6-Sep-13 | 1
VOOR ELKAAR EN MET ELKAAR? C.A. de Kam Rijksuniversiteit Groningen PRESENTATIE OP CONGRES
SOCIALE ZEKERHEID IN 2025 Wassenaar, 5 september 2013
6-Sep-13 | 2
UITGAVEN/PREMIES VOOR SOCIALE ZEKERHEID, 2012 bedragen in miljarden euro --------------------------------------------------------------------Regelingen
Bedragen
Inkomensverzekeringen, sociale voorzieningen en toeslagen (hoofdstuk 6) 92,8 Collectief gefinancierde gezondheidszorg (hoofdstuk 7) 75,0 Premies voor aanvullende pensioenen (hoofdstuk 8) 30,6 ------Totaal 198,4
------------------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 3
HOGER INKOMEN, MEER VRIJE TIJD ----------------------------------------------------------------------------------------1950 1980 2010 indexa Inkomen per hoofd van de bevolking (× 1.000)b 8,8 21,9 36,2 411 Gemiddeld aantal arbeidsuren bij voltijdbaan 2.280 1.840 1.720 75 --------------------------------------------------------------------------------------------------a. Met 1950 = 100. b. Waarde van de binnenlandse productie gedeeld door aantal inwoners.
6-Sep-13 | 4
UITKERINGEN VOOR INKOMENSBESCHERMING procenten van de economie
6-Sep-13 | 5
SOCIALE ZEKERHEID procenten van de economie
---------------------------------------------------------------1970 1980 1990 2000 2010 2013 2017 Sociale-zekerheidsquote Zorgquote
12,2 2,8 -----
Uitgaven voor inkomenszekerheid en zorg 15,0 In procenten totale collectieve uitgaven 34
19,1 4,6 -----
17,0 5,8 -----
11,2 6,0 -----
12,6 10,1 -----
12,9 13,1 10,6 10,8 ----- -----
23,7
22,8
17,3
22,7
23,5 23,9
41
41
38
45
47
50
----------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 6
KOOPKRACHT VAN MINIMUMUITKERINGEN indexcijfers, met 1980 = 100 --------------------------------------------------------------------------1980
1990
2000
echtpaar 100 Bijstandsuitkering voor samenlevers 100
91 91
95 90
AOW-uitkering voor
2010 2011 105 94
103 93
2012 102 91
---------------------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 7
UITKERINGSVOLUME x 1.000 uitkeringsjaren
------------------------------------------------------------------1970 1980 1990 2000 2010 2013 2017 Economisch niet-actieven < 65 jaar Economisch niet-actieven ≥ 65 jaar Verhouding inactieven/ actieven (i/a-ratio)
700
1430 2035
1330 1640 1955
42
63
77
1840 1680 1725 1855 2190 2600 2900 3090
66
67
73
78
-------------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 8
OVERHEIDSFINANCIËN OP LANGE TERMIJN procenten van de economie
-------------------------------------------------------------------Collectieve uitgaven Opbrengst belastingen en sociale premies Begrotingstekort
2011
2025
2040
mutatie 2011-2040
50
52
58
+8
45 --5
48 --4
49 --9
+4 +4
-------------------------------------------------------------------Bron: vergrijzingsstudie van het Centraal Planbureau
6-Sep-13 | 9
DRIE PAKKETTEN MAATREGELEN OM HET TEKORT TE VERKLEINEN nettobedragen in miljarden euro
------------------------------------------------------------Bezuinigingen Eerste kabinet-Rutte (oktober 2010) Begrotingsakkoord 2013 (mei 2012) Tweede kabinet-Rutte (oktober 2012) Totaal
Lastenverzwaring
Totaal
13 2
7 7
19 9
10 --25
5 --19
15 --43
-------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 10
B EZUINIGINGEN EN BELASTINGVERHOGINGEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Begrotingsakkoord 2013 miljarden euro procenten Nettobezuinigingen sociale zekerheid gezondheidszorg overige maatregelen Totaal Saldo lastenverzwaringen sociale zekerheid gezondheidszorg aanvullende pensioenen overige belastingmaatregelen
0,8 –1,5 –1,3 ----–2,0
–40 75 65 ----100
Regeerakkoord 2013-2017 miljarden euro procenten –1,7 –5,1 –3,4 -----–10,2
17 50 34 ----100
1,1 15 2,3 48 –1,1a –15 0,6 12 0,6 8 2,9 60 6,6 92 –1,0 –21 ---------------Totaal 7,2 100 4,8 100 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------a. Daartegenover zijn zorggebruikers 0,9 miljard euro meer kwijt aan eigen betalingen.
6-Sep-13 | 11
JAARLIJKSE VERANDERING VAN DE ARBEIDSPRODUCTIVITEIT procenten
6-Sep-13 | 12
NAAR EEN HOGER GROEIPAD stimuleren dat de arbeidsproductiviteit sneller toeneemt bevorderen dat meer mensen aan de slag komen werkenden prikkelen om meer uren te maken.
6-Sep-13 | 13
DRIE VOORWAARDEN VOOR EEN FLORERENDE VERZORGINGSSTAAT ‘dragelijke’ verhouding tussen aantallen werkenden en uitkeringsontvangers stijgende arbeidsproductiviteit solidariteit
6-Sep-13 | 14
OVERHEIDSUITGAVEN IN 2025 IN TWEE SCENARIO’Sa in procenten van de economie ----------------------------------------------------------------------------------------------Sociale zekerheid waarvan Algemene Ouderdomswet arbeidsongeschiktheidsuitkeringen werkloosheidsuitkeringen overige uitkeringen Zorg Onderwijs Overige uitgaven
Basispad 13,6
Laag 13,5
Hoog 12,4
6,7 6,6 5,8 1,5 1,5 1,3 1,0 1,0 1,0 4,4 4,4 4,2 11,7 12,6 13,1 5,2 5,2 5,1 21,2 21,8 21,2 ------------Totale uitgaven 51,7 53,1 51,8 ----------------------------------------------------------------------------------------------a. Ten opzichte van het basispad uit Vergrijzing Verdeeld.
6-Sep-13 | 15
BEGROTINGSTEKORT IN 2025 in procenten van de economie ------------------------------------------------------------------------------------------Basispad Laag Hoog Totale overheidsuitgaven Totale overheidsinkomsten
51,7 53,1 51,8 47,8 48,6 47,1 ------------Begrotingstekort 3,9 4,5 4,7 ------------------------------------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 16
ECONOMIE EN HOUDBAARHEID VAN DE OVERHEIDSFINANCIËN veranderingen in procenten, ten opzichte van het basispad
---------------------------------------------------------------------------Economische bedrijvigheid (bruto binnenlands product) Werkgelegenheid (arbeidsjaren) Particuliere consumptie
Laag
Hoog
–14,3 – 0,7 –13,6
5,3 1,6 1,7
Houdbaarheidstekort (in 2015, procenten van de economie)– 0,5 0,9 ------------------------------------------------------------------------------------------
6-Sep-13 | 17
RODE DRADEN het bereik van de door de overheid georganiseerde sociale zekerheid krimpt individuen moeten desgewenst dus vaker zelf aanvullende voorzieningen treffen, door vermogen te vormen (de derde pijler), of door zich particulier te verzekeren individuen raken vaker aangewezen op hulp van mantelzorgers en vrijwilligers als gevolg van de decentralisatie van arbeidsbemiddeling en de zorg die wordt verleend buiten de muren van instellingen, zullen de kwaliteit van voorzieningen en de hoogte van eigen betalingen hoogstwaarschijnlijk per gemeente (sterk) gaan verschillen.