1
Inhoud Woord vooraf. ............................................................................................................................ 4 1. Inleiding ............................................................................................................................... 5 2. Karakterschets van onze school .......................................................................................... 6 2.1 STAP ........................................................................................................................... 10 2.2 De Kanjertraining ........................................................................................................ 10 2.3 De locatie .................................................................................................................... 11 3. De organisatie van ons onderwijs. .................................................................................... 13 3.1. Schoolorganisatie. ..................................................................................................... 13 3.2. Groepsbezetting 2015 -2016 ..................................................................................... 14 3.3. De activiteiten voor de kinderen. .............................................................................. 15 3.4. Sociaal-emotionele ontwikkeling. ............................................................................. 20 3.5. Computeronderwijs ................................................................................................... 24 3.6. Bijzondere gebeurtenissen. ....................................................................................... 27 3.7. Goede Doelen ............................................................................................................ 29 3.8. Sponsoring ................................................................................................................. 29 3.9. Verzekeringen/aansprakelijkheid. ............................................................................. 30 4. De zorg voor de kinderen. .................................................................................................... 31 4.1. De opvang van nieuwe kinderen in de school. ........................................................... 31 4.2. Toegespitste leerlingenzorg. ...................................................................................... 31 4.3 Toegepaste leerlingenzorg. ........................................................................................ 32 4.4 Zorgteam .................................................................................................................... 34 4.5 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs ........ 35 4.6 Huiswerk...................................................................................................................... 35 5. Personeelsleden. .................................................................................................................. 36 5.1 Taakomschrijving van het team. ................................................................................ 36 5.2 Emaillijst ...................................................................................................................... 37 5.3 Scholing. ...................................................................................................................... 37 5.4 Wijze van vervanging. ................................................................................................ 38 5.5 Stagiaires. ................................................................................................................... 38 5.6 Arbo-zaken. ................................................................................................................ 38 6 De ouders. ......................................................................................................................... 39 6.1 Betrokkenheid van de ouders..................................................................................... 39 6.2 Contacten met de ouders/verzorgers. ....................................................................... 39 6.3 Gescheiden ouders...................................................................................................... 40 6.4 Klachtenprocedure ...................................................................................................... 40 6.5 Inspraak, medezeggenschapsraad en ouderraad ....................................................... 46 6.6 Ouderbijdrage ............................................................................................................. 47 6.7. Buitenschoolse opvang door Sinne kinderopvang ...................................................... 48 7. Terugblik en toekomstplannen ............................................................................................ 50
2
7.1. Terugblik 2014-2015. .................................................................................................. 50 7.2. Plannen 2015-2016. .................................................................................................... 52 7.3 Zorg voor de relatie school en omgeving. .................................................................. 53 7.4 Verwijsindex Fryslân voor kinderen en jongeren die extra zorg nodig hebben. ........ 54 8. De resultaten van het onderwijs. ......................................................................................... 57 8.1 De kwaliteit van ons onderwijs................................................................................... 57 8.2 Kwaliteitsbewaking ..................................................................................................... 57 9. Regeling school‐ en vakantietijden 2015-2016 .................................................................... 59 9.1 Schooltijden ................................................................................................................ 59 9.2 Vakantierooster + Speciale dagen .............................................................................. 59 9.3 Leerplicht en verlofregelingen voor kinderen inzake familieomstandigheden. ........ 60 9.4 Contactpersonen en instanties ................................................................................... 61
3
Woord vooraf. Met deze schoolgids informeren wij u over de inhoudelijke en praktische aspecten van ons onderwijs op de Dr. Algraschool. In de inhoudsopgave kunt u de onderwerpen die in deze gids worden besproken opzoeken. Voor actuele activiteiten die tijdens het schooljaar plaatsvinden verwijzen we u naar de website www.algraschool.nl; de nieuwsbrieven en de communicatie via digiduif geven up-todate informatie. Misschien heeft u na het lezen van deze gids nog vragen. U bent van harte welkom bij de directie voor een gesprek. Tenslotte: een bijzonder woord van welkom aan de ouders die dit jaar voor het eerst met onze school kennismaken. Wij hopen dat u en uw kinderen zich bij ons thuis voelen. Vanaf deze plaats wensen we iedereen een fijn schooljaar toe. Namens het team van de Dr. Algraschool, Cees Joosen directeur
4
1. Inleiding De Dr. Algraschool is een van de 18 scholen die deel uitmaakt van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs (PCBO) in Leeuwarden en omstreken. Het bevoegd gezag berust bij het bestuur van deze vereniging. De eindverantwoordelijkheid is in handen van dhr. H. Greidanus, directeur-bestuurder. U kunt lid worden van de vereniging voor PCBO-Leeuwarden. Via de ledenvergadering hebt u inspraak op het beleid. Ook kunt u in aanmerking komen voor het bestuurslidmaatschap. De directie van de Dr. Algraschool bestaat uit: Cees Joosen, directeur Johan Spoelstra, adjunct-directeur en intern begeleider (IB-er). Carla de Vries, bouwcoördinator groep 1 - 4 Susanne Weistra, bouwcoördinator groep 5 - 8 Naast de ongeveer 25 groepsleerkrachten beschikt de school over een vakdocent muziek ( Peter Dijkstra ) en een conciërge ( Jan van den Berg )
5
2. Karakterschets van onze school Alles beweegt Alles is in beweging. Steeds mondiger mensen (jong en oud), technologische turbulentie en politieke beleidsonzekerheid vormen uitdagende decors waarbinnen onze school de weg uitstippelt naar de toekomst. Hoe gaan we dat doen? Dat weten we niet tot op de komma, maar we hebben wel houvast. Dit document is onze routemap. Ons onderwijs bruist Met de komst van de kennismaatschappij en de digitale wereld verandert de betekenis van kennis en leren voortdurend. We worden geconfronteerd met nieuwe vormen van leren: zelfgestuurd, reflectief, zelfstandig, authentiek en gericht op samenwerking. Daarin zit een belangrijke omslag: van onderwijzen naar leren. door individualisering, Onze kinderen groeien op in een dynamische en snel veranderende samenleving. In toenemende mate wordt ons onderwijs gepersonaliseerd: we stemmen het steeds meer af op de onderwijsbehoefte van de individuele leerling. Elk kind is immers uniek. Personaliseren wordt gekenmerkt door het centraal stellen van de leerling: het goed monitoren van leerresultaten en het daarop aanpassen van leerdoelen en het leerproces. Zo krijgen onze leerlingen onderwijs dat optimaal aansluit bij hun persoonlijke omstandigheden en bij hun ontwikkelingsmogelijkheden. digitalisering en Gebruik van ICT en moderne technologie nemen in onderwijs in snel tempo toe. Het zal een nog groter deel van het (toekomstige ) leven en leren van onze kinderen bepalen: we zullen moeten investeren in de digitale talentontwikkeling in onze school. Welke kennis heb ik nodig, waar vind ik dat en hoe betrouwbaar is die kennis. Sociale media maken al vroeg onderdeel uit van het leven van kinderen. toenemende autonomie. Daarnaast is er een algemene trend in het onderwijs naar meer ruimte voor eigen beleid en verantwoordelijkheid. We worden gestimuleerd op eigen kracht de kwaliteit van ons onderwijs te ontwikkelen en te verbeteren. Er is minder overheidsbemoeienis.
6
Dat vergt kwaliteit, Dat vraagt een goed intern systeem van kwaliteitszorg. De verantwoording over de geleverde kwaliteit ligt bij onszelf. doelgericht zijn en Het werken met gegevens ( observaties en toetsen ) draagt bij aan het op gang komen van leerprocessen: het gaat om doelgericht werken. Systematische evaluatie van leerlingprestaties is belangrijk. persoonlijke dynamiek vanuit Maar kwaliteitszorg is ook een persoonlijke houding van waaruit je samen probeert het elke dag een stukje beter te doen. Omdat je je daarmee op een open, samenwerkingsgerichte manier inzet voor de ontwikkeling van goed onderwijs en de ontwikkeling van leerlingen. Het vermogen in scholen om te leren van en met elkaar is dus erg belangrijk. eigen kracht en kundigheid. Het leren van leerkrachten en leerlingen zien we als sleutelfactor in succesvolle schoolontwikkeling. Het is belangrijk dat onze leerkrachten hun werk als betekenisvol en belangrijk zien en dat we weet hebben van onze eigen kundigheid om daarmee het leren van de leerling te beïnvloeden en te vergroten. We zijn trots op ons werk, Als team voelen ons verbonden met onze leerlingen en onze school. Wij hebben belangstelling voor elk kind en elke volwassene en zetten ons maximaal in. We zijn trots om dit werk te mogen doen. stellen hoge eisen aan ons team, zowel op het terrein van inzet en passie als de deskundigheid en de drang om zich te willen verbeteren. Dat past ook bij de ambitie van onze school. We investeren voortdurend in ons eigen vakmanschap en onze eigen deskundigheid, en werken zo opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van kinderen.
7
ook aan álle leerlingen. Nieuwsgierigheid en positieve ervaringen zijn de basis voor interesse en talentontwikkeling. We stimuleren een onderzoekende houding en actief leren. We hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen. De leerkracht heeft als regisseur van het onderwijsleerproces daarin een belangrijke rol. Voeding halen we uit waarden, We geven vanuit onze christelijke identiteit duidelijke normen en waarden mee: we gaan respectvol met elkaar om, we hebben oog voor elkaar en voor wat ieder nodig heeft. De school als veilige plek met een prettig pedagogisch klimaat. Er is persoonlijke aandacht en bemoediging in het ontwikkelingsproces van en voor ieder kind. Onze kernwoorden zijn: betrokkenheid, verantwoordelijkheid en veiligheid. rijke culturele vorming en Kinderen hebben recht op het beste onderwijs. Daar hoort het ontdekken en ontwikkelen van talenten bij: sport, kunst, muziek, dans , drama en techniek. We zijn een veelzijdige school! Creativiteit neemt op onze school een belangrijke plaats in. sociaal-emotionele groei. We zetten systematisch de Kanjertraining in: we helpen elkaar, we vertrouwen elkaar, niemand speelt de baas, niemand lacht uit en niemand is zielig. Deze groepsgerichte training in de klas helpt kinderen zicht te krijgen óp hun gedrag en leert ze verantwoordelijk te nemen vóór hun gedrag. Ouders doen mee; Als een kind naar school gaat, neemt het de ouders mee. In het hart, in het hoofd maar ook letterlijk. De school doet ertoe voor ouders en andersom: ouders hebben een grote invloed op de schoolcarrière van hun kind. zijn onze partners van wie Ouderbetrokkenheid en goede communicatie zijn dus erg belangrijk. De driehoek ouder, kind en school is essentieel en veronderstelt partnerschap. We willen daarom een actieve en systematische relatie met de ouders onderhouden. we veel verwachten.
8
Wanneer ouders goed betrokken worden bij het schoolgebeuren heeft dit een positieve invloed op de ontwikkeling en het leren van de kinderen. De school verwacht daarom dat ouders actief deelnemen aan schoolactiviteiten, informatieavonden en het leren van de kinderen ondersteunen.
We hebben een visie We respecteren verschillen en laten ons inspireren door onze kernwaarden: gelijkwaardigheid, solidariteit en gemeenschapszin vanuit onze christelijke identiteit. Ons onderwijs is gevarieerd en modern van vorm, inhoud en niveau. We willen de aanwezige talenten van onze kinderen ontdekken en ontwikkelen. We verbinden ons aan de opvatting dat alle kinderen recht hebben op het beste onderwijs. We hebben een missie Dr. Algraschool: een bijzondere en creatieve school voor het beste onderwijs.
9
2.1 STAP De Dr. Algraschool een STAP-school. STAP betekent: STimulering Adaptief Proces. In een groep van gemiddeld 25 leerlingen zijn veel onderlinge verschillen in karakter, aanleg, belangstelling, kennis, vaardigheid en onderwijsbehoefte. Door deze verschillen te respecteren komen we tegemoet aan de drie basisbehoeftes van kinderen: relatie, competentie en autonomie. In een goede relatie en communicatie over en weer met de leerkracht en de klasgenoten worden de drie grondrechten van kinderen gerespecteerd: het recht om te zijn wie je bent; het recht op de dag van vandaag, met nieuwe kansen en mogelijkheden; het recht om fouten te maken. Wie iets nieuws leert of probeert loopt immers het risico dat het niet ( meteen) goed lukt. Met competentie doelen we op het zelflerend vermogen van een kind. Het vertrouwen dat de leerkracht in dit vermogen stelt leidt tot zelfvertrouwen bij het kind. Autonomie duidt op de vaardigheid van kinderen om, door zelf keuzes te maken en door zelfcontrole, het leerproces ( deels) in eigen hand te nemen. Voor het pedagogisch en didactisch handelen leiden deze aspecten ertoe dat er variatie is in leerstofaanbod, leerstrategie en werkvormen.
2.2 De Kanjertraining Wie goed in zijn vel zit kan bergen verzetten. Voorwaarde daarvoor is een veilige omgeving. Ons uitgangspunt op school is respect; als hoofdregel geldt: elkaar niet storen door gedrag, houding of taalgebruik. Om positief gedrag te ontwikkelen en te versterken maken we op school gebruik van de leergang Kanjertraining. De Kanjertraining gaat ervan uit dat een goede opvoeding zich richt op fundamenteel menselijke waarden, zoals liefde, vertrouwen, mededogen, toewijding, verantwoordelijkheid en betrokkenheid in de breedste zin van het woord. We hebben 5 uitgangspunten: we helpen elkaar, we vertrouwen elkaar, niemand speelt de baas, niemand lacht uit en niemand is zielig. We zorgen daarmee op een effectieve manier voor een veilig klimaat waarin leerlingen respectvol met elkaar omgaan. De Kanjertraining blijkt effectief zelfwaardering te verbeteren en problemen zoals pesten te verminderen. Het Kanjeradvies systeem zal per 1 augustus 2014 door de onderwijsinspectie worden gebruikt om de sociale competenties van kinderen te kunnen meten (indicator 1.5). Kanjertraining effectief? De Kanjertraining is erkend als effectief. De Kanjertraining is sinds 14 oktober 2013 erkend als Effectief (volgens goede aanwijzingen) in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI). 10
2.3 De locatie In 1982 is de Dr. Algraschool gestart. Inmiddels telt de school plm. 370 leerlingen en 25 medewerkers. Het gebouw heeft een centrale ruimte (Het Trefpunt), 16 lokalen en een speellokaal. De gymzaal naast de school huren we van B.V. Sport Leeuwarden. Tegenover de Dr. Algraschool is de kinderopvang de Tovertuin van Sinne/SKL (Stichting Kinderopvang Leeuwarden) gehuisvest. Het hart van de school wordt gevormd door de gemeenschappelijke ruimte Het Trefpunt. In deze ruimte vinden diverse gemeenschappelijke activiteiten plaats: vieringen, ouderavonden, handenarbeid etc. Vanuit dit punt vinden de leerlingen hun lokaal in de eigen unit: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Ook de units worden gebruikt als werkruimte voor de aangrenzende groepen. Elke unit heeft een eigen fietsenstalling en een eigen ingang met garderobe en toiletten. Omdat de school midden in de wijk ligt is deze van alle kanten goed bereikbaar. Voor de kinderen die wonen buiten de ring Anne Vondelingweg – Grovestins – Schierstins – Camminghaburg is er net voldoende ruimte om de fiets in de stallingen te zetten. Het is dus uit praktische overwegingen dat we onze leerlingen die binnen de cirkel wonen vragen om lopend naar school te komen. Vooral rond de begin- en eindtijden van de school is het vaak erg druk. U kunt zich voorstellen dat dit gevaarlijke situaties kan opleveren. Geparkeerde auto’s maken het nog onoverzichtelijker. Daarom vragen we ouders om de auto bij het winkelcentrum of de Parkflat te parkeren. Laten we er samen voor zorgen dat het veilig is en blijft.
11
12
3. De organisatie van ons onderwijs. 3.1. Schoolorganisatie. Continurooster Vanaf vorig schooljaar werken we, net als de andere scholen in Camminghaburen, met het continurooster. Dit betekent dat de schooltijden in alle 8 groepen gelijk zijn: van 8.30 tot 14.00. De kinderen eten op school en hebben tussen de middag een half uur pauze. Na 14.00 is er de mogelijkheid om via naschoolse arrangementen ( Sinne/SKL ) gebruik te maken van naschoolse opvang. Via de Brede schoolkalender worden ook diverse activiteiten: kosteloos en betaald, aangeboden. De pauzetijden middenbouw zijn: 10.15 - 10.30 uur en 12.15 – 12.30 uur ( buiten ) De pauzetijden bovenbouw zijn : 9.55 – 10.10 uur en 11.55 – 12.10 uur ( buiten )
De groepssamenstelling wordt gevormd door middel van een driedeling: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. De onderbouw is bestemd voor de groepen 1 en 2. Zij beschikken naast hun eigen lokaal ook over een eigen speellokaal in unit A. De groepen 3, 4 en 5 vormen de middenbouw; zij maken gebruik van unit B en een deel van unit C. De bovenbouw, de groepen 6, 7 en 8 zijn gehuisvest in unit C. Vanwege het aantal leerlingen worden er veel parallelgroepen gemaakt. Soms is de organisatie ingewikkelder en kunnen er combinatieklassen ontstaan. groepen
leeftijden
aantal
groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 4/5 groep 5 groep 6 groep 7/8 groep 7 groep 8 groepen
4 – 5 jaar 5 – 6 jaar 6 – 7 jaar 7 – 8 jaar 7-8-9 jaar 8 – 9 jaar 8 – 10 jaar 9 − 12 jaar 9 – 10 jaar 11-12 jaar leeftijden
2 2 2 1 1 1 2 1 1 1 aantal
13
3.2. Groepsbezetting 2015 -2016 Groep 1A
Gerda Weiland-Tiemersma Yvonne Oost
Groep 1B Groep 2A
Jeltsje van der Galien Jantine vd Wal
Groep 3A
Trynke Bosgraaf Trynke Bosgraaf Tjitske van Akker Titia van Beijeren
Groep 3B
Renée Huizinga Marie Hoeksema
Groep 2B
Groep 4A
Groep 4B/5B
Ruben van Vliet Aafke Meinsma-Hiemstra Carla de Vries
Groep 5A
Marlies van Slobbe Tineke ter Horst Annarein Dijkhuis
Groep 6A
Renée Huizinga Anja Nagel
Groep 6B
Foekje Steringa Anneke Jonker
Groep 7B
Marianne Woudstra Monique Tromp
Groep 7A/8B Groep 8A
Ruben van Vliet Anne-Joleyn Kolk Susanne Weistra Ruben van Vliet
Maandag en dinsdag Donderdag en vrijdag Woensdag om de beurt Maandag t/m vrijdag Maandag , dinsdag en woensdag Donderdag en vrijdag Maandag Dinsdag t/m vrijdag Dinsdag, woensdag en donderdag Maandag en vrijdag Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Woensdag Maandag en vrijdag Dinsdag, woensdag en donderdag Maandag t/m woensdag Donderdag en vrijdag Maandag t/m woensdag en vrijdag donderdag Maandag, dinsdag en woensdag Donderdag en vrijdag Maandag, dinsdag, woensdag en donderdag Vrijdag Dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag Maandag Maandag t/m vrijdag Maandag, woensdag, donderdag en vrijdag Dinsdag
14
3.3. De activiteiten voor de kinderen. In de wet staat beschreven in welke vakken de leerlingen les moeten krijgen. Bovendien heeft de minister voor elk vak kerndoelen aangegeven. Deze lijst van kerndoelen ligt op school ter inzage. Om die kerndoelen te bereiken zijn er passende methodes uitgekozen. Regelmatig worden nieuwe methodes aangeschaft die uiteraard aansluiten op de kerndoelen. De leerstof biedt de kinderen een scala aan vak-, vormings- en ontwikkelingsgebieden. Dit schooljaar krijgen we een nieuwe taalmethode. Alle kinderen hebben vanaf komend schooljaar dezelfde schooltijden: elke dag van 8.30 tot 14.00. uur
3.3.1. Werkwijze in de onderbouw. De werkwijze in de groepen 1 en 2 verschilt enigszins van die in de midden – en bovenbouw. Dit concept komt ( mede ) tot uiting in de inrichting van de lokalen. De kleuters werken voornamelijk vanuit de kring. Zowel de ochtend als de middag wordt in deze kring begonnen en afgesloten. Rond 10.00 uur wordt de kring gevormd ten behoeve van de fruitpauze. Voor werken en spelen maken de kinderen gebruik van de tafels, de hoeken, het speellokaal en het schoolplein. In de onderbouw wordt veel tijd besteed aan gewoontevorming en sociaal-emotionele vaardigheden. Het “leren” vindt vaak plaats door middel van spel. Vaardigheden worden ontwikkeld aan de hand van verschillende thema’s. Er wordt veel aandacht geschonken aan de taalontwikkeling d.m.v. voorlezen, het leren van opzegversjes en het aanbieden van (prenten)boeken. Ook maken we gebruik van de methode Schatkist. De methode De wereld in getallen geldt als richtsnoer voor de rekenontwikkeling. Het kleuterplein en het speellokaal zijn heel geschikt voor de lichamelijke ontwikkeling. Voor het speellokaal zijn ballet- of gymschoenen verplicht. Deze blijven op school hangen in de door de school verstrekte tasjes voorzien van naam en groep. De vorderingen van elk kind op het gebied van sociaal- emotionele ontwikkeling, motoriek en de taal- en rekenontwikkeling worden bijgehouden in het CITO L.O.V.S. (Leerling Volg Systeem ). Zie hiervoor ook blz. 35. Daarnaast maken we gebruik van DORR (dagelijks observeren, registreren en rapporteren).
15
3.3.2. Werkwijze in de midden- en bovenbouw ( groep 3 – 8). De leerstof wordt verdeeld over 5 onderwijsvakgebieden. De beschikbare lesuren kennen de volgende verdeling: A. Bijbelonderwijs – 5%. B. Basisvaardigheden – 50%. C. Wereldverkenning – 15%. D. Expressievakken – 25%. E. Lichamelijke ontwikkeling – 5%. Groep 1 Godsdienst 2.00 Zintuiglijke Ontwikkeling 5.45 Rekenen 3.15 Taal 3.30 Frysk 0.30 Lezen Engels Schrijven Wereldoriëntatie Expressie 2.00 Sociale redzaamheid 1.45 Lichamelijke oefening 6.15 Pauze 2.30
2 2.00 5.45 3.15 3.30 0.30
2.00 1.45 6.15 2.30
3 2.00
4 2.00
5 2.00
6 2.00
7 2.00
8 2.00
4.30 5.00 0.30 4.00
4.00 6.30 0.30 4.15
5.00 5.00 0.30 3.00
4.45 6.00 0.30 2.15
1.45 2.15 2.00 1.30 1.30 2.30
1.00 1.45 2.15 1.15 1.30 2.30
1.00 3.30 2.00 1.30 1.30 2.30
1.00 4.00 2.00 1.00 1.30 2.30
5.30 5.30 0.45 1.30 1.00 0.30 3.30 2.00 1.15 1.30 2.30
5.30 5.30 0.45 1.30 1.00 0.30 3.30 2.00 1.15 1.30 2.30
16
A. Bijbelonderwijs.
Doelstelling: de leerlingen vertrouwd maken met de boodschap van de Bijbel. De methode: Kind op maandag. Middels verhalen, gebed en liederen worden diverse thema’s besproken. De thema’s geven aanleiding tot gesprek en persoonlijke vorming Elke maand wordt er een viering georganiseerd door een wisselende groep kinderen. Met Kerst is er een kerstviering, in school of in het kerkelijk centrum De Schakel. Om de beurt wordt deze kerstviering uitgevoerd door de onder-, midden- of bovenbouw. Hierbij zijn de ouders van harte welkom. In samenwerking met de predikant worden twee schoolkerkdiensten gehouden. De kinderen doen actief mee in deze dienst.
B. Basisvaardigheden. Onder de basisvaardigheden vallen verschillende vakgebieden. Deze vakken zijn wettelijk verplicht. Deze zijn: rekenen, taal, lezen, Fries, Engels en schrijven. In het kort vindt u hieronder de beschrijving van de doelstelling en de leerweg ( lees: de methode). Bij al deze vakken wordt de computer ingezet als onderwijs- en leerinstrument. Rekenen. Doelstelling: het toepassen van ordeningssystemen, bijvoorbeeld hoeveelheden, tijd en gewichten. De methode: de Wereld in getallen biedt de meeste rekenkundige problemen in concrete situaties aan. De leerstof is verdeeld over 8 blokken. Na elk blok volgt de leerstof gebonden toets. Nederlandse taal. Doelstelling: het ontwikkelen van de taalvaardigheid met het accent op het gebied van luistervaardigheid, mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid ( o.a. spelling) en het stimuleren van inventief, creatief en vindingrijk taalgedrag. Methodes: V.L.L. (voor groep 3 ) en Taalverhaal (voor groep 4 – 8 ). Veilig Leren Lezen is een gecombineerde taal - leesmethode. In 12 kernen wordt stap voor stap het technisch lezen aangeboden. Het begrijpend lezen vormt een integraal onderdeel van deze methode. De methode gebonden toets aan het eind van elke kern geeft een helder overzicht van de ontwikkeling. Lezen. Doelstelling: het vergroten van de communicatiemogelijkheden d.m.v. technisch en begrijpend lezen. Methode aanvankelijk lezen voor groep 3: Veilig leren lezen.
17
Methode voor voortgezet lezen voor groep 4 – 8: Lekker lezen. Aan de hand van de scores van de CITO-toets worden de kinderen naar niveau ingedeeld in kleine groepen. De 12 dubbele leesboeken hebben elk een eigen werkboek. Methode voor begrijpend lezen voor groep 4 – 8: Tekstverwerken. Met deze lessenserie wordt het begrijpend en studerend lezen in 5 blokken aangeboden, gevolgd door de leerstof gebonden toetsen.
Fries. Doelstelling: het ontwikkelen en uitbreiden van de taalvaardigheid via de domeinen attitude, verstaan, lezen, spreken en schrijven. Methode groep 3: In noas mei poatsjes. Methode groep 4 – 8: Studio F. Zowel Friestalige als Nederlandstalige kinderen worden op maat bediend: de methode werkt met vier niveaus. De leerstof is verdeeld over 8 thema’s en na elke 2 blokken volgt een leerstof gebonden toets. Engels. Doelstelling: het ontwikkelen en uitbreiden van de communicatieve vaardigheden in het Engels: luisteren, spreken, lezen en schrijven. Methode groep 7/8: Take it easy. In de komende periode gaan we dit stap voor stap uitbreiden. Schrijven. Doelstelling: het ontwikkelen van een persoonlijk, leesbaar handschrift. Methode: Pennenstreken. De schrijfwijze van de letters wordt aangeleerd in de werkboeken met hulplijnen. In groep 3 gebruiken we voornamelijk het potlood. Vanaf groep 4 werken de kinderen stapsgewijs steeds meer met een ballpoint. C. Wereldverkenning.
Doelstelling: het ontwikkelen van kennis en vaardigheden ten behoeve van de ordening van tijd en ruimte. De deelgebieden geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en verkeer komen deels apart, deels in onderlinge samenhang aan de orde. Methode aardrijkskunde en geschiedenis groep 3/4 : Doeboek Naut/Meander/Brandaan Methode geschiedenis groep 5 – 8: Brandaan. Methode aardrijkskunde groep 5 – 8: Meander. De werkwijze komt overeen met de geschiedenismethode. De methode biologie groep 3 – 8: Natuur Buitengewoon. Deze leergang bevat per leerjaar 8 thema’s. Elk onderwerp wordt afgesloten met een leerstof gebonden toets. Ook de schooltelevisie-uitzendingen maken deel uit van het leerstofaanbod.
18
Methode Rondje Verkeer voor groep 3 bestaat uit 7 onderwerpen. Praatplaten en kopieerbladen begeleiden de leerstof. Methode Verkeerseducatielijn van Veilig verkeer Nederland voor groep 4-8. Per leerjaar komen er 8 bladen uit, variërend van Stap vooruit, Op voeten en fietsen en de Jeugdverkeerskrant. Het theoretisch examen wordt in groep 7 afgenomen; het praktisch examen volgt in groep 8.
D. Expressievakken.
Doelstelling: het ontwikkelen en uitbreiden van de verschillende mogelijkheden tot het uitbeelden van de creativiteit. Werkwijze: - Creatieve verwerking van de lesstof; - Specifieke ontplooiing van de deelvakken tekenen en handvaardigheid, dramatische expressie, dansante vorming en muziek. We hebben een samenwerkingsovereenkomst met Kunstmenu. Wegens sluiting van Parnas is de vormgeving veranderd. Er worden vanaf schooljaar 2012-2013 cultuurcoaches ingezet. In 8 jaar basisschool krijgen de leerlingen alle disciplines van kunst & cultuur aangeboden. De muzieklessen worden verzorgd door onze vakdocent muziek, Peter Dijkstra. Het instrumentaal project voor de groepen 4 – 8 bestaat uit het leren spelen op de melodica, de djembé, het keyboard en de gitaar. Deze instrumenten worden door de school in bruikleen gegeven. Naast deze lessen onder de reguliere schooltijd is het mogelijk om op een aantal middagen extra muzieklessen te volgen op verschillende muziekinstrumenten. E. Lichamelijke ontwikkeling.
Doelstelling: het ontwikkelen van motorische vaardigheden en sportief gedrag. Werkwijze: Groep 1-2: iedere dag kunnen de kleuters in het speellokaal of op het plein oefenen in motorische vaardigheden. Dit vindt plaats door spel en gymtoestellen. Groep 3-8: tweemaal per week wordt er een gymles van 45 minuten gegeven. Dit vindt plaats in de gymzaal of op het speelveld in het parkje achter de school. Deze lessen worden gegeven door studenten van de Friese Poort onder toezicht van een daarvoor gediplomeerde groepsleerkracht. Er is elke week één toestelles en één spelles. Uitgangpunt vormen de methode Basislessen Bewegingsonderwijs (toestellen en spel) en een set bewegingskaarten.
19
3.4. Sociaal-emotionele ontwikkeling. In de vorige hoofdstukken is aandacht besteed aan het ontwikkelen en uitbreiden van kennis en vaardigheden. Voor een goed toekomstperspectief is ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van belang: wie ben je, hoe gedraag je je en hoe ga je om met anderen en met je omgeving. De hoofdregel luidt: we storen elkaar niet door gedrag, houding en/of taalgebruik. Als instrument wordt in alle groepen de methodiek van de Kanjertraining toegepast. Op de site van de school vindt u hierover meer informatie. Tevens verwijzen we graag naar de website www.kanjertraining.nl. Viseon, het volginstrument voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, stelt de leerkrachten in staat om het functioneren van de leerlingen systematisch te volgen. Hierin wordt de informatie verwerkt die verkregen is door observaties in de klas, gesprekken met leerlingen en/of ouders en het sociogram. Het pleinschrift is bedoeld als geheugensteuntje om incidenten rond de pauzes te noteren. Bij ( herhaald ) pestgedrag hanteren wij een pestprotocol; dit ligt op school ter inzage. Pestprotocol
Met dit pestprotocol willen alle betrokkenen bij de Dr. Algraschool laten zien dat:
Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig mogen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen We door regels en afspraken zichtbaar te maken, het mogelijk maken dat kinderen en volwassenen, elkaar aan kunnen spreken op het naleven van deze afspraken We door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, we alle kinderen in de gelegenheid stellen om met veel plezier naar school te gaan Dit protocol wordt uitgevoerd door leerkrachten en is goedgekeurd door MR en directie.
20
Preventief pestbeleid De Dr. Algraschool vindt een goed pedagogisch klimaat zeer belangrijk. Dat uit zich in aandacht voor normen en waarden die we vanuit onze christelijke identiteit belangrijk vinden. We werken hier met de Kanjertraining. We vinden dat ons pestprotocol daarom in samenhang met de Kanjertraining moet worden opgesteld. Het pestprotocol ligt ter inzage in de personeelskamer en wordt bij de start van ieder schooljaar per groep aan de orde gesteld., zoals bij de informatie avond voor de ouders. Vanaf groep 1 werken we met dezelfde regels vanuit de Kanjertraining. Deze basisregels worden aan het begin van ieder schooljaar uitvoerig in de klas besproken. Helaas komt pesten voor op iedere school, dus ook bij ons. Hoe gaan wij daarmee om op school? Begripsomschrijving De definitie van pesten: Pesten op school is het systematisch psychisch en/of fysiek mishandelen van één of meerdere groepsgenoten of andere kinderen die niet in staat zijn zichzelf te verdedigen. Voorbeelden van specifiek pestgedrag: verbaal geweld, fysiek geweld, intimidatie, isolatie, stelen of vernielen van bezittingen. Het verschil tussen pesten en plagen Je hebt pesten en plagen. Het verschil daartussen is groot. Kinderen die elkaar plagen, kunnen elkaar wel aan. Nu eens plaagt de één, dan weer de ander. Een geplaagd kind kan terugplagen. Na een tijdje maken ze het samen weer goed. Je kunt elkaar ook plagen voor de gein. Tegen af en toe geplaagd worden, moet je kunnen. Je hebt zelfs leuke en vriendelijke plagerijtjes. Bij pesten is dat anders. Pesten is altijd gemeen. Als er wordt gepest, is het ene kind altijd sterker dan de ander. Het ene kind heeft grotere spierballen, een grotere mond of meer invloed. De één wint dus altijd en het andere kind is altijd de verliezer. Pesten gebeurt nooit zomaar een enkel keertje. Een kind dat wordt gepest, is steeds het mikpunt. Daarom is pesten nooit leuk. Pesten komt voor in het gezin, op school en in de buurt. Hoe willen we met pesten omgaan op de Dr. Algra school? Op school werken we met de Kanjertraining. Alle leerkrachten van onze school zijn hiervoor gecertificeerd. In groep 1 tot en met 8 wordt gedurende het hele schooljaar les gegeven in het kader van de Kanjertraining. Het is de bedoeling dat alle leerkrachten die 2 dagen of
21
meer lesgeven op onze school de Kanjertraining volgen. Is dit niet mogelijk, dan neemt de duo collega deze lessen voor zijn of haar rekening. De Kanjertraining wordt zo in onze hele school gewaarborgd. Ook wordt “de kanjertaal”, de manier van elkaar aanspreken passend bij de Kanjertraining, op de hele school gebruikt. Daarnaast hebben we schoolregels die regelmatig in de groepen worden besproken. Deze regels of afspraken zijn bekend bij alle leerkrachten en leerlingen. Zo blijft de doorgaande lijn gewaarborgd. De “stopmethode”, (zoals “houd daarmee op, dit vind ik niet leuk” benoemen) wordt regelmatig met de leerlingen besproken en we vinden het belangrijk de kinderen positief te benaderen. Liever werken met complimenten dan met straf. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, omgaan met verschillen, rollen in een groep en aanpak van ruzies komen regelmatig in de Kanjertraining aan de orde. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende werkvormen, zoals kringgesprekken, het voorlezen of vertellen van verhalen, rollenspelen en dergelijke. Het voorbeeld van de leerkrachten en ouders thuis is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar worden uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Alle betrokkenen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Wij volgen de leerlingen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling door twee keer per jaar de Viseon lijsten in te vullen. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het toetsrooster. De resultaten van Viseon worden door de groepsleerkrachten geanalyseerd en besproken met de IB’er. Indien nodig wordt er gebruik gemaakt van individuele handelingsplannen of groepsplannen. Bij het oplossen van conflicten gaan we uit van “win-win” oplossingen. Deze vorm van werken geeft aan dat we allemaal verschillend (mogen) zijn. Conflicten horen erbij en geven je de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen. Dit betekent dat wij kinderen de kans geven zelf hun conflicten op te lossen. De leerkracht neemt een neutrale, leidende positie in. De oplossing van een conflict moet in een redelijke mate tegemoet komen aan de wensen van alle betrokkenen. Als de oplossing voor beiden goed is, spreken we van een “win-win” situatie. Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen in samenwerking met elkaar voor de bewaking van een goed pedagogisch klimaat, waarbij de nadruk wordt gelegd op “goed gedaan” en het geven van complimenten.
22
Uitgangspunten 1. Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroepen brengen we de kinderen dit al bij: “Je mag niet klikken…., maar als je wordt gepest of als je ruzie hebt met een ander en je komt er zelf niet uit, dan mag je hulp aan de leerkracht vragen”. Dit wordt niet gezien als klikken. 2. Tweede stelregel is dat een medeleerling ook verantwoordelijkheid heeft om pesten of agressief gedrag (bij de leerkracht) aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. 3. Derde stelregel is samenwerken zonder bemoeienissen. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Ook ouders hebben dus de verantwoordelijkheid om een pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school toekomen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen! Bij problemen van pesten of agressie zullen de leerkrachten en directie hun verantwoordelijkheid nemen en overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van school.
Schoolregels en schoolafspraken op de Dr. Algraschool De belangrijkste afspraak met betrekking tot het pesten is: Word je gepest, praat er thuis en op school over. Je mag het niet geheim houden!!! Binnen onze school hanteren wij de regels die horen bij de Kanjertraining: 1. 2. 3. 4. 5.
WE VERTROUWEN ELKAAR WE HELPEN ELKAAR NIEMAND LACHT UIT NIEMAND SPEELT DE BAAS NIEMAND IS ZIELIG
Deze afspraken gelden voor de hele school, maar ook daarbuiten.
23
3.5. Computeronderwijs. Op de Dr. Algraschool is ICT geen opzichzelfstaand doel. ICT wordt toegepast vanuit een brede onderwijskundige visie op goed onderwijs. In ons koersdocument zijn onze opvattingen t.a.v. ICT opgenomen. ICT maakt integraal deel uit van ons onderwijs. Technologie en nieuwe komen steeds nadrukkelijker voor in ons lezen. Er is een overvloed aan informatie beschikbaar en de ontwikkeling van technologische hulpmiddelen gaat razend snel. Het vermogen om hier mee om te gaan en gebruik van te kunnen maken, zowel in een persoonlijk als in een professioneel verband, vraagt van mensen een scala aan elementaire ict-, en media-vaardigheden. Op de Dr. Algraschool wordt ICT door de collega’s ingezet ter verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van de lessen en het in kaart brengen van de ontwikkelingen van leerlingen.
Onze kernpunten: o
o
o o
o o
o
De leerkracht gebruikt de computer/tablet en het digitaal schoolbord als onderwijsmiddel om een les voor te bereiden, te geven en te evalueren. Computers/Tablets worden gebruikt ter remediëring en verdieping van de lesstof door het gebruik van educatieve websites en software. De lesstof wordt regelmatig verwerkt met behulp van computers en tablets. Leerlingen en leerkrachten werken samen aan 21ste eeuwse vaardigheden. ICT maakt deel uit van High Performance Schools. Software wordt effectief ingezet bij de verschillende vakgebieden. Het gebruik van de computer binnen het taal-, reken en leesonderwijs met als doel om kwaliteitsverbetering te realiseren. Het gebruik van computers/tablets voor de administratie
24
Leerdoelen leerlingen: In de onderbouw (1 t/m 4) - Leren omgaan met interactieve programma’s - Wat mag je wel of niet op de computer (computerregels) In de middenbouw (5 en 6) - Werken met USB-sticks - Het leren werken met Word en Powerpoint (bij de werkstukken) - Een tekst leren opslaan, afdrukken en bewerken - Een webpagina opvragen - Elektronisch informatie opzoeken in databanken en internet - Kritisch omgaan met bronnen op internet In de bovenbouw (7 en 8) - Werken met opmaaktechnieken en dit verder uitbreiden (Powerpoint) - Een tekst opslaan, laden en afdrukken - Elektronisch informatie opzoeken in databanken en internet - Leren omgaan met elektronische informatie en verwerking daarvan - Leren omgaan met interactieve programma’s en websites - Kritisch omgaan met bronnen op internet
Er wordt gebruik gemaakt van de software voor educatieve doeleinden. In vogelvlucht noemen we hierbij: Schatkist en DORR voor groep 1-2; Veilig leren lezen voor groep 3; De wereld in getallen voor alle groepen; Bloon voor groep 4-8; Taalverhaal.NU voor groep 4-8. Los van deze methodegebonden software is ook de nieuwste versie van Ambrasoft Schoolpakket beschikbaar. Dit is een totaalpakket voor rekenen en taal en bevat een scala aan ondersteunende en verrijkende mogelijkheden. Onze school heeft een snelle internetverbinding; daardoor komen de mogelijkheden van het internet voor alle leerlingen ter beschikking. Voor het verantwoord gebruik van het internet is een internetprotocol opgesteld. Mocht een leerling zich niet aan de regels houden dan verliest hij/zij het recht om internet te gebruiken gedurende (een deel van) het schooljaar. De ict-coördinator Ruben van Vliet is via e-mail bereikbaar op onderstaand adres:
[email protected]
25
3.5.1. Digitale schoolborden. Het vertrouwde krijtschoolbord is al enige tijd ingeruild voor de digitale variant. Met dit bord kan met één druk op de knop het beeld veranderen in een bord met lijnen, ruiten, notenbalken, breukstaven of tijdbalken. Bovendien kan het digitale bord fungeren als televisie, cd-speler, atlas of filmdoek. Bij de lessen maakt de leerkracht gebruik maken van websites, software, filmpjes, muziekfragmenten, interactieve teksten, presentaties enz.. Ook is het mogelijk om instructies, die op het bord zijn gemaakt, op te slaan en later weer op te roepen. Afgelopen schooljaar hebben we vier prachtige grote touchscreens aangeschaft voor de groepen 1 t/m 4. Hier wordt enthousiast gebruik van gemaakt. 3.5.2. Gebruik beeldmateriaal. Van een aantal activiteiten in de school worden foto’s gemaakt. Deze foto’s kunt u bekijken op de site (mijnalbum.nl en nieuws.algraschool.nl) en regelmatig op onze Facebook pagina (facebook.com/Algraschool). Misschien staat ook uw kind op een van deze beelden. Mocht u daar als ouder/verzorger bezwaar tegen hebben dan kunt u dat schriftelijk of via de mail laten weten. De betreffende foto’s zullen dan zo spoedig mogelijk van de site verwijderd worden. 3.5.3. Disclaimer. Op onze site vindt u bij Informatie een disclaimer. Het is van belang dat u kennis neemt van deze info. De website van onze school is namelijk uitsluitend bedoeld als naslagwerk en informatievoorziening voor de doelgroep ouders en belangstellenden. Als er sprake is van enige uitleg of advies op deze site heeft dit uitsluitend een algemeen karakter en is dus niet gericht op een specifieke situatie. Hoewel de informatie op onze website zo zorgvuldig mogelijk is samengesteld kunnen we geen garantie geven dat deze juist en/of volledig is en/of blijft.
26
3.6. Bijzondere gebeurtenissen. Bij de start van het nieuwe schooljaar ontvangt u een volledig overzicht van de activiteiten in onze schooljaarkalender. Met deze planning in de hand ( en op de website ) heeft u een leidraad voor de schooldagen, studiedagen, vakanties en variabele activiteiten. Het rooster voor de gymlessen ontvangt u in de eerste week via de nieuwsbrief. Een paar highlights uit de lijst: Kinderboekenweek. Sommige leerlingen uit groep 7/8 doen mee aan de voorleeskampioenschappen en/of zitten in de kinderjury. Groep 6/7 gaat naar het Rijksmuseum. Doorlopende Kunstmenu activiteiten. Sinterklaasfeest: onze Kindervriend is er elk jaar weer bij! Schoolschaatsen – voor de groepen 5/6 De schoolreisjes. De kinderen van de groepen 1-7 gaan één dag op stap; de leerlingen van groep 8 gaan naar Ameland voor een driedaags kamp. Afscheidsfeest. Aan het einde van het jaar wordt voor de leerlingen van groep 8 een spetterend afscheidsfeest georganiseerd. Schoolslagbaltoernooi – voor de leerlingen van de groepen 7/8. Schoolvoetbaltoernooi – voor de leerlingen van groep 7/8. Voor sommige van deze activiteiten roepen we de hulp in van de ouders. Via de digiduif ontvangt u daarover nadere informatie. 3.6.1. De schoolfotograaf. Eénmaal per twee jaar komt de schoolfotograaf op school. Van alle kinderen en alle groepen worden dan foto’s gemaakt. De eerstvolgende sessie vindt plaats in het schooljaar 20162017. Een uitzondering wordt gemaakt voor de leerlingen van groep 8: zij krijgen als afscheidscadeau een groepsfoto aangeboden door het bestuur. 3.6.2. De schoolarts. Alle leerlingen van groep 2 en groep 7 worden door de schoolarts uitgenodigd voor een controle. Voor een vervolgonderzoek kunnen de leerlingen van de overige groepen ook in aanmerking komen. Bij deze controles staan de groei en de zintuiglijke ontwikkeling centraal. Dit “consult” vindt op school plaats, binnen de reguliere lesuren.
27
3.6.3. Luizencontrole. Het kan iedereen overkomen: luizen in je haar. Heel vervelend maar geen schande. Wel is het van belang om het probleem direct aan te pakken. Daarom vinden er regelmatig luizencontroles plaats door een aantal goed geïnstrueerde ouders. Voor een grondige controle is het handig als het haar pas gewassen is en er geen gel in zit. Liever ook geen vlechtjes, ingewikkelde staarten en/of speldjes. Wanneer er hoofdluis geconstateerd is ontvangen de desbetreffende ouders informatie. Bovendien is er na ongeveer 2 weken nog een controle. Voor de leerlingen van de groepen 1 – 4 is er een luizenzak beschikbaar. Op deze manier proberen we ( verdere )verspreiding te voorkomen. Algemene afspraken en regels luizencontroles De luizencontrole wordt (in principe) gedaan door 2 luizenouders per groep. Iedere groep heeft zijn eigen luizenouders. Alle ouders worden verzocht om de avond voor de controle zelf thuis hun eigen kinderen te controleren en uit te kammen. Luizenouders hebben alleen een controlefunctie. Plaats van de controle in/buiten/achterin de klas in overleg met leerkracht. Een luizenouder is altijd discreet, de resultaten van de controle worden alleen met leerkracht en/of de Coördinator Hoofdluis gedeeld. Je bent luizenouder voor een heel schooljaar. Aan het einde van het schooljaar kun je aangeven of je het jaar erna weer beschikbaar bent. Planning controles Alle klassen worden in dezelfde week gecontroleerd na iedere schoolvakantie van 1 week of langer. Op de jaarkalender communiceert school de controledata voor het hele schooljaar, deze verschijnt aan het begin van het jaar. (Luizen)ouders en leerkrachten kunnen eventueel per mail worden herinnerd aan de controle. Indien je onverhoopt niet kunt op de afgesproken datum regel je zelf vervanging. Informeer de School Coördinator Hoofdluis per mail wie je gaat vervangen. Coördinator Hoofdluis De Coördinator Hoofdluis is aanspreekpunt voor alle betrokkenen. Indien je vragen hebt over de controles op school kun je altijd contact opnemen met Anna Hoeksema, bereikbaar per mail
[email protected]
28
3.6.4. Verjaardagen. Eén van de hoogtepunten in de kindertijd is je verjaardag. Met veel plezier wil de school deelnemen aan de feestvreugde. De jarige mag de kinderen van de eigen klas en de leerkrachten van de eigen unit trakteren. We gaan er hierbij vanuit dat u een gezonde traktatie meegeeft aan uw kind. De school besteedt nadrukkelijk aandacht aan gezond gedrag en gezonde voeding.
3.7. Goede Doelen Elke maandagmorgen is er de gelegenheid om geld in te leveren voor de Goede Doelen. Dit geld wordt gebruikt voor een aantal vaste stichtingen. De 2 vaste doelen zijn nu: 1. St. Red een Kind: Sponsorgezin in Rwanda 2. Sponsorschool "Meserete Ethiopia" in Ethiopië via Edukans Naast deze vaste doelen kiezen we elk jaar een aantal andere goede doelen. Voorbeelden hiervan zijn de Stichting Vluchteling, de Leprazending en Kerk in Actie.
3.8. Sponsoring De vereniging PCBO Leeuwarden vindt het onderzoeken van mogelijkheden van sponsoring van belang. Hiermee kan een directe relatie gelegd worden tussen de school en de maatschappij. Bijkomend voordeel is dat met sponsorgeld het onderwijsproces met ondersteunende activiteiten gestimuleerd kan worden. De school kan zich actief bezighouden met het aangaan van contacten met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties. Om het draagvlak binnen de schoolorganisatie te vergroten wordt instemming gevraagd van de medezeggenschapsraad. De sponsoractiviteiten worden in een jaarverslag verantwoord door de inkomsten en de tegenprestatie te vermelden. Er is sprake van een klachtenregeling waarbij ouders en personeel hun klacht bij het bevoegd gezag en/of bij de onderwijsinspecteur neer kunnen leggen. De onderwijsinspecteur heeft hierbij een adviserende stem naar het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag overlegt de klacht met de medezeggenschapsraad en de evaluatie kan leiden tot aanpassing van het sponsorbeleid. Onze vereniging conformeert zich aan het “Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring 2002”. Dit houdt onder meer in: • dat sponsoring niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de school in gevaar mag brengen; • dat sponsoring verenigbaar moet zijn met de statutaire grondslag van de vereniging PCBO Leeuwarden alsook de doelstellingen van de school en het onderwijs;
29
• •
dat de school niet in een afhankelijkheidsrelatie tot de sponsor mag komen te verkeren; dat de sponsors de uitgangspunten van het convenant dienen te accepteren.
Dit is vastgesteld door het verenigingsbestuur PCBO Leeuwarden en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van de vereniging.
3.9. Verzekeringen/aansprakelijkheid. De school heeft een verzekeringspakket afgesloten bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel en vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel en vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van verwijtbaar gedrag. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld: tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt is daar in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. 30
4. De zorg voor de kinderen. Fluitend naar school gaan, plezierige kontakten hebben met klasgenoten en leerkrachten, plezier hebben in je werk en daar ook succesvol in zijn: dat is de wens die bij ouders, kinderen en leerkrachten leeft. Meestal gaat het goed maar soms heeft een kind extra aandacht of zorg nodig. Hoe we dit aanpakken leest u in onderstaande toelichting.
4.1. De opvang van nieuwe kinderen in de school. Ouders die een (nieuwe) school voor hun kind zoeken kunnen een afspraak maken met de directie. In dit kennismakingsgesprek ontvangen de ouders informatie over het reilen en zeilen van de school. Daarna volgt een rondleiding door het schoolgebouw. Het inschrijfformulier kan aansluitend of na enige bedenktijd worden ingevuld. Met het ondertekenen van dit formulier geven de ouders van de nieuwe leerling tevens aan de grondslag van de school te respecteren en te onderschrijven. Ook wordt hiermee vastgelegd dat zij meewerken aan onderzoek en informatievoorziening bij specifieke behoeften in de ontwikkeling van hun kind. Hierbij wordt de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen. Bovendien vullen de ouders de vragenlijst in met alle relevante gegevens van hun zoon of dochter. Kleuters worden toegelaten vanaf de dag waarop ze hun vierde verjaardag vieren. Vanaf 14 dagen vóór deze dag mogen ze een aantal dagdelen meedraaien om vast te wennen aan hun nieuwe school. De kleuters ontvangen hiervoor ruim van tevoren een uitnodiging.
4.2. Toegespitste leerlingenzorg. Groep 1 – 2. Van de kinderopvang ontvangt de school een overdrachtsformulier. Dit is de start van de dossiervorming. Aan de hand van observatielijsten volgt de school de ontwikkeling van de leerlingen. Deze observatielijsten bevatten o.a. gegevens over kleur, vormkennis, grove en fijne motoriek, woordenschat, taalkundige en rekenkundige begrippen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Tweemaal per jaar wordt de Citotoets afgenomen. Als een kind achterblijft in de ontwikkeling biedt de leerkracht extra hulp aan, eventueel met hulp en/of advies van de intern begeleider. Voor kinderen die méér uitdaging nodig hebben is er extra materiaal beschikbaar.
31
Groep 3 – 8. Naast de gebruikelijke observaties worden de vorderingen bijgehouden met behulp van de leerstof gebonden toetsen van de methodes (zie hiervoor punt 3.2.1). De gestandaardiseerde Citotoetsen worden ook in deze groepen tweemaal per jaar afgenomen. Op deze manier kan de leerkracht zich een goed beeld vormen van de ontwikkeling van de kinderen. In januari en juni krijgt u van de groepsleerkracht een uitdraai uit het Leerling en Onderwijs Volg Systeem (LOVS) waarin u de vorderingen van uw kind op basis van de Citotoetsen kunt volgen. Tijdens de tienminuten gesprekken zullen deze ook met u worden besproken. Leerlingenbespreking. Een keer per maand vindt er een bouwvergadering plaats. In dit overleg staat het onderwerp leerlingenbespreking standaard op de agenda. Leerkrachten kunnen dan de vorderingen of de zorgen omtrent een kind binnen het team bespreken. Ook kan de leerkracht een afspraak maken met de intern begeleider. Samen stellen ze dan een plan van aanpak op, uit te voeren door de eigen groepsleerkracht. Ook de ouders worden betrokken bij deze aanpak. Tussentijdse gesprekken vinden plaats om de vorderingen van de leerling te evalueren. Dossiervorming. De uitslagen van de Citotoetsen worden ingevoerd en besproken door de groepsleerkracht en de IB-er. Deze gegevens vormen de basis van het leerlingendossier. Deze informatie wordt ook gebruikt bij de overdracht naar het volgende leerjaar. Daarnaast kunnen ook onderzoeksgegevens en verslagen van externe instanties, bijvoorbeeld Cedin onderwijsbegeleidingsdienst, jeugdzorg, maatschappelijk werk enz.) deel uitmaken van het dossier. Dit dossier wordt met ouders besproken. Op dit dossier is het privacyreglement van toepassing; het wordt bewaard in de afgesloten ruimte van de intern begeleider.
4.3 Toegepaste leerlingenzorg. Om de ontwikkeling van de kinderen goed te kunnen volgen worden de volgende instrumenten ingezet: Observaties door de leerkracht. De methodegebonden toetsen. De Citotoetsen. Deze toetsen omvatten de leergebieden rekenen, technisch en begrijpend lezen en spelling. Deze scorelijsten vormen de basis van het L.O.V.S. We volgen hiermee de resultaten van de school en van de individuele leerling. 4.3.1 Groepsplan Voor elke groep wordt voor de vakgebieden technisch en begrijpend lezen, rekenen en spelling een groepsplan opgesteld waarin voor alle kinderen de aanpak beschreven wordt. 32
Veel kinderen volgen het reguliere, klassikale programma. In elke groep zijn daarnaast leerlingen die meer aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld in de vorm van meer oefening van de leerstof, een extra uitleg door de leerkracht of juist aandacht voor extra uitdaging. In het groepsplan beschrijft de leerkracht, eventueel met hulp van de interne begeleider, wat elke leerling nodig heeft voor zijn of haar ontwikkeling. Ondanks alle inspanningen kan het vóórkomen dat we het besluit moeten nemen om een kind een leerjaar over te laten doen. Dit is voornamelijk het geval als een kind op meerdere onderdelen in ontwikkeling achterblijft. 4.3.2 Passend onderwijs Onze school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs en ligt ter inzage in school. Een schoolondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning voor álle leerlingen en over extra ondersteuning die de school kan bieden bij zwaardere problematiek. Het ‘SOP’ legt vast waar onze school voor staat. De schoolondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van het aantonen van de volledige beschikbaarheid van soorten ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen zicht op de scholen/voorzieningen die er zijn om het onderwijs en de ondersteuning te krijgen passend bij de hulpvragen kind en ouders. Soms wordt de hulp ingeroepen van een extern deskundige. Dit kan een orthopedagoog zijn, een ambulant begeleider of een maatschappelijk werker. Als de school zelf de benodigde begeleiding niet kan bieden wordt er een vorm van speciaal onderwijs geadviseerd. Voor het plaatsen van een leerling op een school voor speciaal basisonderwijs wordt het volgende traject afgelegd: De school heeft specifieke hulp geboden maar het gewenste resultaat blijft uit; De school kan de specifieke hulp en ondersteuning niet geven / de school is handelingsverlegen; Hierna wordt een volledig dossier naar de commissie van Toelaatbaarheid gestuurd die beoordeelt welke vorm van speciaal onderwijs voor de leerling de meest geschikte is. Om te komen tot een goede afweging voor afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor Speciaal Basis Onderwijs of Speciaal Onderwijs is een compleet beeld van de leerling nodig. Voor de aanmelding voor een TLV is in elk geval nodig:
33
1. NAW gegevens van de leerling en zijn/haar ouder(s)/voogd(en) 2. Een aanmeldingsformulier TLV SBO. 3. Een ingevuld Vraag Gestuurd Profielinstrument (VPI) door de school of de voorschoolse voorziening. (MOD, MKD, etc) 4. Een ingevuld VPI door de ouders. 5. Een psychologisch onderzoek < 2 jaar oud? 6. Een overzicht van de resultaten uit het LOVS. 7. Een deskundigenadvies / De nummers 3 t/m 7 vormen de onderleggers voor het ontwikkelingsperspectief. SBO: advies van een orthopedagoog / gedragsdeskundige. SO: advies van een orthopedagoog / gedragsdeskundige en een tweede deskundige. 8. Een ontwikkelingsperspectief van de leerling, voorzien van een handelingsdeel. 9. Het schoolondersteuningsprofiel van de verwijzende school. 10. Een verantwoording van de geboden basisondersteuning van de verwijzende basisschool, met evaluatie van de interventies. 4.3.3 Talentontwikkeling Ook de leerlingen die zéér goed kunnen leren krijgen speciale aandacht. Binnen de methodes wordt verdiepingsstof aangegeven. Bovendien gebruikt de leerkracht voor deze leerlingen extra leerstof waaraan zij zelfstandig mogen werken. Tevens is er de mogelijkheid dat hoogbegaafde kinderen één dag per week de zgn. plusklas bezoeken. Deze plusklas is gesitueerd in CBS Willem Alexander aan de Keizerskroon 86a in Leeuwarden. (Aldlân) Als er een goed evenwicht is in de cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling kan in uitzonderlijke gevallen een leerling versneld doorstromen. Wellicht ten overvloede: voor kinderen die extra zorg behoeven wordt overleg gepleegd met ouders, groepsleerkrachten en de intern begeleider.
4.4 Zorgteam Als de leerkracht of de interne begeleider signaleert dat meer hulp noodzakelijk is, wordt het zorgteam ingeschakeld. Dit zorgteam bestaat uit 4 personen, te weten de intern begeleider, een verpleegkundige van de GGD, de maatschappelijk werker van het wijkteam en de directeur. Verder maken die leraren deel uit van dit team wanneer een leerling uit de eigen groep wordt besproken. De leraar is namelijk de eerstverantwoordelijke in het signaleren, diagnosticeren en remediëren. Ons beleidsplan t.a.v. zorg ligt ter inzage bij de adjunct-directeur/intern begeleider. U kunt ook eventuele vragen omtrent de zorg voor uw kind mailen naar:
[email protected]
34
4.4.1 Kinderfysiotherapie Iedere ouder hoopt dat zijn of haar kind zich ontwikkelt tot een gezond en evenwichtig mens. Dat het door te spelen, te sporten en te leren zich de vaardigheden eigen maakt om uit te groeien tot een volwassene die in balans is en zichzelf kan redden in deze wereld. Meestal gaat dat goed. Maar soms ook niet. Of er nu sprake is van een (ernstige) aandoening of van lichte motorische problemen, Skrep Kinderfysio neemt elke hulpvraag serieus. Skrep Kinderfysio is een zelfstandige kinderfysiotherapiepraktijk met meerdere kinderfysiotherapeuten die veel ervaring hebben met allerlei motorische problemen bij kinderen. Skrep Kinderfysio behandelt in het nieuwe schooljaar niet meer op school onder schooltijd. Dit komt door nieuwe wetgeving en een veranderde procedure van de ziektekostenverzekeringen. Meer informatie over Skrep Kinderfysio vindt u op www.skrepkinderfysio.nl.
4.5 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Na groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Ze hebben de keuze uit vele vormen van vervolgonderwijs. Wij proberen hen en de ouders bij die keuze te helpen. Het voortgezet onderwijs in Leeuwarden hanteert de zgn. plaatsingswijzer. Dit is een instrument waarbij de uitkomsten van het leerlingvolgsysteem van de basisschool leidend is bij plaatsing in het voortgezet onderwijs. Alle scholen van voortgezet onderwijs hanteren dit instrument. Vanaf groep 6 van de basisschool is er al iets te zeggen over de ontwikkelingskansen en mogelijkheden van elk kind en over de vorm van voortgezet onderwijs die het beste bij haar of hem past. Aan het eind van groep 8 zijn er voor kind en ouder dan ook geen verrassingen over een definitieve plaatsing. De uitslag van de eindtoets (Cito‐toets) in groep 8 kan dienen als second opinion en meegewogen worden bij bespreekgevallen. Zie over het voorgaande ook: www.frieseplaatsingswijzer.nl. Om de ouders en de leerlingen nader te informeren over de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs zijn er voorlichtingsavonden in november (specifiek van de CSG Comenius) en in de maanden januari en februari. Ook worden door de diverse scholen van voortgezet onderwijs open dagen georganiseerd. De klassenavond in september staat voor een belangrijk deel in het teken van de gang van zaken richting het Voorgezet Onderwijs.
4.6 Huiswerk De kinderen krijgen huiswerk mee vanaf groep 6. Elk jaar wordt dat iets meer zodat de leerlingen alvast kunnen wennen aan het huiswerk op het voortgezet onderwijs. In groep 8 krijgen de leerlingen een schoolagenda om te leren plannen en agenderen ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
35
5. Personeelsleden. 5.1 Taakomschrijving van het team.
De directie is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de schoolorganisatie. Het managementteam bestaat uit o de directeur: Cees Joosen; o de adjunct/ib er: Johan Spoelstra. o de onderbouwcoordinator 1-4: Carla de Vries o de bovenbouwcoordinator 5-8: Susanne Weistra De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de activiteiten in hun groep. Daarnaast heeft iedere leerkracht een aantal niet-leerling gebonden taken (zitting nemen in werkcommissies/voorbereidingsgroep e.d.).
De I.C.T.-coördinator organiseert en coördineert alles wat te maken heeft met ICT. Deze taak is in handen van Ruben van Vliet. mailadres:
[email protected]
De vakdocent muziek, Peter Dijkstra, verzorgt in alle groepen de muzieklessen. Vanaf groep 4 worden diverse muziekinstrumenten aangeboden. Zie ook 3.2.2.
Bedrijfshulpverleners zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in school. Indien nodig verlenen zij eerste hulp. Bovendien coördineren zij de ontruiming van de school bij calamiteiten. De coördinator is Jan van den Berg.
Onze conciërge Jan van den Berg is belast met diverse taken zoals klein onderhoud in de school, coördinator voor de bedrijfshulpverleners, huishoudelijke taken en kopieerwerk. Hij is ook degene die u aan de telefoon krijgt als u naar de school belt.
36
5.2 Emaillijst medewerkers Tjitske van Akker Jan van den Berg Trynke Bosgraaf Titia van Beijeren Annarein Dijkhuis Peter Dijkstra Jeltsje van der Galiën Marie Hoeksema Tineke ter Horst Renée Huizinga Anneke Jonker Cees Joosen Anne-Joleyn Kolk Aafke Meinsma Anja Nagel Yvonne Oost Marlies van Slobbe Johan Spoelstra Foekje Steringa Monique Tromp Ruben van Vliet Carla de Vries Jantine van der Wal Gerda Weiland Susanne Weistra Marianne Woudstra
mailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
5.3 Scholing. Om nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs te bevorderen en het vakmanschap voortdurend te verbeteren heeft onze school een scholingsplan dat persoons- en teamgericht is. Doel is het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden om alle leerlingen zo optimaal mogelijk te kunnen bijstaan in hun ontwikkeling. Daarnaast vinden er ieder jaar een aantal studiedagen plaats op school. Alle data staan vermeld in het schooljaarplan en de jaarkalender.
37
5.4 Wijze van vervanging. De tijd dat een leerkracht 5 dagen per week op school voor de klas staat is voorbij. Er is ouderschaps-, zorg- en studieverlof. Veel leerkrachten werken in deeltijd. Voor de kinderen is het inmiddels heel gewoon dat 2 (vaste) leerkrachten een groep hebben. Bij ziekte doet de school een beroep op vaste vervangers die de school kennen en eventueel de vervangingspoule. Als er onvoldoende invallers zijn wordt naar bevind van zaken gehandeld. Uitgangspunt is het voorkomen van lesuitval. We zijn tevreden over het feit dat de afgelopen jaren geen lesuitval is voorgekomen.
5.5 Stagiaires. Ieder jaar ontvangt de school studenten van de PABO (opleiding voor leerkrachten in het basisonderwijs) en het MBO (opleiding voor klassen- of onderwijsassistent ). Beginnende leerkrachten worden goed begeleid opdat zij al hun aandacht kunnen richten op de groep en de eigen ontwikkeling. De studenten voeren ook opdrachten uit die ze van hun eigen opleiding krijgen. Eerstejaars PABO-studenten starten meestal met het geven van “losse” lessen. Daarna verzorgen zij ook een dagdeel of een hele dag de groepslessen. Hierbij is de groepsleerkracht als eindverantwoordelijke altijd aanwezig. De Lio-er is een vierdejaarsstudent die bijna klaar is met de opleiding. Gedurende 5 maanden mag deze student een aantal dagen de groep zelfstandig begeleiden. De groepsleerkracht is dan niet altijd in de klas aanwezig maar ondersteunt de student en blijft wel eindverantwoordelijk.
5.6 Arbo-zaken. Het beleid op arbeidsomstandigheden is gericht op de situatie waarin de leerkrachten hun werk uitvoeren en op de veiligheid in en rondom de school. De BHV-ers monitoren deze veiligheid en organiseren ook de jaarlijkse ontruimingsoefening. Voor nadere informatie kunt u met Jan van den Berg, hoofd BHV, contact opnemen. Uiteraard is de Dr. Algraschool een rookvrije school. Rookvrije school De Tabakswet en Arbo-wet beschrijven waaraan het rookbeleid op een school moet voldoen; de Tabakswet met de bescherming van niet-rokers als een belangrijk uitgangspunt, de Arbo-wet vanuit de plicht van de werkgever om een gezonde werkplek aan te bieden. De scholen van PCBO Leeuwarden e.o. zijn rookvrije scholen. Een rookvrije school schept een klimaat met niet-roken als norm en vormt dus een goede context voor gezondheidsbe-
38
leid. Op onze scholen wordt door personeel, ouders en leerlingen niet gerookt in het gebouw. Daarnaast is het schoolplein een rookvrije zone. De Dr. Algraschool is een rookvrije school. Dat betekent dat in school en op het schoolplein een rookverbod geldt, voor ouders en alle medewerkers.
6 De ouders. 6.1 Betrokkenheid van de ouders. Als een kind naar school gaat, neemt het de ouders mee. In het hart, in het hoofd, maar ook letterlijk. De schoolcarrière van het kind doet ertoe voor de ouders, en andersom hebben ouders een grote invloed op hun kind. Het opvoeden van kinderen is daarom een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers en leerkrachten. Daarom willen we graag een open contact met de ouders om de ontwikkeling en begeleiding van uw kind zo optimaal mogelijk te kunnen vormgeven. Ook doen we een beroep op de ouders om mee te doen aan een aantal schoolactiviteiten. U kunt daarbij denken aan handenarbeid, excursies, sportdagen e.d. Aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt u daarover geïnformeerd via digiduif.
6.2 Contacten met de ouders/verzorgers. Om de band tussen ouders en school vorm te geven zijn er diverse mogelijkheden:
* *
Dagelijks zijn de leerkrachten vóór en ná schooltijd aanwezig voor overleg met de ouders. U kunt ook terecht bij de directie. Als dat niet meteen kan maken we graag een afspraak. Brieven van persoonlijke aard kunnen gemaild worden naar
[email protected] Daarnaast zijn een aantal vaste activiteiten ingepland: Aan het begin van het schooljaar is er een “omgekeerd 10 minuten-gesprek”. In dit 10-minutengesprek geven de ouders informatie over hun kind aan de leerkracht. De rapportgesprekken voor de groepen 1 – 7 vinden tweemaal per jaar plaats. Tijdens deze 10-minutengesprekken bespreken we, mede aan de hand van het rapport, de vorderingen van uw kind. Voor de kinderen van groep 8 wordt een afwijkende gespreksronde georganiseerd. Deze schoolkeuzegesprekken van 20 minuten vinden in februari/maart plaats; de uitslag van de drempeltoets en de keuze voor het vervolgonderwijs komen dan aan de orde. Rond april/mei worden de ouders van de leerlingen die extra aandacht en zorg nodig hebben uitgenodigd voor een gesprek. Eénmaal per jaar staat er een ouderavond op het programma. Deze avond is bedoeld 39
om in algemene zin bezig te zijn met het onderwijs. De ouderavond heeft meestal een bepaald thema. Informatie over de dagelijkse gang van zaken vindt u in onze nieuwsbrieven en u ontvangt regelmatig berichten via digiduif. De nieuwsbrieven kunt u vinden op onze internetpagina www.algraschool.nl.
6.3 Gescheiden ouders. Als ouders van elkaar gescheiden zijn blijft de informatieplicht bestaan: beide ouders hebben het recht om informatie in te winnen over de ontwikkeling van hun kind. Met de ouders worden afspraken gemaakt op welke wijze, samen of apart, dit het best kan gebeuren. Voor de uiteindelijke besluitvorming hierover vindt overleg met de verzorgende ouder plaats. Als de relatie tussen de ouders verstoord is, of één of beide ouders uit de ouderlijke macht gezet zijn, is er een beleidsstuk op school aanwezig met nadere informatie.
6.4 Klachtenprocedure Ieder mens maakt fouten. Dit geldt ook voor leerkrachten. Het is logisch dat u dan aan de bel trekt. Wij stellen het wel op prijs dat u dit eerst met de betreffende leerkracht bespreekt. Wordt de klacht niet tot tevredenheid opgelost dan kunt u met de directie van de school gaan praten. Leidt ook dit niet tot het gewenste resultaat dan kunt u contact opnemen met de verenigingsdirectie, dhr. H. Greidanus. Mocht zelfs hier geen oplossing uit volgen dan kunt u nog naar een onafhankelijke klachtencommissie stappen. Het adres van de landelijke klachtencommissie primair onderwijs is Postbus 907, 2270 AX Voorburg, tel. 070‐3481180. De volledige tekst van onze klachtenprocedure ligt op school ter inzage bij de directeur. Sociale veiligheid en klachtrecht PCBO Leeuwarden e.o. Per 1 augustus 2015 wordt de wet sociale veiligheid ingevoerd. De schoolbesturen krijgen de volgende wettelijke verplichtingen: Voeren van beleid voor sociale veiligheid Aanwijzen van coördinator en aanspreekpunt voor beleid tegen pesten Monitoren van sociale veiligheid en welbevinden van leerlingen Het PCBO-beleidsstuk ‘preventie en bestrijding van ongewenste omgangsvormen’ ligt op school ter inzage. Klachten Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Als ouder kunt u ontevreden zijn over de planning van adv-dagen, schoonmaakwerkzaamheden, de wijze waarop uw kind begeleid wordt, de communicatie vanuit de school enz. We gaan er vanuit dat we de meeste klachten in onderling overleg kunnen oplossen. 40
We nodigen u van harte uit bij ontevredenheid, de leerkracht en de schoolleiding aan te spreken. Als u er met de leerkracht en de schoolleiding niet uitkomt, oftewel als naar uw mening de klacht niet naar behoren is opgelost, dan kunt u deze voorleggen aan het schoolbestuur of voor een objectief onderzoek aan onze geschillencommissie: Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070 – 386 16 97 E-mail:
[email protected] De volledige klachtenregeling, waarin de procedure klachtbehandeling beschreven staat, ligt ter inzage bij de schoolleiding. Klachten ongewenste omgangsvormen Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals: pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders en kinderen een beroep doen op de ondersteuning door de contactpersonen. Ook heeft PCBO een coördinator en aanspreekpunt voor beleid tegen pesten aangesteld. Deze contactpersoon zijn er voor u. Zij luisteren naar u, geven u informatie over mogelijke vervolgstappen en advies. Zij maken met u een stappenplan voor het stoppen van het door u gesignaleerde ongewenste gedrag. naam contactpersoon: Mw. Anneke Jonker‐Postma emailadres:
[email protected] Naam coördinator en aanspreekpunt voor beleid tegen pesten: mevr. Annemie Winters telefoonnummer: 058-2130350 De school kent ook een externe vertrouwenspersoon. U kunt de externe vertrouwenspersoon zien als een objectieve deskundige van buiten de school. De externe vertrouwenspersoon kan naast het geven van informatie en advies ook optreden als bemiddelaar. naam externe vertrouwenspersoon kinderen (GGD): mevr. Marianne Kokshoorn telefoonnummer: 088-2299855 naam externe vertrouwenspersoon personeel (Adviesgroep Mens en Werk): mevr. Marjan de Jong telefoonnummer: 06 27316586 Klachten over ongewenst gedrag, die u onvoldoende vindt opgelost, kunt u voorleggen aan de klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon begeleidt u in het klachttraject. Meldplicht seksueel geweld Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht van ouders/ leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders en leerlingen over de 41
schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is. Klachtroutes Bovenstaande informatie nog even in schema: Klachten over schoolorganisatorische maatregelen/nalatigheid bijvoorbeeld: roosters, schoolgebouw
Klachten over onheuse bejegening bijvoorbeeld: toetsing, beoordeling, bestraffing
Klachten over ongewenst gedrag op school: pesten, agressie, geweld, discriminatie, racisme, seksuele intimidatie
leerkracht contactpersoon vertrouwenspersoon in geval van seksuele intimidatie: vertrouwensinspecteur
Schoolleiding
Schoolleiding
Bevoegd gezag
Bevoegd gezag
Bevoegd gezag
geschillencommissie
geschillencommissie
geschillencommissie bij strafbare feiten: politie/ justitie
Persoonlijke problemen of problemen in de thuissituatie: depressiviteit, eetstoornissen, misbruik, mishandeling leerkracht intern begeleider
counselor/ leerlingbegeleider schoolmaatschappelijk werk externe hulpverlening: Jeugdzorg, AMK politie/ justitie
Vertrouwensinspecteur (VI) Voor een onafhankelijk advies in geval van pesten en ongewenste intimiteiten, kunt u ook contact opnemen met het Meldpunt van de vertrouwensinspecteurs. Tel. 0900 – 111 3 111. 6.4.3 Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling of een aantal leerlingen, waarbij bedreiging, psychisch en of lichamelijk letsel aan anderen aan de orde is. Er kunnen drie vormen van maatregelen worden genomen: 1. Time-out 2. Schorsing 3. Verwijdering
42
1. Time-out Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht (zie noot 1). De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. (zie noot 2) De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag. De time out maatregel wordt dezelfde dag aan het team meegedeeld. 2. Schorsing Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden (zie noot 3). De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd (zie noot 4). De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: 43
het bevoegd gezag; de ambtenaar leerplichtzaken; de inspectie van het onderwijs. Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Het team wordt dezelfde dag of indien het niet anders kan de daaropvolgende dag geïnformeerd over de schorsing. De directie maakt op basis van de context van het incident een keuze met welke klassen over het incident wordt gecommuniceerd ( beleving, kunnen vertellen, terugkeer leerling en herstel van gevoelens van veiligheid ) De ouders van de betreffende groep worden, indien de omstandigheden daarvoor aanleiding geven, op zeer korte termijn geïnformeerd over de schorsing. Zie bijlage. Indien er aanleiding bestaat alle ouders te informeren, wordt daar op korte termijn gevolg aan gegeven. Dit ter beoordeling van de directeur. De MR wordt op korte termijn geïnformeerd over de schorsing en de bijbehorende context van de oorzaak.
44
3. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar: de ambtenaar leerplichtzaken; de inspectie onderwijs. Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. De directie maakt op basis van de context van het incident een keuze met welke klassen over het incident wordt gecommuniceerd ( beleving, kunnen vertellen, terugkeer leerling en herstel van gevoelens van veiligheid ) Het team wordt dezelfde dag of indien het niet anders kan de daaropvolgende dag geïnformeerd over de voorgenomen verwijdering. De ouders van de betreffende groep worden, indien de omstandigheden daarvoor aanleiding geven, op zeer korte termijn geïnformeerd over de voorgenomen verwijdering. Indien er aanleiding bestaat alle ouders te informeren, wordt daar op korte termijn gevolg aan gegeven. Dit ter beoordeling van de directeur. De MR wordt op korte termijn geïnformeerd over de voorgenomen verwijdering en de bijbehorende context van de oorzaak. Evaluatie van beleid Evaluatie van beleid (evalueren van ingezette preventieve acties, evalueren samenwerking met ouders, evalueren van samenwerking met anderen, vindt plaats op basis van het aantal geregistreerde incidenten, maar minimaal 1 keer per jaar.
45
6.5 Inspraak, medezeggenschapsraad en ouderraad 6.5.1 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van leerlingen, personeel, ouders en school. De MR bestaat komend schooljaar uit 8 personen: vier ouders en vier personeelsleden. De directeur van de school is als adviseur toegevoegd aan de MR. De directeur is op uitnodiging bij de vergadering aanwezig. De MR vergadert ongeveer 7 keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar. Anders dan de ouderraad houdt de MR zich vooral bezig met beleidsmatige zaken rond de school. Tijdens de vergaderingen van de MR worden o.a. de volgende vraagstukken besproken: Welk onderwijsbeleid dient te worden ontwikkeld? Welk personeelsbeleid dient te worden ontwikkeld? Hoe wordt het schoolplan ingevuld? Is de schoolgids naar wens? Hoe ziet het scholingsplan er uit? De regeling van de betrokkenheid van ouders. Op dit moment leveren de MR en/of het team twee leden (een ouder en een personeelslid) voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de schoolvereniging. De samenstelling van de GMR is door een nieuwe structuur het afgelopen schooljaar gewijzigd in een kleinere samenstelling. De Dr. Algraschool is door onze voorzitter van de MR vertegenwoordigd in de GMR. De MR onderhoudt, ook via de gemeenschappelijke GMR, contact met het bestuur van de schoolvereniging. De leden van de MR hebben een zittingsduur van drie jaar en kunnen daarna een keer herkozen worden. Zolang hun kinderen op school zitten, kunnen ouders zich beschikbaar stellen voor de MR. Wanneer er nieuwe leden nodig zijn voor de MR krijgt u hiervan schriftelijk bericht. Ouders hebben dan tien dagen de gelegenheid om zich aan te melden als kandidaat voor de MR. Bij meerdere kandidaten volgt er een schriftelijke stemming. Bij evenveel kandidaten als zetels worden de aangemelde kandidaten automatisch gekozen, indien er bij de ouders geen bezwaren tegen de kandidaten zijn. De MR onderhoudt contact met haar achterban via de nieuwsbrief en de website. De notulen van de vergadering liggen ter inzage op school en worden gepubliceerd op de website. De namen van de MR‐leden staan hieronder genoemd. U kunt de MR ook via e‐mail bereiken:
[email protected]. Tevens vindt u in de personeelskamer een postbakje van de MR. Voorzitter: Amir Amini (ouderlid) Ouderleden: Marga Visser, Esther Houttuin, Alice Brouwer Personeelsleden: Anne-Joleyn Kolk, Ruben van Vliet, Anneke Jonker en Jeltsje vd Galien
46
6.5.2 Ouderraad In de school is een ouderraad (OR) actief die bestaat uit ongeveer 10 ouders. Johan Spoelstra neemt namens het team deel aan de vergaderingen van de ouderraad. Hij heeft daarin een adviserende en coördinerende functie. De ouderraad komt zo’n zes keer per schooljaar bijeen. Deze vergaderingen zijn openbaar. De leden van de ouderraad worden gekozen voor een periode van twee jaar en kunnen ‐ als hun kinderen nog op school zitten ‐ maximaal twee keer herkozen worden. De verkiezing vindt plaats tijdens de ouderavond. De ouderraad heeft vier taken: Meewerken aan diverse lesactiviteiten die door de school georganiseerd worden: Sinterklaas, Kerstmis, sportdag, afscheid groep 8, ouderavond etc. Ook denkt de OR mee over de verkeersveiligheid rond de school en de schoolreisjes. Adviezen geven aan de medezeggenschapsraad over zaken die de ouders in het bijzonder aangaan. Innen van de gelden van de ouderbijdrage en beheren van het ouderfonds. Vanuit dit fonds worden diverse activiteiten ondersteund. Meer informatie over de ouderbijdrage kunt u lezen in hoofdstuk 6.6. Voor vragen, suggesties, wensen of kritiek kunt u de OR altijd bereiken. Op school vindt u in de personeelskamer een postbakje van de OR. Daarin kunt u uw schriftelijke informatie kwijt. U kunt de OR ook mailen via:
[email protected].
6.6 Ouderbijdrage Uw kind bezoekt een actieve school. Een school die door middel van uitstapjes, excursies en activiteiten het lesprogramma nog aantrekkelijker wil maken en zo inspeelt op de laatste ontwikkelingen binnen het onderwijs. Een school die sociale activiteiten belangrijk vindt voor de ontwikkeling van haar kinderen. Dat betekent dat activiteiten als Sinterklaas, Kerst, Pasen en andere feestdagen gevierd worden op school. Ook worden er activiteiten en uitstapjes georganiseerd, zoals sport‐ en speldagen, bezoeken aan musea/bibliotheek e.d.. Hiervoor worden kosten gemaakt, bijvoorbeeld voor limonade, cadeautjes, traktaties, zaalhuur, bijdrages aan sportevenementen, etc. Om dit alles te kunnen bekostigen vragen van u een vrijwillige bijdrage. 6.6.1 Hoogte ouderbijdrage schooljaar 2015-2016: Helaas kost alles geld en bovengenoemde kosten vallen buiten de begroting van de school. Daarom wordt een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd op de Dr. Algraschool. Voor het komende jaar is de hoogte van de ouderbijdrage gesteld op: - één kind: € 21,00 - twee kinderen: € 30,00 - drie of meer kinderen: € 35,00 Aan de ouders van de kinderen die op school starten voor 31 december 2015 wordt een volledige bijdrage gevraagd. Start een kind in de periode van 1 januari tot 1 april 2016 dan geldt een bijdrage van 50% en start een kind na 1 april 2016 dan wordt voor dat jaar geen
47
ouderbijdrage meer gevraagd. Mocht uw kind gedurende het schooljaar de school verlaten, dan vindt geen restitutie van de ouderbijdrage plaats. 6.6.2 De werkwijze omtrent de inning van de ouderbijdrage Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een brief om de ouderbijdrage te voldoen. Mocht u dat onverhoopt vergeten dan ontvangt u een herinnering medio november. Na afloop van het boekjaar legt de penningmeester van de OR verantwoording af over de besteding van de ouderbijdrage. 6.6.3 Beheer van de gelden De ouderbijdrage wordt beheerd door de Ouderraad en de school. De bijdrage is vrijwillig doch we vertrouwen op een grote solidariteit om “de leuke dingen die de school organiseert” te kunnen blijven bekostigen. Ze is immers bedoeld om bij te dragen aan de onvergetelijke schooltijd op de Dr. Algraschool van uw kind.
6.7. Buitenschoolse opvang door Sinne kinderopvang Wanneer uw kind op school zit is het in vertrouwde handen. Maar hoe zit dat na schooltijd of in de vakanties? Sinne kinderopvang verzorgt al vele jaren op professionele wijze en met enthousiaste pedagogisch medewerkers kinderopvang voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Sinne kinderopvang heeft kindercentra in vrijwel alle wijken van Leeuwarden. In Camminghaburen heeft Sinne twee BSO’s vlak naast onze school. Sinne Idzerdastins is de BSO voor kinderen van 4 tot en met 7 jaar. Kinderen worden begeleid door pedagogisch medewerkers die ontwikkelingsgerichte activiteiten organiseren. Er is gevarieerd speelgoed aanwezig, voor binnen en buiten en vaak anders dan thuis. De kinderen kiezen zelf wat zij willen doen op de BSO. Het belangrijkste voor ons is dat uw kind een fijne tijd heeft! Op Sinne Idzerdastins zijn tevens het kinderdagverblijf (voor kinderen van 0 – 4 jaar) en de speelleergroepen voor peuters gevestigd. Sinne Kalverdijkje: een eigen locatie voor de oudere kinderen Voor kinderen van 8 tot 12 jaar is er Sinne Kalverdijkje: een eigen BSO-locatie vlakbij onze school voor de iets oudere kinderen. Het activiteitenaanbod en speelgoed van Sinne Kalverdijkje is speciaal afgestemd op de leeftijd en interesses van kinderen van 8 tot 12 jaar. Op die manier is en blijft de buitenschoolse opvang (BSO) leuk en spannend. U bepaalt zelf op welke dagen u in uw situatie gebruik wilt maken van de kinderopvang van Sinne. Er is heel veel mogelijk: een paar dagen, af en toe of elke week en vaak kan het snel geregeld worden! De afdeling Relatiebeheer van Sinne kinderopvang vertelt u graag wat de mogelijkheden zijn.
48
Inschrijven U kunt uw kind inschrijven voor de BSO of voor de vrijedagenopvang (opvang op schoolvrije dagen of tijdens vakanties) bij Sinne kinderopvang via www.mijnsinne.nl. Wilt u meer informatie of heeft u vragen? De medewerkers van de afdeling Relatiebeheer horen graag van u via
[email protected] of T. 058 – 257 60 70. www.sinnekinderopvang.nl Telefonische bereikbaar via tel. 06 102 63 961 Voor overige vragen:
[email protected] of tel. 058 267 28 50 Sinne Idzerdastins / Sinne Kalverdijkje tel. 058 266 71 86 en tel. 058 266 17 91
49
7. Terugblik en toekomstplannen
7.1. Terugblik 2014-2015. Ook in het afgelopen schooljaar zijn we bezig geweest met een groot aantal onderwijskundige en organisatorische verbeteringen en ontwikkelingen. Onze kinderen verdienen immers het allerbeste onderwijs. PCBO Leeuwarden e.o. werkt aan excellent onderwijs ( High Performance Schools ) en vanuit dat perspectief werken we ook op de Algraschool voortdurend aan continue verbetering van professionaliteit en kwaliteit. Een aantal hoofdthema’s: De leergang kanjertraining is opgenomen in de lessen van groep 1 – 8. Uit recent onderzoek is gebleken dat de kanjertraining een effectieve aanpak is om pestgedrag te voorkomen en daar waar nodig aan te pakken. De Kanjertraining staat bij de inspectie te boek als een waardevolle en gecertificeerde aanpak. Het officiële predicaat Kanjerschool is ons op 9 januari 2011 uitgereikt. We blijven ook komende schooljaren door middel van nascholing en training en inzet van de leergang bij kinderen voortdurend in ontwikkeling op het terrein van de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. In het kader van kwaliteitszorg worden ieder jaar kwaliteitskaarten besproken en ingevoerd. Naast het Cito-LOVS gebruiken we ook Viseon. In Viseon volgen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen over een periode van 8 jaren. Bij de kleuters hebben we een eerste kennismaking gehad met DORR, dat gaat over leer- en ontwikkelingslijnen in de groepen 1 en 2. ICT. Dit schooljaar hebben we goed gebruik gemaakt van onze digitale touchscreens bij de kleuters. We gebruiken in de lessen steeds meer ICT. In juni 2013 is de inspecteur bij ons op bezoek geweest. Hij bezocht een groot aantal klassen, voerde gesprekken met de directie, de intern begeleider en met enkele leerkrachten. We zijn blij met zijn conclusie dat de kwaliteit van onze school goed op orde is. We krijgen zoals dat heet “een groen label”. Hij was vooral tevreden over onze resultaten en tussenresultaten, onze plannen van aanpak en de kwaliteitszorg. Ook in het afgelopen jaar waren onze resultaten weer op niveau.
50
Dit jaar vond de invoering van een nieuwe methode taalmethode plaats. Een geweldige vernieuwing omdat taal en communicatie een prominente plaats inneemt in ons onderwijs. Daarnaast ondersteunt nieuwsbegrip onze taalmethode. In groep 8 hebben we middels een zelfgemaakte musical een impuls gegeven aan creativiteit, muzikaliteit en inventiviteit. Het leverde voor de kinderen van groep acht een spetterend afscheid op. Ouderbetrokkenheid Ouders willen graag weten hoe hun kind het op school doet. Voor de leerkrachten is het belangrijk om te weten hoe leerlingen ‘in hun vel zitten’. En ook om te weten wat ouders van de school verwachten. Er is, kortom, een wereld aan informatie uit te wisselen en daarin kun je je niet beperken tot een ouderavond of een korte rapportbespreking. Alle leerkrachten waren het afgelopen jaar weer in training om de ‘ouderbetrokkenheid’ op een hoger niveau te brengen. Dat betekent: leren om nog beter met ouders te communiceren. En: nieuwe kanalen zoeken voor die communicatie. Het ‘inloopmoment’ voor en na schooltijd bevalt uitstekend en wordt in de komende jaren gehandhaafd. Ook het ‘omgekeerde tien-minutengesprek’ aan het begin van elk schooljaar is een succes. Daarin vertelt de leerkracht niet, maar vraagt hij juist van alles zoals: hoe gaat het met uw kind? Wat vindt u dit schooljaar belangrijk? Hoe kunnen we er met elkaar, kind, ouder en leerkracht een succesvol jaar van maken. De leerkrachten houden bij welke ouders hij/zij nog niet heeft gesproken. Het is de bedoeling dat alle ouders betrokken zijn en blijven bij het wel en wee van hun kind En wat natuurlijk blijft is, dat elke leerkracht op tijd contact zoekt met de ouders als hij of zij een gesprekje nodig vindt in het belang van kind en/of onderwijs.
51
7.2. Plannen 2015-2016. De belangrijkste plannen voor onze school zijn beschreven in het schoolplan 2015-2019. Het document is te downloaden via de website. Als u eventueel een exemplaar wilt kunt u dat bij mij kenbaar maken. Enkele onderdelen: Met het toenemen van de digitale mogelijkheden blijft (her)scholing en ontwikkeling een constante factor in ons onderwijs. Het digibord en andere ict - toepassingen worden steeds beter ingezet om ons onderwijs aantrekkelijk te maken. De nieuwe methode Taal Verhaal.nu maakt veel gebruik van ICT-toepassingen in de dagelijkse lespraktijk. De kanjertraining wordt toegepast in de klassen en wordt jaarlijkse in een bijscholing van het team up tot date gehouden. Het werken met de principes van de kanjertraining wordt regelmatig besproken op teambijeenkomsten. Kwaliteitszorg komt aan de orde op ons bouwoverleg, onze teambijeenkomsten en op onze studiedagen. Daar worden ook de kwaliteitskaarten besproken. Dit krijgt via de inzet van IKZO kaarten op PCBO niveau een nieuwe impuls. Ook dit jaar zullen weer veel collega’s nieuwe opleidingen volgen, waaronder, de cursus Taalspecialist, Gymopleiding, DORR, Rekencursus ‘Met Sprongen Vooruit.’ Daarnaast zijn er voor het hele team scholingsdagen, cursussen en workshops. Ook maken we gebruik van een cultuurcoach. De facilitering daarvoor vindt plaats door de gemeente. Op PCBO niveau blijven we ons richten op de invoering van de 21ste eeuwse vaardigheden in het kader van High Performance Schools. Ouderbetrokkenheid en communicatie blijven we belangrijk vinden. Ook komend jaar is dit thema een van onze speerpunten. Wanneer ouders goed betrokken worden bij het schoolgebeuren heeft dit een positieve invloed op de ontwikkeling van de kinderen. De schoolpleincommissie is druk aan de slag. Na de zomervakantie zullen we gaan starten met geldinzamelacties. Hierover zult u via de nieuwsbrief of via Digiduif worden geïnformeerd. We zullen op een aantal momenten met een specifieke vraag bij u terugkomen. In het komende jaar heeft het rekenonderwijs onze nadrukkelijke aandacht. Op school, groeps- en leerlingniveau willen wij ons verbeteren. De invulling van de studiedagen zullen gedeeltelijk in het teken van dit onderwerp staan.
52
De onderbouw gaat verder met het invoeren van DORR. Dagelijks Observeren, Registreren en Rapporteren van de vorderingen van elk individuele kind. Collega’s kijken het komende jaar met name naar de vorderingen op het gebied van taalontwikkeling bij kleuters. En tenslotte, de intrede van het continurooster. De invoering daarvan is prima verlopen en draagt bij aan continuïteit en kwaliteit. Rust, reinheid en regelmaat zijn hierbij geen ouderwetse begrippen maar dragen bij aan goed onderwijs. Daarnaast zullen ook de eerste verkenningen worden gevoerd rond de organisatie van een IKC ( Integraal Kind Centrum ). Hierbij wordt de samenwerking tussen voorschools, schools en naschools aanbod nog intensiever. Uiteraard zal dat proces enige jaren in beslag nemen.
7.3 Zorg voor de relatie school en omgeving. De vier basisscholen van Camminghaburen hebben het initiatief genomen tot de opzet van de Brede Wijk Camminghaburen. Verschillende instellingen zitten samen om de tafel om in onze wijk verantwoordelijkheid te nemen voor de pedagogische en educatieve omgeving van de kinderen. De betrokkenen zijn: basisscholen, consultatiebureau, peuterspeelzalen, kinderopvang, maatschappelijk werk, GGD, jeugdzorg, sportinstellingen en de gemeente. Als missie heeft de Brede Wijk: “It takes a district to raise a child”. Samen voelen wij ons in de wijk verantwoordelijk voor het vergroten van de ontwikkelingskansen van de jeugd uit onze wijk. Naar onze mening is dat vooral werken aan sociale binding en sociale controle. De reguliere contacten blijven bestaan. Vertegenwoordigers zullen ook hun inbreng kunnen hebben in het buurtnetwerk. Twee werkgroepen, nl. “werkgroep activiteiten” en “werkgroep hulpverlening”, komen met voorstellen voor de uitvoering en bewaking van de voortgang van het afgesproken beleid. Instellingen op het terrein van onderwijs, voorschoolse periode, hulpverlening en kinderopvang gaan samenwerken om beter en adequater in te spelen op probleemsituaties van kinderen en hun thuissituatie. Binnen de school blijven wij de volgende contacten onderhouden: • De school onderhoudt regelmatig contact met de kinderopvangcentra in onze wijk. • Samen met de wijkgemeente rond kerkelijk centrum “De Schakel” organiseren wij tweemaal per jaar een schoolkerkdienst. • Indien noodzakelijk zoeken we ook contact met maatschappelijke instellingen. • Regelmatig contact is er met de schoolarts en de schoolverpleegkundige. • Wij onderhouden contact met Cedin ( Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijsbegeleiding). Jaarlijks overleggen wij hoe de uren die CEDIN voor ons beschikbaar heeft worden ingezet voor ondersteuning bij ons onderwijs of voor onderzoek van leerlingen met ernstige leerachterstanden. 53
• In het kader van Weer Samen Naar School en Passend Onderwijs is er binnen onze schoolvereniging regelmatig contact met “Aquamarijn”, de school voor speciaal basisonderwijs. Wanneer er sprake is van verwijzing naar deze school maken we, indien noodzakelijk, gebruik van hun deskundige adviezen. Ook voor leerlingen die met een speciaal programma nog wel bij ons op school kunnen blijven maken we gebruik van haar specifieke kennis. • Omdat er regelmatig stagiaires op school zijn hebben we eveneens contact met de Lerarenopleiding Basisonderwijs van de Christelijke Hogeschool Nederland en de Friese Poort, school voor Christelijk MBO, beide gevestigd in Leeuwarden.
7.4 Verwijsindex Fryslân voor kinderen en jongeren die extra zorg nodig hebben. De meeste ouders maken zich wel eens zorgen over (de ontwikkeling van) hun kinderen. Dat hoort bij het leven. Met de meeste kinderen komt het allemaal wel goed maar er zijn ook kinderen die meer problemen hebben dan ze in hun eentje aan kunnen. Ze huilen veel, maken ruzie, willen niet naar school of komen op straat in de problemen. Dat kan van kwaad tot erger gaan. Als er meer problemen tegelijk spelen bestaat de kans dat dit negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling van uw kind. Dit willen we voorkomen. Er zijn in Friesland veel mensen en organisaties die zich inzetten voor het welzijn van kinderen. Maar soms weten ze van elkaar niet wie wat doet, wie met welk gezin bezig is of wat er met dat ene kind precies aan de hand is. Als ze dat wel zouden weten zouden ze samen hun best kunnen doen om u en uw kind te helpen. Want het gaat pas echt de goede kant op als alle problemen tegelijk worden aangepakt. Daarom hebben we de Verwijsindex Fryslân ingesteld. Een instrument dat voorkomt dat kinderen en jongeren met problemen die hun ontwikkeling bedreigen tussen wal en schip raken. Wat is de Verwijsindex? De Verwijsindex is een digitaal instrument waarmee professionals ‐ zoals hulpverleners, beroepskrachten binnen scholen en begeleiders‐ kinderen en jongeren tot 23 jaar die risico’s lopen of problemen hebben kunnen registreren. Waarom een Verwijsindex? De Verwijsindex: • zorgt voor vroegtijdige signalering van problemen • zorgt dat de professionals informatie sneller delen • zorgt dat kinderen en jongeren met meerdere problemen sneller én beter hulp krijgen door een gezamenlijk plan van aanpak • zorgt dat professionals de voortgang van de hulpverlening bewaken • regelt de afstemming tussen de organisaties en vergroot de efficiency. 54
Zo blijven kinderen in beeld! Hoe werkt de Verwijsindex? Het consultatiebureauteam, de leidster van de peuterspeelzaal, de leraar of iemand van jeugdzorg komt uw kind tegen en maakt zich zorgen over hem of haar. Hij meldt in overleg met u uw kind aan in de Verwijsindex Fryslân. De school heeft hierbij een informatieplicht en hoeft voor een melding geen toestemming van de ouders te vragen. Om de privacy van kinderen en jongeren te beschermen, bevat het systeem alleen naam‐ en adresgegevens. De Verwijsindex is een internetprogramma dat alleen toegankelijk is voor hulpverleners en mensen die met kinderen en jongeren werken. Het kan zijn dat er meer hulpverleners of begeleiders zijn die zorg over uw kind hebben en dat al eerder hebben gemeld in de Verwijsindex Fryslân. Als dat het geval is krijgen alleen die mensen een e‐mailtje zodat ze weten dat er met uw kind meer aan de hand is. Het is heel belangrijk dat ze dat weten. En het is nog veel belangrijker dat de school, de jeugd(gezondheids)zorg, de leerplichtambtenaar, de jongerenwerker of andere betrokkenen vervolgens samen een plan maken om uw kind verder te helpen. Daar zullen ze u als ouders zeker bij betrekken. Als we er met z’n allen op tijd bij zijn kunnen we voorkomen dat de problemen te groot worden. Zowel voor uw kind als voor u. De Verwijsindex Fryslân is gekoppeld aan de landelijke Verwijsindex. De Verwijsindex Fryslân gaat alleen over kinderen en situaties in Fryslân. Bij verhuizing naar een andere provincie hoeft u zich geen zorgen te maken dat de gegevens verloren gaan. De landelijke Verwijsindex houdt alle meldingen bij en stuurt een e‐mailtje naar de betrokken organisaties als er meer dan één melding over een kind binnen komt. De organisaties nemen vervolgens contact met elkaar op. Wetgeving rond Verwijsindex. Per 2010 is de wijziging van de Wet op jeugdzorg van kracht. De wet bevat onder andere regels voor privacy, gebruik en invoering van de Verwijsindex. U hoeft er niet bang voor te zijn dat de naam van uw kind voor altijd in de Verwijsindex blijft staan. De meldingen zijn maar beperkte tijd geldig. Als het allemaal weer goed gaat, verdwijnt de naam van uw kind na één of twee jaar definitief uit het systeem. U hoeft er ook niet bang voor te zijn dat een buitenstaander de melding in het systeem zomaar kan inzien. De melding is alleen beschikbaar voor professionals. Dat is allemaal wettelijk geregeld en dat wordt ook streng gecontroleerd. Want u en uw kind hebben recht op privacy. Daarom gaan we met respect met persoonlijke informatie om. Als school hebben we een klachtenregeling machtsmisbruik. Hieronder vallen klachten over discriminatie, racisme, agressie, geweld, (seksuele) intimidatie en (cyber)pesten. Het gaat om situaties tussen leerlingen onderling en tussen leerling en leerkracht of aan school verbonden personeel. In de klachtenregeling zijn bepalingen opgenomen over contactpersonen, vertrouwenspersonen en de klachtencommissie. 55
Vertrouwenspersoon Onze school is voor de vertrouwenspersoon aangesloten bij GGD Fryslân. De vertrouwenspersoon handelt de klacht af volgens een vaste procedure, behandelt alle zaken strikt vertrouwelijk en is geen verantwoording schuldig aan de school. Hierdoor kan het kind en/of ouder/verzorger vrijuit spreken en een klacht voorleggen. Meer info GGD Fryslân heeft een folder ontwikkeld “Vertrouwenspersoon voor ouders”. Deze folder is te downloaden via de website van GGD Fryslân, www.ggdfryslan.nl. Ook de meldingsregeling ‘Ongewenst gedrag binnen het onderwijs’ is te downloaden via de website van GGD Fryslân: www.ggdfryslan.nl. De vertrouwenspersoon voor onze school is Marianne Kokshoorn. Zij is te bereiken bij GGD Fryslân via telefoonnummer 088 229 9855 of via e-mail:
[email protected].
56
8. De resultaten van het onderwijs. 8.1 De kwaliteit van ons onderwijs. Kwaliteit betekent voor ons de mate waarin wij er in slagen om de doelstellingen van onze school te bereiken. Doelstellingen waaraan wij grote waarde hechten zijn: • Het aanbieden en ontwikkelen van een goed besef van Christelijke normen en waarden. Daarmee kunnen kinderen zich ontwikkelen tot bewuste en kritische burgers. Identiteit en kwaliteit versterken hier elkaar. • Het ontwikkelen van zelfstandigheid en zelfsturend leren. We hebben oog voor talenten van kinderen en geven ruimte om deze verder te ontwikkelen. • Het tot ontwikkeling brengen van de basisvaardigheden zoals lezen, rekenen, taal en schrijven. • Samenwerkend leren, spelen en werken in een goede sfeer. • Het bieden van een veilig pedagogisch klimaat. • Het aanbieden van een duidelijke structuur die kinderen zekerheid en houvast moet bieden.
8.2 Kwaliteitsbewaking Kwaliteit van onderwijs hangt nauw samen met de deskundigheid van de leerkrachten. Elk jaar hebben we dan ook een duidelijk plan voor scholing om onze doelstellingen te bereiken. De kwaliteit van ons onderwijs wordt o.a. bewaakt en bevorderd door middel van de volgende instrumenten: • • • • •
Jaarlijkse evaluatie van schoolplan en schoolgids Inzet van kwaliteitskaarten ( IK-ZO ) Voortgangs- ,functionerings‐ en/of beoordelingsgesprekken. Klassenbezoeken door de directie Scholing, cursussen, themadagen, workshops Kennisdeling, onderlinge visitatie, intervisie en consultatie Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
De vereniging PCBO Leeuwarden e.o. hanteert een eigen kwaliteitsmodel INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit). Met hulp van de kwaliteitsmeter en onderzoek onder ouders, leerkrachten en leerlingen kunnen wij zelf een sterkte/zwakteanalyse maken. Ouders en 57
kinderen van groep 7 en 8 worden hierbij betrokken. De ouders krijgen de vragenlijst vierjaarlijks en de kinderen vullen tweejaarlijks de vragenlijst in. Hiermee wil de vereniging het proces van werken aan onderwijskwaliteit bewaken. Periodiek bezoekt de onderwijsinspectie onze school. Er wordt gekeken naar de onderwijsprocessen, de opbrengsten van het onderwijs, de interne organisatie, de organisatie van zorg voor kinderen met specifieke behoeften en hoe de school zelf de onderwijskwaliteit bewaakt. Dit gebeurt aan de hand van een vooraf geformuleerd waarderingskader. Na afloop van het bezoek wordt verslag gedaan en komt de inspecteur met een rapportage. Deze wordt besproken in het team en is aanleiding voor verbetering en ontwikkeling. Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen de directie van de Dr. Algraschool en de verenigingsdirectie. Alle ontwikkelingen in de school komen dan aan de orde. Zie hiervoor ook hoofdstuk 7.1 Om de kwaliteitszorg op groepsniveau handen en voeten te geven, werkt de school vanaf het schooljaar 2011 – 2012 met de kwaliteitskaarten van IK-ZO. In deze kaarten beschrijven we de afspraken die we maken op groepsniveau met betrekking tot een breed scala van onderwerpen. Dat gaat van identiteit en pedagogisch klimaat tot oudercontacten en van opbrengsten tot leerkrachtgedrag. Zo bespreken we keer op keer de kwaliteit van ons handelen.
58
9. Regeling school‐ en vakantietijden 2015-2016 9.1 Schooltijden Ma Di Wo Do Vr
8.30 8.30 8.30 8.30 8.30
– – – – –
14.00 14.00 14.00 14.00 14.00
In de ochtendpauze mogen de kinderen brood of fruit eten en iets drinken. Tussen de middag moeten de kinderen eten mee. Samen met de meester of juf wordt er in de klas samen gegeten. Wilt u een eventueel fruitbakje van de naam van uw kind voorzien? Regels voor aanvang en einde schooltijd Alle leerlingen kunnen 10 minuten voor de aanvangstijd van de school binnenkomen. Ouders van de groepen 1 en 2 kunnen hun kinderen naar hun groep brengen. Tot de herfstvakantie geldt dit ook voor groep 3; daarna kunnen de kinderen zelf naar hun lokaal gaan. Het in‐ en uitgaan van de kinderen mag alleen via hun eigen unit‐ingang, dus niet via de hoofdingang. Aan ouders die hun kind komen halen, wordt verzocht niet in de school te wachten (dit in verband met de beperkte ruimte, de rust en de concentratie van onze leerlingen en de effectieve leertijd).
9.2 Vakantierooster + Speciale dagen herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie paasvakantie Koningsdag meivakantie zomervakantie studiedag studiedag studiedag studiedag studiedag studiedag Studiedag studiedag
maandag maandag maandag vrijdag maandag maandag maandag dinsdag maandag donderdag woensdag dinsdag vrijdag woensdag vrijdag
19-10-15 21-12-15 29-02-16 25-03-16 27-04-16 02-05-16 18-07-16 01-09-2015 09-11-2015 11-02-2016 09-03-2016 29-03-2016 10-06-2016 06-07-2016 15-07-2015
t/m t/m t/m t/m
23-10-15 01-01-16 04-03-16 28-03-16
t/m 16-05-16 t/m 28-08-16
59
9.3 Leerplicht en verlofregelingen voor kinderen inzake familieomstandigheden. Voorafgaand aan zijn/haar vierde verjaardag mag een kind van 3 jaar en 10 maanden een aantal ochtenden de school bezoeken om alvast een beetje te wennen. Deze ochtenden kunnen de ouders plannen in overleg met de leerkracht. De kinderen die zijn aangemeld worden voor hun eerste schooldag verwacht op de dag dat ze vier jaar geworden zijn. Wanneer het kind tussen de eerste schooldag na de zomervakantie en 1 oktober de leeftijd van vier jaar bereikt wordt hij of zij meteen na de zomervakantie toegelaten in groep 1. De vierjarigen zijn partieel leerplichtig. Dit houdt in dat u in overleg met directie en leerkracht de schooltijden kunt aanpassen. In overleg met de schoolleiding kan bepaald worden dat een vierjarig kind een deel van de week niet op school is. Dit valt te overwegen als uw kind bijvoorbeeld gauw moe is en veel indrukken heeft te verwerken. De vierjarigen worden leerplichtig op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin ze 5 jaar zijn geworden. Vanaf die dag moeten alle lessen en activiteiten, die de school binnen de schooltijden organiseert, gevolgd worden. De school mag niet zo maar vrij geven. Dit is door de leerplichtwet aan strikte regels gebonden. Indien u gebruik wilt maken van extra verlof moet u tijdig een verzoek bij de directie inleveren. Extra verlof, buiten de vakanties, mag alleen worden verleend in de volgende gevallen: 1. Bij ziekte (de leerlingen moeten dan wel voor aanvang van de lessen worden afgemeld bij de conciërge). 2. Bij doktersbezoek e.d. (er wordt wel van u verwacht dat afspraken met b.v. de tandarts zoveel mogelijk buiten de schooluren gepland worden). 3. Bij vervulling van de godsdienstplichten. 4. Bij andere gewichtige omstandigheden zoals: • Huwelijk, jubilea, ernstige ziekte en overlijden van bloed‐ of aanverwanten tot in de 4e graad. • Verhuizing. • Bevalling van moeder, verzorgster of voogdes. • Als de werkgever u verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen (dit moet worden aangetoond met een werkgeversverklaring). • Als een ouder op medisch voorschrift op vakantie moet (dit moet worden aangetoond met een medische verklaring) en de kinderen mee wil nemen. Voor punt 3 en 4 samen mag de school niet meer dan 10 dagen in een schooljaar vrij geven. Zijn meer dagen nodig dan moet toestemming worden gevraagd aan de leerplichtambtenaar. Voor andere gelegenheden mogen wij geen vrij geven! U brengt de directie in verlegenheid als u er toch om vraagt! Als blijkt dat ongeoorloofd extra verlof is opgenomen moet de directie, volgens de 60
leerplichtwet, hiervan melding doen bij de leerplichtambtenaar. Voor het personeel en de kinderen is het belangrijk dat de kinderen zoveel mogelijk bij het onderwijsproces op school aanwezig zijn. Afmelden bij afwezigheid Mocht uw kind om wat voor reden dan ook niet op school kunnen komen verzoeken wij u dit vóór de aanvang van de lessen door te geven. Wij weten dan dat uw kind niet op school is. Als uw kind niet op school is gekomen zullen we, als uw kind niet afgemeld is, contact met u opnemen om te vragen waar uw zoon/dochter blijft. Er kan onderweg immers iets gebeurd zijn.
9.4
Contactpersonen en instanties
Contactpersoon intimidatie en pesten in school: Contactpersoon rouw en verdriet:
Anneke Jonker‐Postma Tineke ter Horst – Atsma
Sociaal werker Jos van Oostrum wijkteam Noord-Oost
[email protected] Tel: 06-26354309 E‐mailadressen school Algemeen
[email protected] Directeur
[email protected] (met name voor persoonlijke en privacy gevoelige zaken) Afdeling ICT
[email protected] Website www.algraschool.nl (o.a.actuele nieuwsbrieven, activiteiten en informatie).
61
Postadres school Dr. Algraschool Idzerdastins 61 8925 AG Leeuwarden tel. (058) 266 15 21 Verenigingsbestuur Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden Verenigingsdirecteur en bestuurder is Dhr. H. Greidanus PCBO Marg. de Heerstr. 2 8921 AK Leeuwarden tel. (058) 213 03 50 Internet: www.pcboleeuwarden.nl e‐mail:
[email protected] Ouderraad
[email protected] Dominique Steensma - Voorzitster Ineke Oppewal - Penningmeester Marjan de Jong - Secretaris Getty Dalstra Djoeke Tiggelaar Marijke Kader Elisabeth Koopmans Rianne Hoekstra Carla Kuiper Johan Spoelstra namens de directie en het team Medezeggenschapsraad
[email protected] Oudergeleding: Amir Amini , voorzitter Esther Houttuin Alice Brouwer Marga Visser Personeelsgeleding: Ruben van Vliet Anneke Jonker Jeltsje vd Galiën Anne-Joleyn Kolk Schoolarts/ GGD en vertrouwenspersoon voor ouders, Postbus 612 8901 BK tel. (058) 233 43 34 Harlingertrekweg 58 Leeuwarden 62
Rijksinspecteur onderwijs internet: www.onderwijsinspectie.nl email
[email protected] tel. 0800‐8051 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, psychisch of fysiek geweld tel. 0900‐1113111 Landelijke klachtencommissie primair onderwijs Postbus 907 2270 AX Voorburg tel. (070) 348 11 80 fax. (070) 386 51 06 Bereikbaar op donderdag van 9.00 – 11.00 uur en vrijdag van 9.00 ‐ 13.00uur. Kinderopvang Sinne Idzerdastins Idzerdastins 57 8925 AG Leeuwarden tel. 058 266 71 86 Speelleergroep Stinzenvinkjes (Elke ochtend) Speelleergroep Stinzenpykjes (Elke ochtend) Idzerdastins 57 8925 AG Leeuwarden tel. 058 266 71 86 Heksenhut Kalverdijkje 76c Telefoonnummer 0582661791
63