Vrijburcht,
60 Paroolmagazine wonen | september 2010
een woondroom De bewoners van Vrijburcht, een bijzonder bouwproject op IJburg, waren vanaf het prille begin betrokken bij het ontstaan van hun woning op maat. ‘Dit soort dingen krijg je in je eentje nooit voor elkaar.’ Tekst Annemiek Verbeek Foto’s Anne Reinke
september 2010 | Paroolmagazine wonen 61
D
oordeweeks staan ze er elke ochtend. Om zeven uur. De twee mannen en twee vrouwen van zwemclub LIA (Leuk Is Anders). Dan nemen ze een frisse duik vanaf de zwemsteiger aan het eind van de Jan Olphert Vaillantlaan op het IJburgse Steigereiland, pal tegenover het terras van café Vrijburcht. De club is spontaan opgericht tijdens een borrel. Of was het tijdens een aanschuiftafel in de plantenkas op de gezamenlijke binnenplaats? Bewoner Sander Hartog heeft de geschiedenis niet meer helemaal paraat. Het verhaal dient als anekdote. Of beter: als illustratie van hoe de bewoners van wooncomplex Vrijburcht met elkaar samen-leven. Ongedwongen, sociaal, bijna dorps. Vrijburcht; dat zijn tweeënvijftig woningen waarvan er geen één hetzelfde is. Aan de buitenkant is van de verscheidenheid weinig te zien. Het complex op de kop van het Steigereiland is een blokkendoos in rode baksteen. Binnen steekt het frisse groen van het gras, de bomen en de wilde begroeiing prachtig af tegen de stoere metalen constructie die de galerij draagt. De balustrade is blauw, de vloer van hout. De bewoners zijn vanaf het prille begin nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van hun woning op maat. Collectief Particulier Opdracht-geverschap (CPO) heet het, als een groep mensen zelf een bouwplan maakt en uitvoert. De gemeente Amsterdam wilde een CPO-project op het braakliggende stuk land en riep begin 2002 Amsterdammers op met een plan te komen. Een groep vrienden uit de Nieuwmarktbuurt, onder wie de uiteindelijke architect Hein de Haan, kreeg uit 27 inzendingen de zegen om de plannen te realiseren. Aan interesse geen gebrek: alle woningen waren zo verkocht. Binnen de muren van Vrijburcht was veel mogelijk. Een raam anders, een muur korter of langer, een extra slaapkamer, wel of geen balkon. Leuk, een theater. Doe maar. Plantenkas, parkeergarage, kinderdagverblijf. Geweldig. En dat voor een schappelijke prijs: de woningen beslaan gemiddeld tussen de negentig en honderdvijftig vierkante meter en kostten maximaal 240.000 euro vrij op naam. Mede mogelijk gemaakt door de gemeente, die voor de gemeenschappelijke ruimten in het complex een lagere grondprijs hanteerde. En zo zaten de toekomstige bewoners ineens
62 Paroolmagazine wonen | september 2010
samen met architect De Haan om de tekentafel te praten. Zijn uitgangspunt: geef mensen wat ze nodig hebben. Zo kreeg één van de tien goedkopere koopwoningen (gefinancierd met de zogeheten Amsterdamse Middensegment Hypotheek, of AMH) meer vierkante meters dan volgens de regeltjes ‘mocht’. Dan had de koper, een alleenstaande moeder met drie zonen, tenminste genoeg slaapkamers. Kwestie van solidariteit. Ook psychologe Tanja Bakels (37) kocht met een AMH. Het duurde even voordat ze samen met haar man Peter Franken (41, filmmaker) en hun twee kinderen Koos (6) en Lou (3) verhuisdozen kon inpakken. “Het duurde eeuwig voordat we van de gemeente hoorde dat we aan alle voorwaarden voldeden. Toen waren er nog maar één of twee woningen beschikbaar, we hebben écht geluk gehad.” Met een kleine baby verhuizen – Lou was nog maar drie maanden – zou ze niemand aanraden. Maar zo gaan die dingen. En nu hebben de kinderen zeeën van ruimte, in tegenstelling tot hun oude flatje in Oost.
O
ndanks dit succesverhaal op IJburg staat de gemeente Amsterdam niet te juichen bij initiatieven van particulieren om zelf te bouwen. Slechts één procent van alle woningen in de stad is zelfbouw, tegenover tien procent in heel Nederland. En dat terwijl je veel méér voor elkaar krijgt door samen te bouwen, stelt architect De Haan (67), die zelf woont en werkt op de begane grond van het complex. Hij weet waar hij het over heeft: hij begeleidde de afgelopen jaren tal van CPO-projecten in Amsterdam en Almere. Vanuit zijn werkruimte is in de nabije verte de A10 zichtbaar. In het water voor de deur dobberen tien à twaalfjarigen in Optimisten van de zeilschool. “Het is goedkoper om het samen te doen; je deelt immers de lasten en de risico’s. Eén architect, één aannemer en één plan. Het zijn de voordelen van schaalvergroting: hoe meer huizen je bouwt, hoe goedkoper het per huis wordt. En dan zijn er de extra’s. Hier kunnen gasten van bewoners voor tien euro per nacht logeren in het logeerhuis, er is een theater, een kinderdagverblijf, een groene binnentuin, een café, een ondergrondse parkeergarage. Dat soort dingen krijg je in je eentje nooit voor elkaar.” Mery Redjopawiro (38, coach werk en scholing voor allochtone vrouwen) en haar man Surton (39, data-analist bij UPC) woonden eerder in
Een frisse duik vanaf de zwemsteiger tegenover het terras van café Vrijburcht. Tanja Bakels met haar man Peter Franken en hun twee kinderen Koos (links) en Lou (met step)
september 2010 | Paroolmagazine wonen 63
Mery Redjopawiro en haar man Surton met hun kinderen.
Sander Hartog en zijn vrouw Marion Iping in en voor hun maisonnette.
64 Paroolmagazine wonen | september 2010
Veel voordeuren staan vaak letterlijk open; kinderen kunnen bij elkaar binnenlopen
een ‘veel te duur huurhuis’ op het Borneoeiland. Ze worstelden met het bekende dilemma van jonge ouders: blijven we in Amsterdam, of vertrekken we richting rust en ruimte? Nu hebben ze en-en. “Binnen ons beperkte budget hebben we hier een geweldig huis, dicht bij de stad en met genoeg ruimte voor de kinderen.” “Het fijnste van hier wonen? Dat veel voordeuren vaak letterlijk openstaan, zodat kinderen bij elkaar kunnen binnenlopen. In ons oude huis moesten wij altijd mee als de kinderen buiten gingen spelen. Mayra was net twee toen ze hier al stoer alleen rondliep op de binnenplaats.”
Vanaf het riante dakterras van hun woning kijken ze rondom uit over grote delen van de stad, Noord, Diemen en Durgerdam. Boven wonen en eten ze, beneden zijn drie slaapkamers. Zus Sidney (8) heeft een eigen kamer, broer Jeremy (7) slaapt samen op een kamer met zijn zusje Mayra (5). Zij was er nog niet bij het tekenen van de koopakte, maar er werd al wel aan een derde kind gedacht. Daarom lieten ze De Haan een L-vormige slaapkamer tekenen, waarin met gemak twee kinderbedden passen. Schuin tegenover hen wonen Sander Hartog (53, communicatiedeskundige), zijn vrouw Marion Iping (56, woonbegeleider in de GGZ) en hun jongste dochter Roos (18). Oudste dochter Lisa (23) ging niet mee; zij ging liever op zichzelf wonen. De maisonnette telt bijna honderddertig vierkante meter. Boven zijn de twee slaapkamers, badkamer en keuken. Hartog houdt kantoor op de begane grond en heeft een andere ingang dan het huis, een slimmigheidje van De Haan: de zestien bedrijven op Vrijburcht hebben een apart adres. Werkruimte met een apart adres is belast met een veel lagere erfpachtsom en de kantoren zijn hiermee ook fiscaal aftrekbaar. Tel uit je winst. Hartog liep aanvankelijk niet warm voor de IJburgplannen van zijn vrouw. Er was wel wat voor nodig, begin 2004, om levendigheid te fantaseren in de immense zandbak. “Nieuwbouw, de stad de rug toekeren, het waren wezenlijke bezwaren.” Iping neusde desalniettemin hoopvol rond op IJburg. Toen hoorde ze van Vrijburcht: “Aan het water, met de charme van zelf bouwen, voor een lagere kostprijs. Ik was snel om.”
O
ok Hartog is intussen om, hij is een actieve bewoner in het complex. Breeduit lachend: “VVE, havenmeester, organisatie van een festival, you name it.” De huiskamer van hun lichte appartement kijkt uit over het water en het Diemerpark erachter. Het uitzicht is fenomenaal, met telkens ander licht en andere kleuren. De luie stoel staat aan het raam. Als Hartogs hoofd ’s nachts overuren draait, komt hij hier tot rust. Voor zijn ‘schilderij dat elke dag anders is’.
september 2010 | Paroolmagazine wonen 65