4.
DE ZORG VOOR KINDEREN
De opvang van nieuwe kinderen in de school Om als leerling tot een basisschool te worden toegelaten, moet hij/zij de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Om deze “instroom” zo goed mogelijk te laten verlopen hebben we bij ons op school de volgende regeling: 1. Kinderen stromen in op de 1e dag na hun vierde verjaardag. 2. Valt deze dag in een weekend of vakantie, dan is het de eerstvolgende schooldag. 3. Voorafgaand krijgen de kinderen maximaal 4 kijkochtenden. 4. Kinderen, die jarig zijn in de zomervakantie, stromen het volgend schooljaar in. Zij kunnen vóór de vakantie al kennismaken met de school tijdens de kijkochtenden. De instroomkinderen mogen direct hele dagen naar school. De woensdagmiddag en de vrijdagmiddag hebben ze vrij. Het zou wenselijk kunnen zijn dat uw kind niet direct hele dagen naar school gaat, maar behoefte heeft aan een langere gewenningsperiode. In overleg met de leerkracht kan dit natuurlijk geregeld worden. Voor een 4 jarige is de overgang van de peuterspeelzaal naar de basisschool een hele stap. Deze is echter wel kleiner geworden nu de peuterspeelzaal een lokaal in de basisschool gebruikt. Om dit toch soepel te laten verlopen hebben wij de volgende regeling getroffen: Voordat de kinderen op de kijkochtend komen, komt de groepsleerkracht op huisbezoek. Voordat uw kind 4 wordt kan hij/zij maximaal 4 keer op een ochtend komen kijken. Alle ouders, van de kinderen die instromen, worden uitgenodigd voor de informatieavond van groep 1-2 aan het begin van het schooljaar. De ouders van de 4-jarigen krijgen een keer de gelegenheid om een kijkje te nemen in de klas van hun kind. Groepsindeling groep 1-2 We werken met één groep 1-2. Dit betekent dat alle kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar bij elkaar in de groep komen. Basisontwikkeling In de onderbouw (groep 1 t/m 4) werken we vanuit basisontwikkeling, hierbij is het uitgangspunt dat: - kinderen emotioneel vrij zijn; zij moeten zich prettig voelen. - kinderen zelfvertrouwen hebben; “ik kan het” - kinderen nieuwsgierig zijn; zij moeten uitdaging krijgen. Door kinderen aan te spreken op hun niveau denken wij de principes van basisontwikkeling beter te kunnen realiseren. De kinderen leren veel sociale vaardigheden, door samen te spelen, te werken en te leren. Zij geven hulp aan elkaar en leren accepteren dat een ander bepaalde dingen nog niet zo goed kan of misschien wel beter kan. Zo leren ze van elkaar. Binnen de groep zijn niveauverschillen goed op te vangen door te werken in een kleine kring. Op deze manier kunnen wij tegemoet komen aan het zelfvertrouwen. Er wordt regelmatig in kleine groepjes gewerkt, waarbij meer aandacht aan de kinderen gegeven kan worden. Ieder kan zo op zijn/haar eigen niveau aan zijn/haar trekken komen. Ook zal er steeds uitdaging zijn, want wij proberen steeds de zone van de naaste ontwikkeling van de leerlingen aan te spreken. Doordat leerlingen dingen van elkaar zien, stimuleren zij elkaar in hun ontwikkeling.
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Op school proberen we de kinderen zo goed mogelijk in hun ontwikkeling te volgen. Door middel van observatie en toetsing (CITO en methode gebonden toetsen) wordt de cognitieve ontwikkeling van kinderen vastgelegd. Deze gegevens noteert de leerkracht in het leerlingvolgsysteem. Tevens worden groepsresultaten verzameld. Daarnaast wordt twee keer per jaar, het sociaal-emotionele welbevinden via het kanjervolgsysteem in kaart gebracht. Op deze manier bewaken we de opbrengsten van ons onderwijs en signaleren we kinderen met ontwikkelings- of sociaal-emotionele problemen. De wijze waarop de ouders op de hoogte worden gebracht van de vorderingen van hun kind(eren) In de eerste weken van het schooljaar bieden we alle ouders de mogelijkheid voor een eerste kennismaking met de nieuwe groepsleerkracht(en). Dit is vrijblijvend, maar wij stellen het wel zeer op prijs, en ouders kunnen zich hier middels inschrijving voor opgeven. Sinds schooljaar 2013-2014 houden we in de groepen 5 t/m 8 samen met ouders en kinderen, kennismakingsgesprekken. Deze informatie wordt later ook weer meegenomen in de oudergesprekken. De kinderen van de groepen 1 en 2 krijgen een map mee naar huis waarin werkjes zitten, die ze zelf gemaakt hebben. Deze map wordt aangevuld met liedjes en versjes, zodat u op de hoogte blijft van de projecten waaraan gewerkt wordt. In november en februari/maart zal tijdens de 15-min.-gesprekken een mondeling verslag worden gedaan van de ontwikkeling van uw kind. Afhankelijk van deze ontwikkeling wordt bekeken hoe uw kind de kleuterperiode doorloopt. Wanneer de ontwikkeling op twee of meer gebieden te wensen over laat, zal school een verlengde kleuterperiode adviseren. In principe stromen alle “late” leerlingen (okt-nov-dec-leerlingen) in groep 1 in. Aan het eind van dit 1e jaar stromen zij door naar groep 2. Afhankelijk van de ontwikkeling wordt bepaald of het kind al toe is om op het niveau van een groep 2 leerling mee te doen. We maken hiervoor gebruik van een beslissingenblad. We kiezen ervoor de ontwikkeling van deze leerlingen te volgen om in de tweede helft van groep 2 een juiste afweging te kunnen maken of het kind al wel of niet toe is aan groep 3. Het bovenstaande gebeurt in nauw overleg met de betrokken ouders. Rapporten In groep 3 t/m 8 kunt u twee rapporten verwachten, in februari en juni. Hierbij werken we met cijfers, termen: onvoldoende, matig, voldoende, ruim voldoende, goed en beschrijvingen (zie de toelichting bij het rapport). In november en februari zal tijdens de 15-min.-gesprekken verslag gedaan worden van de vorderingen van uw kind. In april en juni vinden er ook nog (zorg)gesprekken plaats. Dit kan op verzoek van de leerkracht(en) maar ook op uw eigen verzoek. Op deze wijze denken wij u goed te kunnen informeren over de ontwikkeling van uw kind(eren). Tijdens de gesprekken wordt de ontwikkeling van uw kind(eren) toegelicht door de groepsleerkracht(en). Daarnaast kunnen allerlei andere aspecten aan bod komen over de situatie rondom uw kind. Mochten er naar uw mening onderwerpen niet ter sprake zijn gekomen, dan kunt u altijd een nieuwe afspraak maken met de groepsleerkracht voor een vervolggesprek. Voor groep 8 geldt een iets ander gesprekstraject. Zie hiervoor verderop bij groep 8. Groep 7 Aan het eind van het schooljaar maken de kinderen de Cito-entreetoets. Dit is een signaleringstoets. Er wordt onderzocht op welke onderdelen er in groep 8 nog extra geoefend moet worden, zowel op groepsniveau als voor elk kind afzonderlijk.
Groep 8 In oktober begint de voorlichting aan ouders over het voortgezet onderwijs d.m.v. folders van het ministerie van onderwijs. In november vinden in groep 8 de eerste gesprekken plaats over de mogelijkheden en verwachtingen van de kinderen (en de ouders) en school. In februari houden we de gesprekken over de vorderingen van uw kind en het advies voor het voortgezet onderwijs zal voor 1 maart worden gegeven. Vanaf schooljaar 2014-2015 maken de kinderen de Cito-eindtoets in april. Deze toets zal dan ook pas afgenomen worden wanneer de keuze van een schoolsoort voor voortgezet onderwijs reeds gemaakt is. Het advies dat is gegeven kan alleen nog heroverwogen worden wanneer de cito-eindtoets beter gemaakt wordt dan verwacht. Dit gebeurt samen met de ouders. Wanneer het resultaat van de cito-eindtoets minder goed is dan verwacht, mag het advies niet meer worden aangepast. Wanneer de uitslag binnen is, zullen we deze aan u bekend maken (ca. 4 weken na de toets). We gaan er van uit dat ons advies weloverwogen is en daarom zal heroverweging en aanpassing hoogstwaarschijnlijk niet of nauwelijks aan de orde zijn. Schoolloopbaan Het komt voor dat de ontwikkeling van een kind op meerdere gebieden stagneert en dat een kind gebaat is bij meer onderwijstijd. In zo’n geval adviseren wij ouders te overwegen hun zoon of dochter een extra jaar te gunnen. Bij deze overweging kijken we zowel naar de ontwikkeling op leergebieden als naar de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het kind moet in balans zijn, dus goed in zijn vel zitten om zich te kunnen ontwikkelen. Een advies komt weloverwogen tot stand in overleg met leerkrachten en de intern begeleider. Het streven is om vroegtijdig te signaleren en deze kinderen in de onderbouw dat extra jaar te gunnen, waardoor vooral de basis wordt verbreed en verdiept. Enkele kinderen ontwikkelen zich sneller dan hun groepsgenoten. Voor deze kinderen is het mogelijk om in de groep extra uitgedaagd te worden met materialen op hun niveau. Een enkele keer blijkt dat dit niet voldoende is. Wanneer een leerling in zijn ontwikkeling ver boven het niveau van de groep uitstijgt en sociaal-emotioneel ook geen aansluiting vindt bij de andere leerlingen, is het mogelijk om versneld door te stromen naar een volgende groep. In dit proces worden de ouders altijd betrokken en samen met hen wordt een weloverwogen beslissing genomen. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs In groep 8 worden de kinderen voorbereid op het feit dat zij onze school gaan verlaten en op een school voor voortgezet onderwijs zullen komen. Zij hebben de keuze uit vele scholen. Wij proberen hen daarbij te helpen. Gedurende het schooljaar worden de volgende stappen ondernomen: een oriëntatie om enig inzicht te geven welke opleiding nodig is voor welk beroep een oriëntatie op de structuur van het voortgezet onderwijs een oriëntatie van ouders en kinderen middels "open dagen", om hen nader kennis te laten maken met scholen voor voortgezet onderwijs een oriëntatie op aspecten die van belang zijn bij de schoolkeuze, zoals: - capaciteiten en interesses - motivatie en doorzettingsvermogen van het kind - het toelatingsbeleid van het voortgezet onderwijs het maken van de cito-eindtoets als hulpmiddel bij de advisering van de schoolkeuze. Voor die tijd vindt uiteraard overleg plaats tussen de groepsleerkracht, de ouders en het kind. Dit gebeurt onder meer aan de hand van het door de groepsleerkracht opgestelde "rapportage- en adviesformulier". Dit advies omvat tevens een uitvoerige toelichting betreffende werkwijze, gedragingen en vorderingen van het kind. De aanmelding van de kinderen voor scholen voor voortgezet onderwijs vindt plaats via onze basisschool. Als de ouders het inschrijfformulier voor een bepaalde school voor voortgezet onderwijs (via onze school) hebben ingezonden, wordt een afschrift van het "rapportage- en adviesformulier" naar de plaatsingscommissie gestuurd.
Toelating op scholen voor voortgezet onderwijs vindt in principe plaats wanneer het advies van de basisschool positief is. Bij verschil van mening tussen de ouders en de basisschool en/of de school voor voortgezet onderwijs vindt nader overleg plaats tussen hen en de betrokken scholen. Voor de afdelingen VMBO-KB en VMBO-BB bestaat er een mogelijkheid voor Leer-WegOndersteunend-Onderwijs (LWOO). Zij maken een instroomtoets om het juiste instapniveau te kunnen bepalen. Alle ouders, van de leerlingen van groep 8 worden al vroeg in het schooljaar uitvoerig geïnformeerd over de plaatsingsprocedure. Plusgroep In 2012 zijn we gestart met een plusgroep op schoolniveau. In deze plusgroep zitten kinderen uit groep 6, 7 en 8. Deze leerlingen worden door de leerkrachten voorgedragen. De selectie vindt plaats op basis van gehaalde resultaten in combinatie met persoonlijke kenmerken als inzet, motivatie en gedrevenheid. We streven er naar om in een schooljaar 2 à 3 modules (elk ca. 6 bijeenkomsten) aan deze groep aan te bieden. Naast de extra uitdaging, leren van en met elkaar, hebben we ook aandacht voor leren denken, leren leren en leren leven. Aanvankelijk was dit aanbod facultatief. Wij hebben dit heroverwogen en zien het nu als zorgaanbod aan de bovenkant. Hierdoor is het volgen van deze lessen voor de kinderen die daarvoor in aanmerking komen verplicht! Dyslexie In de afgelopen jaren is het protocol dyslexie op school ingevoerd. Wij willen de kinderen met lees- en spellingsproblemen zo goed mogelijk helpen. De school wil zo vroeg mogelijk de risicoleerlingen in beeld brengen middels verschillende signaleringstoetsen. Voor kinderen waarvan wij een vermoeden van dyslexie hebben, wordt al vanaf groep 3 een overzicht van gegevens bijgehouden. Deze gegevens worden jaarlijks bijgewerkt, zodat wij in groep 8 kunnen aantonen wat er allemaal gedaan is. Op dit overzichtsformulier zal vaak verwezen worden naar de groepsplannen waar de geboden hulp verder is uitgewerkt. Vervolgens kan er, wanneer de resultaten echt achterblijven, voor deze kinderen een onderzoek aangevraagd worden voor een dyslexieverklaring. Deze verklaring is nodig om in het voortgezet onderwijs aangepaste begeleiding te krijgen. Willen ouders al eerder een dyslexieverklaring voor hun kind, dan verwijzen wij naar externe instanties en zorgverzekering. Sinds januari 2009 zit diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering. In de praktijk betekent dit dat alle kinderen, die vanaf 2001 geboren zijn, hiervoor in aanmerking komen. De vergoede zorg geldt voor leerlingen met ernstige enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen naast dyslexie geen sprake is van andere (leer)stoornissen. Wanneer ouders aanspraak willen maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling bij ernstige dyslexie, moet de school het leerlingendossier leveren waarmee het vermoeden van dyslexie wordt onderbouwd. Voor actuele informatie kijkt u op: www.steunpuntdyslexie.nl
Handelings Gericht Werken (HGW) Om de ontwikkeling van alle kinderen goed in beeld te hebben en tegemoet te komen aan hun onderwijsbehoeften maken we voor verschillende vakgebieden groepsplannen. Voor spelling, technisch lezen en begrijpend lezen hebben wij reeds groepsplannen. Voor komend schooljaar zullen we de groepsplannen uitbreiden met een groepsplan voor rekenen door de invoering van de nieuwe rekenmethode. Het schooljaar wordt in 3 periodes verdeeld. In het groepsplan staat vermeld wat er de komende periode wordt aangeboden en welke instructiebehoefte de verschillende groepen leerlingen hebben. In de praktijk betekent dit dat niet alle leerlingen dezelfde stof verwerken. In principe wordt hierbij uitgegaan van 3 niveaugroepen: een basisgroep, een groep die meer instructie afhankelijk is en een groep die extra uitdaging nodig heeft. De zorgleerling wordt opgenomen in het groepsplan en werkt nog aan eigen doelen via het groeidocument. De essentie van een groepsplan is dat we niet achterom kijken en de gaten dichten, maar dat we juist vooruit kijken om gaten te voorkomen. Het gaat om de vraag: welke leerlingen hebben waarbij, welke “extra” ondersteuning nodig om tot een goed resultaat te komen? De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften In het kader van de zorgverbreding maakt onze school gebruik van het Expertisecentrum Passend Onderwijs Salland (EPOS). Het doel van het expertisecentrum is een zodanige leerlingenzorg te realiseren, dat kinderen met bepaalde problemen zoveel mogelijk binnen het basisonderwijs opgevangen kunnen worden. Hieruit is ook de taak van intern begeleider (IB-er) ontstaan. Op onze school is Martin Hondeveld de IB-er. De IB-er coördineert de leerlingenzorg en voert leerlingen- en groepsbesprekingen. Hij doet interne observaties en helpt de leerkrachten met het opstellen van hulp- en groepsplannen. De remedial teaching vindt zoveel mogelijk in de groepen plaats en wordt hoofdzakelijk door de groepsleerkracht(en) gegeven. De IB-er functioneert daarin als coach en coördinator. Tijdens de gymlessen van meester Rob, geven de leerkrachten extra aandacht aan (groepen) kinderen. Ook tijdens de inloop is er aandacht / hulp voor de zorgleerlingen. De zorgleerlingen kunnen, wanneer dat nodig is, in een speciale teamvergadering worden besproken, de leerlingenbespreking. Dit kan met het hele team of met een deel van het team en gebeurt onder leiding van de IB-er. Vanuit zo'n bespreking komen suggesties naar voren voor een mogelijke aanpak. Hierbij wordt vooral gekeken naar de onderwijsbehoeften van de leerling. De bevindingen worden in het groepsplan meegenomen. Indien de ontwikkeling van een kind stagneert, bestaat de mogelijkheid om een jaar langer in dezelfde groep te blijven, waar nodig met een aangepast programma. N.a.v. de leerlingenbespreking kan de IB-er ervoor kiezen om een zorgleerling uitgebreider te bespreken met de leerlingbegeleider (orthopedagoog) verbonden aan de school. Hier wordt de problematiek van de leerling nogmaals besproken en wordt bekeken welke zorg de desbetreffende leerling nodig heeft. Vanuit de consultatie met de orthopedagoog is het ook mogelijk dat de leerling voor nader onderzoek in aanmerking komt. Dit gebeurt natuurlijk in goed overleg met de ouders. In dit kader past ook het bezoek van de jeugdverpleegkundige van de GGD aan onze school. Zij heeft maandelijks spreekuur op school waar op advies c.q. verzoek van leerkrachten of ouders een afspraak kan worden gemaakt. Het bezoekrooster hangt op de borden bij de ingangen van de school. N.a.v. de afspraken heeft de jeugdverpleegkundige een gesprek met de IB-er. De jeugdverpleegkundige kan dan tips en adviezen geven richting school of contact opnemen met de ouders wanneer zij niet bij de afspraak aanwezig zijn.
Passend Onderwijs in Salland Inleiding Binnen de wet Passend Onderwijs zijn scholen, door de zorgplicht, verantwoordelijk om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Bij voorkeur op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere reguliere school in de regio of in het speciaal (basis)onderwijs. Er wordt hierbij gewerkt vanuit een kader, waarbinnen de leraar, IB-er, ouders/verzorgers, kind en externe partners constructief samenwerken. Alle scholen in de gemeenten Raalte en Olst-Wijhe maken deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs 23-05 Primair Onderwijs. Naast dit samenwerkingsverband zijn er nog 74 andere verbanden binnen het primair onderwijs in Nederland. Binnen het grote SWV Passend Onderwijs 23-05 PO is afgesproken om het arrangeren en toedelen van extra ondersteuning zoveel mogelijk in de 6 deelregio’s (4 in Zwolle, 1 in Kampen en 1 in Salland) te laten plaatsvinden. Hieronder wordt beschreven hoe dit binnen de Sallandse deelregio vorm en inhoud heeft. Doel en werkwijze Sallandse deelregio De missie van de Sallandse deelregio, binnen het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 23-05, is gebaseerd op het motto: “Voor iedere leerling uit Salland is er onderwijs in Salland” en luidt als volgt: Binnen de Sallandse deelregio werken leerkrachten, ib-ers, directeuren, bestuurders en vele andere professionals, in goed overleg met ouders/verzorgers aan één centrale opdracht: “Het inrichten van een ondersteuningsstructuur waarbij elke leerling die ondersteuning krijgt die hij/zij nodig heeft om, thuisnabij, een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen.” Elke school heeft op dit gebied haar eigen autonomie, maar zoekt om zich verder te versterken samenwerking met andere partners binnen en buiten de Sallandse deelregio. Een ander uitgangspunt binnen onze visie op onderwijs is dat we accepteren dat leerlingen verschillen. De leerling staat centraal binnen ons onderwijs. De onderwijsbehoeften van de leerling vormen het startpunt voor het handelen van de leraar. Door handelingsgericht te werken worden onderwijsbehoeften en het handelen van de leraar op elkaar afgestemd. Hierbij wordt ook nadrukkelijk de stem van de leerling en de ouders/verzorgers gehoord. De leraar is hierbij de belangrijkste schakel. Deze gaat uit van de mogelijkheden van de leerling. Ondersteuning is vooral gericht op het dagelijks handelen van de leraar en het primaire proces. Door zo te kijken en te werken worden ook de mogelijkheden en grenzen van Passend Onderwijs duidelijk. De Sallandse deelregio kan hierop anticiperen door bijv. gerichte ondersteuning te bieden of passende professionalisering aan te bieden. Het uiteindelijke doel is het opvangen van zo veel mogelijk leerlingen in de reguliere basisschool. Met uitzondering van die leerlingen die een speciale onderwijsbehoefte hebben. Voor deze leerlingen biedt het speciaal (basis) onderwijs een passende plek. Uit het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school blijkt waar de mogelijkheden en grenzen w.b. de ondersteuning binnen de school liggen. Wanneer de vraag m.b.t. de onderwijsbehoefte van de leerling de mogelijkheden van de school overstijgt kan er een beroep worden gedaan op het Expertisecentrum Passend Onderwijs Salland (EPOS). Het EPOS organiseert via de “Commissie Arrangeren en Toedelen” (CAT) de toedeling van ‘zware’ ondersteuningsarrangementen. Bij ‘zware’ ondersteuning spreken we over arrangementen die intensief en langdurend of structureel zijn. Bij deze arrangementen wordt er gewerkt vanuit een “ontwikkelingsperspectief” waarin wordt verantwoord op welk niveau de leerling zal uitkomen. De CAT werkt volgens de principes van handelingsgericht werken, waarbij het accent ligt op het komen tot passende
arrangementen. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling en de handelingsverlegenheid van de school worden door de CAT besproken, gewogen en afgezet tegen het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de betreffende school. Het EPOS organiseert vervolgens begeleiding en ondersteuning, in de vorm van een arrangement binnen of voor de school. Hierbij wordt beschikbare expertise (o.a. Team Jonge Kind, collegiale consulenten en Ambulant Begeleiders) ingezet. Wanneer duidelijk wordt dat een leerling beter op zijn plek is binnen het speciaal (basis) onderwijs verzoekt de CAT het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 23-05 een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal (basis) onderwijs af te geven. De toedeling van ‘lichte’ ondersteuningsarrangementen gaat rechtstreeks via het EPOS. Bij ‘lichte’ ondersteuning gaan we uit van arrangementen die licht curatief en/of van korte duur zijn. Binnen de Sallandse deelregio wordt gewerkt met transparante procedures en vanuit een heldere communicatie. De lijnen zijn kort en er is zo weinig mogelijk bureaucratie. Verder zijn er duidelijke afspraken gemaakt met de scholen hoe ouders/verzorgers betrokken worden bij het vinden van de juiste ondersteuning van hun kind. Iedere school heeft een eigen schoolondersteuningsteam (SOT). Bij de bespreking over hun kind worden ouders/verzorgers als gesprekspartner betrokken. Het vaststellen van het gewenste arrangement en de uitvoering ervan vindt zo veel mogelijk op schoolniveau plaats, in constructieve samenwerking met ouders/verzorgers, orthopedagoog en betrokken ketenpartners: één kind, één plan. Het “groeidocument arrangeren” is tijdens dit proces het centrale document. Bij de bespreking binnen het schoolondersteuningsteam vormt dit groeidocument de gespreksleidraad. Mijn kind heeft misschien extra ondersteuning nodig. Wat te doen? Als uw kind al onderwijs volgt op een basisschool? > De school of ouders/verzorgers constateren dat mogelijk extra ondersteuning nodig is. > De school organiseert overleg met het schoolondersteuningsteam. Ouders/verzorgers worden hierbij uitgenodigd en denken mee over mogelijkheden. Ook zijn zonodig andere relevante betrokkenen uitgenodigd. > De school bekijkt of de benodigde extra ondersteuning in de eigen school te regelen is. > Lukt dit niet dan zoekt de school samen met ouders/verzorgers naar een andere geschikte school. > Om dit goed te bespreken en te organiseren, vraagt de school een bespreking aan binnen de CAT. Ouders/verzorgers kunnen overigens ook zelf een overleg bij het EPOS of de CAT aanvragen. > Uit dit overleg binnen de CAT volgt een besluit over de toedeling van een arrangement of een advies w.b. de toelating tot de meest geschikte school. Soms is dit een andere basisschool. Vaak een speciale (basis) school. > Het samenwerkingsverband ondersteunt ouders/verzorgers zonodig bij de keuze van en kennismaking op de andere school.
Als u uw kind voor het eerst aanmeldt bij een school?
Aanmelding ouders
Toetsingscriteria bij toelating door school:
De zorgplicht is niet van toepassing als:
• Schriftelijk (bij voorkeur op het laatst 10 weken voor de zomervakantie = 6 weken ivm ondersteuningsaanbod + evt . 4 weken uitstel) • vanaf 1 jaar en voordat het kind 4 jaar wordt • aanmelding van jonger kind → kind wordt op wachtlijst geplaatst (als voorlopige aanmelding) • aanmelden op meerdere scholen (binnen en buiten swv) mag. Op ieder aanmeldformulier moeten ouders de school van 1e voorkeur aangeven.
• respecteren de ouders de grondslag van de school? • hebben de ouders naar waarheid alle informatie gegeven? • is er aanvullende informatie nodig? • is er plaats op de school? • is er op 1 augustus sprake van een tijdelijke plaatsing? (dat is sowieso van toepassing als het toelatingsbesluit nog niet op deze datum is genomen - dan is het zelfs een verplichte (tijdelijke) plaatsing)
• ouders de door school gevraagde aanvullende informatie weigeren te geven • ouders de grondslag van de school niet respecteren • er geen plaats is op de school en er plaatsingsbeleid is geformuleerd • er niet sprake is van extra ondersteuning • er alleen sprake is van een taalachterstand
• na maximaal 6 weken een ondersteuningsaanbod • evt. gemotiveerd verlengd met 4 weken uitstel • het aanbod is op de eigen school of een andere (speciale) school (kan ook buiten het SWV zijn) • gemotiveerd besluit van afwijzing op basis van SOP in combinatie met kind- , gezins-, omgevings- en schoolfactoren. Beslissing toelating
• er is bij deze stap trajectplicht en geen toelatingsplicht voor school van aanmelding.
• expertise binnen de school • afspraken met andere besturen binnen samenwerkingsverband: zie ondersteuningsplan • wet gelijke behandeling: zijn er aanpassingen mogelijk en haalbaar bij handicap of chronische ziekte? Bij beslissing toelating ook • in z'n algemeenheid geldt altijd het principe van redelijkheid en billikheid. kijken naar:
• de leerling wordt geplaatst op de school van aanmelding • de leerling wordt gemotiiveerd doorverwezen naar een andere school binnen of buiten het swv. Dit moet in overleg met de ouders. En de school moet weten dat de leerling op de andere school welkom is. • als er sprake is van verwijzing naar SBO of SO moet de school voor de toelaatbaarheidsverklaring zorg dragen Defintief besluit toelating • besluit binnen 6 of evt. 10 weken.
Ouders gaan niet akkoord met besluit toelating
• ouder kunnen naar onderwijsconsulent - geschillencomm. passend onderwijs - comm. gelijke behandeling - de rechter • ouders houden hun kind thuis → de ambtenaar leerplicht dient dan op te treden (absoluut verzuim)
Onderwijsbegeleiding aan zieke leerlingen Onderwijs tijdens een langdurige ziekteperiode van een leerling. In de wet “Ondersteuning Onderwijs aan Zieke leerlingen” van 1999 is nog eens duidelijk aangegeven, dat ook zieke leerlingen recht hebben op onderwijs en wel om de volgende redenen: Het leerproces wordt voortgezet. (een onnodige leerachterstand wordt zoveel mogelijk voorkomen) De zieke leerling houdt een belangrijke verbinding met de buitenwereld. (regelmatig sociale contacten) In het verleden werd het onderwijs aan langdurig zieke kinderen door de “ziekenhuisschool” overgenomen. Tegenwoordig is dat een taak voor de school waar de leerling staat ingeschreven. Een consulent OZL (Onderwijs aan Zieke Leerlingen), die in dienst is van een onderwijsbegeleidingsdienst, kan de school hierbij ondersteunen. Protocol voor schorsing en/of verwijdering Op school en in de klas gelden regels. Deze regels worden aan het begin van het schooljaar met de leerlingen besproken en indien nodig herhaald, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. Houdt een kind zich niet aan de gedrags- en omgangsregels (ook niet na herhaaldelijk waarschuwen), dan zal het door de leerkracht ter verantwoording worden geroepen. In ernstige gevallen en bij herhaling zal contact worden opgenomen met de ouders. Indien er daarna nog geen verbetering op volgt, kan als opvoedingsmaatregel een schorsing plaatsvinden of kan er na overleg met de inspectie en met het bevoegd gezag zelfs sprake zijn van verwijdering van de school. Schorsen is sinds 1 augustus 2014 onder voorwaarden mogelijk op grond van Artikel 40c WPO. Daarbij zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan een dag te melden bij de inspectie via het internet schooldossier (ISD). Het is ook in de wet opgenomen dat leerlingen voor maximaal één week (5 dagen) geschorst kunnen worden. Wij gaan ervan uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat we ervoor zorgen dat de voortgang van het onderwijsleerproces van de leerling is gewaarborgd. Schorsingen worden via een speciaal formulier in het ISD gemeld. Definitieve verwijdering van een school mag pas als: Het schoolbestuur, als bevoegd gezag, door de directeur op de hoogte is gebracht van de onhoudbare situatie. Het schoolbestuur heeft gesproken met de ouders / verzorgers, de betrokken leerkracht en de directie. Een andere school bereid is de leerling op te nemen. Na een periode van acht weken zonder succes een andere school niet is gevonden. Overleg met de inspectie heeft plaats gevonden. Activiteiten tijdens schooltijd Eerste Heilige Communie en Vormsel In groep 4 kunnen de kinderen hun Eerste Heilige Communie doen en in groep 8 het Vormsel. De school werkt mee aan de voorbereidingen voor deze sacramenten. Dit gebeurt met behulp van projecten, die vanuit de parochie worden voorbereid en geleverd. Deze projecten, voor zover zij plaatsvinden onder schooltijd, worden onder leiding van de leerkrachten aan de groep aangeboden en zijn voor alle leerlingen verplicht. De inhoud van deze lessen hebben een grote vormende waarde, die ook te verantwoorden is naar nietkatholieke kinderen. Of uw kind uiteindelijk de Eerste Communie of het Vormsel doet is een verantwoordelijkheid en keuze van de ouders.
EHBO Jaarlijks wordt er gekeken naar de mogelijkheid van jeugd-EHBO voor de kinderen van groep 8. We hopen op samenwerking met de EHBO-vereniging Broekland. Mogelijk kunnen de kinderen een diploma of certificaat halen. In de loop van het schooljaar hoort u of dit gaat lukken. Verkeersdiploma In groep 7 doen de kinderen verkeersexamen. Dit omvat een theoretisch gedeelte en een praktisch gedeelte. Het praktische gedeelte vindt plaats in Raalte. Hierbij fietsen de kinderen een route waarbij zij op diverse punten gecontroleerd worden op het juist toepassen van de verkeersregels. Dit is mede mogelijk dankzij de Lions-club, die de organisatie op zich neemt. Schoolproject Elk jaar organiseert een commissie, bestaande uit teamleden en leden van de ouderraad, een project voor de hele school. In een bepaalde periode zijn dan alle groepen met hetzelfde onderwerp bezig. Behalve allerlei werkzaamheden in de groep, evt. onder leiding van een “gastdocent”, worden er dan ook vaak activiteiten buiten de school gezocht. Dergelijke projecten worden vaak gezamenlijk geopend en afgesloten, eventueel middels een presentatie naar de ouders. Schoolreis/schoolfeestdag Om het jaar organiseert de school samen met de ouderraad een schoolreis of een schoolfeestdag. Voor de schoolreis worden er drie reisdoelen gezocht. Groep 1 en 2 gaan gezamenlijk, groep 3 en 4 gaan gezamenlijk en groep 5, 6 en 7 gaan ook samen. Groep 8 heeft elk jaar een schoolkamp! De hoogte van de bijdrage voor het schoolreisje is afhankelijk van het reisdoel. Wanneer dat nodig blijkt worden de bijdragen kort van tevoren geïnd. Een schoolfeestdag is een “feestdag” bij de school of op een andere plaats in de omgeving. Hierbij kunnen allerlei activiteiten plaatsvinden. Een schoolfeestdag is voor alle groepen. Hiervoor vragen wij een bijdrage van de ouders van € 5,-. Dit jaar hebben we een schoolreis. Culturele activiteiten Regelmatig gaan we met een groep kinderen op excursie bijv. naar aanleiding van een project of een bepaald leerstofonderdeel in de groep. (bijv. oorlogsmuseum, Westerbork, de Laarman enz.) In het kader van culturele vorming bezoeken we voorstellingen in het hoftheater of bezoeken een museum. (bijv. ’t Nijenhuis of de Fundatie in Zwolle) Wij maken ook gebruik van activiteiten die aangeboden worden in de cultuurklapper. In groep 4 bieden we in samenwerking met muzieknetwerk Salland ‘ontdek je instrument’ aan. Gekozen kan worden uit trompet, trombone, bugel, gitaar, dwarsfluit, viool, cello en slagwerk. In groep 5 en 6 wordt dit voortgezet met het leerorkest, waarbij de kinderen leren samenspelen en uiteindelijk een ‘concert’ geven. In het jaarverslag vindt u een overzicht van alle activiteiten van het afgelopen jaar. Schoolkamp Elk jaar sluiten de kinderen van groep 8 hun schoolloopbaan af met een thematisch kamp. Dit “tentenkamp” duurt 4 hele dagen en de kosten bedragen € 50,- Deze bijdrage wordt kort van tevoren geïnd. (hiervan wordt ook de afscheidsavond gefinancierd) De begeleiding bestaat uit minimaal twee leerkrachten en een aantal ouders. (eventueel stagiaires)
De bibliotheek op school De kinderen lenen vanaf schooljaar 20132014 boeken in onze eigen schoolbibliotheek. Daarnaast maken we gebruik van projectcollecties voor de onderbouw en collecties die passen bij de thema’s van Topondernemers. Maar met boeken alleen zijn we er niet. Gedurende het jaar zijn er diverse activiteiten rondom boeken mogelijk. Het kan zijn dat er groepen zijn die een bezoek brengen aan de bibliotheek in Raalte, een bezoek van een schrijver, de soorten boeken worden besproken, en koppelingen tussen een boek en de film kunnen worden besproken. Tijdens gesprekken in de kring worden diverse boeken en schrijvers besproken om zoveel mogelijk verschillende boeken aan de orde te laten komen. Kortom: Een gevarieerd aanbod van activiteiten rondom boeken. Dit vangen wij onder de noemer “boekpromotie”. Wist u dat: - het voorlezen van boeken een positieve bijdrage levert aan de taalontwikkeling van uw kind? - samen praten over boeken de interesse voor lezen kan vergroten? - een kwartier per dag vrij lezen een vergroting van de woordenschat oplevert van 1000 woorden per jaar? Kinderpostzegels De kinderen uit groep 7 komen elk najaar aan de deur voor de verkoop van de bekende kinderpostzegels en/of kaarten. Goede doelen Naar aanleiding van de advent, de vastentijd, een gebeurtenis of een schoolproject kan het gebeuren dat we op initiatief van de kinderen, ouders of team geld proberen in te zamelen of te "verdienen" voor een goed doel. U wordt hier tijdig over geïnformeerd. Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Op diverse dagen na schooltijd of in vakanties worden er activiteiten georganiseerd waar kinderen vrijwillig aan deel kunnen nemen. De bedoeling is dat kinderen het leuk vinden om zich te ontplooien in zaken waar ze plezier aan beleven of goed in zijn. De schoolsportraad, waarin de Raalter basisscholen vertegenwoordigd zijn, organiseert de volgende activiteiten: Activiteit volleybaltoernooi wintercrossloop handbaltoernooi voetbaltoernooi
Periode herfstvakantie december voorjaarsvakantie april
Voor groep 6 groep 6, 7 en 8 groep 8, eventueel aangevuld vanuit groep 7 groep 8, eventueel aangevuld vanuit groep 7
Type-lessen In groep 6 krijgen de kinderen op school een basiscursus toetsenbordvaardigheid middels het programma “typeworld kids”. Dit programma is web-based wat betekent dat de kinderen thuis ook met dit programma kunnen oefenen wat voor een goed resultaat noodzakelijk is. Hiervoor krijgen ze op school inlogcodes die thuis ook gebruikt kunnen worden. Aan de ouders wordt hiervoor een bijdrage gevraagd van ongeveer € 20,=. Als u meer wilt, kunt u uw kind officiële type-les laten volgen. Dit wordt georganiseerd voor de kinderen in groep 7. Dit vindt plaats op woensdagmiddag in ons computerlokaal. De typeles wordt, alleen bij voldoende deelname, gegeven door het instituut Tesselhof. Buitenschoolse opvang Mijnplein heeft (samen met het openbaar onderwijs) een convenant gesloten met twee organisaties voor kinderopvang in Salland, t.w. Stichting KOOS en Stichting De Bieënkorf. De ouders maken zelf afspraken met één van de twee opvangorganisaties waarvoor mijnplein gekozen heeft, of hebben de vrijheid om een andere aanbieder te kiezen. Tijdens de voor- en naschoolse opvang is de opvangorganisatie aansprakelijk. Hierbij is de Wet Kinderopvang van toepassing. Stichting KOOS en de peuterspeelzaal gaan nauwer samenwerken. Dit resulteert o.a. in één gezamenlijke peutergroep. Ook wij zullen steeds intensiever samenwerken met beide organisaties om op die manier een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn te realiseren. Stichting leergeld Salland
MEEDOEN Je wilt als ouder, dat je kind mee kan doen. Met een excursie, met sport, met school. Stichting Leergeld Salland helpt met bv. sportschoenen, een ouderbijdrage of contributie, als daar even geen geld voor is. Want kinderen die sporten zijn gezonder en maken nieuwe vriendjes; muziekles helpt kinderen om hun creativiteit te ontwikkelen. De Stichting Leergeld Salland beheert mede de bijzondere bijstand van de gemeente Raalte; een ander deel van de middelen komt uit giften. HOE WERKT STICHTING LEERGELD SALLAND? Ouders met een laag inkomen (tot 120% van de bijstandsnorm) nemen zelf contact op met de stichting. Een medewerker komt dan bij u thuis om uw aanvraag te bespreken. De aanvraag wordt vervolgens beoordeeld en er wordt contact met u opgenomen voor het vervolg. Bij toekenning treft de Stichting Leergeld Salland regelingen voor uw kind met bv. vereniging of school. We gaan zorgvuldig om met de privacy. Wilt u meer weten over de Stichting en de mogelijkheden, dan vindt u ook informatie op onze website: www.leergeld.nl/locaties/salland Om contact op te nemen kunt u bellen (06-53862465) of mailen:
[email protected]