losse nummers f 3,50
Midden-Del Midden-Delfkrant 57
verschijnt zesmaal per jaar
tiende jaargang nr. 5/6, december 1986
2
Midden-Delfkrant REDACTIONEEL tiende jaarga ng nr. 5/6, december 1986 De Midden-Delfkrant verschijnt zes maal per jaar Redactie: Ar1e van den Berg Jacques Moerman Arie Olsthoorn Mar ika van Ooststroom Frits van Ooststroom Aad van Paassen Gerard Peet Henk Tetteroo Verder werkte(n) mee: Cora Schutjes Foto grafie: Fred Hess, 's - Gravenhage Vormgeving en productie: Frans Assenberg, Frits van Ooststroom, Druk : Sieca Reoro B.V., Delft Overname van artikelen is in vele gevallen mogellJk in overleg met de redactie. Koo ij en suggesties voor kopij ZlJn van harte welkom bii de redactie.
.
.
Verantwoording Publicat1e van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging weergeven. Redactie-adres: Oostveenseweg 6, 2636 ED Telefoon (01738) 86 30
Het laats te nummer van de tiende jaargang ! Alweer een mijlpaal ! 57 Midden- De lfkranten i n tien jaar . Een ex tra dik nummer dit maal; de nummer s 5 en 6 gecombineerd (omdat we wa t achterop ger aakt war en) . Di t nummer bevat een aantal wat Zangere arti ke ~ en : Rijksweg 19 komt weer aan bot (pag . 9) ; een int eressant artikel over spoe ling, he t afvalpr oduct van de jenevers tokeri jen dat r ond Schi edam al s veevoer werd (en wordt) gebruikt (p .1 31 een ar tike l over wandtegels naar aanZeiding van een tentoons te lZing i n De Schi lpen in MaasZand (pag . 9) ; ook weer een j aar overzicht van de Weidevogelwacht Klaas EngeZbr echtspo Zder (pag . 17). Een en ander afgewisseld met wat kortere bijdragen .
Onze opr oep in de vorige MiddenDe l fkrant om kopij t e Zeveren heeft gehoor gevonden ! Er Zigt alweer een aantal arti kelen klaar voor de volgende nummers .. Toch blijven we aandringen op het Zeveren van bi jdragen (in welke vorm dan ook) . 1987 zaZ een gedenkwaardig jaar tJOrden voor de vereniging en ook voor de Midden- DeZfkr ant . We vi eren ons tweede lustrum en dat zaZ ongetwijfeld nie t ongemer kt voorbijgaan. We verklappen nog niets, maar in het komende nummer zaZ zeker iets te mer ken zijn van dit jubileum .
c/l-1iddenEDel11afld CVereniging
Schipluiden
Uitgave De Mldden-Delfkrant is een uitgave van de Midden-Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum ~idden -Delfland.
Abonnementen op de ~lidden-Delfkrant ZlJn alleen mogelijk door lid te worden van de ~lidd en-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 22,50 per jaar, voor jeugdleden (t/m 17 jaar) f 7 ,50.
Secretariaat Midden-Delfland Vereniging Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) Postrekening 3928463 Verenigingenregister Delft V 397143 Doel de bevolking van Midden-Delfland en omliggende . steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van veranderingen in dit gebied;
Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen: (OIO) 4 74 25 98 het kritisch volgen van dit beheer en ('s avonds) of schrijven aan: van de voorbereiding en uitvoering Secretariaat Midden- Delfland Vereniging van die veranderingen alsmede het stimuleren van een actieve inbreng Londem,reg 123, 3137 LV Vlaardingen van de bevolking daarin; Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds ) Opzegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van v ier weken.
het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door . het stimuleren van onderlinge kon takten. (artikel 2 van de statuten )
Bestuur S. van der Kooij waarnemend voorzitter Zuidbuurt 29, 3141 EN Maassluis .Telefoon (01899) 143 96 F. 1.]. van Ooststroom secretaris/penningmeester Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) D. van den Bosch Holierhoek 28, 2636 EJ Telefoon (01738) 89 03
Schipluiden
J. Maan Parkweg 141, 3119 CD Schiedam Telefoon (OIO ) 4 73 78 93 J.P. van Noordt \.Jes tgaag 96 b, 3155 DJ Maas land Telefoon (01899) J81 57 J.G . N. Peet Oosteinde 167, 2611 VD Delft Telefoon (015 ) 12 45 52 P.W . van Winden Schieweg 166, 2627 AS Delft Telefoon (0 15 ) 56 3 1 17
Midden-Delfkrant
Gemeente Vlaardingen overs-t ag Ten westen van Vlaardingen zal in het kader van de reconstructie van Midden-Delfland, tegen de Westwijk aan een recreatiegebied worden aangelegd. Het gebied krijgt een surfplas van ongeveer 30 ha en zal aan zo'n 12.000 recreanten intensiev~ recreatie kunnen bieden. Een dezer dagen zal de aanbesteding van deze werken plaatsvinden. Het deelplan Lickebaert geeft aan dat een groot gedeelte van het gebied tussen de gemeenten Maassluis en Vlaardingen een recreatieve bestemming zal krijgen . Omdat het hier gaat om een regionaal recreatiegebied is een goede ontsluiting van essentieel belang. Het ligt dan ook in de bedoeling het gebied toegankelijk te maken voor autoverkeer. Ten behoeve van dit autoverkeer zullen er twee mogelijkheden zijn het terrein met de auto te bereiken. De eerste route voert recreanten via de Maassluisedijk en een nieuw aan te leggen weg naar de zuidzijde van het reçreatiegebied. De nieuwe weg, die de Van Boendaleweg zal heten, loopt straks ten zuiden van de Coornhertstraat en begint bij het ;euzenplein (station Vlaardingenwest). Zie de kaart op pagina 9 van Ie vorige Midden-Delfkrant.
Belangrijk is ook de ontsluiting van het entspanningsgebied in het noorden ter hoogte van Rijkseg 20 (RotterdamHoek van Holland). In december 1983 is door de Grontmij NV een plan vervaardigd voor realisering van een viaduct over de rijksweg tussen de eendenkooi en de Broekpolder. Dit plan was voor de gemeente Vlaardingen onaanvaardbaar aangezien het viaduct in het open deel van Midden-Delfland zou komen en er tevens door deze lokatie geen korte verbinding voor langzaam verkeer tussen Westwijk en Broekpolder ontstond. In het structuurplan voor Vlaardingen was een dergelijke verbinding voor fietsers wel opgenomen. Samen met het Bureau van Uitvoering heeft Vlaardingen een plan opgesteld om het viaduct direct ten westen van Vlaardingen · te situeren. ·Het liefst had Vlaardingen gebruik gemaakt van
3
de op- en afritten van de benzinestations aldaar. Deze wensen waren echter niet haalbaar. Het viaduct kan alleen worden ontsloten via dè Broekpolderweg. Ging men hier niet mee accoord, dan zou het hele viaduct niet doorgaan. En Vlaardingen wilde juist wel zo'n . brug over de rijksweg. Begin januari 1987 is Vlaardingen door de bocht gegaan. Het viaduct komt er,maar zonder directe op- en afritten van rijksweg 20. Dit · heeft tot gevolg dat, komende ·. li,t de richting Maassluis, het autoverkeer op Rijksweg 20 en bij Vlaardingen ·af zal moeten. Men is dan het recreatiegebied al gepasseerd. Vervolgens moet men linksaf onder het bestaande viaduct over de rijksweg door. Nogmaals linksaf naar de Broekpolderweg en daarna, via het aan te leggen viaduct weer de rijksweg over. Pas dan is men in het recreatiegebied. (Hoe heet dat gebied eigenlijk?). Als er op hoogtijdagen 12.000 recreanten de Broekpolderweg willen gebruiken, vrees ik het ergste voor dit landbouwweggetje. Van de zijde van de gemeente Vlaardingen werd meegedeeld dat deze weg zal worden aangepast; te zijner tijd. Met het recreatiegebied komt er nu dus ook een overbrugging ~oor auto's én fietsers.. Weer is er dan een stap gezet in de reconstructie van Midden-Delfland.
Frans Assenberg
4 tiende j aargang nr. 5/6, december 1986
WinteP in Midden- DeZfZand. Dit nummeP van de Midden- DeZJkpant (officieeZ he t decembep-nummeP) vePschijnt begin februaPi 198? . In de Zaatste week van januaPi wePd de Zaatste hand geZegd aan deze kPant . Toen hadden we de eePste voPstpePiode (zondeP EZfstedentocht) eP aZ opzitte1 Een tweede voPstpePiode Zijkt in aantocht . Genoeg aanZeiding om op deze pagina twee passende wintepfoto 's te pZaatsen . De watePen van Midden- DeZfZand geven in deze tijd van het jaaP toch een unieke extPa PecPeatiemogelijkheid!
Midden-Delfkrant Herbezinning-nu over Rijksweg 19 noodzakelijk (3) • Wie niet sterk 1S,. • • moet stiekem Z1Jn
Vanaf najaar 1980 gaat de discussie over RW 19 vooral over de inpasbaarheidsvraag: Wat zijn de effecten van de weg op de omgeving? Het Rijk heeft tussen december 1983 en november 1985 deze effecten bijna in reclametaal gepresenteerd: het zou allemaal reuze meevallen. - Bij nadere studie blijken de gevolgen veel ernstiger. Dit dwingt nu tot een herbezinning. Doordat gemeenten, Reconstructiecommissie, Provincie en Tweede Kamer in de afgelopen jaren misleid blijken te zijn, hebben zij in dit stadium recht op een comple·et en eerlijk beeld om daarmee een verantwoord
oordeel te kunnen vormen. Dit artikel gaat vooral over de nieuwe gegevens waaruit blijkt dat de effecten van aanleg veel ernstiger zijn. Aan het slot stip ik enkele actiemogelijkheden aan.
5
Dit artikel vormt een vervolg op de stukken in de Midden-Delfkranten van mei 1986 en juli 1986. Daarin heb ik een aantal methoden beschreven die het Ministerie en Rijkswaterstaat (RWS) gebruiken bij hun pogingen RW 19 erdoor te drukken. Men is, zo blijkt, herhaaldelijk afhankelijk geweest van bedrog en manipulatie. RWS doet zijn twijfelachtige reputatie van Staat-in-de-Staat alle eer aan. De streek en de democratie dreigen de dupe te worden. Akkoord- over-vraagtekens In mijn artikel in de Midden-Delfkrant van juli 1986 heb ik betoogd, dat het Ministerie de Reconstructiecommissie (RC) al vaak heeft misleid. Men dwong de RC in extreem grote haast een oordeel te geven over een inpassingsvoorstel, waarin o.a. heel veel onduidelijk was gelaten/te ro oskleurig was voorgesteld (geluidshinder gevolgen, luchtvervuilingsgevolgen, inv loed op planten- en dierenwereld). Toen de Tweede Kamer een jaar later haar oordeel moest geven, was er nog nauwelijks meer helde r he id. Maar Smi t-Kroes beweerde toen dat er echt knopen moesten wo rden doorgehakt.
6 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986 Met RWS min met
andere woorden: Ministerie en hebben de RC en de Tweede Kamer of meer gedwongen in te stemmen vraagtekens.
gebied langs de kust behoort MiddehDelfland tot de beste overwinteringsgebieden van het Zuidhollandse graslandgebied. Er komen belangrijke aantallen voor van de volgende Gevolgen blijken veel ernstiger soorten: wulp (400- 700), smient Daarna, vanaf januari 1986, is steeds (900-1200), goudplevier (1900- 1300), duidelijker geworden, dat de gevolgen wintertaling (300- 800), kolgans voor de omgeving van de aanleg van (1000- 2000), brandgans (200-500), R\v 19 veel ernstiger zijn dan RWS en kievit (3000- 6000) en kleine rietde Minister hebben willen doen gans (300-400), de laatste drie geloven . Ik som een aantal punten op soorten in de strenge winter van waar dit uit blijkt. 1978/1979". K. Mostert, die samen met andere I. leden van de Vogelwacht Delft Het geldt voor de geluidhinder geregeld tellingen verricht in Volgens een studie van onze Werkgroep Midden- Delfland (6), heeft geprobeerd zou het geluid op 250 m van de weg de invloed van de rijksweg te dubbel zo hard worden als RWS voorschatten op de belangrijkste groepen spiegelde. Pas op 900 m aan weerswintergasten. zijden van de weg zou 40 decibel Over smienten stelt hij: "Aangezien bereikt worden (RWS beweerde op smienten gevoelig zijn voor verstoring 250 m van de weg). De Nederlandse (komen tegenwoordig vrijwel niet Stichting Geluidhinder ondersteunt meer voor als wintergast in de ons rapport (1) . RWS weigert evenwel nu al drie jaar zijn eigen berekening- 'smalle' Lage Abtswoudse Polder en de Polder Noord-Kethel) betekent de en toe te lichten. Op verzoeken toekomstige rijksweg zonder twijfel daartoe geeft men geen antwoord. het einde van de overwinteringsTegelijk laat men wel RC en Tweede mogelijkheid voor smienten in de Kamer beslissingen nemen mede op Zouteveense Polder. Aangezien deze basis van deze, niet toegelicht~, berekeningen. Wie vertrouwen heeft in momenteel de grootste aanééngesloten polder (dus rust en ruimte) zijn eigen werk, is in staat dat in in Midden-Delfland is en de ruimte alle openhe id te verdedigen. Wie in overig Midden-Delfland beperkt niet sterk is moet stiekem zijn. is, kan dit niet elders in de omgeving opgevangen worden". Een en ander vormt één van de sterke Over de wulpen zegt Mostert o.a.: aanwijzingen dat Smit-Kroes zelfs ·~et name bij de wulp is de ruimte haar garantie - die in feite al allerminimaalst is - aan RC, Provincie en rust zeer belangrijk. Aangezien de Zouteveense Polder de enige echte en Tweede Kamer niet kan waar maken. grote aantallen wulpen in MiddenDie garantie houdt in: in centraal Delfland herbergt, zal door de Midden- Delfland op 250 m van de weg toekomstige rijksweg de betekenis niet meer dan 40 decibel, met wallen van Midden-Delfland als overvan hoogstens 3.30 m. · winteringsplaats vrijwel geheel Belofte maakt schuld· - '~aar voor mij verloren gaan". geldt dat niet", vindt Smit- Kroes. 2. Het geldt voor de invloed van de weg Kieine rietganzen en brandganzen op de vogelstand RlvS zegt daarover slechts: "Na een zekere periode van gewenning wordt, gezien ervaringen elders, ·verwacht dat het broed- en nestgedrag van weidevogels zich zal herstellen" (2). Dit is een wel zéér zonnige kijk op de toekomst. K. Mostert berekent op grond van tellingen uit 1985 in de betrokken polders en zich baserend op onderzoeken die gedaan zijn, een toekomstige verstoring door RW 19 van de grutto van 70% (!), van de tureluur van . 40% en van · de kievit van 32% (3). En het argument, dat weidevogels zouden gaan uitwijken naar elders in Midden-Delfland blijkt niet steekhoudend. Veel potentieel · broedterrein is immers al verloren gegaan resp. zal nog verdwijnen (voor woningbouw , recreatie, glastuinbouw). En dan heb ik het evenmin over de · invloed van de weg op de vele wintergasten, vogels di~ Midden-Delfland 's winters op de trek aandoen. Staatsbosbeheer zegt daarover (5): ·~ • n wP DP ziin ligging in het doortrek-
En over de goudplevieren: "De goudplevier komt me'er dan de vorige twee soorten verspreid in MiddenDelfland voor en neemt ook sneller genoegen met smalle stukken polder dan de vorige twee soorten. Toch zal de rijksweg ongetwijfeld zijn tol eisen." Rijkswaterstaat noemt in Z~Jn inpassingsvoorstellen aan de Reconstructiecommissie de vogels, vermeld in het onderzoek van Staatsbosbeheer, niet eens . Nu zijn er twee mogelijkheden: men kent dit onderzoek niet, en dat is bijzonder slordig (het onderzoek is van oktober 1980) of, het waarschijnlijkst, men kent het wel en negeert het en dat is bijzonder kwalijk. Dus: voor RWS ligt het simpel: in Midden- Delfland komen geen andere vogels voor dan weidevogels, en de eendekooi ligt er niet. Want met geen ~•oord rept men erover. RWS lost problemen op door ze te verzwijgen. 3. .
Het geldt ook voor de luchtvervuiling Eind oktober is er veel publiciteit geweest over een rapport over luchtvervuiling door RW 19. Het is zinvol om eerst wat feiten eromheen te~geven om de waarde van het rapport beter te kunnen bepalen. Het klinkt in een tijd van zure regen ongelofelijk, maar het is echt waar: uit het eerste inpassingsvoorstel dat RWS aan de RC deed (in december 1983), blijkt, dat men de luchtverontreiniging volkomen heeft verwaarloosd. Het woord staat er niet eens in! De RC vroeg in haar brief aan de Minister van 18 april 1984 dan ook om onderzoek: "Bij elk van de uit te werken varianten zal het effect van luchtverontreiniging zich op andere
Midden-Delfkrant wijze manifesteren . De RC verzoekt inzicht daarin te verschaffen. Gezien de recente ontwikkelingen daaromtrent dient ook de NOx emissie daarbij betrokken te worden" {7). Ook verontruste bewoners in Schiedam en Vlaardingen deden dit, op 21 september 1984 (8).
I.
7
I.
Bedacht moet worden, dat de haast Door aanleg van RW 19 ontstaat in waarmee de RC moest oordelen volkomen Midden-Delfland een gebied van ca . onnodig is gebleken. 1 km breed en 7 km lang waarbinnen 2. voor gevoelige bestemmingen te hoge Denk verder aan het onfrisse concentraties voorkomen. Hetzelfde doet zich voor ten zuiden van Rijswijk gesjoemel van het Rijk bij de viaduct- aquaduct keuze bij de Gaag en ten westen van Defft. 3. 2. en aan het feit dat informatie die RWS evenwel ·stopte watjes in Zl.Jn Als gevolg van aanleg van RW 19 neemt inhoudt dat de weg technisch gezien het verkeersaandeel van NOx in het oren en kneep zijn neus dicht. Het beneden maaiveld kan worden aangelegd beschouwde gebied toe van ca . 25% was dan ook zeer schijnheilig toen de voor de RC is verzwegen. naar ca. 35%. Daarmee worden de dienst op .een forumavond in Schiedam 4. (23 oktober 1986) verklaarde "gelandelijke normen voor de luchtWat betreft de kosten: in 1980 kwaliteit voor o.a. NOx overschreden s chokken en bezorgd" te zijn van de kostte, volgens RWS, het deel van tot op enkele honderden meters van luchtverontreinigingseffecten voor RW 19 tussen Hoefijzer en KethelMidden-Delfland en Schiedam-Vlaarding- de weg. plein lSO miljoen gulden. Vijf jaar en. Men had immers al jaren eerder 3. later geeft men ineens op: 300 Het betekent ook een onaanvaardbare dit onderzoek zélf moeten verrichten. miljoen . Slechts een relatief klein Wie deze plichtmatige, afgedwongen verslechtering van de luchtkwaliteit deel van · deze verdubbeling wordt verklaring van bezorgdheid even in Vlaardingen en Schiedam voor de verklaard door de inpassingsafspraken doorprikt, komt tot de cynische bewoners van + 5000 woningen. die in de tussenliggende vijf jaar conclusie dat het RWS niet 4. zijn gemaakt. interesseert, dat de luchtkwaliteit Uit oogpunt van luchtverontreiniging Wie garandeert, dat RWS over een paar voo r bewoners van + 5000 woningen in dient naar andere alternatieven te j a ar niet een wéér veel hoger bedrag Schiedam/Vlaardingen onaanvaardbaar worden uitgekeken dan aanleg van gaat opgeven? slecht gaat worden. ~w 19 (!). Provinciale Wa terstaat had nl. Al lemaal gegevens die RWS liever niet Wie het voorgaande in samenhang inmiddels zelf wel een onderzoek bekijkt en beoordeelt, ziet pas echt gerapporteerd zag: het is mij bekend verricht en dit op 24 februari 1986 de ernst van de zaak. Het is één van dat men kwa ad heeft getelefoneerd aan Gedeputeerde Staten van Zuidde tactieken van RWS om, in plaats naa r Provinciale Waterstaat. Men Holland aangeboden (9). Waarom G.S. van het probleem als geheel, ziet dit alles liever de doofpot er daarna niets mee heeft gedaan is onderdelen te presenteren in ingaan - en die is al boordevol van onduidelijk: kwamen de conc lu sies geisoleerde vorm en die vervolgens de onfrisse praktijken die men nodig ook he t dagelijks bestuur van de erdoor te drukken. Zodoende wek t men heeft gehad om de aanleg van RW 19 provincie niet gelegen? Wat wél de indruk, dat het wel meevalt dichterbij te brengen. duidelijk is, is dat G.S. het rapport (salami- tactiek), in allerijl heeft opgestuurd aan o.a. Dit alles dwingt tot de conclusie dat Conclusie de Mi nister en de R.C. Maar dit het Rijk in deze zaak schandalig over Tilt het voo rgaande blijkt dus dat de gebeu rde pas, nadat de Werkgroep de schreef is gegaan. Gemeenten, gevolgen van de weg (geluid, lucht , Stop Rijksweg 19 en de Zuidhollandse RC, Provincie en Tweede Kamer zijn vogelstand) voor Midden-Delfland veel Milieufederatie het rapport uit een misleid. Herbezinning-nu is nodig. ernstiger zijn dan RWS wil doen stoffige bureaula hadden gehaald. Zij hebben recht op alsnog een geloven. compleet en eerlijk beeld om Tot welke conclusies komt Provinciale Maa r dat is nog niet alles: daarmee alsnog een ve rantwoord Waterstaat? oordeel te kunnen vormen.
Kolganzen bij 't Woudt
Voldongen feiten Het gevaar is overigens groot, dat ook dit niet gebeurt. Waarom? I.
RWS is hard ·aan het werk aan het noordelijk deel van de rijksweg, ten zuiden van Rijswijk. 20 Novembe r j .1.. we rd de Prinses Beatrixlaan aangesloten op RW 19, waarbij men het nodig vond vuurwerk te ontsteken, alsof he t hier om iets feestelijks ging. Bekend is ve rder , dat RWS al komend kalenderjaar wil gaan investeren in werk aan de weg ten zuidwesten van de Beatrixlaan, hoewel er geen geld op de begroting staat. Daarmee wordt het gevaar vergroot, dat de beide ambtelijke projectgroepen die de inpassing in Midden-Delfland en in Schiedam/Vlaardingen moeten onderzoeken, voor voldongen feiten worden geplaatst. Of Smit-Kroes haar geluirlsgarantie nu nakomt of niet, of er nu afdoende maatregelen tegen luchtverontreiniging kunnen worden getroffen of niet: "We zijn nu zó ver, we stoppen niet meer", zal de redenering zijn.
8 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986 2.
Door de groei van het verkeer wordt het steeds drukker op RW 13 (Den Haag· Rotterdam). Hoewel de weg blijkens recente gegevens niet hoort bij de zestien belangrijkste knelpunten in de Randstad ( terwijl RWS in 1977 al riep, dat de weg toen al onaanvaardbaar belast was!), zal de roep om RH 13 te gaan ontlasten met RW 19 alleen nog maar toenemen (10), (11). Wat te doen? Er zijn nog mogelijkheden invloed uit te oefenen op de besluitvorming, en. wel als de twee ambtelijke projectgroepen, die voor Schiedam/Vlaardingen en die voor Midden-Delfl and, met hun inpassingsvoorstellen naar buiten komen . Over die voorstellen moeten gemeentebesturen, RC, provinciebestuur en Tweede Kamer een oordeel geven. En dat is dan meteen het moment dat u, lezer, van u kunt laten horen, al dan niet in samenwerking met de Werkgroep Stop RW 19. Voorstellen uit de projectgroep Schiedam/Vlaardingen worden begin 1987 openbaar, die uit de projectgroep Midden- Delfland een aantal maanden later.
Kortom: werk mee om aan de dubieuze bulldozerpraktijken van Ministerie en RHS een halt toe te roepen! Uit Den Haag geen asfaltlaag.
Henk Tetteroo
(3)
van o. a. K.Mostert en A. van Paassen in Harnaschpolder , Woudse Polder, Klaas EngeZbrechtspoZder, Lage Abtswoudsche Polder, Zoutevee~se en Holierhoekse Polder; jaar : 1985. Onderzoeken o. a. "De verstoring van weidevogelpopulaties door wegen" door Theo VerstraeZ e.a . in "Het VogeZjaar" juni 1983 en : "Factoren die de dichtheid van weidevogels bepalen", Afdeling Milieubiologie RU Leiden en Centru~ Milieukunde RU Leiden, 1986 . Weidevoge~te~~ingen
{4)
Delftsche Courant, 14 juni 1986 (5)
Noten (1)
"Reactie op Rapport GXA 851022" van RWS Directie Zuid- Holland door Werkgroep Stop RW 19; 30 januari 1986 (2)
"Nota betreffende de inpassing van RW 4 in Midden-De lfland" van RWS Directie Zuid- Holland; gepre senteerd december 1983
F. K. A. Noltee en H.G. v.d. Weijden: '~dvies natuur- en landschapsbehoud voor het Reconstructiegebied MiddenDeZfland", Consulentschap Natuurbehoud Staatsbosbeheer Zuid- Holland, oktober 1980 (6)
K. Mostert : "Enige faunistische gegevens over Midden-DelfZand in 1981" Vogelwacht Delft: "Broedvogelverslag Delft 1983 (blz . 41 en 44); Vogelwacht Delft : "BroedvogeZverslag Delft 1984 (blz . 82 en 84) (7)•
Brief Reconstructiecommissie MiddenDelfZand aan Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 april 1984 (8)
Brief Werkgroep Ruimtelijke Ordening en Milieuzaken aan Rijkswaterstaat Directie Zuid-HolZand van 21 september 1984, nr. 84 .1 8 . 01
. - :.. --~ . ~-::- -- -=-:...- __-.:.:..-
· =-~~---===--·
(9)
~~~.,_-;·;-s oP· ADENEN KAN byf\ . OOR
tsêHADELYK ZYN V.·.
ru.N ;t. ·~
GEiONPHEID
"Een afschatting van de gevolgen voor de luchtkwaliteit in Zuid- Holland na aanleg van RW 4 in Midden- Delfland" van Provinciale Waterstaat ZuidHolland (10)
De -Volkskrant, 11 oktober 1986 (11)
Antwoord van minister Westerterp van 12 augustus 1977 (Tweede Kamer, zitting 1977, Aanhangsel blz. 584)
~.á'~~ ~;_-
Informatie bij: Werkgroep Stop RW 19 p/a Van der Lelystraat 11 part. 2614 EC Delft telefoon (015) 12 28 05
Eerdere artikelen over de RW 19besluitvorming verschenen in de Midden- Delfkranten van mei 1986 en juZi 1986.
Midden-Delfkrant
"Delfts en ander Blauw" in de Schilpen Sinds enkele jaren is Maasland een lokaal museum rijk, 'De Schilpen' genaamd. Er is een permanent aan~ezige zeer interessante
kruidenierswinkel uit het verleden, er is een stijlkamer, een 19de eeuwse keuken, een zuivelkelder en nog veel meer. Ook worden er halfjaarlijkse
Tegels aan de wand Daar er in Midden-Delfland vele boerderijen bestaan waar nog wandtegels op de oorspronkelijke wijze in bepaalde vertrekken zijn aangebracht, willen we hier iets meer vertellen over de geschiedenis van de Nederlandse tegel. In de boerderijen van Zuid-Holland zijn de wandtegels vanaf het begin van de 17de eeuw een veelvuldig gebruikt onderdeel van de woning geweest. Zij werden niet zozeer aangewend vanwege hun decoratieve funktie, maar meer uit nuttigheidsoverwegingen. Namelijk om de witgekalkte wanden gemakkelijker schoon te kunnen houden. De meeste kwetsbare plaatsen kwamen daarbij het eerst in aanmerking. Aanvankelijk waren'dat vooral de ondereinden van de wanden, die bij het schoonmaken van de vloer altijd ioor vuil en opspattend water
verontreinigd werden, waardoor de witte wanden op den duur een groezelig aanzien kregen. Daarom werd er een plint van tegels aangebracht op deze kritieke plaatsen. We kunnen, ook nu nog, dit soms constateren wanneer er een boerderij verbouwd wordt. Vaak bevindt zich, ongeveer anderhalve decimeter onder de later aangebrachte houten vloer, een tweede vloer van oude plavuizen, waarboven soms het tegelplint nog in zijn oorspronkelijke vorm aanwezig is. · Ook de stookplaats was een onderdeel van de woning, waar de wanden
9
tentoonstellingen gehouden over verschillende thema's. In het kader daarvan werd op 15 november een tentoonstelling geopend die als onderwerp heeft: Oude Delftse tegels en ander aardewerk. In diverse vertrekken ligt een keuze uitgestald van in Nederland gemaakte tegels, borden, schotels enz. In de opstelling is een chronologische lijn aangebracht, waardoor het mogelijk is om de tegelproduktie vanaf het begin (eind 16de eeuw) tot aan de 19de eeuw op de voet te volgen. Ook met het andere aardewerk is dat het geval. Dit begint met het Nederlandse majolica en eindigt met de produkten van Petrus Regout. In een smaakvolle opstelling is hier een globaal overzicht van het Nederlandse aardewerk gegeven. Daar het niet altijd mogelijk was om tegels in natura aanwezig te doen zijn, is er ook gewerkt met fotografische reprodukties. Daardoor kunnen enkele grote tegeltableaux die zich in de gemeente Maasland nog in de wanden van oude gebouwen bevinden, eveneens getoond worden. Voor ieder, die belangstelling heeft voor antiek in het algemeen of voor aardewerk in het bijzonder, is een kijkje in De Schilpen zeker op ZlJn plaats. Elke zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur kan men er terecht. Voor groepen is het mogelijk een afspraak te maken voor andere tijden. (tel. 01899-134 76 of 01899-135 58)
gemakkelijk door vuil - in dit geval roet en vette walm - werden aangetast. Dit vroeg om een intensief onderhoud; telkens opnieuw moesten deze plaatsen met witkalk bestreken worden. De boerinnen hadden ecl.~er al werk genoeg: het poetsen van tin en koper, dat op de boerderij veel gebruikt werd in de huishouding en bij de zuivelbereiding, was een zeer tijdrovende bezigheid. Om de werkzaamheden te reduceren werden ook in de stookplaats \vandtegels aangebracht. Dit betekende een grote verbetering in verband met het bovenstaande, maar bovendien ging hier het decoratieve element meespelen, doordat de tegels over een groter wandvlak in onderling verband werden aangebracht. Dit liet de tekening en het patroon eerst werkelijk tot z'n recht komen. Hant juist bij de vroege tegels waren er vaak vier of soms zelfs zestien exemplaren nodig om het patroon volledig te laten uitkomen. De techniek van het tegel-bakken In de loop van de 16de eeuw is het gebruik van wandtegels via Italië en Spanje tot ons land doorgedrongen. Door de grote vraag, die al gauw ·
10 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986
ontstond, duurde het niet lang, of er werden i~ verschillende steden tegelbakkerijen gesticht. Wanneer we zien hoeveel tegels er nodig zijn om een stukje muur te bedekken, dan is het begrijpelijk dat de bakovens steeds groter gebouwd werden. Er waren ovens waar wel zo'n 30.000 stuks tegelijk gebakken konden worden. De tegelindustrie was in korte tijd een belangrijke industrie geworden, die aan vele handen werk verschafte. Als grondstof gebruikte men klei. Deze klei onderging eerst allerlei bewerkingen, want hij mocht niet te vet zijn en ook niet te mager. Als · de klei te vet was, ontstonden tijdens het bakken gemakkelijk scheuren in de tegels en daarom was het nodig de klei, door menging met andere grondstoffen, tot een juiste samenstelling te brengen. Deze gemengde klei werd gewassen, gezeefd en tenslotte uitgerold tot een laag van I! tot 2 cm, later van ruim één centimeter. Over het algemeen kunnen we zeggen: hoe dikker de laag, hoe ouder de tegel. Als de klei was uitgerold, kwam de vormer er aan te pas. Deze gebruikte een plankje, iets groter dan een tegel. In twee of vier hoeken van dit plankje waren spijkertjes geslagen om het tijdens het werk gemakkelijker op z'n plaats te houden. Dit plankje werd op de kleiplaat gedrukt, waarna langs de kanten de klei werd afgesneden. Als het plankje werd weggenomen, bleven de spijkergaatjes uiteraard zichtbaar in de kleitegel. Bij het glazuren liep een gedeelte vol met glazuur, terwijl een ander deel als puntjes in de hoeken van de tegels zichtbaar bleef. Soms meent men dat deze putjes de bewijzen zijn dat de tegel echt is. Laat u niets wijsmaken. Bij echte tegels zijn de putjes vaak dichtgeslibd met glazuur, terwijl ze bij een bewuste vervalsing zeker niet vergeten zullen zijn. De kleiplaatjes werden eerst gedroogd waardoor ze ongeveer 10% kleiner werden. Het was niet voor niets dat het plankje een grotere maat had. Vervo l gens werden ze in de oven gestapeld, die daarna werd ge slo ten en met takkenbossen gestookt. Al s het bakproces voltooid was, liet men de oven afkoelen. Daarna werden de tege ls er weer uitgehaald, 'geklon~en' om eventueel gebarsten exemplaren te kunnen uitsorteren en met water schoongemaakt. Ro et en vuil zouden er ande rs de oorzaak van zijn dat het glazuur niet goed op de tegel zou hechten. Hierna kwam de witgever in actie. Gezeten aan een ton, waarin het glazuur van te voren was bereid, bedekte hij de gladde kant van de tegel met een witte pasta. Hoe dit wit werd samengesteld zal ik u
.,''
Tegeltableau in boerderij aan de Burgersdijk besparen. Het was een tamelijk ingewikkeld proces. Eerst nu was het zover dat de tekening kon worden aangebracht, die door de schilder in het witte laagje op de· gebakken kleitegel moest worden gemaakt. Hij gebruikte hierbij een stuk perkament, waarin de voorstelling schematisch was weergegeven en waar de hoofdlijnen waren doorgeprikt. Deze mal werd op de tegel gelegd en met houtskoolpoeder doorgestoven. De omtrekken kwamen daardoor met vage lijnen op het wit. Met verf werden de lijnen nagetrokken en vervolgens werd de voorstelling met de juiste kleuren voltooid. Opnieuw werden de tegels nu in de oven gestapeld, deze
keer vertikaal, gesteund door rolletjes vochtige klei. Dit tweede bakp roces diende om de glazuurlaag op de scherf (zo noemen we het één keer gebakken produkt) vast te zetten. Schilders van klein en groot formaat De tegelschilders waren in het algemeen gewone ambachtsl ieden, die het tekenen en natekenen van eenvoudige voorstellingen in de praktijk hadden geleerd. Als voorbeeld voor hun tekeningen gebruikten ze gewoonlijk etsen en gravures, die door anderen gemaakt waren. Zo kan het voo rkomen dat we van één prent met vijf dierfiguren,
Midden-Delfkrant vijf afzonderlijke tegels ontdekken waarop deze dierfiguren apart waren nagetekend. Het merendeel van de in Nederland vervaardigde tegels is dan ook nogal primitief. Ze geven slechts schetsmatig de onderwerpen weer. Dit betekent echter niet dat ze niet interessant zijn. Vaak vormt die primitiviteit en het beheerste gebruik van het beperkte kleurenpalet de grootste attractie van deze tegels. Wanneer we bedenken dat bijna uitsluitend de kleuren groen, bruin, geeloker en blauw gebruikt werden, dan moet het toch een staaltje van smaak en vakmanschap zijn, als met deze kleuren een vogel voor ons wordt neergezet, die de indruk maakt een kleurenrijk verenpak te hebben. Soms gebeurde het ook dat bekende schilders, die wat mager in hun opdrachten zaten, tijdelijk het vak van tegelschilder beoefenden. Het instituut van de contraprestatie kende men tenslotte nog niet. Hierdoor kan het voorkomen dat we tegels ontdekken die, hoewel volgens dezelfde opzet gemaakt, door de kwaliteit van hun tekening toch volkomen afwijken van het doorsneeprodukt. De verhoudingen zijn daar verantwoord, het perspectief is goed, de lijnen zijn zwierig en vlot getrokken, terwijl het geheel eenzelfde sfeer oproept als een goed schilderstuk. Hierbij valt op te merken dat de tegelproduktie van de eerste helft van de 17de eeuw een klasse apart vormt. Hier is de vlakvulling volkomen verantwoord en zijn de kleuren zorgvuldig aangebracht waardoor het wandvlak tot een harmonisch geheel gemaakt wordt.
Wat laten de tegels ons zien? Een opsomming van de onderwerpen die door de tegelschilders werden uitgebeeld, zou een lange lijst opleveren. Alle uitingen van het leven werden in tafereeltjes vastgelegd en bijna alle dingen die men kende, dienden als motief voor een tekening. Vogels, bloemen, insecten - huizen, schepen en molens - beroepen, kinderspelen en bijbelse voorstellingen - dieren uit alle werelddelen, vaak vreemd getekend omdat men ze niet uit eigen ervaring kende, - ridders, ruiters en krijgslieden - vissen, zeemeerminnen en zeemonsters amoureuze voorstellingen en herderstaferelen. Te veel om op te noemen. Het is te begrijpen dat er bij het maken van de tegels een ontwikkeling plaats had, een zekere evolutie. Waren de tekeningen in het allereerste begin voornamelijk ornamenteel van aard, al gauw ging men over tot naturalistische voorstellingen. Ook de kleur onderging verandering. Aanvankelijk waren ze bijna uitsluitend veelkleurig maar na verloop van tijd werden er ook reg.els gemaakt alleen in blauw. Deze kleur deed het bij de afnemers blijkbaar erg goed. Daardoor werd de gekleurde tegel langzamerhand verdrongen door de blauwe. Later, vooral in de 18de eeuw, kwam daar nog de mangaankleurige bij. Ook de vlakvulling onderging verandering. In het begin werden de tegels helemaal vol geschilderd; de afbeelding bedekte het gehele
11
vierkant. Later ging men over tot het plaatsen van een voorstelling in het centrum, terwijl in de hoeken bepaalde figuren werden getekend, die in elke tegel werden herhaald. Er ontstonden verschillende soorten hoeken. Om ook hier enkele bekend~n te noemen: de Franse lelie, de ossekop, het bijtje, het eikeblad en de anjer. Ook de hoek kan ons helpen bij het bepalen van de ouderdom van de tegel. Hoe ouder de tegel, hoe groter de hoek en hoe groter de voorstelling in het centrum. Geleidelijk werd de hoek kleiner, zodat de tegel veel meer wit vertoonde. Ook de tekening werd minder zorgvuldig. Bij de toepassing had dit tot resultaat dat het muurvlak een minder rijke indruk maakte. In de tweede helft van de 18de eeuw ging men het vierkant weer geheel vullen maar dan is langzamerhand de techniek zodanig vervolmaakt, dat we een heel ander soort tegel hebben. Verwisseling met de vroege 17de eeuwse is daardoor niet voor de hand liggend. Wat is er nog over de Nederlandse tegelproduktie? In de periode na de Tweede Wereldoorlog zijn wagonladingen vol tegels naar het buitenland gegaan. De produktie in de vorige drie eeuwen is echter zo enorm groot geweest en de toepassing zo veelvuldig, dat er nog steeds op vele plaatsen exemplaren gevonden worden. In oude huizen bijvoorbeeld; er is er bijna geen waar geen tegels zijn· gebruikt.
12 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986 een zeevarende natie. De verschillende beroepen werden uitgebeeld en de belangrijkste gedeelten van de bijbel werden in hele series tegels duidelijk geillustreerd. De tegelwand deed dienst als prentenboek voor j ong en oud.
Ze komen tevoorschijn bij verbouwinkjes, in kelders, langs rookkanalen, achter het behang, vaak aan het gezicht onttrokken door cement en kalk. Overal kunnen we ze aantreffen, speciaal in oude boerderijen. Soms zijn ze gebruikt om balken t.e steunen of waterpas te leggen, we kunnen ze tussen de fundering tegenkomen of onder de bintlaag en ook achterstevoren ingemetseld om ongelijke muren vlak te maken. Een laagje cement er over en ze worden pas bij een verbouwing of bij afbraak van het pand geconstateerd. Ook in de grond moeten zich nog vele exemplaren bevinden. Wanneer er bij oude huizen of boerderijen gegraven wordt, komen er altijd wel hele tegels of fragmenten naar boven. Tegelwanden, die nog een funktie vervullen in een woning of boerderij, behoren met extra aandacht bejegend te worden. Ze kunnen ons iets vertellen over de manier van leven van onze voorouders en op zichzelf zijn het uitingen van onze cultuur. Gelukkig wordt hiermee bij verbouwingen tegenwoordig vaak rekening gehouden. Men sloopt niet zomaar een tegelwand die enkele eeuwen oud is. Het is echter ook belangrijk om met tegels, die bij afbraak vrijkomen, zorgvuldig om te gaan, opdat ook die niet naar het buitenland verkocht worden. Verzamelaars en musea spelen daarbij een belangrijke rol, maar ook de particulier kan hierbij nuttig werk doen. ·
Een prentenboek van tegels Samenvattend kunnen we zeggen dat de tegels in vorige eeuwen heel belangrijk waren voor ons land. Ze brachten voor velen werk. Ze dienden als decoratief element in de woningen. Het belangrijkst was waarschijnlijk nog wel de educatieve funktie. In een tijd dat boeken een zeldzaamheid betekenden en kranten nog niet of amper bestonden, waren de afbeeldingen op tegels een hulpmiddel voor groot en klein om met bepaalde begrippen kennis te maken. Een voorstelling van dieren uit andere landen kon men opdoen van de tegels. De jeugd maakte via de tegels kennis met alle soorten schepen . die gebouwd werden: we waren tenslotte
Ook nu nog hebben de tegels een belangrijke funktie. Bijvoorbeeld voor het reconstrueren van kinderspelen of spelen voor volwassenen uit vroeger tijden, voor het bepalen van beroepen die toentertijd bestonden en voor de kennis van gereedschappen en materialen, die daarbij gebruikt werden. Soms ook voor de aard van de gebouwen waarover men beschikte. Alles bij elkaar vormen de wandtegels, die we nog in ons land hebben, een bezit van cultuur-historische waarde, waarop we niet zuinig genoeg kunnen zijn ..
Arie OZ.sthoorn
Midden-Delfkrant Actie tegen Blankenburgtunnel
Onlangs is de Aktiegroep 'Behoud Lickebaert' opgericht, die ageert tegen de aanleg van de Blankenburgtunnel en van (een gedeelte van) Rijksweg 24 door het Lickebaertsgebied. Om een eenzijdige 'Rozenburgse visie' tegen te gaan acht de actiegroep het noodzakelijk dat ook de tegenargumenten van de gemeentebesturen en inwoners van Vlaardingen, Maassluis en Maasland worden gehoord. De actiegroep doet een dringend beroep op eenieder om zijn bezwaren kenbaar te maken. U dient uw protestbrief te richten aan: De Raad voor de Waterstaat, Postbus 20906, 2500 EX 's-Gravenhage. Het secretariaat van de actiegroep: Zuiddijk II, 3I45 AR Maassluis, telefoonnummers (OI899) I52 II, I I 6 55, 2 45 60.
Minister keurt deelplan Lickebaert goed De Minister van Landbouw en Visserij heeft zijn goedkeuring gehecht aan het ontwerp deelplan Lickebaert. Door het College van Gedeputeerde Staten is besloten het .ontwerp deelplan ter inzage te leggen van IS januari I987 tot en met I4 februari I987. De bezwarentermijn is opengesteld tot en met 28 februari I987. Inlichtingen bij het Bureau van Uitvoering Midden-Delfland Foppenpolder I c, 3I55 EA Maasland, telefoon (OI899) 2 20 II.
Register 1977-1986
Met dit nummer van de MiddenDelfkrant wordt de tiende jaargang voltooid. Een goede aanleiding om weer een register samen te stellen. (Er was reeds een register van de eerste yier jaargangen en van de vijfde jaargang.) Onze immer actieve redacteur Frans Assenberg heeft dit karwei geklaard. Er zijn in dit nieuwe register, dat tevens de voorgaande vervangt, 3I rubrieken onderscheiden en bovendien zijn er ingangen op auteur, op foto's en illustraties en op topografische benaming. U ontvangt het register tezamen met de vo lgende MiddenDelfkrant.
13
Het spoelingsdistrict
Wanneer ik tegen een jongere Rotterdammer vertel dat mijn grootvader tot aan de Eerste Wereldoorlog een boerderij dreef aan de Beukelsdijk,dan is doorgaans verwondering mijn deel. De verwondering stijgt als ik vertel dat hij regelmatig met z'n koeien de spoorlijn overstak om zijn land ter hoogte van de tegenwoordige Diergaarde Blijdorp te bereiken. Toch was de Beukelsdijk tot aan de eeuwwisseling een typisch landelijk stukje Overschie. 's Zondags rolden de kapwagens in optocht langs de Delfshavense Schie naar de grote dorpskerk. Ook hier heetten ze Poot, Zeeuw of hadden ze een van die andere namen uit het gebied van Midden-Delfland . Later toen ze werden opgejaagd door de zich uitbreidende stad Rotterdam, kochten ze met de opbrengst van het land zo dicht mogelijk in de buurt een ander bedrijf. Diversen kwamen in Overschie of aan de Polderweg in Kethel terecht. Er zou weinig aanleiding Z1Jn om het bovenstaande te memoreren als niet mijn grootvader - geboren in I877 zo rond I920 zijn herinneringen aan het boerenbedrijf van het einde van de vorige eeuw aan het papier had toevertrouwd (I).
Boerderij aan de Beuketsdijk (1922)
Daarnaast legde hij Z1Jn persoonlijke opvattingen vast in een dagboek, dat een aardig kijkje geeft op de mentaliteit in die periode. Een flink deel van zijn herinneringen handelt over de spoelingboeren en het spoelingdistrict. Veel mensen weten tegenwoordig niet eens meer wat dat is. Voor alle zekerheid: spoeling was - en is - het afvalprodukt van de mouterijen, het vloeibare drabbige overschot in het voorproces tot de jeneverfabricage. De distributie van spoeling kan dan ook alleen maar plaatsvinden in de buurt van plaatsen waar zich mouterijen en jeneverstokerijen bevinden en daarvan was Schiedam vele jaren het onbetwiste middelpunt. Maar ook in Delfshaven, Overschie en Delft waren branderijen te vinden. Zo was er in Overschie een grote branderij te vinden nabij de Hoge Brug en één op de Delftweg.
14 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986 De jeneverproduktie
hij 'geen tijd' meer voor. 's Maandags naar de markt in Rotterdam, dinsdag de grote transactiedag, woensdag uitgaansdag, donderdag de Delftse veemarkt . en vrijdag de Leidse marktdag.
Terwijl bier van oudsher in onze streken werd gebrouwen, dateert het maken van gedistilleerd pas uit de zestiend~ eeuw. Vrij zeker is het overgenomen uit Frankrijk waar de eau de vie of brandewijn reeds langer een bekende drank was. Het begon in ons land als kleinbedrijf, in de loodsjes van de brandewijnmaker maar in de loop van de zeventiende eeuw ontwikkelde deze tak van nijverheid zich tot een bloeiende exportindustrie. Circa 1750 waren er in Schiedam zo ongeveer 125 branderijen. Later zou dat aantal nog aanzienlijk toenemen. De wijn is dan al lang als grondstof vervangen door graan, een veel gemakkelijker te verkrijgen artikel. Na een terugval onder de Napoleontische tijd beleefden de jeneverstokerijen in de tweede helft van de vorige eeuw een nieuwe bloeiperiode. Het hoge drankgebruik bracht met zich mee .dat er ook veel spoeling werd geproduceerd. Deze was uitermate geschikt als veevoer. De veehouders in dit deel van Nederland konden daardoor beschikken over een goedkoop voedingsmiddel voor een grote veestapel op een betrekkelijk klein stuk land. Wie zich voor de laatste Wereldoorlog op een warme zomeravond wilde verpozen door een wandeling door de polders - bijvoorbeeld langs de Polderweg - kon overal de weeïge zoete lucht waarnemen. Een luch.t - of stank? om nooit te vergeten. Ouderen onder ons zullen zich nog wel herinneren hoe grote koppels ossen op kleine perceeltjes weiland stonden, waarop in het midden een lange houten bak op schragen. De dieren deden zich bijna tot berstens toe tegoed aan het hete, soms nog bijna kokende afvalprodukt. De koppen vaak tot boven de ogen toe in de spoeling gestoken om toch vooral het mais of erwtenmeel danwel de stukjes lijnkoek of 'kluitjes ' te bemachtigen. Zo'n veertig tot zestig stuks melk- of mestkoeien per veehouder was geen zeldzaamheid. Mijn grootvader spreekt over een melkwinning van zes- tot achthonderd liter per dag, uitgezonderd het mestvee. Dat waren vaak 'staalossen'. Die liepen in de winter bij de grote bouwboeren in de Hoekse Waard buiten bij het erf rond en kregen meestal hard voer van het bouwland, vooral ongemalen erwten of bonen. Voor leken zagen deze dieren er soms bepaald onooglijk uit. Je zag de botten door het vel. Doch waren deze dieren eenmaal overgeplaatst naar het spoelingdistrict en hadden zij de smaak van het Schiedamse nat te pakken, dan werden zij als het ware met stoom vet gemest en waren ze zes à zeven weken later geschikt voor de export naar België of Engeland. De spoelingboer hield zichzelf vaak nip~ meer met het vee bezig. Daar had
Behalve inwonende zoons waren er dikwijls een vaste- op z'n Overschies - 'wurfknecht' , een vaste spoelinghaalder, een melkrijder en één of meer knechts. En daarnaast nog vaak een aantal Duitse hulpkrachten. De familie Poot aan de Beukelsdijk had wel zeven of acht 'moffen' in dienst om dè in het voorjaar wel twee- of driehonderd koeien te verzorgen. Bij de hooioogst kwamen daar dan nog hannekemaaiers bij. De meeste veehouders hadden daarvoor ook jaarlijks hun vaste mensen. De hooioogst was in deze streken bijzonder zwaar maar in kwaliteit en kwantiteit stond hij hoog genoteerd. Door de buitensporige bemesting was het gras zwaar en vet, zgn . varkensgras. Direkt na de hooioogst we rden de kale weiden (de et-groenen) zo gauw mogelijk weer door schapen, ossen of koeien bezet. Overal werden kuipen geplaatst om het magere vee weer gauw vet te mesten en het land te bemesten .
Boven : detail van de TopogPafische en MilitaiPe kaaPt uit + 1850 OndeP: boePdePijtje aan- de PoldePVaaPt aquaPel dooP D. VePheul + 1928. Op de vooPgPond Peehts is nog ]uist een spoelingagoot te zien.
Ook de boerinnen en dochters konden niet stil blijven zitten. Zij moesten zorgen voor de grote was met de zware werkbroeken en blauwe kielen of boezeroenen, voor het versterken van de inwendige mens van vaak een stuk of vijftien mensen, voor het meehelpen met melken of voor het dagelijks schuren van de twintig of dertig koperen 'kannen'. Een bovenen ondermeid vulden op de grote boerderijen het personeel aan.
Midden-Delfkrant
Vee dat ziah tegoed doet aan spoeting. Oost Abtspotder, Koninginnedag + 1930. De boerenhemel In feite waren de grote spoelingboeren aan het einde van de vorige eeuw meer handelslieden dan eenvoudige boerenmensen. Tegenspraak van hun personeel duldden zij niet. Zij vroegen vaak het uiterste van hun mensen. Soms waren er getrouwde boerenarbeiders die hun kinderen alleen op zondag een paar uur zagen. Konden die grote boeren zich financieel al goed roeren, dat werd soms nog beter als grondspeculanten zich interesseerden voor in de nabijheid van de stad gelegen land. Het overtollige geld werd bij voorkeur belegd in Russische waardepapieren. 'Vadertje Czaar' gaf de hoogste rente. Vele nakomelingen hebben hiervan de wrange vruchten ~eplukt.
teel wat rentenierende boeren lieten .n Overschie een villa bouwen. Om die ·eden werd de Rotterdamse Rijweg van ~ erschie naar Rotterdam soms wel pottend de 'boerenhemel' genoemd. oor een complex van redenen kwam
aan het spoelingdistrict een einde. Eén van de belangrijkste daarvan is wel dat de boeren in onderlinge concurrentie de prijs van de spoeling opdreven. Deze prijs werd dagelijks door de spoelingscommissie,naar gelang de vraag, vastgesteld. Een andere reden is dat de kwaliteit van de spoeling nogal achteruit ging -doordat men veel meer waardevolle bestanddelen uit het produkt kon halen. Later werd het veelal in gedroogde vorm verwerkt in mengvoeders . Bij de bietenpulp heeft zich een vergelijkbaar proces voorgedaan. Veel boerezoons trokken weg, soms naar het buitenland. De periode van het zakendoen was voorbij. Geleidelijk aan werd het minder en minder. In Schiedam rest nog slechts één moutwijnfabriek. 'Hollandia', sinds 1923 onderdeel van het Gist-Brocades concern, die de onvervalste (46%) moutwijn levert aan een groot deel van de vaderlandse jeneverindustrie Voor zover deze tegenwoordig althans nog gebruik maakt van moutwijn. En dat is nog het meeste bij de oude jenever. Een tweetal bedrijven verhandelt de overgebleven spoeling
15
aan veehouders. Dat zijn de firma Van der Kooij in Schipluiden en de firma Kerkhof aan de Polderweg in Kethel. De laatste heeft nog circa 60 vaste afnemers, over een flink gebied verspreid. Niet onvermeld mag blijven dat de Handelsmaatschappij UTO plannen heeft om een nieuwe moutfabriek te stichten met een gedeeltelijke museumfunk tie. De spoelingschouw Over één element hebben wij nog niet gesproken, namelijk het transport van de spoeling. Dat vond overwegend per boot plaats. Van deze schuiten- 'spoelingschouwen' geheten - moet men zich niet teveel voorstellen. Het waren een klein soort westlanders, oorspronkelijk van hout maar later ook wel van ijzer. Zij waren van boven afgedekt met planken en hadden in het midden een grote houten pomp. Het bootje werd gewoonlijk voortgetrokken door één man met een zeel om het middel. De zeel was door een lijn met de spoelingschouw verbonden. Een enkele maal werd de schouw niet gejaagd maar voortgeboomd of stond
Midden-Delfkrant
Vee dat zich tegoed doet aan spoe Zing . Oost AbtspoZder, Koninginnedag + 1930. De boerenhemel In feite waren de grote spoelingboeren aan het einde van de vorige eeuw meer handelslieden dan eenvoudige boerenmensen. Tegenspraak van hun personeel duldden zij niet. Zij vroegen vaak het uiterste van hun mensen. Soms waren er getrouwde boerenarbeiders die hun kinderen alleen op zondag een paar uur zagen. Konden die grote boeren zich financieel al goed roeren, dat werd soms nog beter als grondspeculanten zich interesseerden voor in de nabijheid van de stad gelegen land. Het overtollige geld werd bij voorkeur belegd in Russische waardepapieren. 'Vadertje Czaar' gaf de hoogste rente . Vele nakomelingen hebben hiervan de wrange vruchten geplukt . Heel wa t rentenierende boeren lieten in Overschie een vi lla bouwen. Om die reden werd de Rotterdamse Rijweg van Overschi e naar Rotterdam soms wel spottend de 'boerenhemel' genoemd. Door een complex van redenen kwam
15
aan veehouders. Dat zijn de firma aan het spoelingdistrict een einde. Van der Kooij in Schipluiden en de Eén van de belangrijkste daarvan is firma Kerkhof aan de Polderweg in wel dat de boeren in onderlinge concurrentie de prijs van de spoeling Kethel. De laatste hèeft nog circa 60 vaste afnemers, over een flink opdreven. Deze prijs werd dagelijks door de spoelingscommissie,naar gebied verspreid. Niet onvermeld mag blijven dat de gelang de vraag, vastgesteld. Een andere reden is dat de kwaliteit Handelsmaatschappij UTO plannen van de spoeling nogal achteruit heeft om een nieuwe moutfabriek te ging -doordat men veel meer stichten met een gedeeltelijke waardevolle bestanddelen uit het museumfunk tie. produkt kon halen. Later werd het veelal in gedroogde vorm verwerkt in De spoelingschouw mengvoeders. Bij de bietenpulp heeft Over één element hebben W~J nog niet zich een vergelijkbaar proces gesproken, namelijk het transport voorgedaan. van de spoeling. Dat vond overwegend Veel boerezoons trokken weg, soms per boot plaats. naar het buitenland. De periode van Van deze schuiten- 'spoelingschouwen' het zakendoen was voorbij. geheten - moet men zich niet teveel Geleidelijk aan werd het minder en voorstellen. Het waren een klein minder. In Schiedam rest nog slechts één soort westlanders, oorspronkelijk moutwijnfabriek. 'Hollandia', sinds van hout maar later ook wel van ijzer. 1923 onderdeel van het Gist-Brocades Zij waren van boven afgedekt met concern, die de onvervalste (46%) planken en hadden in het midden een moutwijn levert aan een groot deel van grote houten pomp. Het bootje werd de vaderlandse jeneverindustrie gewoonlijk voortgetrokken door één Voor zover deze tegenwoordig althans man met een zeel om het middel. De nog gebruik maakt van moutwijn. En zeel was door een lijn met de dat is nog het meeste bij de oude spoelingschouw verbonden. Een enkele maa l werd de schouw niet jenever. Een tweetal bedrijven verhandelt de overgebleven spoeling gejaagd maar voortgeboomd of stond
16 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986
In Memoriam M.C.M. van Adriahem
Op Tweede Kerstdag werden we opgeschrikt door het overlijdensbericht van de heer M.C.M. van Adrichem, onder meer vicevoorzitter van de Stichting Westlands Centrum voor Streekhistorie. De heer Van Adrichem, die vanaf het eind van de jaren vijftig actief de regionale geschiedenis beoefende, is in de omgeving van het Westland bij een breed publiek bekend geworden door zijn talloze lezingen. Schijnbaar onvermoeid maakte hij gedurende lange tijd velen deelgenoot van zijn kennis op historisch gebied. In Schipluiden en Maasland verzorgde hij in het verleden onder meer lezingen over "'Bedijkingen en ontginningen in het Westland', 'Het kasteel Keenenburg in Schipluiden' en 'De Dui"tse Orde in Maas land' . Naast een begaafd spreker was hij ook een bekwame organisator. Mede door zijn inspanningen werden in de jaren 1970-1975 in elf verschillende plaatsen in het Westland historische werkgroepen opgericht, die vanaf 1976 participeerden in de Stichting Westlands Centrum voor Streekhistorie. In 1980 was hij ook betrokken bij de oprichting van onze Werkgroep Historie en Landschap van Midden-Delfland. Hij heeft destijds als eerste in de regio gewezen op het belang van het inventariseren van bepaalde cultuurhistorische waarden. Zoals bekend zijn inmiddels in Midden-Delfland drie van dergelijke onderzoeken verricht. De heer Van Adrichem stond op het er een zeil op. Bij het aanlegsteiger· van de boerderij bevond zich een houten goot ~aarin door middel van de pomp aan boord van de schuit de _, spoeling uit het ruim werd gepompt. Via een stelsel van goten stroomde de spoeling naar de bakken of kuipen. Het Stedelijk Museum te Schiedam is in het bezit van één van de weinige overgebleven - ijzeren spoelingschouten. Na restauratie zal deze tentoongesteld worden. In de winter konden de vele spoelingschouwen niet varen en vond het transport plaats met zgn. spoelingskisten. De landwegen in de omgeving waren dan gevuld met lange rijen van dergelijke wagentjes. Zo gauw mogelijk werd, wanneer de dooi inviel, het ijs gebroken. Men hakte een zware schouw los uit het ijs en met zo'n twintig paarden ervoor werd er een 'slop' gemaakt. Koning Winter moest ruim baan ·maken voor de gewone gang van zaken. De jaaglijnen werden van de zoldering gehaald, waar ze
punt om de organisatie van het SpoeZingschouw in de DeZftse Schie. streekhistorisch werk in het Westland Links de boerderij van Van der VZugt in de noordpunt van de Oost AbtspoZder. aan anderen over te dragen. Hij
war en opgeborgen om te drogen en het rotten te voorkomen. Zou er nog iemand zijn die het verdwijnen van de spoelingschouw betreurt?
J. van den Berg Dzn. (1)
De aanteken~ngen van mijn grootvader werden gebundeZd in een gestenaiZde uitgave van de HoZZ. Mij. voor Landhouw in 1935: "De ouderdom verteZt aan de jeugd of: Wat ik in mijn dorp heb beZeefd" door J. van den Berg Dzn. Daarnaast maakte ik gebruik van aantekeningen van mijn vader, de heer D. van den Berg Jzn. en van een artikeZ in het bZad Schuttevaer van 19 maart 1971.
wilde het wat rustiger aan gaan doen en was van plan om zich wat meer op het voorbereiden van publicaties te richten. Helaas heeft hij deze tijd niet meer gekregen. Onze gedachten van medeleven gaan in de eerste plaats uit naar de achterblijvende naaste familieleden. De Werkgroep Historie en Landschap zal zijn waardevolle adviezen in de toekomst missen. Wat echter blijft, is de herinnering en het plezier dat de heer Van Adrichem velen heeft gegeven in de beleving van de streekhistorie. Er is door hem op dit terrein heel veel in gang gezet; zijn naam zal daaraan dan ook voor altijd verbonden blijven.
Jacques Moerman Coördinator Werkgroep Historie en Landschap van Midden- DelfZand
17
Midden-Delfkrant Weidevogelbescherming Voor het vijfde achtereenvolgende jaar zijn 1n 1986 in Schipluiden en in Maasland (vierde jaar) in georganiseerd verband nesten van weidevogels opgespoord en waar nodig beschermd. In dit artikel staan de resultaten van de Weidevogelwacht Klaas Engelbrechtspolder (Schipluiden) yan dit jaar en het aantalverloop hier over vijf jaar. In deze groep werkten 13 weidevogelwachters samen met 24 veehouders van de hele Klaas Engelbrechtspolder, van de halve Woudse Polder en uit enkele delen van de Dorp- en Kerkpolder. Verloop van het seizoen Doo r de lange winter, maar vooral door de kou in april, kwam de grasgroei later op gang dan normaal. Toen het gras eindelijk lang genoeg was mochten de koeien niet naar buiten vanwege de ramp in Tsjernobyl. Al met al begon het weiden gemiddeld één week later (rond JO mei) en het maaien twee weken later dan normaal (rond 24 mei). Het maaien werd begin juni onderbroken door een periode met veel regen. Hierdoor werden meer percelen dan in andere jaren pas na JO juni gemaaid. Ook de vogels (vooral de vroeg beginnende: kievit, grutto ) waren 1- 2 weken later dan anders. Verloop broedseizoen weidevogels I.
Kievit De aankomst van de eerste vogels lag ergens in begin maart; rond 20 maart lagen de eerste eieren in het land. Door het koude weer van begin april gingen veel eieren verloren; enerzijds doordat de vogels stopten met broeden, anderzijds door predatie door kraaien en de soms in groten getale aanwezige meeuwen. De vogels wachtten blijkbaar beter weer af, want na de w~ersverbetering op JO april was er een vrij massale eileg . Dit al l es is terug te vinden in het verloop van het uitkomen van nesten: er is een eerste piek in uitgekomen l egsel s rond I mei en een twe e d e, v erlat e , pi e k in de week van I 5-22 me i.
Br oeds ucce s (z i e tabel I) He t ve rli e s aan e i eren was dit jaar grot e r dan anders (normaal r ond 30%) , waar van nu mee r dan de he lft do or predati e (meeuwen etc .). De ver l iezen door agr a ri sche ak tiv it ei ten ( rollen , weiden , e tc .) wa r en wa t hoger dan normaal (normaal r ond 5%) .
Door het vermogen van de kievit om een verloren gegaan nest te kunnen compenseren door een vervolglegsel, kwam het aantal uitgekomen eieren toch nog boven de drie eieren per geteld broedpaar. Dat moet onder normale omstandigheden hoog genoeg zijn om voldoende jongen groot te hebben kunnen. brengen. De jonge kieviten troffen vlak na het uitkomen meest vrij gunstig weer zodat het broedsucces van de kievit in 1986 waarschijnlijk goed is geweest.
2. Grutto De aankomst van de eerste grutto's lag ook in begin maart. Rond begin april begonnen de eerste grutto's met het leggen van eieren. Deze gingen grotendeels verloren (kou, predatie). De meeste grutto's begonnen daarom dit jaar pas na JO april. Dat leidde tot maar enkele vroeg uitgekomen nesten rond I mei, terwijl de meeste kort na half mei uitkwamen. Broedsucces (zie tabel I) Er was dit jaar een vr~J groot verlies aan eieren, waarvan de meeste door predatie vroeg in het seizoen. Het verlies aan eieren door agrarische aktiviteiten was iets hoger dan andere jaren. Toch kwam het aantal uitgekomen eieren per geteld broedpaar nog vrij hoog uit,
mede dankzij enkele late vervolglegsels. Doordat de uitkomstpiek vlak voor het vr~J massale begin van het maaien viel, werden regelmatig jonge grutto's gezien in te maaien percelen. Er waren weinig berichten over slachtoffers. Doordat het maaien begin juni werd opgehouden door een periode met veel regen (wat · veehouders niet goed uitkwam), bleven er in de polder nog vrij lang percelen met lang gras aanwezig. Hierop bevonden zich vaak jonge grutto's die op percelen met lang gras minder opvallen voor predatoren dan op percelen met kort gras. Mede door waarnemingen in juni van meerdere gruttoparen met twee of drie jongen is er de indruk achtergebleven dat de grutto toch een goed broedseizoen heeft gehad. 3. Tureluur
De terugkomst van de eerste vogels lag rond half maart . De eileg begon massaal na half april doordat de vroeg beginnende individuen door het koude weer waren opgehouden. Dat leidde dit jaar tot een sterke piek in het uitkomen van eieren in de week van 15- 22 mei. Broedsucces (zie tabel I) Het verlies aan eieren lag op een normaal niveau met meer verlies aan gepredeerde eieren dan normaal. Het verlies door agrarische aktivi· teiten lag op een even laag niveau als andere jaren. Het aantal uitgekomen eieren per geteld broedpaar lag met 2,9 ei waarschijnlijk op een voldoende hoog niveau voor de vogels om ondanks verliezen toch nog voldoende jongen groot te kunnen brengen. Er kwamen vrij vaak waarnemingen van jonge tureluurs op te maaien percelen. Ondanks enkele slachtoffers wisten veel jongen, soms met hulp van de veehouder, op tijd weg te komen . De eindindruk is dat 1986 een redelijk jaar is geweest voor de tureluur.
4. Scholekster De eerste vogels waren half maart terug. Scholeksters begonnen dit jaar later dan normaal met de eileg :
Tabel I. Broedresultaten Totaal aantal gevonden eieren Totaal verliespercentage Verliespercentage a. g . v . predatie Verliespercentage a.g. v. agrarische werkz aamheden Aantal eieren uit per broedpaar
Kievit
Grutto
J.4T9
~
46 .2 % 26. 77.
Tureluur 141 26.9% 35.5 % 21 .6 7. I 9. I 7.
8 . 7%
7. 2%
2. 1%
3 .2
3. 0
2. 9
Scho lekster 126 33.3 % 15 .9% 10.3% 2.5
18 tiende jaargang nr. 5/6, december 1986 rond I mei. Dat leidde tot een vr1J massale uitkomstpiek rond begin juni. Dit jaar begonnen minder scholeksters dan anders na de eerste snee nog met het leggen van eieren. Broedsucces (zie tabel I) Het verlies aan eieren was vrij normaal (1/3), waarvan de helft door predatie. Het verlies aan eieren door agrarische aktiviteiten was dit jaar relatief groot doordat een aantal nesten op beweide percelen niet tijdig werd beschermd. Het aantal uitgekomen eieren per geteld broedpaar kwam voor de scholekster hoog genoeg uit om te kunnen verwachten dat normaal voldoende jongen groot worden. Jonge scholeksters bevinden zich meestal op percelen met kort gras en lopen daardoor weinig risico door het maaien. Het grootste risico bestaat dan uit kans op predatie en sterfte door ongunstige weersomstandigheden. Hoewel het deze zomer wat aan de droge kant is geweest, bestaat de indruk dat de scholekster t och een redelijk broedseizoen achter de rug heeft .
5. Slobeend In totaal werden 6 paar gesignaleerd en 3 nesten gevonden. De gevonden G:rutto nesten gingen allemaal verloren. Ge l ukkig werden in de loop van het seizoen 3 verschillende eendjes met Tabel 2. Resu l taten ne s t bescherming na plaats en van merkstokken en/ of in totaal 26 jongen gesignaleerd . nestbeschermers Dat is dan toch nog een goed resultaat voor de slobeend, hoewel het aantal· Kievit Grutto Tureluur Scholekster verloren gegane nesten tot nadenken -----z;zs -w4 Totaal aantal nesten 36 37 stemt . 21. 17, Percentage te beschermen nesten 21.2% 25.0% 48.6% Resultaat beschermde nesten 52.5% 78.0 % 57 .I % 91.8 % 6. Zomertaling In totaal werden 3 paartjes gesignaleerd.· Er werden in de loop van het seizoen geen ouders met jongen waargenomen maar ook geen slachtoffers bij het maaien. Daarom bestaat de lichte hoop dat er mogelijk toch nog een broedsucces is geweest.
7. Kuifeend
150 140 kievit
130 120
90 80
In totaal werden 8 paar gesignaleerd en 3 nesten gevonden. Van deze nesten kwamen er 2 uit, waarvan I na omheen-maaien. Verder werden nog nesten gevonden van wilde eend, veldleeuwerik, patrijs en fazant.
70 60
grutto
50 40 tureluur scholekster
30 20
Zie voor tabel 2. blad 4. In tabel 2 valt op dat blijkbaar, ondanks het verlate agrarische seizoen, toch nog vrij veel nesten ten tijde van beweiden en maaien aanwezig waren. Van de scholekster als laat broedende
kuifeend slobeend zomertal in
10 0
1982 Fig. I
1983
1984
1985
1986
Broedpaarverloop Klaas Engelbrechtspolder
Midden-Delfkrant vogel stemt dit verder overeen met gegevens van andere jaren. Uit het resultaat blijkt dat de scholekster goed wist te profiteren van de nestbescherming. Dat geldt in mindere mate voor kievit en tureluur. Hier kwamen vogels na het plaatsen van nestbeschermers of omheen-maaien s oms niet meer terug op de eieren. Dit stemt voor de kievit niet, voor de tureluur wel overeen met gegevens uit andere jaren. De resultaten steunen de stelling van weidevogelswachters en veehouders dat nestbescherming leidt tot meer uitgekomen nesten dan ingeval van geen nestbescherming. Een vergelijking van aantallen vogels over een langdurige periode zal mogelijk laten zien of er een ontwikkeling is in de stand van weidevogels. Broedver l oop Door wisselingen in het werkgebied van de weidevogelwacht is een exacte vergelijking over 5 jaar alleen mogelijk voor de Klaas Engelbrechtspolder (295 ha). Uit figuur I kunnen nog geen echte tendenzen worden afgeleid . Ten eerste is daar een nog langere periode voor nodig van tellen en vastleggen van allerlei invloeden; ten tweede moet er een statistische toets op de cijfers inderdaad si gnificant afwijken. Er kan nu hoogstens worden gesproken over aamvi j zingen: Kievit: lijkt iets toe te nemen. Grutto: sterke schommelingen, weinig te zeggen over verloop. · Tureluur: lijkt gestaag toe te nemen. Scholekster: constante schommeling onvast aantal. Slobeend: weinig verandering; lage aantallen. Zomertaling: idem. Kuifeend: mogelijk toegenomen tot 1984, daarna stabilisatie.
BlaWJJe reiger
Wintervogel
Conslusie Weidevogelwachters en veehouders zijn overtuigd van het nut van nestbescherming. Het blijkt ook in Midden-Delfland voor veehouders mogelijk om in een moderne bedrijfsvoering ruimte te creëren voor weidevogels. De aantallen weidevogels per 100 ha liggen op een niveau dat op slechts enkele andere plaatsen in Zuid-Holland t.rordt aangetroffen. Verdere ontwikkeling van met name vrijwillig weidevogelbeheer zal mogelijk kunnen laten zien welke mogelijkheden er op moderne bedrijven liggen, zonder dat dit ten koste van de bedrijfsvoering gaat.
Hij staat daar roerloos aan de sloot, de magerende reiger, ineengedoken, rafels aan de jas, een stille, koude zwijger. Kil, als 't 1JZ1g winterland het ijle, peinzend riet, asceet, bezonken en sereen, een grijze heremiet . Hij ducht de held're zomer al, vol onbedoeld gerucht. De winter die hem beter past. De wijze vogel vast.
Anton van der Marcke Aad van Paassen
19
20
Midden-Delfkrant tiende jaargang nr. 5/6, december 1986
Recreatie in Midden-Delfland
De watersport is wel de oudste tak van de sport die in georganiseerd verband bedreven wordt in dit gebied. In 1930 kocht de familie Van Dijk het Jachthuis en dat werd het eerste 'stekkie' voor de zeilers om te overnachten, met gelegenheid om een drankje te drinken, een kaartje te leggen of een verhaal te vertellen. Het duurde tot 1936 dat een aanta.l zeilers de idee opperde een eigen veren1g1ng op te richten. Naast de bekende Watersport Vereniging Vlaardingen, die buiten ·d e sluis op groot water zeilde (hetgeen als elitair beschouwd werd), zou dit een 'binnen'-vereniging moeten zijn voor de 'gewone' man, met Vaart en Vlieten als vaarmogelijkheid. Op 6 november 1936 werd de vereniging door 34 leden opgericht onder de naam Watersport Vereniging· De Bommeer, vanaf 1942 deel uitmakend van het K.N.W.V. (Koninklijk Nederlands Watersport Verbond). December 1940 werd een fonds gesticht voor clubhuis en steigers, waarmede een oude schuur op de toenmalige werf Buisman werd omgebouwd tot een eigen onderkomen. In 1945 kwamen er v lotten in de toenmalige Spoorhaven, waar de accomodatie slecht was en de boten daardoor in 1947 een plaats 'binnen' kre gen op de Vlaardingse Vaart, achter de werf van Phi l Borst. Het duurde tot 1956 voordat de werf van Buisman aangekocht kon worden , een ei gen be zit dat via de Gemeente Vlaardingen in 1961 geruild werd met de boerderij van Vellekoop in de Broekpolder ( thans voor de golfbaan ) . Door de zelfwerkzaamheid van de vereniging werd de koeiesta l omgebouwd tot winterberging, het terrein werd opgehoogd, steigers werden geslagen en een helling werd gebouwd met lier en kraan. Later werd de grote loods gebouwd en nog later vergaderkamer, archief, douches en toiletten in de voormalige koeiestal. In 1963 vond de officiële opening plaats van de jachthaven die nu tot de mooiste gerekend kan worden . Heeft u de vlaggemast wel eens bekeken? Een 17e eeuwse galjoenmast, geheel door de leden gerestaureerd en getuigd, geconserveerd in elf lagen vernis. De totale hoogte is 23 meter, de gaffel 6 meter, de onderra 6,5 meter: een uniek bezit in Nederland van de vereniging die is uitgegroeid tot + 350 leden en 286 ligplaatsen heeft.
Dit is slechts de geschiedenis van een vereniging die deel uitmaakt van de Studiecommissie Waterrekreatie , Midden-Delfland, die elf verenigingen vertegenwoordigt. Met als doel, het steeds kleiner wordend vaargebied te behouden en te beschermen. Een echte watersporter is een natuurliefhebber, die rust tracht te vinden vanuit de drukke stad , voor velen een spanningsgebied met flatneurose, verkeerslawaai en herrie. Zij willen in de natuur verblijven om te varen, te zeilen, te vissen, eventueel te overnachten, om te kunnen ontspannen en te recreëren , in het bijzonder voor vele oudere watersporters die soms met moeite hun boot nog kunnen onderhouden. Wij hopen dan ook, dat ondanks ingrijpende plannen, dit gebied voor ons tot in lengte van jaren behouden mag blijven, met rust en respect vo or de natuurwaarden.
Jac. Maan Jnz.
Boven : oude Zuchtopname van de VZaardingervaart . Van alle boten vaart er slechts één op de motor! Onder: clubhuis van de Watersport Vereniging De Sommeer .