Commissie
*801371* Onderwerp
Registratienummer
MVO als criterium bij treasury
801371 Datum
25 februari 2009 Doel van deze notitie
Auteur
Uitvoering geven aan de op 6 november 2008 aanvaarde motie om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om MVO als selectiecriterium te introduceren binnen het huidige treasurybeleid.
M.C. Rovers
Inleiding
Openbaarheid
Tijdens de Statenvergadering van 6 november 2008 is een motie van GL, VVD en PvdD aanvaard. Hierin is het college opgedragen te onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan om binnen het huidige treasurybeleid MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) als selectiecriterium te introduceren en daarvoor een voorstel ter bespreking aan te bieden in de commissie bestuur. De achtergrond bij de motie was dat binnen het treasurybeleid niet expliciet rekening wordt gehouden met MVO prestaties van financiële instellingen als selectiecriterium en dat uit onderzoek van o.a. de Erasmus Universiteit zou zijn gebleken dat het rendement van duurzaam beleggen tenminste gelijkwaardig is aan het gewone beleggen.
Passief openbaar -----------------------------------
Afdeling/Bureau
FIN -----------------------------------
Portefeuillehouder
Dijksma, H. ----------------------------------Vergadering Commissie Bestuur
23 april 2009 ----------------------------------Agendapunt 10.b.1
Het speelveld
De Wet Fido (financiering decentrale overheden) vormt de begrenzing voor de mogelijkheden die de provincie heeft bij het uitzetten van tijdelijk overtollige financiële middelen. Daarnaast leggende uitvoeringsregeling Ruddo en het eigen treasurystatuut nadere beperkingen. In het kort komt dit er op neer dat de middelen prudent moeten worden weggezet (instandhouding van de hoofdsom staat voorop) en dat belegging in aandelen om die reden niet is toegestaan
Nota Discussie
In bijgevoegde notitie is ingegaan op de mogelijkheden die binnen de regelgeving aanwezig zijn om MVO een rol te geven in het treasurybeleid. De conclusies daarbij zijn: - Binnen het wettelijke kader, de Wet Fido, hebben overheden een beperkte bewegingsvrijheid in het kiezen van beleggingsproducten. Er gelden geen bijzondere bepalingen voor duurzaam beleggen; - Een door de Consumentenbond uitgevoerd onderzoek onder een aantal banken geeft aan dat er wel verschillen zijn tussen banken op het gebied van eerlijk bankieren, sociaal zwakkeren, betalingsverkeer en microkrediet; - De gelijkwaardige rendementen die in het onderzoek van de Eramus Universiteit (i.c. een proefschrift van de heer Derwall) zijn opgenomen zijn gebaseerd op fondsen die louter in aandelen handelen, hetgeen niet past binnen de Wet Fido; - Er is een beperkt aantal MVO- en Fido proof producten op de markt, waarvan de rendementen significant achterblijven bij de tot dusverre door de provincie gerealiseerde rendementen.
Akkoord Akkoord: Portefeuile
Afd.hoofd
Med. FIN/P&O
Secretaris
Bureauhoofd
Prog.manag.
Directeur
Beleidsmed.
Overige
houder
Akkoord: Portefeuil-
Dir. M Afd.hoofd
Medp FIN/P&O
Commissie Registratie
801371 Bladnummer
2
Rol van onze provincie
De provincie is binnen de grenzen die hierboven (zie onder speelveld) zijn aangegeven vrij in de keuze van instellingen en financiële producten. Het vervolg
Bijgevoegde notitie geeft inzicht in de mogelijke rol van het aspect MVO bij uitvoering van de treasurytaak. De conclusie daarbij is dat de mogelijkheden beperkt zijn. Indien geen concessies worden gedaan aan risicobeperking en rendement van de uitzettingen, kan het MVO aspect slechts een meewegende rol spelen bij een keuze tussen biedende partijen die een gelijkwaardige rating en een gelijk rendement offreren. Geadviseerd wordt voor deze lijn te kiezen.
Bijlage bij Nota Discussie 801371
Algemeen: over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). MVO, of duurzaam ondernemen, is gebaseerd op de 3 P’s: people, planet en profit/prosperity. Deze staan voor respectievelijk de sociale, ecologische en economische dimensies van het begrip. Drie overkoepelende criteria die ook vaak met duurzaam beleggen worden genoemd zijn: Environmental, Social en Governance. (ESG) Deze dimensies/criteria dien je weer terug te vinden als geformuleerd MVO-beleid en –doelstellingen binnen je organisatie. Vanuit dit beleid kom je tot MVO-issues van je organisatie. Hieronder staan, als voorbeeld, een aantal MVO-issues. Er wordt niet belegd in: Wapenindustrie Alcohol Tabak Pornografie Gokken In bedrijven die te maken hebben met ernstige milieudelicten. In bedrijven die te maken hebben met corruptie en ongewenste vormen van kinderarbeid en werknemersrechten. De MVO-issues kunnen overigens verschillen per sector. Ook blijkt dat niet alle issues voor de diverse stakeholders (belanghebbenden) even belangrijk zijn. Het hangt samen met ieders specifieke positie en belangen. Wet- en regelgeving; past MVO hierbinnen? Binnen het wettelijke kader, de Wet Fido, hebben overheden een beperkte bewegingsvrijheid in het kiezen van beleggingsproducten. Er gelden echter geen bijzondere bepalingen voor duurzaam beleggen. Uitgangspunten bij MVO-beleggen:
Bijlage
Wel/niet uitbesteden: er wordt, ook bij dit soort uitzettingen, niet gekozen voor het uit besteden van het beheer van het vermogen. Ontbreken van liquiditeitenplanning: wanneer er bijvoorbeeld wordt gekozen voor een duurzaam garantieproduct dan zal er sprake moeten zijn, om enig rendement te behalen, van een (minimale) looptijd voor dit product van 3 tot 5 jaar. Of het bedrag dat hiermee is gemoeid ook voor die periode “gemist” kan worden zal vanwege het ontbreken van een (middel)lange liquiditeitenplanning worden bepaald op basis van de op dat moment bestaande inzichten en niet op basis van een aanwezige planning. Eigen criteria/criteria derden: de inhoudelijke selectie van beleggingsproducten zal niet plaatsvinden op basis van eigen te ontwikkelen criteria maar op basis van de duurzame producten die de financiële instellingen aanbieden. Rendement: als vaststaand gegeven accepteren dat het rendement van duurzaam beleggen gelijkwaardig kan zijn aan dat van conventioneel beleggen. Dit op basis van de uitkomst van verrichtte onderzoeken als onderdeel van het proefschrift van de heer J. Derwall ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. (De economische meerwaarde van duurzaam beleggen en ondernemen) Kanttekening hierbij: De heer Derwall geeft bij deze uitkomst tevens aan dat het opvallend is dat deze rendementen voornamelijk zijn getoetst met behulp van informatie over fondsen die louter in aandelen handelen. Deze toetsen bieden beperkt inzicht voor beleggers die een mix van aandelen en andere vermogenstitels beheren, zoals vastrentende waarden. En juist in aandelen mocht en mag de provincie, op basis van de wet Fido, niet handelen.
Financiële instellingen: Een onderzoek uitgevoerd onder een aantal banken door de consumentbond, waarbij gekeken werd naar de handelswijze van de banken op het gebied van eerlijk bankieren, sociaal zwakkeren, betalingsverkeer en microkrediet, plaatst de Rabobank in de categorie “voorlopers” voor wat betreft het onderwerp eerlijk bankieren. ABN AMRO, ING Bank en SNS Bank zijn “middenmoters” en Fortis wordt als “achterblijver” bestempeld. De BNG en BCM, een 100% dochter van de BNG, vinden het als bank voor het maatschappelijk belang belangrijk hun maatschappelijk betrokkenheid zichtbaar te maken. Zij doen dit bijvoorbeeld door het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met Oikocredit. Oikocredit International is ruim 30 jaar geleden opgericht met als doel ontwikkelingsfinanciering te verstrekken aan mensen in Latijns Amerika, Azië, Afrika en het Midden- en Oost Europa. Vanuit de markt was er behoefte deel te nemen in het Oikocredit fonds. Dit fonds is echter niet Fido-proof. BCM zorgt ervoor dat de inleg hoofdsomgegarandeerd is en daarmee Fido-proof. Ten slotte zijn er de ASN en Triodos, 2 hardcore duurzame banken. Uit hierboven genoemd onderzoek van de consumentenbond blijkt dat deze 2 als enige volledige openheid geven over hun investeringen. Hoewel de Triodos Bank zelf geen rating heeft, dus als bankier geen partner zou kunnen zijn voor overheidsbeleggingen, beheert deze bank wel het zogenaamde Triodos Fido Fonds. Dit fonds is puur als maatwerk ontwikkeld voor een grote gemeente en belegt in obligaties uitgegeven door financiele instellingen met zelf tenminste een A-rating. Als zodanig is het product dan wel Fido-proof. Beleggingsbeperkingen: Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is de afgelopen jaren in onze samenleving in vrijwel alle branches een steeds belangrijker aandachtspunt geworden. Uit een gehouden korte inventarisatieronde op de Nederlandse markt blijkt dat dit aandachtsgebied bij grote en bij specifieke financiële dienstverleners heeft geleid tot het uitbrengen van een, overigens zeer beperkt, aantal aandelenen obligatiefondsen. In enkele gevallen betreft dit dan ook nog fondsen gericht op particuliere belegging waaraan fiscale voordelen in de sfeer van inkomstenbelasting zijn gekoppeld (vrijstelling box3 + verhoging heffingskorting). Vooral de combinatie met fiscale voordelen levert voor die beleggersgroep dan een toch nog acceptabel rendement op.
Bijlage
Rekening houdend met al het bovenstaande zijn er dan in feite maar twee mogelijkheden. Een duurzame (MVO-proof) obligatieportefeuille van instellingen met tenminste een A-rating Een (MVO-proof) beleggingsproduct met garantie op de ingelegde hoofdsom ofwel een duurzaam garantieproduct. De spoeling wordt dan zeer dun.
Concrete MVO beleggingsmogelijkheden voor Flevoland: Het treasury beleid van de provincie Flevoland is gebaseerd op de wet Fido. Het toetsen van de bestaande instellingen en/of fondsen aan de Fido-criteria (iedere uitzetting binnen het fonds heeft bijvoorbeeld minimaal een A-rating) leidt dan tot onderstaande oogst. Instelling
Beleggingsproduct
Triodos Bank Rabo Groen Bank BNG/BCM BNG/BCM
Triodos Fido Fonds **) Rabo Groen Obligatie ***) Oikocredit fonds KMS Absoluut rendement tranche A KMS Absoluut rendement tranche B KMS Absoluut rendement tranche C KMS Relatief rendement tranche 1 KMS Relatief rendement tranche 2 KMS Relatief rendement tranche 3
BNG/BCM BNG/BCM BNG/BCM BNG/BCM BNG/BCM
Behaalde treasury resultaten Flevoland (deposito’s + rek. Courant)
Bijlage
*) = rendement 1e halfjaar 2008 **) = maatwerk ***) = fiscaal gekoppelde voordelen
Rendement 2008
Rendement 2007
Rendement 2006
Kapitaal garantie
Onbekend 2,35% 1,55% 0,80% *)
Onbekend 2,35% 1,55% 3,22%
Onbekend Onbekend Onbekend 2,08%
Ja Ja Ja Ja
-0,99% *)
2,97%
1,40%
Ja
-1,51% *)
2,24%
0,86%
Ja
-0,62% *)
3,49%
1,28%
Ja
-1,98% *)
2,49%
-0,90%
Ja
-2,37% *)
-0,77%
-2,26%
Ja
4,7%
4,5%
3,4%