60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
De leden rond de vereniging Op een oude stadsmuur van Genève is een reusachtig gedenkteken van de reformatie, de ‘Mur de la Réformation’, te vinden. Daarop prijkt ook de Nederlandse Vader des Vaderlands, Willem de Zwijger. Naast zijn metershoge beeltenis is een tekst van hem te lezen, ontleend aan het ‘Plakkaat van Verlatinghe’, waarmee de onafhankelijkheid van de Lage Landen geproclameerd werd en dat twee eeuwen later model zou staan voor de Onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten. De tekst op de Geneefse muur komt, ontdaan van de plechtige stijl en de zestiende-eeuwse spelling, er op neer dat “het volk er niet is om de Prins goedschiks of kwaadschiks te gehoorzamen, maar dat de Prins er is om het volk te dienen”, met als achterliggende ijzeren logica: “immers, geen volk, dan ook geen Prins”. Met enige geestelijke lenigheid en een knipoog naar het verleden kan men dat ook wel toepassen op een branchevereniging en haar leden: “immers: geen leden, dan ook geen vereniging”. Het is juist ten dienste van haar leden dat de NVKL 60 jaar geleden is opgericht. Daar kunt u elders in dit nummer wel meer over lezen. Op de volgende pagina’s echter zijn het enige leden van de vereniging zelf die vertellen over het wel en het wee van hun bedrijf, over groei en over krimp, over het vroeger en het nu, over met wie zij zijn samengegaan of over de opsplitsing van de onderneming. In willekeurige volgorde trekken ze voorbij: de grote installateur, het kleine familiebedrijf, de koelmonteur, de projectleider, de multinational, een oud-voorzitter van de
jubilerende vereniging, een monumentale onderneming van meer dan anderhalve eeuw oud en jonge bedrijven die vol goede moed de toekomst tegemoet gaan, bedrijven die op Hollandse bodem begonnen zijn en bedrijven waarvan de wieg aan de andere kant van de oceaan stond. Het zijn allemaal leden van de NVKL, en zij toch maken samen de vereniging, die op haar beurt de belangen van die leden behartigt en namens hen naar buiten optreedt. De samenstellers danken die NVKL-leden die hun gegevens ter beschikking hebben gesteld om deze compilatie mogelijk te maken. Ing. Dick Havenaar, voorzitter van de redactieraad Harja Blok, oud-hoofdredacteur en secretaris van de redactieraad
28
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Hans Raaijmakers, oud-voorzitter en erelid van de NVKL Hans Raaijmakers, erelid van de NVKL Er was spanning ontstaan tussen STEK/ VROM en de NVKL. Ik werd ontboden en nam twee ‘Hansen’ mee, namelijk Hans Könst en Hans Coenen als lid van het B-bestuur. Wij hadden het gevoel dat wij als kleine jongens van de klas in de hoek moesten staan. Het had allemaal te maken met de ontstane stemming in de STEK-bijeenkomsten. Hiervan werd door ons goed nota genomen en beterschap beloofd. Een jaar later zijn wij op ons verzoek naar VROM gegaan en hebben wederom met de directeur-generaal gesproken en gevraagd of hij nu tevreden was over de communicatie met de NVKL. Eigenlijk wist hij niet goed wat wij kwamen doen, want er was geen aanleiding zijnerzijds en zo was het probleem opgelost. We hebben hem toen gevraagd om een bijdrage te leveren door een lezing te houden tijdens de NVKL-beurs, hetgeen ook is ingevuld. De tweede uitdaging was dat Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernard de NVKLbeurs in 1997 zou openen. De beurs stond namelijk in het teken van het WNF en het thema ging over minder emissie van schadelijke koudemiddelen die de ozon aantastten en een beter milieu.
Als nieuwe voorzitter werd hij al snel met een probleem geconfronteerd en een heel spannende uitdaging: De Prins kon door omstandigheden niet zelf de beurs openen, maar een bestuursdelegatie en een delegatie van de T.T.C. werden uitgenodigd voor een bezoek op paleis Soestdijk. Voor deze gelegenheid mocht een videoopname gemaakt worden van het officiële deel. Deze video werd op de beurs continu vertoond. Wij konden de auto naast het bordes van het paleis parkeren. Dat vond ik toch wel heel bijzonder! Na het officiële deel, waarin ik de Prins een NVKL-cheque ter waarde van 25.000 gulden voor het WNF mocht overhandigen, werden wij nog genodigd om een glas wijn met hem te drinken en in gemoedelijke sfeer nog wat na te praten. Na het tweede glas was het bezoek ten einde en we gingen voldaan huiswaarts. De oprichting van de FKL (Federatie Koude- & Luchttechniek) was ook een ‘hot issue’ en een enorme uitdaging. Met veel steun van onze NVKL-directeur Marius de Jong is het na drie jaar voorbereiding toch gelukt in 2000 de federatie van de grond te krijgen. De federatie bestond op dat moment uit de NVKL, NKI (Nederlandse Koeltechnische Industrie), VLA (Vereni-
29
ging van Leveranciers van Luchttechnische Apparaten) en MACO (mobiele airconditioning). Ook hier mocht ik de voorzittershamer hanteren en wel gedurende twee periodes van drie jaar. Later sloten ook de brancheverenigingen LUKA (Nederlandse Vereniging van luchtkanalenfabrikanten), VERAC (Verenigingen van leveranciers van airconditioningapparatuur) en NVvK (Nederlandse Vereniging voor Koude) zich aan. Het 55 jarig NVKL-jubileum was een geweldige topper. Dit buitengewone feest werd gevierd in het theater van de Efteling en ik kon ‘op gepaste wijze’ dit feest openen. Mijn voorzittersperiode werd in december 2006 afgesloten met een geweldige afscheidsbijeenkomst in het Kasteel ‘De Vanenburg’ te Putten. In totaal was ik meer dan vijftien jaar bestuurslid van sectie B en het algemeen bestuur, waarvan twee maal drie jaar als voorzitter, en tussenliggend nog drie jaar als vicevoorzitter. Het heeft wel wat tijd gekost, maar het had ook zijn bekoring! Hans Raaijmakers
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Zestig jaar geschiedenis uit anderhalve eeuw Grasso Grasso heeft een lange en succesvolle geschiedenis. Het bedrijf werd opgericht in 1858 in ’s-Hertogenbosch en is sinds de oprichting uitgegroeid en ontwikkeld tot wat het nu is. In 1992 werd Grasso het leidende bedrijf van de Refrigeration division van de multinational GEA Group in Duitsland. Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de NVKL wordt hier naar het wel en wee in diezelfde zestig jaren van de ‘Grasso-geschiedenis’ gekeken.
1983: De 125e verjaardag van het bedrijf Grasso wordt gevierd met de volgende dochterondernemingen:
• Grasso Stacon bv, ‘s-Hertogenbosch, –
Het monumentale hoofdkantoor van Koninklijke Grasso in ’s-Hertogenbosch
1952: Eerste gelaste VW-compressor is voorgesteld aan de pers, geschikt voor ammoniak, freon en lucht. 1958: Grasso viert het 100-jarig bestaan en krijgt de titel ‘Koninklijk’. Kantoren zijn gevestigd in Mexico, Brazilië, Duitsland en België en de uitvoer strekt zich uit over de hele wereld. Naast de voedingsindustrie zijn nieuwe toepassingen voor koeling ontwik-
keld binnen de chemische industrie, mijnbouw en de transportwereld. 1965: Grenco (dat staat voor: Grasso engineering en contracting) voor onder meer het installeren van koelinstallaties, wordt opgericht in ’s-Hertogenbosch, Nederland. 1975: Fabriek van Grasso Perslucht geopend in Oss, Nederland, voor de vervaardiging van luchtcompressoren.
31
Koel-en airconditioning compressoren en afsluiters; • Grasso Inc, Evansville, Verenigde Staten – Koel-en airconditioning compressoren en afsluiters; • Grasso perslucht bv, in Oss, Schiedam, Weert, (NL) en Merksem, Luik, (B) – Air compressoren, persluchtgereedschap, persluchtinstallaties en luchtdrogers; • Grasso A.S., Istanbul (Turkije) – Koel- en vriesinstallaties en koeling-onderdelen; • Grasso Consultants bv, ’s-Hertogenbosch, – Consultancy en ondersteunende systemen;. • Grenco Refrigeration BV, ’s-Hertogenbosch, Aalsmeer, Alkmaar, Apeldoorn, Born, Eindhoven, Groningen, Rotterdam – Koel- en vriesinstallaties; • Grenco Bedrijfskoeling bv, ’s-Hertogenbosch, Nederland Koel- en vriesinstallaties, airconditioning en koeling transport; • Speciale Toepassingen Grenco BV, ’sHertogenbosch – Speciale toepassingen koeling;
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
• Grenco buitenlandse installatie kantoren: - Grencobel S.A., Antwerpen, België - Grenco engineering en contracting Ltd, Zenden, Verenigd Koninkrijk - Grenco Iberica SA, Madrid, Vigo, La Coruña, Las Palmas, Spanje - Grenco (Pty) Ltd, Kaapstad, Johannesburg, Durban, Zuid-Afrika - Grenco S.A. Mexico, Mexico-City/Koelen vriesinstallaties, airconditioning.
1985: Grasso Perslucht wordt een zelfstandige onderneming onder de naam Grassair Compressoren in Oss, Nederland. 1987: Grasso neemt de Franse aannemer Matal SA over. 1998: Opening van de PT Grasso Indonesië. 1992: Grasso wordt lid van de Duitse multinational GEA AG. De GEA Group biedt werk aan ongeveer 14.500 mensen in ongeveer 50 landen in meer dan 200 werkmaatschappijen. Concernomzet in 2002 bedroeg 2,9 miljard euro. 1994: Kühlautomat Berlin GmbH wordt overgenomen door Grasso. Kühlautomat is een van de grootste fabrikanten van schroefcompressoren. Grasso kan nu in eigen huis zowel zuiger- en schroefcompressoren produceren voor koel-toepassingen. De bedrijfsnaam werd: Grasso GmbH Kältetechnik. 1999: De GEA Group wordt een deel van ‘mg technologies group’. De totale groep telt ongeveer 32.000 mg-medewerkers in circa 50 landen en bestaat uit meer dan 450 werkmaatschappijen. De omzet bereikt in 2002 8,6 miljard euro. In september 1999 versterkt de overname van het Amerikaanse koel ingenieursbureau FES, GEA als een mondiale speler in de industriële koeltechniek nog verder. In oktober 1999 wordt Ilka Mafa lid van
de Grasso Group. Onder de naam Grasso Kältemaschinenbau Halle GmbH zijn zij verantwoordelijk voor de productie van de Grasso chillers.
Grasso geschiedenis van 2000-heden
2004: Het Nederlandse bedrijf Goedhart, een toonaangevende fabrikant van luchtkoelers en verdamperblokken, wordt overgenomen door GEA Refrigeration Divisions en zal nauw samenwerken met de andere Refrigeration Division leden, waaronder Grasso en Küba. 2008: Sinds de dag dat de allereerste koelcompressor de fabriek in ’s-Hertogenbosch verliet, is de uitvoer van koelinstallaties gestaag toegenomen in omvang. Grasso’s hele assortiment bestaat uit 66 soorten compressoren. 2008: De nieuwe V Grasso compressor is ontwikkeld en geïntroduceerd op de internationale markt op het Chillventa 2008. 2009: De V Grasso compressor is in productie en de eerste bestellingen worden gedaan. Behalve in Nederland, heeft Grasso nu zijn eigen vestigingen in de volgende landen: Australië, China, Tsjechië, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Indonesië, Italië, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Slowakije, ZuidAfrika, Thailand, het Verenigd Koninkrijk, Oekraïne, Verenigde Staten en Oezbekistan. Naast de fabriek in Nederland, is er ook een fabriek in Berlijn en in Halle, Duitsland.
Over GEA Refrigeration Grasso is een onderdeel van GEA Refrigeration, Een toonaangevende wereldwijde groep in de industriële koeltechniek. GEA
32
Refrigeration ontwerpt, engineert, installeert en onderhoudt innovatieve hoofdcomponenten en technologische oplossingen voor haar klanten. In 2007 bood GEA Refrigeration werk aan meer dan 3.000 mensen in ruim 30 bedrijven en realiseerde een geconsolideerde omzet van 635 miljoen euro. Het hoofdkantoor van GEA Refrigeration is gevestigd in ‘s-Hertogenbosch, Nederland. GEA Refrigeration is een divisie van de GEA Group, met een omzet (in 2007) van ongeveer 5,2 miljard euro en met meer dan 19.500 werknemers.
Gedenkboek anderhalve eeuw Grasso 1858-2008
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Bort de Graaf (rechts) met Helpman-directeur Lambert Bouwmeester
Van Aircool naar Coolmark Het bestaan van Aircool/Coolmark bestrijkt vier van de zes decennia van de jubilerende NVKL.
Bort de Graaf Koel- en Klimaattechniek De geschiedenis van Bort de Graaf Koel en Klimaattechniek te Bunschoten (www. bortdegraaf.nl) valt qua jaren geheel binnen het 60-jarig bestaan van de NVKL.
Bort de Graaf vertelt: “Op 1 februari 1984 begon ik met mijn eigen onderneming. De onafhankelijkheid die ik zou verwerven, was mijn grootste drijfveer op dat moment. Ik kan me nog goed herinneren dat toen ik net begon, de ‘freon’ een grote inkomstenpost was. Als er een lekkage was, snelde ik naar de klant om die freon bij te vullen. In anderhalf uur verdiende ik meer dan wanneer ik een maand in loondienst was. Op gegeven moment dacht ik nog: wanneer komt Hoekloos mij de ‘Gouden Dupontspeld’ eens uitreiken?” “De wetten en regels van tegenwoordig rondom de koudetechniek vormen de grootste verandering. In de tijd dat ik begon waren de eisen minder streng, maar ook daar heb ik mijn eigen weg in gevonden. Tegenwoordig werken wij in het bedrijf veel met de natuurlijke koudemiddelen en dan vooral CO . Veel milieuvriendelijker en efficiënter. Waarin sommige collega-installateurs terughoudend zijn geweest, zijn wij juist doorgegaan. Inmiddels heeft het bedrijf meerdere natuurvriendelijke installaties geplaatst en daar zijn wij erg trots op.”
Hoewel de oprichting van Aircool als persoonsgebonden onderneming vermoedelijk in 1970 heeft plaatsgevonden, is uit latere stukken gebleken dat het bedrijf in 1972 als besloten vennootschap is verder gegaan. Het jonge bedrijf bleek levensvatbaar en ontwikkelde zich als een belangrijke leverancier ten behoeve van de koeltechnische markt. Het productenpakket bestond in het begin periode voor een groot deel uit leidingsystemen (koper) en isolatiematerialen. In de loop der jaren werd het assortiment steeds verder uitgebreid en groeide het bedrijf uit tot totaalleverancier. De oprichters vonden het in 1998 tijd om hun bedrijf te verzilveren en verkochten Aircool aan de Eriks-groep in Alkmaar. De groothandelsactiviteiten sloten goed aan bij die van de werkmaatschappijen van Eriks. Er waren echter nauwelijks overeenkomsten betreffende de productpakketten. Na een tiental jaren onder de Eriks-vlag te hebben geopereerd, is Aircool onderdeel geworden van de Elsmark Group (handelspoot van Danfoss) Denemarken. In december 2001 vond vanuit de Eriks Groep de overdracht plaats aan Elsmark/Danfoss, met als doel samen te gaan met het door Elsmark in 1999 opgerichte Coolmark in Schiedam. Deze doelstelling werd in 2002 gerealiseerd en sindsdien opereren beide bedrijven onder de naam Coolmark vanuit Barendrecht. Rond de jaarwisseling 2003/2004 toonde het Zweedse Beijer Ref belangstelling voor
33
de Elsmark Group. Deze belangstelling resulteerde in een overname van de Elsmark Group. Beijer Ref is een divisie van G & L Beijer AB. De kernactiviteiten van Beijer Ref concentreren zich op technische groothandel en distributie ten behoeve van de commerciele en industriële koudetechniek en comfortkoeling. Uitbreiding hiervan vindt plaats door autonome groei en acquisities, waarbij prioriteit wordt gegeven aan langdurige en stabiele zakelijk relaties. Hoewel minder bekend in Nederland behoort Beijer Ref tot de grootste koeltechnische leveranciers van Europa. De werkmaatschappijen leveren componenten en systemen voor de commerciële en industriële koeltechniek en airconditioningapparatuur. De groothandel vormt het grootste deel van de activiteiten en daarnaast worden er ook warmtewisselaars en andere bijbehorende producten vervaardigd. Ruim 40.000 artikelen van wereldwijd bekende merken vormen de basis voor genoemde activiteiten. Beijer Ref is vertegenwoordigd in 22 landen. In het segment commerciële koeling vormen de food-industrie en de horeca belangrijke afzetgebieden. In de industriële koeling zijn dit proceskoeling, ijsbanen en grote warmtepompsystemen. Comfortkoeling (airconditioning) wordt hoofdzakelijk geleverd ten behoeve van kantoren en woningen.
60 jaar
Een beeld uit Zoetermeer, vele tientallen jaren geleden: transportband van een vriestunnel
OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Terugblik op 30 jaar werken in de koeltechniek (1963 tot 1993) Leo den Houter uit Zoetermeer kan als koeltechnicus terugkijken op juist de helft van het aantal jubileumjaren van de NVKL. Hij vertelt: Enige maanden na mijn schoolopleiding MULO B ben ik bij de RDM in Rotterdam in dienst getreden. Ik doorliep de volgende trajecten: bemetel diploma; machinefabriek; tekenkamer; bedrijfsbureau. In de fabriek heb ik in de productie gewerkt aan stoommachines (onder andere nog twee triple-expansiemachines) en ook aan stoomketels, condensors en hoge en lage druk stoomturbines.Via een avondstudie voltooide ik de HTS-werktuigbouwopleiding. In 1963 begon ik als projectleider in de koeltechniek bij een installatiebedrijf. Daar startte ik op de tekenkamer met een koeltunnel voor chocoladeproducten. Hierdoor begonnen contacten met de chocolade-industrie. In die periode waren er veel chocoladefabrieken in ons land, onder andere Baronie, Droste, Jamin, Verkade, Van Houten, Nuts, enz. Veel van deze bedrijven hadden NH3-koelinstallaties en er werkten goed geschoolde machinisten met veel ervaring. Tijdens diverse bezoeken deed ik hier veel praktische ervaringen op over producten en werkwijze. Later projecteerde ik veel NH3-koelinstallaties bij diverse bedrijven in binnen en buitenland, vooral in de voedingsmiddelenindustrie. Het koudemiddel NH3 kreeg later een slechte naam; het zou gevaarlijk en milieuvervuilend zijn. Bij enkele klanten met NH3-pompsystemen zijn zelfs installaties omgebouwd naar R22! Op het ogenblik is de populariteit van NH3 in combinatie met CO2 weer in opkomst.
De milieueisen en -voorschriften zijn wel veel beter en veiliger geworden. Ik herinner mij een situatie van een verticaal NH3-vat, dat gesitueerd was op de vierde verdieping van een bedrijf, boven een wenteltrap die tot de begane vloer liep. Bij inspectie bleek het vat, dat met kurkisolatie was afgewerkt, lekkages te vertonen; het vat moest dringend vervangen worden. Na demontage bleek de buitenzijde van het vat ernstig te zijn aangetast, terwijl de binnenzijde onbeschadigd was. Bij latere leveringen van NH3 -vloeistofvaten werd vaak een Stoomwezen-keur op de vaten vereist, met als gevolg dat er mangaten in de vaten aangebracht moesten worden. Ik heb me altijd afgevraagd of dit noodzakelijk was. Ongetwijfeld zullen er op het ogenblik duidelijke voorschriften zijn voor de constructie van koudemiddelvaten. Een ander project in een chocoladefabriek, dat ik mij herinner, is de automatisering van een productielijn voor candy bars. Het proces verliep vóór die automatisering via veel handelingen. De vulling werd op plateaus opgebracht, die daarna in een etagewagen geplaatst werden. Na een aantal uren in de koelcel werd er caramel op de dan gekoelde vulling aangebracht. Weer ging de etagewagen met product enige uren de koelcel in, om daarna plateau na plateau in de vereiste vorm gesneden te worden. Vervolgens werd de chocoladecoating aangebracht, ging het product de eindkoeltunnel in en werd verpakt. De nieuwe situatie werd als volgt geprojecteerd: Er werd een vlakke roestvrijstalen transportband gekozen met een lengte van ongeveer 80 meter. Hierop werden de diverse producten in de volgorde opgebracht zoals dat daarvoor bij de oude productiewijze gebeurde. Deze transportband werd op diverse plaatsen
36
van koeling voorzien; in de geïsoleerde omkastingen werden verdampers met ventilatoren aangebracht. De koelcompressoren werden naast de omkasting opgesteld. Per sectie konden de gewenste temperaturen worden ingesteld. Aan het eind werd het gekoelde product in de gewenste vorm gesneden en ging het via de chocoladeglaceermachine naar de eindkoeltunnel en tenslotte naar de verpakkingsmachines. Bij het testen, na de inbedrijfstelling, bleek het product veel te hard te zijn om te consumeren en de schrik was groot. Het proces bood in de oude situatie langere tijd aan de vervaardiging. Het product bleek nu door de snellere afkoeling, te weinig tijd te hebben gehad om goed uit te kristalliseren. Gelukkig had het product na enkele dagen weer de juiste gewenste eigenschappen. Door Leo Houter Zoetermeer
Cofely Refrigeration Zes jaar voordat de NVKL werd opgericht, werd een begin gemaakt met het koeltechnisch bedrijf Zephyr in Zoetermeer. Dat luidde een boeiende geschiedenis van groei en samengaan in. GTI Koudetechniek bv is een samenvoeging van de bedrijven GTI Zephyr Koudetechniek bv, GTI Navep Koudetechniek bv en GTI Post Koudetechniek bv. Het maakt deel uit van GTI nv en is een centraal geleid installatiebedrijf met een personeelsbezetting van circa 300 werknemers. GTI Koudetechniek bv opereert vanuit zeven over Nederland verspreide vestigingen: Duiven, Emmeloord, Groningen, ’s-Hertogenbosch, Panningen, Roosendaal en Zoetermeer. Elke vestiging is toegerust voor de levering van het totaal aan activiteiten en werkt als zelfstandige eenheid. De vestigingen
Danfoss fabrieken in Denemarken Nordborg, op het eiland Als
60 jaar
Danfoss fabrieken in 1950, nog idyllisch tussen de oppers
OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
worden ondersteund vanuit de Centrale Afdelingen (directie, commerciële zaken, personeelszaken, administratie, financiële zaken, inkoop, kwaliteit, ARBO en milieu) te Zoetermeer. Zephyr werd in 1944 opgericht door de gebroeders Aad, Cor en Wim Goedhart. In 1969 werd het bedrijf opgenomen in het SHVconcern. Sinds januari 1984 is het, als gevolg van verzelfstandiging van delen uit het SHVconcern, onderdeel van GTI nv. Navep werd in 1946 opgericht door de heren Naaijer, Viswat en Piek en werd op 1 januari 1992 onderdeel van GTI nv. Post werd in 1960 opgericht door de heer F. Post en werd op 1 juli 2000 onderdeel van GTI nv. De kernactiviteiten omvatten ontwerp, levering en installatie, alsmede service en onderhoud van koeltechnische installaties. Deze installaties dienen voor verwerking, opslag en rijping van onder andere voedings- en genotmiddelen, landbouw-, tuinbouw-, vis-, vlees- en zuivelproducten. Daarnaast worden koeltechnische installaties toegepast in de chemische en procesindustrie, maar bijvoorbeeld ook in laboratoria en ziekenhuizen. Technisch dienstverlener GTI wijzigt in 2009 haar naam in Cofely. Alle servicebedrijven in Nederland, België, Frankrijk, Engeland, Spanje en Italië die nu vallen onder GDF SUEZ Energy Services ondergaan ook deze naamsverandering. Ook GTI-dochters Fabricom Oil & Gas en Axima Services gaan in de toekomst verder onder de naam Cofely. GTI werd hiermee onderdeel van een krachtig, internationaal energie- en dienstenconcern. Als onderdeel van het Franse GDF SUEZ, een wereldspeler op het gebied van energie, heeft GDF SUEZ Energy Services zo’n 80.000 medewerkers en realiseerde een omzet van 14 miljard euro in 2008. “Met meer dan 60 jaar ervaring staat Cofely
Refrigeration borg voor verfrissende maatwerkoplossingen die de kwaliteit van uw product verbeteren en kostenverlagend werken. In al onze oplossingen houden we rekening met uw wensen, energie, milieu, kosten en toegevoegde waarde.”
De NVKL en Danfoss Danfoss werd opgericht in 1933 als eenmansbedrijf door Mads Clausen in Denemarken en is sindsdien uitgegroeid tot een wereldwijd opererend bedrijf met 24.000 medewerkers. Nederland was in 1939 het eerste land waaraan een officiële Danfossvertegenwoordiging werd verleend. In het oprichtingsjaar van de NVKL had Danfoss 600 medewerkers en een productieoppervlakte van 6.000 m². Lang daarna, in de perioden van sterke groei van de koeltechnische sector, was een goed beeld van de marktpositie voor een fabrikant van essentieel belang. De bij de NVKL aangesloten leveranciers onderschreven dit belang en via een onafhankelijk bureau werd het mogelijk om verkoopcijfers om te werken tot relatieve marktaandelen. Steevast werd binnen het Danfoss-management de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de Nederlandse cijfers als voorbeeld aangehaald. En dat in periode waarin de het Excel-bestand nog een onbekend begrip was! Een compliment dat naar mijn weten nooit aan de NVKL is overgebracht, en dat hiermee dus is goed gemaakt. Danfoss had niet alleen oog voor verkoopcijfers, maar hechtte en hecht nog steeds veel waarde aan het vakmanschap van de monteurs en installateurs. Trainingen en instructies werden voor eigen medewerkers en voor afnemers intensief verzorgd. Daarnaast was het ook heel gebruikelijk om een Danfossmedewerker de ruimte te geven om als docent
37
of als examinator op te treden. De NVKL profileerde zich duidelijk door het organiseren van de opleiding voor en het uitvoeren van het vakdiploma koeltechnisch installateur. Dat diploma was volgens de vestigingswet noodzakelijk om als zelfstandig installateur je eigen bedrijf te kunnen starten. Het was wel mogelijk om hier ‘onderuit’ te komen. Dat kon door voor de cursus ingeschreven te staan en dan ieder jaar examen te doen, zonder de cursus gevolgd te hebben. Dat had uiteraard een negatief resultaat, maar het was toegestaan om als aankomend ondernemer te starten. Veel controle was er niet en zo kon men jaren doorgaan en zag je als examinator een aantal kandidaten steeds terug, tot het hun eer te na was en ze toch de cursus maar eens gingen volgen. De cursus en de examens werden afgenomen op de Centrale School voor de Tuinbouw in Ede. Nu is dat PTC+ in Ede. De examens hadden een theoretisch en een praktijkgedeelte en werden in een ochtend- en een middagsessie uitgevoerd. In de beginjaren, met de heer Van Pelt als secretaris en de heer Van Ingen Schenau als voorzitter, werd ruim tijd genomen voor een zeer uitgebreide lunch in de Reehorst in Ede. Soms hadden de middagkandidaten daardoor een iets minder strenge examinator en werd een cijfer wat eerder naar boven afgerond. Door het grote aantal kandidaten moest al snel de lunchtijd drastisch ingekort worden en werd het een ‘broodje tussendoor’ en was het ‘voordeel’ voor de middagkandidaten verdwenen. Het is goed dat de NVKL onlangs het initiatief heeft genomen voor een vakdiploma voor het veilig werken en omgaan met natuurlijke koudemiddelen. Daarmee is een stevige basis gelegd voor de continuïteit en de uitbouw van installaties met een minimale Global Warming. De opleiding en de examens worden door PTC in Ede verzorgd en, indien gewenst, zal Danfoss ook hieraan weer medewerking verlenen. Kees van Heiningen Danfoss Schiedam
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Door C. J. L. van der Lande, Uniechemie B.V.
Uniechemie: van kleurstof tot R723 Uniechemie in Apeldoorn is bijna 70 jaar actief en stond dus al stevig in de schoenen toen de NVKL werd opgericht.
Het begon zo: Uniechemie is gestart op 25 december 1941. In dit jaar werd de industriële onderneming Gelria opgericht door de heer A. Huber. De onderneming hield zich voornamelijk bezig met de handel en de fabricage van loodverbindingen. Gelria was toen gevestigd aan de Loolaan te Apeldoorn. Enkele jaren later, februari 1949, veranderde het bedrijf haar naam in ‘NV Chemische industrie de Adelaar’. De activiteiten werden in deze periode uitgebreid en het bedrijf verhuisde in 1950 naar Kanaal Zuid 16 te Apeldoorn. In dat pandje werd een aantal producten gemaakt. Er was een molen waarmee kleurpoeders tot kleurstoffen voor de verfindustrie werden gemengd en vermalen. Daarnaast maakte men er het koudemiddel methylchloride. Een zeer ontvlambaar en giftig goedje, dat in een grote ketel op een open vuur gemaakt werd. Op foto’s is te zien dat dit nogal eens fout ging en de boel de lucht in vloog. Het bedrijf begon zich bezig te houden met de productie van chemische producten, als methylchloride en methylbromide. Methylbromide, eveneens giftig, werd gebruikt als verdelgingsmiddel. Het maakte de bodem vrij van bacteriën en schimmels, zodat diverse planten, zoals bijvoorbeeld de tomaat, elk jaar op dezelfde plaats konden worden geteeld. Deze twee giftige stoffen zijn nu al jaren verboden in Europa, maar in andere werelddelen wordt er nog steeds gebruik van gemaakt.
Enkele jaren daarna, zo rond 1952, verkreeg Uniechemie de rechten om R12 en R11 te gaan produceren. Deze rechten werden hen gegeven via het Marshallplan. Alle patenten van Duitse firma’s werden afgenomen en aan geallieerde landen en bedrijven gegeven. Zo ook het patent Frigen van Hoechst. Het duurde nog tot 1953 voordat na vele tests met de bouw van een productie-installatie kon worden begonnen, maar toen was Uniechemie dan toch de eerste die na de oorlog in Europa R12 en R11 kon leveren. Deze koudemiddelen, die onder de naam Fresane op de markt werden gebracht, waren hun tijd vooruit in Europa. Dupont en AKZO begonnen pas later met het produceren van soortgelijke gassen in Nederland. In 1954 werd de naam ‘NV Uniechemie’ aangenomen. Naast de productie en verkoop van koudemiddelen kwam de levering van koeltechnische apparatuur op gang. In het jaar 1963 nam de heer A.A.L. van der Lande het bedrijf over. Vanwege de kleinschaligheid werd de productie van Fresane 11 en 12 in 1965 gestaakt. Dit was het moment dat AKZO met de productie van de CFK’s begon. Zij leverden voornamelijk aan de aerosolindustrie. Uniechemie verzorgde vele jaren voor hen de wereldwijde distributie van CFK’s in de koeltechniek. R22, Fresane 22, werd omstreeks deze tijd
39
als efficiënter en praktischer koudemiddel geïntroduceerd. Uniechemie heeft het geproduceerd tot 1968. Vanaf dat moment werd het betrokken van ICI-Runcon (GBr), waar R22 werd geproduceerd, onder andere als basismateriaal voor de productie van PFTE. Door een toenemend milieubewustzijn in de samenleving is de aandacht steeds meer gericht op milieuvriendelijke producten. De koudemiddelen die Uniechemie nu levert zijn minder milieubelastend dan de vroegere CFK’s. Aardig is te weten dat AKZO in eerste instantie de vertegenwoordiging van de levering van R12 en R11 aan de heer Helpman van de Fa. Helpman in Groningen gunde. Voor het zover kwam lukte het A. van der Lande deze vertegenwoordiging naar zich toe te trekken. Met de productie van R12 en R11 werd in 1965 gestopt. Daarop heeft men de installatie omgebouwd tot een R22 productiefabriek. R22 is een koudemiddel dat pas eind jaren 60 in gebruik kwam. Dit was niet eenvoudig. Andere drukverhoudingen en het veel hogere krachtverbruik leidden tot zeer veel problemen in de koeltechniek. Er is een aantal jaren geproduceerd. R22 is een product dat, zo blijkt, ook nodig is in de productie van PTFE, Teflon of Fluron. Ja, dan heb je weinig in te brengen met een fabriekje voor alleen de koeltechniek. In 1968 werd besloten lees verder op 42>
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Uniechemie: van kleurstof tot R723 vervolg 39> de productie te stoppen en R22 in vervolg bij ICI af te nemen. Van producent ging Uniechemie over naar verpakker. Voor AKZO werd jarenlang wereldwijd afgevuld. Demeon was een mengsel van Dimethylether met R12. Bij Organon (AKZO), gevestigd aan de Vlijtseweg tegenover de gieterij van Remeha (voorheen de gieterij van Grasso), werd in het laboratorium gezocht naar een nieuw drijfgas om R12, een CFK dat verboden ging worden ten gevolge van het Montreal Protocol in 1986, te vervangen als drijfgas in spuitbussen. Dimethylether is een gasvormige ether met een typische geur. Ether draagt niet bij aan ozonlaagaantasting en broeikaseffect. De heer Boonen, hoofd van deze afdeling, bedacht dat dit gas niet alleen interessant was om het milieuprobleem te beperken dat werd veroorzaakt door de emissie uit spuitbussen, maar ook om de emissie van R12 als koudemiddel te beperken. Daartoe werd Demeon ontwikkeld, een mengsel R12 en dimethylether in de verhouding resp. 87 procent en 13 procent. Het werd onder de naam Demeon 87/13 geïntroduceerd. Uniechemie heeft het na veel tests in installaties en daarna vele jaren met succes verkocht. Inmiddels is Demeon niet meer toegestaan. Door het hoge R12-gehalte bleef het gas voor de wet nog wel een CFK, dat inmiddels verboden is. Dimethylether echter is nog niet vergeten. ILK Dresden, een onderzoeksinstituut, zocht naar een manier om ammoniak een breder inzetgebied te geven. Dit werd R723, een mengsel van 60 procent ammoniak en 40 procent
dimethylether. Net zoals met Demeon wordt R723 door Uniechemie op de markt gebracht.
de andere zijde een moderne werkplaats. Op deze manier kan Uniechemie blijvend aan de vraag van de markt voldoen.
1989 was het jaar waarin een grote verandering plaatsvond. Om de continuïteit van Uniechemie voort te zetten werden de twee broers C.J.L. (Chris) van der Lande en R.L. (Robert) van der Lande in de directie opgenomen. Ook werd een nieuw bedrijf, Thermica met de vertegenwoordiging van Baltimore Aircoil, aangetrokken. Een holdingstructuur wordt opgezet onder ‘Gebroeders van der Lande BV’ waar de beide broers elk 50 procent eigenaar van zijn. In 1991 stopte A.A.L. van der Lande. De directie van Uniechemie BV werd overgenomen door Chris van der Lande. Robert van der Lande geeft leiding aan Thermica.
In 2004 besluiten de broers Chris en Robert uit elkaar te gaan. Synergie tussen de beide bedrijven is er niet meer. Uniechemie is veel groter geworden. Ondertussen verandert de situatie bij concurrerende bedrijven en installatiebedrijven. Vele invloedrijke bedrijven worden overgenomen door Europese organisaties. Aanvankelijk kan Uniechemie zich nog wel alleen staande houden. Nederland is echter te klein.
Sinds 1990 beschikt Uniechemie over haar eigen recyclingmachine en laboratorium. Zij is nu een van de weinige bedrijven die vervuilde koudemiddelen mag innemen en verwerken. In de negentiger jaren werd R12 geregenereerd en nu in 2010 kunnen R22 en andere koudemiddelen geregenereerd worden. Nog steeds de meest verantwoorde manier van gebruik van bestaande voorraden. Onder leiding van Chris van der Lande groeit Uniechemie uit tot een gezond bedrijf met rond de 50 medewerkers. Om de vraag naar meer complexe compressorsets te beantwoorden wordt er in 1991 begonnen met het opzetten van een unitbouw in de oude werkplaats. Om groei van het afvullen voor eigen Nederlandse markt en voor derden in Europa te beantwoorden is besloten in 1998 een nieuwe hal te bouwen, met aan een zijde een compleet nieuwe afvulinstallatie en aan
42
Het zijn de leveranciers die aangeven dat Uniechemie in ‘het Europese’ te klein wordt. Dit leidt in oktober 2007 tot de overname van Uniechemie door Beijer Ref, een onderdeel van de Zweedse, beursgenoteerde organisatie G&L Beijer a.s. Beijer Ref is geen onbekende voor Uniechemie. Een groot deel van de bedrijven in de Beijer Ref zijn ook lid van de IRWO, de International Refrigeration Wholesaler Organisation, dat al sinds 1968 bestaat. De positie van Chris van der Lande verandert daarmee niet. Hij blijft verantwoordelijk voor Uniechemie. Met deze strategische overname verwacht Uniechemie een goede basis te hebben gelegd om verder te kunnen groeien. In 2009 zijn het kantoor en magazijn nieuw gebouwd. Een modern energiezuinig gebouw met een verdubbeling van het kantooroppervlak en 50 procent meer magazijnoppervlak. Hiermee is Uniechemie klaar om de toekomst en kan zo optimaal de nieuwe uitdagingen samen met haar klant zowel nationaal als internationaal aangaan.
Octrooi van 17 augustus 1951, verleend onder nummer 68669.
Door Udo J. van de Meer M.Sc. ECR-Nederland B.V./ECR Belgium BVBA
Kleine machinefabriek wordt toonaangevend bedrijf in koudetechniek Het is 1948, twee jaar voordat de NVKL wordt opgericht. Het is het jaar waarin de industrie in Noord-Brabant weer helemaal is opgebloeid. Philips is in 1948 een grote werkgever, maar ook de sigarenindustrie en de textiel bieden, net als voor de oorlog, aan veel Brabanders werk. In Eindhoven begint de ondernemer Peter H. Spijkers op 1 april de Machinefabriek Noord-Brabant. Het bedrijf fabriceert en verhandelt machines voor de weverij en de textiel. Machinefabriek Noord-Brabant krijgt al snel een nevenactiviteit, die al in de jaren vijftig zou uitgroeien tot hoofdactiviteit. Met de overname van Technisch Bureau Jani, actief in de koeltechniek, werd de basis gelegd voor het huidige bedrijf. Op 2 juni 1948 dient Machinefabriek Noord-Brabant een octrooiaanvraag in voor een snelverdamper. Het octrooi wordt op 17 augustus 1951 verleend door de Octrooiraad van het Koninkrijk der Nederlanden, onder nummer 68669. In het midden van de jaren vijftig verwerft de fabriek de alleen vertegenwoordiging van het Duitse topmerk Stempel Hermetik. Deze compacte, eerste hermetische koelmachine in Europa, zorgt voor een doorbraak in de markt. Een van de eerste grote klanten wordt Unilever, producent van consumptie-ijs onder de naam Vami. Kort daarna worden overeenkomsten gesloten met andere producenten, waaronder Whirlpool-Galileo, een Amerikaans product dat in Italië wordt gebouwd, en in 1962 met het Duitse DWM. Deze laatste overeenkomst met DWM, het
latere DWM Copeland, is in hoge mate bepalend geweest voor de sterke expansie van het bedrijf. Copeland bouwde de eerste semihermetische compressor ter wereld. In 1964 komt Jean F.J. Smits het kleine bedrijf binnen, van oorsprong constructietekenaar en geheel onervaren in de koeltechniek. Nog geen drie maanden later overlijdt plotseling Peter H. Spijkers. De visie van Peter Spijkers wordt voortgezet, nieuwe mensen worden aangenomen en Jean Smits gaat de markt op om klanten te zoeken. Het verkoopprogramma behoeft verbreding en nieuwe producten worden toegevoegd van fabrikanten als Merz en Sporlan. In 1973 neemt Machinefabriek NoordBrabant een groot pakket aandelen van het Belgische bedrijf Evapo over en start ook hier met de verkoop van de koeltechnische componenten. In 1980 wordt de Noord-Brabant/ Evapo groep gevormd. In het begin van de jaren tachtig stagneert de economie en besluit de holding om nieuwe segmenten in de markt te bereiken en te gaan exporteren. Het bedrijf begint met het prefabriceren van koelmachines en de export komt op gang. De eerste order uit het buitenland komt in april 1982 uit Oman. Dit bedrijf is nog steeds klant bij het huidige bedrijf. De afdeling Unitbouw wordt opgericht en zorgt, na veel investeringen, weer voor groei. In 1989 zoekt Machinefabriek Noord-
43
Brabant naar schaalvergroting en internationalisering. De partner wordt gevonden in een kapitaalkrachtig Frans bedrijf, ook actief in de koeltechnische componenten. In 1990 begint Udo J. van der Meer bij het bedrijf. Door opgedane ervaring bij Grasso en TNO brengt hij een behoorlijke kennis van de koudetechniek mee. Het bedrijf wordt gemoderniseerd en gestructureerd en de naam verandert in Noord-Brabant Komponenten. In 1993 wordt met de bouw van een groot nieuw magazijn begonnen. Veel energie en geld wordt gestopt in opleiding en het verhogen van de koeltechnische kennis. De markt verandert in de jaren negentig definitief. Eerst was er meer vraag dan aanbod. Daarna wordt de toegevoegde waarde steeds belangrijker. De afdeling Unitbouw gaat zich specialiseren in units op maat en op een hoger niveau. Noord-Brabant Komponenten haalde als eerste bedrijf in de branche in Nederland al vroeg in 1990 een ISO-certificering. Hierdoor komen units voor de scheepvaart, booreilanden en de chemische industrie binnen bereik. Ook Lloyds keuringen worden op de units afgegeven. Als eerste in Nederland wordt door Noord-Brabant Komponenten de CO2/NH3installatie voor de supermarkt ontwikkeld. In 1995 neemt Noord-Brabant Komponenten de koeltechnische groothandel Hagros over en is ondertussen een Europese keten opgezet. Eind 1996 wordt de gehele keten overgenomen door het conglomeraat UTC. De Europese keten wordt verder uitgebreid in Europa en zelfs verder uitgebreid in Afrika. De naam verandert in ECR-Nederland (Europe Commercial Refrigeration), waardoor de Europese aanwezigheid wordt benadrukt. In het begin van 2009 wordt het geheel overgenomen door Beijer Ref, een Zweedse groep, actief in de koeltechniek en inmiddels aanwezig in 22 landen. Sinds een jaar nu is een intense samenwerking op inkoop-, logistiek-, financieel- en kwaliteitsgebied met ECRBelgium opgebouwd en vallen beide bedrijven onder een directie. Ruim honderd tevreden medewerkers staan nu en de toekomst voor u klaar.
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Helpman in de jaren zestig: kantoren en fabriek aan de Peizerweg in Groningen.
Geschiedenis Helpman Ook het vermaarde Helpman in Groningen overtreft de NVKL in leeftijd en wel met 26 jaren. Dit is de geschiedenis van de gerenommeerde warmtewisselaarfabrikant in het noorden des lands.
Op 1 mei 1924 wordt door ingenieur H.J. Naayer de Machinefabriek HelpmanGroningen NV opgericht. De fabriek wordt gevestigd aan de Helperoostsingel in de wijk Helpman, in de stad Groningen. Daar start de jonge ingenieur met drie medewerkers aan de ontwikkeling en bouw van kleine bakkerijmachines. Aan het eind van de jaren twintig gaat Helpman zich specialiseren in koeltechniek. Al na vijf jaar gaat het bedrijf op kleine schaal koelspiralen maken. Langzaam breidt dit pakket zich uit met condensors, verdampers en zelfs compressoren. Met behulp van deze componenten bouwt het bedrijf koelinstallaties die door eigen mensen worden geïnstalleerd. In de jaren dertig gaat het bedrijf ook professionele koelkasten maken voor consumptie-ijs en ijsklontjes, en drinkwaterkoelers. In de tweede helft van de jaren 40 telt Helpman al zo’n vierhonderd medewerkers en is het een belangrijke werkgever in Groningen. In 1947 worden de eigen installatieactiviteiten afgestoten en groeit Helpman uit tot een toeleverancier voor koeltechnische installateurs. In de jaren 60 en 70 gaat het bedrijf zich toeleggen op de productie van warmtewisselaars en is het bedrijf monopolist in Nederland. In 1965 overlijdt H.J. Naayer. Zijn schoonzoon Visser, tot dat moment kapitein op
de grote vaart, neemt het bedrijf over. Hij werkt aan verdere uitbreiding van het bedrijf. In 1968 opent Helpman de eerste koeltechnische groothandel in Schiedam. Begin jaren 80 gaat de heer Visser met pensioen en in 1991 wordt het bedrijf door de familie Naayer verkocht. Het betekent het begin van een nieuw en veelbewogen tijdperk voor Helpman. Het bedrijf groeit uit tot een conglomeraat van in totaal veertien werkmaatschappijen onder de paraplu van Helpman Holding BV. Het moederbedrijf in Groningen wordt gesplitst in twee werkmaatschappijen, namelijk Apparatenfabriek Helpman BV en Helpman Shell en Tube Products BV. Er blijkt echter te weinig synergie tussen de verschillende werkmaatschappijen en als in 1993 en 1994 de markt instort, komt het voortbestaan van Helpman in gevaar. In 1995 begint de markt weer aan te trekken. Tegelijkertijd verdwijnen binnen Europa de grenzen. Zuid-Europese massaproducenten begeven zich op de Nederlandse markt. Wie klanten aan zich wil binden, moet meedoen aan die prijzenslag. Dat kan én wil Helpman niet; het kiest voor een grote sprong voorwaarts. Het bedrijf concentreert zich op de industriële markt en wil partner worden van de echt grote installateurs - tevergeefs.
47
In 1999 vindt er weer een ommekeer binnen het bedrijf plaats. In een ‘management buy out’ koopt de bedrijfsleiding (de directie) het bedrijf in 2001 van de aandeelhouders. In maart 2007 wordt Helpman BV overgenomen door het Zweedse concern Alfa Laval. Alfa Laval is wereldwijd een vooraanstaand leverancier van gespecialiseerde producten en engineeringoplossingen op basis van drie kerntechnologieën: heat transfer (warmte-overdracht), separation (scheiden van vloeistoffen en vaste deeltjes) en fluid handling (onder andere pompen, afsluiters en leidingsystemen). Alfa Laval staat genoteerd op de Nordic Exchange (‘Nordic Large Cap’) en behaalt in 2006 een omzet van circa 2.2 miljard euro. De onderneming heeft ongeveer 10.000 medewerkers. Dat maakt Alfa Laval dus, zowel qua omzet als aantal medewerkers, bij benadering honderd maal zo groot als het bedrijf in Groningen. Het huidige Alfa Laval Groningen is een bedrijf met sfeer als gevolg van een lange historie, en met volop mogelijkheden voor iedereen.
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Goedhart 75 jaar Al bijna vijftien jaar was Goedhart al actief toen de NVKL het levenslicht zag, want op 1 oktober 2010 viert Goedhart het feit dat het bedrijf 75 jaar geleden de eerste warmtewisselaar produceerde. In de afgelopen driekwart eeuw is de naam Goedhart een kwaliteitsbegrip geworden in de branche. Met name doordat Goedhart zowel standaard als klantspecifieke oftewel ‘customized’ warmtewisselaars levert voor een breed scala van koel- en vriestoepassingen in de koudetechniek. De broers Cor en Aard Goedhart produceerden in 1935 de eerste warmtewisselaars in hartje Rotterdam. Om economische en sociale redenen verplaatste Goedhart in 1964 de activiteiten naar Sint Maartensdijk in Zeeland. Deze locatie bood ook de ruimte voor de nodige expansie om speciaal tegemoet te komen aan de klantwensen voor customized luchtkoelers. Na 75 jaar worden customized systemen van Goedhart onder meer toegepast in: koel- en vriesruimten; koffieverwerking; vleesverwerkende industrie; groente- en fruitopslag; distributie en opslag; kassen; testruimten in de automobielindustrie en skipistes. In 2004 is Goedhart overgenomen door Grasso in Den Bosch, een divisie van de Duitse GEA Group Aktiengesellschaft in Bochum. GEA Group AG is een internationaal opererend technologieconcern, gespecialiseerd in systeemoplossingen voor met name procestechnologie en -componenten. Sinds 1 januari 2010 is GEA Goedhart onderdeel van GEA Heat Exchangers, een van de vijf bedrijfssegmenten van GEA Group. Goedhart, the art of customizing
Amerikaanse advertentie, begin vorige eeuw: De Johnson Furnace Draft Regulator
Johnson Controls – een historisch overzicht De NVKL viert dit jaar haar 60-jarig jubileum, maar wie weet dat op 1 mei 2010 Johnson Controls haar 125-jarig jubileum vierde? Het begon allemaal met een uitvinding. In 1883 ontving Warren S. Johnson, professor aan de State Normal School in Whitewater, Wisconsin, een patent voor de eerste elektrische kamerthermostaat. Door zijn uitvinding werd de industrie in bedrijfsregelsystemen gelanceerd en het was de impuls voor een nieuw bedrijf. Johnson en een groep investeerders uit Milwaukee begonnen op 1 mei 1885 de Johnson Electric Service Company om automatische temperatuurregelsystemen voor bedrijven te produceren, te installeren en te onderhouden. Het bedrijf kreeg in 1974 de nieuwe naam Johnson Controls. Johnson Controls bleef innovatieve nieuwe besturingstechnologieën ontwikkelen om klanten te helpen bij het beter sturen van hun steeds groter wordende en complexere bedrijven. In 1950 – toen de NVKL werd opgericht – bijvoorbeeld, was het normaal dat een groot bedrijf honderden thermostaten, kleppen, regelschuiven en andere temperatuurregelende apparaten in de gehele faciliteit geïnstalleerd had, die allemaal verschillende keren per dag individueel gecontroleerd moesten worden. Om de doeltreffendheid van uitvoeringen in het gebouw voor het personeel te verbeteren, introduceerde Johnson Controls haar pneumatische besturingscentrum, waarmee een operator van een gebouw voor het eerst alle temperatuurregelapparaten in een gebouw vanaf één enkele centrale plek kon controleren en bedienen. In 1968 werd het Amerikaanse Penn
48
Controls overgenomen, een fabrikant van koeltechnische regel- en beveiligingsproducten, met een fabriek in het Nederlandse Leeuwarden. Het merk Penn neemt vandaag de dag nog steeds een belangrijke plaats in in het productenpakket van Johnson Controls.
De ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op: 1971 Saginomiya Johnson Controls K.K., hoofdkantoor in Tokyo, Japan wordt toegevoegd. 1974 Bedrijfsnaam wordt Johnson Controls, Inc. 1982 Acquisitie Europese Controls groep van International Telephone and Telegraph (ITT) Corporation. 1989 Opening fabriek in Juarez, Mexico. Acquisitie Pan Am World Services en toetreding tot facility management business. 1990 Introductie Metasys® Facility Management Systeem. 1998 Acquisitie Cardkey integrated solutions, een leverancier van elektronische toegangscontrole en security management systemen. – Verkoop van het 10.000-ste Metasys gebouwbeheersysteem. 2000 Brengel Technology Center geopend in Milwaukee, dit werd 1 van ’s werelds eerste LEED groene gebouwen. 2001 Acquisitie MC International, een toonaangevende leverancier van installaties en services voor koeltechnische systemen in Europa. 2005 Acquisitie York International, de
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
De historie van GEA Grenco GEA Grenco BV telt in 2010 driekwart van de jaren van de NVKL grootste onafhankelijke leverancier van heating, ventilation, airconditioning en refrigeration (HVAC&R) apparatuur en services ter wereld. 2007 Acquisitie Skymark International Inc, een fabrikant van verwarming en koeling. Onthulling nieuw bedrijfslogo en de visie ‘een prettigere, veiligere en duurzamere wereld’. 2008 Acquisitie PWI Energy, een onafhankelijke wereldwijde leverancier van energie- en broeikasgassenmanagementservices. Acquisitie softwarebedrijf Gridlogix, om IT-systemen en gebouwbeheersystemen van klanten samen te kunnen voegen. Het Erlanger Distribution Center van Johnson Controls in Kentucky (USA) bereikte een mijlpaal door vijftien jaar zonder schade (verloren werktijd door ongevallen) te functioneren. 2009 Grootste order voor koelmachines voor een bedrag van 87 million (USD) (koeling vrouwenuniversiteit in Saudi Arabië). Johnson Controls is aanzienlijk uitgebreid sinds professor Warren Johnson het bedrijf oprichtte om zijn uitvinding, de elektrische kamerthermostaat te produceren. Sinds de start in 1885 is Johnson Controls gegroeid tot een wereldleider op automobiel gebied, building efficiency en power solutions met meer dan 1300 locaties wereldwijd waar zo’n 130.000 mensen werkzaam zijn.
GEA Grenco BV is in 1965 voortgekomen uit de Grasso groep, die werd opgericht in 1858. Royal GEA Grasso Holding NV is de holding van de Refrigeration divisie van de multinationale GEA Group te Bochum (Duitsland). De GEA Group heeft ongeveer 20.000 medewerkers in dienst in een kleine 400 bedrijven in ongeveer 50 landen. De omzet van de GEA Group in 2008 was vijf miljard euro. GEA (Global Engineering Alliance) werd opgericht in 1920 en groeide al snel uit tot een internationaal bedrijf. In 1991 nam GEA de Grasso groep over. GEA is nu een van ‘s werelds grootste leveranciers in mechanical engineering, met name proces engineering en equipment. De refrigeration divisie van GEA bestaat uit 36 bedrijven, met ruim 3.800 medewerkers. De omzet van GEA Refrigeration was in 2008 712 miljoen euro. GEA Grenco BV heeft bijna 400 medewerkers, verdeeld over acht vestigingen in Nederland en een in België. De staf- en engineeringafdelingen zijn gecentraliseerd in het hoofdkantoor, dat is gevestigd in ’s-Hertogenbosch. Service en nieuwbouw vindt plaats in GEA Grenco’s regionale vestigingen in Apeldoorn, Bergen op Zoom, Born, Groningen, Heerhugowaard, Hoofddorp en Rotterdam. Daardoor kan GEA Grenco een plaatselijke, soms regionale, benadering verzorgen. GEA Grenco is een ‘platte’ organisatie, met korte communica-
49
tielijnen. De omzet van GEA Grenco in 2008 was 73 miljoen euro. GEA Grenco ontwerpt, verkoopt, engineert, installeert en onderhoudt koel- en vriesinstallaties voor klanten in uiteenlopende branches: food, non-food, proces en marine. Deze installaties bieden optimale oplossingen voor koude- en besturingstechnische vraagstukken voor klanten met koeltechniek als onderdeel van het primaire proces. GEA Grenco is marktleider in Nederland op dit gebied. Ernst Berends van GEA Grasso, de lezers van dit blad welbekend, heeft zelf de volgende wetenswaardigheid opgezocht : De oprichting van GEA vond op 2 februari 1920 plaats door Otto Happel. GEA stond destijds voor: ‘Gesellschaft fur Entstaubungs-Anlagen’ (Ernst: ‘...nooit geweten en velen met mij ook niet, denk ik!’) Burgemeester Rombouts van ’s-Hertogenbosch opent de GEA Grenco Academy.
Directeur De Nerée tot Babberich, die het eerste contact met Danfoss legde. In dit pand bracht Itho de jeugdjaren van haar bestaan door.
Over Itho BV Een onderneming met een kleurrijke geschiedenis is ongetwijfeld het Schiedamse Itho. Ruim 91 jaar bestaat de onderneming en overtreft daarmee ruimschoots het jubileum van de NVKL.
Op 6 mei 1919 richtte Ir. Fredericus Maria Beukers de Internationale Technische Handelsonderneming - Schiedam op - kortweg ‘Itho – Schiedam’. De focus komt te liggen bij onderdelen voor de verwarmings- en koeltechniek. Eind dertiger jaren verwerft een van de drie medewerkers, De Nerée tot Babberich, een meerderheid van de aandelen en in 1939 wordt hij directeur. Hij is zeer kien op uitbreidingsmogelijkheden en ziet in 1939 een kleine advertentie in de Financial Times van een klein Deens bedrijf - Danfoss - dat buitenlandse agenten zoekt. Het is al mobilisatietijd, maar hij besluit toch per trein naar Denemarken te gaan. Hij moet van Flensburg in Duitsland naar de Deense grens lopen en wordt daar opgewacht door Danfoss-oprichter Mads Clausen. Danfoss heeft op dat moment 26 medewerkers in dienst (inmiddels meer dan 30.000) en Itho drie. Het contact verloopt voorspoedig en Itho wordt in 1939 de eerste buitenlandse distributeur van Danfoss. Na de oorlog zet de groei in en Itho verwerft veel vooraanstaande vertegenwoordigingen, onder meer van het Deense Clorius - een fabrikant van warmtemeters. Andere bekende namen zijn bijvoorbeeld Küba, L’Unité Hermétique, Forane, Daikin, etc. De Nerée komt in contact met de Haagse firma W.H. Braskamp NV. Vanaf dat moment betrekt Itho een pakket industriële en huishoudelijke ventilatoren van Braskamp.
In de 50-er en 60-er jaren nemen de huishoudelijke ventilatoren een grote vlucht. Langzamerhand groeit Itho uit haar jasje en er wordt een oud bedrijfspand verworven dat geheel zal worden verbouwd naar de wensen van de nieuwe eigenaar. Voordat het echter zover is, ontstaat brandt in de nacht van 27 mei 1963. Pas begin 1966 wordt het nieuwe complex betrokken. Itho is inmiddels marktleider op ventilatiegebied. Een belangrijke stap eind 70-er jaren is dat Itho haar systemen volledig automatiseert. Kort daarna bieden de aandeelhouders, bij gebrek aan opvolging binnen de familie, Itho te koop aan aan Danfoss, die nog steeds de grootste toeleverancier is. In 1981 is een en ander een feit. De Nerée tot Babberich neemt afscheid en de heer Alting volgt hem op als algemeen directeur. Itho is marktleider in ventilatie, airconditioning, radiatorthermostaten, koeltechniek, mobiele hydrauliek en frequentieregelaars. Opnieuw worden de gebouwen te klein en er wordt, voor het eerst in de geschiedenis, besloten tot volledige nieuwbouw. Op 1 januari 1989 volgt de heer De Ruiter de heer Alting op als algemeen directeur. Op 18 september 1989 is de verhuizing een feit. In 1994 krijgt de heer De Ruiter ook de verantwoordelijkheid voor Danfoss België en ontstaat Danfoss Benelux. Eind 90-er jaren wordt er binnen het Danfoss concern een steering committee gevormd dat samen met de Boston Consulting
50
Group gaat onderzoeken welke structuur Danfoss in de 21e eeuw moet volgen. De heer De Ruiter maakt deel uit van het committee. De uitkomst is dat de drie divisies binnen Danfoss volledig verantwoordelijk moeten worden, van de productontwikkeling tot en met verkoop en service. De heer De Ruiter wordt verzocht Danfoss Benelux op te splitsen in verschillende zelfstandige bedrijven. Danfoss België wordt weer verzelfstandigd en ook het Danfoss-deel uit Itho wordt een zelfstandige werkmaatschappij. Binnen Itho wordt in het jaar 2000 het deel koeltechnische groothandel afgescheiden en verzelfstandigd tot een aparte werkmaatschappij, Coolmark. Eind 2001 neemt Itho de groothandel Aircool van de Eriks-groep over en voegt het samen met Coolmark. Coolmark wordt een onderdeel van de Elsmark-groep - een nieuwe groothandelsdivisie van Danfoss die later is overgenomen door de Zweedse Beijer-group. Ondertussen fuseert de Hydrauliekdivisie met het Duits/ Amerikaanse concern Sauer-Sundstrand en gaat verder onder de naam Sauer-Danfoss. Itho, nog bestaande uit de sectoren ventilatie en airconditioning (waaronder Daikin), past in het geheel niet meer binnen Danfoss en staat min of meer te koop. Het nieuwe management van Itho biedt Danfoss een management buy-out aan, die eind 2000 wordt gerealiseerd. Na een kleine twintig jaar is Itho weer los van Danfoss. De heer De Ruiter neemt begin 2002, na ruim 43 jaar Itho/Danfoss, afscheid van het bedrijf
De bedrijfsauto speelde al vroeg een belangrijke rol bij Spido. Dit is de auto uit het begin van de jaren vijftig.
60 jaar OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST
Koeltechniek Spido De NVKL behartigt niet alleen de belangen van grote bedrijven of multinationals, maar ook die van kleinere familiebedrijven. Spido uit Houten valt in deze categorie. Het heeft een boeiende geschiedenis van drie kwart eeuw.
en blijft nog enkele jaren als commissaris aan enkele Danfoss-bedrijven verbonden. Itho ontwikkelt zich na de management buy-out meer dan voortreffelijk. De Daikin-activiteiten zijn in 2007 verkocht aan Daikin en het bedrijf heeft een complete metamorfose ondergaan. De handelsonderneming van toen is nu een uitermate innovatieve producent geworden, die steeds vooruit loopt met energiezuinige producten voor klimaatbeheersing en warmwatervoorziening in woningen.
Anekdote Verwarmingsinstallaties werden in het verleden veelal uitsluitend geregeld door middel van handafsluiters en niet met thermostaten. Een bewoner van een huis met zo’n installatie had zijn (elektro)installateur gevraagd om een thermostaat aan te brengen. Na installatie bleef de klant klagen dat de thermostaat niet goed werkte. Telefonisch kwam men er ook niet uit, dus een Itho-deskundige ging ter plaatse kijken. De oorzaak was snel duidelijk: er was gebruik gemaakt van een thermostaat met capillair, maar omdat de leiding door een dun scheidingsmuurtje moest, had de (elektro)installateur de leiding doorgeknipt en vervolgens met een kroonsteentje weer aan elkaar gezet!
De firma Spido werd in 1936 opgericht door de heer Kannegieter. De oprichter leverde en repareerde koelinstallaties. Hij had in die tijd ook al een auto, zodat hij landelijk kon werken. In 1942 nam de heer Kannegieter personeel aan. Dat deed hij waarschijnlijk om twee redenen. Ten eerste waren er meer werkzaamheden, maar hij deed het ook omdat voor hem de oorlogssituatie erg bedreigend was en hij dus bijna de gehele tijd was ondergedoken. De werkzaamheden werden toen merendeels verricht door de heer Boumans, die bij hem in dienst was gekomen. Na de oorlog werd het in het Oostblok opnieuw politiek onrustig en de heer Kannegieter besloot te emigreren. De heer Boumans nam de firma Spido in 1952 over. De firma was destijds al gevestigd in Utrecht. Het bedrijf groeide gestaag en kreeg meer medewerkers. Er werden steeds meer koelcellen, toonbanken en allerlei andere soorten koelingen gemaakt, gerepareerd en onderhouden. Het aantal werknemers groeide uit tot zeven man. In de periode 1960 werden er op verschillende locaties fruitbewaarcellen gebouwd en geïnstalleerd, waarin destijds al steeds de elektronica werd toegepast voor regeling en bewaking. Na zijn diensttijd in 1966 ging de zoon van de eigenaar, de heer M.C. Boumans, ook bij Spido werken. Voor zijn diensttijd had hij een paar jaar bij een ander koeltechnisch bedrijf ervaring opgedaan. Na een aantal jaren en veranderingen op fiscaal gebied en
51
ook in de sociale wetgeving werd besloten om er een BV van te maken. Dat gebeurde begin 1970. Zoon Boumans werd toen ook aandeelhouder. In die periode groeide de belangstelling voor airconditioning. In 1980 verhuisde Spido naar een nieuw industrieterrein in Houten. In de daaropvolgende jaren voerde het bedrijf ook andere disciplines in de koeltechniek uit, zoals klimaatkamers, ultralow vriezers en droogvriezers voor laboratoria en universiteiten. Na tien jaar huren, kocht Spido een ander pand op het industrieterrein. Inmiddels was de jonge Boumans ook voor 100 procent aandeelhouder. Van af de jaren 90 groeide het personeelsbestand naar tien man. Steeds meer werkzaamheden werden in de grafische wereld verricht, met name airconditioning. De vraag naar koeling voor het drukproces groeide eveneens. Tevens deed Spido onderhoud voor andere bedrijven en maakte zij afzuigunits voor Aircool. Later verkocht Spido deze en ander producten via een nieuwe BV rechtstreeks. Rond de eeuwwisseling raakte deze markt verzadigd en er kwam steeds meer concurrentie. Besloten werd die BV te beëindigen. Het personeelsbestand werd afgebouwd en Spido is eigenlijk weer ‘back to the basic’. Spido doet momenteel nog veel onderhoud bij drukkerijen op de koeling van de drukpers. In de regio is Spido bij alle andere bedrijven actief met het leveren van koel/ vriescellen, airconditioning en aanverwante apparatuur en het uitvoeren van onderhoud.