VITOBLOC 200 Warmtekrachtmodule - stroom en warmte uit aardgas hoogefficiënt door krachtwarmtekoppeling Totaal rendement 90,3 % Primaire energiebesparing 27,1 %
Technische beschrijving
VITOBLOC 200 type EM-50/81 Warmtekrachtmodule voor werking met aardgas overeenkomstig de vereisten van de EGrichtlijn inzake gastoestellen en de EGmachinerichtlijn Elektrisch vermogen 50 kW Thermisch vermogen 81 kW Brandstofgebruik 145 kW
5848 077 NL
03/2013
Impressum Het toestel voldoet aan de fundamentele vereisten van de van toepassing zijnde normen en richtlijnen. De conformiteit met de normen en de richtlijnen werd aangetoond. De bijbehorende documentatie en de originele conformiteitsverklaring zijn bij de fabrikant gedeponeerd.
AANWIJZING! De warmtekrachtmodule Vitobloc 200 is niet geschikt voor bedrijf met 60 Hz. Hierdoor is deze module niet beschikbaar voor de Amerikaanse en de Canadese markt.
Belangrijke algemene aanwijzingen bij het gebruik
Weergave van aanwijzingen
Het technische toestel reglementair en met inachtneming van de montagehandleiding, de bedieningshandleiding en de servicehandleiding gebruiken. Onderhoud en reparatie mogen alleen door geautoriseerde vakmannen worden uitgevoerd. Het technische toestel alleen in de toegestane combinaties en met de accessoires en de reserveonderdelen gebruiken die in de montagehandleiding, de bedieningshandleiding en de servicehandleiding genoemd worden. Andere combinaties, accessoires en slijtende onderdelen alleen gebruiken als deze uitdrukkelijk bestemd zijn voor de toepassing en deze de prestatiekenmerken en de veiligheidsvereisten niet beperken.
De aanwijzingen in de documentatie dienen voor de veiligheid en moeten in acht worden genomen.
Deze beschrijving is een onderdeel van de originele bedieningshandleiding. Door continue technische ontwikkelingen en wijzigingen kunnen de afbeeldingen, de stappen en de technische gegevens minimaal afwijken. Actualisering van de documentatie Heeft u voorstellen ter verbetering, of heeft u onregelmatigheden vastgesteld, neem dan contact met ons op.
[email protected] Tel.: +49 (0) 8191 / 9279-0
2
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Dit symbool waarschuwt voor persoonlijk letsel.
OPGELET! Dit symbool waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
AANWIJZING! Met dit symbool zijn aanwijzingen voor de vereenvoudiging van de werkzaamheden en een veilig bedrijf gemarkeerd.
VITOBLOC 200 EM-50/81
5848 077 NL 03/2013
Technische wijzigingen voorbehouden!
GEVAAR!
Inhoudsopgave Algemeen........................................................................................... 4
1.1 1.2 1.3 1.4
Continu vermogen in parallel netbedrijf ....................................................................... 5 Netvervangend bedrijf .................................................................................................... 5 Emissie van schadelijke stoffen .................................................................................... 5 Energiebalans..................................................................................................................6
2
Productbeschrijving ......................................................................... 7
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13
Ottomotor op gas met accessoires ............................................................................... 7 Koppeling....................................................................................................................... 10 Synchrone draaistroomgenerator ............................................................................... 10 Basisframe .....................................................................................................................10 Buizen............................................................................................................................. 11 Warmteoverdrachtsysteem .......................................................................................... 11 Rookgasreinigingssysteem en rookgasvoordemper................................................. 12 Smeeroliesysteem......................................................................................................... 12 Geluiddempingskap en ventilator................................................................................ 12 Standaard accessoires ................................................................................................. 13 Bewakingsinrichtingen ................................................................................................. 14 Schakelkast....................................................................................................................15 Checklist netvervangingsbedrijf.................................................................................. 17
3
Onderhoud en reparatie ................................................................. 18
3.1
Onderhouds- en reparatielijst ...................................................................................... 19
4
Technische gegevens..................................................................... 21
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Bedrijfsparameters warmtekrachtmodule .................................................................. 21 Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule............................... 23 Afmetingen, gewichten en kleuren .............................................................................. 25 Opstelling....................................................................................................................... 26 Start-stopverhouding.................................................................................................... 26
5
Algemene aanwijzingen bij planning en bedrijf ........................... 28
6
Trefwoordenlijst .............................................................................. 30
7
Conformiteitsverklaring ................................................................. 31
8
Beknopte aanwijzing ...................................................................... 32
5848 077 NL 03/2013
1
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH
3
Algemeen 1 Algemeen De warntekrachtmodule is een compleet aansluitklare eenheid met luchtgekoelde synchrone generator voor de opwekking van draaistroom 400 V, 50Hz en warm water met een temperatuurniveau aanvoer/retour van 90/70°C bij vollast en een standaard
temperatuurspreiding van 20 K. Elke warmtekrachtmodule kan zowel thermisch alsook elektrisch lastafhankelijk in het elektrische lastbereik van 50-100% (komt overeen met 60-100% thermisch vermogen) gebruikt worden.
Basisleveringsomvang – serie-uitrusting -
Rookgasreinigingsinstallatie en roestvrijstalen rookgasvoordemper voor het bereiken van Noxwaarden volgens TA-Luft 2002 (in nieuwe toestand Nox<125mg/m³, CO<150mg/m³) en reducering van het rookgaslawaai.
-
Geluidsdempkap voor opstellingen in geluidskritieke bereiken, zoals ziekenhuizen, scholen en dergelijke inrichtingen.
-
Verseluchtaanzuiging door temperatuurafhankelijk gestuurde luchtafvoerventilator met extra persing van maximaal 250 Pa voor luchtafvoerkanaal.
-
Schakelinstallatie ruimtebesparend in de warmtekrachtmodule geïntegreerd. Geen extra ruimte en geen extra bekabeling benodigd.
-
Interface DCC voor gegevensoverdracht van de parameters van de warmtekrachtmodule aan het beheersysteem van het gebouw als hardwaremodule RS 232 met gegevensprotocol 3964 R (zonder RK512).
-
Schakelinstallatie inclusief generatorvermogensdeel, besturings-, bewakings- en hulpaandrijfdeel alsook microprocessorbesturing.
-
Documentatie conform DIN 6280 deel 14 op gegevensdrager (PDF).
-
Autonoom smeeroliesysteem met voorraadtank, ontworpen voor ≥ 1 onderhoudsinterval.
-
Foutgeheugen voor de registratie van complete foutencycli met werkingsparameters voor een gerichte storingsanalyse.
Startinstallatie met laadtoestel en onderhoudsvrije trillingsbestendige accu's.
-
Afstandsbedieningssysteem met overdrachtsklemmen van de bedrijfs- en groepsalarmmeldingen via potentiaalvrije contacten voor het door de installateur te voorziene beheersysteem van het gebouw.
Harmonische synchrone draaistroomgenerator voor optioneel netvervangend bedrijf in het stand-alone net.
-
Ottomotor op gas, direct van de motorfabrikant. Geen vergassende of zelf ontwikkelde motor.
-
Gasregeltraject conform DVGW en DIN 6280 deel 14, inclusief thermische afsluitklep en gaskogelkraan.
Testbedrijf in de fabriek met complete warmtekrachtmodule (motor-generatorwarmtewisselaar-schakelkast) conform DIN 6280, deel 15.
-
Geschiedenisgeheugen – elektronisch machinedagboek voor een volledige registratie van de belangrijkste werkingsparameters.
Bescherming van de rookgaswarmtewisselaar tegen uitvallen door slechte kwaliteit van het verwarmingswater, corrosie en cavitatie in het interne koelwatercircuit van de motor.
-
Geconstrueerd conform de EG-richtlijn inzake gastoestellen 90/396/EG en de EG-machinerichtlijn, gefabriceerd conform DIN ISO 9001.
-
Warmtewisselaar gebouwd en getest conform de richtlijn inzake drukapparatuur (97/23/EG). Bedrijfsdruk verwarming maximaal 10 bar.
Geijkte elektriciteitsmeter alsook elastische verbindingen in de leveringsomvang inbegrepen.
Leveringsomvang standaard uitrusting
5848 077 NL 03/2013
Tafel 1
-
4
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Algemeen Besparing van energie conform de EG-richtlijn inzake warmtekrachtkoppeling
1.1
Continu vermogen in parallel netbedrijf
Vermogens en rendementen, zie pagina 21, tab. 6. De vermogens en rendementen zijn conform de norm DIN ISO 3046/1, bij 25 °C luchttemperatuur, 100 kPa luchtdruk (tot 100 m opstellingshoogte boven normaal nulpunt), 30% relatieve luchtvochtigheid en metaangetal 80 alsook reactief-factor cos phi = 1. De tolerantie voor alle rendementen en warmtevermogens bedraagt 7%. Voor het energiegebruik bedraagt de tolerantie 5%. Alle overige gegevens van de warmtekrachtmodule gelden voor parallel netbedrijf. De gegevens voor het deellastbereik ontvangt u ter informatie, overeenkomstig ISO en DIN echter onder voorbehoud. Er zijn hogere verwarmingswaterretourtemperaturen 90/75°C, bijv. voor de werking met een absorptiekoelinstallatie mogelijk.
OPGELET! Bij hogere verwarmingswaterretourtemperaturen vermindert het warmtevermogen met 5% met hetzelfde energiegebruik. Afhankelijk van de diagnose eventueel bijkomende onderhoudskosten door de thermische belasting van de motorolie. Alleen de toegestane brandstof aardgas conform de DVGW-richtlijn werkblad G260, 2e gasfamilie, groep L gebruiken. Op aanvraag ontvangt u alle benodigde gegevens voor andere gaskwaliteiten en opstellingsvoorwaarden. Stroomkengetal Bij de warmtekrachtmodule gaat het om een serieproduct met productnummer (CE-0433BT0002) volgens de richtlijn inzake gastoestellen zonder warmteafvoerinrichtingen. Het stroomkengetal is volgens het werkblad AGFW FW308 als quotiënt uit het elektrische vermogen gedeeld door het warmtevermogen gedefinieerd. De waarde volgens tabel 6 (pagina 21) ligt in het gedefinieerde bereik tussen 0,5 en 0,9 voor verbrandingsmotorische WKK-installaties.
5848 077 NL 03/2013
Primaire energiefactor De primaire energiefactor (aangeduid met »fp«) geeft de verhouding tussen de gebruikte primaire energie en de afgegeven energie weer. Voor deze factor wordt niet alleen rekening gehouden met het omzetten van de energie, maar ook met het transport. Dit betekent dat een lagere primaire energiefactor een positieve invloed heeft op de bepaling van de jaarlijkse behoefte aan primaire energie. Hoe milieuvriendelijker de gebruikte energievorm en het omzetten hiervan, hoe lager de primaire energiefactor.
VITOBLOC 200 EM-50/81
De hoogte van de besparing van primaire energie is de procentuele besparing op brandstof door de gekoppelde opwekking van stroom en warmte binnen een warmte-krachtkoppelingsproces ten opzichte van het brandstofwarmteverbruik in referentiesystemen (zonder gekoppelde opwekking van stroom en warmte). De formule voor de berekening wordt in bijlage III van de EG-richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmte-krachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt gedefinieerd. Elke kleine en mini-WKK-installatie (< 1 MWel), die een primaire energiebesparing oplevert, geldt als hoogefficiënt. Hiermee zijn alle warmtekrachtmodules Vitobloc 200, die volgens het WKK-principe werken, hoogefficiënt.
1.2
Netvervangend bedrijf
Bij een dienovereenkomstige dimensionering van de door de installateur te voorziene laagspanningsverdeling kunnen de warmtekrachtmodules ook als netvervangende aggregaten bij een uitval van het elektriciteitsnet in netvervangend bedrijf worden gebruikt. In geval van een netuitval bij een stilstaande warmtekrachtmodule kunnen de start en de automatische bijschakeling op de reserverail van de eerste warmtekrachtmodule binnen 15 seconden plaatsvinden. Om in netvervangend bedrijf over voldoende regelreserves te beschikken, wordt het vermogen met 10% gereduceerd. De verbruikers van de reservestroom dienen trapsgewijs (bijv. 40% – 40% – 10%) bijgeschakeld te worden. De retourtemperatuur van het verwarmingswater mag zowel in netvervangend bedrijf als in parallel netbedrijf een waarde van 65 °C niet overschrijden. De functie netvervangend bedrijf geldt niet in combinatie met het bedrijf van een absorptiekoelinstallatie.
1.3
Emissie van schadelijke stoffen
De volgende emissiewaarden na de rookgasreiniging hebben betrekking op droog rookgas met een resterend zuurstofgehalte van 5 %. De waarden van de voorschriften van TA Luft 2002 worden onderschreden.
Emissiewaarden NOx-gehalte, gemeten als NO2
< 125 mg/Nm³
CO-gehalte
< 150 mg/Nm³ < 137 mg/kWh
Formaldehyde CH2O
< 60 mg/Nm³
Tafel 2
Emissiewaarden na de rookgasreiniging
ESS Energie Systeme & Service GmbH
5
Algemeen Energiebalans
De energiebalans geeft de energiestroom van de warmtekrachtmodule grafisch weer. De energiebalans laat de omvorming van primaire energie (aardgas, 100%) in nuttige elektrische en thermische energie zien. De bij deze omvorming optredende verliezen worden eveneens weergegeven. Niet weergegeven is het maximale elektrische eigen verbruik, dat afhankelijk van de werkingstoestand kan variëren. De nuttige elektrische energie ontstaat door het verbrandingsproces in de ottomotor op gas en wordt door de draaibeweging via een synchrone generator in stroom omgezet.
Fig. 1
6
De thermische energie ontstaat eveneens door het verbrandingsproces in de ottomotor op gas. Deze energie wordt verdeeld over de rookgaswarmte, het motorblok en de motorolie en dient voor de opwarming van bijv. verwarmingswater. Het totale rendement van de warmtekrachtmodule wordt berekend aan de hand van de som van de elektrische en de thermische energie. De gebruiksgraad volgens EnergieStV is gedefinieerd als quotiënt uit de som van het opgewekte thermische en mechanische vermogen en de ingezette hulpenergieën.
5848 077 NL 03/2013
1.4
Energiebalans van de warmtekrachtmodule
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Productbeschrijving 2 Productbeschrijving De warmtekrachtmodule bestaat uit verschillende modules en onderdelen. Deze modules en onderdelen worden in dit hoofdstuk nader toegelicht. De modules en onderdelen behoren tot de leveringsomvang van de warmtekrachtmodule.
2.1
Ottomotor op gas met accessoires
2.1.1 Ottomotor op gas Hij is diep liggend in de krukbehuizing aangebracht. De cilinderkoppen van gietijzer voor elke cilinder zijn aan de krukbehuizing bevestigd. Ze zijn met koelkanalen, boringen voor de opname van de bougies en telkens een in- en uitlaatventiel per cilinder uitgerust. De hangend aangebrachte ventielen zijn van vervangbare ventielgeleidingen voorzien.
2.1.2 Motoroliesysteem De motor wordt via een drukcirculatiesmering gesmeerd. Uit het oliecarter wordt de olie via de met een tandwiel aangedreven oliepomp eerst door de oliekoeler, uitgevoerd als olie-/waterribbenbuiskoeler, getransporteerd. De reiniging van de smeerolie gebeurt via een in de hoofdstroom voorhanden oliefilterpatroon met papierinlegger. Van daaruit wordt de gefilterde olie via verschillende oliekanalen verdeeld. De olie smeert het krukaslager, het plunjerlager en de zuigertap, de nokassenlagering en de kiphendels. De smering van de tandwielen in de drijfwerkkast wordt door spuitolie binnen de krukbehuizing gegarandeerd. De carterontluchting is via een olieafscheider op de aanzuiging van de verbrandingslucht aangesloten. Componenten Het motoroliesmeersysteem bestaat uit het oliecarter, een oliepomp, een oliefilter met papierinlegger en verschillende oliekanalen. Bijzonderheden De carterontluchting is via een olieafscheider op de aanzuiging van de verbrandingslucht aangesloten.
5848 077 NL 03/2013
De gasottomotor wordt als verbrandingsmotor (zuigmotor) zonder turbocompressor en met een luchtverhouding van lambda = 1 gebruikt. De koeling van de zuigerbodems wordt door een drukoliestraal gewaarborgd. De rookgassen worden via een watergekoelde rookgasverzamelbuis afgeleid. Componenten De krukbehuizing is samen met het cilinderblok in een stuk gegoten. De afsluiting van de krukbehuizing vormt de cilinderbank met 4 cilinders, die in rij aangebracht zijn. De cilinderloopbussen zijn nat lopend, verwisselbaar en van gietijzer gemaakt. Aan de vliegwielzijde van de krukbehuizing is de wielenkast aangebracht. Hij neemt de krukasafdichting en de aandrijftandwielen voor nokkenas en oliepomp op. De krukas van chroommolybdeenstaal is in de matrijs gesmeed en nitridegehard. Ze is telkens aan het einden en tussen de cilinders gelagerd. De kruktappen zijn voor de lagering van telkens een zuigerstang bestemd. De lagerschalen zijn van lood/brons van een lood/indiumbekleding en van een stalen rug voorzien. De zuigerstangen zijn eveneens van choommolybdeenstaal, in de matrijs gesmeed en schuin geplaatst. De zuigers zijn uit een uitzettingsarme aluminiumlegering vervaardigd. Door de vorm van de zuigerkroon ontstaat een open verbrandingskamer. In de zuigerkroon zijn drie groeven voor de zuigerringen ingelaten. De nokkenas is uit een gietijzer/chroomlegering met geharde nokken vervaardigd en aan de einden alsook telkens tussen de zuigers gelagerd.
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH
7
Productbeschrijving 2.1.3 Motorkoelsysteem De motor wordt via een gesloten watercircuit gekoeld. De pomp drukt het koelwater eerst door de oliekoeler in de krukbehuizing. Via de geïntegreerde koelwaterkanalen binnen de krukbehuizing wordt de koeling van de cilinderloopbussen en de cilinderkoppen gewaarborgd. Na doorstromen van de watergekoelde rookgasverzamelbuis treedt het koelwater opnieuw uit de motor. Componenten Het motorkoelsysteem bestaat uit een elektrisch aangedreven pomp, een veiligheidsoverdrukventiel en een membraanexpansievat. Bijzonderheden De motor moet voor te lage koelwatertemperaturen als gevolg van te laag getempereerde verwarmingswaterretour of te groot verwarmingswaterdebiet door geschikte maatregelen zoals retourverhoging of hydraulische schakeling beschermd worden. Gevolgschade door continubedrijf buiten de toegestane bedrijfsparameters zijn van de garantie uitgesloten.
2.1.4 Motorstarter
2.1.5 Accustartinstallatie De twee accu's voorzien de motorstarter en de ontstekingsinstallatie (24 V) van de benodigde elektrische energie voor het starten van de motor. Eveneens stellen de accu's de elektrische energie voor de bewakings- en regelinrichtingen (24V) ter beschikking. Componenten De twee accu's (loodaccu's, 110 Ah, 2 × 12V) zijn onderhoudsvrij en met vloeibare elektrolyt gevuld. Bijzonderheden De accu's worden droog voorgeladen geleverd en bij de ingebruikneming van de warmtekrachtmodule gevuld.
2.1.6 Verbrandingsluchtfilter De verbrandingsluchtfilter filtert de aan de gasmotor toegevoerde verbrandingslucht. Componenten De verbrandingsluchtfilter is een tweetraps drogeluchtfilter uit volledig recycleerbare kunststof met verwisselbare papierfilterpatroon. Hij is in de luchttoevoerleiding (aan de filteruitlaat) ingebouwd. De maximale onderdruk mag voor de gasmenger 30 mbar bedragen. Bijzonderheden De luchtfilter moet volgens de aanwijzingen van het onderhoudsschema en rekening houdende met de specifieke omstandigheden aan de opstellingsplaats onderhouden worden.
5848 077 NL 03/2013
De motorstarter ondersteunt de startprocedure van de gasottomotor. Het inkoppelrelais dient zowel voor het verschuiven van het rondsel bij de inspoorbewerking in de tandkrans van de motor alsook voor het sluiten van de contactbrug voor het inschakelen van de starterhoofdstroom. De inspooraandrijving van het inspoordrijfwerk is zo geconstrueerd dat de duwbewegingen van het inkoppelrelais en de draaibewegingen van de elektrische startermotor bij elke denkbare inspoorsituatie elkaar kunnen overlappen. De vrijloop (askoppeling) zorgt ervoor dat bij aandrijvende ankeras het rondsel meegenomen wordt, maar bij snel lopend rondsel ("inhalen") de verbinding tussen rondsel en ankeras gelost wordt.
Componenten De motorstarter is met een inkoppelrelais en een inspoordrijfwerk uitgerust. De duwaandrijfstarter heeft een voedingsspanning van 24 V bij een opgenomen vermogen van 6,5 kW.
8
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Productbeschrijving 2.1.7 Gasstraat en gas/luchtmenger – Lineair instelelement Het lineaire instelelement werkt volgens het draaischuifprincipe voor lineaire doorstroming en stelt het gas-luchtmengsel voor de lambdaregeling in. – Elastische roestvrijstalen slangleiding De elastische roestvrijstalen slangleiding bevindt zich in de warmtekrachtmodule. – Gas/luchtmenger met smoorklep Bijzonderheden De gasstroomdruk aan het overdrachtpunt warmtekrachtmodule – gasregeltraject moet 20–50 mbar bedragen. Een controle van de dichtheid dient conform EN 746-2 pas vanaf een vermogen van 1200 kW uitgevoerd te worden en wordt conform DIN 33831-2 pas vanaf een vermogen van 390 kW aanbevolen. Ze kan op aanvraag optioneel geleverd worden.
2.1.8 Ontstekingsinstallatie De ontstekingsinstallatie ondersteunt de startprocedure van de gasottomotor. Via een nokkenaspick-up wordt alleen tijdens de inlaattakt ontstoken. De ontstekingsverplaatsing van de verschillende cilinders wordt via de betreffende boringen aan het nokkenaswiel gerealiseerd. Componenten De ontstekingsinstallatie is als contactloze elektronische condensatorontladingsontstekingsinstallatie op nokkenasbasis uitgevoerd. Ze bestaat uit ontstekingsspoelen (een spoel per cilinder), de elektronische ontstekingsverdeling, de toerentalopnemer voor de nokkenas, siliconeontstekingskabel, bougiestekker en de industriebougies met hoog vermogen voor stationaire gasmotoren. Bijzonderheden De ontstekingsinstallatie biedt instellingsmogelijkheden voor het ontstekingstijdstip tijdens de werking en in- en uitgangen voor externe ontstekingstijdstipverstelling. Eveneens kunnen de veiligheidsinrichtingen uitgeschakeld worden.
5848 077 NL 03/2013
De gasvoorziening van de warmtekrachtmodule gebeurt via een veiligheidsgasstraat (componenten toegestaan volgens DVGW) in modulebouwwijze. De gas-luchtmenger met aangeflenste smoorklep werkt volgens het venturiprincipe en mengt het gas met de verbrandingslucht. Componenten en functies Het gastraject is in de warmtekrachtmodule volgens DIN 6280 deel 14 geïntegreerd en bestaat uit: – Gasfijnfilter (meegeleverd) De gasfijnfilter beschermt nageschakelde toestellen tegen vervuiling. De vezelvliesfiltermat van polypropyleen biedt een hoog doorstromingsverhogen, een hoge reinigingsgraad en lange standtijden. De gasfijnfilter wordt buiten de module geleverd. – Elastische roestvrijstalen slangleiding (meegeleverd) Voor de contactgeluidontkoppeling tussen gasfijnfilter en kogelkraan met thermisch activerende afsluitinrichting. – Kogelkraan met thermisch activerende afsluitinrichting Een veiligheidspatroon vergrendelt een door de drukveer voorgespannen sluitlichaam. Als de uitschakeltemperatuur van 92–100 °C bereikt is, geeft de veiligheidspatroon het sluitlichaam vrij. Deze sluit in een sluitcontour en vormt een perspassing die ook behouden blijft als de drukveer door de verdere temperatuurinvloed zijn kracht verliest. – Gasdrukbewaker voor minimumdruk De gasdrukbewaker is voor het toepassingsbereik volgens DIN 3398 deel 1 en deel 2 ontworpen en voor dalende druk bestemd. – Twee magneetkleppen De twee magneetkleppen zijn als gasveiligheidskleppen van de groep B volgens DIN 3391/3394, EN 161 ontworpen. De magneetkleppen bestaan uit een veerbelaste klepschotel en een zeef ter bescherming van de klepzitting. De startgashoeveelheid en het debiet zijn instelbaar. De klep is stroomloos gesloten. – Nuldrukregelaar voor het afstellen op nuldruk na de gasstraat De nuldrukregelaar houdt het gas-luchtmengsel constant. De nuldrukregelaar is met een voordrukcompensatiemembraan voor een hoge regelnauwkeurigheid bij wisselende voordruk en met een nulafsluiting uitgerust.
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH
9
Productbeschrijving 2.2
Koppeling
De koppeling (flenskoppeling) verbindt de gasottomotor met de synchrone draaistroomgenerator. Componenten De flenskoppeling bestaat uit siliconerubber en is hoogelastisch, axiaal aansluitbaar. Ze maakt een torsieelastische verbinding tussen gasottomotor en synchrone draaistroommotor mogelijk. Het op draaiaanvoer belaste, schijfvormige rubberlichaam dempt de draaitrillingen en maakt de compensatie van uitlijnfouten mogelijk. Het rubberschijfelement is aan de binnenste diameter aan een naaflichaam direct gevulcaniseerd. Bij de koppelingsflens bestaat een aan de elementomtrek voorhanden nokkenvertranding waardoor een in het bedrijf bijna spelingvrije vormgesloten steekverbinding ontstaat.
2.3
Synchrone draaistroomgenerator
Basisframe
Het basisframe draagt de warmtekrachtmodule (gasottomotor, synchrone draaistroomgenerator, koelwaterpomp, koelwaterexpansievat, warmtewisselaar, rookgasvoordemper, rookgasreiniging, smeeroliesysteem en geluidsbeschermingselementen). In het bovenste bereik en aan de zijkant in het onderste bereik zijn dragers losmaakbaar om bij revisiewerkzaamheden zonder hinder met hefgereedschap, plafondkraan en dergelijke grotere bouwcomponenten op te tillen. Componenten Het basisframe bestaat uit een torsiestijve holle profielconstructie van massief normstaal. De hydraulische interfaces voor gas, rookgas, condensaat, verwarmingswater en ontluchting van de module zijn aansluitklaar uitgevoerd voor de directe aansluiting door de installateur aan de zogenoemde aansluitkant. De andere drie kanten zijn vrij toegankelijk voor bediening en onderhoud. Op het basisframe zijn rubberelementen gemonteerd, die de trillende motor/generatoreenheid opnemen. Het basisframe wordt op vier in de hoogte verstelbare elastomeerbuffers op de vloer zonder vaste verankering opgesteld.
5848 077 NL 03/2013
De synchrone draaistroomgenerator wekt door middel van een draaibeweging elektrische stroom op. De synchrone draaistroommotor wordt via een koppeling door de gasottomotor aangedreven. Hij is via een tussenbehuizing star aan de gasottomotor aangeflensd. Componenten De synchrone draaistroomgenerator is met een automatische cos-φ-regeling voor de werking tussen cos φ =0,8 inductief –1,0, met een instelbare statica-inrichting, een elektronische spanningsregeling met bescherming voor te laag toerental en met een bijkomende permanente magneetopwekker uitgerust. De standaard voor 2/3 gekoorde statorwikkeling maakt een harmonisch parallel netbedrijf mogelijk. Demperwikkeling voor parallel bedrijf met andere generatoren is ingebouwd. Een wikkelingstemperatuurbewaking is ingebouwd. Bijzonderheden De zelfregelende, borstelloos uitgevoerde synchrone draaistroombinnenpoolgenerator is conform de betreffende voorschriften volgens VDE 0530 en DIN 6280 deel 3 alsook de kwaliteitsstandaard ISO 9002.
2.4
10
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Productbeschrijving 2.5
Buizen
De buizen zijn af fabriek gemonteerd en verbinden de belangrijkste elementen van de warmtekrachtmodule (koelwaterwarmtewisselaar, rookgaswarmtewisselaar en motor) met elkaar. De elementen zijn aan koelwater-, verwarmings- en rookgaszijde compleet van buizen voorzien en waar nodig geïsoleerd. Componenten Alle buisverbindingen zijn voor de trillingsontkoppeling voorzien van metalen compensatoren en flexibele slangverbindingen en als flens- of vlak afdichtende schroefverbinding uitgevoerd. Watervoerende leidingen zijn van normstaal, de rookgasvoerende buisleidingen zijn inclusief geluiddemper in roestvrij staal uitgevoerd.
2.6
Warmteoverdrachtsysteem
Het warmteoverdrachtsysteem bestaat uit de rookgaswarmteoverbrenger en de koelwaterwarmteoverbrenger. Deze warmteoverbrengers gebruiken – via de warmteovergang – de afvalwarmte uit motor en rookgas. Bijzonderheden De warmtewisselaars zijn volgens de richtlijn inzake drukapparatuur 97/23/EG ontworpen en met de buisleidingen indien vereist geïsoleerd.
2.6.1
Rookgaswarmteoverbrenger
De rookgaswarmteoverbrenger beschikt over ingelaste buisbodems van roestvrij staal AISI 316Ti en een rechte buisbundel (optimale reinigingsmogelijkheid). De inlaatkamer is van roestvrij staal AISI 309 en de uitlaatkamer van roestvrij staal AISI 316Ti. De buitenmantel bestaat uit normstaal en beschikt over zijdelingse wateraansluitingen met flensverbindingen volgens DIN. Bijzonderheden De rookgaswarmteoverbrenger is in het motorkoelcircuit ("intern koelcircuit") geïntegreerd. Hij is hiermee tegen thermospanningen door gebrekkige verwarmingswaterkwaliteit beschermd.
2.6.2
Koelwaterwarmteoverbrenger (platenwarmtewisselaar)
De gesoldeerde platenwarmtewisselaar brengt de afvalwarmte uit gasottomotor en rookgas in het watercircuit over. Componenten De platenwarmtewisselaar bestaat uit een plaatpakket, dat met 99,99% koper met vacuümprocedure gesoldeerd is. Elke tweede plaat is 180° in het niveau gedraaid, waardoor zich twee van elkaar gescheiden stromingsruimtes vormen waarin de media (motorkoelwater, verwarmingswater) in de tegenstroom geleid worden. De stempeling van de platen veroorzaakt een hoogturbulente doorstroming, die een heel effectieve warmteoverdracht al bij een gering debiet mogelijk maakt. Bijzonderheden De warmteoverbrenger is zonder gestel voor de buisleidingmontage uitgevoerd, het materiaal voor de platen is roestvrij staal, materiaal AISI 316L.
5848 077 NL 03/2013
De rookgaswarmteoverbrenger brengt de afvalwarmte uit de rookgassen van de gasottomotor in het watercircuit over. De uitlaatkamer is demonteerbaar, zodat een mechanische reiniging makkelijk, milieuvriendelijk en voordelig uitgevoerd kan worden.
Componenten
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 11
Productbeschrijving 2.7
Rookgasreinigingssysteem en rookgasvoordemper
Na de rookgasreiniging en de rookgaswarmteoverbrenger wordt het rookgas door de liggend in het frame aangebrachte roestvrijstalen rookgasvoordemper geleid. Een geregelde driewegkatalysator (reductie van NOx en oxidatie van CO en CnHm) reduceert de schadelijke emissies van het rookgas. Componenten De actieve katalytische coating is op warmtevast staal aangebracht. Het monolithische metaalsubstraat bestaat uit ferritische roestvrije edelstaalplaat met een wanddikte van 0,04 mm. De behuizing bestaat uit roestvrij staal met hoge temperatuurbestendigheid. De rookgasuitlaatfles is aan de aansluitzijde van de warmtekrachtmodule aangebracht. Bijzonderheden De katalystor is onderhoudsvriendelijk in de rookgasleiding na de motor geïntegreerd, de lambdasonde voor de lambda=1-werking is onmiddellijk na de motoruitlaat in het rookgassysteem van de warmtekrachtmodule ingebouwd. In nieuwe toestand worden waarden van NOx < 125 mg/m³ en CO < 150 mg/m³ (komt overeen met "halve" TA-Luft) duidelijk onderschreden. Om vroegtijdige veroudering te vermijden, is de bedrijfstemperatuur van de katalysator tot minder dan 700°C beperkt.
2.8
Smeeroliesysteem
2.9
Geluiddempingskap en ventilator
De bekleding van de warmtekrachtmodule bestaat uit de geluiddempingskap en geluiddempende elementen voor de motor/generatoreenheid en de bekledingen van de warmtewisselaareenheid. De ventilator zorgt voor de ontluchting van de warmtekrachtmodule. Componenten De geluiddempende elementen bestaat uit staalplaat, bekleed met combinatie-elementen van hoog absorberend zacht schuim met 2 mm zware folie alsook extra oppervlaktebekleding. De 25 μm dunne coating is grotendeels bestand tegen benzine- en motoroliespatten en is eenvoudig te reinigen. De oppervlaktecoating biedt bescherming tegen mechanische beschadigingen, en beschikt over een uitstekende weerstand tegen veroudering. Brandklasse volgens FMVSS 302 resp. DIN 75200. De verseluchtaanzuiging bevindt zich in de bodemplaat. De gemiddelde frequentie van de geluidsisolatie van de kap bedraagt ca. 20 dB. De aansluitende zeildoekaansluiting is in de leveringsomvang inbegrepen. Bijzonderheden Voor revisiewerkzaamheden kan de dragerconstructie gedemonteerd worden om met geschikt hijsgereedschap zonder hinder te kunnen werken. Voor montagewerkzaamheden kan de behuizing van de warmtekrachtmodule eenvoudig gedemonteerd worden. Ventilator met maximaal 250 Pa persing voor stabiele bedrijfsomstandigheden bij verhoogde toevoerluchttemperaturen tot ca. 35°C.
5848 077 NL 03/2013
Iedere warmtekrachtmodule is uitgerust met een inrichting voor de bewaking van de smeerolie. Met het kijkglas is het oliepeil herken- en controleerbaar. Via een elektrische niveaucontrole met alarmcontact kan de minimum- en maximumwaarde gecontroleerd worden. Het olieverbruik wordt vanuit een smeerolievoorraadreservoir, met een volume bestemd voor ≥ één onderhoudsinterval, gedekt. De afgewerkte olie kan met vrij niveauverschil uit de warmtekrachtmodule afgelaten worden. De olie wordt in een recipiënt voor afgewerkte olie opgevangen en afgevoerd. Het vullen met verse olie wordt in de regel met bussen van 20 liter uitgevoerd. Componenten Het smeeroliesysteem bestaat uit een smeeroliepeilbewaking, een kijkglas, een elektrische niveaucontrole met alarmcontact (olie-min, olie-max.) en bijvulcontact met ventielaansturing,
een smeerolievoorraadreservoir, reservoir voor verse olie (met van buiten liggende verbruiksindicatie), een vulaansluiting, een druppeloliebak en een opvangbak (onder de warmtekrachtmodule). Bijzonderheden Om veiligheidsredenen nemen de druppelolie- en opvangbak de volledige inhoud van de motoroliebak, het reservoir met verse olie en het motorkoelwater op, wat conform de waterhuishoudingswet (WHG) is. Voor de minimalisatie van het olieverbruik en voor een zo lang mogelijk gebruikstijd van de olie moet synthetische olie gebruikt worden. Het aangeboden motorenfabrikaat is voor het gebruik met volledig synthetische smeerolie geschikt.
12
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Productbeschrijving 2.10 Standaard accessoires 2.10.1 Bouwset elastische verbindingen
2.10.2 kWh-elektriciteitsmeter
Elastische verbindingen dienen voor de optimale contactgeluidsontkoppeling aan de buiskoppelingen van de warmtekrachtmodule.
Elke warmtekrachtmodule is met een geijkte kWhelektriciteitsmeter inclusief omvormer uitgerust.
Componenten
Levering
● 1 axiale rookgascompensator - nominale wijdte
Inbouw in de moduleschakelkast
DN 80, flens PN 10, bouwlengte 108 mm, met DVGW-vergunning
AANWIJZING!
● 2 flexibele ringverwarmingsslangleidingen -
Een bewijs van de ijking door een officieel erkende instantie is verkrijgbaar bij de fabrikant. Geldigheid van de ijking 8 jaar. Overeenkomstig de Duitse ijkvoorschriften is geen afzonderlijk rapport of certificaat noodzakelijk, de eigenaar van het meetapparaat is echter wel tot naleving van de wettelijke bepalingen verplicht.
nominale wijdte DN 40, flens PN 10, nominale lengte NL 1000, met losse flens PN 10, van staal
● 1 axiale gascompensator - NW DN 25 PN 6, balg van roestvrij staal AISI 316Ti, meerlagig, met schroefverbindingen van tempergietijzer, verzinkt, bouwlengte 222 mm (ongespannen), met DVGWvergunning
● Afvoerluchtzeildoekaansluiting (op ventilatorbox al gemonteerd), platte flens 380 x 380 mm P20 Levering Los meegeleverd voor montage door de installateur
2.10.3 Verdere materiaallevering Componenten
● 4 stelpoten ● Gasfijnfilter ● Motoroliebakken-eerste vulling Levering
5848 077 NL 03/2013
Los meegeleverd voor montage door de installateur
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 13
Productbeschrijving 2.11 Bewakingsinrichtingen Bewaking door gevers voor oliedruk, koelwatertemperatuur, rookgastemperatuur, verwarmingswatertemperatuur en toerental alsook
gevers voor min. koelwaterdruk, min. smeerolieniveau en veiligheidstemperatuurbegrenzer, inclusief bekabeling voor de schakelkast.
Warmtekrachtmodule (leveringsomvang)
Door de installateur te plaatsen
83
2
80
1
82
81
1
TA
35
XC
P/T
P/T
32
32 *
34 (AGA)
31
33 (KO)
STB
21
TI
PI
TC
12
13
* PI
* 24 PZA-
68 64
PZA
11 TI
PI
16 SZA-
M
SC
69
ES
70
65
15 (HV) 27
PI
22
P/T
66
14 (HR)
24
25
PI
23
26 27
M
62 63
61
51 52
67
G 3~ 1
EIA TZA+
PI
LS LZA-
42
Paus = 50 mbar
41 M
43
46
*
T
45*
46 T
PC
44 (GAS) PZA+
PZA-
Bewakingsinrichtingen
Algemene legende: 1 Warmtekrachtmodule (leveringsomvang) 2 Door de installateur te plaatsen 10 Deflagratiebeveiliging (biogas) 11 Veiligheidsklep (verwarmingswater) 12 Verwarmingswaterpomp 13 Retourtemperatuurregeling 14 Verwarmingswaterretour (HR) 15 Verwarmingswateraanvoer (HV) 16 Krachtstroom 400 V, 50 Hz 17 Aanvoer koelwatermengsel 18 Retour koelwatermengsel 19 Pomp koelwatermengsel 21 Veiligheidsklep (motorkoelwater) 22 Oliekoeler 23 Koelwaterpomp 24 Membraanexpansievat 25 Koelwaterwarmtewisselaar 26 Vuilvanger 27 Afsluitklep 31 Rookgaswarmtewisselaar 32 Geluiddemper 33 Condenswateruitlaat (KO) 34 Rookgasuitlaat (AGA) 35 Katalysator 41 Lambda-regelklep 42 Magneetklep
43 Nuldrukregelaar 44 Gasaansluiting (GAS) 45 Gasfilter, los meegeleverd 46 Gaskogelkraan met thermische veiligheidsklep 47 Dichtheidscontrole 51 Extra smeerolietank (verse olie) 52 Bijvulautomaat met niveau-indicatie smeerolie 61 Smeerolieretour (van olieafscheider) 62 Carterontluchting 63 Olieafscheider 64 Verbrandingslucht 65 Luchtfilter 66 Gas/luchtmenger 67 Generator 68 Rookgasverzamelleiding 69 Motor 70 Toerentalregelaar en smoorklep 71 Turbolader 72 Mengselkoeler (intercooler) (1e trap) 73 Mengselkoeler (intercooler) (1e trap) 74 Veiligheidsklep lagetemperatuurcircuit 80 Ventilator 81 Afzuiglucht 82 Toevoerlucht 83 Geluiddempingskap
Meetpunten: EIA Generator-indicatie-bewaking ES Generatorvermogensbesturing LS Vulpeilbesturing LZA Minimale vulpeilcontrole P Druk PC Drukregeling PI Drukindicatie PO Optische drukindicatie PZAMinimumdrukuitschakeling PZA+ Maximumdrukuitschakeling SC Toerentalregelaar STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer SZATe laag toerental T Temperatuur TA Afvoerluchttemperatuur voor ventilator TC Temperatuurregeling TI Temperatuurindicatie TZA+ Generatorwikkelingstemperatuurbewaking XC Lambdasonde * **
Los meegeleverd voor montage door de installateur Optionele uitrusting
AANWIJZING! Voor de veiligheidstechnische uitrusting van de aansluiting van het verwarmingscircuit alleen typegekeurde onderdelen gebruiken!
14
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
5848 077 NL 03/2013
Fig. 2
Productbeschrijving 2.12 Schakelkast De schakelkast is aan de warmtekrachtmodule gemonteerd. Alle volgende componenten inclusief bekabeling bevinden zich in de warmtekrachtmodule.
2.12.1 Beknopte beschrijving Generatorvermogensdeel Vermogensschakelaar vierpolig, met thermisch-magnetische activator, handmatig bedrijf Generatorrelais Stroomomvormerset Geijkte kWh-elektriciteitsmeter incl. omvormer
Besturings-, bewakings- en hulpaandrijvingsdeel Synchronisatie en netbewaking Besturingen en relais voor de KW-pomp, starter, afzuigventilator, gasstraat Vermogensregeling voor warmdraaien, vaste en glijdende waarde met stijgingsfunctie bij start en stop, toerental- en vermogensregeling door elektronische toerentalregelaar met elektrisch instelelement op mengselsmoorklep werkend Contactdoos 230 V voor onderhoud Sleutelschakelaar voor veiligheidsuitschakeling (noodstop) Batterijlaadapparaat
Microprocessorbesturing Display voor de weergave van de bedrijfs- en stoorwaarden in venstertechniek 2 gescheiden microprocessoren, telkens voor het start-stopverloop voor parallel en vervangingsnetbedrijf inclusief lambdaregeling alsook netbescherming/netbewaking Gescheiden door paswoordbeveiligde toegangsniveaus voor energiebedrijf en handmatige bediening Potentiaalvrije ingangen voor start op afstands, vaste- en glijdende waarderegeling alsook netvervangingsstart Geschiedenisgeheugen voor de registratie van de min. en max. analoge waarden voor de optimalisatie van de werking Foutgeheugen voor de onwisbare registratie van complete foutencycli met werkingsparameters voor een gerichte storingsanalyse. Interface DDC via RS 232 met protocol 3964R (RK 512 conform de door de installateur te plaatsen hard- en software door de klant samen te stellen) – andere interfaces op aanvraag Bedrijfs- en verzamelstoringsmeldingen via potentiaalvrije contacten Optie afstandsbewaking gegevens Componenten van de schakelkast
5848 077 NL 03/2013
Tafel 3
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 15
Productbeschrijving
Fig. 3
Principieel schakelschema van de elektrische integratie in het parallelle netbedrijf
Fig. 4
Principieel schakelschema van de elektrische integratie in het parallelle netbedrijf met netvervangend bedrijf
16
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
5848 077 NL 03/2013
2.12.2 Principieel schakelschema van de elektrische integratie in parallell netbedrijf en netvervangingsbedrijf
Productbeschrijving 2.13 Checklist netvervangingsbedrijf Bij de projectering van warmtekrachtmodules in het netvervangingsbedrijf moeten de volgende punten gecontroleerd en met de fabrikant van de warmtekrachtmodule besproken worden:
•
•
• •
•
Werkwijze van de netvervangingsinstallatie? Minstens een grondschema moet ter verduidelijking voorhanden zijn. De door de warmtekrachtmodule aan te sturen schakelaars moeten aangegeven of in het schema gemarkeerd worden. Voor welke lasten moet gezorgd worden? Een lijst van de verbruikers met het hoogste vermogen met vermelding van het vermogen en de stromen moet voorgelegd worden. Daarna legt de fabrikant van de warmtekrachtmodule de toegestane lastopschakeling vast. Evt. moet na de bespreking door de klant voor een lastuitschakeling gezorgd worden. Veiligheidsmaatregel: selectiviteit van de zekeringen moet door de klant gecontroleerd worden. De toegestane retourtemperatuur van het verwarmingswater bij warmtekrachtmodules voor het netvervangingsbedrijf bedraagt maximaal 65°C in het parallelle netbedrijf en in het netvervangingsbedrijf. Hierdoor zijn deze warmtekrachtmodules niet voor de voorziening van absorptiekoelmachines geschikt. De hoofdgasmagneetklep, de netkoppelschakelaar en de bijbehorende arbeidsstroomuitschakelaar moeten over een batterijgebufferde spanningsvoeding beschikken. Een 230 V voedingsspanning voor de hoofdgasmagneetklep of de netkoppelschakelaar is niet toegestaan! De hoofdgasmagneetklep en de aandrijving van de netkoppelschakelaar worden niet door de warmtekrachtmodule van stroom voorzien!
•
•
Kan de hogere regeling van de klant geen automatische storingvrije herinschakeling na een netstoring garanderen, dan kunnen bij netuitval de foutmeldingen uit de systemen van de klant, zoals verwarming of ventilatie de blopkverwarmingscentrale tot uitschakeling brengen, bijv. door ontbrekende warmteafname. In dit geval moet de hogere regeling met een afzonderlijke onderbrekingsvrije stroomvoorziening (UPS) uitgerust worden. Direct na de ingebruikneming van de warmtekrachtmodule moet ook het netvervangingsbedrijf met alle betrokkenen getest worden. Als dit niet mogelijk is, is een afzonderlijke afspraak tegen betaling volgens kosten nodig. De voeding van een sprinklerpomp is onderhevig aan de strengere VdS-voorschriften en kan met een warmtekrachtmodule in de normale uitvoering niet gegarandeerd worden.
•
Bij het gebruik van meerdere warmtekrachtmodules in het netvervangingsbedrijf moet voor een besturingstechniek (bijv. multimodulemanagement MMM) met werklastverdeling gezorgd worden. De bijschakeling van de warmtekrachtmodule bij een voorhanden noodstroomdieselaggregaat is wegens verschillende regelkarakteristiek van gas- en dieselmotoren niet aan te raden! Basisvoorwaarde is dat het noodstroomdieselaggregaat voor parallel bedrijf met andere stroomaggregaten technisch uitgerust is (bijv. regelbare generatorspanning, digitale ingangen voor werklastverdeling aan de dieselaggregaatbesturing).
Aansturing en bevestigingen van de schakelaars worden met de elektricien van de klant en de leverancier van de warmtekrachtmodule vastgelegd.
5848 077 NL 03/2013
•
•
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 17
Onderhoud en reparatie 3 Onderhoud en reparatie Het gebruik van de warmtekrachtmodule veroorzaakt zogenoemde "bedrijfsgebonden" extra kosten door inspectie, onderhoud en reparatie. De warmtekrachtmodule wordt tijdens het reglementaire gebruik blootgesteld aan diverse invloeden zoals slijtage, veroudering, corrosie en thermische en mechanische belastingen. Dit wordt overeenkomstig DIN 31051 als slijtage aangeduid. Door de constructie beschikken de onderdelen van de warmtekrachtmodule over een slijtagereserve die het veilige bedrijf van de warmtekrachtmodule overeenkomstig de bedrijfsvoorwaarden tot een beperking van de functionaliteit waarborgt. Hierna dienen onderdelen, onderverdeeld in slijtende onderdelen en onderdelen met een tijdelijke gebruiksduur, vervangen te worden. Definities van DIN 31051 – "Slijtdeel" Slijtdelen zijn delen waaraan door het gebruik onvermijdbaar slijtage optreedt en die qua concept voor vervanging bestemd zijn. Hieronder vallen hoofdzakelijk bougies, lucht- en oliefilter e.d. Deze vervangingswerkzaamheden vinden regelmatig plaats en vormen de zogenaamde "Inspectie en onderhoud" ("Regelonderhoud").
Definities van DIN 31051 – "Tijdbegrensd deel" Tijdbegrensde delen zijn delen waarvan de levensduur in verhouding tot de levensduur van de volledige warmtekrachtmodule verkort is en met technisch mogelijke en economisch te verantwoorden middelen niet verlengd kan worden. Hieronder vallen in hoofdzaak cilinderkoppen, lagerschalen, katalysator, warmteoverbrenger e.d. Deze vervangingswerkzaamheden vinden afhankelijk van de resultaten van de inspecties met grotere intervallen plaats. Hier spreekt men van reparatie. Het reglementaire onderhoud van de warmtekrachtmodule door geautoriseerd personeel is voor het perfect werken ervan en voor de garantie van het grootste belang. Hierbij mogen uitsluitend originele reserveonderdelen en de door de fabrikant van de warmtekrachtmodule vrijgegeven bedrijfsstoffen (smeerolie) worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk voor het naleven van de voorschriften inzake bedrijfsstoffen.
OPGELET! Minimaal één keer per jaar dient onderhoud uitgevoerd te worden. Het koelwater dient na uiterlijk 2 jaar ververst te worden.
AANWIJZING!
5848 077 NL 09/2013
De verwachte gebruiksduur van de warmtekrachtmodule bedraagt niet minder dan 10 jaar als de regelmatige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd.
18
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Onderhoud en reparatie Onderhouds- en reparatielijst
Onderhoudswerkzaamheden warmtekrachtmodule Vitobloc 200 EM-50/81 Onderhoudsniveau =>
A A B A B A B C A B A B A B C A B A B A B C A B A B A B C
1
Olieverversing
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
2
Oliefilter vervangen
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
3
Batterijtoestand laadspanning controleren/evt. gedest. water bijvullen
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
4*
Luchtfilter controleren, evt. vervangen
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
5
Klepspeling meten, evt. instellen
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Koelwaterdruk controleren, evt. ontluchten Condensafvoer controleren, evt. reinigen/neutralisatie controleren Smoorklep en stangen controleren, evt. smeren Ontstekingskabel, bougiestekker controleren/visuele controle
6 7 8 9
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
10
Ontstekingstijdstip controleren
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
11
Algemene bedrijfsgegevens opnemen, evt. afdrukken
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Rookgastegendruk na motor controleren
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
12
Algemene controle op dichtheid/steekproeven op vastheid van de schroeven Functiecontrole van de oliebijvulautomaat/niveau-instelling controleren
13 14
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
15
Oliebijvulkraan openen/oliepeil markeren
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
16
Onderhoudsinterval resetten
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Algemene modulereiniging/afvoer van de poetsmiddelen oliekan enz. Concentratie antivriesmiddel controleren, indien nodig bijvullen
17 18
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
19
Compressiedruk controleren
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
20
Generator luchtaanzuiging controleren, evt. reinigen/vermogenskabels controleren
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
21
Bougies vervangen
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
22
Bewaking "terugvermogen" testen
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
23
Gasstraat op dichtheid en gasfilter controleren
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
Uitschakeling "te hoog toerental" testen
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X X
24
Uitschakeling "rookgasovertemperatuur" testen Uitschakeling "koelwaterovertemperatuur" testen
25 26
5848 077 NL 03/2013
800 bh 1.800 bh 3.600 bh 5.400 bh 7.200 bh 9.000 bh 10.800 bh 12.600 bh 14.400 bh 16.200 bh 18.000 bh 19.800 bh 21.600 bh 23.400 bh 25.200 bh 27.000 bh 28.800 bh 30.600 bh 32.400 bh 34.200 bh 36.000 bh 37.800 bh 39.600 bh 41.400 bh 43.200 bh 45.000 bh 46.800 bh 48.600 bh 50.400 bh
3.1
27
Uitschakeling "oliedruk min." testen
28*
Ontstekingskabel vervangen
X
X
X
X
29
Lambdasonde vervangen
X
X
X
X
30
Gasmenger reinigen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
31 32* *
Koelwater verversen (binnen 24 maanden) Krukasruimteontluchting controleren, evt. vervangen
De toestand wordt gecontroleerd, vervanging indien nodig (overeenkomstig de bevindingen)
Tafel 4
Onderhoudslijst
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 19
Onderhoudswerkzaamheden warmtekrachtmodule Vitobloc 200 EM-50/81 Onderhoudsniveau => 33*
Rookgaswarmtewisselaar controleren, evt. reinigen
800 bh 1.800 bh 3.600 bh 5.400 bh 7.200 bh 9.000 bh 10.800 bh 12.600 bh 14.400 bh 16.200 bh 18.000 bh 19.800 bh 21.600 bh 23.400 bh 25.200 bh 27.000 bh 28.800 bh 30.600 bh 32.400 bh 34.200 bh 36.000 bh 37.800 bh 39.600 bh 41.400 bh 43.200 bh 45.000 bh 46.800 bh 48.600 bh 50.400 bh
Onderhoud en reparatie
i1
i2
i3
i4
X
X
X
X
34*
Cilinderkop vervangen
X
35*
Platenwarmtewisselaar controleren, evt. vervangen
X
X
36
Starter controleren, evt. vervangen
X
X
37*
Katalysator controleren, indien nodig vervangen
X
X
38*
Ontstekingsspoelen vervangen
X
X
39*
Motor reviseren
*
X
De toestand wordt gecontroleerd, vervanging indien nodig (overeenkomstig de bevindingen)
Reparatielijst
5848 077 NL 09/2013
Tafel 5
20
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Technische gegevens 4 Technische gegevens Alle onderstaande plannings- en bedrijfsgegevens hebben betrekking op één warmtekrachtmodule.
4.1
Gedetailleerde aanwijzingen bij de planning en de uitvoering vindt u in "Vakserie aardgas warmtekrachtmodules – projectmanagement".
Bedrijfsparameters warmtekrachtmodule
Bedrijfsparameters warmtekrachtmodule
Vitobloc 200 EM-50/81
1)
50% last 75% last 100% last
Continuvermogen in het parallelle netbedrijf Elektrisch vermogen 2)
Mag niet worden overbelast
kW
25
38
50
Vermogen
Tolerantie 7 %
kW
46
64
81
Brandstofgebruik
Tolerantie 5 %
kW
86
118
145
Stroomfactor conform AGFW FW308 (elektrisch vermogen / thermisch vermogen)
0,62
Primaire energiefactor fPE volgens DIN V 18599-9
0,117
Bewijs van hoge efficiëntie volgens richtlijn 2004/8/EG bevordering van de warmtekrachtkoppeling bij kleine en mini-installaties (< 1 MWel) met een primaire energiebesparing PEE
%
27,1
Rendement volgens EnergieStV 3)
%
91,4
Rendement in parallel netbedrijf Elektrisch rendement
%
29,1
32,2
34,5
Warmterendement
%
53,5
54,2
55,9
Totaal rendement
%
82,6
86,4
90,3
Opwekken van energie Elektrische energie
Spanning Stroom Frequentie
Elektrisch vermogen bij
V
400
A
72
Hz
50
cos phi = 1 en Un
kW
50
cos phi = 0,95 en Un
kW
50
cos phi = 0,9 en Un
kW
50
cos phi = 1 en Un - 10%
kW
50
cos phi = 0,95 en Un - 10%
kW
50
cos phi = 0,9 en Un - 10% Elektrisch eigen verbruik 4)
kW
50
kW
1,65
Warmte-energie (verwarmingswarmte) zonder netvervangingsfunctie
Aanvoer/retourtemperatuur
°C
90/70
Warmte-energie (verwarmingswarmte) met netvervangingsfunctie
Aanvoer/retourtemperatuur
°C
90/65
Bedrijfsstoffen en vulhoeveelheden Kwaliteit van brandstof, smeerolie, koelwater, verwarmingswater Vulhoeveelheid
Gasaansluitdruk
Zie het actuele bedrijfsvoorschrift!
Smeerolie
liter
14
Extra tank verse olie
liter
70
Koelwater
liter
55
Verwarmingswater
liter
10
5)
mbar
20 - 50
5848 077 NL 03/2013
Opwekken van warmte (verwarming) Retourtemperatuur voor module
Min./max.
Standaard temperatuurverschil
Retour/aanvoer
K
20
Verwarmingswaterdebiet
Standaard
m³/h
3,5
Max. toegestane bedrijfsdruk
bar
10
Drukverlies bij standaard doorstroming in de module Standaard
bar
0,1
VITOBLOC 200 EM-50/81
°C
60/70
ESS Energie Systeme & Service GmbH 21
Technische gegevens Emissies van schadelijke stoffen6) volgens TA-Luft 2002 NOx-gehalte
gemeten als NO2
mg/Nm³
< 125
CO-gehalte
mg/Nm³ mg/kWh
< 150 < 137
Formaldehyde CH2O
mg/Nm³
< 60
Geluidsdrukniveau op 1m afstand vrij veld conform DIN 45365 (tolerantie op genoemde waarden 3 dB(A)) Rookgas 7)
Met 1 optionele geluiddemper
dB(A)
47
Verbrandingslucht en ventilatie Stralingswarmte van de module
Zonder aansluitleiding
kW
8
Ventilatie stookruimte
Luchttoevoerdebiet
m³/h
> 1.500
Luchtafvoerdebiet gewenst
m³/h
1.350
Luchtafvoerdebiet max
m³/h
2.500
bij 25 °C en 1000 mbar
m³/h
146
Verbrandingsluchtdebiet Toevoerluchttemperatuur
Min./max.
Temperatuurverschil
Luchttoevoer/luchtafvoer
Druk van de geïntegreerde ventilator
Bij min. debiet Bij gewenst debiet
°C
10/25
K
< 20
Pa Pa
350 250
m³/h
225
kg/h
183
Nm³/h
132
mbar
15
Rookgas Rookgasdebiet, vochtig
bij 120 °C
Rookgasmassadebiet, vochtig Rookgasdebiet, droog
0 % O2 (0 °C; 1012 mbar)
Max. toegestane tegendruk
Na module
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
Vermogensgegevens conform DIN ISO 3046 deel 1 (bij een luchtdruk van 1000 mbar, een luchttemperatuur van 25 °C, een relatieve luchtvochtigheid van 30 % en cos φ =1) Alle overige gegevens van de module gelden voor parallel netbedrijf; gegevens voor andere opstellingsvoorwaarden op aanvraag De vermogensindicatie op het display richt zich naar het opwekkertelpijlsysteem, niet naar het verbruikertelpijlsysteem, d.w.z. dat bij vermogensafgifte (voeding) het vermogen op het display met positief voorteken weergegeven wordt! De gebruiksgraad volgens EnergieStV is gedefinieerd als quotiënt uit de som van het opgewekte thermische en mechanische vermogen en de ingezette hulpenergieën. Koelwaterpomp, ventilator, acculaadtoestel, besturingstransformator Gasaansluitdruk is conform DVGW-TRGI 1986/96 de gasstroomdruk aan het begin van het gasregeltraject van de module Emissiewaarden na de katalysator bij droog rookgas Bij gebruik van de warmtekrachtmodule in een woning wordt dringend geadviseeerd om twee opeenvolgende rookgasgeluiddempers te installeren om beter te kunnen voldoen aan de eisen aan ruimten met bijzondere bescherming ('s nachts 25 dB(A)).
Werkingsparameters van een complete warmtekrachtmodule
5848 077 NL 09/2013
Tafel 6
22
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Technische gegevens 4.2
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule
Technische gegevens warmtekrachtmodule
Vitobloc 200 EM-50/81
Motor met accessoires Ottomotor op gas
Fabrikant
MAN
Motortype
E 0834 E viertakt
Werking Aantal cilinders/rangschikking
4 / serie
Boring / slag
mm
Cilinderinhoud
liter
4,6
min-1
1500
Gemiddelde zuigersnelheid
m/s
6,3
Compressieverhouding Gemiddelde effectieve druk
bar
13: 1 9,6
kW
53
Toerental
Standaardvermogen¹)
Mag niet worden overbelast
Spec. vollastverbruik
Tolerantie 5 %
Gasverbruik
Bijv. bij Hi = 10 kWh/m³
kWh/kWhmech
2,74
Nm³/h
14,5
Hoev. smeerolie oliecarter Smeerolieverbruik Motorgewicht
(gemiddelde waarde) (afgerond)
Warmtewisselaarsysteem motorkoeling (motorblok en smeerolie) Vermogen Tolerantie 7 % Temperatuur koelwater
Intrede/uittrede
Koelwaterdebiet Rookgaswarmtewisselaar
liter
14
g/h kg
ca. 20 430
kW
54
°C
81/88
m³/h
6,4
Vermogen
Tolerantie 7 %
kW
27
Rookgastemperatuur
Intrede/uittrede
°C
ca. 620 / < 120
°C
88/92
Temperatuur koelwater
Intrede/uittrede
Drukverlies
rookgaszijde
mbar
Materiaal buizen Materiaal rookgaskop
< 10 AISI 316Ti
Intrede Uittrede
AISI 309 AISI 316Ti
Materiaal watermantelbuis Platenwarmtewisselaar
ST 50
Vermogen
kW
81
Temperatuur koelwater
Intrede/uittrede
°C
92/81
Verwarmingswatertemperatuur Drukverlies
Intrede/uittrede
°C bar
70/90 0,1
Materiaal platen Nominale wijdtes Aansluiting rookgas (AGA) vanaf warmtekrachtmodule, buisaansluiting Aansluiting condenswater (KO), buisaansluiting Verwarmingswater aanvoer/retour (HV/HR), buisaansluiting 5848 077 NL 03/2013
108/125
Aansluiting gas (GAS), buisaansluiting
VITOBLOC 200 EM-50/81
AISI 316L DN 80 / PN 10 Buis ø22 x 1,2 DN 40 / PN 16 Gaskogelkraan Rp 1''
ESS Energie Systeme & Service GmbH 23
Technische gegevens Generator Typevermogen Draaistroom Spanning / frequentie Toerental Rendement bij nominaal vermogen van de module en cos φ = 12) Nominale stroom Continue kortsluitstroom Max. toegestane lastbijschakeling Staanderschakeling Omgevingstemperatuur Max. Beschermingstype Tijdsconstanten in seconden Open stroomcircuit transiënt Td'o Kortgesloten stroomcircuit transiënt Td' Kortgesloten stroomcircuit subtransiënt Td'' Met kortgesloten veld Ta
kVA V/Hz min-1 % A A A °C
sec. sec. sec. sec.
80 400/50 1.500 94 110 3- tot 5-voudige nom. stroom 21,7 stervormig 40 IP 23 1,43 0,05 0,005 0,008
1) 2) 3) 4) 5)
Vermogensgegevens conform DIN ISO 3046 deel 1 (bij een luchtdruk van 1000 mbar, een luchttemperatuur van 25 °C, een relatieve luchtvochtigheid van 30 % en cos φ =1) Alle overige gegevens van de module gelden voor parallel netbedrijf; gegevens voor andere opstellingsvoorwaarden op aanvraag cos φ-indicatiewaarde in het opwekkertelpijlsysteem Deze kabellijst bevat de minimaal benodigde uitvoering voor een correcte aansluiting van een warmtekrachtmodule en dient alleen als richtlijn. De verantwoordelijkheid voor de correcte bekabeling berust bij de uitvoerende elektroinstallateur en dient overeenkomstig de plaatselijke omstandigheden en de van toepassing zijnde NEN- en EVU-voorschriften uitgevoerd te worden. De verwarmingswaterpomp in de 230 V uitvoering kan direct worden aangesloten. Bij een pompuitvoering van 400 V moet het vermogensdeel door de installateur worden voorzien. De besturingstechnische keuze vindt echter potentiaalvrij vanuit de modulebesturing plaats. De keuze voor het netvervangingsbedrijf gebeurt door het externe besturingssysteem na lastuitschakeling door de klant. De keuze kan ook automatisch module-intern gerealiseerd worden, maar zonder lastuitschakelbewaking.
Tafel 7
24
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
5848 077 NL 03/2013
Bekabeling naar klemmenkast warmtekrachtmodule Zekering NSHV (aanbevolen) A 125 Minimaal benodigde uitvoering voor de correcte aansluiting van de warmtekrachtmodule3) Netaansluiting naar NSNV, netkoppelveld of X1: L1,L2,L3, N PE H07 RNF 5 x 1x 35 mm² transformatorstation Door installateur te plaatsen afstandskeuze X1: klem 40 / 41 "Verwarmingsbedrijf" 100% vermogen Terugmelding (potentiaalvrij contact) module "Gereed" X5: klem 1 / 2 Ölflex 12 x 1,5 mm² Terugmelding (potentiaalvrij contact) module "Bedrijf" X5: klem 3 / 4 Terugmelding (potentiaalvrij contact) module "Storing" X5: klem 5 / 6 4) Keuze verwarmingswaterpomp (potentiaalvrij contact) X5: klem 9 / 10 Verwarmingswaterregelklep (retourverhoging) X5: klem 16 / 17 / 18 / PE Ölflex 4 x 0,75 mm² Verwarmingswaterpomp 230 V /10 A 4) X5: klem 21 / N / PE Ölflex 3 x 1,5mm² Extra PT 100 voeler in de volledige verwarmingswaterretour X1: klem 44 / 45 Ölflex 2 x 1,5mm² voor de optionele moduleselectie en -deselectie Dimensionering conform Aardingskabel van de module naar de door de Aardingsaansluiting op omstandigheden ter installateur te voorziene potentiaalvereffeningsrail moduleframe plaatse Uitgebreide installatie-uitvoering met "netvervangingsbedrijf" Netmeetspanning voor netkoppelschakelaar X1: klem 7 / 8 / 9 / N / PE Ölflex 5 x 1,5mm² Bevestiging netkoppelschakelaar is aan X1: klem 12 / 13 (melding van de NSHV of van het netkoppelveld) Ölflex 5 x 1,5mm² Bevestiging netkoppelschakelaar is uit X1: klem 14 / 15 (melding van de NSHV of van het netkoppelveld) Keuze netvervangingsbedrijf 5) X1: klem 38 / 39 Ölflex 3 x 1,5mm² Inschakelbevel netkoppelschakelaar X5: klem 7 / 8 Ölflex 3 x 1,5mm² "Vrijgave NK – schakelaar" (potentiaalvrij contact)
Technische gegevens 4.3
Afmetingen, gewichten en kleuren
Afmetingen warmtekrachtmodule
Incl. geluiddempende kap en ventilator 3.390
Framemaat
Lengte
mm
2.800
Breedte
mm
860
900
Hoogte (zonder poten) Gewicht warmtekrachtmodule
mm
1.700
1.730
Leeg gewicht
(afgerond)
kg
2.000
Werkingsgewicht Kleur
(afgerond)
kg
2.200 Lichtgrijs (RAL 7035)
Motor, generator Frame
Antracietgrijs (RAL 7016)
Schakelkast
Vitozilver
Geluiddempende kap Aansluitingen AGA Rookgasuittrede KO Condenswaterafvoer GAS Gasintrede HV/HR Verwarmingsaanvoer/-retour AL Luchtafvoeruittrede
Uitvoering Flens Buis Gaskogelkraan Flens Flens
Vitozilver Norm EN 1092-1 DIN EN 10220 DIN 2999 EN 1092-1 —
Grootte DN 80 / PN 10 ø22 x 1,2 Rp 1" DN 40 / PN 16 380 x 380 P20
5848 077 NL 03/2013
Afmetingen, gewichten, kleuren en aansluitingen
Fig. 5
Afmetingen en aansluitingen van de warmtekrachtmodules Vitobloc 200 EM-140/81 (afmetingen in mm). De reeds gemonteerde ventilatorbox kan voor het inbrengen van de module gedemonteerd worden.
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 25
Technische gegevens 4.4
Opstelling
Gedetailleerde aanwijzingen bij de uitvoering vindt u in "Vakserie aardgas warmtekrachtmodule – projectmanagement" en in de desbetreffende montagehandleiding. Bij de opstelling van de warmtekrachtmodule moeten de volgende punten in acht worden genomen:
-
Voor bediening en onderhoud dient voldoende vrije ruimte overeenkomstig het opstellingsschema p. 27 Fig. 6 vrijgehouden te worden.
-
Bij de opstelling ter plaatse moet erop gelet worden dat de modulepoten op een binnenwerkse hoogte van minstens 9-11 cm uitgedraaid worden.
-
De afmetingen gelden tot een enkelvoudige buislengte van 10 m, anders moet een afzonderlijke berekening uitgevoerd worden.
-
Wij raden u aan de aansluitleidingen van de warmtekrachtmodule groter te dimensioneren om dit traject als buffer te gebruiken. Hierdoor kunnen drukschommelingen bij schakelingen van ketels worden opgevangen.
-
Het gebruik van een geijkte gasmeter in de uitvoering G25 verdient aanbeveling.
-
De afvoerluchtventilatorbox kan voor het inbrengen van de warmtekrachtmodule gedemonteerd worden. Indien nodig moet dit tijdig voor de levering meegedeeld worden. De afvoerlucht kan aan alle zijden uit de afvoerluchtventilatorbox afgevoerd worden. Het aansluitstuk voor de afvoerluchtgeleiding kan aan de betreffende plaats gemonteerd worden.
-
In het rookgassysteem moeten dauwpuntonderschrijden vermeden worden. Condens moet permanent afgevoerd worden. Aan de condensuitlaat moet voor een waterslot
-
Uit de warmtekrachtmodule stroomt bij het starten in koude toestand condens naar buiten. Door de rookgasreiniging kan volgens ETV A251 (nov. 1998) van een neutralisatie afgezien worden. Om deze reden moet een waterslot (sifonlus) met een effectieve hoogte van de waterkolom conform de optredende rookgassysteemdruk (maximaal 250 mm WS) worden geïnstalleerd om het niet toegestane wegstromen van rookgas via de condensafvoerleiding te voorkomen.
-
De rookgascondens moet volgens de geldende voorschriften afgevoerd worden.
4.5
Start-stopverhouding
Per start moet de module minstens 120 min. in bedrijf zijn (verhouding aantal bedrijfsuren tot de starts ca. 2:1). Vroegtijdige slijtage van de startinrichtingen door kortere tijden hangt samen met het bedrijf en vormt geen gebrek.
5848 077 NL 03/2013
-
gezorgd worden. Bij installaties met meerdere modules wordt een gescheiden rookgasgeleiding voor elke warmtekrachtmodule aanbevolen. Bij gebruik van een rookgasverzamelleiding moet het terugstromen van rookgas naar niet in bedrijf zijnde warmtekrachtmodules door middel van een 100% rookgasdichte motorafsluitklep betrouwbaar worden voorkomen.
26
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Technische gegevens
Fig. 6
Voorbeelden van opstellingsschema's – weergave zonder armaturen en veiligheidstechniek (maten in mm)
Vitobloc 200 EM-199/263 EM-140/207 EM-199/293
EM-20/39
EM-50/81 EM-70/115
EM-238/363
EM-401/549 EM-363/498
A
1.000 mm
1.000 mm
1.000 mm
1.000 mm
1.000 mm
1.000 mm
B
1.200 mm
1.400 mm
1.600 mm
2.000 mm
2.000 mm
2.000 mm
C
4.140 mm
5.240 mm
6.040 mm
6.600 mm
6.600 mm
7.000 mm
D
2.250 mm
3.390 mm
4.250 mm
4.320 mm
4.320 mm
4.700 mm
E
1.300 mm
1.800 mm
1.800 mm
2.070 mm
2.070 mm
2.070 mm
F
2.000 mm
2.800 mm
2.800 mm
3.500 mm
3.500 mm
3.500 mm
G
800 mm
800 mm
800 mm
1.100 mm
1.500 mm
1.500 mm
H
880 mm
900 mm
940 mm
1.650 mm
1.650 mm
1.650 mm
I
2.480 mm
2.500 mm
2.540 mm
3.850 mm
4.650 mm
4.650 mm
Afmetingen opstelling
Minimale sokkelmaten Vitobloc 200 EM-50/81 L 1.990 mm B 1.000 mm H 150 mm
5848 077 NL 03/2013
Fig. 7
Warmtekrachtmodule met sokkel
OPGELET! Bij het opstellen van de warmtekrachtmodule het overhangen
VITOBLOC 200 EM-50/81
van het frame over de sokkel controleren!
ESS Energie Systeme & Service GmbH 27
Algemene aanwijzingen bij planning en bedrijf 5 Algemene aanwijzingen bij planning en bedrijf
● Taktend aan/uit-bedrijf voorkomen, indien nodig
een buffer installeren: Vbuffer = Qth x 43 (minimale buffergrootte) ● De verhouding tussen het aantal bedrijfsuren en het aantal starts moet groter zijn dan 2, d.w.z. per start minimaal twee uur bedrijf. Opstellingsruimte
● Rookgas- en luchtafvoergeluiddempers in
geluidskritische objecten installeren. Elastische verbindingen (compensatoren) altijd inplannen. ● Op een correcte dimensionering en geleiding van de luchtafvoer- en rookgasleidingen letten (drukverliezen, nominale wijdten, stromingsgeluiden). ● Opstelling op de trillingsontkoppelde elementen voor contactgeluidontkoppeling.
GEVAAR! Niet samen met een ketelinstallatie met atmosferische brander of een NH3koelmachine in een ruimte opstellen. Verwarming
● Constant en toereikend verwarmingswaterdebiet waarborgen.
● Uitschakelingen door storingen vanwege te hoge temperaturen van de verwarmingswaterretour voorkomen. De retourtemperatuur van het verwarmingswater mag de toegestane waarde zowel in netvervangend bedrijf als in parallel netbedrijf niet overschrijden. ● Bij te lage retourtemperaturen van het verwarmingswater (< 40 °C) dient een retourtemperatuurverhoging geïnstalleerd te worden. Deze dient zo dicht mogelijk bij de warmtekrachtmodule geïnstalleerd te worden. ● De functie netvervangend bedrijf geldt niet in combinatie met het bedrijf van een absorptiekoelinstallatie. Rookgas
● De doorsnede van de rookgasleidingen toereikend dimensioneren.
● Het rookgassysteem moet bij prefab systemen
over een typehomologatie beschikken en drukdicht en voor pulsatie tot 50 mbar geschikt zijn. Bij deze testdruk mag de lekkage niet meer dan 0,006 l/m³s (overeenkomstig H1) bedragen. ● Voor de condens moet voor een vrije afvoer met minstens 3% helling via sifon (U-buis) met een hoogte van min. 250 mm gezorgd worden om te verhinderen dat er rookgas uit de condensaatwaterafvoer komt. ● Montagehandleiding rookgassystemen (ew-kl & dw-kl) voor Vitobloc 200 in acht nemen. ● Bij gebruik van de warmtekrachtmodule in een woning wordt dringend geadviseeerd om twee
28
ESS Energie Systeme & Service GmbH
opeenvolgende rookgasgeluiddempers te installeren om beter te kunnen voldoen aan de eisen aan ruimten met bijzondere bescherming ('s nachts 25 dB(A)). Ventilatie
● Bij niet voorverwarmde, stof-, zwavel- of
halogeenvrije koel- en verbrandingslucht voor koel- en verbrandingslucht zorgen. ● Voor een toereikende toevoer van verse lucht zorgen, afvoerlucht afzonderlijk afvoeren. ● Bij chloorhoudende lucht (bijv. in zwembaden) indien nodig een afzonderlijke luchtaanzuiging installeren. Brandstof
● Gasdruk 20 mbar tot 50 mbar en methaangetal ≥ 80 in acht nemen.
● Advies: de gasaansluitleiding als drukbuffer ca.
5 m voor de warmtekrachtmodule met dubbele diameter dimensioneren. ● Optioneel verkrijgbare gasmeters meten meestal het bedrijfsgerelateerde aantal kubieke meters: deze waarden dienen overeenkomstig de richtlijnen DVGW-TRGI G 600 in normale kubieke meters ("z-getal") omgerekend te worden. Elektro
● De warmtekrachtmodule wekt krachtstroom met
400 V op. Om veiligheidsredenen beschikt de warmtekrachtmodule over gevoelige elektrische netbeveiligingen, die overeenkomstig de voorschriften op asynchrone netbelastingen in het net van de klant reageren. Veiligheidsuitschakelingen vormen geen storing van de warmtekrachtmodule. ● Een verkeerde dimensionering van de elektrische lasten in netvervangend bedrijf kan tot uitschakelingen door storingen vanwege overbelasting leiden (inductieve of capacitieve startstromen bedragen tot het 20-voudige van de nominale stroom en leiden tot een overbelasting van de warmtekrachtmodule!). ● De uitschakeling onder volledige belasting voorkomen, aangezien de onderdelen aan zeer hoge mechanische belastingen worden blootgesteld. ● Warmtekrachtmodules moeten via een aardingskabel op de door de installateur te voorziene potentiaalvereffeningsrail worden aangesloten. Onderhoud + bedrijfsstoffen
● Regelmatig onderhoud en verzorging door
gekwalificeerd personeel. Wij adviseren het afsluiten van een onderhoudscontract. ● Druppellekkage verhelpen, afgewerkte olie correct afvoeren, regelmatige controle van de werking van de rookgascondensleidingen. ● Tijdens langere bedrijfspauzes bij de stillegging van de module de accu's loskoppelen en bij onderbrekingen van het bedrijf gedurende meer dan 12 weken een conservering uitvoeren. ● De conservering uiterlijk 24 weken na levering uitvoeren.
VITOBLOC 200 EM-50/81
5848 077 NL 03/2013
Door het in acht nemen van de onderstaande punten wordt de bedrijfsveiligheid verhoogd. Storingen of volgschade vanwege niet toegestane bedrijfsomstandigheden worden noch door de garantie noch door een servicecontract gedekt. Dimensionering
Trefwoordenlijst 6
Trefwoordenlijst
A
N
Afmetingen..............................................................25 Algemeen..................................................................4
Netvervangend bedrijf...............................................5
B
O
Basisframe..............................................................10 Basisleveringsomvang ..............................................4 Bedrijfsstoffen .........................................................28 Bewakingsinrichtingen ............................................14 Bijlage .....................................................................28 Buizen.....................................................................11
Onderhoud..............................................................28 Onderhoud en reparatie..........................................18 Opstelling................................................................26 Opstellingsruimte ....................................................28
P
Continu vermogen in parallel netbedrijf.....................5
Platenwarmtewisselaar ...........................................11 Principieel schakelschema......................................16 Productbeschrijving...................................................7
D
R
Dimensionering .......................................................28
Reparatie ................................................................18 Rookgas..................................................................28 Rookgasgeluiddemper ............................................10 Rookgasreinigingssysteem .....................................12
C
E Elektro.....................................................................28 Emissie van schadelijke stoffen ................................5 Emissiewaarden........................................................5 Energiebalans ...........................................................6
F
S Schakelkast ............................................................15 Synchrone draaistroomgenerator ...........................10
T
Flenskoppeling........................................................10
G
Technische gegevens .............................................21
V
Gasottomotor ..........................................................10 Geluiddempingskap ................................................12 Geluidsbeschermingselementen.............................10 Generatorvermogensdeel .......................................15 Gewichten...............................................................25
Ventilatie .................................................................28 Ventilator.................................................................12 Verwarming.............................................................28 Voorbeelden van opstellingsschema's ....................27
K
W
Kleur .......................................................................25 Koelwaterwarmteoverbrenger.................................11 Koppeling................................................................10
Warmteoverdrachtsysteem .....................................11
Z z-getal .....................................................................28
M
5368 451-4 03/2013
Microprocessorbesturing.........................................15
29
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring
5368 451-4 03/2013
7
30
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
Beknopte aanwijzing
5848 077 NL 03/2013
8 Beknopte aanwijzing
VITOBLOC 200 EM-50/81
ESS Energie Systeme & Service GmbH 31
ESS Energie Systeme & Service GmbH Celsiusstraße 9 D-86899 Landsberg am Lech Telefoon: 08191 / 9279-0 Fax: 08191 / 9279-23
[email protected] www.ess-landsberg.de
32
ESS Energie Systeme & Service GmbH
VITOBLOC 200 EM-50/81
5848 077 NL 03/2013
Technische wijzigingen voorbehouden!