80 jaar Caritas in België: Ontmoetingsdag Gezond en Wel ?
80 jaar Caritas in België vieren doe je niet alleen. In navolging van de ontmoetingsdag in Mont-Godinne in december 2011, vond op 4 december, in aanwezigheid van Prinses Astrid, in het Provinciehuis in Leuven onder het thema ‘Gezond en wel?’ een ontmoetingsdag plaats tussen organisaties actief in de werkvelden van Caritas. Op deze ontmoetingsdag stond onze gezondheid centraal. Een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid is van het grootste belang voor het vinden van een job, het onderhouden van familie- en vriendschapsbanden, het zorgen voor gezin en kinderen, en zoveel meer. Niet iedereen heeft echter dezelfde kansen om gezond te leven. Hoewel iedereen recht heeft op adequate gezondheidszorg, blijkt uit de praktijk dat voor tal van kwetsbare groepen de weg naar de nodige zorg vol hindernissen ligt. Het aantal mensen dat onder de armoedegrens geraakt, neemt nog toe door de gevolgen van de economische crisis. Voor mensen in armoede liggen de kosten voor aangepaste zorg vaak te hoog, wat resulteert in het uitstellen van een bezoek aan huisarts, aan de tandarts, of van medische ingrepen. Kwetsbare mensen komen daardoor in een nog meer precaire situatie terecht.
Reden genoeg om op zoek te gaan naar de valkuilen voor een goede gezondheid én naar mogelijke oplossingen voor de bestaande problemen. De input hiervoor leek ons best te komen van mensen die dagelijks met deze problematiek geconfronteerd worden: stafmedewerkers, vrijwilligers, maar ook en in de eerste plaats de hulpvragers en begunstigden zelf van de organisaties op het terrein. Zij waren de genodigden van de dag. De dag startte met een uiteenzetting van Prof. Ides Nicaise (HIVA Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving) die ons om te beginnen enkele sombere cijfers meegaf: onderaan de sociale ladder is de gezonde levensverwachting van een jongvolwassene 20 jaar korter dan bovenaan. Terwijl door de crisis de sociale zekerheid aangetast wordt, neemt de gezondheidsarmoede toe. België scoort heel goed wat betreft de toegang tot de gezondheidszorg, in de zin van nabijheid en korte wachttijden. Maar België is geen voorbeeld op het gebied van betaalbaarheid, kwaliteit of gelijkheid. De gevolgen hiervan zijn het stijgend aandeel gezondheidskosten in de uitgaven van gezinnen, het nog steeds toenemend verschil in levensverwachting en het ontstaan van gezondheidsschulden bij gezinnen. De ongelijkheid wordt versterkt door de toename van private aanvullende verzekeringen die zijn weggelegd voor mensen met een degelijk tot zeer goed inkomen (bijvoorbeeld de hospitalisatieverzekering als extralegaal voordeel). Ook hierdoor wordt de kloof met mensen zonder tewerkstelling groter. Ides Nicaise roept op om de gezondheidszorg te vermaatschappelijken in plaats van de armoede te medicaliseren. In de workshops die hierna van start gingen, werd vanuit vijf invalshoeken de link naar gezondheid gemaakt. De bedoeling was om de meest prangende problemen op te lijsten, hiervoor oplossingen en argumenten te zoeken die beleidsmensen kunnen overtuigen. Alle deelnemers kregen de kans om in gesprek te gaan met collega’s en experten om de belangrijkste problemen aan te duiden en samen naar mogelijke oplossingen te zoeken. Workshop Toegankelijkheid van de zorg In deze workshop werd vooral het probleem van afstand tussen mensen in armoede en de hulporganisaties onder de loep genomen. Dit werd geïllustreerd met een organisatie die soep aanbiedt op enkele meters van de deur van het OCMW. Maar toch blijkt het voor de doelgroepen moeilijk om de weg te vinden. Daarom pleiten de deelnemers van deze workshop voor één eenvoudig systeem en een multidisciplinaire eerstelijnszorg zodat iedereen gelijke rechten op zorg heeft. Daarvoor zijn meer middelen (HR, financieel,...) nodig voor het waarmaken van de netwerken tussen OCMW, ziekenfondsen, organisaties, sleutelfiguren, straathoekwerkers, vrijwilligers,... Een investering in een meer mobiele werking 'extra muros' zoals huisbezoeken en het inzetten op vrijwilligers kunnen hiertoe bijdragen. Verder moet iedereen die recht heeft op het OMNIO statuut er automatisch aanspraak kunnen opmaken, zonder dat de persoon in
kwestie zelf een aanvraag moet doen. Informatie moet op maat en op tijd bij kansarme groepen geraken en van nieuwe beleidsmaatregelen zou systematisch hun impact op sociale ongelijkheden bekeken moeten worden. Workshop Migratie Migranten en asielzoekers komen naar België, vaak na een lange weg en met een voorgeschiedenis vol kwetsuren. Ze worden geconfronteerd met lichamelijke, maar vaak ook met geestelijke gezondheidsproblemen, maar hebben het heel moeilijk om wegwijs te raken in en toegang te krijgen tot ons gezondheidssysteem. Twee problemen werden als bijzonder precair beschouwd. Het eerste vormt de toegang tot de gezondheidszorg. De toegankelijkheid van ons systeem moet verbeterd worden voor migranten en vluchtelingen, zonder dat er daarom een ‘apart’ systeem moet opgezet worden. Veeleer werd binnen de workshop gepleit voor administratieve vereenvoudiging, en voor harmonisatie en integratie binnen het regulier systeem, o.m. door doelgerichte preventiecampagnes en door het ondersteunen van de medische en welzijnssector via interculturele bemiddelaars en tolken. Argumenten hiervoor waren duidelijk kost- en tijdbesparing, efficiëntie, maar zeker ook het verminderen van de ongelijkheid op vlak van gezondheid, het bevorderen van de algemene volksgezondheid, het ontwikkelen van expertise, een betere identificatie van de problemen en tenslotte maar vooral: een meer menswaardige en respectvolle benadering. Als tweede grote probleem werd de aanpak van de mentale gezondheid van de migranten naar voren geschoven. Migranten kampen vaak met grote mentale problemen, door traumatische ervaringen waarvoor ze hun land hebben verlaten, of door de situatie waarin ze hier terecht gekomen zijn. Migranten zouden veel meer toegang moeten krijgen tot het reguliere aanbod voor psychische gezondheid en de eerstelijnsgezondheidszorg zou ook de mentale gezondheid in acht moeten nemen. Er wordt veel te snel gemedicaliseerd, vaak door het gebrek aan communicatie en tijd. Ook hier wordt gevraagd naar meer respect voor de persoon: een migrant is geen dossier. Workshop Eenzaamheid Mensen raken, om zeer uiteenlopende redenen, geïsoleerd. Eenzaamheid heeft negatieve gevolgen op geestelijke en lichamelijke gezondheid. De grootste problemen rond eenzaamheid werden als volgt geformuleerd: eenzame mensen worden moeilijk bereikt en kunnen niet altijd adequaat geholpen worden. Daarvoor is een versterking nodig van zowel de verschillende kanalen (middenveld, dienstverlening), als van de samenwerkingsverbanden tussen verschillende kanalen en diensten, en moet meer ingezet worden op vrijwilligerswerk. Hiervoor zijn weinig extra middelen nodig en het isolement van mensen zou op een degelijke manier kunnen worden aangepakt.
Een ander discussiepunt was de onmogelijkheid voor vele ouderen om een positieve keuze te maken voor een woonzorgcentrum, simpelweg omdat hun financiële situatie dit niet mogelijk maakt. Er moet dringend nagedacht worden over drempelverlaging en kostenbeheersing. Belangrijk hierbij, en dit was ook een bedenking vanuit andere workshops, is het duurzame karakter van initiatieven. Pilootprojecten en projectsubsidies worden, na heel wat administratief werk, toegekend voor een jaar of voor enkele jaren. Er komt daarna heel wat administratieve verantwoording bij kijken, en zelfs bij positieve evaluatie stopt de projectsubsidie vaak, om plaats te maken voor een ander pilootproject in een andere setting, en gaat alles wat is opgebouwd opnieuw verloren. Workshop Armoede en huisvesting Mensen in armoede wonen vaak in slecht onderhouden woningen. Vochtproblemen, slechte sanitaire voorzieningen, gebrekkige verwarming. Met alle gevolgen voor de gezondheid. Ziek zijn maakt arm. Een vicieuze cirkel dus. Kwetsbare personen hebben nog veel te weinig toegang tot kwaliteitsvolle woningen. Er bestaat een plan voor 42.000 sociale woningen in Vlaanderen en 5000 in Brussel, maar het wordt niet of veel te traag uitgevoerd. Nochtans blijkt uit een Nederlandse studie dat elke euro geïnvesteerd in huisvesting 2 euro winst oplevert voor de overheid. Mogelijke pistes zijn: leegstaande woningen op de woningmarkt brengen, de taken van de sociale verhuurkantoren uitbreiden, crisishuisvesting en leasingprojecten,… De deelnemers aan de workshop vroegen zich af hoe er zoveel geld beschikbaar kan zijn om een bank te redden maar een investering in huisvesting (die ook opbrengt) niet mogelijk is. Daarnaast moet er veel meer aandacht gaan naar het recht op wonen en het respecteren van de woningcode. Eigenaars kennen vaak veel te weinig de vereisten van de woningcode. Via sensibilisering moet hieraan gewerkt worden en controles moeten zorgen dat de verhouding prijs - kwaliteit bewaakt wordt. Workshop Ouderen 2012 is uitgeroepen tot Europees jaar voor ‘Actief Ouder Worden’ (Active Ageing). Maar wat als de gezondheid niet mee wil? De combinatie gezondheidsproblemen en een klein pensioen brengt meer en meer ouderen in probleemsituaties. Ouderen vormen een kwetsbare groep, zowel wat lichamelijke als geestelijke gezondheid betreft. Er bestaan nog altijd te veel taboes en stereotypen inzake ouderen, mensen met dementie worden te weinig ondersteund en er is op de dag van vandaag een te positieve maatschappelijke visie op thuiszorg en een te negatieve over het verhuizen naar een voorziening (woonzorgcentrum, serviceflat, …).
Toetsen aan het beleid Het uitwisselen in workshops nam de rest van de voormiddag in beslag, en ook nog een deel van de namiddag. Daarna kwamen de groepen terug samen in plenair, en werden de eigen bevindingen gedeeld met de deelnemers aan de andere workshops, én met een panel van beleidsmedewerkers: mensen van studiediensten en kabinetten die een eerste reactie gaven op die bevindingen. Het panel bestond uit Helga Pletzers (Studiedienst CEDER, CD&V), Annelies Debels (Studiedienst Groen!), Stefan Arts (parlementair medewerker CD&V), en Magda De Meyer (Adjunct-Kabinetchef Armoede van het kabinet van Vlaams minister Lieten, sp.a). De vertegenwoordiger van het kabinet van minister Laurette Onckelinx was aangekondigd, maar moest in laatste instantie verstek laten gaan. De panelleden luisterden met veel interesse en betrokkenheid, en met een grote bereidheid om na te denken over initiatieven om de situatie van mensen daadwerkelijk te verbeteren, niettegenstaande het huidige budgettaire korset, en dit zonder te vervallen in partijpolitiek opbod. Vooral aan administratieve procedures kan zonder al te veel kosten gesleuteld worden, en ook een meer proactieve houding – waarbij actief getracht wordt mensen in armoede te bereiken - in plaats van te volstaan met het toekennen van voordelen die men als arme wel zelf moet komen opeisen (cf. het OMNIO-statuut), moet haalbaar zijn. De uitbouw van een toegankelijke en betaalbare zorg, met aandacht voor de meest kwetsbare groepen, blijft de beste garantie op een goede gezondheid voor iedereen, daarover was iedereen het eens. De plenaire sessie in de namiddag werd ook opgeluisterd met verschillende sketches door Improvisatietheater La Muse Gueule. Stukjes gebaseerd op de aangehaalde problemen, gebracht op een humoristische en wat uitvergrote wijze, maar vaak akelig accuraat. Een lach en een traan liggen dicht bij elkaar. Voor Caritas in België was deze ontmoetingsdag niet alleen een verjaardagshappening, maar ook een manier om de vinger aan de pols te houden. De inbreng van mensen met een verschillende achtergrond, uit tal van organisaties waar we op verschillende manieren mee in contact komen en samenwerken, bood een waardevolle staalkaart van problemen en aandachtspunten, maar ook van daadkracht, van enthousiasme en engagement, van creatief en innoverend nadenken en handelen. We wilden na 80 jaar niet achteruit kijken, maar resoluut vooruit: de aangereikte problematieken bieden meer dan voldoende aanzetten om onze werking voor de komende jaren te helpen stofferen. Uit de reacties van de deelnemers bleek dat vooral de uitwisseling tussen stafmedewerkers, experten, vrijwilligers en hulpvragers erg gewaardeerd werd. Het ontmoeten van mensen uit andere organisaties die zich ook dagelijks inzetten om verandering te brengen, geeft energie. Het leren kennen van de situatie aan de andere kant van de taalgrens was voor anderen dan weer het meest interessante van deze dag. Voor de plenaire momenten van deze tweetalige ontmoetingsdag was vertaling voorzien. De rest van de dag werd gerekend op de goodwill van iedereen om elkaar te willen begrijpen. Hoewel dit een extra inspanning vroeg, lukte dit in de meeste gevallen. Een mooi voorbeeld dat taal geen barrière hoeft te zijn. Armoede spreekt vele talen… De dag werd afgesloten
met een feestelijke receptie, een bijkomende gelegenheid voor uitwisseling tussen de verschillende deelnemers.
Bezoek van Prinses Astrid We hadden ook een speciale gast op ons verjaardagsfeest: Prinses Astrid volgde het voormiddagprogramma. Ze woonde de uiteenzetting van Prof. Ides Nicaise en sloot daarna aan bij twee workshops ‘Migratie’ en ‘Toegankelijkheid van de zorg’. De prinses nam uitgebreid de tijd voor een gesprek met Ides Nicaise, en uitte haar bezorgdheid over de sociale gevolgen van de crisis en de budgettaire gevolgen. Tijdens de workshop nam ze actief deel aan de groepsdiscussie, luisterde vol belangstelling naar de aangehaalde problematieken en deed ook een aantal voorstellen. Caritas wil haar in elk geval bedanken voor haar interesse in onze ontmoetingsdag en haar openheid tijdens de workshops.