MET ELKAAR VOOR ELKAAR VOOR DE HULPBEHOEVENDE DIEREN IN BODEGRAVEN, NIEUWERBRUG EN DE MEIJE

MEERJARENPLAN 2015-2018 STICHTING DIERENNOODHULP BODEGRAVEN:

MET ELKAAR VOOR ELKAAR VOOR DE HULPBEHOEVENDE DIEREN IN BODEGRAVEN, NIEUWERBRUG EN DE MEIJE

Stichting Dierennoodhulp Bodegraven

19 maart 2015

Colofon Uitgave:

Stichting Dierennoodhulp Bodegraven, hierna ook te noemen “de stichting” (artikel 1 lid 1 van de Akte van Oprichting d.d. 4 oktober 2013).

Vestigingsplaats:

De stichting is gevestigd in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk (artikel 1 lid 2 van de Akte van Oprichting d.d. 4 oktober 2013).

KvK Den Haag:

58932968

Redactie:

Mr. Ir. P.A.G.M Huijsmans Voorzitter Stichting Dierennoodhulp Bodegraven

Goedgekeurd op:

De bestuursvergadering d.d. 19 maart 2015.

Meerjarenplan 2015-2018

Pagina 2 van 25


19 maart 2015

Inhoudsopgave Voorwoord ....................................................................................... 5 Doelstelling en grondbeginselen.......................................................... 7 Opzet Meerjarenplan 2015-2018 ....................................................... 10 De Kerntaak Dierennoodhulp ............................................................ 11 Ondersteunende activiteiten, de instandhouding van de organisatie ...... 20 Samenvatting en Conclusies ............................................................. 25


Pagina 3 van 25



19 maart 2015

Pagina 4 van 25


19 maart 2015

Voorwoord Voor u ligt het Meerjarenplan 2015-2018 van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. De stichting is opgericht met als primaire doel het verlenen van dierennoodhulp in de ruimste zin van het woord in en rond de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven wil een professionele vrijwilligersorganisatie zijn, die opkomt voor de hulpbehoevende dieren in haar werkgebied, die aantrekkelijk is voor vrijwilligers, die open en transparant is qua bestuur en die naar vermogen haar bijdrage levert aan een samenleving waarin voldoende aandacht is voor de mens, de natuur en het dier. Er zijn convenanten afgesloten met de gemeente BodegravenReeuwijk m.b.t. het uitvoeren van de wettelijke verplichtingen van de kerntaak Dierennoodhulp (inclusief meldingen van gevonden dode dieren), alsmede met de Stichting Dierenhulpverlening Woerden e.o. (DHW) ter zake van ambulance- en asieldiensten. Daarnaast zijn er mondelinge afspraken gemaakt met de Dierenartsenpraktijk Bodegraven (DAP) ter zake de medische zorg voor de hulpbehoevende dieren, maar ook over het uitvoeren van de preventieve en de ondersteuning van de stichting (o.a. over de bijscholing van de vrijwilligers). Met de Stichting De Oude Zustertuin (Kinderspeel- en Dierenpark) zijn de afspraken vastgelegd over de incidentele opvang van hulpbehoevende dieren en de vergoeding ervoor. Deze instanties en organisaties zijn onze primaire samenwerkingspartners. Wij kunnen niet zonder deze partners. Waar mogelijk zal deze samenwerking verder worden geïntensiveerd. Daarnaast hebben wij uitstekende banden met de dierenspeciaalzaak Diercentraal Bodegraven, de Stichting Dierenhulp Boskoop, de Stichting Egelopvang Boskoop en het Kattenpension De Dierenvriendin in Nieuwerbrug. Er wordt naar gestreefd om de Dierennoodhulp optimaal te organiseren en uit te voeren met lokale vrijwilligers die bereid zijn ter plaatse te gaan kijken om te bezien wat gezien de omstandigheden het beste kan worden gedaan voor het hulpbehoevende dier. Een sterke eigen identiteit bepaalt het draagvlak bij de bevolking en bindt een professionele vrijwilligersorganisatie samen tot een eenheid. De vrijwilligers in hun werkkleding, die ieder keer weer maatwerk leveren in het belang van het dier, geven die identiteit vorm. Daarmee zijn de vrijwilligers de grote kracht van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. Paradoxaal maken de vrijwilligers onze organisatie ook kwetsbaar. Deze kwetsbaarheid kan worden verkleind door een hecht team te smeden van de vrijwilligers, die voor elkaar klaar staan en die samen iets wil bereiken voor de hulpbehoevende dieren in ons werkgebied. Het voorliggende Meerjarenplan 2015-2018 beschrijft op welke manier wij de kerntaak Dierennoodhulp gaan uitvoeren in de planperiode in ons werkgebied. Het gaat ook over de organisatie van mensen, (financiële) middelen en kennis en de te ontplooien ondersteunende activiteiten, die daarvoor nodig zijn.

Richtinggevend voor het voorliggende Meerjarenplan zal zijn: Met elkaar voor elkaar voor de hulpbehoevende dieren in ons werkgebied.


Pagina 5 van 25


19 maart 2015

Dit Meerjarenplan 2015-2018 is door het bestuur goedgekeurd in haar bestuursvergadering d.d. 19 maart 2015 en vastgesteld door ondertekening door het voltallige bestuur.

Het bestuur van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven,

Mr. Ir. P.A.G.M. Huijsmans

M.C. Schouten

C.M.D. van Wijnbergen

Voorzitter

Secretaris

Penningmeester


Pagina 6 van 25


19 maart 2015

Doelstelling en grondbeginselen De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven is op 4 oktober 2013 opgericht. Zij is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Den Haag onder nummer 58932968. In artikel 2 lid 1 van de Statuten van 4 oktober 2013 is bepaald: De stichting heeft ten doel: Het verlenen van dierennoodhulp in de ruimste zin van het woord in en rond de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente BodegravenReeuwijk. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven gaat hierbij uit van de eigen waarde van het dier, los van de nutswaarde die het dier voor de mensen bezit. Dieren zullen met respect behandeld worden als zelfstandige wezens met gevoelens, bewustzijn en integriteit. Gezondheid en het welzijn van het individuele dier staan hierbij centraal. De stichting beoogt niet het maken van winst. In deze formulering van onze doelstelling zijn de volgende grondbeginselen te onderkennen:

1. De erkenning van de eigen waarde (intrinsieke waarde) van het individuele dier. Alle dieren hebben een eigen (intrinsieke) waarde. Dat betekent dat dieren zelfstandige wezens zijn. Ze zijn het waard om als doel op zichzelf behandeld te worden en niet als middel voor anderen. De waarde van een dier kan niet herleid worden tot zijn waarde voor andere wezens. Daarom moet met het dier moreel rekening worden gehouden. Daarom ook behoren dieren met respect behandeld te worden als zelfstandige wezens met gevoelens, bewustzijn en integriteit.

2. De zorgplicht van de mens voor dieren. Het is de plicht van de mens, onafhankelijk van verschillen in religie of filosofische opvattingen, om dieren te beschermen, goed te behandelen, een houding van medeleven en goede gezindheid tegenover hen aan te kweken, hun vrijheid en hun eigen levenssfeer te respecteren en hun leven te sparen zoveel dat mogelijk is. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven heeft vanuit deze grondbeginselen de volgende kernachtige missie bepaald: Zich actief inzetten om alle individuele hulpbehoevende dieren in de openbare ruimte van het werkgebied te helpen, waarbij het (welzijn van het) dier centraal staat. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven voert haar missie uit door invulling te geven aan de kerntaak Dierennoodhulp. Dit gebeurt binnen de vigerende weten regelgeving en conform de afspraken die de stichting heeft gemaakt met de gemeente BodegravenReeuwijk, de Stichting Dierenhulpverlening Woerden en omstreken, de Dierenartsenpraktijk Bodegraven (DAP) en andere instanties / organisaties.


Pagina 7 van 25


19 maart 2015

De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven moet hiervoor een organisatie van mensen, (financiële) middelen en kennis in standhouden.

Figuur 1: De organisatie van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. Dit is ook organisatie uitvoeren, werving en

belangrijk, want zonder organisatie is er geen dierennoodhulp. Om zo’n in stand te houden moet de stichting ook bepaalde werkzaamheden op zich zoals fondsenwerving, relatiebeheer, PR & communicatie en vrijwilligers binding.

De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven is anno 2015 een 100% vrijwilligersorganisatie en wil dat ook blijven. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers ligt rond de 60 jaar. Dat is enerzijds een sterk punt vanwege de ingebrachte kennis en ervaring, maar kan anderzijds ook een bedreiging gaan vormen voor de uitvoering van de kerntaak Dierennoodhulp op de langere termijn. Er moet dan ook worden gestreefd naar een goede mix van jongere en oudere vrijwilligers in het totale vrijwilligersbestand, opdat de jongere vrijwilligers (op termijn) taken en werkzaamheden van de oudere vrijwilligers kunnen overnemen. Het bestand vrijwilligers bestaat hoofdzakelijk uit vrouwen. Er wordt in de planperiode gestreefd naar een meer evenwichtige mix van vrouwen en mannen in het vrijwilligersbestand. De stichting bezit geen materiële activa en heeft in de planperiode geen plannen om deze te verwerven. Er is een goed functionerend melden registratiesysteem, waarmee een integrale dienstverlening op het gebied van hulp aan hulpbehoevende dieren kan worden geleverd aan de inwoners en instanties in ons werkgebied. Het meldnummer (= het telefonische meldpunt 06–22251111 met ondersteuning van een digitaal meldpunt [email protected]) is hierbij instrumenteel, evenals de website www.dierennoodhulpbodegraven.nl. De stichting is statutair niet verplicht om ook actief te zijn of te worden in de voormalige gemeente Reeuwijk (de woonkernen Driebruggen, Reeuwijk-Brug, Reeuwijk-Dorp, Sluipwijk, Tempel en Waarder van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk). Op verzoek van (de wethouder Dierenwelzijn van) de gemeente wordt in de planperiode geprobeerd om in Reeuwijk, met name in de woonkernen Reeuwijk-Dorp en –Brug, Tempel, Sluipwijk en het plassengebied, een dierennoodhulp te realiseren analoog aan de organisatie van de Dierennoodhulp Bodegraven. Dit is de Dierennoodhulp Reeuwijk in oprichting.


Pagina 8 van 25


19 maart 2015

Een dergelijke dierennoodhulp is, vanwege de omvang van het werkgebied en het te hanteren werkconcept, alleen te realiseren, als:

-

er voldoende1 lokale (Reeuwijkse) vrijwilligers kunnen worden gevonden om op basis van een rooster meldnummer diensten te draaien;

-

er een eigen meldnummer komt dat 24/7 bereikbaar is;

-

de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zorgt voor het benodigde startkapitaal, waarna de kosten voor het meldnummer in rekening moeten kunnen worden gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1 voor de specificatie van die kosten).

De inspanning om een dierennoodhulp in Reeuwijk te realiseren2 maakt vooralsnog geen deel uit van dit Meerjarenplan 2015-2018 van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven (zie ook activiteit 8. Bestuurszaken). De grootste uitdagingen van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven in de voorliggende planperiode zijn: •

continuïteit in bestuur en actieve vrijwilligers, met name bij het meldnummer, waarbij een goede mix van jonger en ouder essentieel is;

•

het vergaren en behouden van voldoende kennis over dieren en het maken van een vertaalslag van die kennis naar de praktijk van de dierennoodhulp;

•

het vergaren en behouden van voldoende kennis om de stichting in stand te houden;

•

het merk “Dierennoodhulp Bodegraven” verder vorm geven en verankeren in de samenleving door zich te specialiseren in de lokale problematiek en zich hierin te ontwikkelen als deskundige en gewaardeerde gesprekspartner van lokale / regionale organisaties en instanties;

•

het verdienmodel van de stichting uitbreiden en toekomstbestendig maken;

•

het opbouwen van een bestemmingsreserve zodat we, in het geval dat alle inkomsten zouden wegvallen, nog 1 jaar onze werkzaamheden kunnen voortzetten;

•

het realiseren van een Sociaal fonds, waar hulpbehoevende particulieren een beroep op kunnen doen, maar dat geen vrijbrief wordt voor particulieren om hun eigen verantwoordelijkheid niet meer te nemen.

1

Op basis van de ervaringen bij de Dierennoodhulp Bodegraven moeten dit zeker 8 tot 12 vrijwilligers worden, die 24/7 dienst gaan doen bij een eigen meldnummer voor Reeuwijk. 2

Het bestuur onderzoekt de levensvatbaarheid van een dierennoodhulp in Reeuwijk. Indien een dierennoodhulp daar levensvatbaar zal blijken te zijn, dan zal dat organisatorische consequenties hebben. In beginsel zijn er 3 organisatorische mogelijkheden voor een dierennoodhulp Reeuwijk:

-

als een zelfstandige Stichting Dierennoodhulp Reeuwijk;

-

als een werkgroep onder de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven-Reeuwijk, waaronder dan ook een werkgroep voor de dierennoodhulp in Bodegraven functioneert.

als een werkgroep onder de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven; de Dierennoodhulp Reeuwijk in oprichting wordt dan omgevormd in de werkgroep Dierennoodhulp Reeuwijk (zie het organogram);


Pagina 9 van 25


19 maart 2015

Opzet Meerjarenplan 2015-2018 Hetgeen de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven wil doen en bereiken in de periode 2015-2018 wordt beschreven in dit Meerjarenplan 2015-2018. Het bouwt voort op het Jaarplan 2014. Het profiel van de stichting (wie zijn wij en wat doen wij) is vertaald naar concrete werkzaamheden (wat willen wij doen en op welke manier). Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de kerntaak Dierennoodhulp en de ondersteunende activiteiten ten behoeve van de instandhouding van de organisatie. De kerntaak Dierennoodhulp is het bestaansrecht en de motor van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. De manier waarop deze kerntaak wordt uitgevoerd bepaalt de meerwaarde van de stichting voor de lokale instanties en andere organisaties. De ondersteunende activiteiten zijn de olie om de motor zonder haperen te laten lopen. De activiteiten / werkzaamheden van beide kerntaken worden verder uitgewerkt. Actuele informatie op jaarbasis wordt toegevoegd in de vorm van Bijlagen op jaarbasis. Vervanging van deze bijlagen verschaft aldus een jaarlijkse update van het plan. Het Meerjarenplan 2015-2018 omvat voor het jaar 2015 de volgende bijlagen: 1. De financiële informatie voor het jaar 2015. 2. De Begroting 2015 met een toelichting daarop op basis van de financiële informatie uit bijlage 1. 3. De aandachtspunten en de financiële details voor de Preventieve acties in 2015. 4. De aandachtspunten voor het vrijwilligersbeleid in 2015. 5. De aanzet voor een Sociaal fonds ter implementatie in 2015. 6. Een door het bestuur opgesteld Rooster van aftreden. 7. Een jaaroverzicht van vergaderingen en activiteiten in 2015 voor zover bekend. Deze bijlagen zijn voor intern gebruik en worden niet gepubliceerd op de website.


Pagina 10 van 25


19 maart 2015

De Kerntaak Dierennoodhulp De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven is met steun van de gemeente BodegravenReeuwijk opgericht om de kerntaak Dierennoodhulp uit te voeren in de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije.

Figuur 2:

Het werkgebied van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven.

Conform de wens van de gemeente gebeurt dit op de manier zoals het was geregeld in de voormalige gemeente Bodegraven tot 2011. Om dit te realiseren worden de volgende activiteiten ontplooid: 1. Het in stand houden van een meldnummer en ervoor zorgen dat dit meldnummer 24/7 bereikbaar is. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven voert vanaf 1 november 2013 de taken aangaande de zorgplicht van de gemeente voor gevonden - en hulpbehoevende dieren namens de gemeente uit in (de openbare ruimte van) de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk3. Tot deze taken behoort het in stand houden van een telefonisch meldpunt4. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven heeft daarvoor een telefonisch meldpunt 06 – 22251111 voor het gratis melden (aangifte doen) van gevonden hulpbehoevende en dode dieren5 evenals vermiste dieren. Dit kan ook via het e-mailadres [email protected]. Het telefonische – en digitale meldpunt worden samen kortweg aangeduid met het meldnummer.

3

Intentieverklaring tussen Gemeente Bodegraven-Reeuwijk en Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 14 november 2013 inzake: De uitvoering van taken aangaande de zorgplicht voor hulpbehoevende en gevonden dieren ex. Artikel 36 lid 3 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede boek 5 titel 2 van het Burgerlijk Wetboek. 4

Artikel 1 lid 2 sub d. Intentieverklaring d.d. 14 november 2013.

5

Dode dieren zijn in beginsel uitgesloten van de uitvoering van de zorgplichttaken van de gemeente door de stichting (artikel 3 Intentieverklaring d.d. 14 november 2013), maar de stichting neemt wel de meldingen over dode dieren aan (zie:http://www.bodegraven-reeuwijk.nl/wonen-leven-en-werken/ziek-gewond-of-dood-diergevonden) en ruimt zo mogelijk de kadavers op (= extra dienstverlening aan de gemeente).


Pagina 11 van 25


19 maart 2015

Toelichting: Dierennoodhulp begint in de praktijk bijna altijd met een melding bij het meldnummer. Dit gebeurt in de praktijk zowel telefonisch als via de e-mail. Daarom is het van cruciaal belang dat het meldnummer 24/7 bereikbaar is. Maar ook dat de dienstdoende vrijwilliger ter plaatse gaat kijken om te bezien wat het beste kan worden gedaan in het belang van het hulpbehoevende dier (zie ook activiteiten 2 en 3). Alle meldingen worden geregistreerd. In de Handleiding6 voor de medewerkers van het meldnummer 06-22251111 staat wat de medewerker moet doen en weten alsmede de relevante richtlijnen, procedures en protocollen. De meldnummer organisatie kan op een evenwichtige, beheersbare en professionele wijze de dierennoodhulp taken uitvoeren, mits 10 tot 12 lokale vrijwilligers beschikbaar zijn, die:

-

actief hulpbehoevende dieren willen en kunnen helpen;

-

kennis over dieren hebben of die kennis zich eigen willen maken;

-

de lokale omstandigheden kennen of willen leren kennen;

-

minimaal 2 diensten per maand van 1 dag / 24 uur draaien;

-

kunnen omgaan met en beschikken over een computer;

-

zo mogelijk eigen vervoer hebben.

Om de werkzaamheden te kunnen verrichten worden de vrijwilligers adequaat uitgerust met (beschermende) kleding en vangen transportmateriaal7. Ultimo 2014 zijn 10 vrijwilligers beschikbaar voor diensten bij het meldnummer, waarvan 2 bestuursleden. De kosten die worden gemaakt voor het meldnummer en voor de vrijwilligers van het meldnummer worden in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). 2. Het (doen) opvangen en (laten) verzorgen van gevonden, al dan niet hulpbehoevende, dieren. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven voert vanaf 1 november 2013 de taken aangaande de zorgplicht van de gemeente voor gevonden - en hulpbehoevende dieren namens de gemeente uit in (de openbare ruimte van) de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Tot deze taken behoren het opvangen hulpbehoevende dieren en deze laten Dierenartsenpraktijk Bodegraven (DAP) 8.

en verzorgen controleren /

van de gevonden verzorgen bij de

6

Van deze handleiding wordt regelmatig een nieuwe versie uitgebracht en de versies worden regelmatig geactualiseerd vanwege voortschrijdende inzichten, praktijkervaringen en veranderende weten regelgeving. Momenteel is versie 2 d.d. 1 september 2014 vigerend, maar er zijn al verschillende updates doorgevoerd. In 2015 zal een versie 3 worden uitgebracht. 7

De uitrusting van de vrijwilliger bij het meldnummer bestaat uit een roulatietas (met o.a. een GSM, een chipreader, handschoenen, verband- en ontsmettingsmateriaal, opruimmiddelen, veiligheidshesje, katten- en hondenhalsbandjes, etc.), beschermende en herkenbare kleding (winter werkjas, werkjas, windjack, sweatshirt en poloshirt), een handleiding met richtlijnen, procedures en protocollen, een legitimatiebewijs en vangen transportmiddelen.


Pagina 12 van 25


19 maart 2015

Toelichting: De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft, zoals iedere gemeente, een wettelijke plicht9 om dieren die kennelijk geen eigenaar hebben, op te vangen en twee weken te verzorgen in afwachting dat de eigenaar zich alsnog meldt. Na die 2 weken mag een nieuwe eigenaar voor het dier worden gezocht. Daarnaast heeft de gemeente, net zoals iedere burger, een zorgplicht10 voor alle hulpbehoevende dieren. Het gaat hierbij om alle dieren, zoals de in het wild levende dieren, maar ook verwilderde zwerfkatten en hun nakomelingen (kittens) (zie de subactiviteiten 2.1 en 2.2). Maar ook hulpbehoevende egels, schildpadden, muskuseenden, konijnen, kippen en andere dieren moeten worden geholpen. Dit valt ook onder de zorgplicht van de gemeente. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven heeft geen eigen dierenasiel. Wel beschikt de stichting over een noodopvang en gastgezinnen, voor de tijdelijke opvang van katten, kittens en (kleine) andere dieren. De opvangduur bij de noodopvang varieert van 1 tot meerdere dagen afhankelijk van het soort dier, de mate van benodigde verzorging en de mogelijkheden c.q. wenselijkheid het dier ergens anders onder te brengen. Naast opvang bij de noodopvang en/of gastgezinnen van de stichting vindt opvang van hulpbehoevende dieren, al dan niet na een medische controle bij de Dierenartsenpraktijk Bodegraven (DAP), plaats bij:

-

het dierenasiel Reijerscop te Harmelen (honden, katten, konijnen, siervogels);

-

het vogelasiel Rotsoord te Utrecht (voor hulpbehoevende vogels);

-

de Egelopvang in Boskoop (egels);

-

de Schildpaddenopvang in Alphen aan den Rijn (schildpadden);

-

andere gespecialiseerde opvangcentra (niet alledaagse dieren, zoals reptielen e.d.);

-

de Oude Zustertuin (o.a. kippen, konijnen, siervogels);

-

particulieren (konijnen, siervogels, soms een gesocialiseerde zwerfkat).

De kosten die de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven maakt voor de opvang en verzorging van hulpbehoevende dieren en de dierenartskosten worden in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven maakt geen kosten voor de opvang en verzorging van dieren in het dierenasiel Reijerscop te Harmelen en het vogelasiel Rotsoord te Utrecht. De vergoeding van deze kosten is geregeld in een overeenkomst

11

waar de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven verder buiten staat.

In ons werkgebied gaan meldingen vaak over katten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gevonden zwervende huiskatten en verwilderde zwerfkatten.

8 9

Artikel 1 lid 2 sub a. en sub c. Intentieverklaring d.d. 14 november 2013. Boek 5 titel 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

10

Artikel 2.1 lid 6 Wet Dieren (voorheen: 36 lid 3 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD)).

11

Overeenkomst van bewaarneming gemeente Bodegraven-Reeuwijk en de Stichting Dierenopvang Centrum Reijerscop (DOCR) d.d. 16 mei 2011.


Pagina 13 van 25


19 maart 2015

De gevonden zwervende huiskatten hebben een eigenaar en kunnen vaak herenigd worden met de eigenaar. Lukt dat niet dan worden ze herplaatst. De verwilderde zwerfkatten en hun nakomelingen (kittens) vormen een extra punt van zorg omdat deze dieren kwetsbaar zijn, maar ook voor overlast kunnen zorgen. Daarom wordt aan de volgende subactiviteiten speciaal aandacht besteed: 2.1

Het opvangen en verzorgen van kittens.

In voorkomende gevallen worden op straat gezette / gevonden kittens tijdelijk opgevangen, (medisch) verzorgd en gesocialiseerd. Daarnaast zal worden getracht de kittens permanent onder te brengen bij een nieuwe eigenaar12. Hiertoe registreren wij de vraag naar kittens met het doel om kittens, die door ons worden opgevangen en verzorgd, te bemiddelen. De gegevens die worden opgenomen in de kittenadministratie zijn:

-

de naam, het adres, het telefoonnummer en eventueel het e-mailadres van de vrager13;

-

de wensen m.b.t. het (de) kitten(s): aantal, kleur, etc.

Als een kitten is geplaatst door de stichting, dan vindt na circa 6 weken een periodieke controle plaats om te bepalen of het kitten definitief in eigendom wordt overgedragen aan een nieuwe eigenaar. Indien naar mening van de vrijwilliger, die de controle uitvoert, het welzijn van het kitten niet is gewaarborgd, dan gaat het kitten terug naar de stichting! De plaatsingsprocedure wordt dan herstart. Bij het door ons plaatsen van een kitten komen de kosten van het eerste medische onderzoek, de eerste vaccinaties, het chippen van het kitten en het dierenpaspoort voor onze rekening. Verdere kosten zijn in beginsel voor rekening van de nieuwe eigenaar. Aan het melden van de vraag naar kittens zijn geen kosten verbonden voor de vragers. Lukt het niet om opgevangen kittens geplaatst te krijgen, dan gaan zij naar het dierenasiel Reijerscop te Harmelen. De kosten die worden gemaakt voor het opvangen en verzorgen van gevonden kittens door de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven worden in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). 2.2

Het beheersbaar populaties.

houden

van

de

verwilderde

zwerfkatten

Als verwilderde zwerfkatten worden gesignaleerd en/of overlast bezorgen wordt er zo nodig door de stichting, al dan niet in samenwerking met andere organisaties, een vangactie georganiseerd. Hiervoor worden eventueel vangkooien geplaatst. De stichting beschikt over meerdere vangkooien. De gevangen zwerfkatten worden, nadat ze onvruchtbaar zijn gemaakt en gechipt, meestal teruggezet in hun oude omgeving14. In incidentele gevallen wordt geprobeerd de katten te (doen) socialiseren en vervolgens te (doen) plaatsen.

12

Hoe gehandeld moet worden bij (zwerf)kittens staat beschreven in het document Kittenbeleid: de opvang en verzorging van kittens als onderdeel van de kerntaak Dierennoodhulp.

13

Met deze gegevens wordt vertrouwelijk omgegaan conform de vigerende privacy weten regelgeving.

14

Dit staat bekend als de TNR-methode. De T staat voor Trap (vangen), de N voor Neuter (onvruchtbaar maken) en de R voor Replace (terugplaatsen). Dit is een van de sporen om de zwerfkattenproblematiek beheersbaar te houden.


Pagina 14 van 25


19 maart 2015

Drie vrijwilligers van de stichting bezitten nog tot 1 maart 2015 een (oude Dierenbescherming) machtiging voor het vangen en terugzetten van deze katten (ontheffing verbod artikel 14 lid 1 Flora- en faunawet)15. Gevangen zwerfkatten, die gesocialiseerd kunnen worden, gaan via onze noodopvang of via het dierenasiel Reijerscop te Harmelen naar een nieuwe eigenaar. Deze katten worden pas later gechipt. Waar mogelijk werken wij voor het socialiseren van verwilderde zwerfkatten samen met de Stichting Dierenhulp Boskoop of andere organisaties. De kosten die worden gemaakt voor het vangen, neutraliseren/chippen en terugzetten van verwilderde zwerfkatten worden in rekening gebracht bij de gemeente. Dit geldt ook voor de kosten van het opvangen, verzorgen en eventueel socialiseren van verwilderde zwerfkatten (zie bijlage 1). 3. Het (doen) vervoeren van gevonden, al dan niet hulpbehoevende, dieren naar de dierenarts, het dierenasiel of andere (tijdelijke) opvang of naar de rechtmatige eigenaar. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven voert vanaf 1 november 2013 de taken aangaande de zorgplicht van de gemeente voor gevonden - en hulpbehoevende dieren namens de gemeente uit in (de openbare ruimte van) de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Tot deze taken behoort ook het (doen) vervoeren van de gevonden hulpbehoevende dieren en het eventueel laten controleren/verzorgen van deze dieren bij de Dierenartsenpraktijk Bodegraven (DAP) 16. Toelichting: De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven heeft geen eigen dierenambulance. Het vervoer van gevonden (hulpbehoevende) dieren vindt in beginsel plaats met het eigen vervoer (auto, fiets) van de dienstdoende vrijwilliger, tenzij een erkende dierenambulance noodzakelijk is. Het betreft meestal het vervoer van een dier naar de dierenarts en/of noodopvang c.q. gastgezin en/of opvangcentrum. Voor het 17

gebruik van de eigen auto ontvangt de vrijwilliger een kilometervergoeding

.

Voor het noodzakelijke vervoer van dieren per erkende dierenambulance en de opvang in de dierenasielen Reijerscop te Harmelen en Rotsoord in Utrecht wordt samengewerkt met de Stichting Dierenhulpverlening Woerden en omstreken 18

(DHW) . Deze samenwerking wordt periodiek geëvalueerd op teneinde te bezien of er verbeter- en/of veranderpunten zijn in de samenwerking. Op basis daarvan worden in onderling overleg de werkafspraken aangepast. 15

De politiek is momenteel, samen met de landelijke organisaties, zoals de Dierenbescherming en de Koningin Sophia Vereniging, bezig met het herzien van het zwerfkattenbeleid. Daarom is het afgeven van nieuwe ontheffingen stopgezet. Een aanvraag uit juli 2014 voor een eigen ontheffing voor onze stichting is niet in behandeling genomen door het ministerie van Economische Zaken. Het nieuwe beleid moet er zijn voor 1 maart 2015, omdat op die datum alle bestaande ontheffingen expireren. Op dit nieuwe beleid zullen wij moeten anticiperen. 16 17

Artikel 1 lid 2 sub b. en c. Intentieverklaring d.d. 14 november 2013. Vrijwilligersbeleid van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 14 oktober 2014, bladzijde 6.

18

Intentieverklaring samenwerking Stichting Dierenhulpverlening Woerden en omstreken en Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 11 december 2013.


Pagina 15 van 25


19 maart 2015

Voor de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven is het verder optimaliseren van de dierennoodhulp hierbij richtinggevend. De eerste evaluatie heeft plaatsgevonden in juli 2014. In de planperiode zal ieder jaar een evaluatie plaatsvinden. De gevonden dieren gaan voor medische verzorging en/of controle naar de Dierenartsenpraktijk Bodegraven B.V. (DAP). De kosten voor het in opdracht van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven vervoeren van hulpbehoevende dieren door de dierenambulance van DHW worden niet in rekening gebracht bij de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. Dit is geregeld 19

in een overeenkomst waar de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven verder buiten staat. De dierenartskosten worden door de DAP in rekening gebracht bij de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. De kosten die worden gemaakt voor het eigen vervoer en de dierenartskosten van de DAP worden in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). 4. Het organiseren en uitvoeren van de winterhulp voor dieren. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven voert vanaf 1 november 2013 de taken aangaande de zorgplicht van de gemeente voor gevonden - en hulpbehoevende dieren namens de gemeente uit in (de openbare ruimte van) de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Tot deze taken behoort ook het bijvoeren van hulpbehoevende dieren, voornamelijk watervogels, tijdens strenge winters en het eventueel laten controleren/verzorgen van deze dieren bij de Dierenartsenpraktijk Bodegraven (DAP)20. Toelichting: Winterhulp voor dieren wordt alleen gestart als het echt nodig is. De natuur moet ook een kans krijgen om haar werk te doen. De voorzitter van de stichting bepaalt het startsein voor de winterhulp. Een vrijwilliger coördineert de winterhulp aan de hand van een vastgesteld draaiboek21. Als groen licht wordt gegeven, dan zal hier aandacht voor worden gevraagd in de lokale media en op onze website. Er zal een oproep worden gedaan aan de burgers om in hun eigen omgeving mee te willen helpen de vogels 1 tot 2 keer per dag bij te voeren. Ook zullen de plekken, waar grote groepen vogels zich verzamelen, bekend worden gesteld. Het voer wordt door de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven verstrekt. Hiervoor word de lokale middenstand (supermarkten, dierenwinkels, bakkers, vishandel, etc.) benaderd voor het verkrijgen van brood, vis, zaden, groente, etc. Op onze website zullen tips en informatie verschijnen over hoe de mensen lokaal iets kunnen doen om de dieren de winter door te helpen. De kosten voor het uitvoeren van de winterhulp worden in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1).

19

Overeenkomst van bewaarneming gemeente Bodegraven-Reeuwijk en de Stichting Dierenopvang Centrum Reijerscop (DOCR) d.d. 16 mei 2011.

20 21

Artikel 1 lid 2 sub a., b. en c. Intentieverklaring d.d. 14 november 2013. Draaiboek Winterhulp voor dieren, uitgave 2014.


Pagina 16 van 25


19 maart 2015

5. Het bieden van ondersteuning aan eigenaren die hun dier kwijt zijn om die weer terug te vinden. De Dierennoodhulp Bodegraven heeft een telefonisch meldpunt 06 – 22251111 voor het gratis melden (aangifte doen) van gevonden hulpbehoevende en dode dieren evenals vermiste dieren. Het e-mailadres [email protected] is aanvullend hierop voor het doen van meldingen. Het telefonische – en digitale meldpunt worden samen kortweg aangeduid met het meldnummer. Toelichting: Het meldnummer is een cruciaal onderdeel bij het weer herenigen van dieren met hun baasjes. Bij het meldnummer worden de meldingen van vermiste – en gevonden dieren geregistreerd. De kenmerken van de dieren met eventuele bijzonderheden en de straat van vermissing c.q. de vindplaats worden genoteerd. Er wordt geprobeerd om meldingen van vermiste dieren te koppelen aan de gegevens / signaturen / foto’s van gevonden dieren. Bij een match kan het gevonden dier worden terugbezorgd bij de eigenaar. Als een gevonden dier is gechipt, dan kan vaak de eigenaar nog dezelfde dag worden opgespoord (zie ook activiteit 6). Bij vermissingen worden ook aan de baasjes advies en tips verstrekt om hen te helpen hun vermiste dier snel terug te vinden. Aan de vermiste – en gevonden dieren wordt wekelijks aandacht besteed in de lokale media Kijk op Bodegraven en het Bodegraafs Nieuwsblad en incidenteel bij de Digitale Bodegraafse Krant en RTV Bodegraven. Op de pagina’s “Vermiste dieren”, “Gevonden dieren” en “Terug bij de baas” van onze website www.dierennoodhulpbodegraven.nl wordt hieraan continu aandacht besteed, evenals op www.facebook.com/Stichting.Dierennoodhulp.Bodegraven (Facebook pagina van onze stichting). Er wordt informatie uitgewisseld met en/of navraag gedaan bij de Stichting Dierenhulpverlening Woerden en omstreken (DHW), de Stichting Dierenhulp Boskoop, de Dierenambulance Alphen aan den Rijn en omstreken en de Dierenambulance Gouda en omstreken (DAGO). Bij vermissingen moeten de eigenaren zelf de vermissing doorgeven aan Amivedi. De in ons werkgebied gevonden dieren worden door een vrijwilliger van onze stichting aan Amivedi doorgegeven. 6. Het jaarlijks houden van de preventieve acties. De gemeente wil om voor de hand liggende motieven (beperken overlast, verkeersveiligheid, volksgezondheid, dierenwelzijn) ervoor zorgen dat de (verwilderde) zwerfkatten binnen de gemeentegrenzen een beheersbaar probleem zijn en blijven22.

De preventieve acties dragen bij aan het beheersbaar houden van de problematiek rondom verwilderde zwerfkatten populaties binnen de gemeentegrenzen (zie ook activiteit 2.2).

22

Beleidsnota Dierenwelzijn 2012-2016 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, bladzijde 10, 20 en 21.


Pagina 17 van 25


19 maart 2015

Toelichting: De problematiek rondom verwilderde zwerfkatten in Nederland is dermate groot, dat beheersing ervan niet alleen kan plaatsvinden door verwilderde zwerfkatten te vangen, onvruchtbaar te maken en ze terug te zetten (de TNR-methode). Er moet ook iets gebeuren om de kans, dat een huiskat een zwerver wordt en dan voor nakomelingen zorgt, te verkleinen. De zwerfkattenproblematiek kan alleen effectief worden aangepakt door de oorzaak weg te nemen, niet door de gevolgen te bestrijden. Vanaf 1995 is er door de lokale Dierennoodhulp samen met de Dierenartsenpraktijk Bodegraven B.V. (DAP) een jaarlijkse kattencastratie en –sterilisatie actie en vanaf 1999 gecombineerd met een chipactie (de zogenaamde preventieve acties) georganiseerd. De combinatie van onvruchtbaar maken met elektronisch registreren is cruciaal bij de aanpak van de oorzaak van de zwerfkattenproblematiek. Het chippen voorkomt dat huiskatten zwervers worden, omdat ze, nadat ze zijn gevonden, sneller herenigd kunnen worden met de baasjes. Het onvruchtbaar maken voorkomt, als ze toch gaan zwerven, dat ze voor nakomelingen kunnen zorgen. In de planperiode 2015 – 2018 vinden de preventieve acties voor de 21ste t/m 24ste keer plaats! Zowel de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven als de DAP geven korting op de uit te voeren medische ingrepen (zie bijlage 1 en 323). De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven brengt (een deel van) haar kosten van de preventieve acties in rekening bij de gemeente24 (zie bijlage 1). 6.1

Katten castratie en sterilisatie actie.

De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven zal ook in de planperiode deze actie in samenwerking met de DAP blijven doen. Dit is nog steeds nodig om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het overschot aan katten en honden in de asielen en het beheersbaar houden van de zwerfkatten populaties. Het onvruchtbaar maken van katten is de enige bewezen aanpak die werkt. 6.2

Elektronisch (doen) registreren (chippen) van dieren.

De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven zal ook in de planperiode deze actie in samenwerking met de DAP blijven doen. Ook het chippen van huisdieren is belangrijk. Niet alleen vanwege het beheersbaar houden van de problematiek van de verwilderde zwerfkatten, maar ook om ellende bij de dieren en hun baasjes te voorkomen. Van de bij ons meldnummer aangemelde vermiste katten zijn er heel veel die niet zijn gechipt. Daardoor verblijven de katten als ze gevonden worden onnodig lang bij een gastgezin / in de noodopvang of in het asiel. In het ergste geval wordt de eigenaar van zo’n kat niet gevonden, waardoor het dier na de wettelijke opvangtermijn van 14 dagen (door toedoen van het dierenasiel) een nieuwe eigenaar krijgt.

23

Vanaf 2016 zal worden bezien of in samenwerking met Dierenartsenpraktijk Sijbrandij in Reeuwijk ook preventieve acties voor de inwoners van de andere woonkernen van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk kunnen worden georganiseerd. 24

Dit gebeurt op basis van de Beleidsnota Dierenwelzijn 2012-2016 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, bladzijde 10, 20 en 21.


Pagina 18 van 25


19 maart 2015

7. Dierennoodhulp+. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven heeft als doel het verlenen van dierennoodhulp in de ruimste zin van het woord in en rond de woonkernen Bodegraven, Nieuwerbrug en De Meije van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk25. Toelichting: Dierennoodhulp is breder dan het uitvoeren van de zorgplichttaken van de gemeente. Er kunnen ook andere (dierennood)hulpvragen bij de stichting binnen komen of door de stichting worden geïnitieerd. De stichting staat hiervoor open en zal ieder verzoek beoordelen op de wenselijkheid (past het binnen de missie en visie van de stichting) en de uitvoerbaarheid (zijn hiervoor voldoende gekwalificeerde vrijwilligers en financiële middelen). De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven wil zich daarom niet beperken tot het uitvoeren van alleen de activiteiten 1 t/m 6. De volgende activiteiten worden ook tot de kerntaak Dierennoodhulp gerekend, waarbij de kosten voor eigen rekening van de stichting komen: 7.1

Het incidenteel financieel ondersteunen van particulieren die de verzorging van hun huisdier(en) niet meer kunnen betalen.

Vaak liggen (tijdelijke) financiële problemen als gevolg van onverwachte tegenslagen ten grondslag aan de zorgproblemen van particulieren met hun huisdieren. Er kan een beroep worden gedaan op het in ontwikkeling zijnde Sociaal Fonds van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven (zie bijlage 5). De financiële bijdrage aan de kosten van de zorg voor huisdieren van particulieren wordt niet in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1 en 5). 7.2

Nader te bepalen.

In de planperiode kunnen er in ons werkgebied zaken gaan spelen op het gebied van dierenwelzijn / dierennoodhulp, waarvan het bestuur van mening is dat de stichting een rol zou kunnen spelen in het belang van het dier. Of als een vrijwilliger de expertise en ervaring heeft om te kunnen optreden. Indien dit gaat voorkomen dan zal de stichting haar verantwoordelijkheid nemen. De eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt worden niet in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1 en 5).

25

Artikel 2 lid 1 van de Statuten van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 4 oktober 2013.


Pagina 19 van 25


19 maart 2015

Ondersteunende activiteiten, de instandhouding van de organisatie Om de activiteiten van de kerntaak Dierennoodhulp te kunnen uitvoeren is een organisatie nodig. Deze organisatie bestaat in feite alleen uit vrijwilligers, die gezamenlijk de uit de doelstelling van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven afgeleidde missie trachten te realiseren. Hiervoor moeten de vrijwilligers niet alleen zijn uitgerust met de juiste materiële middelen, maar zijn ook liquide middelen nodig, die worden verkregen uit verschillende bronnen. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven bezit geen vaste activa en ook geen materiële middelen, waarop een afschrijvingsregime van toepassing is. De stichting is verder geen structurele financiële verplichtingen aangegaan. Het streven is om deze situatie in de planperiode te behouden. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven heeft geen leden en geen winstoogmerk. De stichting wil haar organisatie op een zodanige manier inrichten, dat aan alle eisen, die de wet, de samenleving en de geldverstrekkers aan de stichting stellen, wordt voldaan. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven wil haar vrijwilligers een inspirerend werkklimaat in een open cultuur bieden, gericht op onderlinge samenwerking, flexibiliteit en een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid. Dat laatste geldt zeker voor de medewerkers van het meldnummer, die tijdens hun diensten zelfstandig beslissingen moeten kunnen nemen in het belang van de hulpbehoevende dieren. De organisatie, die nodig is voor de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven, bestaat uit een bestuur en actieve vrijwilligers met kennis van zaken26. Een eigen identiteit is cruciaal voor het verwerven en behouden van voldoende draagvlak, voldoende gemotiveerde vrijwilligers en voldoende financiële middelen. Ten behoeve van de instandhouding van de organisatie worden de activiteiten 8 t/m 12 naar vermogen uitgevoerd: 8. Bestuurszaken. Het bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van de stichting. Het bestuur bestaat ultimo 2014 uit 4 leden, die naast een bestuursfunctie ook andere taken en/of werkzaamheden bij de stichting uitvoeren. Het bestuur vergadert 5 tot 6 keer per jaar zo veel mogelijk samen met de andere vrijwilligers. Dit om de transparantie 27

van de organisatie te vergroten. Het is ook onderdeel van het vrijwilligersbeleid

.

Volgens artikel 8 lid 1 van de Statuten d.d. 4 oktober 2013 treedt ieder bestuurslid uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding (zie bijlage 6). Het bestuur zorgt ervoor dat aan alle eisen, die de wet, de samenleving en de geldverstrekkers aan de stichting stellen, wordt voldaan.

26

Kennis over dieren en hoe dieren te helpen, kennis van de omstandigheden in het werkgebied, kennis van hetgeen er leeft in de lokale politiek en de samenleving, kennis van ontwikkelingen op het gebied van dierenwelzijn en kennis over het besturen van een organisatie.

27

Vrijwilligersbeleid van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 14 oktober 2014, bladzijde 6.


Pagina 20 van 25


19 maart 2015

In 2014 is hiervoor onder andere de ANBI28 status met terugwerkende kracht per 4 oktober 2013 verworven. Ook wordt jaarlijks een plan- en begrotingscyclus doorlopen, alsmede een verantwoordingscyclus (financiële en inhoudelijke verantwoording). Relevante stukken worden openbaar gemaakt op de website en/of worden toegestuurd aan instanties / organisaties. Het uitvoeren van de kerntaak Dierennoodhulp is het bestaansrecht van de stichting. Het dier staat centraal. Daarom wordt getracht de overhead zo laag mogelijk te houden. Niet geoormerkte inkomsten moeten zo veel mogelijk besteed kunnen worden voor het uitvoeren van de kerntaak Dierennoodhulp. Het bestuur zorgt voor een adequaat relatiebeheer, teneinde de uitvoering van de dierennoodhulp te optimaliseren alsmede de instandhouding van de stichting. Dit bestaat onder andere uit het onderhouden van de contacten met samenwerkingspartners en externe relaties (o.a. de gemeente, dierenhulp- en andere organisaties, zoals DHW, de DAP, de Oude Zustertuin, de Egelopvang Boskoop, de Dierenhulp Boskoop, etc.) door periodieke besprekingen over de gang van zaken en/of klachten (evaluatie afspraken / klachtenafhandeling). Maar ook het bezoeken van recepties van en openingen bij deze relaties29. Het bestuur zorgt voor de ontwikkeling en het up-to-date houden van het beleid en de implementatie ervan. In 2014 is het Vrijwilligersbeleid en het Kittenbeleid vervaardigd en goedgekeurd door het bestuur. De implementatie ervan is een continu aandachtspunt voor het bestuur gedurende de planperiode. Nieuw beleid wordt ontwikkeld met betrekking tot het Sociaal Fonds (zie bijlage 5). Het bestuur stelt in de planperiode haar kennis en tijd ter beschikking om te (doen) onderzoeken of een dierennoodhulp Reeuwijk te realiseren is. Eind 2015 / begin 2016 moet blijken of dit een kans van slagen heeft. En zo ja, dan zal een beslissing moeten worden genomen over de organisatorische vorm ervan (zie voetnoot 2). De bestuurskosten vallen onder de stichtingskosten. Deze worden niet in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). 9. Vrijwilligerszaken. Binnen de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven is het gehele bestuur verantwoordelijk voor het vrijwilligersbeleid. Daarom vallen de vrijwilligerszaken eigenlijk onder de bestuurszaken. De continuïteit en kennis in het bestuur en bij de actieve vrijwilligers blijft een voortdurend aandachtspunt. Dit heeft twee aspecten, die de volle aandacht verdienen, namelijk:

-

het werven en binden van vrijwilligers, teneinde de continuïteit te waarborgen;

-

opleiding en (bij)scholing van de vrijwilligers, teneinde een verdere verbetering van de kwaliteit, de deskundigheid en de ondersteuning van en door het bestuur te bereiken.

28

ANBI betekent Algemeen Nut Beogende Instelling. Donateurs van een ANBI mogen hun giften aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Een ANBI betaalt geen erfbelasting of schenkbelasting voor erfenissen en schenkingen die de instelling gebruikt voor het algemeen belang. 29

Zoals bijvoorbeeld de opening van het Uilennest in de Oude Zustertuin op 26 september 2014 en de afscheidsreceptie van een voormalig wethouder Dierenwelzijn op 18 december 2014.


Pagina 21 van 25


19 maart 2015

Beide aspecten maken integraal deel uit van het door het bestuur van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven op 24 oktober 2014 goedgekeurde Vrijwilligersbeleid. 30

Hier wordt kortheidshalve naar verwezen . Vrijwilligers zijn dermate belangrijk dat in de begroting hiervoor een aparte begrotingspost is opgenomen. De kosten om vrijwilligers voor het meldnummer te werven, uit te rusten (kleding/materiaal) en bij te scholen op het gebied van dieren en dierenwelzijn worden in rekening gebracht bij de gemeente. Alle andere kosten ten behoeve van de vrijwilligers worden niet in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). 10.Het werven van inkomsten. Het verdienmodel van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven bestaat ultimo 2014 uit de volgende mix van inkomstenbronnen:

-

De vergoeding voor het uitvoeren van de taken van de gemeente die voortvloeien uit de zorgplicht voor hulpbehoevende dieren. De kosten voor het uitvoeren van de zorgplichttaken kunnen tot een bepaald maximum in rekening worden gebracht bij de gemeente31. Dit is in de planperiode een structurele bron van inkomsten en kostendekkend.

-

Een bijdrage van de gemeente in de kosten van de preventieve acties. De gemeente draagt bij in de kosten, die de stichting hiervoor maakt. Dit is in de planperiode een structurele bron van inkomsten, maar niet kostendekkend.

-

Donaties van particulieren en bedrijven. Dit is in de planperiode een incidentele bron van inkomsten, waar in beginsel geen inspanning voor behoeft te worden geleverd.

-

Een jaarlijkse collecte. Dit is in de planperiode een structurele bron van inkomsten met wisselende opbrengsten, waarvoor gewerkt moet worden (organiseren, uitvoeren).

-

Sponsoring en acties. Dit is in de planperiode een onzeker bron van inkomsten, waarvoor vaak gewerkt moet worden.

De inkomsten uit de laatste drie bronnen32 worden voornamelijk ingezet voor de instandhouding van de organisatie, maar ook voor andere te ontplooien activiteiten. Deze inkomsten zijn onzeker en er moet jaarlijks een inspanning voor worden geleverd. Er bestaat een duidelijke relatie tussen deze inkomsten en de investeringen in geld, menskracht en denkvermogen, die daarvoor nodig zijn, maar ook gelimiteerd zijn. Het werven van inkomsten (i.c. fondsenwerving) is in feite ondernemen. Omdat de vrijwilligers alleen maar beperkte tijd ter beschikking kunnen stellen aan de stichting moet ernaar gestreefd worden om met een minimale inspanning maximale opbrengsten te realiseren. Slaagt de stichting hier niet in, dan kan dat op de langere termijn een bedreiging gaan vormen voor het voortbestaan van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. 30

Vrijwilligersbeleid van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 14 oktober 2014.

31

Intentieverklaring tussen Gemeente Bodegraven-Reeuwijk en Stichting Dierennoodhulp Bodegraven d.d. 14 november 2013 inzake: De uitvoering van taken aangaande de zorgplicht voor hulpbehoevende en gevonden dieren ex. Artikel 36 lid 3 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede boek 5 titel 2 van het Burgerlijk Wetboek. 32

Op de website www.dierennoodhulpbodegraven.nl staan verschillende manieren waarop men de stichting (nog meer) kan steunen (o.a. via een legaat, e.d.).


Pagina 22 van 25


19 maart 2015

Dit betekent dat het verdienmodel moet worden uitgebreid en toekomstbestendig gemaakt om groei en continuïteit op de langere termijn te realiseren. In de planperiode zal de stichting daarom:

-

een uitbreiding van haar verdienmodel realiseren door de inzet van een mix van technieken en instrumenten voor fondsenwerving;

-

ernaar streven om (gedeeltelijk) een reserve op te bouwen van € 10.000,-- (zie bijlage 2);

-

een vrijwilliger proberen te werven, die als primaire taak fondsenwerving heeft (zie bijlage 4).

De kosten voor fondsenwerving worden niet in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). Het CBF hanteert de norm dat niet meer dan maximaal 25% van de verwachte inkomsten uit fondsenwerving mag worden uitgegeven aan kosten hiervoor. De stichting voldoet hier ruimschoots aan, omdat in de planperiode als eigen norm 15% wordt gehanteerd. 11.PR en communicatie. Public Relations (PR) en communicatie zijn belangrijke instrumenten bij zowel de kerntaak Dierennoodhulp als bij een aantal ondersteunende activiteiten ter instandhouding van de eigen organisatie. PR en communicatie betreft o.a. de volgende activiteiten en werkzaamheden:

-

het via persberichten in de lokale media (Kijk op Bodegraven, Bodegraafs Nieuwsblad, Digitale Bodegraafse Krant, RTV Bodegraven), maar ook via de website, op Facebook, op het TV scherm bij de DAP, met folders, door standwerk op markten en andere festiviteiten en door middel van specifieke acties naar buiten treden om: het beleid en de visie van de stichting uit te dragen; de naamsbekendheid

33

van de stichting en het meldnummer te vergroten;

ondersteunend te zijn aan de dierennoodhulp en bij het werven van vrijwilligers en financiële middelen (fondsenwerving).

-

het via de website en een nieuwsbrief naar buiten treden om mensen te informeren en aandacht te vragen voor specifieke zaken m.b.t. hulpbehoevende dieren en/of de stichting;

-

het vervaardigen en up-to-date houden van handleidingen, draaiboeken en werkprocedures.

Sommige PR en communicatie activiteiten zijn jaarlijks en sommige zijn incidenteel. In de planperiode zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd:

-

ieder jaar het met een kraam aanwezig zijn in de Oude Zustertuin op Koningsdag, tijdens de Najaarsmarkt, op de Ladies Night in het Evertshuis en op Werelddierendag bij de DAP;

33

Naamsbekendheid zal niet alleen deuren openen voor de vrijwilligers van het meldnummer bij het uitvoeren van de dierennoodhulp, maar ook instrumenteel zijn bij het werven van (structurele en incidentele) additionele inkomsten.


Pagina 23 van 25


19 maart 2015

-

het uitbrengen van minimaal een drietal nieuwsbrieven per jaar en deze elektronisch verspreiden (april, juli, oktober);

-

per kwartaal een persmoment met een succesverhaal, naast de aandacht die wordt gevraagd in de lokale media voor de preventieve acties en de collecte;

-

het, zo mogelijk gesponsord, uitbrengen van een folder: Het dier staat centraal.

Het standwerk wordt gecoördineerd door een vrijwilliger, die daarvoor een plan van aanpak heeft vervaardigd. Per jaar wordt bekeken of het plan van aanpak moet worden bijgesteld of vernieuwd. Voor de kraambezetting wordt een beroep gedaan op de actieve vrijwilligers, maar er wordt naar gestreefd om daar ook afroepvrijwilligers voor te werven. De kosten van de activiteiten, die worden ontplooid op het gebied van PR en communicatie, worden niet in rekening gebracht bij de gemeente (zie bijlage 1). De nieuwsbrieven worden vervaardigd en verspreid via Laposta. Hieraan zijn voor de stichting geen kosten verbonden. 12.Samenwerking. De Stichting Dierennoodhulp Bodegraven staat midden in de samenleving en heeft voor het adequaat uitvoeren van haar kerntaak partners en steun nodig. Wij staan open voor samenwerking in de breedste zin van het woord. Als er verzoeken tot coördineren van dierenactiviteiten en/of verzoeken tot samenwerking bij de stichting binnen komen, dan staan wij hiervoor open. Ieder verzoek zal worden beoordeeld op de wenselijkheid (past het binnen de missie en visie van de stichting) en de uitvoerbaarheid (zijn hiervoor voldoende vrijwilligers en financiële middelen). De kosten van de activiteiten, die worden ontplooid op het van samenwerking, worden niet in rekening gebracht bij de gemeente, tenzij de samenwerking plaats vindt op verzoek van de gemeente (zie bijlage 1).


Pagina 24 van 25


19 maart 2015

Samenvatting en Conclusies 1. De kerntaak Dierennoodhulp is het bestaansrecht van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. Hieraan wordt naar vermogen invulling gegeven door het uitvoeren van de activiteiten 1 t/m 7. 2. Hoewel de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven geen eigen dierenasiel en geen eigen dierenambulance heeft, kunnen de wettelijke zorgplichttaken van de gemeente voor hulpbehoevende dieren adequaat en diervriendelijk worden uitgevoerd. Dit is de meerwaarde van de stichting voor de lokale instanties en andere organisaties. De uitvoering van deze door de gemeente aan de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven uitbesteedde taken (activiteiten 1 t/m 4) is onderdeel van de kerntaak Dierennoodhulp. 3. Activiteiten 5 en 6 zijn aanvullend op de activiteiten 1 t/m 4, maar vallen strikt genomen niet onder de zorgplicht van de gemeente voor dieren. Het uitvoeren van activiteit 5 (verloren / vermiste dieren) heeft een sterke interactie met de uitvoering van activiteit 2 (gevonden dieren). Dit heeft geen budgettaire consequenties. Activiteit 6 (preventie) is heel belangrijk voor de uitvoering van activiteiten 2 en 5. Ook de gemeente ziet het belang ervan. 4. Activiteit 7 is een eigen initiatief van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven en zal in de planperiode vorm worden gegeven. 5. Het meldnummer 06-22251111 is cruciaal bij de activiteiten van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven. De bezetting ervan was het eerste jaar niet stabiel en/of optimaal wat betreft het aantal medewerkers. Dit blijft een continu punt van zorg. Het bestuur blijft zich inspannen voor een optimale bezetting met de juiste opleiding, scholing en ervaring, een juiste mix van jongere en oudere medewerkers en van vrouwen en mannen. 6. Binnen het bestuur blijft voldoende financiële en beleidsmatige deskundigheid noodzakelijk. Behoud en verdere uitbouw hiervan, evenals werving (ook voor kernvrijwilligers, die geen deel uitmaken van het bestuur) blijven in de planperiode een punt van zorg en vergen de nodige aandacht. Door een actief vrijwilligersbeleid zal worden getracht de kwetsbaarheid op dit punt te verminderen. 7. Het voortbestaan van de Stichting Dierennoodhulp Bodegraven is in de planperiode gegarandeerd, als: a. de stichting kan blijven beschikken over voldoende gekwalificeerde vrijwilligers om de kerntaak Dierennoodhulp uit te voeren; b. de stichting kan blijven beschikken over de steun van de gemeente, de DAP, DHW, andere relaties en de burgers uit ons werkgebied; c. de stichting erin slaagt voldoende additionele inkomsten te verwerven, dat naast het bekostigen van de ondersteunende – en de Dierennoodhulp+ activiteiten er ook gezonde financiële reserves kunnen worden opgebouwd.


Pagina 25 van 25

MET ELKAAR VOOR ELKAAR VOOR DE HULPBEHOEVENDE DIEREN IN BODEGRAVEN, NIEUWERBRUG EN DE MEIJE

Recommend Documents