Omgaan met elkaar op De Kyckert
Anti-pestprotocol
Inleiding Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.
Wat is pesten? Pesten komt voor in alle groepen van de basisschool. Signalen van pesterijen kunnen bijvoorbeeld zijn: altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven briefjes doorgeven/sms beledigen opmerkingen maken over kleding isoleren buiten school opwachten, slaan of schoppen op weg naar huis achterna rijden naar het huis van het gepeste kind gaan bezittingen afpakken schelden of schreeuwen tegen het gepeste kind somatische klachten bij het gepeste kind Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid. Een relatief nieuwe vorm van pesten is digitaal pesten of cyberpesten. Digitaal pesten kan verschillende vormen aannemen, zoals het versturen van anonieme berichten via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, en het stelen van wachtwoorden. Maar liefst twintig procent van de leerlingen krijgt te maken met digitaal pesten. De effecten van digitaal pesten kunnen veel breder zijn dan bij traditioneel pesten. Foto’s die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden. Er zijn verschillende vormen van pesten die strafbaar zijn. Dit geldt ook voor digitaal pesten. Leerlingen realiseren zich dat vaak niet. De politie kan bijvoorbeeld worden ingeschakeld wanneer het gepeste kind lichamelijk letsel of materiële schade is toegebracht.
Uitgangspunten
Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan.
1
Voorwaarden voor een effectieve aanpak van pestgedrag
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd: ouders) De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van de schoolcontactpersoon nodig. De schoolcontactpersoon kan de klacht onderzoeken. Er zijn op school twee schoolcontactpersonen aangesteld. Zij verdiepen zich in de problematiek van het pesten door middel van cursussen en het lezen van artikelen. Voor onze school zijn dit Laura van Dijk en Gerrie Teunissen. In de schoolgids vindt u meer informatie over de schoolcontactpersonen.
Verantwoordelijkheid van de school Bij pestgedrag op school staat de verantwoordelijkheid van de school niet ter discussie. Soms gebeurt pesten echter buiten de school en buiten de schooltijden. Als leerkrachten en directie in dergelijke gevallen van mening zijn dat het schoolklimaat hieronder lijdt, dat kinderen zich op school niet veilig voelen en minder goed kunnen leren, behouden zij zich het recht voor om dit “buitenschoolse” pestgedrag op school aan te pakken volgens de manier die in protocol beschreven staat.
Hoe willen wij met pestgedrag omgaan? Op school stellen we regelmatig een onderwerp in de klas aan de orde. Dit kan zowel incidenteel gebeuren als vanuit de methode “Goed gedaan”. Onderwerpen als bijvoorbeeld veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies komen aan de orde. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals spreekbeurten, rollenspellen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Het voorbeeld van de leerkrachten en ouders is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Om pesten te stoppen, spreken wij de volgende regels af met de leerlingen: Regel 1 Het inschakelen van de leerkracht wordt niet opgevat als klikken, maar als klagen. Vanaf groep 1 leren we de kinderen dat je niet mag klikken, maar als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt je er zelf niet uit, dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Het verschil kan als volgt worden uitgelegd: als je klikt, dan wil je graag dat iemand straf krijgt. Als je klaagt en om hulp vraagt, dan wil je dat het ongewenste gedrag ophoudt.
2
Regel 2 Een medeleerling heeft ook de verantwoordelijkheid om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Regel 3 Ouders, leerkrachten en directie Iossen het probleem in overleg op. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te lossen.
Vijfsporen-aanpak Op onze school gebruiken wij de vijfsporen-aanpak voor het tegengaan van pestgedrag. Deze aanpak is gericht op de verschillende partijen die betrokken zijn bij pesten: het gepeste kind, de pester, de ouders, de mede-leerlingen en de school. Begeleiding van de gepeste leerling Begrip tonen, luisteren en vragen hoe en door wie er wordt gepest? Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten? Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling laten inzien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie (bijvoorbeeld: je niet afzonderen). Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de gepeste leerling benadrukken. Een compliment geven als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s). Het gepeste kind niet overbeschermen. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen. Zo nodig zorgen dat het kind deskundige hulp krijgt, bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining om weerbaarder te worden. Begeleiding van de pester Samen met de leerling zoeken naar de reden van het ruzie maken of pesten (de baas willen zijn, jaloezie, verveling). Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. Excuses laten aanbieden. Straffen als het kind wel pest, complimenteren als kind zich aan de regels houdt. Kind leren niet kwaad te reageren, leren beheersen, de “stop, eerst nadenken-houding” of een andere manier van gedrag aanleren. Het kind leren positieve relaties met andere kinderen te onderhouden. Het kind helpen om zich aan regels en afspraken te houden. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Zonodig hulp inschakelen via de IB-er. Begeleiden van de ouders van het gepeste en van het pestende kind Ouders die zich zorgen maken over pesten serieus nemen. Ouders op de hoogte houden van pestsituaties. In samenwerking tussen school en ouders het pestprobleem aanpakken. Zowel op school als vanuit de thuissituatie. Zonodig ouders doorverwijzen naar deskundige ondersteuning.
3
De groep betrekken bij mogelijke oplossingen van het pestprobleem Met de kinderen praten over pesten en over hun eigen rol daarbij. Met de kinderen overleggen over mogelijke oplossingen en over wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen. De algemene verantwoordelijkheid van de school De school neemt stelling tegen het pesten met behulp van dit protocol. De school werkt aan een goed beleid rond pesten en veiligheid van leerlingen waar de hele school bij betrokken is.
Aandachtspunten bij de aanpak van pesten Bij het gepeste kind Een gepest kind schaamt zich vaak voor zijn gedrag, het voldoet niet aan normen die de ouders graag in hun kinderen terugzien: een vrolijk en vooral onbezorgd kind dat zelfstandig in staat is zijn boontjes te doppen. Pesten is een groot probleem voor kinderen en zorgt ook voor een evenredig groot probleem bij de erkenning en de aanpak ervan. Veel gepeste kinderen doen er dan uiteindelijk ook maar het zwijgen toe en lopen de kans te vereenzamen. De angst wordt aanvankelijk nog groter als het pesten bespreekbaar gemaakt wordt door de ouders, waardoor het gepeste kind eens te meer met de gevolgen van het pesten kan worden geconfronteerd. Bij de pester De pester zelf ziet zich in zijn machtsspel bedreigd, en dat moet ten koste van alles voorkomen worden. Soms blijken de pesters echter net zo opgelucht als de slachtoffers bij een duidelijke aanpak. Er wordt immers ook aandacht besteed aan hun onmacht om op een positieve manier met andere kinderen een relatie op te bouwen. Veel pesters zijn hiertoe niet in staat, omdat zij niet beschikken over de juiste vaardigheden. Bij de groep Het is goed te weten dat er altijd kinderen zijn die zich schuldig voelen omdat ze niet op kunnen komen voor het slachtoffer door actief te helpen of een volwassene te hulp roepen. Dit is vergelijkbaar met het niet te hulp schieten bij het verdrinken van mensen, waar een menigte bij aanwezig is. Ook zijn er altijd kinderen die helemaal niet in de gaten hebben dat er in hun omgeving gepest wordt. Ze zien wel het een en ander gebeuren, maar kunnen de gebeurtenissen niet duiden als pestgedrag. Bij de ouders Ouders van kinderen hebben vaak moeite om hun kind terug te zien in de rol van meeloper of pester. Ouders beschikken niet altijd over de juiste informatie. Een pester op school hoeft zich in de thuissituatie niet als pester te manifesteren. Sommige ouders zien ook de ernst van de situatie onvoldoende in. Zij vertalen het pestgedrag van hun kind soms in weerbaar gedrag.
Onze aanpak Bij de aanpak van pestgedrag maken we onderscheid tussen een incidentele ruzie of pesterij en structureel pestgedrag. Voor beide soorten geldt dat iedere situatie waarin sprake is van pestgedrag wordt gedocumenteerd op het inventarisatieformulier (als bijlage aan dit protocol toegevoegd). Dit formulier wordt apart ingevuld voor iedere betrokken leerling en kan worden gebruikt om latere
4
stappen in de aanpak van het pesten te onderbouwen. Het is van groot belang dat deze verslaglegging zo compleet en gedetailleerd mogelijk is.
Incidenteel pestgedrag Bij de aanpak van een incidentele ruzie of pesterij (een incidentele digitale ruzie of pesterij vallen hier ook onder) worden in principe de volgende vier stappen gevolgd: 1.
Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten, proberen zij er eerst zelf (en samen) uit te komen.
2.
Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt, heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de leerkracht voor te leggen.
3.
De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Van dit gesprek worden aantekeningen gemaakt in het leerlingvolgsysteem van de pester, het gepeste kind en eventueel andere betrokken kinderen.
4.
Indien incidenteel pestgedrag blijft voortbestaan en dus structureel wordt, neemt de leerkracht duidelijk stelling op de manier die hieronder beschreven staat.
Structureel pestgedrag Indien incidenteel pestgedrag blijft voorbestaan en structurele vormen aan gaat nemen (dit kan zowel voor “gewoon” pesten gelden als voor digitaal pesten), treedt het volgende stappenplan in werking: 1.
Indien er sprake is van herhaald pestgedrag worden de ouders van de pester in het bijzijn van de pester door de leerkracht op de hoogte gesteld van de ongewenste gebeurtenissen in een gesprek op school. De leerkracht onderbouwt de feiten aan de hand van de vastgelegde gebeurtenissen. Aan het eind van dit gesprek worden de afspraken met de pester uitdrukkelijk doorgesproken en ook vastgelegd. Ook de op te leggen sancties bij overtreding van de afspraken worden daarbij vermeld. Gedacht kan worden aan uitsluiting van met name de situaties die zich in het bijzonder lenen voor pestgedrag. Daarbij kan gedacht worden aan: buitenspelen, overblijven, excursies, schoolreisjes en bibliotheekbezoek. De directeur van de school wordt uiterlijk in dit stadium op de hoogte gesteld van de situatie en kan de gemaakte afspraken terugvinden in het leerlingvolgsysteem.
2.
Indien het probleem zich toch blijft herhalen meldt de leerkracht dit aan de directeur van de school. De leerkracht overhandigt de directeur een gedocumenteerd protocol met daarin de data van de gebeurtenissen, de data en inhoud van de gevoerde gesprekken en de vastgelegde afspraken zoals die gemaakt zijn om het pesten aan te pakken.
3.
De directeur roept de ouders op school voor een gesprek. Ook het kind kan bij dit eerste gesprek betrokken worden. De directeur gaat uit van het opgebouwde archief van de leerkracht en vult dit archief verder aan met het verloop van de gebeurtenissen.
4.
Indien het gedrag niet verbetert, kan er een verwijzing plaatsvinden naar het maatschappelijk zorgsysteem. Een dergelijke verwijzing vindt altijd plaats in overleg met de IB-er.
5
5.
Indien het pestgedrag van de pester niet aanzienlijk verbetert, of de ouders van het kind werken onvoldoende mee om het probleem aan te pakken, kan de directeur overgaan tot bijzondere maatregelen als daar zijn: isoleren van de pester of het tijdelijk in een andere groep laten werken. In extreme gevallen van pestgedrag kan een leerling geschorst* of verwijderd** worden.
*
In bijzondere gevallen kan een leerling door de directeur na overleg met het bevoegd gezag (schoolbestuur) en de inspectie en na melding bij de leerplichtambtenaar, voor één of meerdere dagen geschorst worden. Deze maatregel zal alleen worden gebruikt als een leerling of een ouder zich ernstig heeft misdragen ten opzichte van leerkrachten en/of medeleerlingen. Gedacht moet worden aan het gebruik van lichamelijk geweld, het herhaaldelijk en opzettelijk verstoren van de lessen, enzovoort.
** Indien bij ernstige gevallen van wangedrag maatregelen ter voorkoming hebben gefaald, kan het bevoegd gezag, na een formele waarschuwing uiteindelijk overgaan tot het verwijderen van een leerling.
Adviezen aan de ouders van onze school In het boekje “Adviezen aan ouders” is informatie aan ouders over pesten opgenomen. Ook bevat het boekje adviezen voor ouders van gepeste en pestende kinderen, en voor alle ouders in het algemeen.
Directie, leerkrachten en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit anti-pestprotocol.
Wateringen, … september 2011
6
Bijlage: Inventarisatieformulier
Inventarisatieformulier pestgedrag Naam leerling: Naam leerkracht(en): Groep:
Datum
Schooljaar:
Beschrijving van het gedrag/incident
Genomen maatregel*
* Hier hoeft niet altijd iets te worden ingevuld. Zie het stappenplan in het protocol.