Veiligheidbeleidsplan Omgaan met elkaar en sociale veiligheid op school
Obs De Pionier April 2015
1.
Inleiding
3
1.1 doel
3
Uitgangspunten
3
2.1 Visie
4
2.2 Schooldoelstellingen
4
2.3 Vreedzame school principes
4
3.
Preventief beleid
5
4.
Registratiebeleid
6
5.
Curatief beleid
6
6.
Schoolafspraken over veiligheid
6
6.1 Schoolregels
7
6.2 Pleinafspraken
7
6.3 Toezicht
7
6.4 Omgaan met moderne communicatiemiddelen
7
6.4.1 E-mail en internetgebruik
7
6.4.2 Gebruik van mobiele telefoons
8
6.4.3 Website
8
6.5 Verkeers- en vervoersafspraken
9
7.
Klachtenregeling
9
8.
Overige zaken die bijdragen aan de veiligheid van
2.
leerlingen, ouders en personeelsleden
9
8.1 Ontruimingsplan
9
8.2 Bedrijfshulpverlening
9
8.3 Contact met externe organisaties
10
8.4 Verzekeringen
10
8.5 Toelating, interventies schorsing en verwijdering
10
8.6 Arbeidsinspectie
10
8.7 Onderwijsinspectie
10
Veiligheidbeleidsplan
Inhoudsopgave:
1
Bijlagen: Bijlage 1: Gedragsprotocol
11
Bijlage 2: Pestprotocol
20
Bijlage 3: Formulier incidentenregistratie
22
Bijlage 4: Ongevallen meldingsformulier arbeidsinspectie
24
Bijlage 5 Vreedzame school
26
Bijlage 6: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Veiligheidbeleidsplan
Bijlage 7: Protocol: Omgaan met elkaar
2
1. Inleiding Medewerkers van de Pionier vinden het van groot belang dat kinderen zich op onze school thuis voelen. We streven naar een prettige, ontspannen en open sfeer, waarin kinderen zich gerespecteerd voelen en ervaren dat er voor iedereen, ongeacht capaciteiten en vaardigheden, belangstelling en aandacht is. Een dergelijke sfeer, ook wel pedagogisch klimaat genoemd, vormt een basisvoorwaarde voor het bereiken van goede onderwijsresultaten en een positieve ontwikkeling bij kinderen. Belangrijk kenmerk binnen dit pedagogisch klimaat is een kindvriendelijke onderwijsomgeving, waarbij een gevoel van veiligheid en geborgenheid bij kinderen de grondslag vormt. Het komt voor dat ouders/verzorgers en school over bepaalde zaken van mening verschillen. Op onze school willen directie en leraren met respect voor elkaars opvattingen zoeken naar een oplossing. We gaan er van uit dat dit voor ouders/verzorgers net zo vanzelfsprekend is. Vandaar dat hoor en wederhoor van groot belang is binnen onze school. Het is vanzelfsprekend dat ouders/verzorgers op een goede en eerlijke wijze in gesprek blijven met de leraren over hun opvattingen betreffende hun kind. Agressie, geweld en seksuele intimidatie (AG&SI), intimideren of pestgedrag door medeleerlingen, personeel of ouders binnen de school komen in veel vormen voor. Het gaat (kort samengevat) om alle menselijk handelen, dat geestelijke, lichamelijk of financiële schade veroorzaakt bij een ander persoon of organisatie zoals een school(bestuur). Voorbeelden hiervan zijn: vernieling, discriminatie, handtastelijkheden, (verbaal) geweld en mishandeling. De grens wanneer er van schade kan worden gesproken is niet altijd duidelijk, tenzij we uitgaan van het ervaren van geweld of agressie door het slachtoffer. 1.1 Doel Het doel van het veiligheidbeleidsplan is om de dreigingen te minimaliseren die de schooldoelstellingen nadelig beïnvloeden. Deze doelstelling wordt bereikt door de veilgheid van alle bij de school betrokkenen zo goed mogelijk te bevorderen en zo mogelijk alle vormen van AG&SI binnen de school en/of schooltijd te voorkomen. Daar waar zich incidenten voordoen worden adequate maatregelen getroffen om verder escalatie te beperken of te voorkomen.
Preventie van AG&SI
Het optreden bij AG&SI
Het afhandelen van incidenten m.b.t. AG&SI
2. Uitgangspunten Voor het opstellen van dit veiligheidbeleidsplan zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Onze visie, schooldoelstellingen en Vreedzame School principes Voldoen aan wet- en regelgeving (Arbowet artikel 1, lid e en f: artikel 4, lid 2 en de Wet op Primair Onderwijs, artikel 4a en 5a)
Veiligheidbeleidsplan
Dit veiligheidbeleidsplan zal betreking hebben op alle werknemers, leerlingen en ouders/verzorgers en is voornamelijk gericht op:
3
Wat zijn voor ons belangrijke waarden? Respect Veiligheid Verantwoordelijkheid Vertrouwen Openheid Betrokkenheid
2.1 Visie Alle kinderen zijn uniek, gelijkwaardig, maar niet gelijk. Kinderen ontwikkelen zich verschillend. Wij begeleiden kinderen bij het leren en het omgaan met leeftijdsgenoten en volwassenen. Daarbij hanteren we een duidelijk structuur, vaste regels en afspraken en een pedagogisch klimaat gebaseerd op de basisbehoeften van een kind.
2.2 Schooldoelstellingen Wat zijn voor ons belangrijke doelen?
Relatie: de school creëert een sfeer van acceptatie en vertrouwen. Daarbij is een persoonlijk relatie met de leerkracht, veiligheid en geborgenheid van belang. Kinderen gaan beter presteren als ze zich veilig en gewaardeerd voelen. Kinderen hebben respect voor zichzelf en voor anderen, waaronder andere overtuigingen en belevingen.
Competentie: we creëeren situaties waardoor de kinderen plezier in het schoolgaan, in het leren, in het samenwerken en in het samenspel hebben. We laten ze ervaren dat ze iets kunnen en daarvoor gewaardeerd worden. We sluiten nauw aan bij hun mogelijkheden en zoeken met het kind naar de zone van naaste ontwikkeling. Een uitdagende leeromgeving is hiervoor erg belangrijk.
Autonomie: we nemen kinderen serieus, accepteren ze zoals ze zijn en hechten veel waarde aan het zelfstandig kunnen functioneren. Kinderen leren niet alleen op school, maar ook thuis in het gezin en in hun directe omgeving. We leren kinderen zelf beslissingen nemen en hierop te reflecteren.
2.3 Vreedzame school principes Kinderen krijgen een stem en oefenen in participatie Gedrag van kinderen wordt positief beïnvloed door hen een stem te geven en te laten participeren (inspraak, medezeggenschap, eigenaarschap) in het ‘echte’ leven, om hen zo de gelegenheid te geven te oefenen met het nemen van verantwoordelijkheid.
Veiligheidbeleidsplan
4
Conflictoplossing De Vreedzame School besteed veel aandacht aan conflictoplossing. Het uitgangspunt is dat er nu eenmaal altijd conflicten (belangentegenstellingen of meningsverschillen) zullen zijn in een situatie waar mensen of kinderen bij elkaar zijn, en dat het zinvol is om iedereen te leren hoe je zoveel mogelijk kunt voorkomen dat er conflicten ontstaan, en dat conflicten ontaarden in ruzie, en hoe je, als een conflict toch in ruzie is ontaard, kan werken aan een constructieve oplossing.
Leeftijdsgenoten Onderzoek laat zien dat de invloed van leeftijdsgenoten op de persoonlijke vorming van kinderen groot is. In De Vreedzame School streven we er naar om kinderen ook sociale verantwoordelijkheden of taken op zich te laten nemen.
Sociale en morele norm De kern van De Vreedzame School is het creëren van een positief sociaal klimaat, van een cultuur waarin de sociale norm bepaald wordt door constructief omgaan met meningsverschillen en conflicten, actieve participatie, waar kinderen een stem hebben, zorgzaam en prosociaal gedrag.
Sociale verbondenheid Kinderen hebben behoefte aan sociale verbondenheid: een omgeving waarin zij zich welkom, gerespecteerd en niet gediscrimineerd voelen, waarin ze merken dat er positieve verwachtingen over hen bestaan en waarin ze ondervinden dat ze ‘ertoe doen’. Kinderen hebben het nodig om nodig te zijn.
Democratisch opvoeden
3. Preventief beleid Preventief beleid houdt in dat er maatregelen worden genomen om AG&SI te voorkomen. Hiertoe worden de volgende activiteiten ondernomen:
Bij het onderzoek en opstellen van concrete beleidsvoornemens wordt gebruik gemaakt van diverse instrumenten die in het onderwijs zijn ontwikkeld. Zo wordt het welzijn van de kinderen, ouders en verzorgers en werknemers onderzocht met de volgende middelen:
Veiligheidbeleidsplan
Autoritatieve of democratische opvoeding bereidt kinderen het beste voor op het leven in een democratische gemeenschap. Die opvoedingsstijl wordt eerder gekenmerkt door gezag dan door macht. Opvoeders stellen wel duidelijke grenzen, maar geven daarbij veel uitleg, bevorderen de ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid, zijn zuinig met gebruik van machtsmiddelen, en vertonen moreel voorbeeldgedrag. Kinderen zijn gesprekspartner, die een zekere mate van verantwoordelijkheid kunnen dragen. Door kinderen consequent uit te leggen wat de gevolgen van hun handelingen zijn voor anderen, door hen te helpen zich te verplaatsen in het perspectief van anderen, ontwikkelen zich geleidelijk aan mentale scripts die gedrag van binnenuit reguleren.
5
o o o o o o o
veiligheidsthemometer: 2 x per jaar groep 1-8 conflictthermometer: 2 x per jaar leerlingenquête: ieder jaar groep 6-7-8 Ouderenquête: om de 2 jaar Personeelsenquête: om de 2 jaar Werken met kwaliteitskaarten (kaarten: pedagogisch- en schoolklimaat) Leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling: SCOL deze wordt 2 keer per jaar door alle leraren afgenomen voor alle leerlingen. De leerling SCOL wordt afgenomen in de groepen 6-7-8. Er vindt een analyse van de geregistreerde incidenten plaats. Er is een gedragsprotocol/sociale veiligheid opgesteld (zie bijlage 1) Personeel, leeerlingen en ouders worden geïnformeerd over geldende gedragsregels, het beleidsplan, protocollen e.d. Door de leraren worden de gedragsregels met de leerlingen besproken. In het leerstofaanbod wordt op systematische wijze aandacht besteed aan het welbevinden van de leerlingen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode: De Vreedzame School. De school heeft een pestprotocol (zie bijlage 2)
4. Registratiebeleid Om te kunnen sturen, evalueren en bijstellen zorgt de school voor een nauwkeurige registratie en administratie betreffende AG&SI. Hiervoor maakt de school gebruik van de volgende formulieren:
Formulieren incidentenregistratie (zie bijlage 3) Ongevallen meldingsformulier arbeidsinspectie (zie bijlage 4) Mediatieformulieren bij conflicten (zie bijlage 5)
5. Curatief beleid
6. Schoolafspraken over veiligheid Elke school kent zijn eigen regels. Het gaat hierbij om afspraken waaraan leerlingen, ouders en medewerkers zich moeten houden, zodat we op een plezierige wijze met elkaar om kunnen gaan en incidenten en vervelende situaties kunnen worden voorkomen. De schoolafspraken zijn verdeeld in schoolregels, pleinafspraken en groepsregels. Groepsregels zijn hieronder niet beschreven, omdat die per klas kunnen verschillen, waarbij de schoolregels in acht worden genomen.
Veiligheidbeleidsplan
Om adequaat te kunnen handelen naar aanleiding van incidenten zijn de volgende draaiboeken en protocollen opgesteld: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (zie bijlage 6) Pestprotocol (zie bijlage 2) Gedragsprotocol (zie bijlage 1) Procedure “omgang met elkaar”, stappenplan voor toelating, interventies, schorsing en verwijdering leerlingen (zie bijlage 7) Schorsing van personeel vindt plaats conform de geldende CAO PO.
6
6.1 Schoolregels
We gaan respectvol met elkaar om. We maken geen gebruik van onze macht. Dicriminatie wegens godsdienst, huidskleur, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan. We vallen een ander niet fysiek en/of psychisch lastig, bedreigen een ander niet. We vernielen en ontvreemden geen eigendommen van een ander. We dringen onze mening niet op aan een ander. We houden ons aan de omgangsvormen en zien er op toe dat deze normen door iedereen binnen de school worden nageleefd. Vinden we oplossingen voor problemen, waarbij alle partijen zich prettig voelen (win-win). Dit kan m.b.v. mediatoren.
6.2 Pleinafspraken
Kinderen: Je houdt rekening met elkaar en helpt elkaar. Je blijft tijdens de pauzes op het schoolplein. Kinderen mogen onder schooltijd het plein niet verlaten zonder toestemming van de leraar/pleinwacht.
Leraren: Er is pleinwacht van 09.45-10.00 uur en van 11.30-12.00 uur. Pleinwacht bestaat uit min. 2 personen volgens het pleinrooster. Nemen klachten van kinderen serieus. Indien nodig ondersteunen leraren elkaar.
6.3 Toezicht Alle personeelsleden zijn betrokken in het toezicht op het gedrag van de kinderen gedurende schooltijd. Bij misdragingen van het gedrag van de leerling kan elk personeelslid dit corrigeren. Indien nodig wordt het incident gerapporteerd bij de groepsleraar of de directie. Indien nodig worden ouders ingelicht. 6.4 Omgaan met moderne communicatiemddelen
Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Leraar is bekend met de sites die kinderen bezoeken op internet. Er worden geen sites bekeken die niet aan de fatsoensnormen voldoen. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Leerlingen mogen met toestemming van de leraar “vrij” op internet, b.v. om iets over een onderwerp op te zoeken. Gebruik van social media is verboden binnen de school. Het is niet toegestaan schade aan de school (ook imagoschade) en aan derden toe te brengen.
Veiligheidbeleidsplan
6.4.1. E-mail en internet gebruik
7
De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van de methodes en leergangen. De software bij de methodes kan in de toekomst door kinderen ook via internet benaderd worden. Daarom worden met de leerlingen een aantal gedragsafspraken gemaakt: Zonder toestemming van de leraar wordt geen persoonlijke informatie doorgegeven op internet: namen, adressen, telefoonnummers, emailgegevens Vertel het je leraar meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet dat het niet hoort Spreek van te voren met je leraar af wat je op internet wilt gaan doen Bij twijfel: altijd overleg met de leraar Indien er tegen één of meerdere leerlingen sprake is van redelijke verdenking of vermoeden van een ongeoorloofde handeling in de zin van dit protocol, dan zal in eerst instantie de leraar de leerling(en ) aan spreken. Indien de redelijke verdenking of het vermoeden wordt bevestigd, dan worden de ouders en de directie hiervan op de hoogte gesteld door de leraar. Bij herhaling van ongeoorloofde handelingen in de zin van dit protocol, wordt de leerling voor onbepaalde tijd uitgesloten van het gebruik van internet. Ouders worden hierover geïnformeerd door de leraar, waarbij er met de ouders afspraken worden gemaakt over het vervolg. Mede naar aanleiding van deze afspraken bepaalt de leraar of en op welk moment de leerling(en) weer gebuik kunnen maken van het internetsysteem van de school. 6.4.2 Gebruik van mobiele telefoons In deze tijd van mobiel bereikbaar zijn hebben ook veel (oudere) kinderen een eigen telefoon. Deze mobiele telefoons zijn op onze school niet toegestaan. Bij hoge uitzondering en wanneer dit vooraf aan de groepsleraar is gevraagd, kan van deze regel worden afgeweken. Via het nummer van school is elk kind in geval van nood, bereikbaar. Het nummer van school is: 058-2802344.
Leraren: Niet bellen, appen etc. onder lestijd Voortgang lessen mogen niet worden verstoord Bereikbaar in noodsituaties
6.4.3 Website
De schoolleiding en de ICT-er zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de website. De informatie in het onderdeel “groepen” wordt actueel gehouden en vernieuwd door de groepsleraar. Wij behouden ons het recht voor om informatie die ons gestuurd wordt van het gastenboek, te verwijderen. Dit zal in ieder geval gebeuren bij grof taalgebruik of vermelding van privégevoelige gegevens van anderen. Ouders/verzorgers die bezwaar hebben tegen het plaasten van een foto van hun kind kunnen dit aangeven op het inschrijfformulier, het jaarlijkse contactgegevens formulier of schriftelijk melden aan de directie.
Veiligheidbeleidsplan
O.b.s. de Pionier beschikt over een eigen website op het internet: www.obs-depionier.nl
8
6.5 Verkeers- en vervoersafspraken
Wij promoten het om lopend naar school te komen. Leerlingen die op de fiets komen, zetten deze in het fietsenrek. We fietsen niet op het schoolplein. Wij verzoeken iedereen om auto’s op de daarvoor bestemde paarkeerplekken en terreinen te parkeren. Voor vervoer van leerlingen onder schooltijd hanteren wij de regels zoals gesteld door VNN. Dat betekent o.a. dat stoelverhogers worden gebruikt bij kinderen onder de 1.35 m. Gaat het om een kort ritje met meerdere kinderen dan mogen deze kinderen alleen op de achterbank vervoerd worden. De kinderen moeten in de auto een gordel om, dus niet meer leerlingen vervoeren dan het aanwezige aantal gordels in de auto.
7.0 Klachtenregeling Waar gewerkt wordt, worden weleens fouten gemaakt. Dat is op een school niet anders. Ouders zijn welkom bij de groepsleraar om dergelijke zaken te bespreken en samen naar een goede oplossing te zoeken. Ze kunnen ook hun vragen, problemen, klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken voorleggen aan de directeur. Deze zal het probleem met alle betrokkenen bespreken en zoeken naar een oplossing. Indien een klacht niet op schoolniveau kan worden opgelost, kan de contactpersoon van de school (in de schoolgids staat vermeld welke leraar dit is) ouders informeren hoe om te gaan met een klacht en zo goed mogelijk doorverwijzen naar de juiste persoon of instantie. Een stap verder kan contact worden opgenomen met één van de onafhankelijke, door het bestuur benoemde, vertrouwenspersonen. De klachtencommissie adviseert het bevoegd gezag. De afhandeling van de klachten is vastgelegd in de klachtenregeling van Proloog. Deze is te vinden op www.proloog.nl
8.0 Overige zaken die bijdragen aan de veiligheid van leerlingen, ouders en personeelsleden
In ieder gebouw, dus ook in het schoolgebouw van o.b.s. de Pionier, kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat leerlingen, ouders, personeel en overige aanwezigen het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten. Hierbij kan gedacht worden aan brand, wateroverlast, stormschade, bommelding, gaslekkage en in andere voorkomende gevallen. Hiervoor is naast de genomen preventiemaatregelen een ontruimingsplan nodig (zie bijlage 8). Door middel van instructie en minimaal één aangekondigde en één onaangekondigde oefening zal dit ontruimingsplan aan de praktijk getoetst en zo nodig worden bijgesteld. Het ontruimingsplan is bekend bij alle personeelsleden In elke ruimte is een vluchtroute zichtbaar opgehangen Alle BHV-ers moeten het plan goed kennen 8.2 Bedrijfshulpverlening In de school zijn BHV-ers. Zij geven aanwijzingen aan het personeel en kinderen bij calamiteiten, totdat de hulpdiensten zijn gearriveerd en de situatie wordt overgedragen. Aanwijzingen van de BHV-ers dienen door alle gebruikers van het gebouw opgevolgd te worden. De BHV-ers kunnen noodzakelijke eerste hulp verrichten bij ongevallen.
Veiligheidbeleidsplan
8.1 Ontruimingsplan
9
Zij controleren meerdere keren per jaar de verbanddozen en zorgen voor aanvulling. De BHV-ers hebben een BHV diploma en worden regelmatig getraind. Op advies van de BHV-er kan de huisarts worden ingeschakeld. 8.3 Contacten met externe organisaties In het belang van de veiligheid van de kinderen en ouders kan de school contact hebben met instanties die hulp kunnen bieden aan de leerling en/of bij de thuissituatie. Hierbij kan gedacht worden aan de GGD, Bureau Jeugd Zorg, Algemeen Meldpunt Kindermishandeling(AMK), schoolmaatschappelijk werk, schoolarts, GGZ, leerplichtambtenaar etc. 8.4 Verzekeringen Proloog heeft een verzekering afgesloten voor leerlingen, onderwijspersoneel en medewerkers, waaronder ouders/verzorgers, die in opdracht van de school activiteiten t.b.v. de school verrichten. Het gaat om een ongevallen-, reis- en aansprakelijkheidsverzekering. 8.5 Toelating, interventies, schorsing en verwijdering Als alle maatregelen op school geen succes meer hebben dan komt op een gegeven moment, het niet omstreden middel “verwijdering van de leerling” aan de orde. De mogelijkheid om leerplichtige kinderen definitief van school te verwijderen is in de huidige regelgeving aan voorwaarden gebonden en in de praktijk zeer beperkt. Zie hiervoor bijlage 7. 8.6 Arbeidsinspectie De directie kan – afgezien van de wettelijke verplichtingen ter zake- besluiten om de arbeidsinspectie in te schakelen. Melding bij de Arbeidsinspectie dient in ieder geval plaats te vinden indien er sprake is van een ernstig ongeval (definitie ernstig ongeval: indien iemand lichamelijk en/of geestelijk schade aan de gezondheid heeft opgelopen die binnen 24 uur na het ongeval leidt tot opname in een ziekenhuis ter observatie of behandeling, dan wel naar een redelijk oordeel blijvend zal zijn; Artikel 9.1 Arbowet) 8.7 Onderwijsinspectie
Veiligheidbeleidsplan
Klachten ove sexueel misbruik, sexuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld worden gemeld bij de vertrouwensinspecteurs. Het centrale meldpunt is: 0900-1113111
10
Bijlage 1 gedragsprotocol
Obs de Pionier April 2015
Veiligheidbeleidsplan
Gedragsprotocol
11
O.b.s. de Pionier is een Vreedzame School en staat voor een veilige leer- en leefomgeving voor alle partijen met een doorgaande lijn door de hele school, waar de afspraken voor iedereen duidelijk zijn. Daarom is er op onze school een gedragsprotocol. Het protocol bepaalt hoe wij met elkaar omgaan op school. Hoe zien wij de mens en de samenleving? Ieder mens is een uniek persoon in aanleg, interesses, karakter, enz; Ieder mens heeft zijn eigen kwaliteiten; Ieder mens leert iedere dag en ontwikkelt zich gaandeweg; Ieder mens heeft andere mensen nodig om zich te kunnen ontwikkelen; Ieder mens heeft ruimte, veiligheid en vertrouwen nodig om zich te ontwikkelen; Onze samenleving is multicultureel, pluriform en kent sociale verschillen; Onze samenleving verandert voortdurend. Wat zijn voor ons belangrijke waarden? Respect; Veiligheid; Verantwoordelijkheid; Vertrouwen; Openheid; Betrokkenheid. Wat zijn voor ons belangrijke doelen? Wij willen een (stimulerende) leeromgeving bieden waarin iedereen zich prettig en veilig voelt en waar we plezier hebben, zodat de optimale (leer)resultaten worden behaald. In die stimulerende omgeving vindt het leren van en met elkaar plaats. Wij willen dat de leerlingen zich hier kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, evenwichtige, sociale mensen die vol vertrouwen de wereld tegemoet gaan. Wij willen hiervoor een veilig en respectvol schoolklimaat waarin we de saamhorigheid bevorderen als ook de individuele ontwikkeling van kinderen en volwassenen.
Sociale veiligheid
Doelstellingen van De Vreedzame School zijn: Verandering van de schoolcultuur in de richting van een democratische gemeenschap Vergroting van de sociale competentie, met name vaardigheden in conflictoplossingen bij leerlingen, personeel en ouders Vergroting van de verantwoordelijkheid van kinderen Minder conflicten en minder ordeverstoringen Verbetering van het groepsklimaat; betere relaties binnen de groep.
Veiligheidbeleidsplan
Om de sociale veiligheid op schoolte waarborgen heeft de school gekozen voor het programma van de Vreedzame School. Er is juist voor dit programma gekozen omdat het programma: Preventieve maatregelen biedt om het gevoel van onveiligheid te voorkomen Inzicht geeft in het veiligheidsgevoel van kinderen en leraren middels analyse-instrumenten.
12
De analyse mogelijkheden die het programma van De Vreedzame School heeft, bieden de mogelijkheid te checken of bovengenoemde doelen al dan niet behaald zijn. ( zie bijlage 5) De veiligheidstehermometer De conflictthermometer Onaanvaardbaar en antisociaal gedrag Een conflict, een misverstand, een kleine misrekening, een plagerij, een vergissing, ze komen op elke school, dus ook op de Pionier, voor. In veel van dergelijke gevallen kunnen kinderen zelfstandig tot een oplossing komen. In andere gevallen is de assisitentie van de mediatoren of de leraar gewenst, dan wel nodig. Met een gesprek met de mediatoren en een uiteindelijke win-win oplossing worden in de regel de meeste problemen opgelost. Het kan echter voorkomen dat een probleem hardnekkiger of ernstiger is. Dan is meer gerichte aandacht noodzakelijk. Het is daarom gewenst, dat het voor alle partijen inzichtelijk is wat onder onaanvaardbaar en antisociaal gedrag wordt verstaan en welke stappen worden genomen om tot gedragsverbetering te komen. Dit wordt beschrven in het protocol onaanvaardbaar en antisociaal gedrag. Pesten valt ook onder onaanvaardbaar en antisociaal gedrag. Hiervoor hanteren wij het pestprotocol (zie bijlage 2).
Protocol bij onaanvaardbaar en antisociaal gedrag Onder onaanvaardbaar gedrag verstaan wij over het algemeen gedrag dat niet in overeenstemming is met de visie/missie van onze school.
Alle partijen hebben een verantwoordelijkheid voor het bevorderen en handhaven van een goede sfeer op de school. Daarom wordt van de partijen verwacht zich aan de volgende regels te houden: Een ieder heeft het recht èn de plicht onaanvaardbaar en antisociaal gedrag te melden bij de leraar, de IB-er of de directeur. Alle leraren zijn verplicht tot het serieus nemen van klachten en het nemen van stappen (zie stappenplan “Dit ging mis” formulier) die tot een oplossing kunnen leiden. Ouders en kinderen verplichten zich tot het geven van eerlijke informatie, het overleg met de leraren/ de directeur/de IB-er en het ondersteunen van de aanpak van de school (beschreven in het stappenplan) bij het oplossen van problemen. Een ieder dient te waken over de grenzen van zijn bevoegdheden: het is niet toegestaan dat ouders of derden op school komen om eigenhandig problemen op te lossen.
Veiligheidbeleidsplan
Concreet zie wij het volgende gedrag als onaanvaardbaar of antisociaal: Fysiek geweld Brutaal gedrag Niet houden aan de regels Niet luisteren naar de leraar Moedwillig vernielen of stelen van spullen Pesten/uitschelden Weigeren Wangedrag tijdens de pauze Wangedrag tijdens bijvoorbeeld excursies Het zonder toestemming verlaten van het schoolterrein onder schooltijd Nablijven/huiswerk Incidenten buiten schooltijd
13
Het gedragsprotocol zal om de twee jaar worden geëvalueerd en bijgesteld.
Stappenplan bij onaanvaardbaar en antisociaal gedrag 1. De leerling vertoont onaanvaardbaar en/of antisociaal gedrag (dit wordt bepaald door de leraar, directie of mediatoren) 2. De leerling wordt aangesproken op zijn gedrag en krijgt een waarschuwing. (Bij fysiek geweld en wangedrag volgt directe uitsluiting van de activiteit) 3. Bij herhaling vult de leerling een “Dit ging mis” formulier in, eventueel met hulp van de leraar. (Bij fysiek geweld en wangedrag volgt directe uitsluiting). 4. De leerling beantwoord schriftelijk, zo nauwkeurig mogelijk, de vragen op het “Dit ging mis formulier”. 5. De leerling heeft een nagesprek met de leraar om de bewustwording en het socialiseringsproces van de leerling te bevorderen. 6. Nadat de leerling 3x onaanvaardbaar gedrag heeft vertoond en daarvoor het “Dit ging mis” formulier heeft ingevuld, gaat het formulier mee naar huis voor ondertekening door de ouders. Dit is mede bedoeld om als driehoek ouders-school-kinderen te functioneren. 7. N.B bij ernstige overtredingen zal de leraar, eventueel samen mer de directeur, besluiten direct met de ouders in gesprek te gaan om herhaling te voorkomen. De ouders en de leerlingen moeten op de hoogte zijn van het bestaan van het “Dit ging mis” formulier. Dit voorkomt dat ouders voor verrassingen komen te staan. De medewerking van de ouders bij de aanpak van grensoverschrijdend gedrag van de leerling is zeer gewenst.
Handleiding voor het gebruik van het “Dit ging mis” formulier Deze handleiding bevat informatie over het “Dit ging mis” formulier, het inzetten en beschrijven van het formulier en een korte toelichting op onaanvaardbaar en antisociaal gedrag. Het doel van het “Dit ging mis” formulier
Het “Dit ging mis” formulier is een hulpmiddel voor leraren als onderdeel van het socialeringstraject van leerlingen met grensoverschrijdend gedrag. Het formulier, ter grootte van a4 formaat, wordt aan de hand van de gemelde vragen op het formulier door de leerling ingevuld. Het formlier biedt leerlingen de gelegenheid constructief met probleemsituaties om te gaan. In veel situaties handelt de leerling uit onvermogen om een voorval, op de juiste sociale manier, op te lossen. Het doel van het formulier is het sociaal emotionele bewustwordingsproces van de leerling te bevorderen en het nieuwe vaardigheden op het terrein van sociaal emotionele ontwikkeling aan te leren. Het formulier kan tevens als extra pressie- of bewijsmiddel dienen voor de leerling om zijn of haar gedrag te verbeteren. Op papier ziet het er anders uit dan wanneer er alleen over gesproken wordt. Hiervoor is het noodzakelijk dat school de ouders op de hoogte stelt van het bestaan en de inzet van het formulier door de school. Door het: “Dit ging mis” formulier door de ouders van de betreffende leerling te laten ondertekenen, worden ze op de hoogt gesteld van het ongewenste gedrag van hun kind. Zij kunnen, bij ernstige vergrijpen van hun kind, worden uitgenodigd voor een gesprek met de leraar of directie, al of niet in het bijzijn van de leerling.
Veiligheidbeleidsplan
14
Om welk grensoverschreidend gedrag van leerlingen gaat het?
Het bepalen van het grensoverschreidend gedrag van de leerling is afhankelijk van de beoordeling van de leraar, de frequentie en het soort gedrag. In het protocol “Onaanvaardbaar en antisociaal gedrag” staan de vormen van grensoverschreidend gedrag die de school heeft vastgesteld, beschreven.
Het gebruik
Alvorens het “Dit ging mis” formulier door de leerling moet worden ingevuld, is het belangrijk dat deze op de hoogte is van het doel van het formulier. Dit betekent in de praktijk dat: De leraar het “Dit ging mis” formulier aan de leerlingen uitlegt De leraar, voordat de leerling het formulier in moet vullen, dit formulier, stap voor stap, met de leerling doorneemt. Het kan in het belang van het kind zijn dat het “Dit ging mis” formulier vertrouwelijk wordt behandeld, omdat er eventueel persoonlijke gegevens van de leerling op worden beschreven.
Het invullen
De probleemsituatie moet door de leerling worden beschreven of verteld (de leraar schrijft het voor de leerling op). Duidelijk leesbaar, omdat het in een later stadium eventueel met ouders moet worden besproken. Voor het invullen heeft de leraar de volgende keuzes: Het “Dit ging mis” formulier wordt samen door de leerling en de leraar ingevuld; De leerling vult het formulier zelfstandig in.
De vragen
Wanneer is het gebeurd? Hier vult de leerling de datum en tijd in.
Wat is er gebeurd? Bij deze vraag probeert de leerling zo duidelijk mogelijk de situatie te beschrijven. Een voorbeeld hiervan kan zijn: Ik heb geschopt en mijn meester uitgescholden. Tevens wordt er bij deze vraag het moment van het voorval vermeld. Bijvoorbeeld: tijdens de les of tijdens de pauze.
Wat heb jij allemaal gedaan en gezegd? Het doel van deze vraag is dat de leerling probeert zoveel mogelijk zijn eigen rol bij het voorval te beschrijven. De leerling beschrijft bij deze vraag tevens wat hij of zij heeft gezegd. Omdat de leerling zijn eigen inbreng beschrijft, komt de andere partij hier niet ter sprake.
Veiligheidbeleidsplan
Bij het invullen van het “Dit ging mis” formulier beschrijft de leerling aan de hand van de vragen de probleemsituatie. De andere betrokkenen kunnen eventueel worden benoemd. De betrokkenen kunnen in een later stadium aanwezig zijn voor het oplossen van het voorval.
15
Wat voelde je erbij? Het is voor de leerling belangrijk dat deze de gelegenheid krijgt zijn emoties tijdens het vergrijp te beschrijven. Dit is tevens een onderdeel van het bewustwordingsproces van de leerling. Het geeft ruimte voor de opening tot het bespreken van de opgetreden emoties en het voorval.
Hoe had je het kunnen voorkomen? De leerling probeert bij zichzelf na te gaan hoe hij of zij zich anders had kunnen opstellen om de ontstane problemen te voorkomen.
Heb je ook zelf een oplossing over hoe je dit probleem de volgende keer aanpakt? Bij deze vraag gaat het erom dat de leerling zich gaat proberen voor te stellen welke sociale vaardigheden de leerling had kunnen inzetten, of welke handelingen doeltreffender waren geweest bij het voorval. N.B. juist door gebrek aan sociale vaardigheden kan het voor een leerling moeilijk zijn deze vraag te beantwoorden.
Heb je vaker dit probleem gehad? Zo ja, hoe vaak? De leerling beschrijft hier de frequentie en vergelijkbare voorvallen die door zijn of haar toedoen zijn voorgekomen.
De afkoelingsperiode Het kan voorkomen dat de betrokken partijen van de probleemsituatie, tijd nodig hebben om de emoties te laten bezinken en tot rust moeten komen. Wanneer dit nodig is voor een positieve oplossing van de problematiek, moet dit door beide partijen worden gerespecteerd. Deze ‘time out’ kan namlijk belangrijk zijn voor het verloop van het nagesprek. Tevens krijgen de betrokken partijen de gelegenheid na te denken over constructieve oplossingen van het voorval.
Het nagesprek Het “Dit ging mis” formulier moet niet op zichzelf staan. Na het uitschrijven van de situatie op het formulier en een eventuele rustperiode, waarin emoties kunnen bezinken, volgt er een nagesprek van de leerling met de leraar, of soms de directie. Juist dit nagesprek zorgt voor het inzicht van de leerling in zijn eigen handelen en het aanleren van nieuwe sociale vaardigheden. Het is belangrijk voor de leerling dat de leerkracht of de directie de emoties van de leerling erkent, zodat het nagesprek kan worden gevoerd. Tijdens dit nagesprek krijgt de leerling feedback van de leraar. Vervolgens bespreken ze samen welke nieuwe sociale vaardigheden de leerling heeft geleerd en hoe deze nieuwe vaardigheden in het vervolg zullen worden benut door de leerling. De leerling kan tevens besluiten zijn excuus aan te bieden aan de tegenpartij. Samen met de leraar wordt afgesproken wanneer de leerling dit gaat doen en hoe de leerling dit gaat verwoorden. Wanneer excuses niet genoeg zijn, wordt besproken wat de leerling nog meer moet doen om het probleem adequaat af te ronden. Hierbij valt te denken aan het vergoeden van eventuele schade die de leerling heeft aangericht.
Veiligheidbeleidsplan
Het beschrijven van het eigen aandeel dient als reflectie op het eigen aandeel van de leerling. Door op zich zelf te reflecteren kan het bewustwordeningsproces van de leerling op gang worden gebracht en benoemd.
16
Gesprek met de ouders Het formulier, dat de leerling alleen of samen met de leraar heeft ingevuld, dient na de derde keer dat de leerling ermee in aanraking komt, door de betreffende ouders te worden ondertekend. De leerling neemt, in dit geval, het derde ingevulde formulier mee naar huis en laat het zijn of haar ouders ondertekenen. Vervolgens wordt het formulier door de leerling mee terug naar school genomen, waar het wordt ingeleverd bij de betreffende leraar. Het formulier wordt opgenomen in het dossier van de leerling. Afhankelijk van het vergrijp volgt er een gesprek met de betreffende ouders. Dit besluit wordt door de leraar of de ouders genomen, maar bij ernstige overtredingen ligt het initiatief bij de leraar en wordt er niet afgewacht tot er drie formulieren zijn ingevuld. Dan volgt het gesprek direct na de eerste overtreding.
Time-out, schorsing, verwijdering Mocht er sprake zijn van voortdurend storend, agressief wangedrag van de leerling dan wordt het protocol “stappenplan voor toelating, interventies, schorsing en verwijdering” in werking gesteld (zie bijlage 7). De ouders van het betreffende kind worden in dit proces begeleid en zijn op de hoogte van dit protocol.
Uitleg van onaanvaardbaar en antisociaalgedrag • Fysiek geweld Direct uitsluiten van deelname activiteit. Afhankelijk van de situatie 1-5 dagen in de pauze binnen blijven. De leerling dient zijn excuses aan te bieden. De leraar neemt direct na schooltijd contact op met de ouders van dader en slachtoffer. • Brutaal gedrag De leerling wordt door de leraar op het gedrag aangesproken en krijgt een waarschuwing. De leerling dient zijn excuses aan te bieden. Bij herhaling dient de leerling bij de leraar/directie te komen waar een “Dit ging mis” formulier wordt ingevuld. Bij herhaling volgt een gesprek met de ouders.
• Niet luisteren naar de leraar De leerling wordt door de leraar op het gedrag aangesproken en krijgt een waarschuwing. De leerling dient zijn excuses aan te bieden. Bij herhaling dient de leerling bij de leraar/directie te komen waar een “Dit ging mis” formulier wordt ingevuld. Bij herhaling volgt een gesprek met de ouders. • Moedwillig vernielen of stelen van spullen In geval van moedwillige vernielingen of stelen van eigendommen onder schooltijd van andere kinderen dienen de ouders de schadevergoeding onderling te regelen. Bij moedwillige vernielingen of stelen van schoolspullen dienen de ouders (de leerling) de onkosten te vergoeden.
Veiligheidbeleidsplan
• Niet houden aan de regels De leerling wordt door de leraar op het gedrag aangesproken en krijgt een waarschuwing. De leerling dient zijn excuses aan te bieden. Bij herhaling dient de leerling bij de leraar/directie te komen waar een “Dit ging mis” formulier wordt ingevuld. Bij herhaling volgt een gesprek met de ouders.
17
• Pesten/uitschelden Zie pestprotocol, bijlage 2. Elk incident van bovengenoemd onacceptabel gedrag wordt genoteerd in de zorgmap. • Weigeren Het is niet acceptabel dat een leerling weigert deel te nemen aan bepaalde lessen en/of weigert opdrachten uit te voeren. De leerling hoort de gelegenheid te krijgen de weigering recht te zetten en zich achteraf te excuseren voor het vertoonde gedrag. • Wangedrag tijdens de pauze Het is belangrijk dat iedere leerling op het schoolplein veilig kan spelen. Slaan, schoppen of schelden naar andere kinderen tijdens de pauze betekent dat de overtreder in het schoolgebouw blijft. Dit kan, afhankelijk van de ernst van de overtreding, gelden voor één of meerdere pauzes. Indien deze correctie niet leidt tot verbetering, zal in overleg met de ouders naar een oplossing worden gezocht. Het gaat hierbij om situaties die niet (meer) door mediatoren opgelost kunnen worden. • Wangedrag tijdens bijvoorbeeld excursies De leerling wordt uiteraard ter plekke tot de orde geroepen. Als de leerling gedurende de hele excursie onacceptabel gedrag blijft vertonen, kan in overleg met de directie en/of ouders worden besloten de leerling de volgende keer op school te laten. De leerling wordt uitgesloten van één of meerdere uitjes. • Het zonder toestemming verlaten van het schoolterrein onder schooltijd Dit kan gevaarlijke situaties opleveren. Het is mogelijk dat een leerling ongerust is over de thuissituatie maar het komt ook voor dat een leerling na een conflict besluit naar huis te gaan. Indien zoiets gebeurt wordt meteen telefonish contact opgenomen met de ouders. We verwachten de leerling direct weer terug op school. Er wordt zo spoedig mogelijk een afspraak gemaakt met de ouders over de ontstane situatie. Nablijven/huiswerk Als een leerling vanwege zijn/haar gedrag het opgedragen werk niet heeft kunnen maken, dan wordt de leerling gevraagd dit tijdens de pauze of na schooltijd te maken. Hiervoor staat maximaal 15 minuten. Soms kan dit werk, in overleg met de ouders, thuis worden gedaan.
Veiligheidbeleidsplan
Incidenten buiten schooltijd Hoewel de school geen verantwoordlijkheid draagt voor wangedrag/ incidenten van leerlingen buiten de schooluren, kan het belangrijk zijn hier de school van op de hoogte te stellen.
18
Dat ging mis! Datum: Groep: Naam: Wat is er gebeurd?
Waar is het gebeurd?
Wie waren erbij?
Wat heb je gedaan/gezegd?
Hoe had je het kunnen voorkomen?
Hoe los je dit probleem op?
Opmerkingen leraar:
Handtekening:
Handtekening ouders:
Veiligheidbeleidsplan
Wat heb je er van geleerd?
19
Bijlage 2
Pestprotocol
1.
Pesten als een probleem zien a. Regels samen met de klas opstellen b. Kringgesprekken houden c. Rollenspelen; zelf laten ervaren, hoe reageren op situaties, zowel voor de gepeste, de pester als voor de zwijgende middengroep
2.
Pesten voorkomen: preventieve aanpak a. Leraar is rolmodel en geeft aan wat wel en niet wordt getolereerd b. Lessen van de Vreedzame School elke week aan de orden stellen alsmede afspraken/leersituaties die hieruit naar voren komen c. Leerlingvolgsysteem Sociaal-emotionele ontwikkeling middels SCOL d. Invullen veiligheidsthermometer/conflictthermometer Vreedzame School (min. 2 x per jaar) groep 1 t/m 8
3.
Pesten signaleren a. Leraren kennen de signalen en signaleren in de klas en op het plein b. Bespreken in het team; extra er op letten en zodra het zichtbaar is direct aanpakken. c. Sociogram maken; minimaal 1x per jaar
4.
Duidelijk stelling nemen tegen het pesten a. Zicht krijgen op de omvang van het probleem, de gevolgen voor het gepeste kind en invoelend vermogen. b. Niet accepteren en actie ondernemen
5.
Blijft het pestgedrag: directe aanpak
Veiligheidbeleidsplan
a. Niet-confronterende methode o Bij onderhuids pesten; de vinger er niet op kunnen leggen (thematisch bespreken d.m.v. oorlog, mensenrechten etc., niet direct over het kind zelf) o Bij vermoedens 2 pesters en 2 niet-pesters inschakelen, zorg uitspreken over kind en vragen om het kind deze week in de gaten te houden of hij/zij wordt gepest, eind van de week verslag uitbrengen. Eventueel koppelen aan confronterende methode
20
b. Confronterende methode Wanneer een leerling voor de leraar zijn ogen lichamelijk of geestelijk wordt mishandeld: 1. Duidelijk stelling nemen 2. Een gesprek met klas over pesten; duidelijk maken dat elk kind verantwoordelijk is, maar niet schuldig 3. Lessen over pesten en de gevoelens van het gepeste kind 4. Hulp aan de pester d.m.v.: a. Eerst confronterend gesprek, gevolgd door: b. Probleemoplossend gesprek c. Daarna afspraken maken en iedere week terugkoppelen over de naleving ervan d. Als allerlaatste pas in gesprek met ouders van de pester, als de pestactiviteiten zichtbaar zijn op school en vastgelegd en als school kan aantonen al het bovenstaande te hebben uitgevoerd (anders het risico dat ouders nog steeds ontkennen en dat het pestende kind mogelijk beschermt moet worden tegen mogelijke mishandeling door de ouders)
Veiligheidbeleidsplan
6. Ouders ontevreden over het resultaat/de aanpak: contact opnemen met vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon van onze school staat vermeld in de schoolgids.
21
Bijlage 3 Formulier Incidentenregistratie (intern gebruik) Binnen 1 week na het incident invullen! Naam getroffene:
Naam medebetrokkene(n)
…………………………………………………….....
…………………………………………………….....
…………………………………………………….....
…………………………………………………….....
Adres:
Adres:
…………………………………………………….....
…………………………………………………….....
…………………………………………………….....
…………………………………………………….....
Getroffene is: Werknemer / stagiair / leerling / ouder / anders namelijk*………………………………. Plaats van het incident:…………………………………………………………………………………. Datum en tijdstip incident:……………………………………………………………………………… Vorm van agressie/ geweld: □ Fysiek
Namelijk: …………………………………………………………….
□ Verbaal
Namelijk: …………………………………………………………….
□ Dreigen
Namelijk: …………………………………………………………….
□ Vernielzucht
Namelijk: …………………………………………………………….
□ Diefstal
Namelijk: …………………………………………………………….
□ Seksuele intimidatie
Namelijk: …………………………………………………………….
□ Anders
Namelijk: …………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………….. Schade: □ Materieel □ Fysiek letsel □ Psychisch letsel □ Anders
Namelijk: …………………………………………………. Namelijk: …………………………………………………. Namelijk: …………………………………………………. Namelijk: ………………………………………………….
Kosten: €…………….. €…………….. €…………….. €……………..
Veiligheidbeleidsplan
Behandeling: □ Geen □ EHBO / behandeling in ziekenhuis □ Opname in ziekenhuis □ Anders, namelijk:……………………………………………………………………………………..
22
Korte beschrijving van het incident: ............................................................................................................................................................................ ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Afhandeling: o
Politie ingeschakeld
o
Contact opgenomen met ouders
ja/nee
o
Gesprek met getroffene
ja/nee
o
Gesprek met betrokkene(n)
ja/nee
o
Psychische opvang
o
Anders, nl:
Aangifte gedaan:
Nazorg:
ja/nee
ja/nee
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Specifieke beschrijving van de afhandeling (o.a. inhoud gesprek ouders en betrokkenen) ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Is het incident naar tevredenheid afgehandeld? Ja/nee Suggesties voor preventie in de toekomst ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Veiligheidbeleidsplan
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Plaats:
Datum:
.............................................................................
……………………………………………………………………………………
Naam:
Handtekening:
............................................................................
……………………………………………………………………………………
23
Bijlage 4 Ongevallenmeldingsformulier arbeidsinspectie 1. Werkgever (bevoegd gezag) Naam: ………………………………………………………………………………………………………….. Adres:…………………………………………………………………..(geen Postbusnummer) Postcode en plaats:………………………………………………………………………………… Registratienummer Kamer van Koophandel:……………………….(voor zover van toepassing) Aantal werkzame personen:……………………………………………………………………….. Naam melder:…………………………………………………………………………………………. Telefoon:………………………………………………………………………………………………… 2. Getroffene(n) Naam: ………………………………………………………………………………………………………….. Adres:…………………………………………………………………………………………………… Postcode en woonplaats:……………………………………………………………………………. Geboortedatum en geslacht:………………………………………………………………………… Nationaliteit:………………………………………………………………………………………….. De getroffene is: werknemer/stagiair/uitzendkracht/leerling/student/overig * Datum indiensttreding:………………………………………………………………………………… Soort letsel:……………………………………………………………………………………………. Plaats van het letsel:……………………………………………………………………………………
Dodelijke afloop:
ja/nee*
Vermoedelijke verzuimduur:………………………………………………………………………..
* doorhalen wat niet van toepassing is
Veiligheidbeleidsplan
Noodzaak ziekenhuisopname: ja/nee*
24
3. Omstandigheden van het ongeval Plaats van het ongeval:…………………………………………………………………………….. Naam school:………………………………………………………………………………………… Adres:………………………………………………………………………………………………… Postcode en plaats:………………………………………………………………………………… Datum en tijdstip ongeval:………………………………………………………………………… Direct voorafgaand aan het ongeval door getroffene verrichte werkzaamheden:…………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Aard van het ongeval:……………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………….. Eventueel betrokken arbeidsmiddelen of stoffen:………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………….
Plaats:…………………………………………………….
Datum:……………………………………………….
Veiligheidbeleidsplan
Handtekening aanmelder:……………………………………………………………………………………………………………………….
25
Bijlage 5 Vreedzame School/mediatie De Vreedzame school, een oefening voor sociale vaardigheden en actief burgerschap Wij willen als basis voor de sociale verbondenheid een zorgzaam, sociaal gedrag bij de kinderen en leerkrachten zien. Zo creëren wij met elkaar een veilige school waar iedereen mag zijn wie hij is. De kinderen en leerkrachten hebben het gevoel verantwoordelijk te zijn voor die cultuur. Zij moeten de boodschap krijgen dat ze erbij horen, dat ze nodig zijn. Conflicten voorkomen wij door proactief te handelen en constructief om te gaan met meningsverschillen en conflicten.
Wij zien onze school als een oefenplaats voor sociale vaardigheden en actief burgerschap. Wanneer er een conflict ontstaat kunnen de kinderen terugvallen op de jaarlijks gekozen mediatoren. De mediatoren leren van de mediator trainers vaardigheden om conflicten op te lossen volgens een vast stappenplan. Ze moeten echter de verantwoordelijkheid kunnen dragen om dat zelfstandig te doen. Ze laten die verantwoordelijkheid ook zien als ze geen hesje aan hebben. De mediatoren kunnen altijd terugvallen op de leerkrachten van de commissie “De Vreedzame School” als ze er zelf niet uitkomen volgen de volgende vier stappen:
Twee keer per jaar, in februari en in juni/juli, is er een evaluatiegesprek tussen de mediatoren en de commissie “De Vreedzame School”. De mediatoren onderzoeken dan de hoeveelheid en soort conflicten. Vragen die zij daarbij stellen zijn:
wat staat er in de mediatorenmap? wat valt ons op? welke conclusie trekken we hieruit? (wat ging goed, wat moet beter)
Veiligheidbeleidsplan
1. De mediatoren vragen om raad bij de leerkrachten van de commissie “De Vreedzame School” . Wanneer ze er dan nog niet uitkomen volgen stap 2, 3 en 4. 2. De commissie gaat in gesprek met de desbetreffende groepsleerkracht(en). De groepsleerkracht gaat in gesprek met desbetreffend kind(eren) en koppelt terug naar de leerkrachten van de commissie “De Vreedzame School” 3. De leerkrachten van de commissie “De Vreedzame School” koppelen weer terug naar de mediatoren 4. De mediatoren noteren de uitkomst in de map
26
wat zijn onze vervolgstappen? hoe en wanneer brengen we dit over naar de andere kinderen en leerkrachten?
Deze beantwoorde vragen worden vastgelegd in de mediatorenmap. Een keer per jaar, in januari, nemen de mediatoren een veiligheidsthermometer af onder alle kinderen met behulp van alle leerkrachten. De leerkrachten van de commissie “De Vreedzame School” gaan de uitslag bespreken met de mediatoren tijdens de evaluatie van februari. Samen bedenken ze wat er goed ging en wat er beter kan. De mediatoren koppelen dit terug naar alle kinderen. De Mediatoren sluiten tevens twee keer per jaar aan bij de teamvergadering om de evaluatie in 15 minuten te bespreken. De ouders van de mediatoren krijgen aan het begin van het schooljaar die data door. Augustus/september
mediatoren sollicitatie mediatoren benoeming mediatoren opleiding planning van het schooljaar door geven aan de ouders van de mediatoren veiligheidsthermometer uitgeven (0-meting)
Oktober
week voor de herfstvakantie een gesprek tussen de mediatoren en de commissie “De Vreedzame School” over hoe het tot nog toe gaat. Eventueel bijsturing waar nodig.
Januari
veiligheidsthermometer uitdoen naar alle kinderen van de school vanaf groep 4. Leerkrachten van de groepen 1,2 en 3 bespreken het zelf in de groep tijdens een les Vreedzame School en gebruiken dat als input voor de klassikale enquête leerkrachten van “De Vreedzame School commissie” analyseren de uitkomsten van de veiligheidsthermometer en stellen hun conclusies vast
evaluatiegesprek tussen de mediatoren en de commissie “De Vreedzame School” over de periode augustus/september- januari met als extra input de afgenomen veiligheidsthermometer. Hierbij trekken de mediatoren zelf hun conclusies uit de samenvatting van de veiligheidsthermometer
de mediatoren presenteren de uitkomsten van de evaluatie in de groepen tijdens de klassenvergadering en er is ruimte voor feedback. Wat ging goed, wat kan beter (Tips), hoe zou je het zelf oppakken? De groepsleerkracht is de facilitator. ( niet meteen de voorzitter maar wel zorgen voor een veilig klimaat en langs de rand staand zorgen voor een goed gespreksklimaat)
Veiligheidbeleidsplan
Februari
27
de mediatoren en de commissie nemen de feedback van de kinderen mee in hun evaluatie, conclusies en verbeterpunten en bereiden het komende teamvergaderingsgesprek voor de mediatoren schuiven de eerste 15 minuten aan bij de teamvergadering om de conclusies toe te lichten en te vertellen wat ze gaan verbeteren.
Juni/juli
Evaluatiegesprek tussen de mediatoren en de commissie “De Vreedzame School” over de periode januari - juni De mediatoren presenteren de uitkomsten van de evaluatie in de groepen tijdens de klassenvergadering. De groepsleerkracht is de facilitator. ( niet meteen de voorzitter maar wel zorgen voor een veilig klimaat en langs de rand staand zorgen voor een goed gespreksklimaat) De kinderen geven feedback aan de mediatoren. De mediatoren en de commissie nemen de feedback van de kinderen mee in hun evaluatie, conclusies en verbeterpunten en bereiden het komende teamvergaderingsgesprek voor De mediatoren schuiven de eerste 15 minuten aan bij de teamvergadering om de conclusies toe te lichten en te vertellen wat ze gaan verbeteren.
Veiligheidbeleidsplan
28
Veiligheidsthermometer groep 1 t/m 3
1. Ben je deze week wel eens bang geweest in de klas?
2. Was je deze week wel eens bang in school?
3. Was je deze week wel eens bang op het plein? Op pleintje 1,2 of 3?
4. Was je deze week wel eens bang als je van huis naar school liep of fietste?
5. Ben je deze week op school wel eens geschopt of geslagen?
7. Ben je deze week op school wel eens uitgescholden?
8. Ben je deze week op school wel eens uitgelachen?
Veiligheidbeleidsplan
6. Is er deze week op school iets van jou gestolen?
29
Veiligheidsthermometer groep 1 t/m 3 Aantal
Groepsoverzicht Groep:
(nee)
(ja)
Ben je deze week wel eens bang geweest in de klas? Was je deze week wel eens bang in school? Was je deze week wel eens bang op het plein? Op pleintje 1,2 of 3? Was je deze week wel eens bang als je van huis naar school liep of fietste? Ben je deze week op school wel eens geschopt of geslagen?
Is er deze week op school iets van jou gestolen? Ben je deze week op school wel eens uitgescholden?
Totaal
Veiligheidbeleidsplan
Ben je deze week op school wel eens uitgelachen?
30
Veiligheidsthermometer groep 4 t/m 8 Leerlingblad Naam: _____________
Groep:_____________
Hoe veilig voel ik me vorige weken binnen en buiten de school: Ik voelde me in de klas veilig/ niet zo veilig/ onveilig/ erg onveilig Ik voelde me in de school veilig/ niet zo veilig/ onveilig/ erg onveilig Ik voelde me rond de school veilig/ niet zo veilig/ onveilig/ erg onveilig Ik voelde me tussen school en thuis veilig/ niet zo veilig/ onveilig/ erg onveilig De vorige weken: Ben ik geplaagd of gepest Ben ik uitgescholden of bedreigd Is er iets van mij gestolen of stukgemaakt Was ik bang voor bepaalde jongens/ meisjes Had ik last van handtastelijkheden of lichamelijk geweld.
nooit/ soms/ vaak/ altijd nooit/ soms/ vaak/ altijd nooit/ soms/ vaak/ altijd nooit/ soms/ vaak/ altijd nooit/ soms/ vaak/ altijd
Veiligheidbeleidsplan
Ik heb daarover gepraat met…………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Dat heeft wel/ niet geholpen, Want…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
31
Veiligheidsthermometer groep 4 t/m 8 Groepsoverzicht van de Veiligheidsthermometer voor groep 4-8 Groep: ____________________ Hoe veilig voelde ik me de vorige weken binnen en buiten de school: Veilig Niet zo veilig Onveilig
aantal
%
aantal
%
aantal
Erg onveilig
%
aantal
%
Ik voel me in de klas Ik voelde me in de school Ik voelde me rond de school Ik voelde me tussen school en thuis De vorige weken:
aantal
Soms
%
aantal
Vaak
%
aantal
Ben ik geplaagd of gepest Ben ik uitgescholden of bedreigd Is er iets van mij gestolen of stukgemaakt Was ik bang voor bepaalde leerlingen Had ik last van handtastelijkheden of lichamelijk geweld. Ik heb daarover gepraat met……………………………………………………………………………
Altijd
%
aantal
%
Veiligheidbeleidsplan
Nooit
32
Afspraken over de conflictthermometer
slaan, schoppen, bijten, spugen etc. schelden
Wanneer turven we af? Iedere dag in de pauzes. We turven af over een periode van een maand. Wie turven af? De leerkrachten die pleinwacht lopen.
Veiligheidbeleidsplan
Wat turven wij als conflict? Als er sprake is van: Agressief fysiek gedrag: Agressief verbaal gedrag: Respectloos gedrag Onopgeloste conflicten
33
Veiligheidbeleidsplan
Bijlage 6 meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
34
Veiligheidbeleidsplan
Bijlage 7: “Omgaan met elkaar”
35