Stamreeks. Jacob van Vessem. (ca ca. 2000)

Stamreeks Jacob van Vessem (ca. 1600 - ca. 2000)

<<<**>>>

J.J. van de Velde / D.J. van de Velde

Inleiding De eerste aanzet voor deze stamreeks is reeds in het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw gemaakt. De belangstelling voor de familie van Vessem is voor een groot deel gewekt door verhalen die destijds in de familie de ronde deden. Kort kwam het er op neer dat de familie uit Brabant stamde en oorspronkelijk tot de ridderschap behoorde. Tijdens het begin van de reformatie zouden de protestante familieleden zijn onteigend en beroofd van hun bezittingen. De katholieke tak had haar titel en goederen behouden. Er was ook sprake van een familiewapen dat bij menige Van Vessem prominent aan de wand hing. Tijdens ons onderzoek is gebleken dat deze verhalen grotendeels op fantasie berusten. De onderhavige familie is nimmer van adel geweest. Er heeft overigens wel een adellijke familie van Vessem bestaan. In 1886 wordt de officier Henricus Alexander Leopoldus van Vessem in de adelstand verheven met het predikaat jonkheer. Hij was toen al 71 jaar oud en na het overlijden van zijn kinderen omstreeks 1930 is deze familie uitgestorven. Het klopt dat ze katholiek waren en uit Brabant stammen. Maar van enig verband met “onze” familie kan niets aangetoond worden. Het is tijdens het onderzoek duidelijk geworden dat er in de loop der eeuwen tientallen, niet verwante families met de naam Van Vessem hebben geleefd. De dorpsnaam als plaats van herkomst is hier ongetwijfeld de oorzaak van. Wat betreft het familiewapen zijn we ook niet tot een bevestiging kunnen komen. Het betreffende familiewapen wordt weliswaar aan de naam Van Vessem toegeschreven, maar er is geen link met onze familie te vinden.

De stamvader van de onderhavige familie Van Vessem is de schoolmeester Henrick Thomaszn. van Vessem. Hij woonde van 1605 t/m 1625 in Groot-Zundert een dorp waar destijds de reformatie nog niet was doorgedrongen. Zijn zoons Adriaen en Lambert worden eveneens schoolmeester en zij zijn ondermeer actief in de noordelijker gelegen plaatsen Besoijen en ’s Gravenmoer die toen tot het graafschap Holland behoorden. Zij gaan over naar het protestantse geloof. Wij vermoeden dat dit meer op economische en pragmatische gronden is gebeurd dan op basis van overtuiging. Destijds was immers voor katholieke schoolmeesters geen emplooi meer omdat de protestante kerkenraad mede zeggenschap had in de benoemingen. Schoolmeesters waren namelijk meestal ook actief als voorlezer en voorzanger in de kerk, en in kleine plaatsen vaak ook als koster en klokkenluider. De 3e zoon van Henrick, Andries genaamd, vertrekt naar Breda, waar hij bierkruier wordt. Hij en zijn nageslacht blijven rooms-katholiek. Het beroep van schoolmeester bleef lang in de familie, want ook Thomas (generatie 3), Johannes (generatie 4) en Anthony, een van de zoons van Johannes, verdienden hiermee hun brood. Het beroep was er wel de oorzaak van dat er vaak verhuisd moest worden. Zo heeft Thomas gewerkt in Dordrecht, Leur en Roosendaal; zijn zoon Stamreeks Jacob van Vessem door J.J. en D.J. van de Velde

1

Johannes start in ’s Gravenmoer maar vertrekt al snel naar Stavenisse op het Zeeuwse eiland Tholen om daar tot zijn overlijden in 1746 onderwijs te geven. Uit hem stamt een omvangrijk nageslacht in Zeeland, vooral op Schouwen-Duiveland. In latere generaties komen geen aansprekende beroepen meer voor. Het waren meestal arbeiders die op het land werkten of als droger in de meestoof. In die laatste hoedanigheid komt Johannes van Vessem (generatie 8) weer terecht op het eiland Tholen. Geraadpleegde literatuur: J.B. Rietstap, Wapenboek van den Nederlandschen adel, Groningen 1883-1887. De Nederlandse Leeuw, 1905, k. 18, 58, 161. Van Vessem, Nederlands Adelsboek, 1905. J. Loeff, Van Vessem, De Brabantse Leeuw, 1953, blz. 161. J.W. Zondervan, De Langstraatse Van Vessems, Genealogisch Tijdschrift voor Midden en West Brabant, 1978, blz. 109. R. Boot, Aanvulling Van Vessem, Genealogisch Tijdschrift voor Midden en West Brabant, 1983, blz. 346. E. Boeren, Bebouwingsgeschiedenis van de Achterstraat V, Heemkundekring Roosendaal en Nispen, dec. 1992. A.L. van Geetruy, G.J. Rehm en J.M. Roosendaal (red.), Zeven eeuwen ’s Gravenmoer, 1293-1993 (Baarle-Nassau 1993). Inzake het mogelijke familiewapen is gebruik gemaakt van de verzamelingen van het CBG in Den Haag.

© Hoogerheide, 2010

Stamreeks Jacob van Vessem door J.J. en D.J. van de Velde

2

I. Henricus Thomas van Vessem, (ook à Vessem en Vessemius), geb. ca. 1580, schoolmeester te Groot-Zundert sinds 1605, overl. Groot-Zundert 22 juli 1625, otr./tr.1 Groot-Zundert RK 22 juli/20 augustus 1606 Cornelia Jacobus Lambertus Vermeulen, overl. Groot-Zundert 26 januari 1616, dr. van Jacob Lambrechts Vermeulen/ Vermolen. otr./tr.2 Groot-Zundert RK 18/25 juni 1616 Cornelia Egidius Godefridus, (ook Cornelia Dielis Goortsen), geb. ca. 1587, overl. na 1635 en voor/in 1637, dr. van Egidius Godefridus Mertens/ Diel Goorts, schepen van Wernhout 1587, en Maria Jacobs Geerts. Uit het 1e huwelijk: 1. Emerentiana, ged. Groot-Zundert RK 3 juli 1607. 2. Adrianus, ged. Groot-Zundert RK 11 januari 1609, schoolmeester te Besoijen 1628/29, daarna te ’s Gravenmoer tot 1640, geadmitteerd landmeter, procureur voor de schepenbank, overl. ’s Gravenmoer tussen 27 januari 1649 en 18 mei 1650, tr. voor/in 1629 Haesken Janssen Smit, begr. ’s Gravenmoer (in de kerk) 10 mei 1668, dr. van Jan Janssen (den ouden) Smit (alias Van der Wege) en Mayke Cornelis Keijsers. 3. Catharina, ged. Groot-Zundert RK 8 februari 1611. 4. Andreas, ged. Groot-Zundert RK 13 juli 1613, poorter te Breda 10 april 1641, bierkruier te Breda 1641-1653, won. Gasthuyseynde 1642, Molenstraat 16461653, begr. Breda (Grote kerk) 26 september 1653, tr.1 voor 1641 Maeijken Jan Willemsen; tr.2 Breda (schepenen) 11 maart 1646 Adriaenken Daniels Goyen, j.d. won. aan de Groote Markt, overl./begr. (in de kerk) Breda 29 oktober/1 november 1679. 5. Lambertus, ged. Groot-Zundert RK 4 oktober 1615, volgt II. Uit het 2e huwelijk: 6. Cornelius, ged. Groot-Zundert RK 27 april 1617, overl. na 1642. 7. Thomas, ged. Groot-Zundert RK 11 april 1619, overl. na 1642. 8. Augustina, ged. Groot-Zundert RK 22 augustus 1621, overl. na 1642. Bronnen Huwelijksgetuigen: ad 1. Gerardus Havermans, praetore (schout), en Adrianus Sgrauwen, secretario; Cornelius Christianus Grootemans en mr. Laurentius à Foro. ad 2. Adrianus Petrus Rauws en Cornelis Christianus van Wechelen; Sebastianus van Lyer en Cornelius Stephanus van Wechelen. Doopgetuigen: ad 1. Johannes Adrianus en Elizabetha Lambertus Vermeulen. ad 2. Cornelius Johannes Vervloet en Dimpna Arnoldus Stephanus. ad 3. Valerius Johannes en Petra Christianus Stephanus van Wechelen. ad 4. Leonardus Petrus Leonardus en Adriana Adrianus Pullekens. ad 5. Johannes Cornelis en Maria Cornelis. ad 6. Sebastianus van Lier en Catharina Mattheus Johannes. ad 7. Jan Jacobs Vermeulen en Anna Jacobs Vermeulen. ad 8. Walterus Johannes Gillis en Catharina Petrus Aerts.


3

Onder andere bij zijn 1e huwelijk en bij de doop van het 1e kind wordt Hendricus aangeduid als ‘ludi magister’, latijns voor schoolmeester. Bij de doop in 1617 wordt de vader genoteerd als mgr. Henricus Guilielmus a Vessem. Wij vinden hem regelmatig als getuige bij huwelijken en dopen te Zundert, voor het eerst op 22 januari 1605 en voor het laatst op 19 april 1625.

Inschrijving van het eerste huwelijk van Henricus Thomen à Vessem, ludi magister, in het RK trouwboek van Groot-Zundert Cornelia Egidius Godefridus, otr./tr.1 Groot-Zundert RK 11/23 juli 1606 Johannes Johannes Wijgaerts/Wijgers, overl. Groot-Zundert 15 april 1613. otr./tr.3 Groot-Zundert RK 9 januari/9 februari 1627 Simon Adrianus Ambrosius, ged. Groot-Zundert 30 augustus 1598, zn. van Adrianus Ambrosius en Dimpna …. In het rechterlijk archief van Zundert zijn diverse stukken bewaard gebleven van zaken / geschillen tussen Henrick Thomas, resp. Henrick van Vessem enerzijds en diverse personen anderzijds (o.a. Goort Goris Vergouwen, Simon Peeter Simons en Peeter Cornelis Peeter Haest) in de periode 1610-1624. Verder komen we de volgende stukken tegen: - Obligatie voor Geerit Dielis Goortssen, voogd over de wezen van Hendrick van Vessem, 1638. - Rekening inzake de kinderen van Jan Wijgaerts, Henricx van Vessem en Sijmon Adriaen Ambrosius, met als gezamenlijke moeder Cornelia Dielis Goortsen, 1637. - Rekening inzake de kinderen van Henrick van Vessem en Sijmon Adriaen Ambrosius, beiden getrouwd geweest met Cornelia Dielis Goorts, 1637-1641. - Rekening inzake de kinderen van Hendrick van Vessem en Cornelia Gielis Goortsen, 1642. - Erfgenamen van Pauwels van Landschot tegen Jacob Dielis Goortssen, voogd van de kinderen van Sijmon Adriaen Ambrosius, 1637-1638.


4

- Rekening inzake de kinderen van Sijmon Adriaen Ambrosius en Cornelia Dielis Goortssen, 1645 en 1649. (Zundert, RA diverse inv.nrs.). ad 2. Adriaen Henricx van Vessem Kinderen: Hendrik, ged. Besoijen 9 december 1629, alsmede (verm. geb. te ’s Gravenmoer) Jacob, Adriaen, Johannes, Janneken. Uit de zoons spruit een omvangrijk nageslacht Van Vessem in (Zuid) Holland en Brabant. Adriaen van Vessem vinden we regelmatig terug in de rechterlijke archieven van ’s Gravenmoer in de jaren 1630 t/m 1649. Op 22 december 1644 koopt hij het huis “Den Hollantschen Thuyn” binnen ’s Gravenmoer, een groot huis gelegen naast de pastorie met 3 schouwen en een eigen bakoven. In 1672 is dit huis door de Fransen verbrand en in 1680 verkopen de kinderen van Adriaen het erf aan het dorp. Mogelijk was Adriaen ook bierbrouwer. In 1635 koopt hij bijv. een ijzeren fornuis om bier op te brouwen, met kuipen en tonnen, en over het jaar 1649 is hij een belangrijk bedrag verschuldigd wegens bierimpost. ad 4. Andries Henricks van Vessem Uit het 1e huwelijk: Henricus, ged. Teteringen RK 10 september 1641 (met de opm. dat de ouders te Breda wonen, get. hr. Joannes, pastoor in Zundert). Hieruit nageslacht. Uit het 2e huwelijk: Petronella, ged. Breda RK 12 mei 1653. Kinderen van Andries Hendricx, begr. Breda (Grote kerk) 10-10-1642, 2-6-1643, 28-121646, 30-1-1648. Adriaentken Daniels hertrouwt als wed. van Andries Henricx van Vessem, biercruijer, won. in de Molenstraet, Breda (schepenen) 3/18 januari 1654 Jacob Janssen Verheij, wedr. van Neeltjen Adriaanssen, biercruijder, won. in de Caterstraet. Andries Henricx, geb. Zundert, wordt op 10 mei 1641 ingeschreven als poorter van Breda en op diezelfde datum aangesteld als bierkruier (Breda, Poorterboek; Commissieboeken GA inv.nr. 400-24). ad 7. Thomas Henricx van Vessem Peeter Peeter Gellen tegen Thomas Henricx van Vessem, 1639 (Zundert, RA inv.nr. 2804).


5

II. Lambert Henricx van Vessem, zn. van I ged. Groot-Zundert RK 4 oktober 1615, schoolmeester en koster te Besoijen 1635, te Dussen 1639 en te ’s Gravenmoer 1644-1652, later bakker te ’s Gravenmoer, overl. ’s Gravenmoer tussen 1 mei 1675 en 8 november 1677, tr.1 voor 8 maart 1635 Pierijntken Jan Peeterssen Backer, overl. voor 19 juni 1670, dr. van Jan Peeter Cornelissen (de) Backer, bakker te ’s Gravenmoer, en Geertruyt Cornelis Dingemans. tr.2 ’s Gravenmoer (huw.vw. 19 juni) 1670 Willemken Adriaensen Geus, wed. van Peeter Misset, overl. na 8 november 1677, dr. van Adriaen Lambrechts Geus en Grietien Aertsen. Uit het 1e huwelijk (volgorde niet met zekerheid bekend): 1. Geertruyt, geb. ’s Gravenmoer, vermeld als lidmaat te Breda december 1656 en 1671, otr. als j.d. van ’s Gravenmoer en won. Havermarkt, Breda (Grote kerk) 1 mei 1660 (att. naar Teteringen om te trouwen) Adriaen Janssen de Lamon, j.m., ged. Breda (Grote kerk) 24 september 1638, lidmaat Breda 1660 (als j.m.) en 1671, overl./begr. Breda 9/12 augustus 1676, zn. van Jan de Lamon en Jasperina Adriaenssen. 2. Johannes, won. Oosterhout 1667, later bakker te ’s Gravenmoer, lidmaat ald. 1677, 1698 en 1708, overl. ’s Gravenmoer 10 oktober 1720, tr. ca. 1666 Hester Adriaens Boot, overl. ’s Gravenmoer 5 mei 1733. 3. Cornelia, geb. Dussen, lidmaat Breda 1669 (als j.d.), won. op de Veemarkt 1675, overl./begr. Breda 27/30 september 1689, tr. als j.d. geb. Dussen, Ginneken mei 1675 (met att. van Breda 4 mei; otr. ’s Gravenmoer 15 april) Willem Spijckermans, wedr. van Geertruy Leenderts, ged. Breda (Grote kerk) 4 december 1647, soldaat 1669, poorter te Breda 10 januari 1676, belleman (omroeper) te Breda 1676-1690, bel. Breda 1677, overl. na 1697, zn. van Barent Spijckermans en Margriet Jansen. 4. Thomas, geb. ca. 1645, volgt III. 5. mog. Catrina, vermeld als doopgetuige bij een van de kinderen van Johannes in 1667, overl. voor 1676. Uit het 2e huwelijk geen kinderen.

De doopakte van Lambertus 4 oktober 1615 in het RK doopboek van Groot-Zundert


6

Bronnen Inventaris der nalatenschap van Jan Peeterssen Backer en Geertruijt Cornelissen, echtelieden, d.d. 8 maart 1635 overgebracht door Steven Anthonissen Faro als moederlijke bloedvoogd en oom der kinderen Barbara en Pirijntken, waarvan de laatste is gehuwd met Lambert Henricx van Vessem, schoolmeester te Besoijen. Testament ouders alhier gepasseerd 14 maart 1629. In kontanten ƒ 34,-, 2 melkkoeien een hokkeling varken, waarvan een koe en het varken verkocht zijn voor ƒ 45,- en ƒ 15,- en meubilair verkocht voor ƒ 150.6.8, een koe verkocht voor ƒ 37,-. Het koperen fornuis om bier te brouwen met kuiper en tonnen verkocht aan schoolmeester Adriaen van Vessem voor ƒ 15,-. Een woonhuis in huur van Jacomeijntien Adriaen Claessen waar de wezen nog bakkerswinkel hielden. Er was een huis op ’t Gasthuiseinde te Breda verkocht 24 december 1632. Een korte veertel land omtrent halve Wiel (noord Tomas Janssen van Druenen, zuid Marcus Janssen Faro, oost Smalle Straat, west ’t hol der Donga), belast met een rente van 2 lopen rogge aan H. Geest alhier, getaxeerd op ƒ 100,-; bedeeld aan Barbara voor haar legaat van ƒ 100,-. Ouders hadden twee stoelen in de kerk, die voor de kinderen gehouden worden (’s Gravenmoer, RA inv.nrs. 234). Deling nalatenschap van Jan Peetersen de Backer en Geertruijt Cornelissen, echtelieden, tussen de voogd van hun dochter Barbara en hun dochter Pierijntken, vrouw van mr. Lambert van Vessem, schoolmeester te Besoijen, d.d. 9 maart 1635. Voor de ƒ 100,- die Barbara vooraf bij testament d.d. 14 maart 1629 gelegateert heeft gekregen, ontvangt zij een korte veertel land op ’t Noordeinde. Rest betreft gelden, goederen e.d. (’s Gravenmoer, RA inv.nrs. 427 fol. 60v-63v). Wie was wel de eerste schoolmeester in Dussen? Deze vraag durven wij niet met zekerheid te beantwoorden, maar wel wordt in het rechterlijk archief van Dussen-Muilkerk vermeld, dat op de rechtdag van 7 oktober 1632 “Mr. Bastiaan Willemse schoolmeester” door Jacob Janse wordt aangesproken, voor de som van vijf gulden voor de levering van turf, welke schuld meester Bastiaan evenwel ontkent. ……… Toen Mr. Bastiaan Willemse secretaris in Werkendam werd, verkocht hij op 1 augustus 1639 zijn huis, dat bij de pastorie gelegen was, aan schoolmeester Lammert Hendriksz. van Vessem (citaat uit: H. Donkersloot, Geschiedenis van Dussen en zijn kasteel (2002), blz. 81). Lambert van Vessem en Steven Adriaens Block kopen samen op een publieke verkoop d.d. 6 januari 1644 van de erfgenamen Johan Stappaerts van Oosterhout twee, naast elkaar gelegen percelen land in de Korte Veertelen op ’t Noordeinde te ’s Gravenmoer (noord Niclaes Jacopssen Tack, zuid mr. Adriaen van Vessem, oost Brede straat, west ’t hol van de Donga; verhuurd tot Martini in november 1644 aan Steven Anth. Pharo en Bastiaen Baltessen) voor ƒ 500,- (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 92). Mr. Lambert van Vessem en Steven Adriaenssen Block worden gevest in de voornoemde percelen land d.d. 19 januari 1644 en betalen de eerste helft van de koopsom. De andere helft wordt betaald op 11 maart 1645. Van deze percelen land wordt Lambert eigenaar van het zuidelijkste deel (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 81 fol. 281-282). Boedelrekening van de nalatenschap van Jan Adriaensen de Cluyter, afgehoord 11 januari 1647. Lambert van Vessem ontvangt 12 stuivers op 10 maart 1644 voor het luiden op de begrafenis van Adriaen Janssen de Cluyter te ’s Gravenmoer (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 137 fol. 20).


7

Lambrecht van Vessem wordt op 5 mei 1651 voor ƒ 1.025,- gevest in een huis te ’s Gravenmoer, dat staat op de hoek van de huidige Wielstraat en de Molendijk. De koopsom wordt pas door de volgende eigenaar op 4 april 1685 afbetaald (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82 fol. 20v). Mr. Lambert van Vessem, Marijken Lambrechts, wed. van Cornelis Baltussen van Excel, en Anneken Adriaenssen Cluyter, wed. van Thomas Dirck Rijcken, verlenen op 1 april 1652 voor notaris Rogier Hessels te Oosterhout procuratie aan sr. Cornelis Borsman, procureur in Den Haag (Oosterhout, NA inv.nr. 9-72). Lambert van Vessem stelt op 10 maart 1654 zijn in RA 81 genoemde land in onderpand voor een schuld van ƒ 100,- à 5% aan een burger te Geertruidenberg, die zijn huis bij executie had verkocht, doch dat toen weer aan hem terugleverde (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82 fol. 59). Lambert van Vessem verklaart op 14 januari 1655 nog ƒ 683, 6 stuivers en 10 penningen à 5% van de koopsom van een huis schuldig te zijn en stelt daarvoor dit huis in onderpand (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82 fol. 68). Lambert van Vessem te ’s Gravenmoer transporteert op 2 juni 1662 zijn in 1644 gekochte perceel land voor ƒ 425,- contant (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82 fol. 144).

Jan Steen, De strenge schoolmeester, ca. 1665-1668


8

Het huis van Lambrecht van Vessem, bakker, dat twee schouwen en een bakkersoven heeft, wordt aangeslagen voor ƒ 1,- (’s Gravenmoer, GA Kohier haardstedengeld 1665, fol. 5). Lambrecht van Vessem wordt betaald voor het leveren van brood en beschuit aan de gealimenteerde armen (’s Gravenmoer, GA Rekening van de Grote Armen 1664/65 en 1666/67). Taxatie nalatenschap d.d. 31 maart 1669 van Barbara Jan Peeters Backer, kinderloos te ’s Gravenmoer overleden. Betreft een perceeltje land aan de Straat op ’t Noordeinde in de Korte Veertelen (noord Peeter Peeter Bressers, zuid Cornelis Cuyper, oost Brede Straat, west ’t hol der Donga). Getaxeerd op ƒ 100,- (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 428 fol. 192). Lambert van Vessem, wdnr. van Pirijntje de Backer, maakt op 19 juni 1670 te Sprang huwelijkse voorwaarden met Willemke Adriaense Geus. Zij wonen beiden te ’s Gravenmoer (Sprang, RA inv.nr. 134). Het huis en de schuur van Lambrecht van Vessem zijn in 1672 verbrand bij de brandstichting door de Fransen (’s Gravenmoer, GA Lijst van verbrande huizen 1672, fol. 1v). Bij de doop van een dochter van zijn zoon Johannes d.d. 15 januari 1673 treedt Lambregt van Vessem op als doopgetuige (’s Gravenmoer, Archief Ned. Ger. Gemeente, Actaboek 1672-1677, tevens doopboek 1672-1697). Lambert van Vessem en Willemke Geus testeren op 29 december 1673 voor notaris Anthonie Timmers te Sprang (Sprang, RA inv.nr. 133). Nalatenschap Lijntken Thomas Rijcken, laatst vrouw van Corstiaen Wouter Rijcken. Onverdeeld blijft een huis, brouwerij met toebehoren, hof en land aan de Plaats, noord Jan Peeterssen With, zuid Lambert van Vessem en Molendijk, oost ’t hol der Oude Vaart, west de straat (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 428 fol. 270v-275, d.d. 27 februari 1675). Als erfgenamen van hun (ongehuwde) tante Barbara Jan Peetersen Backer transporteren op 6 april 1676 Adriaen de Lamon, als man van Geertruyt van Vessem, Willem Spijckermans, als man van Cornelia van Vessem, Johannes van Vessem en mr. Thomas van Vessem een perceel land gelegen aan de Straat op ’t Noordeinde in de Korte Veertelen aan een derde voor ƒ 241,- (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82 fol. 263v). Voogdijrekeningen door de voogd van de wezen van herbergier Peeter Cornelissen Swart, afgehoord 28 april 1676. Omdat de pastorie in de as lag, huurt het dorpsbestuur van 1 mei 1674 tot 1 mei 1675 voor ƒ 25,- een huis aan “de Vaart” te ’s Gravenmoer voor de predikant (een huis met drie schouwen en een eigen bakkersoven; thans Vaartweg 32). Deze huur wordt vanaf 1 mei 1675 voor ƒ 25,- gelaten aan Lambrecht van Vessem (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 10). Willemke Adriaense Geus wordt op 31 mei 1677 genoemd als lidmaat te ’s Gravenmoer (Lidmatenlijsten). Willemken Adriaenssen Geus, wed. van Lambrecht van Vessem, transporteert op 8 november 1677 het afgebrande huis en erf te ’s Gravenmoer, dat haar man had nagelaten, voor ƒ 200,- aan haar neef Lambert Aertsen Geus, bakker, die voor dit bedrag een schuld van ƒ 200,- à 5% (restant van de koopsom uit 1651) tot zijn last neemt (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82 fol. 274v).


9

ad 1. Geertruyt Kinderen: ged. Breda (Grote kerk), Jasperijntje 10 april 1661, Johannes 25 juni 1663, Johannes 28 september 1664, Johanna 29 januari 1667, Maria 15 maart 1669, Catharina 12 augustus 1671. ad 2. Johannes Kinderen: Jasperina ged. Oosterhout 18 september 1667 (get. o.a. Cornelia Lambrechtsen van Vessem en Catrina van Vessem), alsmede 10 kinderen ged. ’s Gravenmoer 1673-1692. Johannes van Vessem en Hester Boot worden vermeld als lidmaten van ’s Gravenmoer op 31 mei 1677, 27 maart 1698 en 2 april 1708 (Lidmatenlijsten). Johannes van Vessem wordt betaald voor het leveren van brood aan de gealimenteerde armen (’s Gravenmoer, GA Rekening van de Grote Armen 1678-1681). Een van zijn zoons vertrekt naar Stavenisse: Pieter van Vessem, ged. ’s Gravenmoer 19 augustus 1674, bel. Stavenisse 3 april 1706, kleermaker t/m 1728, tapper en tavernier vanaf 1729, begr. Stavenisse 7 juni 1758, otr./tr. als j.m. van ’s Gravenmoer, Stavenisse 28 april/6 mei 1705 Helena Vleugels, j.d. van Stavenisse, ged. Stavenisse 21 oktober 1674, bel. Stavenisse 4 april 1693, overl./begr. Stavenisse 26/29 juni 1745, dr. van Abraham Vleugels en Maetje Abrahams Uijl. ad 3. Cornelia Willem Beerent Spijckermans, otr./tr.1 als soldaat onder kapitein Rothé, Breda (Grote kerk) 9/27 november 1669 Geertruyt Leenderts, j.d. van Ginneken en won. in de Bosstraet, overl./begr. Breda 11/14 november 1673; otr./tr.3 als wedr., Breda (Kleine kerk) 27 augustus/11 september 1697 Dirksken Peters, wed. van Philip Jansen Boxel, won. Breda bij het klooster. Kinderen: ged. Breda (Grote kerk), Beerent 24 mei 1677, Jasperina 15 april 1678 (tr. als Prijntje, j.d. won. Breda a/d Cingel, Breda 9 oktober 1695 Hans Jurien Nobis, j.m. won. Augsburg), Barent 12 mei 1683.


10

III. Thomas van Vessem, zn. van II geb. verm. ’s Gravenmoer ca. 1645, schoolmeester en voorzanger te Leur 16741684, daarna (Franse) schoolmeester te Roosendaal, diaken te Roosendaal 1688 en 1690, brandmeester voor de Achterstraat te Roosendaal 1687, schepen van Roosendaal 1690-1691, gemeenteman van Roosendaal 1693, borgemeester (ontvanger gemeentemiddelen) 1690-1693, overl. Roosendaal 10 augustus 1693 (begr. in de kerk), tr. als j.m. schoolmeester op de Leur, Moerkerken in Mijnsheerenland, otr. Mijnsheerenland 16 april 1675 en Leur 17 april 1675 Petronella van Lieshout, j.d. van Sprang en won. in Mijnsheerenland, geb. Sprang, begr. Roosendaal (in de kerk) 2 december 1728, dr. van Jan Pieters van Lieshout en Metgen Thonisse van der Maes. Uit dit huwelijk: 1. Johannes, ged. Leur 29 maart 1676, volgt IV. 2. Pieter, ged. Leur 13 juni 1677, overl. Roosendaal 1 februari 1716 (begr. in de kerk), verm. ongehuwd. 3. Mechelina, ged. Leur 7 mei 1679, bel. Stavenisse 7 april 1703, dienstbode bij haar broer te Stavenisse, vertrekt in 1703 naar Roosendaal en met att. op 21 april 1719 naar Willemstad, overl. tussen 12 april 1730 en 28 juli 1740, tr. als j.d. van de Leur en won. Roosendaal, Wouw 7 mei 1719 (otr. Roosendaal en Willemstad 21 april 1719, met att. naar elders 7 mei 1719) Johannes van Fernij, j.m. van Dordrecht en won. Willemstad, ged. Dordrecht 20 augustus 1687, verm. bakker, overl. tussen 9 maart 1729 en 12 april 1730, zn. van Koenraet van Fernij en Martijntje Ariens van Niervaart. 4. Petronella, ged. Roosendaal 25 maart 1685, bel. Roosendaal 1705, overl. na 27 september 1740, tr. als j.d. geb. en won. tot Roosendaal, Roosendaal 9 augustus 1711 (otr. Oudenbosch 25 juli 1711) Cornelis van Ravensbergh, j.m. geb. Oudenbosch en won. Roosendaal, ged. Oudenbosch 19 november 1684, eikmeester te Oudenbosch 1740, schepen van Oudenbosch 1729-1740, kerkmeester te Oudenbosch 1716-1718, overl. na 27 september 1740, zn. van Coenraet van Ravensbergh Joriszn., notaris en procureur te Oudenbosch, en Adriana Willems Luycxs. 5. Lambertus, ged. Roosendaal 21 maart 1688, overl. jong. Bronnen Doopgetuigen: ad 1. Jan Pieters van Lieshout, Mettje van der Maes. ad 2. Hubrecht Dirx, schoolmr. te Etten, Cornelia Corn. Cas. ad 3. Mayken Jans de Graef. ad 4. Abraham Berkmans en Petronella Brouwers, huisvrouw van D. van Essen. ad 5. Mattheus van der Pelt en Petronella Beeckmans. Tomas van Vessem, j.m. met att. van Dordrecht ingekomen te Leur in 1674; aant.: vertrokken naar Roosendaal en obijt (overleden) aldaar (Leur, lidmatenlijst Herv. gem. inv.nr. 107, d.d. 1674).


11

Wegens het vertrek van de vorige schoolmeester wordt mr. Thomas van Vessem op 5 juli 1674 door schout en schepenen aangesteld als schoolmeester en voorzanger op de Leur. Hij is bekwaam en ervaren in “de schrijff- zangh- ende cijfferkonst, Italiaens boekhouden en de Francoyse tale”. Hij moet zich houden aan de schoolreglementen en zijn ambt “neerstelijck en getrouwelijck waernemen en bedienen, alles tot wederroepens” (Etten Leur, mag. 6). Het salaris van Thomas van Vessem als schoolmeester bedraagt ƒ 38,50 per 3 maanden.

Inschrijving van de ondertrouw in het trouwboek van Leur d.d. 17 april 1675 Adriaen de Lamon, gehuwd met Geertruyt van Vessem, Willem Spijckermans, gehuwd met Cornelia van Vessem, Johannes van Vessem en mr. Thomas van Vessem, als erfgenamen van hun tante Barbara Jan Peetersen Backer, transporteren op 6 april 1676 een perceel land te ’s Gravenmoer aan een derde voor ƒ 241,- (’s Gravenmoer, RA inv.nr. 82263v). Inventaris van de goederen van Claes Jans van der Linde d.d. 2 februari 1681. Mr. Thomas van Vessem, schoolmeester op de Leur, heeft uit de boedel te vorderen “over montcosten, leergelt, mette leverantie van boeken, papier, pennen en incl.” (Dordrecht, Oud NA inv.nr. 419-119v). Mr. Thomas van Vessem, schoolmeester op de Leur, krijgt op 19 januari 1683 een terechtwijzing omdat hij zonder toestemming van schout en regenten goederen en materialen heeft gekocht ter reparatie van de school. Bij herhaling zullen de kosten op hem worden verhaald (Etten Leur, mag. 7). Mr. Thomas van Vessem, schoolmeester op de Leur, wordt op 20 mei 1683 onderhouden door schout en schepenen in de “palen van de Hoeven onder de vrijheid Etten” omdat er klachten zijn dat hij de lokale kinderen onvoldoende zou oefenen en leren. Hij moet deze kinderen evenveel les geven als de kostkinderen (Etten Leur, mag. 7). In de boedelrekening over 1683 van Jacob Mar. Keerseboom te St.Maartensdijk worden betalingen vermeld aan schoolmeester Van Vessem in De Leur voor het leren van een van de wezen; ook wordt er geld gegeven aan de wezen toen zij naar De Leur te school gingen (St.Maartensdijk, Raze 5376 d.d. maart 1685). Stamreeks Jacob van Vessem door J.J. en D.J. van de Velde

12

De huisvrouw van mr. Thomas van Vessem heeft de schout en regenten op straat beledigd en nagewezen. Hij krijgt de aanzegging zijn vrouw te onderhouden en binnen 8 dagen verontschuldigingen aan te bieden of binnen 14 dagen te verhuizen en te vertrekken (Etten Leur, mag. 7 d.d. 13 september 1684). Mr. Thomas van Vessem wordt door schout en schepenen van de beide banken der vrijheid Etten schriftelijk aangemaand binnen 8 dagen verontschuldiging aan te bieden op straffe van maatregelen. Hij neemt de akte van insinuatie, op 5 oktober 1684, niet aan van de bode: “en gaft tot antwoort vertsouck ootmoedelijk alvooren schriflick copeij te moghen heben wat beschuldigingh tegens sijn vrouw werde gedaen” (Etten Leur, GA volgnr. 2391 d.d. 3 en 5 oktober 1684). Wegens het vertrek van meester Tomas van Vessem wordt Dirk Versevelt op 19 november 1684 als nieuwe schoolmeester en voorzanger op de Leur aangesteld (Etten Leur, mag. 7). Matje Mels, won. Zierikzee, legt op 1 september 1685 op verzoek van Thomas van Vessem, schoolmeester te Roosendaal, een verklaring af voor notaris Willem Onias (Zierikzee, Raze 4026-34). Sr. Thomas van Vessem, schoolmeester, koopt (transport 11 februari 1686) van Juff. Maria Brouwerts, wed. Andries Tappers, een huis, schuur, hof en erf, mitsgaders de gang aan de zuidzijde, staande en gelegen in de Oost- of Achterstraat te Roosendaal (oost de straat, zuid Jan Hendricx van Maestricht, west de doelen, noord Cathalijn Ringers) voor ƒ 5.000,-, waarvan ƒ 2.000,- contant. De laatste termijn is betaald 25 januari 1689 (Roosendaal, RA vestboeken inv.nr. 287-11v). Het huis “Den Engel”, bestaande uit “huys, hoff mette boomgaert daeraen ghelegen”, was belast met een cijns van 1 stuiver en 2 oort per jaar verschuldigd op St.Martini aan het klooster St.Catharinadal. Deze cijns werd in 1825 afgekocht tegen de 20e penning (Cijnsboeken klooster St.Catharinadal Breda). Tevens was het huis belast met een cijns van 12 stuivers per jaar aan het gasthuis te Roosendaal, eveneens verschuldigd op St.Martini. Vermoedelijk hebben we hier te maken met van oorsprong twee afzonderlijke percelen die mogelijk begin 16e eeuw zijn samengevoegd. Gezien de omvang van het huis is het niet onwaarschijnlijk dat tevens de school daar was gevestigd. Het huidige adres is Raadhuisstraat 6 (E. Boeren, Bebouwingsgeschiedenis van de Achterstraat V, Heemkundekring Roosendaal en Nispen, dec. 1992). In het schotboek wordt het huis op naam van Thomas van Vessem gesteld als een huis en erve in de Agterstraat met “den nieuwen timmer”, gequoteerd op £ 23:0:0 vls. (Roosendaal, RA Schotboek jonge serie, f. 97). Sr. Thomas van Vessem koopt (akte d.d. 23 januari 1687) van Christiaen Swaens, “doctor in de medicine” en secretaris van St.Maartensdijk, tevens handelend namens zijn broers Arnoldus en Johannes Swaens, een stede lants (hofstede), met het huis daarop staande, gelegen in het Rietgoor en met ca. 12 gemeten land, voor ƒ 1.370,-. Na discussie over de op de stede drukkende lasten accepteert Thomas de levering op 20 juni 1687 met 11 gemeten 134 roeden land voor ƒ 1.306,63. Kort na de vorige aankoop (akte d.d. 4 februari 1687) koopt Thomas van dezelfde verkopers 8 gemeten 192 roeden land in het Rietgoor voor ƒ 1.015,84.


13

Op 24 oktober 1690 verklaart dr. Christiaen Swaens, schepen van Roosendaal, door Thomas van Vessem, schepen van Roosendaal, volledig voldaan te zijn. Verwezen wordt naar een uitspraak van de Raad van Brabant van 29 september 1689 (Roosendaal, RA vestboeken inv.nr. 288-3, 8v). In het schotboek worden de hofstede met de percelen land op naam van Thomas van Vessem gesteld met een totale oppervlakte van 20 gemeten 4 roeden. Voorheen stond een en ander bij de familie Swaens genoteerd met een grootte van 20 gemeten 134 roeden (Roosendaal, RA Schotboek oude serie f. 346v, 456, jonge serie f. 97). Om een brand zoals op 23 mei 1687 te voorkomen worden door het bestuur van Roosendaal brandmeesters aangesteld op 25 mei 1687. Voor de Agterstraat zijn dat Van Vessem, Marynis Vos en Laurens de Wolf (Roosendaal, GA Resolutieboeken) Thomas van Vessem is in 1688 en 1690 diaken in de Nederduits Gereformeerde Gemeente (Roosendaal, archief Herv. Gemeente). Op 2 april 1690 worden ingevolge de akte van 16 februari 1690 van Zijne Koninklijke Majesteit van Groot Brittannië de schepenen voor het jaar 1690 benoemd. Thomas van Vessem is een van de vijf schepenen in de Vrijheid van Roosendaal. Stadhouder Cornelis van Dun en schepen Thomas van Vessem krijgen op 23 juni 1690 opdracht om executie van de in gebreke gebleven ontvanger Anthony Copal te voorkomen. Op 15 oktober 1690 wordt schepen Van Vessem genoemd als opperontvanger van het gemaal over 1690. Stadhouder Van Dun, schepen Van Vessem en gemeenteman Smout worden op 30 oktober 1690 als gecommitteerden van Roosendaal afgevaardigd naar de ordinaire landsvergadering te Breda op 4 november 1690. Schepen van Vessem krijgt op 11 december 1690 opdracht te onderhandelen met de ontvanger te Breda over het gemaal 1687. Uit de lijsten van het gemaal 1687 moeten de armen verwijderd worden. Van Dun, Nieuwenhuizen en Van Vessem zullen daarvoor zorgdragen. Vergadering d.d. 20 maart 1691. Op 17 april 1691 wordt Thomas van Vessem benoemd als schepen in de Vrijheid van Roosendaal voor het jaar 1691.

De handtekening van mr. Thomas van Vessem in het resolutieboek van Roosendaal Thomas van Vessem is op 25 juni 1691 o.a. rapporteur bij de controle van de rekening van C. van Dun inzake de buitengewone verponding 1679. Stadhouder Van Dun en schepen Van Vessem brengen op 16 juli 1691 verslag uit van hun gesprek met de Raad van Zijne Kon. Majesteit en de ontvanger Copal. De ontvanger mag zijn achterstallige geld gaan innen. Benoeming van de ontvangers of collecteurs voor 1691 op 10 augustus 1691. Voor de


14

inning van de hoofdgelden, tienden en accijnzen is dat schepen Thomas van Vessem. Schepen mr. Thomas van Vessem heeft op 11 oktober 1691 aangenomen de inning van de hoofdgelden, de tienden van Tongerlo en St.Bernards, de molens, huurpenningen, pachtpenningen over 1691 en het gemaal. Borgemeester Thomas van Vessem krijgt op 5 november 1691 een kopie van de vastgestelde lijsten van het gemaal en de hoofdgelden over 1691. Bij de benoemingen van schepenen op 2 mei 1692 voor het jaar 1692 wordt Thomas van Vessem niet vermeld. Borgemeester Van Vessem klaagt op 20 augustus 1692 dat de leden van het bestuur in 1690 verzuimd hebben in hun kwartier de lijsten van het gemaal te maken en aan hem te overhandigen. Hij kan daardoor zijn rekening over 1691 niet laten controleren. Hij wordt gemachtigd de resp. leden te sommeren alsnog lijsten op te maken. Borgemeester Van Vessem krijgt op 6 september 1692 de lijsten van het gemaal 1691 en moet zorgen voor een spoedige afdracht aan ontvanger Van Marcken te Breda. Als hij betaalt zal hij zijn vergoeding krijgen. Borgemeester van Vessem wordt op 20 november 1692 gesommeerd het gemaal over 1691 af te wikkelen. Op 25 maart 1693 wordt ingevolge de akte van 11 februari 1693 van de Kamer van Raad en Rekening van Zijne Kon. Majesteit van Groot Brittanië de gemeentemannen voor het jaar 1693 benoemd. Thomas van Vessem wordt gemeenteman voor “Roosendael in de Cuyp”. Verder zijn er gemeentemannen voor Calsdonck, Langdonck, Hulsdonck, Nispen, Borteldonck, ’t Rietgoir, Vroenhout, Vinckebroeck en Hainck. Als gemeenteman is Thomas van Vessem regelmatig aanwezig tijdens bestuursvergaderingen, voor de laatste keer op 27 juni 1693. Thomas van Vessem, ontvanger van het gemaal 1690 en 1691, heeft blijkens de vergadering van 27 juni 1693 zijn rekening ingeleverd; die is gecontroleerd en afgesloten. Hij neemt de inning over 1693 ook aan voor ƒ 120,- (Roosendaal, GA Resolutieboeken). Pieter Costermans, Aert Mattheussen van Baarle en Thomas van Vessem zijn over het jaar 1691 ontvangers van de gemeentemiddelen (Roosendaal, adm.best.archief inv.nr. 86). Thomas van Vessem is curator van de boedel van Barbara Willems Koij, wed. Corstiaen Claessen van Soeren, en levert op 18 juni 1693 de rekening, welke loopt vanaf 14 februari 1691 (Roosendaal, boedelrek. 1694-1702, inv.nr. 159). Juffrou Petronella Lishout verleent op 30 oktober 1720 voor notaris H. van Pelt procuratie aan …… (Roosendaal, NA inv.nr. 6742-544). Begr. Roosendaal in de kerk 2 december 1728: de weduwe van seigneur Thomas van Vessem (Roosendaal, kerkrekeningen). Monsr. Cornelis van Ravensbergh, schepen in wette van Oudenbosch, namens zijn vrouw Petronella van Vessem (krachtens akte van procuratie voor notaris Daniel van den Broeck te Oudenbosch d.d. 5 januari 1729), sr. Johan van Fernij, wonende Willemstad, namens zijn vrouw Mechelina van Vessem (krachtens akte van procuratie voor notaris Adriaen van den Enden te Willemstad d.d. 25 januari 1729), en sr. Johan van Pelt, meester schoenmaker te Roosendaal, als last en procuratie hebbende van sr. Johannes van Vessem, schoolmeester te Stavenisse (krachtens akte voor notaris Hendrick van Pelt te Roosendaal d.d. 7 december 1728), kinderen en erfgenamen van sr. Thomas van Vessem en Petronella van Lishout, verkopen op een openbare veiling d.d. 3 februari 1729 en transporteren op 9 maart 1729 aan Cornelis van Opdorp een huis, hof en erf in de Achterstraat te Roosendaal (oost de Agterstraet, west de Doelen van St.Jan, zuid de weduwe van Jacobus Vos en noord Wilhelmus de Jongh) voor ƒ 1.450,-. De koopsom wordt voor de helft contant voldaan; de andere helft hoeft pas over een jaar betaald te worden, waarvoor het huis etc. Stamreeks Jacob van Vessem door J.J. en D.J. van de Velde

15

verbonden blijft. Mechelina van Vessem, wed. van Johan van Fernij, en Johannes van Vessem verklaren op 12 april 1730 ieder voor 1/3 de laatste paye te hebben ontvangen. Hetzelfde wordt op 11 april 1730 verklaart namens Johan Rens, koopman te Dordrecht, die de vordering van Cornelis van Ravensbergh had overgenomen (Roosendaal, RA vestboeken inv.nr. 328-33). Sr. Cornelis van Ravensbergh te Oudenbosch, man van Pietronella van Vessem, en last hebbende van monsr. Johannes van Vessem, schoolmeester te Stavenisse, transporteert op 27 september 1740 aan zijn broer sr. Willem van Ravensbergh, meester broodmaker te Willemstad, als voogd over Martijntje, minderjarige dochter van Jan van Fernij en Mechelina van Vessem, beiden overleden, 2/3 van verschillende percelen land en een huis, schuur, hof en erf in het Rietgoir te Roosendaal. In de akte wordt geen prijs vermeld (Roosendaal, RA vestboeken inv.nr. 334; Schotboek, jonge serie f. 97). Hendrik Blanken als lasthebber van Willem van Ravensbergh, wonende te Willemstad, testamentair voogd over het nagelaten minderjarig kind van Mechelina van Vessum en Jan van Fernij, levert de hofstede in het Rietgoir met alle gronden op 29 augustus 1742 aan Adriaentje Bastiaenen, weduwe van Govert Steven Roeken, voor ƒ 845,- (Roosendaal, RA vestboeken inv.nr. 335; Schotboek, jonge serie f. 97). ad 2. Pieter Pieter moet kinderloos zijn overleden want hij wordt niet vermeld als rechthebbende bij de verkoop van onroerende zaken in 1729. Pieter van Vessem is doopgetuige te Oudenbosch 20 oktober 1715 bij een kind van Petronella van Vessem en Cornelis van Ravensbergh. ad 3. Mechelina Uit haar huwelijk met Johannes van Fernij een dochter Martijntje, ged. Willemstad 23 augustus 1722, otr. als j.d. geb. en won. Willemstad, Willemstad 14 april 1747 Matthijs van Emraat/Emrath, j.m. geb. Krefeld/Kriegfeld in het graafschap Meurs en won. Willemstad. ad 4. Petronella Uit haar huwelijk met Cornelis van Ravensbergh een dochter Adriana, ged. Kruisland 19 oktober 1712, en 7 kinderen te Oudenbosch 1715-1725. Cornelis van Ravensbergh is vermeld als schepen van Oudenbosch van 1703 tot en met 1776. Dit zijn verschillende personen. In de periode 1703 tot en met 1724 betreft het waarschijnlijk Cornelis Joriszn. (geb. ca. 1666) en in de jaren 1729 tot en met 1740 Cornelis Coenraadzn. Wie bedoeld is in de jaren vanaf 1748 is niet duidelijk.


16

IV. Johannes van Vessem, zn. van III ged. Leur 29 maart 1676, bel. Roosendaal 1695, schoolmeester te ’s Gravenmoer 1700, schoolmeester, voorlezer, voorzanger en koster te Stavenisse 1701-1746, won. aan de Molendijk te Stavenisse, begr. Stavenisse 17 juli 1746, otr./tr.1 als j.m. van de Leur, Stavenisse 12 januari/1 februari 1703 Willemijna Abrahams Uyl, j.d. van Stavenisse, ged. Stavenisse 21 november 1683, bel. Stavenisse 20 maart 1704, overl. Stavenisse 1704, dr. van Abraham Jacobse Uyl de jonge, landman te Oud Kempenshofstede, schepen van Stavenisse 1676-1694, diaken te Stavenisse 1672-1675, armmeester te Stavenisse 1679-1681, weesmeester van Stavenisse 1683-1695, gezworene van de polders Kempenshofstede 1682 en Stavenisse 1690, en Maiken Leenderts Klinckerlant. otr./tr.2 als wdnr. van Stavenisse, Poortvliet 12/31 mei 1705 Cornelia van Dorth, j.d. van Bergen op Zoom en won. Poortvliet, ged. Bergen op Zoom 4 oktober 1680, bel. Stavenisse 15 april 1713, overl./begr. Stavenisse 1/4 juni 1731, dr. van Anthoni Janssen van Dorth, mr. potbakker te Bergen op Zoom, gezworene van het potmakersgilde ald. 1681, 1683 en 1686 en deken 1685, poorter te Tholen 1699, lid kramersgilde ald., bode/deurwaarder te Poortvliet 1701-1725, lijkbidder ald. 1725, en Jacoba Duyvelaar. Uit het 1e huwelijk: 1. Thomas, ged. Stavenisse 30 maart 1704, bel. Stavenisse 13 april 1726, vertrokken zonder attestatie, soldaat bij de VOC 1731-1733, overl. Ned. Oost Indië 4 juli 1733. Uit het 2e huwelijk: 2. Anthoni, ged. Stavenisse 21 februari 1706, overl. jong. 3. Johannes, ged. Stavenisse 29 juli 1708, volgt V. 4. Anthonij, ged. Stavenisse 28 november 1709, bel. Stavenisse 12 januari 1732, met att. vertr. naar Tholen 29 december 1736, stadspeiler te Tholen 1747, schoolmeester te Schakerloo 1750-1752, begr. Tholen 16 mei 1752, otr./tr. Tholen 21 februari/11 maart 1742 Adriana Manse, geb. verm. Poortvliet ca. 1720, overl. na 29 januari 1764, dr. van Jacob Cornelisse Manse en Jannetje Adriaens Deurloo. 5. Lambertus, ged. Stavenisse 26 juli 1711, met att. vertr. van Oosterland naar Bruinisse 18 april 1738, landman, gezworene van de dijkage van Bruinisse 1775, overl. Bruinisse 23 januari 1775, tr.1 als j.m. van Stavenisse, Bruinisse, otr. Bruinisse/Oosterland 10 januari 1738 Maria Franke Padmos, wed. van Niklaas van Bendegom en eerder van Jakob Marinusse van der Lisse, ged. Bruinisse 3 november 1697, dr. van Francke Marcelisse Padmos/Patmoes en Neeltje Jacobs; tr.2 Oosterland ca. 1751 Maria Snip, geb./ged. Oosterland 1/1 juli 1731, bel. Bruinisse 9 april 1756, overl. voor 7 april 1768, dr. van Johannes Oliviers Snip(s) en Lena Adriaans d’Ooge; otr./tr.3 Bruinisse 27 juli/15 augustus 1768 Janna Boudewijns Bakker, wed. van Jeremias Dekker, geb. Oosterland ca. 1725/30, overl. na 1797, dr. van Boudewijn Hendrickse (de) Bakker en Martha Janse de Wilde. 6. Cornelia, ged. Stavenisse 4 augustus 1713, bel. Stavenisse 29 maart 1738, met att. naar Bruinisse 12 juni 1740, begr. Stavenisse 8 januari 1763, tr. voor 1742 Bastiaan Filé, geb. Oosterland, won. Oosterland 1742-1754, daarna Stavenisse, Stamreeks Jacob van Vessem door J.J. en D.J. van de Velde

17

7.

8.

9.

begr. Stavenisse 26 mei 1770, zn. van Adriaan Bastiaans Filé/Philé en Adriaantje Leenderts Elenbaas. Jacobus, ged. Stavenisse 27 januari 1715, bel. Stavenisse 2 april 1746, won. Bruinisse 1748/49, begr. Stavenisse 30 oktober 1789, otr./tr. Stavenisse 24 mei/13 juni 1747 Jannetje Tychon, ged. Stavenisse 8 december 1723, begr. Stavenisse 6 september 1805, dr. van Claes Janse Tichon en Pieternella Pieters van Beveren. Pieter, ged. Stavenisse 9 januari 1718, vertr. naar Bruinisse ca. 1753, overl. na 1769, otr./tr.1 als j.m. geb. en won. Stavenisse, Stavenisse 16 maart/10 april 1745 Jannetje Klippel, j.d. geb. en won. Stavenisse, ged. Stavenisse 27 december 1722, begr. Stavenisse 29 februari 1752, dr. van Isaak Machiasse Klippel en Adriana Abels; otr.2 St.Annaland 7 april 1752 Pieternella van der Loo, j.d. geb. St.Annaland en won. Stavenisse, ged. St.Annaland 13 oktober 1726, overl. na 1769, dr. van Marinus van der Loo en Jacoba du Pree. Dorothea, ged. Stavenisse 7 april 1720, bel. Stavenisse 25 maart 1741, begr. Stavenisse 21 april 1746, ongehuwd.

Bronnen Johannes van Vessem woont in 1699 te Sprang en gaat op 8 oktober 1699 met att. van Sprang naar Oosterhout. Op 1 april 1700 gaat hij met att. van Oosterhout naar ’s Gravenmoer en op 10 juli 1701 met att. van ’s Gravenmoer naar Stavenisse (Kerkelijke archieven). Johannes van Vessem, schoolmeester, is met attestatie ingekomen te Stavenisse van ’s Gravenmoer op 25 juli 1701. Hij wordt, als wonende binnen het dorp Stavenisse, genoemd als lidmaat in 1702 en 1717 (Stavenisse, akta kerkeraad). Mr. Johan van Vessem, beroepenschoolmeester, krijgt op 2 juli 1703 – op basis van eerder gedane toezeggingen – van het dorpsbestuur een huis ter beschikking gesteld staande bij de Mooldijk en een school staande op de dijk te Stavenisse. Het huis moet bij “occassie” ook geschikt zijn om kostkinderen te houden. Het dorp krijgt deze panden (met korting) in erfpacht van de Graaf van Flodroff, heer van Stavenisse, voor £ 8:6:8 vls. per jaar (Stavenisse, Raze 5904-194v). Kohier van het hoofdgeld d.d. 26 september 1703: Mr. Van Vessem aangeslagen voor £ 0:10:0 vls. (Stavenisse, Raze 5904-197). Mr. Johan van Vessem wordt regelmatig betaald voor het luiden van de klokken tijdens begrafenissen (Stavenisse, Raze 5904-210v d.d. 14-2-1704 (£ 0:2:0 vls.); Raze 5904-214; Raze 5905 d.d. 2-10-1710; Raze 5906 d.d. 6-12-1725). Na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1704 gingen er geruchten dat Johannes van Vessem een verhouding zou hebben met zijn dienstmeid Cornelia van Dorth. In verband met zijn kerkelijk ambt werd dit door de kerkeraad niet geaccepteerd. Hij krijgt door de kerkeraad voor 6 weken censuur opgelegd en wordt tevens 6 weken uit zijn functie geschorst. Johannes ontkent de beschuldiging (Stavenisse, Notulen kerkeraad). Thomas, zoon uit het 1e huwelijk van Johannes van Vessem wordt na het overlijden van zijn moeder door de weesmeesters van Stavenisse in een pleeggezin geplaatst.


18

Kohier familiegeld d.d. 24 juni 1705: Mr. Van Vessem wordt aangeslagen voor £ 0:10:0 vls. (Stavenisse, Raze 5904-249).

Fragment van de kaart van Hattinga uit 1744 met Stavenisse en omgeving Aert Clercq verklaart op 25 januari 1706 schuldig te zijn “aen ’t naergelaten kint” van Willemijna Uyls met name Thomas van Vessem, ƒ 150,- à 5%. Mr. Johannes van Vessem, vader en voogd, verklaart op 2 november 1709 dat de hoofdsom en rente zijn afbetaald (Stavenisse, Raze 5904-259). Johannes van Vessem, schoolmeester, en Cornelia van Dort testeren op 21 mei 1707 voor notaris Willem Onias te Zierikzee. In het testament wordt ook Thomas van Vessem genoemd (Zierikzee, Raze 4030-172). Rekening enz. van 20 juni 1714 t/m (maart) 1729 van Jacob Abrahams Uyl, als voogd van de minderjarige wees van Willemijna Abrahams Uyl, met name Thomas van Vessem, over goederen hem aanbestorven van zijn oudoom Jacob Jacobse Uyl, alsmede de goederen van zijn grootmoeder Neeltje Leendertse Klinckerlant. Na aftrek van alle kosten van levensonderhoud resteert een bedrag van £ 38:0:0 vls. (Stavenisse, weeskamer Raze 5943 d.d. 21 april 1729). Mr. Johannes van Vessem krijgt in 1723 £ 4:3:4 vls. betaald voor het luiden van klokken 3 uur daags gedurende 6 weken wegens het overlijden van de gravin Van Flodroff (Rekening heerlijkheid Stavenisse 1723 f.24). Monsr. Cornelis van Ravensbergh, schepen in wette van Oudenbosch, gehuwd met Petronella van Vessem, sr. Johan van Fernij, wonende Willemstad, gehuwd met Mechelina van Vessem en sr. Johan van Pelt, meester schoenmaker te Roosendaal, als last en procuratie hebbende van sr. Johannes van Vessem, schoolmeester te Stavenisse (krachtens akte d.d. 7


19

december 1728 voor notaris Hendrick van Pelt te Roosendaal), erfgenamen van Thomas van Vessem en Petronella van Lishout, verkopen op een openbare veiling d.d. 3 februari 1729 en transporteren op 9 maart 1729 aan Cornelis van Opdorp een huis, hof en erf in de Achterstraat te Roosendaal voor ƒ 1.450,-. Mechelina van Vessem, wed. van Johan van Fernij, en Johannes van Vessem verklaren op 12 april 1730 ieder voor 1/3 de laatste paye te hebben ontvangen (Roosendaal, RA vestboeken inv.nr. 328-33). Monsr. Johannes van Vessem, schoolmeester op Stavenisse, als voor 1/3 part erfgenaam van zijn moeder Pietronella van Lieshoud, wed. Thomas van Vessem, machtigt op 28 juli 1740 zijn zwager Cornelis van Ravensbergh, eikmeester in Oudenbosch, om voor schepenen van Roosendaal te compareren in zijn naam en zijn aandeel van het aldaar gelegen onroerend goed te transporteren (Stavenisse, Not. A. Verkouteren, Raze 5944).

De handtekening van mr. Johannes van Vessem onder de bovenvermelde volmacht Sr. Cornelis van Ravensbergh te Oudenbosch, man van Pietronella van Vessem, en last hebbende van Monsr. Johannes van Vessem, schoolmeester te Stavenisse, transporteert op 27 september 1740 aan zijn broer Sr. Willem van Ravensbergh te Willemstad, als voogd over Martijntje, dochter van Jan van Fernij en Mechelina van Vessem, beiden overleden, 2/3 deel van verschillende percelen land en een huis, schuur, hof en erf in het Rietgoor onder Roosendaal (Roosendaal, RA inv.nr. 334). ad 1. Thomas Tomas van Vessem verkoopt op 25 april 1729 8 gemeten 156 roeden land in Zuytveerblock in Oud Kempenshofstede voor £ 16:0:0 vls. per gemet (Stavenisse, Raze 5906). Thomas van Vessem, uit Stavenisse, soldaat, vertrekt op 11 december 1731 met het schip Westkapelle voor de VOC kamer Zeeland van Rammekens naar Batavia. Het schip is aldaar aangekomen op 14 augustus 1732. Thomas is in Indië overleden op 4 juli 1733 (ZA, monsterrollen VOC). ad 4. Anthonij Zijn weduwe Adriana Manse hertr. Tholen 11/29 januari 1764 Jan Geertse, j.m. geb. Grijpskerk in Groningerland en won. Tholen. Anthonij van Vessem koopt in 1747 voor £ 20 vls. een huis te Tholen in de Dalemstraat op de hoek van de Bouwendam. Dit huis wordt in 1752 door zijn weduwe verkocht voor £ 9 vls. (Tholen, Raze 5185-128v, 245).


20

V. Johannes van Vessem, (ook van Vessum), zn. van IV ged. Stavenisse 29 juli 1708, bel. Bruinisse 4 april 1732, overl. na 1757, otr./tr.1 als j.m. van Stavenisse, Bruinisse 2/22 september 1732 Susanna Kornelisse Witte, j.d. van Bruinisse, ged. Bruinisse 9 januari 1707, overl. tussen 20 januari 1739 en 10 november 1742, dr. van Cornelis Jacobse Witte en Dingetje Abrahams Hoeck. tr.2 verm. Sirjansland ca. 1742 Cornelia Cornelisse de Jonge, geb./ged. Sirjansland 20/23 maart 1710, overl. voor 7 juli 1757, dr. van Kornelis de Jonge en Neeltje Jacobs Klink. tr.3 als laatst wdnr. van Cornelia de Jonge, won. Bruinisse, Bruinisse 28 juli 1757, otr. Brouwershaven 7 juli 1757 Leuntje Huijsman, j.d. won. onder Duivendijke, mog. dr. van Adriaan Huijsman en Tona Muilwijk. Uit het 1e huwelijk: 1. Johanna, ged. Bruinisse 8/9 juni 1733, overl. jong. 2. Kornelia, ged. Bruinisse 8/9 juni 1733. 3. Kornelis, ged. Bruinisse 10 november 1734, overl. jong. 4. Johannis, ged. Bruinisse 16 juli 1736, overl. jong 5. Johannes, ged. Bruinisse 21 september 1737, volgt VI. 6. Samuel, ged. Bruinisse 27 januari 1739. Uit het 2e huwelijk: 7. Cornelis, geb./ged. Sirjansland 16/21 juli 1743, overl. jong. 8. Neeltje, ged. Bruinisse 6 augustus 1745, overl. Bruinisse 19 januari 1809, otr./tr. als j.d. geb. en won. Bruinisse, Bruinisse 19 april/6 mei 1771 Cornelis Lemson/Lensum, j.m. geb. en won. Bruinisse, ged. Bruinisse 5 maart 1744, werkman, won. Nieuwstraat, overl. Bruinisse voor 1806, zn. van Jasper Cornelisse Lensum en Lena Willems Bolijn. 9. Johanna, ged. Bruinisse 20 mei 1747, overl. Bruinisse 13 april 1807, otr./tr.1 als j.d. geb. en won. Bruinisse, Bruinisse 22 april/12 mei 1774 Marinus Ockerse, j.m. geb. en won. Bruinisse, ged. Bruinisse 10 februari 1735, zn. van Hendrik Bastiaanse Ockerse en Antonia Pieters Taselaar; otr./tr.2 Bruinisse 12/30 november 1790 Adriaan Witte, wdnr. van Janna de Graaf, ged. Bruinisse 5 november 1740, landbouwer, won. Oudestraat, weesmeester van Bruinisse (o.a. 1790, 1801), gemeenteraadslid Bruinisse 1811-1813, overl. Bruinisse 29 mei 1832 (91 jaar), zn. van Jacob Cornelisse Witte en Neeltje Adriaans Taselaar. 10. Cornelis, ged. Bruinisse 21 april 1749. Uit het 3e huwelijk geen kinderen bekend.


21

Bronnen Doopgetuigen: ad 1. Johannes van Vessum, Jakoba Witte. ad 2. Jakob Cornelisze Witte, Neeltje Teesselaar. ad 3. Kornelis Jacobse Witte, Dingetje Hoek. ad 4. Lambertus van Vessum, Kornelia van Vessum. ad 5. Antony van Vessum. ad 6. Jakob Kornelisze Witte, Neeltje Teesselaar. ad 7 t/m 10. geen. Johannes van Vessum komt op 10 november 1742 met attestatie van Bruinisse naar Sirjansland. Cornelia Cornelisse de Jonge is lidmaat te Sirjansland op 15 april 1742, won. binnen het dorp. Beiden vertrekken op 12 april 1744 met attestatie van Sirjansland naar Bruinisse (Sirjansland, akta kerkeraad). Testament d.d. 23 september 1743 van Johannis van Vessem en Cornelia de Jonge, ziek te bedde, echtelieden te Sirjansland (Sirjansland, Raze 4779).

Inschrijving van het 1e huwelijk in 1732 in het trouwboek van Bruinisse Johannes van Vessem treedt op als getuige bij een akte van 15 maart 1751 voor notaris Pieter van de Water en bij een akte van 3 november 1766 voor notaris Erasmus van Hekke te Zierikzee. In beide gevallen komen de comparanten uit Bruinisse (Zierikzee, Raze 422515 en Raze 4254-64). ad 10. Johanna Van Johanna van Vessem en/of Adriaan Witte zijn diverse testamenten bekend, verleden voor notaris Johannes Martinus Sevenhuijsen te Zierikzee resp. op 19 november 1790, 25 februari 1801 en 21 maart 1811. In 1790 en 1801 wordt Adriaan Witte weesmeester genoemd en in 1811 raad. In het testament van 1790 worden ook Neeltje van Vessem en Cornelis Lemson genoemd (Zierikzee, Raze 4289-83, 4300-10, 4309-4). Volgens de memorie van successie bedraagt het saldo van de nalatenschap van Johanna van Vessem in 1807 Francs 3.281:18:8.


22

VI. Johannes van Vessem, (ook van Vessum), zn. van V ged. Bruinisse 21 september 1737, werkman/arbeider, overl. Bruinisse 16 december 1820, otr./tr. als j.m. geb. en won. Bruinisse, Bruinisse 14 april/7 mei 1775 Jacomijntje Klaasse Bibbe, j.d. geb. Nieuwerkerk en won. Bruinisse, ged. Nieuwerkerk 16 november 1741, overl. voor 1811, dr. van Klaas Jobse Bibbe en Marina Marinusse van Burg. Uit dit huwelijk: 1. Susanna, ged. Bruinisse 28 januari 1776, overl. jong. 2. Joannis/Johannes, ged. Bruinisse 9 maart 1777, volgt VII. 3. Klaas, ged. Bruinisse 22 maart 1778, overl. voor 1811. 4. Marina, ged. Bruinisse 25 februari 1779, overl. jong. 5. Susanna, ged. Bruinisse 2 februari 1781, overl. voor 1811. 6. Marina, ged. Bruinisse, 14 juli 1782, bel. Bruinisse 20 april 1803, arbeidster, overl. Bruinisse 10 juni 1827, tr. voor/in 1809 Jan Bolijn, ged. Bruinisse 2 februari 1781, arbeider (ook landman 1821, slagter 1825), overl. Bruinisse 14 augustus 1832, zn. van Dirk Claasse Bolijn en Claartje Vijverberg. Bronnen Doopgetuigen: ad 4 en 6. Maria Klaasse Bibbe. Johannis van Vessem senior, 56 jaar oud, werkman, won. Bruinisse (Bevolking / dienstplicht 14 maart 1797). Memorie van aangifte der nalatenschap van Johannes van Vessem in 1821. Kinderen Johannes van Vessem en Marina van Vessem, gehuwd met Jan Bolijn. Nalatenschap een huis, erve en gevolgen in de Nieuwstraat te Bruinisse (Zeeuws archief, kantoor Zierikzee, jaar 1821, nr. 183).


23

VII. Johannis van Vessem, zn. van VI ged. Bruinisse 9 maart 1777, werkman/arbeider, overl. Bruinisse 11 januari 1839, tr. Bruinisse 1808/09 Cornelia van den Berge, ged. Bruinisse 2 november 1783, arbeidster, overl. Bruinisse 26 januari 1862, dr. van Adam van den Berge, knecht / arbeider, municipaal te Sirjansland 1797, en Adriaantje Endhoven. Uit dit huwelijk: 1. Johannis, geb. Bruinisse 30 augustus 1809, volgt VIII. 2. Adriaantje, geb. Bruinisse 18 december 1811, overl. Bruinisse 31 januari 1812. 3. Leendert, geb. Bruinisse 20 maart 1813, arbeider, overl. Bruinisse 3 december 1893, tr. Bruinisse 29 maart 1845 Maria van der Have, geb. Bruinisse 15 oktober 1824, arbeidster, overl. Bruinisse 6 oktober 1889, dr. van Jan van der Have(n) en Martina de Jonge. 4. Klaas, geb. Bruinisse 7 augustus 1814, overl. Bruinisse 15 september 1814. 5. Jacomijna, geb. Bruinisse 5 februari 1816, arbeidster, tr. Bruinisse 4 september 1840 Cornelis Hage, geb. Bruinisse 12 april 1812, boerenknecht, zn. van Cornelis Hage en Neeltje van de Stolpe. 6. Adriaan, geb. Bruinisse 26 april 1817, arbeider, vertrekt in 1874 naar de USA, overl. Islip (Suffolk, New York, USA) 27 september 1875, tr. Bruinisse 7 juni 1841 Jacoba Welling, geb. Kapelle gem. Duiveland 15 september 1815, dienstmeid/arbeidster, overl. Bruinisse 26 februari 1873, dr. van Willem Welling en Cornelia Vermeule. 7. Adriaantje, geb. Bruinisse 4 juni 1818, overl. Bruinisse 2 augustus 1819. 8. Adriaantje, geb. Bruinisse 26 oktober 1820, overl. Bruinisse 26 maart 1822. 9. Marina, geb. Bruinisse 11 februari 1822, overl. Bruinisse 27 januari 1828. 10. Cornelis, geb. Bruinisse 4 september 1824, overl. Bruinisse 9 november 1824. 11. Adriaantje (later Hannah), geb. Bruinisse 3 november 1826, arbeidster, overl. USA, tr. Bruinisse 29 juni 1855 Ary Bibbe, geb. Bruinisse 27 juli 1831, arbeider, zij emigreren in 1857 naar Noord Amerika en vestigen zich te Islip (Suffolk, New York), overl. USA, zn. van Leendert Bibbe en Adriaantje Hoek. 12. Kornelis, geb. Bruinisse 12 december 1827, arbeider, tr. Bruinisse 3 augustus 1864 Kornelia Okkerse, geb. Bruinisse 23 november 1832, dr. van Pieter Okkerse en Neeltje Lemson. Bronnen Johannis van Vessem junior, 20 jaar oud, werkman, won. Bruinisse (Bevolking / dienstplicht 14 maart 1797). Johannes van Vessem junior, journalier, 34 jaar, geb. en won. Bruinisse (Bevolking 1811). Johannes van Vessem, arbeider, won. Bruinisse, is in 1832 eigenaar van een huis, schuur en erve in de Nieuwstraat te Bruinisse, groot 2 are 50 ca (Kadaster sectie C nr. 167). Memorie van aangifte der nalatenschap van Johannes van Vessem in januari 1839. Kinderen: Johannes, Leendert, Jacomijna, Adriaan, Adriaantje en Cornelis. Nalatenschap: een huis en erve in de Nieuwstraat te Bruinisse (Zeeuws archief, kantoor Zierikzee, 1839, nr. 78). Stamreeks Jacob van Vessem door J.J. en D.J. van de Velde

24


25

VIII. Johannis van Vessem, zn. van VII geb./ged. Bruinisse 30 augustus/3 september 1809, arbeider/meedroger, schutter bij de Zeeuwse Mobiele Schutterij 1834-1839, overl. Tholen 19 oktober 1899, tr. Bruinisse 4 juni 1837 Martina Hogerwerf, geb. Bruinisse 20 mei 1812, arbeidster, overl. Bruinisse 7 april 1850, dr. van Johannes Hoogerwerf, dagloner, en Neeltje van Popering. Uit dit huwelijk: 1. Cornelia, geb. Bruinisse 13 mei 1838, arbeidster, overl. na 1875, tr. Bruinisse 4 mei 1864 Jacob Okkerse, geb. Bruinisse 6 juli 1833, arbeider, overl. Bruinisse 8 oktober 1875, zn. van Marinus Okkerse en Pieternella Visser. 2. Johannis, geb. Bruinisse 12 juni 1840, overl. Bruinisse 11 oktober 1840. 3. Neeltje (bijgenaamd Neeltje van den drooger), geb. Bruinisse 10 september 1841, arbeidster, overl. Tholen 30 augustus 1913, tr. Tholen 8 april 1868 Abraham Drogendijk, geb. Tholen 15 juni 1838, arbeider, won. Schakerloo/ Oudeland te Tholen, overl. Tholen 15 juli 1904, zn. van Cornelis Drogendijk en Catharina Knulst. 4. Johannis, geb. Bruinisse 16 november 1842, volgt IX. 5. Leendert, geb. Bruinisse 3 april 1845, overl. Bruinisse 26 april 1847. 6. Adriaan, geb. Bruinisse 14 september 1848, overl. Bruinisse 4 mei 1849. 7. Kornelis, geb. Bruinisse 1 april 1850, overl. Bruinisse 11 oktober 1850. Bronnen Johannes van Vessem, geb. 1809, lichting 1829, lot nr. -, schutter 4e komp. 2e bat. afd. Mobiele Zeeuwsche Schutterij. Toestemming commandant om te trouwen in 1837. Signalement: aangezicht-rond, voorhoofd-rond, ogen-blauw, neus-ordinair, mond-klein, kin-rond, haar en wenkbrauwen-bruin, merktekenen-geen, handtekening-ja. Lengte: 1 el, 6 palm, 2 duim, 0 streep (Middelburg, Nationale Militie). De landbouwer Anthony Geluk sticht in 1861 een meekrapfabriek in de 1500 Gemetenpolder, in Mosselhoek te Tholen. In 1874 wordt de meekrapbewerking gestaakt. Johannes van Vessem is van 1861 t/m 1874 meedroger in deze meestoof. Johannes woont te Tholen, Mosselhoek F 532/F 533; vermoedelijk is dit een woning naast of binnen de meekrapfabriek. Hij is ingekomen te Tholen van Bruinisse op 15 oktober 1861. Op 12 april 1875 vertrekt hij van Tholen naar Bruinisse en op 4 april 1893 keert hij naar Tholen terug. Vanaf 1893 woont hij bij zijn zoon Johannes. In 1874-1875 woont bij Johannes van Vessem in Mosselhoek te Tholen zijn nicht Willemina van Vessem als dienstbode/huishoudster; zij is ingekomen te Tholen van St.Philipsland 15 juli 1874 (Willemina van Vessem, geb. Bruinisse 1 oktober 1845, dienstbode, dr. van Adriaan van Vessem en Jacoba Welling) (Tholen, Bevolkingsregisters).


26

IX. Johannes van Vessem, zn. van VIII geb. Bruinisse 16 november 1842, boerenknecht/arbeider/stalknecht, overl. Tholen 20 december 1927, tr.1 Tholen 6 mei 1868 Jacomijna Geluk, geb. Tholen 8 februari 1845, dienstbode, overl. Tholen 30 april 1895, dr. van Jacob Geluk, arbeider/commies, en Helena Maria Bijnagte. tr.2 Tholen 16 mei 1901 Jacoba de Rijke, wed. van Martinus van der Klooster, geb. Poortvliet 4 december 1840, arbeidster, overl. Tholen 23 november 1915, dr. van Pieter de Rijke, arbeider, en Maria Anthonisse. Uit het 1e huwelijk: 1. Johannis, geb. Tholen 13 februari 1869, arbeider/glazenwasser te Amsterdam, overl. Amsterdam 11 januari 1937, tr. Amsterdam 24 maart 1897 Cornelia Pieternella Kaashoek, geb. St.Maartensdijk 22 augustus 1874, dr. van Hubertus Kaashoek en Maria Geluk. 2. Helena Maria, geb. Tholen 18 maart 1870, dienstbode, overl. Tholen 26 maart 1951, tr. Tholen 20 november 1902 Pieter Johannes Vercouteren, geb. Tholen 22 december 1870, visser, overl. Bergen op Zoom (z) 5 april 1945, zn. van Pieter Johannes Vercouteren en Dingena Lindhout. 3. Jacob, geb. Tholen 3 december 1871, overl. Tholen 7 juli 1872. 4. Martinus, geb. Tholen 14 mei 1873, overl. Tholen 4 november 1873. 5. Martina, geb. Tholen 1 september 1874, overl. Tholen 6 (of 8) maart 1952, tr. Tholen 9 maart 1899 Marinus Marus Kurvink, geb. Tholen 4 augustus 1875, arbeider gem. gasfabriek, overl. Tholen 27 augustus 1946, zn. van Jan Kurvink en Ester Anthonettha Sakko. 6. Jacob, geb. Tholen 16 november 1875, volgt X. 7. Cornelis Levinus, geb. Tholen 30 november 1878, overl. Tholen 14 april 1884. 8. Jan Jacob, geb. Tholen 16 maart 1881, kolendrager/spoorwegbeambte, overl. ’s-Gravenhage 18 februari 1953, tr.1 Tholen 21 juli 1904 Willemina Engelina Quist, geb. Tholen 24 december 1882, dienstbode, overl. ’s-Gravenhage 14 april 1932, dr. van Abraham Quist en Pieternella Cornelia van de Velde; tr.2 Froukje de Jong. 9. Levinus Jacob, geb. Tholen 14 augustus 1882, stoker-olieman/onderoff. Kon. Marine, ijsfabrikant te Tholen vanaf 1931, notabele van de NH kerk 19281940, lid gemeenteraad Tholen 1935, overl. Tholen 2 mei 1963, tr. Tholen 11 januari 1912 Willemina de Jonge, geb. Tholen 11 januari 1885, overl. Tholen 28 mei 1976, dr. van Hendrik Clement de Jonge en Leena van Hoeffelen. 10. Cornelis Levinus, geb. Tholen 12 november 1884, overl. Tholen 27 februari 1885. 11. Abraham, geb. Tholen 19 maart 1886, overl. Tholen 5 oktober 1887.


27

Bronnen Jacoba de Rijke tr.1 Poortvliet 24 oktober 1862 Benjamin Scherpenisse, geb. Scherpenisse 18 juni 1835, arbeider, overl. Poortvliet 7 april 1876, zn. van Huibregt Scherpenisse en Adriana Geuze. tr.2 Tholen 8 maart 1894 Martinis van der Klooster, wdnr. van Jacoba Quist (tevoren van Maatje Hage en gescheiden van Maria Johanna Rijstenbil), geb. Poortvliet 28 januari 1833, arbeider, overl. Tholen 1 september 1899, zn. van Marcus van der Klooster en Anna Overbeeke. Johannes van Vessem, arbeider, is langdurig werkzaam als arbeider/stalknecht op de hofstede/buitenplaats “Buitenzorg” te Tholen, eigendom van Jhr. Johan van Vredenburch. Hij komt voor op enkele foto’s die van de hofstede en de daarbij behorende tuinen zijn gemaakt. Van Vredenburch was onder meer actief als fokker van paarden.

Uitsnede van bovenstaande foto uit 1910 met Johannes van Vessem

Johannes van Vessem, geb. 1842, lichting 1862, lot nr. 15, dat buiten oproeping gebleven zijnde, hem tot geen dienst heeft verplicht (Middelburg, Nationale Militie). Johannes woont te Tholen, Oudeland D428, Verbrandestraat, Hoogstraat, 1500 Gemetenpolder F476c / G25 (Buitenstoof G25). Het gezin behoort tot de Christelijk Gereformeerde Kerk (Tholen, Bevolkingsregisters 1875-1898, 1899-1939). Johannes van Vessem wordt op 22 juli 1872 aangesteld als slangenleider bij de in dat jaar opgerichte brandweer van het dorp Schakerloo/Oudeland. Hij wordt later ontslagen wegens vertrek naar de stad Tholen.


28

Jhr. J. van Vredenburch, eigenaar. Johannes van Vessem, stalknecht, huurder huis voor ƒ 1,00 per week. Huisnr. F 476c, onderhoud huis goed (Gezondheidscommissie Tholen inv.nr. 68, jaar 1905). ad 1. Johannes Johannes vertrekt op 15 oktober 1888 van Tholen naar ’s-Gravenhage. Op 7 januari 1895 ingekomen te Tholen vanuit Amsterdam en op 16 februari 1895 weer vertrokken naar Amsterdam (Tholen, Bevolkingsregister). ad 9. Levinus Jacob Levinus Jacob woont met zijn gezin in Den Helder en Tholen. Hij verblijft als militair/ marineman een aantal jaren in Nederlands Indië. In april 1931 neemt hij een ijsfabriek over van de wed. H. Meerman. De fabriek is gevestigd in de Bebouwdendam te Tholen, aanvankelijk met olie gestookt en vanaf 1932 met aansluiting op het electriciteitsnet.

Advertentie in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 4 mei 1893


29

X. Jacob van Vessem, zn. van IX geb. Tholen 16 november 1875, arbeider, overl. Tholen 26 januari 1961, tr. Tholen 8 december 1898 Maria Jansen, geb. Tholen 5 november 1876, overl. Tholen 23 maart 1962, dr. van Pieter Jansen Leendertzn., arbeider, en Cornelia van der Linde. Uit dit huwelijk: 1. Jakomijna, geb. Tholen 5 mei 1899, overl. Bergen op Zoom (v) 30 mei 1983, begr. Tholen 1 juni 1983, tr. Tholen 2 december 1920 Izaak Deurloo, geb. Tholen 2 april 1899, arbeider, overl. Bergen op Zoom (z) 28 mei 1983, begr. Tholen 1 juni 1983, zn. van Leendert Deurloo en Johanna Moeliker. 2. Pieter, geb. Tholen 11 mei 1901, overl. Tholen 22 oktober 1912. 3. Johanna, geb. Tholen 9 augustus 1902, overl. Tholen 24 februari 1975, tr. Tholen 17 januari 1924 Johannes Leendert Deurloo, geb. Tholen 9 september 1902, arbeider, overl./begr. Tholen 26/30 juni 2005, zn. van Leendert Deurloo en Johanna Moeliker. 4. Cornelia, geb. Tholen 16 april 1904, overl. Yerseke 22 april 1992, tr. Tholen 4 oktober 1928 Hendrik Leendert Baaij, geb. Tholen 27 december 1904, visser/ boekhouder te Yerseke, overl. Yerseke, zn. van Abraham Baaij en Pieternella Maria Nelisse. 5. Elena Maria, geb. Tholen 22 oktober 1905, overl. Tholen 3 januari 1988, tr. Tholen 17 april 1924 Adriaan Prince, geb. Tholen 11 mei 1900, wagenmaker/ timmerman, overl. Tholen, zn. van Andries Cornelis Prince en Adriana Ribbe. 6. Kornelis, geb. Tholen 10 juli 1907, arbeider, emigreert in 1957 met zijn gezin van Eindhoven naar Halifax in Canada, overl. Halifax (Canada) april 1989, tr. 24 juni 1931 Rensiena de Vries, geb. ca. 1905, overl. Halifax (Canada) oktober 1991. 7. Martina, geb. Tholen 4 augustus 1909, overl. Tholen 11 februari 1998, tr. Tholen 6 juli 1933 Johannes Willem Quist, geb. Tholen 7 april 1906, arbeider/ tuinman, overl. Bergen op Zoom (z) 12 september 1990, zn. van Jacob Quist en Johanna van Wezel. 8. Maria, geb. Tholen 1 februari 1911, overl. Tholen 31 augustus 1991, tr. Tholen 25 februari 1938 Johannis Zwagemaker, geb. Tholen 6 juni 1910, kantoorbediende/administrateur, overl. 4 juni 1966, zn. van Johannis Marinus Zwagemaker en Wilhelmina Margaretha van der Jagt. 9. Pieter, geb. Tholen 25 juli 1917, timmerman, won. Eindhoven, overl./begr. Eindhoven 6/11 maart 2009, tr. Eindhoven 18 april 1940 Wilhelmina Anthonetta Francina (Francien) van Vossen, geb. Oud Vossemeer 19 juli 1919, overl. na 2009, dr. van Jan Marinus van Vossen en Wilhelmina Anthonetta Francina Lindhout. Bronnen Jacob van Vessem woont te Tholen achtereenvolgens: Dalempolder E468, Hoogstraat C248, Bebouwdendam A66, Kruittoren A22, Grindweg 11 en Singel 4/2. Het gezin behoort tot de Gereformeerde Gemeente (Tholen, Bevolkingsregister).


30

Jacob van Vessem is medeoprichter van de Christelijke school der Ger.Gem. te Tholen op 1 februari 1924. Op 25 augustus 1925 wordt de school officieel in gebruik genomen.

Jacob van Vessem en Maria Jansen kort voor hun huwelijk Op 28 februari 1922 compareren Pieter Jansen Leendertzn., landbouwer, Cornelis Jansen, pakhuisknecht, Leendert Jansen, landbouwer, Marinus Jansen, werkman, Arie Jansen, pakhuisknecht, Gillis Jansen, landbouwer, Hector Jansen, landbouwer en Jacob van Vessem, landbouwer, gehuwd met Maria Jansen, m.b.t de scheiding en deling van de onroerende goederen van Pieter Jansen Leendertzn. en Cornelia van der Linde, overleden, in gemeenschap van goederen gehuwd geweest. Het onroerend goed bestaat uit een woonhuis, schuur en erf te Tholen (Singel 2), sectie E nr. 155, groot 3 aren 65 ca. De woning c.a. wordt toebedeeld aan Jacob van Vessem voor ƒ 2.400,- met overname van de hypotheken ƒ 1.300,- ten name van Cornelis Jan Schot Simonszn., visser te Tholen, en ƒ 1.100,- bij schuldbekentenis met hypotheek van 5 mei 1904 en 8 april 1905 voor notaris N. van Steenbergen, rentende 5%. Jacob van Vessem is verplicht Pieter Jansen levensonderhoud te verstrekken van heden tot zijn overlijden, bestaande uit inwoning in zijn huis, voldoende kost, verpleging en geneeskundige behandeling, bewassing, verstrekking van onderhoud en boven- en onderkleding, alsmede zorg voor zijn begrafenis naar zijn stand. De schuur wordt verhuurd aan Leendert Jansen voor 7 jaren tot 1 mei 1929 voor ƒ 80,- per jaar. De verhuurder heeft het recht de huur te laten eindigen voor dat gedeelte dat hij zelf nodig heeft (Not. D. van de Velde, Tholen, inv.nr. 636-81). De woning is in 1962 door de erfgenamen verkocht. De schuur is reeds eerder verkocht.


31

Jacob van Vessem en Maria Jansen omstreeks 1955 achter hun huis aan de Singel te Tholen


32

Stamreeks. Jacob van Vessem. (ca ca. 2000)

Recommend Documents