zenuwachtig samengeknepen.
^ '■■■-■
y> é»m
- s-. '"
%m ^W
Ons dlerenhoekje Een zeldzame gast. — Een levende zeeslang.
Onwillekeurig trad Alfred eene schrede terug en er ontstond eene korte stilte. Hij zag overal' rond als om hulp te zoeken, of iets te ontdekken, waardoor hij nog ter elfder ure kon ontkomen; maar de insekten, die zich over het water bewogen, en de leliën, die zich nog steeds heen en weder wiegden, waren alles wat er te zien was, en geen ander geluid werd vexnomen dan het plassen van den tak in het water. Deze alle waren onmachtig hem te helpen en hij onderwierp zich dus aan Humphrey's wil. „Ik ga stellig dood als ik het doe, maar ik zal het doen", zeide hij en strekte zijne kleine bevende hand uit. Humphrey greep die vast en kreeg Alfred langzamerhand boven. Toen klauterde hij voorzichtig op handen en knieën verder en liet Alfred hetzelfde doen. Zachtjes gingen zij voorwaarts en waren weldra op den tak die over 't water hing! Zich met armen en beenen stevig vast houdende en naar Humphrey's aanmoedigende .woorden hoorende, zette de kleine Alfred zich nu tamelijk gerust op den tak neder. Humphrey kwam dicht achter hem, sloeg zijne armen om hem heen en riep uit: „Hoezee! hier zitten wij beiden!" Zij waren zoo bezig geweest, dat zij niet opgemerkt hadden hoe het weder veranderd was. De wolken, die zij gezien hadden, waren nu bijna vlak boven hun hoofd, de lucht werd drukkend, in de verte hoorde men reeds het ratelen van den donder en er begonnen eenige dikke regendroppclen te vallen. Humphrey herinnerde zich eensklaps zijns vaders bevelen omtrent Alfred, en de slechte gevolgen van hun laatsten tocht. „Wij moeten naar huis!" riep hij uit, en hun gevaarlijken toestand vergetende, bewoog hij zich zoo plotseling, dat Alfred bijna van den tak was gevallen. Ins^inktmatig strekte hij de hand uk om hem vast te houden; door zijne poging om die hand te grijpen, verloor Alfred bijna het evenwicht. Hunne vereenigde bewegingen waren echter te veel voor den zwakken tak, die reeds onder hun gewicht kraakte. Hij boog, hij beefde, hij kraakte nog eens.... stortte met een knak naar beneden.... en kinderen en tak vielen te zamen in het water. HOOFDSTUK XIII. Bij het verlaten der korenakkers vervolgde baron Everard zijn weg naar den. stal, en het huis voorbijgaande riep hij Virginie, die aan het venster der kinderkamer zat te werken, toe, dat zij naar de kinderen ■
(Wordt vervolgd.)
...^,^>;,... ' ■v.^.^.-*..^--
—^
J;.
.1II...1,.WI^^^^
KINDERPARTIJTJES
«»MIMIIIUMM
Zm BLÄD2UDE VOOR ONZE LEZERESSEN 1
►••••••••((»Ä^v-v
a^^^^é««^««
7fèr~~~~~~
- -
/
T
i —
*
DE TAAK DER MOEDER
No. 73488
Lange mantel nctn aar binnen vaiiendeDlooien aan weersiijden. De kraag en zakken zijn met tres gegarneerd. Benoodigd van 135cM. breeoe stof 3 M. ol van 95 cM. breede stof 4 M. Van 5 cM. breed tres 1 30M. Verkrijgbaar in bustemaat 90. 95, 100 of 110 cM. Van de^e afbeeldmoen. welke met toestemming oer fa. Weidon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerd, zijn franco p, p. geknipte patronen verkrijgoaat tegen toezen-
WAT DE DOKTER ZEGT Levende ziektekiemen. II. Een vorige maal wees ik er op, dat vele bekend« ziekten veroorzaakt worden door levende ziektekiemen. Hierpnder noem ik b.v. die besmettelijke ziekten als: dipihtheritis, typhus, tuberculose, cholera, pest, stijfkramp, de geslachtsziekten en vele meer. Van andere ziiekten (zooaLs maz)den) zijn de ziekteverwekkers nog steeds niet bekend, maar we hebben de overtuiging, dat die ook wel door levende ziektekiemen zulLen worden veroorzaakt. Misschien zijn die dan echter zoo klein, dat ze zelfs door de sterkste microscoop niet zichtbaar worden. Een dergelijke ziekte breekt dus uit, wanneer de, voor die ziekte bepaalde soort van ziektekiemen, ons lichaam binnendringen, zich nu gaan vermenigvuldigen en door haar stofwisseling ons lichaam gaan vergiftigen, wat zich dan uit als ziekte. Elk van die ziekten heeft dus een bepaald soort van ziektekiemen als oorzaak. Ons lichaam echter pleegt zich zoo goed mogelijk te verdedigen. Vandaar dat op het indringen van ziektekiemen lang niet altijd een ziekte volgt. Dikwijils weet het lichaam ze te overwinnen en te vernietigen, zoodat er geen gevaarlijke gevolgen ontstaan. Wat het voorkomen der bacteriën betreft, kunnen we opmerken, dat men ze letterlijk overal in onze omgeving aantreft. Op alle ons omringende voorwerpen, tot zelfs in de lucht toe, kan men ze vinden, al zijn de voorwerpen nog zoo
Men hoort algemeeit beweren, dat de jeugd anders is dan vroeger. Wie zal uitmaken wat hiervan de oorzaak is? Het zenuwachtige, gejaagde leven van uitgaan en geldverdienen is van invloed op den karaktergroei van het kind en in de laatste jaren is veel van de heerlijke, gezonde kinderlijkheid verloren gegaan. Voor alles moet er naar gestreefd worden, deze terug te krijgen, we moeten een rustige omgeving weten te scheppen, waarin we zelf tot rust komen en onze kinderen in een sfeer van eenvoud kunnen opvoeden. Zou een weinig meer soberheid in de opvoeding niet aan vele gezinnen ten goede komen, behalve financieel, bovendien in de onderlinge verhouding? Zpoals een kind jong gevormd wordt, zal het ook opgroeien. De taak der moeder is niet gemakkelijk, het kind volgens zijn karakter te leiden, sterk te maken voor het leven, vordert al haar aandacht, een scherp toezien en luisteren, naar wat er in de kleuters omgaat, die nu nog klein, maar al tega;uw haar groote zorgen zullen geven. Tegenwoordig wordt veel aan ouderliefde ontbeerd. Kinderverwaarloozing bestaat niet alleen in de volksklasse, doch ook meer dan men zou denken onder de welgestelden. Voor vele moeders zijn kinderen een last, een belemmering in haar vrijheid. Zij schuiven dan ook maar al te graag haar plichten-op de schouders van anderen. Waar geen vreemde hulp genomen kan worden laat men de kinderen aan zich zelf over en toch, zij hebben moederliefde zoo noodig om zonnig te gedijen. En hier denken we onwillekeurig aan hetgeen veel kinderen te verduren hebben door het leed, hun door hardheid en onverschilligheid aangedaan. In hoeveel kinderharten is met 't goede verstikt, door al te strenge straffen, die in den beginne tranen ontlokten, doch daarna verhard en verbitterd, misschien wel met opstand' en haat in de ontwakende ziel verduurd werden. Laat er vertrouwelijkheid heerschen tusschen ouders en kinderen, bang zijn voor vader of moeder is verderfelijk, het kind moet onbevangen tot zijn ouders durven gaan. Er zijn karakters die zich moeilijk uiten, die iets schuchters, eenzelvigs hebben. Op die kinderen dient men vooral te letten, door liefde te geven, moeten we trachten, het kinderhart te winnen. Schuilt er ook niet veel eigenbelang in, dat vele moeders, die zich geen pretje kunnen ontzeggen, de aankomende jonge meisjes overal mee naar toe nemen en zoodoende zelf oorzaak zijn van de vrijheid, die zulke kinderen zich aanmatigen en van hun vroegrijpheid ? Waar blijft dan echter het blije, ongedwongene, het zonnige, dat rijk bezit van de jeugd ? Laat 't kind toch zoo lang mogelijk kind blijven, 't heeft aan al dat uitgaan geen behoefte, 't Is tevreden met zijn kinderlijke genoegens en zeker veel gelukkiger. „schoon." Dit algemeene voorkomen mag wel een reden zijn voor zindelijkheid, maar niet voor kleingeestigen angst, want, zooaJs gezegd, de meeste van die kleine organismen zijn onschadelijk of worden pas schadelijk, wanneer ze op een bijzondere plaats terecht komen (b.v. in een wond) of terecht komen bij een verzwakt mensch. Behalve op de soort komt het natuurlijk ook op de hoeveelheid der aanwezige ziektekiemen aan. Dat het lichaam zich verdedigt na het indringen der ziektekiemen, zien we b.v. duidelijk bij de „infectie" vaneen
wond. We weten immers, dat dan, als reactie op het indringen der kiemen een ontsteking van de wond gaat optreden, dat de wond gaat „zweren". Hierbij spelen nu een belangrijke rol de z.g. witte bloedlichaampjes. We hebben vroeger gezien, dat het bloed allerlei kleine lichaampjes bevat, waarvan de belangrijkste zijn de roode en de witte bloedlichaampjes. Bij een geïnfecteerde wond nu, zien we, dat een groot aantal van die witte bloedlichaampjes naar de plaats des onheils trekt en een levendigen strijd gaat voeren met de ingedrongen infectiekiemen,
No. 73350
Qekleede niamiddagjapon van zijde, wol of crêpe de chine in twee kleuren of van serge met zijde garneering bestaande uit kantmotieven of gruoure Benoodigd van 90cM. breede stof3.i5M. of van 135 cM. breeoe stof 2M. en van 90 cM. breede garneerstof 1.25 M. Kantmotiet 1 M. Verkrijgbaar in bustemaat 90 95, 100 of 110 cM. ding van f 0.75 en vermelding van het no. aan Mevr.Miily Simons. 2eSchuytstr. 261, Den Haag.
waarvan ze er zooveel mogelijk in zich opnemen en vernietigen. In dit verband wordt het duidelijk, dat de etter, die we bij zoo'n ontsteking zien ontstaan, voornamelijk bestaat uit groote aantallen witte bloedlichaampjes. Niet altijd gelukt het echter den ziektekiemen haar verdere ontwikkeling en vermenigvuldigimg te 'beletten en we hebben bij de behandeliing der wondinfectie al gezien, dat het dau kan komen tot lympihaat en lymphklier-ontstcking, zelfs tot bloedvergiftiging. Door deleer der ziektekiemen kunnen we nu beter inzien, wat we onder besmettelijkheid hebben te verstaan. We begrijpen nu, dat een ziekte van den één op den ander kan overgaan, doordat de ziektekiemen, die de lijder verspreidt, nu gezonden kumnen aantasten, die met den lijder in aanraking kwamen. Die overgang van ziektekiemen kan op verschi'. lende manieren gebeuren: met de uitgeademde lucht, met vochtdruppekjes, die uitgehoest worden (tuberculose; door aanraking van etter (een gevaarlijke stof dus, waar men niet voorzichtig genoeg mee kan zijn en die men vooral angstvallig uit de buurt van een wond moet houdenl), door aanraking' Van voorwerpen, die tevoren door den zieke werden aangeraakt, ten slotte zelfs door overgang van ziektekiemen door de lucht van den zieke naar den gezonde. De eene ziekte wordt op de eene, de andere weer op een andere wijze overgebracht. Vandaar, dat de bestrijding, die natuurlijk de besmettingskansen tegen moet gaan, ook niet voor alle besmettelijke ziekten dezelfde kan zijn. H. L. S.
Hoe dol gezellig is het altijd, wanneer de kinderen een partijtje hebben. Als U ze zoo vroolijk bezig ziet, merkt U terstond, welk een kleurig beeld zoo'n groepje vormt in hun fraaie pakjes en jurkjes! Tegenwoordig is het een heel eenvoudige taak om al die mooie Weertjes schoon te houden, want ze behoeven alleen even gewasschen te worden in een lauw sopje, gemaakt door Lux in heet water op te lossen en dan koud water bij te voegen, tot het lauw is. Let eens op welk een pleizier U de kinderen doet, wanneer U hun kleertjes op deze manier wascht, immers, de Lux methode is zoo eenvoudig, dat U veel meer overhoudt om eens met mee te doen.
^
-^^^^^^^^^■^^■■^^"
^^
Nooit werd een wagen met meer enthousiasme ontvangen. Nooit was het publiek zoo eenparig in lofuitingen. De verkoop in enkele weken is boven iedere verwachting vermenigvoudigd. Meer dan 100 voordeden boven iedere wagen in zijn prijsklasse.
AJAX SIX CNASH BUIL.T5
■saiB ■ MONA LISA ZEEP Zooals de onvergetelijke schoonheid van Mona Lisa over de geheele wereld erkend wordt, zoo zal U ook na een enkele proeve met
MONA LISA ZEEP volgaarne toegeven, dat zij, op gebied van toiletzeepen als een
hoogstaand product
Torpedo, 5 plaatsen f 3575.Sedan, 5 plaatsen, ^ deuren ... f 4200. In het brandpunt der publieke belangstellins staat:
AJAX SIX CNASH BUILT)
N.V. H. ENGLEBERT & Go's AUTO-HANDEL DEN HAAG
OPGERICHT
issa
WELTEVREDEN
aangemerkt moet worden Door haar fijne geur en buitengewone kwaliteit beteekent het gebruik van deze zeep een bijzondere verzorging van Uw huid.
Bij Ruwe Schrale Huid van Handen en Gelaat
PUROL
Doos30-60-90cK HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuytstraat 65 - Den Haag Telefoon 36644 Belastzich net hel SAMENSTELLEN van Cabaret programma's en het organiseeren van Feestavonden, Concerten. Drawing room-Entertainments, Soirees particuiières Kindervoorstellingen, etc. etc.
spaart Uwe kracht Uw tijd en Uw goed!
0M5-26
De Lever's Zeep Mij. Vlaardingen
\oor First National te Amsterdam is onder bovenstaanden titel een "film irv ons land gebracht, waarin Ronald Colman, Vilma Banky en Wyndham Standing de hoofdrollen vervullen. Ronald Colman creërt de rol van den Engelschen luitenant Hilary Trent, die voor zijn terugkeer naar het slagveld in Vlaanderen de aristocratische Kitty Vane vraagt zijn vrouw te worden. KUty stemt toe en Hilary vertrekt, maar heeft het ongeluk blind te worden in den oorlog. Om Kitty niet ongelukkig te maken, houdt hij zich schuil, zoodat iedereen gelooft, dat hij omgekomen is. Dan vraagt zijn vriend Gerald Shannon haar ten huwelijk, maar zij kan Hilary niet vergeten. Deze is jongensboeken gaan
schrijven en maakt naam. Toevallig ont:noet Gerald herr.. maar Hilary verzoekt het vooral voor Kitty te verzwijgen. Ten slotte stemt Kitty er in toe Gerald's vrouw te worden, maar als man van eer vindt hij het zijn plicht Kitty de waarheid mede te deelen en deze gaat hem onmiddellijk opzoeken. Hij offert zich echter op en doet alsof zijn liefde voor haar slechts een tijdpasseering was. Op het oogenblik, dat ze gebroken van smart de deur wil uitgaan, houdt iets haar tegen en ze komt tot de ontdekking, dat Hilarys liefde wel echt was. Ze komt terug maar Hilary kan haar liefde niet aannemen en overtuigt haar van Gerald's sympathie voor haar. Haar j'oote liefde voor den blinden man zegeviert evenwel en zij besluit aan zijn zijde te blijven
^^MHP
'"-'r
'
DE aCIWÏIPlBIREIUIK ©IP IMIT lEIUWINHl^MD wouden behoort, maar in de bewoonde wereid is teruggekeerd en haar huwelijk met Don Mac Kay, den Indiër, zal haar voor goed in de kringen voeren, waar zij volgens haar afkomst thuisbehoort. Een Universalfilm, door de Dutch-American Film Co. te Amsterdam in ons land geintroduceerd met Norman Kerry en de snoezige Patsy Ruth Miller in de hoofdrollen.
De heer en mevrouw Hamilton die met een buitengewoon succes in het Theater Tuchinski optreden, op hun morgenwandeling.
Lorraine is het zevenjarig dochtertje van een circus-directeur van adellijke afkomst, door zijn familie uitgestooten, omdat hij met ,en leeuwentemster trouwde. Hun kind gaat naar den rijken grootvader, die het wel wil laten opvoeden. Op weg naar de Vereenigde Staten lijdt het schip schipbreuk en Lorraine komt met eenige circusdieren op een afgelegen eiland terecht. Twaalf jaar later wordt zij door haar grootvader teruggevonden. Een neef, die bang is, dat het meisje het geheele familievermogen zal erven, probeert haar uit den weg te ruimen, maar een gorilla redt haar het leven. Het gezelschap begeeft zich op weg naar de beschaafde wereld, macir Lorraine staat er op haar dierenvrienden, die haar zoo lang gezelschap hebben gehouden mede te mogen nemen. Aldus geschiedt, maar in de society-kringen beginnen de dieren jaloersch te worden op de elegante aanbidders van het bekoorlijke meisje, dat echter voortdurend tegen de etiquette zondigt. Don Mac Kay, een mystisch Indiër, op wiens aanraden de tocht naar het eenzame eiland was ondernomen, is eveneens verliefd op Lorraine en zou bijna het slacht> offer van de wraak van den gorilla geworden zijn, als het dappere meisje het jaloersche dier niet door hypnotischen dwang van haar oogen buiten gevecht f ij m had gesteld. Bijna werd zij echter zelf het kind van de rekening; op het randje van het dak wilde de gorilla haar naar beneden gooien. Gelukkig was het 't dier zelf, dat viel en dat door aanraking met de electrische draden op slag gedood werd. Lorraine begint evenwel te beseffen, dat zij niet meer tot de oer-
..DE ROBÏJENENVORSTï^^ De operette zal nooit verdwijnen. Daarvoor is een gemakkelijk op te sporen oorzaak aan' te geven, ze voldoet, op de beste wijze aan de noodzakelijke behoefte voor den mensch om zich te verpoozen. Niets is er dat vlugger de mensch aan z'n gewone leven van allen dag heeft ontrukt als de operette met de lichte, luchtige muziek, gepaard aan een libretto dat in 't geheel niet eischt, dat men z'n hersens inspannen moet om 't te begrijpen. Er is in een plaats van beteekenis met veel amusementsleven altijd wel één operette te aanschouwen. In Carré in Amsterdam ging dezer dagen de première van „De Robijnenvorstin''. Aan ,.inlagen" ontbreekt 't in een operette nimmer en hier heeft men de zeer aardige, namelijk ,,echt" schaatsenrijden op het tooneel. Onze foto geeft een der^ evoluties van het schaatsenrijderspaar Jainezik.
m^ 'm
mm 'is
ii
OP OB PJLAMKEM Het tooneelseizoen nadert alweer het eind. Dat is vooral merkbaar wanneer we een mooie voorjaarsavond hebben, wanneer een deel van het uitgaand publiek voor de afwisseling zich weer gaat verpozen op de terassen van de café'?, die de eigenaars dezer instellingen met loffelijken ijver in gereedheid hebben gebracht. Dat is ook te merken aan de vele nieuwstijdingen omtrent het al of niet optreden in een volgend seizoen van eenig artist bij het een of andere gezelschap, een handige manier om andere directeuren er op attent te maken, dat zij zich beleefd voor een engagement aanbevelen. Maar dit nabij zijnde einde belet de directies niet om het repertoire geregeld aan te vullen. Ze weten ook wel, dat op 't oogenblik voor den uitgaanden mensch meer nog dan ooit te voren de stelregel geldt dat verandering van spijs eten doet. Een paar premières zijn weer gegeven. Hierboven ziet men een afbeelding uit ,,De dames Lavendel", waarvan bij ,,Het Schouwtooneel" in Utrecht de premiere is gegeven. „Het Vereenigd Tooneel" is in de Stadsschouwburg ook met een premiere gekomen. Daar ging ,,Op Weg naar de Nachtboot", waaruit we hiernevens een moment weergeven.
u \ II N
y/ ^
i/jds 1
.
*f
i
__.^ i .. ■ .... '
.
.
' ■ 0
f) MUZIEK VAN JAN KEYZER 7 Hoe de typiste op Maandagmorgen haar eerste dictaat uitwerkte.
mm*
:
i /
; : :
■v;- ■ ■*.
-
I
BELGISCHE /"^A ^A UITGAVEE \J.\J\J
Dl EElRêïI BRIlf
Mod e raio. J MijLhe ^ Hee.ren,
^t^r r
im i
i
fe^
3
^ye^.tig Lk deötil.vaM^tvaiiiwv ichrij.ven,
Hier.mee be..
■'.
Ter.wyl i^k
^ ^
d"-J i
^
-^8 w
9=at
eerHdaar.öwi^FreeaM böa.i'«i"toF. frèe.reh: 11/ voor bt.we laat^teaavt'-vwa^ ddnk nk ^Enkhebde EFikhe
P
ir
0m
^
§ J|J-
S
zss:
ku.^ze^T^Mij^H-^bjou/opdle bdHk.'
i
i
^^ ^
*
*
Wljhekbeii veel va.Mcleez'pa.f-kijttu/ reedf ven hzuiJeit,
£ ^
3
r
WM
^eb.ben
zdL.Viq doofde äuÄ.neHheeri. ge
Ze^, Tony lief, vanmorgen vroeg al sprak ik Irma, En zij was woest (o! fijn!) dat zij ons had ontmoet! Wij doen al zooveel jaren zaken met uw firma, U weet dus: onze qualiteit is altijd goed! Wij vragen ook uw aandacht voor de leege kisten, Daarvoor wordt u te zijner tijd gecrediteerd, O, boy, als al de and're luidjes het eens wisten! En voor reclame wordt door ons geadverteerd.
e^^^
ZeqTo.ny
Tf'T j, lp)f ?
voor voor voor voor voor voor
JfTMnl
^^
Ln d&ïM ]aAtzi1t»2us,hegfb Pa-p.pieMiebohk
<4 j r
3e. denkt U
g "N.
welt'tdeldt zcoA^n^loldevoor.ra^id öbrekt,
v/2Ln.de\d.
1
WdiwAs'l
den Uw den Uw den Uw
&.
#
^ f
D
^
Voorts willen wij nog deez' gelegenheid -benutten, Zeg, ben je morgen nu vooral vóór vijven klaar? Om u te vragen, hebt u verder nog interesse, Voor blauwe oogen, en dat mooie blonde haar! De qualiteit is als het bijgesloten monster. Zendt ons uw antwoord echter per expresse brief. En met de meeste achting teeken ik, mijnheeren, Dag boy, dag eenigerd, dag Ton, ik heb je lief!
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL ........ een "EDISON" .of NIETS
I)
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG . ROTTERDAM
. . . LEIDSCHESTRAAT 84 ...... LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 88
IJ
SALAMANDER SCHOENEN ZIJN IN PASVORh ONGEËVENAARD ■
.
.
Vi^