[9] Kerend tij
fase
Tijdperk van
Ke nmerken
Betrekking professionals-burgers
1945-19 6 5
Wederopbo uw
Bevoogding
ERBOVEN O P
1965 -1 9 85
Emancipatie
Identifi catie
ER N A AS T
No-nonsense j markt
Distantie
ERVAN D AAN
Betrokken professionali teit
E RO PAF
leefwereld
19 85-2002 2 002 - - ---
-Herontdekking van ----
-------
-
Sinds een paar jaar vat ik de betrekking tussen professionals en burgers samen aan de hand van een schema met een aantal kernachtige 'er' woorden. Het schem a staat ook in Ontregelen (2008) en is een puntige samen vatti ng van de veranderi ngen zoal s die in eerdere hoofdstukken in dü boek z ijn geschetst. De overgangen tussen de versch illende fasen worden gemarkeerd aan de hand van boeken of bijzondere gebeurte nissen. Zoals Herman MiJikowski 's Lof der onaangepastheid een kataly serende rol speelde in de overgang van de ER BOVENo p-periode naar de ER NAAST-periode, en De markt van welzijn enge/uk van Han s Achter huis een opmaat vorm de voor de periode van institutionele afstande lijkheid: ERVANDAAN, zo is 20 0 2, het Fortuyn-jaar, te duiden als een breuk vlak dat de weg opende naar een nieuw episode: EROf' AI'. Het jaar dat Pim Fortuyn inbrak in de bestaande politieke orde, was immers niet alleen een massaal protest tegen het politieke systeem , het was misschien nog wel meer een sch ree uw om aandacht voor alledaag se problemen, een aanklacht tegen de afwezighejd van professionele or ganisaties in de dagelijkse leefwereld van mensen. Het was een opstand van de leefwe reld tegen de systeemwereld. Het was een aank lacht tegen
63
64
institutionele onverschilligheid en bureaucratische afstandelijkheid. Fort uyn zelf was daarbij niet eens zozeer woord\roerder als wel een ka talysator van het ongenoegen. Het weggedrukte ongenoegen kwa m naar bui ten. Buu rten verander den, verkleurden, kwamen terecht in een neerwaartse spi.raal van ver loedering, zonder dat er op een z ich tbare manier tegendruk aan werd geboden . Men had eigenlijk gee n idee hoe ermee om te gaan. In zeke:r opzicht zou je kun nen zeggen dat deze gebieden si mpelweg met de af wez ige overheid op de loop gingen . Ze werden prijsgegeven aan de vrije krachten va n de informele economie. de uitzichtloze braniecom petitie van jongeren , ell het onvermogen van volwassenen en in.stanties om te corrigeren en in te grijpen . De overheid was haar greep kWijt. zo was de ervaring. Naast d mensen die wel de weg naar de kantoren van het maatschappelijk werk, de geestel ijke gezondheidszorg, de verslavingszorg konden vio den , bleek er een groeiende groep te zijn die de weg niet vond en ook niet wilde vinden. Nogal eens g ing (en gaal ) het om stevige probleem gevallen. In de praktij k van buurt en straat zorgden ze voor overlast, rumoer. span ning en onveiligb eid, maar iJl de meeste gevallen p rakki seerden de betrokkenen er niet over om hulp te zoeken. Reden waar om de officiële h ulpverlening ze betitelde als zorgwekken de zorg mij ders. met wie men geen raad wist en die de hulpverlening daarom links liet liggen. En steeds navrallter werd duidelij k dat ach ter de voordeur veel mis kon gaan. Ernstig mis zelfs. De c.ijfer-s over huiselij k geweld liegen er al jaren niet om. maar ook het opvoeden en grootbrengen van kin deren gaat - om het vriendelij k uit te drukken - niet aUe OU d! fS even gemak kel ijk af. En veel aandrang om z ich in zulke gevallen tot offi ciële instan ties te wend en was er niet. Voor velen was d at wel het laatste waar men aan dacht. Het gevolg va n de poli tieke aardverschui ving van 2002 was dat - in direct en langzaam - de deu ren opengingen. Niet die van de burgers. maar van publieke instellingen. Vaak op een kier en zeker niet vanzelf. wanL professionals die geschoold zijn in afstand houden re nnen niet
spontaan de straat op. Maar wie serieus wat met burgers wiJde. kon niet om de conclusie heen dat succesvolle Interventieprojeclen vrijwel altijd gedragen werden door professionals dk van wanten w isten en erop af gi ngen . contact legden. verbindingen maakten en de leefwereld van mensen al s h un spreekkamer zagen. Deze professionals spraken tof de verheelding. maar hun projec ten speelden zich nogal eens af in de periferie van instel lingen. o f zel fs daarbuiten. Zij waren opgez et om bruggen te slaan, om hardnekk ige en ernstige problemen te bes trijden. maar slaagden er zdden of nooit in om het hart van de instituties te bereiken, laat staan te veranderen. Maar na de politieke erupties in het Fortuyn-jaar begon wel steeds duidelijker te worden dat die aanpak niet de marge maar de kern van de professionaLteit in het sociaal werk zou moeten uitmaken. Veel so ciale problemen vragen om een andere vorm van professionele aanwe zigheid. ja zel fs om een andere vorm van professionele organ isatie. Dat is wat zich momenteel in hel land aftekent als de E ROPA F-beweg ing. Je ziet het in het maatschappelij k werk. je ziet het in de sociale zeker heid, je ziel hel in de achtersta ndsgebieden a1ias krach twijken. je ziet heLin de. groeiende professionele aandrang om 'achter de voordeur' te komen . Huisbezoek is weer normaal aan het worden. Zijn we daarmee terug bij af? Mogen we weer bemoeizuchtig , paterna li.stisch te werk gaan? Gaan ~ve terug naar her moralisme. naar de be voogding, terug naar de betweterigheid van de jaren vijftig? Die angst begeleidt onvermijdelijk elke discussie over deze omslag. De leidingge venden en professionals die het nu voor het zeggen hebben. zijn im mers vaak geschoold III de jaren zeventig en tach tig. Zo zijn ze niet op geleid. zo zijn ze niet gewend te denken en te opereren. Sterker nog . het is ze al di e jaren juist ontraden. Maar hun afweer is onterecht. Hu n angst is nogal eens koudwater vrees. De jaren vijftig komen niet uit de geschiedenis tevoorschijn als professionals anders gaan werken. Ze zijn echt voorbij. De burgers ach ter de voordeur en de professionals die aankloppen zijn im mers niet dezelfde mensen als die el kaar in de jaren vijftig troffen. Beide groepen z ij n vecl levensw ijsheid rij ker. De burger is mondiger en weet clat hij
65
66
- ook al lukt het soms niet - uiteindelijk zelf verantwoordelijk is; de professional is veel beter toegerust en begrijpt dat hij ka n sturen, trek ken. sleuren en onderhandelen, maar nooit dicteren. Die vooru itgang van beide partijen maakt hun samenkomst in de alledaagse leefwereld niet alleen anders, maar vooral ook reëler en gelij kwaardiger dan vijftig jaar geleden. Tenminste, als het goed is. In de verharding van het maatschappelijke klimaat worden immers ook professionele troepen op de been gebrach t die soms in botheid lij ke n te wedijveren met de mees t ro buuste onmaatschappelijkheidsbe strijders uit het verre verleden. Dat was in november 2007 tenminste de conclusie van de Rotterdamse ombudsman, die een vijftigtal klach ten had onderzocht van zogeheten interventieteams die zich rekenend op onwetendheid op een nogal intimiderende wijze toegang hadden weten re verschaffen tot in hun ogen verdachte woni ngen en daarbij - geobsedeerd door het achterhalen van onrechtmatigheden - lak had den gehad aan de fundamentele rechten van mensen. Officieel waren de teams erop uitgestuurd om mensen niet alleen te controleren, maar ook te helpen met bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning, scholing en bijzondere bijstand, maar in een aantal gevallen was men deze ~ociale taak totaal vergeten eo besprong het interventieteam zij n slachtoffers als waren ze regelrechte crim inelen. Zo creëert de nieuwe beweging kennelijk onmiddellij k haar eigen uitwassen, die door de critici meteeo worden aangegrepen om het hele Rotterdamse interventieproject onder verdenking van repressie en be voogding te plaatsen. En niet helemaal ten onrechte. Een overheid die eropaf gaat, die de levens van mensen binnenmarcheert. moet natuur lij k wel op haar tellen passen. Het is niet iets van zelfsprekends. Inte gendeel, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is een grond recht dat gerespecteerd moet worden. Wie de stap richting voordeur zet moet daarvoor een goede reden en een goed verhaal hebben en zich realiseren dat hij zich als gast moet ged ragen. Zorgvuldigheid iswat dat betreft een kwestie van beleefdheid. Dat realiseerde men zich ook i.o Rotterdam, waar na de kritiek van de gemeentelijke ombudsman de in terventieteams nog eens nadrukkelijk het twintig pagina 's tellend aan
gescherpte protocol onder de neus werd gewreven. En wie dat protocol leest, ziet dat niet het tonen van de harde hand , maar het wi nnen van vertrouwen de kern van de aanpak uitmaakt. Een citaat: 'Jnterveotieteams zijn het visitekaartje van de gemeen te. Ze dienen zich ook als zodanig te gedragen. De overheid krijgt let terlijk een gezicht. De wijze van optreden van een team is een enorme kan s voor de overheid om bewoners voor zich te winnen, door te laten zien dat men burgers en hu n leefbaarheid en veiligheid serieus neemt. Het uitgangspunt is dat het interventieteam vriendelijk doortastend en dienstverlenend optreedt. Het team besteedt ook voldoende aandacht aan zorg, veiligheid en voorlichting aan de bewoners. [... l Uitgangs punt daarin is dat de bewoner met respect moet worden behandeld, op een manier waarop je zelf in vergelijkbare omstaodigheden zou will en worden behandeld: De Rotterdamse casuïstiek wijst er eigenlij k vooral op dat deze nieu we praktijk heel veel van professionab vraagt . Eigenlijk moet je zeg gen dat klassieke professionele dilemma's zich in zo'n nieu we aanpak verhevigen. Ze zijn niet meer van de professionals weggehouden door richtlijnen en protocollen, maar doen zich in de praktijk voor, waarna er gehandeld moet worden. Keer op keer moet men ald us op zoek naar een balans tussen tegengestelde krachten, een evenwicht dat per situa tie kan verschillen. Een balans tussen con troleren en hulpve.rlenen, tus sen vertrouwen winnen en gezag uitoefenen , tussen corrigeren en sti muleren, tussen voo.ruithelpen en tegenspreken. Voor, bij of achter dje voordeur zijn dat ineens cruciale kwesties geworden , kwesties die er toe doen, die 0 111 keuzen vragen, om initiatief, om verantwoordelijk heid nemen. om durf en moed. Daar moet menig pro fess ional nog een weg in vinden, dar is lastig. Maar niemand had ook gezegd dat het makkelij k zou zij n. Toch kan niemand ontkennen dat die keuzen daar op de werkvloer van de sa men leving en dichter op de h uid van mensen realistischer, ingrijpender en ook vele malen interessanter zijn dan de beslissingen die i.n de lokale spreekkamers in de kantoorcomplexen van de systeemwereld langsko men.
67
het lijkt een kleine stap, maar de instellingen (en professio nals) die deze weg in zijn geslagen, ervaren stuk voor stu k dat de gevol gen ingrijpend zij n. Het vmag t om andere vormen van denken en orde nen in een professionele orga nisatie (denken in termen van mensel ijke betrekkingen in plaats van producten) ; het vraagt om een nieuwe vorm van leidinggevcn , die ruim te mogelijk maakt voor profcssioncclhande Icn en tcgendrLlk levert aan de bureaucrat.ie; het vraagt om andere vor 68 men van kennisverzam eling, minder abstract. meer levend; het vraagt om andere professi.onals; het vraagt vooral ook om durf. durf om het anders tc docn. durf om te o01regelen, durf o m risico's te nemen. Dat is niet m inder dan een kleine revolutie. Waarvan we nog maar pas aan het begin staan. Maar daarmee is het belangrijkste nog niet eens gezegd. Het gaat nict alleen om professionele aanwezigheid in de leefwereld, dat is eigenlijk nog maar de start. Het gaat om een nicuw soort dienstbaarheid , mis schien zelfs beter te omschrijven als het vermogen om zich dienstbaar te maken aan de cigen kracht van burgers. Hel is ni et alleen opdringen, maar ook terugwijken. ruimte maken . Precies op dat punt tekent zich een interessant verschil af met het zo vermaledijde verleden , met de pioniers van het sociaal werk. De nieuwe sociaal werker is niet zozeer een moderne gids voor goed gedrag of een wegbereider naar een onproblematisch leven. Zij/hij staat er om waar nodig te corrigeren, o m verdere ellende te voorkomen, maar tegelijker tijd creëert de professional vanaf het allereerste contact de ruimte voor mensen om op eigen krach t vooruit te ko men, om daarvoor hun omge ving te mobiliseren. Het gaat niet aUeen om het verplaatsen van de plek va n han deling, het gaat ook om een machtswisseling. Burgers moeten zelf het heft in handen nemen . Dat klin kt - zeker voor buitenstaan ders - ongetwijfeld wat krete rig, m issch ien zelfs wel o uderwets idealistisch, maar in feite vraagt het om een bijzondere vorm van handelend en oordelen d vermogen, die in z ichzelf paradoxaal is en dus veel vergt van professionals. Het lezen van de context is cruciaal voor de wijze waarop sociaal werkers m oe ten gaan handelen . En elke context vraagt om eigen accenten. Sturen en loslaten, aanwez ig zjjn en rui mte bieden, corrigeren en vrijlaten - ga er E RO PA F -
maar aan staan. Dat heb je vanuit de schoolbanken niet zomaar onder de knie. Het is een manier van in de wereld staan die mede in de prak tijk gevormd moet worden en die zich eerder ontwikkelt 'uit ervaring ' don uit handboeken en evidence based protocoLlen. Dot is de opgave waar het sociaal werk voor staat. Maar het tij zit wel mee. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (w M 0) heeft op tal van plaatsen in het land de discussie over welzij n en sociale professionaliteit een nieuwe impul s gegeven . Er is o p alle ni veaus, van professionele uitvoering tot bestuurl ijke aansturing, behoef te aan nieuwe oriën taties. Beroepsopleidingen affiche ren zich als soci aal-werkopleidi ngen, waaruit spreek t dat er cen groeiende behoefte is aan gezamen lijke basis voor het professionele handelen in het sodale domein. Belangrijk is dat voormalig staatssecretaris Jet Bussemaker zich in het kabinet-8alkenende I v politiek woordvoerder maakte van de inge zette vern ieuwingsdrang. In het najaar van 2009 weeS zij tijdens een grool landelijk congres in Amsterdam op hel belong om het vertrou wen in deze sector te herstellen: 'Welzijn verbindt het individu met de gemeenschap. Maar welzijn heeft ook de opdracht om mensen te acti veren, dje zonder een directe benadering niet goed worden bereikt. ' Zij sprak van Welzijn Nieuwe Stijl. dat: - vraagge richt is: 'Je kij kt daarbij altijd naar de vraag achter de vraag';
- uitga at van de eigen kracht van de burger en zijn omgeving;
-d irect op problem en afgaat: 'In Wel zij n Nieuwe Stijl passen geen
kantoorklerken o f bureaucraten';
- niet vrijblijvend is: 'Je benoemt de problemen, je definieert de
oplossing en je bent resultaatgericht':
- ruimte biedt voor de kennis en kunde van de professional: 'Hij
of z ij is streetwise. Dus je verstaat de taal van de straat.'
Het is jammer dat staatssecretarissen Welzijn het tegenwoordig moe ten hebben van management by speech. De facto hebben zij immers wei
69
70
nig te zeggen over het gedecentraliseerde wel zijllS\verk. Maar wie wel eens in stadhuizen verroeJt, weet hoezeer men in gemeenten nog W' yoelig is voor "vat elders in het land gebeurt. Bussemakers woorden (en bezoeken) betekenden daarom een steun in de rug bij al die zoekpogin gen om tot een nieuwe positie en betekenis te komen van het sociaal werk. Het was ook een stimulans voor al die pogingen om outreachend te werken. om buiten de vertrouwde kaders va n de instit uties te treden en in buurten en wijken aan de slag te gaan . Die winst is, ondan ks het vervroegde aftreden van Bussemaker, al geboekt. Maar cr is meer nodig. Di t type professionele arbeid zit te springen om een nieuw en dragend verhaal, om een nieuwe aan de tijd aangepas te legitimatie. Decenn ia is het l'en sector geweest die met een handvol cl ichés (vaag, wollig geklets, ineffectief, geiten wollen sokken) ko n WOr den weggezet. Tegen die kwetsbare achtergrond is er een schreeuwen de behoefte aan een verhaa l dat vernieuwende praktijken verbindt en dat de sector zelfvertrouwen en overtuigingskracht biedt. Dat gaat zei fs verder dan wat Bussemaker met haar Welz ij n NIeuwe Stijl-proQramrna beoogde. [n de volgende hoofdst ukken probeer ik een aantal stappen iJl die richting te zetten. Wat is nu de oude kern van sociaal werk? Hoe valt er re onts nappen aa n de systeemwereld , aa n de bureaucratie en aan de institutionele reflexen van professiona ls? Hoe ktlJm en profess ionals dienstbaar z ijn aa n de eigen kracht van mensen? Wat is er nu eigenlijk zo bij zonder aan de pro fes sionali teit? Veel van de hiernavolgende ant woorden op deze vragen zijn ontleend aan de discussies die ik sinds het verschijnen van het boek Ontregelen- De herovering van de werkvloer over al in het land ben aangegaan met gemeen telijke afdelingen, beroeps opleidingen, we\zij ns- en/of zorginstellingen , jeugdzorgi nstellingen. woningcorporaties. landelij ke ondersteuningsinstell ingen en experlise centra. Daaruit is maar één conclusie te trekken: het oude sleetse den ken over het welzijnswerk heeft zijn tijd gehad. Sterft gij oude vormen en gedachten. Geeft ons heden iets nieuws.
[18] Loslaten of ingrijpen? Een staalkaart van sociale interventies van van Een h uisarts tref je in elke wijk aan, maar hoe zit dat nu met de nieuwe sociaal werkers? Moeten die overal eropaf? Of is het denkbaar om een topografie te ontwi kkelen waarin verschillende interventieslralegieën worden gekoppeld aan situati es waarin ze moeten worden toegepast? Wat is nu precies waar nodig? Anders gezegd: is er een manier van or denen en kij ken naar straten, buurten en wijken mogelijk die niet vast zjt aan instellingen en disciplines, maar die uitgaat van mogelijkheden en onmogel ijkheden van burgel1i? Is er een topografie, een staalkaart denkbaar van sociale interven ties in een stedelijke omgevi ng? O m tot een dergelijke staalkaart te komen zet ik twee assen tegen l'Ikaar aL De eerste as is de professionele/institutionele en zet de twee IIllersten van professionele interventies tegenover elkaar: loslaten (zclf \l uring) of ingrijpen/sturen. De tweede as gaat over burgers, cUënten lil diëntsystemen. Hier Slaan opnieuw t wee uitersten tegenover elkaar: IlIlonomie versus afhan kelijkheid. Zo ontstaat een matrix met vier ty 111 Jlugieën van professionele sociale in terventjes. Loslaten A
H
Zel fsruring
Coachen
burgers
111' '1 lllll1 ie
Athankelij kheid "U
Ó i't'
c
'" · 0
'"
D
Stimuleren
:l
Activeren
Ol
v;
Ingrijpen
145
.1
i
In cel A bevinden zich de meeste mensen. Z ij hebben over het algemeen de nodige competenties en materiële mogelijkheden om zelf voor een belangrij k deel de regie over hun leven in handen te nemen. Ze kampen niet met onoverkom elijke problemen . achterstanden of beperkingen. Het ka n heel goed zijn dat ze zorgafhankelij k zijn. zoals dat voor veel chron isch zieken geldt. maar hun zorgafban kelijkheid vermindert niet hun vermogen om regie over hun eigen leven te voeren. Dus moeten ze 146 dat ook kunnen doen. Bijvoorbeeld via persoonsgebonden budgetten. Maar ook op een bovenin dividuee1 njveau kan cel A ingevuld wor den. bijvoorbeeld door er buurten mee te typeren. Dan gaat het om wijken met veel sociale ini tiat ieven. sterke sociale netwerken en actie ve betrokkenh eid, waardoor veel aan die wijken zelf overgelaten kan worden. Deze wijke n zitten niet te wachte n op ee n dub- en buurthuis waa-rin professionals een aanbod verzinnen. Deze buurten moeten zel f vr ij :)pel krijgen VOor initiatieven. Het beleid moet dat ook mogelijk ma ke n. Er is inmiddels een heel palet aa n mogel ijkheden om dat vorm te geven: wijkaandelen, wijkvouchers. buurtbonnen, buul'ttrekkingsrech ten. wijkcheq ues en allerhande VOrmen va n coUecrjef zeltheheer van de openbare ruimte. Deze wijken kun nen het Lil hoge mate zelf redden en h un relatie met de overheid en profcssiona.Js moet ook in die termen worde n vormgegeven. Hier pra ktise ren overheden. instituties en pro fessionals de ku nst van het loslaten. Het meest ver verwijderd van cel A is cel o. O p indiVid ueel ni veau gaat het om mensen wier levens zwaarder getekend worden door af han kelijkheden. Ze zitten vast in hun uitkering. hun ziekte, hun sd l ul den. hun verslaving, hu n werkloosheid of uitzichtloosheid. De begrip pen zeggenschap of keuzevrij heid bieden hier njet een vanzelfsprekend handel.ingsrepertoire om de afhan kelij khede n te verminderen of on der controle te krijgen. Hier zelfredzaamheid veronderstellen is, om in de woorden van de vooroorlogse Amsterdamse sociaal-democrati sche wethouder Floor Wibaut te spreken, 'aan mensen vragen hun ei gen strop te knopen'. Vooral als problemen met elkaar verstrikt raken kan het nodig zijn om beweging re forceren, opJossingsgericht te werken en persp ectief te bieden. Dat vraagt Om directe professionele sturing. die iniriërend en
activerend is. Bemoeizorg is daar het du idelijkste voorbeeld van. Maar het gaat daarbij niet om het overnemen van problemen, maar voor at ook om het activeren van hulpbronnen die weer beweging ku nnen b rengen in de si tuatie. De o rganisatie van een Eigen K.racht Conferentie, waarbij prolessionals in de wacht durven te gaan staan, is een essentieel nderdeel van dit type bemoeienis. O p een groter schaalniveau gaat het Om ach terstandsbuurten. o f o m straten waa rin de verloedering de overhand heeft genomen , de putjes van de woningmarkt. Dat zij n de gebieden die volgens som mige be schouwe rs 'heroverd' moeten worden. Dat is een zwaar woord, maar wie bijvoorbeeld het boek A FR r van Jutta Chorus over de Afrikaander wijk in Rotterdam gelezen heeft, ka n z.ich daarbij wel een voorslell ing maken. Zij won in deze migramenwijk het vertrou wen van Turken, Marokkanen en Nederlandse 'achLerblijvers·. zoals deze zichzelf zien. en tekent in een aangrijpend jou rnalistiek verslag de desolaatheid van de leve ns op. de cultuur van overleving. de worstel ing met strijdige loy aliteiten . De buurt wordt er even inzichtel ijk als tToostdoos door. In de Afrikaanderwijk lijk l elke pubUeke moraal . elke vorm van niet-familia le verbindi ng tussen mensen onde rli ng en tussen mensen en instituties flinterdun . Lijkt. want tegel ijkertijd realiseert de lezer zich dat Chorus de wijk wordt binnengeleid aan de hand van professionals die goed en kwaad in deze stadswi ldernis Uil elkaar proberen te houden . Zij z ijn haar ba kens . zij zij n de ordedienst, de anke rpun ten in deze stadsjungle. Bu i len hun aa nwezigheid. hun correcties en !ilUring is elke greep op deze buurt, elk publiek contac t zoek. Maar je ziet ook het onver mogen van deze protessionals. Ze zijn te zeer verspreid over kantoortjes en adres sen om greep op de buurt te krijgen en te h ouden. Wat hier nodig is. is inde.rdaad een soort professionele aanwezigheidsmacht; streetwise professiona ls e.n daadk rachtige bestuurders die niet langer van incident naar incident lopen. maar de wijk bij de hand nemen. Het is te gemakkelij k om dat vooral als een repressieve bezettings macht te zien . want - nogmaals- juist dit type werk vraagt om iets an ders. Het vraag t om een heel specifiek soort professionaliteit. dat aan hoge maatstaven moet voldoen met betrekking tot rucnstbaarheid en
147
A -VO O R BE LDI G
B/C -D OORG
D
ANS
ITZ O ND R UJK
Z ELF ST U R EN
C O A C HE.
Kenmerk relatie
Burgers sturend
Burger · vragend
Burgers afhoudend
tussen bu rgers en
Professionals facili terend
Profe ionals weg" ijzendl stimulerend
Professionals initiërend/activerend
K ER
WOORD
professionals
T I V ERE
A
Si tu atie: individueel
Zekerhe id werk en in komen
ENK ELV OU DIGE
Uitkeri ngsafhan keli jk
niveau
Goede gezondheid
PROBl E I E
Hnanciële problemen
Sociaal geworteld
lechte woonsituatie
Vertrouwde leefo mgeving
ociaal isolement Verslaving problemen Psych iatri sche problemen M
LTIPROB LEM EN
c h te r~ tands buurten
Situatie: Samen-
Sterke sociale netwerken
levings- en /of buurtnivea u
Spontan e initiatieven
Probleemstraten
Sociale controle
Rondhangende jongeren
Sterke aan wezigheid va n
Vereenzaamde ouderen
jonge gezinnen
Ver lavingsproblematiek Drugspanden/veel illegalen
Problcemintcn ·iteit V/erkvo rmen
U IT Z O , D ERUJ K
I
co.
C !DE T EL
CENT RA T I E
Persoo nsgebo nden budgetten
Scholing
Bemoeizorg
Voucher {strippenka arten
Cursus. en
Huisbezoek
Trekkingsrechten
Coaching !deeomwikkeling
Contracten Outreachende hulpverlen ing
W ij kaandelen l-cheques Bewoners als opd rachtgeve r
Po rtiekgesprekken Dwa ng en drang
Eigen beheer openba re ruimte
Aa nwezigheid Persoonlijke professionaliteit Eigen Kracht Conferenties Dienstbaarheid professionals
Uitnodigende dienstbaarheid
Enthousiasmerende
Hoge dienstbaarheid
Facilite rend
dienstbaarheid
Aa nwezig. attent Eé n-op-één-re1aties
Wegwijzend
Vertro uwen wekke nd Streetwise Professi o nal als
Professional als
Professional als
A D V IS EUR
C O ACI-l / ME T
I. A AG
PR O J EC T M ATI G
HOOG
Beschikbaarheid
Op afspraak
Gericht
Intensief
professi nals
K A N TOO R
B U U RTN I V EAU
S TR
Waar vindt interactie, ontmoeting plaats?
Stadhuis Vergaderzaal
School Wijkgebouw
Straa t. thuis
\
R
WljKAGE
BI k
T
AT - E
LEEf N I VE
U
b e~chjkba arh ei d. Professionals die dit goed kun nen zijn schaa rs; ze z ij n
voortdurend aan spreekbaar, gaan snel iJl op klachten, kunnen conflic ten sussen, zij n consequent en helder, spreken de taal va n hun doel groep. Maar ze stralen ook gezag Uil, stel len normen. zijn consequent en corrigeren als dat nodig is .
1') 0
Tussen de tegenovergeslelde kwadranten A en D vormen zich de russen velden Ben C. Een groot aantal buurten en ~ l raten bewegen zich in deze kwadranten: we moeten vooral niet doe n of Nederland één g root ach terstandsgebied is. Hel gaat hier, om nog een keer in de metaforen van het vorige hoofdstuk te spreken. om haperingen in het motorbl ok en bel aanzwengelen van de startmotor. Hier gaal het veelal n iet om acti veren (0) of loslaten (A), maar om verleiden en faciliteren (c) of opwek ken en sti muleren (B). Hier komen profession ele in ~trum enten tot hun rech l die nod ig zij n voor empowerment. voor het toerusten V3n burgen; om hun mogel ij kheden het best tOLhun recht te laten ko men. De Ont mocling tusscn professiona ls en bu rgers staat hier voortdurend in het tekcn van het gesprek. de dialoog. eze matri x met de vier typen va n inlCrVel1lies is nog geen topografie. Daa rvoor moeten de cellen verder ingevuld worden. Kan er voor wat betreft de cellen A, B. C en D meer gezegd worden over cl iëntsystemen. bij voorbeeld op individueel niveau en op straat- of buurtn iveau? Hoe ou je de verh ouding tussen burgers en professionals kunnen karakte risere n? Welke competenties en vaardigheden mag je van profess ionals verwachten? In de ta bel op p. 14 8-149 is een poging ondernomen om de topografi e van lokale sociale interventies inhoud te geven. Omdat het onderscheid tu ssen B elJ C vloeiend is. heb ik deze t ussengebieden in een kolom sa mengevoegd . Van lin ks naar rechb verschuift de sit uatie van vo o R BEE LD IG via D OORGAANS tor UtTZ ONDERLl JK. Zo ontvouwt zich een staalkaart van professionele interventies. Alle interventies hebben de burger als objec t en eigen kracht als ui tgangspunt. maa r verschieten van kleur afhan kelijk van de context va n het cliëntsysteem.
Zo'n staalkaart ka n voor beleids makers. bes tuurders, managers en pro fess ionals bijdragen aan een intclbgentcre aansturing van sociaal be leid. Niet op basis van algemene bel eidsclichés, goede bedoelin gen of pretenties, maar op basis van een reële indicatie van wat voor soort handel ingen passen bij welk soort problemen. Dergelijke staal kaarten bieden allerhande mogelijkheden om op be stuurlijk. bele idsmat ig. organisato risch en professioneel n iveau te orde nen en te sturen. Een bestuurder kan bijvoorbeeld zijn stad of buurten daarbin nen in A- . B/c- of D-sferen verdelen . Sterke r. h ij ka n de topogra fi e van wijken zelfs met deze staalkaart in beeld proberen te brengen. r.en manager van een zorg- en welzijnsinstelling ka n z ijn eigen organi satie tegen het licht houden van een dergelijke staalkaart. Hebben wij een aanbod voor alle typen sociale interventie? Moet dat ook? Hebben we de ju i ~te professionele atritudes en co mpeten ties in huis? Een pro ressional kan zijn eigen competenties relateren aan de staalkaart. Waa r staat hij in die topografle, doet hij altijd hetzelfde in aJle situ aties , of heeft hij verschillende strategieën in huis? De consequentie van deze benadering is dat de intervenLies niet lan
ger geli jksoortig zijn. maar afgestemd worden op contexten en si tu a
ties . Dan gaat het niet alleen om de hoeveel heid geld die bij voorbeeld
naar wijken en buurten moet. maar vooral ook om de aard van de pro
fessionele interventies die bijvoorbeeld in achterstandsbuurten van d
g rond moeten komen.
Het aardige van de staalkaart is dat ze een W M o-plattegrond is dü:
iedereen kan gebr u iken; ze introduceert een gids met verwij zÎJlgen en
coördj naten waarmee men zich een weg kan zoeken . Ze biedt een taal
di e niet geschreven is vanui t beleidsmodes of gesproken wordt met po
litieke motieven , maar een taal die zich vorm t of heeft gevorm d vanuit
de context waarin burgers richting geven aan hun leven en van uit pro
fessionele vaardigheden die beschikbaar zijn om dat streve n naar vol
waardig burgerschap. want daar het ui teindelijk toch allemaal om te
doen, te ondersteunen.
15 1