Dossiernaam: Dossiernummer:
pagina 1 X
A BESCHRIJVING ONDERZOEKSPROCES 1. Aanleiding tot het Basisonderzoek Op 21 juli 2008 ontving de Raad voor de Kinderbescherming, Breda, een melding van Politie Midden- en West-Brabant, district Bergen op Zoom, team Roosendaal, dat er tegen X, een proces-verbaal is opgemaakt en ingezonden aan de officier van justitie te Breda. X wordt verdacht van rijden zonder rijbewijs en het verlaten van een plaats ongeval, gepleegd op 10 juni 2008.
2. Verantwoordelijkheid Het doel van het onderzoek is enerzijds voorlichting aan de officier van justitie en/of rechter en anderzijds signalering van mogelijk achterliggende problematiek. Het onderzoek is verricht door S. de Louweren, raadsonderzoeker, onder eindverantwoordelijkheid van J. van de Schoor, teamleider. Dit rapport mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het is gemaakt, en heeft daardoor een beperkte geldigheid in tijd.
3. Gehanteerde onderzoeksmethode In het basisonderzoek maakt de Raad voor de Kinderbescherming gebruik van de BARO, een gestandaardiseerde vragenlijst, die apart bij de jeugdige en de ouders/verzorgers wordt afgenomen.
4. Standaardonderzoeksvragen 1 Wat is het oordeel over het huidige functioneren van de jongere? 2a Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het (delict)gedrag? 2b Zijn er aanwijzingen voor onderliggende problemen en/of stoornissen die de jongere mogelijk in diens ontwikkeling bedreigen? 3a Is er nadere bemoeienis door de Raad voor de Kinderbescherming geïndiceerd? Zo ja: in welke vorm en in welk kader? 3b Wat is vanuit pedagogisch opzicht voor deze jeugdige de meest wenselijke (strafrechtelijke) reactie?
5. Onderzoeksverloop Contacten: Er zijn in het kader van dit onderzoek geen andere contacten geweest dan met de in dit rapport vermelde belanghebbenden en informanten. In het dossier van de Raad voor de Kinderbescherming is een contactenlijst opgenomen waarin alle contacten in het kader van dit onderzoek nader worden gespecificeerd. Deze lijst kan, op verzoek, aan belanghebbenden ter beschikking worden gesteld. Factoren die van invloed zijn op het onderzoek: Moeder geeft aan het begin van het gesprek aan dat vader slecht Nederlands spreekt. Zij is bereid indien nodig te vertalen. Bijlage: Nvt.
Pagina 2
Belanghebbenden: -X - Ouders - Officier van Justitie - Kinderrechter
B ONDERZOEKSGEGEVENS 1 Eigen indrukken en verloop van het contact X is een zeventien jarige jongen, die een nette indruk geeft. Hij geeft een leeftijdsadequate indruk. Hij begrijpt de gestelde vragen goed en werkt goed aan het onderzoek mee. Beide ouders verschijnen op de afspraak op het kantoor van de Raad voor de Kinderbescherming. Vader lijkt weinig geduld te hebben voor het gesprek. Daarnaast geeft hij niet de indruk betrokken te zijn. Hij kijkt regelmatig weg en vraagt hoe lang het gesprek nog gaat duren. Ook ligt hij enige tijd met zijn hoofd op tafel te slapen. Moeder legt uit dat vader maagpijn heeft en hij die ochtend nog niet gegeten heeft.
2 Eerdere contacten met politie, justitie en Raad voor de Kinderbescherming, HALT en Jeugdhulpverlening De Raad voor de Kinderbescherming heeft het Cliënt Volg Systeem geraadpleegd. X heeft in 2007 een proces-verbaal gekregen voor mishandeling. X geeft aan dat hij destijds bij de politie een verklaring heeft afgelegd en dat de zaak vervolgens geseponeerd is. X is reeds eerder bekend in het Kinderbescherming Bedrijfs Processen Systeem (KBPS). In 2000 is door de Raad voor de Kinderbescherming een beschermingsonderzoek opgestart in verband met de zwakke opvoedingssituatie van de kinderen A. Uit het onderzoek is gebleken dat er geen sprake was van een bedreigde ontwikkeling.
3 Delict X vertelt dat hij in juni 2008 als bestuurder in de auto van zijn vader is gestapt en naar Etten-Leur is gereden. Zijn ouders waren op dat moment niet thuis. X heeft van een oom uit Turkije geleerd hoe je auto moet rijden. X geeft aan dat hij in Etten-Leur willekeurige rondjes is gaan rijden. Opeens kwam er een auto van rechts, waardoor X moest remmen en uitwijken. Er was volgens X geen sprake van een aanrijding. Echter omdat er sprake was van een uitwijkmanoeuvre is X gestopt om te kijken hoe het met de tegenpartij was. Er was geen schade bij de tegenpartij, dus is X vertrokken, zo geeft hij aan. Dat werd later bevestigd door een brief van verzekeringsmaatschappij ZLM, waarin vermeld stond dat er geen materiele schade was.
Dossiernaam:
X
Pagina 3
X had aanvankelijk het idee dat hij er goed vanaf was gekomen, omdat hij pas enkele weken later gebeld werd en hij bij de politie een verklaring af moest gaan leggen. X geeft toe dat het niet verstandig van hem was. Dit was de eerste keer dat hij reed zonder rijbewijs. Jammer genoeg ook de laatste keer, omdat hij werd gepakt, aldus X. Hij zegt dat het niet verstandig van hem was, omdat er van alles had kunnen gebeuren. X heeft niet het gevoel dat hij iets goed moet maken. Ook vindt hij een schadevergoeding niet nodig, omdat er geen schade was. Moeder vertelt dat ze weet waar X van verdacht wordt. Ze wist echter niet dat het strafbaar is. Ze wisten ook niet dat X hun auto had meegenomen. X heeft naar huis gebeld, nadat hij de “aanrijding“ heeft gehad. Moeder was blij dat hij niets mankeerde, aldus moeder. Enige tijd later werden zij gebeld door de politie, waarna het een en ander werd uitgelegd. Moeder geeft aan dat ze thuis veel met X gepraat hebben en hem duidelijk gemaakt hebben dat zoiets niet meer mag gebeuren. Ze hoopt dat X ervan geleerd heeft. X heeft geen echte straf gehad, ze hebben alleen internet af laten sluiten, aldus moeder.
4 De jeugdige a omgeving en ontwikkeling Omgevingsfactoren: X vertelt dat hij met zijn ouders, drie broers ( 1,5 jaar, 10 jaar en 13 jaar) in een rijtjeshuis woont. Hij heeft thuis zijn eigen kamer. De wijk waar ze wonen is rustig. Er komt niet vaak politie, aldus X. X vertelt dat zijn ouders niet werken. Vader is achttien jaar geleden afgekeurd in verband met hartproblemen. Moeder is na haar zwangerschappen ook hartpatiënt geworden. Ook is zij blind. X vertelt dat zijn broertjes veel te vroeg geboren zijn. Daarvoor hebben ze extra controles gehad in het ziekenhuis. Op de vraag of X ooit iets ergs in zijn leven heeft meegemaakt, antwoordt hij dat dat niet het geval is. Er zijn thuis niet echt regels. X mag min of meer zelf bepalen hoe laat hij ’s avonds thuis moet komen. Er wordt weinig straf gegeven. Moeder bevestigt dat er thuis weinig gestraft wordt. Er wordt veel gesproken thuis en als ouders het idee hebben dat de jongens minder goed luisteren worden ze wat strakker gehouden. Vader en moeder zitten voor wat betreft de opvoeding op één lijn. Er wordt binnen het gezin geen alcohol of drugs gebruikt. Niemand is eerder met politie of justitie in aanraking geweest. Ontwikkeling / voorgeschiedenis: Dossiernaam:
X
Pagina 4
Volgens moeder is de ontwikkeling van X normaal verlopen. Hij kon goed met andere kinderen samen spelen en hij groeide goed. Hij was graag in beweging. X kon bij vlagen agressief reageren, bijvoorbeeld als hij zijn zin niet kreeg. Eerste instantie vertelt moeder niet dat het gezin eerder bemoeienis heeft gehad met de Raad voor de Kinderbescherming. Later vertelt ze dat haar derde zoon veel te vroeg werd geboren en dat moeder erg ziek is geweest. Haar derde zoon at slecht en raakte uitgedroogd. (Zie tevens onder 2 Eerdere contacten met politie, justitie en Raad voor de Kinderbescherming, HALT en Jeugdhulpverlening). X geeft aan dat school vond dat hij te agressief was. Daarvoor is hij doorverwezen naar de GGZ. X is daar eenmaal op gesprek geweest, maar omdat hij niet verplicht was is hij daarna nooit meer gegaan. X heeft in het ziekenhuis gelegen in verband met zijn besnijdenis. b persoon Gevoel: X is in alles wat hij doet gelukkig. Dat is altijd zo geweest, aldus X. Soms voelt hij zich rot, maar dat laat hij dan gewoon over zich heen komen. Hij heeft geen last van zorgen en / of angsten die hem belemmeren in zijn functioneren. Moeder bevestigt dat en zegt dat X een beetje gespannen was voor het bezoek aan de Raad voor de Kinderbescherming. Gedrag: X vertelt dat hij in veel dingen goed is. Hij kan goed sporten, leren en heeft een leidinggevende functie in de klas, aldus X. Hij bedoelt met het laatste dat hij invloed heeft op de andere kinderen in de klas. Als het rumoerig is, kan hij de klas weer rustig krijgen. Als iets hem interesseert, kan hij zich goed concentreren. Indien iemand iets zegt of doet wat X niet aanstaat, kan hij verschillend reageren. Volgens X hangt zijn reactie af of iemand van zijn vrienden iets doet of zegt. Hij wordt kwaad als iemand iets vervelends zegt over zijn familie. Familie is hem heilig. X komt met name op school wel eens in de problemen door zijn gedrag. Hij is dan te druk in de klas. Ouders vinden het prettig dat X respectvol is. Hij is sociaal in de omgang. Hij helpt thuis zijn jongere broertjes met bijvoorbeeld hun huiswerk. Ze vinden het moeilijk om iets van zijn gedrag op te noemen wat ze niet acceptabel vinden. Vader vindt dat hij wat beter kan luisteren. Zij hebben het idee dat als X iets doet, hij dat bewust en weloverwogen doet. Gebruik / gokken: Dossiernaam:
X
Pagina 5
X drinkt alleen alcohol als hij uit gaat. Dat is echter maar twee à drie keer per jaar. Hij gebruikt geen drugs en gokt niet. Volgens vader drinkt X geen alcohol, immers “als wij niet drinken, drinkt X ook niet”. c Functioneren in de 3 leefmilieus Functioneren in het gezin: Er heerst een druk maar gezellig gezinsleven. ’s Avonds eten ze allemaal samen. In de ochtend is dat moeilijk, omdat ieder kind andere schooltijden heeft. Als X problemen heeft, praat hij het liefst met zijn moeder. Ruzie is er niet vaak. X wordt wel eens boos als hij iets moet doen, zo zegt hij zelf. Moeder vertelt dat X regelmatig naar haar toe komt om raad te vragen. Ook praat X graag met Nederlandse kennissen, die hij opa en oma noemt. Hij zal echter als eerste bij zijn ouders te rade gaan. Er is een gezinshulp in huis, die drie keer per week komt helpen in de huishouding.
Functioneren op school: X zit in het vierde jaar van het Da Vinci-college te Roosendaal. Hij zit op het VMBO (kaderberoepsgerichte leerweg) en volgt de richting Sociale Dienstverlening en Veiligheid. Hij wil later graag bij de politie gaan werken. X bestempelt zijn school als “een gezellig schooltje”. Hij denkt dit jaar te slagen voor het VMBO. Zijn resultaten zijn goed, op één onvoldoende na. X heeft het derde schooljaar twee keer gedaan, omdat hij van sector wilde wisselen. Hij volgde eerst de sector Techniek. Ook daar waren zijn resultaten goed. Hij kan met de meeste klasgenoten goed overweg. Met de leraren verloopt het contact soms stroef. X vindt dat sommige leraren niet normaal doen. Hij geeft toe dat hij soms agressief kan reageren en dat hij soms een kort lontje heeft. Soms is dan een discussie met een leraar de druppel, waardoor X fel kan reageren. X is eenmaal geschorst geweest, omdat hij ruzie had gehad met een leraar. Ouders zijn tevreden over de schoolgang van X. Als hij het idee heeft dat hij ongelijk behandeld wordt, gaat hij graag de discussie aan met de leraren. Desondanks accepteert X dat de leraren de baas zijn, aldus moeder. Mevrouw S, mentor van X: X heeft twee onvoldoendes op zijn eindrapport van vorig jaar. De rest is voldoende. Zijn gedrag in de klas is onverschillig en opruiend. Daarnaast heeft hij geen inlevingsvermogen en laat hij een negatieve leiderschapsrol zien in de klas. Dossiernaam:
X
Pagina 6
In relatie met de docenten kan X sociaal wenselijk zijn, maar ook erg brutaal en agressief. Hij heeft een kort lontje. Over de omgang met klasgenoten, vertelt mevrouw S dat X de neiging heeft zijn klasgenoten te manipuleren. Hij zou geen echte vrienden hebben, maar jongens die met hem meelopen. Mogelijk heeft hij buiten school contact met verkeerde vrienden. X is met enige regelmaat onwettig afwezig en is geschorst geweest doordat hij onbeschoft en bedreigend gedrag in de richting van een docent vertoonde. Het contact tussen ouders en school is matig en verloopt meestal via een oom, omdat vader slecht Nederlands spreekt. Het is mevrouw S niet bekend of X alcohol of drugs gebruikt of dealt. Mevr. S gaat akkoord met de formulering.
Functioneren in de vrije tijd: X vertelt dat hij in zijn vrije tijd graag in het park of in het buurthuis afspreekt met zijn vrienden. Thuis computert hij graag. Hij doet sinds een jaar niet meer aan sport. X heeft veel vrienden en ze zijn hem allemaal lief. Het zijn leeftijdgenoten, die allemaal nog op school zitten. Daarnaast heeft X veel bekenden. Gekscherend vertelt hij dat hij heel Roosendaal wel kent. X heeft sinds een maand een vriendin. Hij mag zelf zijn toekomstige bruid kiezen. Zijn ouders laten hem daarin vrij, omdat ze het belangrijk vinden dat hij van zijn vrouw houdt. Moeder geeft aan dat X ’s avonds zijn vrienden opzoekt, maar dat hij niet buiten rond hangt. Hij gaat vaak naar vrienden thuis of ze komen bij hun thuis. Hij komt uit zichzelf rond tien uur thuis. Sommige vrienden komen ook bij hen thuis. Ouders vinden het prima jongens. Ze denken niet dat ze in aanraking zijn geweest met politie of justitie. Van sommige jongens kennen ze de ouders. X is een grote steun voor moeder. Hij helpt vaak mee in de huishouding en kookt regelmatig, aldus moeder.
5 Verwachtingen jeugdige/ouders omtrent het gevolg X is bang dat de rechter hem zal verbieden om de komende vijf jaar een rijbewijs te halen. Ook is hij bang dat hij nu een strafblad krijgt en dat hem daardoor in de toekomst een baan bij de politie wordt ontzegd. Vader geeft aan dat hij niet bang is voor de uitspraak van de rechter. Immers X heeft geen moord gepleegd, alleen de wiel van vaders auto is kapot. Hij bedoelt daarmee dat hij geen zware straf verwacht. Moeder denkt dat X het meeste leert van een werkstraf.
Dossiernaam:
X
Pagina 7
C INTERPRETATIE EN BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN 1 Wat is het oordeel over het huidige functioneren van de jongere? X is een zeventienjarige jongen, die binnen het gezin goed lijkt te functioneren. Hij is de oudste zoon en dat geeft hem veel verantwoordelijkheid. Hij lijkt dat aan te kunnen. Hij heeft een positief zelfbeeld en een sterk karakter. Hij weet wat hij wil. Emotioneel gezien zit X lekker in zijn vel. X is een sociale jongen zonder angsten of zorgen, die hem zouden kunnen belemmeren in zijn huidige functioneren. Het gedrag op school is zorgelijk te noemen. X vertoont negatief gedrag in de klas en lijkt moeite te hebben met het accepteren van het gezag van leraren. Op het domein vrije tijd, heeft X veel vrijheid. Zijn ouders lijken onvoldoende op de hoogte te zijn van zijn reilen en zeilen. De Raad voor de Kinderbescherming twijfelt echter of het geweten van X voldoende is ontwikkeld. Hij ziet niet in wat hij fout heeft gedaan. Toen hij tijdens het gesprek werd gewezen op de gevolgen van bijvoorbeeld iemand dood rijden, zei X dat dat voor hem geen verschil maakte. Immers dood is toch dood en wat moet er dan nog vergoed worden? Die denkwijze baart de Raad voor de Kinderbescherming zorgen. Daarnaast lijkt vooral vader de zaak niet echt serieus te nemen en verwacht hij weinig van de uitspraak van de kinderrechter.
2a Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het (delict)gedrag? Het feit dat X al kon auto rijden en dat hij, vanwege afwezigheid van zijn ouders, ongezien de auto van zijn ouders kon meenemen, hebben de drempel voor het rijden zonder rijbewijs verlaagd. X is na de uitwijkmanoeuvre even gestopt en is weer vertrokken, omdat er geen schade zou zijn.
2b Zijn er aanwijzingen voor onderliggende problemen en/of stoornissen die de jongere mogelijk in diens ontwikkeling bedreigen? Nee, daar zijn geen aanwijzingen voor.
3a Is nadere bemoeienis door de Raad voor de Kinderbescherming geïndiceerd? Zo ja: in welke vorm en in welk kader? Nee, dat is niet geïndiceerd.
3b Wat is vanuit pedagogisch opzicht voor deze jeugdige de meest wenselijke (strafrechtelijke) reactie? X lijkt weinig inzicht te hebben in de ernst van de delictpleging. Daarnaast lijkt hij niet in te zien dat hij foutief gehandeld heeft. Vanuit pedagogisch oogpunt zou een taakstraf, in de vorm van een leerstraf, de meest wenselijke reactie zijn. Daarbij heeft een Sociale Vaardigheidstraining de voorkeur. Het zou voor X goed zijn als hij ; Dossiernaam:
X
Pagina 8
beter leert situaties in te schatten beter inzicht krijgt in oorzaak-gevolg gaat leren nadenken alvorens te handelen
Daarnaast adviseert de Raad dat X verplicht begeleid wordt door de Jeugdreclassering. De redenen daarvoor zijn:
ondersteuning van de Sociale Vaardigheidstraining op de langere termijn voorkomen van recidive controle op de vrijetijdsbesteding van X leren omgaan met gezag beoordelen of X zijn vrijwillige traject bij de GGZ moet voortzetten
D ADVIES INZAKE STRAFRECHTELIJKE AFDOENING
de
De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de Kinderrechter X een taakstraf in de vorm van een cursus Sociale Vaardigheden op te leggen. Daarnaast adviseert de Raad voor de Kinderbescherming begeleiding van Jeugdreclassering in de vorm van de maatregel Hulp en Steun.
Inzage en afgifte Het rapport is aan alle betrokkenen toegezonden. Eventuele op- en/of aanmerkingen kunt u binnen 5 werkdagen aan de raadsonderzoeker doorgeven. Indien nodig zullen wijzigingen in briefvorm aanvullend gerapporteerd worden aan betrokken instanties.
Ondertekening Voor het rapport:
Onder verantwoordelijkheid van:
Raadsonderzoeker
Teamleider
Dossiernaam:
X