4 De zorg voor kinderen. Rond half negen zien ouders ruim 175 kinderen over de speelplaats van “De Peddepoel” lopen. Het zien van zoveel kinderen tegelijk, moet wel vragen oproepen als “Hoe en hoeveel aandacht krijgt mijn kind nou tussen al die andere kinderen?” Hierop proberen we in dit hoofdstuk antwoord te geven.
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen Kinderen krijgen een maand voordat ze 4 jaar worden, een uitnodiging om voor het eerst te komen kijken in onze school. Deze kennismaking staat beschreven in hoofdstuk 1.6. Aan het eind van het schooljaar gaan alle leerlingen een uurtje kijken bij de nieuwe leerkracht in de klas. Ze volgen dan een korte les of er is een kennismakingsactiviteit. Leerlingen die vanuit andere scholen naar Wanssum komen, krijgen samen met hun ouders een rondleiding. In dat geval fungeert meestal de directeur als gids. De school waar de leerling vandaan komt, zorgt voor een overzicht van de behandelde stof, gehanteerde methodes en een overzicht van de leerresultaten. Zo nodig wordt contact met de vorige school opgenomen. Meestal worden kinderen aangemeld uit het dorp Wanssum. De directie kan op grond van bekende of door ouders ingebrachte informatie nader onderzoek doen of de aanwezigheid van dit kind ernstige verstoring van rust, veiligheid of gezondheid kan opleveren. Dit kan gevolgen hebben voor de inschrijfmogelijkheid. Als het een kind betreft met vermoedelijk heel veel extra zorg, zal aanname afhankelijk zijn van: - de verwachtingen van de ouders - de mogelijkheden van het kind - de mogelijkheden van de school Deze verzoeken tot inschrijving worden beoordeeld door een bredere commissie, waarin in elk geval ook de intern begeleider en de directie van de school zitting heeft. Kinderen met een andere geloofsovertuiging dan de katholieke, of eventueel geen, worden op onze school toegelaten. Deze kinderen volgen het gewone lesprogramma, inclusief de godsdienstlessen. Mochten religieuze en/of medische redenen dit onmogelijk maken, dan treden de ouders in overleg met de directie. Het bevoegd gezag bepaalt uiteindelijk of en welke vervangende activiteiten op die momenten worden aangeboden. 4.1.1 De Leerling Gebonden Financiering (LGF) De komende jaren zullen steeds meer verzoeken bij de reguliere basisscholen binnenkomen om kinderen met een handicap, de zogenaamde “rugzakleerlingen”, op school te willen plaatsen. Het betreft hier kinderen die geld krijgen om extra begeleiding en voorzieningen te kunnen betalen. Het kan dan gaan om kinderen die een visuele of
1
auditieve handicap hebben of kinderen met een geestelijke handicap, zoals het Syndroom van Down. Wij hebben, als team, uitgesproken dat we in principe openstaan voor dergelijke verzoeken. Deze verzoeken worden beoordeeld door een brede commissie, waarin in elk geval ook de intern begeleider en de directeur van de school zitting hebben We zoeken daarbij naar een balans tussen de hulpvraag van dit kind en de mogelijkheden van de school, inclusief de organisatie binnen de klas / de school, en de positie van de medeleerlingen. We maken gebruik van het draaiboek zoals dat is vastgelegd in het handboek van het samenwerkingsverband WSNS. Dit ligt ter inzage op school. De afspraken met de ouders worden vastgelegd.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.2.1 Observaties en vorderingen Iedere leerkracht houdt zelf gegevens bij omtrent observaties en vorderingen van de leerlingen. De toetsen die hiervoor gebruikt worden, komen voor een deel uit de lesmethoden. Een deel van de toetsen wordt door de leerkrachten zelf opgesteld aan de hand van de behandelde lesstof. 4.2.2 Leerlingvolgsysteem Naast de hierboven beschreven toetsen werken we met een leerlingvolgsysteem. De kinderen worden hierbij beoordeeld volgens een landelijke norm. We hopen hiermee tijdig het uitvallen van een leerling duidelijk in kaart te kunnen brengen. Mede aan de hand van deze gegevens en observaties van de leerkracht kunnen we plannen hoe we een leerling beter kunnen begeleiden. Naast de vorderingen van de individuele kinderen, houden we zo ook in de gaten of we als school op het landelijk gemiddelde zitten. Als bijvoorbeeld zou blijken dat onze leerlingen gemiddeld vrij laag scoren bij het AVI-lezen, dan is dat voor ons team een teken dat we het technisch lezen onder de loep moeten nemen. De toetsen die we hiervoor gebruiken zijn voornamelijk ontwikkeld door een speciaal instituut; het Cito.
Het Cito werkt met landelijk vastgestelde normen. We werken o.a. met de volgende toetsen: Groep 1 en 2: Entreeformulier Cito “Ordenen”, “Ruimte en Tijd” en Taal voor Kleuters. Groep 3 t/m 7: Cito S.V.S. (spellingvaardigheid) Cito Rekenen/wiskunde Cito Begrijpend lezen
2
Groep 3 t/m groep 8
Cito Woordenschat of Leeswoordenschat Vaststellen technisch leesniveau: AVI-toetsen D.M.T. toets
Groep 7 maakt de Cito-entreetoets. Deze toets is voornamelijk bedoeld om de vorderingen van taal, begrijpend lezen, rekenen, en informatieverwerking te toetsen. Mochten enkele onderdelen van deze vakken niet voldoende beheerst zijn, dan kunnen we hier direct op reageren. Deze entreetoets komt in de plaats van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem. Groep 8 neemt deel aan de Cito-eindtoets, die mede bepalend is voor de schoolkeuze na de basisschool. (voor meer informatie zie 4.4 of hoofdstuk VIII ) Om de sociaal-emotionele ontwikkeling, van de kinderen in groep 1 t/m 8, te kunnen volgen maken we gebruik van OPSEO. Dit is een observatiepakket wat hulpmiddelen bevat voor signalering, analyse en handelingssuggesties. Natuurlijk is voor veel zaken absoluut geen test nodig en kunnen veel leerkrachten vertrouwen op de dagelijkse waarnemingen die ze doen bij hun leerlingen. Toch vinden wij het belangrijk om niet zichtbare kanten van kinderen beter te leren kennen. De leerlingen van groep 3 t/m 8 vullen daarom een aantal vragen in die betrekking hebben leermotivatie, faalangst, doorzettingsvermogen en sociale wenselijkheid. Vanuit al die leerkracht- en leerling-gegevens is het vervolgens mogelijk om kinderen adequaat te gaan benaderen, teneinde op een verantwoorde manier in te spelen op hun emotionele remmingen en blokkades. 4.2.3 Leerlingenmap De vorderingen van de leerlingen worden per groep geregistreerd in de leerlingenmap. Hierin staan gegevens over leervorderingen, leergedrag (o.a. motivatie, concentratie en zelfstandigheid) en bijzondere aandachtspunten van iedere leerling. 4.2.4 De rapportage Ouders die vragen hebben over de vorderingen van hun kind, kunnen altijd contact opnemen met de betreffende leerkracht. Overleg vindt vanzelfsprekend niet alleen plaats op de vastgestelde momenten tijdens de 10-minutenavonden. Drie maal per jaar ontvangen de ouders een rapport over de vorderingen van hun kind. Groep 1 krijgt op het einde van het schooljaar een rapport, groep 2 krijgt twee keer per schooljaar een rapport. In groep 1 , 2, 3 en 4 is dit een "woordrapport", groep 5 t/m 8 hebben een cijferrapport. De rapporten worden op de 10-minutenavonden met de ouders besproken.
3
In november worden alle ouders hiervoor uitgenodigd. In maart en aan het eind van het schooljaar vinden de gesprekken plaats op verzoek van de leerkracht of op verzoek van de ouders. Als er ouders zijn die behoefte hebben aan een totaaloverzicht van de Citogegevens is dit mogelijk omdat alle resultaten in DOTCOM worden opgeslagen. Indien u behoefte hebt aan een andere toelichting kunt U terecht bij desbetreffende leerkracht.
4.3 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften U hebt nu gelezen dat er tegenwoordig heel wat getest en getoetst wordt in onze school. Vele ouders vragen zich af of dit nu wel allemaal nodig is. Niet alleen de maatschappij, maar ook de school zijn tegenwoordig steeds meer prestatiegericht bezig. Het lijkt alsof de kinderen op steeds jongere leeftijd steeds meer moeten kennen en kunnen. Dit is zeker niet onze bedoeling. Toch vinden wij het toetsen van vele vaardigheden onmisbaar. Daarbij gaat het niet enkel en alleen om de resultaten maar om de extra begeleiding die ingezet gaat worden n.a.v. de toetsuitslagen. Uiteraard zijn de dagelijkse observaties van de leerkrachten ook zeer belangrijk. Bij een aantal van onze leerlingen worden we geconfronteerd met leer- of gedragsproblemen. In zo‟n geval is een kind er het meest mee gebaat als een probleem zo vroeg mogelijk onderkend wordt. 4.3.1 Weer Samen Naar School U zult deze woorden ongetwijfeld vaker gehoord hebben. Het doel hiervan is de scheiding tussen speciaal basisonderwijs en regulier basisonderwijs zoveel mogelijk te verkleinen. Onze intern begeleider wordt voortdurend geschoold in de mogelijkheden om kinderen met leer - en/of gedragsproblemen zoveel mogelijk binnen de eigen school verder te helpen. Een voorbeeld hiervan is de verlegde leerlijn: leerlingen die de klassikaal aangeboden stof niet kunnen bijbenen, kunnen m.b.v. een aangepaste leerlijn individueel verder. Zo‟n verlegde leerlijn is in principe natuurlijk ook mogelijk voor die kinderen die zich in versneld tempo ontwikkelen. 4.3.2 Procedure bij leerproblemen, lichamelijke problemen of sociaalemotionele problemen Indien er zich problemen met een kind voordoen, dan wordt deze leerling besproken tijdens leerling besprekingen. Voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen stellen we handelingsplannen op. Hierin geven we aan op welke manier we deze leerlingen met extra hulp begeleiden. Het handelingsplan wordt opgesteld door de leerkracht. Indien nodig, volgen extra onderzoeken of observaties
4
door of samen met de intern begeleider. Vervolgens krijgt de leerling hulp in de vorm van andere of extra leerstof. Het handelingsplan wordt geëvalueerd door de leerkracht en eventueel de Interne begeleider. Voor het opstellen van handelingsplannen worden de ouders op de hoogte gesteld. Ook tijdens het traject zijn evaluatiegesprekken met ouders gepland. Het onderwijskundig verslag van de schoolloopbaan van elk kind bevindt zich in het leerling-dossier. Verder zijn er hierin ook gegevens opgenomen over de externe begeleiding (bijv. logopedie) die plaatsgevonden heeft. Aan het eind van het schooljaar worden deze gegevens doorgenomen met de leerkracht van het volgende leerjaar. In sommige gevallen is het gewenst, hulp van buitenaf in te schakelen. Ook hierbij vindt uitvoerig overleg plaats met de ouders. 4.3.3 Aanwezige voorzieningen Onze school heeft een intern begeleider. Deze begeleider volgt extra cursussen voor het onderzoeken, observeren en begeleiden van leerlingen of groepen met specifieke problemen. Deze leerkracht begeleidt de groepsleerkrachten bij het bieden van extra zorg. Het is ook mogelijk dat de intern begeleider zelf werkt met een probleemleerling (remedial teaching). Zij is voor de ondersteuning van leerkrachten, leerlingen en groepen voor een groot deel van haar taken als groepsleerkracht vrij geroosterd. Onze school werkt samen met een begeleider van het BCO. Deze schoolbegeleider ( Mieke Windhorst) adviseert leerkrachten en ouders. Eventuele verwijzing naar hulpverlenende instanties geschiedt altijd in overleg met haar. Bij sommige leerproblemen is het mogelijk gebruik te maken van een ambulante begeleider vanuit een speciale (REC)school. Ook hier maken wij momenteel gebruik van. Een andere schoolbegeleider ( Jo Verlinden ) begeleidt veranderings- en vernieuwingsprocessen op onze school. De organisatie en de kwaliteit van deze voorzieningen staan uitgebreid beschreven in het jaarlijkse zorgplan. 4.3.4 Omgaan met kinderen met lees- en spellingproblemen, “dyslexie” De interne begeleiders van de basisscholen van Dynamiek Scholengroep hebben, met ondersteuning van een begeleider van BCO-onderwijsadvies, de afgelopen drie jaar gewerkt aan het verbeteren van de begeleiding van kinderen met lees-spellingproblemen en dyslexie. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke aanpak, die geldt voor alle scholen van ons schoolbestuur. Uitgangspunten die op onze school gehanteerd worden zijn:
5
Op onze school wordt ingezet op de behandeling van alle lees- en taalproblemen. Het betreft dus beduidend meer kinderen dan alleen de kinderen met dyslexie. Als bij uw kind ernstige lees- en spellingproblemen gesignaleerd worden, wordt door onze school, volgens afgesproken criteria, een dossier aangelegd dat door de Interne Begeleider samen met de orthopedagoog van het Begeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding wordt beoordeeld. Als zij tot de conclusie komen dat de leerling extra hulp nodig heeft op lees- en taalgebied, dan wordt de leerling behandeld als dyslectisch. Onze school is toegerust om uw kind op een goede en verantwoorde manier te begeleiden. Vanaf de start van dit traject wordt u als ouder bij de ontwikkelingen betrokken. Slechts in bijzondere gevallen zal de school instemmen met de aanvraag van deelname aan het dyslexie-groepsonderzoek. Aangezien die verklaring voor de begeleiding van uw kind op de basisschool geen meerwaarde heeft zijn de kosten daarvan voor rekening van uzelf. De deelname zal alleen worden aangevraagd als alle betrokken partijen het erover eens zijn dat deze verklaring een duidelijke meerwaarde heeft voor de sociaal-emotionele- en leerontwikkeling van uw kind. Indien u als ouder om persoonlijke redenen het toch wenselijk vindt eerder een dyslexie onderzoek te laten doen omwille van persoonlijke redenen, dan zijn de kosten daarvan voor rekening van uzelf. Onze school erkent alleen de onderzoeken gedaan door gezondheidspsychologen en daartoe erkende instellingen, conform het dyslexieprotocol. Eind groep 8 wordt u gevraagd schriftelijk goed te keuren dat het leestaaldossier van uw kind wordt overgedragen aan de school voor Voortgezet Onderwijs, zodat zij de gekozen aanpak zouden kunnen voortzetten. 4.3.5 Plaatsing en verwijzing van kinderen met specifieke behoeften In een aantal gevallen kan het gebeuren dat extra hulp alleen niet voldoende is om problemen die zich voordoen op te lossen. In een dergelijk geval gaan we, in overleg met en alleen met goedkeuring van de ouders, over tot een van de volgende mogelijkheden: Zittenblijven Ondanks alle extra aandacht en zorg is het soms toch wenselijk dat een leerling een schooljaar overdoet. Dit gebeurt echter alleen als aan een aantal voorwaarden is voldaan: Doubleren gebeurt altijd in overleg met ouders, leerkracht en leerlingbegeleider. Ieder moet ervan overtuigd zijn dat doubleren de beste oplossing is. Vaardigheden die beheerst worden moeten niet onnodig nog eens herhaald
6
-
worden. Dit houdt in dat er met een aangepast programma voor deze leerling wordt gewerkt. De leerling moet zonder veel problemen kunnen passen in de nieuwe groep, lettend op sociale,emotionele en lichamelijk ontwikkeling.
Een groep overslaan Een kind dat de leerstof reeds zo goed beheerst dat het volgen van een leerjaar verspilde tijd lijkt, kan bij uitzondering een groep hoger geplaatst worden. Hierbij wordt dan ook zorgvuldig gekeken naar de sociaalemotionele vaardigheden. Indien dit kind zich tussen “grotere kinderen” niet prettig voelt, wordt dit zeker in de besluitvorming meegenomen. Binnen de eigen groep proberen we deze kinderen aangepaste lesstof aan te bieden. Ook in dit geval zijn de ouders degenen die de uiteindelijke beslissing nemen. Verwijzing naar een andere basisschool of naar speciaal onderwijs Door middel van observaties, toetsen en de doorlopende aantekeningen kunnen leerproblemen en (ontwikkelings-)achterstanden vroegtijdig ontdekt worden. De resultaten worden met de intern begeleider besproken. Kinderen met problemen worden door de leerkracht extra geholpen. Indien nodig stellen de leerkracht en de intern begeleider een handelingsplan op. Indien deze hulp te weinig resultaat oplevert, kan in samenspraak met de ouders, het Begeleidings Centrum voor Onderwijs ingeschakeld worden. Het BCO kan dan onderzoek doen. Het doel is steeds: het kind zo goed mogelijk helpen om in de klas optimaal te kunnen werken. Indien blijkt dat in de klas onvoldoende zorg geboden kan worden, overleggen intern begeleider, directeur, schoolbegeleider en ouders over de aanvraag tot extern onderzoek. Afhankelijk van de geconstateerde problemen kan dan andere hulp geboden worden òf verwijzing naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) plaatsvinden. Deze neemt dan op grond van de aangeleverde gegevens een besluit over verlening ambulante hulp, plaatsbaarheid op een andere basisschool of op een speciale school voor basisonderwijs. Deze werkwijze wordt schematisch weergegeven onderaan dit hoofdstuk. Als ouders het om de een of andere reden niet eens zijn met de uitslag van de PCL, dan bestaat er een klachten – en bezwarenprocedure bij de Regionale Verwijzings Commissie Primair Onderwijs. Deze RVC kijkt of er zorgvuldig is gewerkt. 4.3.6 Aanmelding bij een speciale school voor basisonderwijs Indien het PCL aangeeft dat aanmelding bij een speciale school voor basisonderwijs wenselijk is, moeten de ouders de aanvraag zelf doen. Onze leerlingbegeleider zal in dat geval natuurlijk adviseren en begeleiden.
7
Werkwijze PCL 1. De leerkracht maakt een overzicht van alle bekende gegevens, incl. toetsresultaten. Dit overzicht wordt samen met de ouders besproken.
2. Het pakket wordt verzonden naar de PCL te Horst
3. De PCL zoekt uit of er aanvullende gegevens nodig zijn. Misschien is een aanvullend onderzoek gewenst.
4a. Geen extra onderzoek nodig, naar 7.
4b. Wel extra onderzoek nodig. 5 De Peddepoel informeert de ouders welke onderzoeken gaan plaatsvinden en wanneer.
6. De nodige onderzoeken vinden plaats, bijv. door Riagg, BCO, pedagoog enz.
7. De PCL vergadert met alle personen die bij het onderzoek waren betrokken (ook de intern begeleider van de Peddepoel) 8. Mogelijkheden onderzoeken hoe het kind het best wordt geholpen: Extra begeleiding Afspraken over de manier van aanpak Ondersteuning door een leraar van een speciale school voor basisonderwijs Beschikking plaatsing Speciaal Onderwijs 9. De PCL/De Peddepoel informeert de ouders over de uitslag. 10. De Peddepoel voert de activiteiten uit (eventueel met externe hulp) / begeleidt eventuele plaatsing Speciaal Onderwijs. 11. Er is regelmatig overleg over de voortgang.
8
4.3.7 Leerling-dossier en privacy Op onze school wordt er voor ieder kind een leerling-dossier bijgehouden. Het dossier bevat administratieve en onderwijskundige gegevens en soms ook een psychologisch rapport. De onderwijskundige gegevens zijn het belangrijkste onderdeel uit het leerling-dossier. De precieze invulling van het dossier is niet wettelijk vastgelegd. U vindt in het dossier bijvoorbeeld: notities/verslagen van besprekingen die de leerkracht met U heeft gevoerd, verslagen van onderzoeken, toetsuitslagen en rapportgegevens en mogelijk de handelingsplannen van extra hulp aan uw kind en de daarbij horende evaluaties. U heeft als ouder/verzorger het recht om alle onderdelen van het dossier van uw kind in te zien. Indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, dient u een afspraak te maken met de directeur. Binnen een week regelt deze vervolgens een afspraak met u hiervoor. Bij het inzien van het dossier is altijd iemand van de school aanwezig in verband met privacy van anderen. Indien u dat wenst, heeft u recht op een kopie van het leerling-dossier. Wanneer er gegevens in het dossier staan die feitelijk onjuist zijn, kunt u deze laten verbeteren of verwijderen. In verband met privacy is het leerling-dossier alleen toegankelijk voor de ouders/verzorgers van het kind, de schoolleiding en het onderwijspersoneel dat bij uw kind betrokken is. In enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het leerling-dossier aan derden te geven, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een leerling-gebonden budget, de plaatsing van een kind op het speciaal onderwijs, of bij de overgang naar een andere school. Voor de overige gevallen moet u eerst als ouders hiervoor toestemming geven. De administratieve informatie over uw kind moet de school bewaren tot 5 jaar nadat uw kind van school is gegaan. Voor onderwijskundige gegevens geldt een termijn van 2 jaar. Wij vragen aan ouders bij belangrijke documenten om een handtekening. Vaak zijn die ook vereist bijvoorbeeld bij aanvragen van onderzoeken. 4.3.7 Ziek ……………. en toch onderwijs Als blijkt dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen dan is het van belang dat u dit aan de leraar kenbaar maakt. De leraar kan samen met u bekijken wat de mogelijkheden zijn om het onderwijs aan uw kind voort te zetten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een consulent voor zieke leerlingen van de onderwijsbegeleidingsdienst (BCO Venlo, tel.: 077-2519284). Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat uw kind in die situatie goed contact heeft met de klasgenoten en de leraar. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vinden op de website van Ziezon, het landelijke netwerk (www.ziezon.nl).
9
4.4 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs In november verzorgen we in samenwerking met het Raayland College een informatieavond voor ouders én leerlingen over de keuzemogelijkheden na het basisonderwijs. Gewoonlijk houden de scholen voor voortgezet onderwijs in februari een open dag voor ouders en leerlingen van groep 8. De groepsleerkracht geeft hierover steeds tijdig informatie. In februari volgen de z.g. adviesgesprekken. Tijdens dit gesprek wordt de schoolkeuze besproken. De groepsleerkracht adviseert op basis van leerlingrapporten, toetsen, gesprekken met collega „s van eerdere leerjaren en vanzelfsprekend op basis van eigen ervaringen. De Cito-eindtoets. De meeste scholen voor voortgezet onderwijs moeten naast de wens van de ouders en het advies van de basisschool ook nog over een “onafhankelijk gegeven” beschikken. Daarom maken de achtste-groepers een toets die niet door de school zelf is samengesteld. Onze school heeft gekozen voor de Eindtoets basisonderwijs van het Cito: beter bekend als “de Citotoets”. Deze toets voorspelt over het algemeen goed hoe de kansen van een leerling liggen in het voortgezet onderwijs. Niet alleen de leerresultaten, maar ook het gedrag en de leerhouding van de leerling spelen een belangrijke rol. Samen met leerling en ouders wordt een zo goed mogelijke keuze gemaakt.
10
4.5 Extra activiteiten, zowel binnen als buiten de school. Enkele malen per jaar worden activiteiten georganiseerd die buiten de normale schooltijden vallen en waarbij het jaarklassensysteem doorbroken wordt. Hierbij denken we aan: - aankomst Sinterklaas: de kinderen van groep 3 t/m 5 bereiden het welkom voor. - gezinsvieringen: een werkgroep betrekt kinderen bij het voorbereiden van vieringen - Kerstviering: per jaar wordt bekeken op welke manier de kerstviering opgezet wordt - carnavalsmiddag. deze middag wordt in samenwerking met de carnavalsvereniging verzorgd door groep 6 t/m 8 - Paasviering: paasontbijt voor groep 1 t/m 8 - sport – en spellendag: in de laatste schoolweek organiseren we meestal een sportief evenement - creamiddagen: de kinderen werken rond een gekozen thema. - kinderboekenweek: een voorleescircuit in groep 1 t/m 4, met gemengde groepen en een voorleeswedstrijd in groep 4 t/m 8 - kikkertheater: ongeveer 5 keer per jaar presenteren de groepen 1 t/m 4 een voordracht aan elkaar. In de schoolkalender en beneden staat vermeld wanneer het is en de ouders van welke groep mogen komen kijken. De presentatie bestaat uit een dansje, een liedje, een toneelstukje etc. -kikkerfestival: ongeveer 4 keer per jaar werken groep 5 t/m 8 op een gezellige, creatieve manier met elkaar. Wat leren de kinderen van het kikkertheater? Naar elkaar luisteren en kijken. Respect hebben voor elkaar. Waarderen van elkaar. Ook gelet op de leeftijdsverschillen. Voorbereiding op het vrijer bewegen en uiten in het openbaar. Ervaren hoe het is als anderen naar je kijken. Leren hoe je je tijdens een voorstelling gedraagt. Genieten. Waarom willen we de ouders bij het kikkertheater betrekken? Ouders tonen belangstelling. Hierdoor wordt de kind-ouder-relatie versterkt. De betrokkenheid van de ouders vergroten. Het werkt drempelverlagend. Niet alleen respect voor je eigen kind, maar ook voor andere kinderen. De data voor het kikkertheater kunt u terugvinden in de schoolkalender.
11
Behalve de hierboven genoemde activiteiten organiseren we nog schoolreisjes, bezoekjes aan de kinderboerderij, excursies enz. Cultuurpad Cultuurpad is een kunsteducatieproject dat telkens een cyclus van 4 schooljaren beslaat. In die jaren maken de kinderen van onze school actief en/ of receptief kennis met 4 kunstdisciplines: dans, muziek, beeldende kunst en theater. In de loop van 4 jaren komen de kinderen in contact met deze 4 kunstdisciplines. De structuur van de organisatie is zo opgebouwd dat elk schooljaar de onderdelen verschuiven zodat een leerling aan het einde van zijn of haar schoolloopbaan met alle facetten heeft kennisgemaakt. De 4 disciplines nader omschreven: 1. Dans O.a. moderne dansvoorstelling, ballet, bewegingstheater, meespeelvoorstelling, klassieke dansvoorstelling, traditionele dans. 2. Muziek O.a. klassieke muziek, van abstract tot modern en hedendaagse muziekstijlen, popconcert, muziektheater met de nadruk op muziek, musical en opera. 3. Beeldende kunst. O.a. expositie kunstprojecten, kunstenaar in de klas, workshops, bezoek musea en galerieën , fotografie en of audiovisuele projecten of activiteiten. 4. Theater. O.a. theatervoorstellingen, toneel, drama, cabaret, poppentheater, muziektheater met de nadruk op theater. CultuurPAD is een krachtenbundeling van 3 stichtingen ( PAD staat voor Prisma, Akkoord, Dynamiek). Ankie Rutten is de coördinator van CultuurPAD. Vertegenwoordigers van scholen nemen plaats in een werkgroep. Zij geven samen met de coördinator van Cultuurpad inhoud aan bovenvermelde kunstdisciplines. Paulien Zanders is namens de Peddepoel lid van deze werkgroep.
12
5 De leraren. Ons team bestaat op dit moment uit 13 leerkrachten. Hiervan werken 6 leerkrachten in deeltijd. In schooljaar 2009-2010 zal het team gedurende 1 jaar uitgebreid worden met een lio (leraar in opleiding) die een betaalde afstudeer-stagevariant zal gaan doen. Zij zal in groep ½ a samen met Mariet van Gerven het onderwijs verzorgen. Haar naam is Maartje Muysers. In groep 3 komt ook een afstudeerstudent. Zij volgt het reguliere traject. Haar naam is Nicole Rouwette. We proberen het aantal leerkrachten dat in een groep les geeft zoveel mogelijk te beperken. Als dit niet mogelijk is, organiseren we het lesrooster zodanig, dat de kinderen hier zo min mogelijk last van hebben. 5.1 Vervanging bij arbeidstijdcompensatie en ziekte Het naar huis sturen van kinderen tijdens de schooltijd kan men zien als het 'doen en nalaten in strijd met een wettelijke plicht'. De Minister en de Inspectie hebben richtlijnen uitgegeven ter voorkoming van lesuitval. Toch zijn er grenzen aan de mogelijkheden van De Peddepoel. Met name worden die bereikt als de deugdelijkheid voor het onderwijs aan (andere groepen) kinderen in gevaar komt. Bekende afwezigheid wordt ruim tevoren door de leerkracht gemeld bij de directie. De vervanging wordt zo spoedig mogelijk geregeld. Ziekteverzuim is niet van tevoren bekend. De leerkracht zal 's avonds of 's morgens de directie waarschuwen, zodat deze nog enige tijd heeft om te voorzien in vervanging. Indien dat laatste niet lukt, of indien zich in de loop van de dag calamiteiten voordoen, is ons uitgangspunt dat we in elk geval de kinderen de eerste dag op de school zullen opvangen. Voorkomen moet worden dat we door langdurige extra opvang en onrust in de overige groepen de werkdruk van alle leerkrachten op een onaanvaardbare wijze belasten. Via de procedures in het noodplan wordt met alle middelen op een redelijke wijze getracht de vervanging te regelen. Is voor meer dan één dag geen enkele vervanging te regelen, dan blijft een groep thuis. De ouders van leerlingen uit die groep worden de dag tevoren via de kinderen schriftelijk op de hoogte gebracht. Indien noodzakelijk nog meer tijd nodig is om vervanging te regelen dan zal elke dag een andere groep naar huis gestuurd worden. Het thuisblijven van kinderen via deze maatregel wordt schriftelijk bekend gemaakt bij bestuur en bij de inspectie. De directie blijft ook dan moeite doen om alsnog vervanging te regelen. Op De Peddepoel is een draaiboek aanwezig op welke wijze de opvang de eerste dag wordt geregeld. Nadere informatie is opgenomen in het handboek van Dynamiek Scholengroep..
13
5.2 Stagiaires. Regelmatig hebben we stagiaires van een Pabo of van andere scholen en opleidingen. Deze leerkrachten in opleiding worden begeleid door onze leerkrachten of andere teamleden. Op hun beurt begeleiden deze stagiaires binnen de klas vaak kleinere groepjes leerlingen, en helpen zij de leerkracht waar dat mogelijk is. De toewijzing van stagiaires wordt op stichtingsniveau geregeld. Twee jaar geleden zijn we gestart met een project “opleiden in de school.” Dit is een samenwerkingsvorm waarbij de Kempel Helmond, BCO en de Peddepoel van en met elkaar leren. 5.3 Scholing van leraren De leerkrachten van onze school maken gebruik van bijscholingscursussen die worden aangeboden door de diverse begeleidingsdiensten en Pabo „s. Ieder volgt hierbij min of meer een eigen specialisatie. Daarnaast hebben de leerkrachten ieder jaar een aantal thematische bijeenkomsten. De schoolbegeleider van het B.C.O. informeert het team dan over nieuwe ontwikkelingen.
14