2011-02
Oefenvragen Middle Management A Module Leiderschap
1.
Welke stijl van leidinggeven wordt bedoeld met het kernbegrip 'De kunst van het loslaten'? A. Uitleggen. B. Instrueren. C. Stimuleren. D. Delegeren.
2.
Het ontwikkelingsniveau is een combinatie van twee factoren. Welke factoren zijn dat? A. Instrueren en delegeren B. Begeleiden en stimuleren C. Motiveren en begeleiden D. Competentie en motivatie
3.
Wat is de beste leiderschapsstijl? A. De delegerende stijl B. De instruerende stijl C. De stimulerende stijl D. Deze bestaat niet.
4.
Wat stelt de aap voor bij Aapmanagement? A. Een idee. B. Een oplossing. C. Een sociale manager. D. Een probleem.
5.
Welke stijl van leidinggeven, volgens het model van Situatiegericht Leiderschap, hoort bij onderstaande uitspraak? Manager: "Welke aspecten van je nieuwe taken vind je nog lastig en zal ik nader uitleggen?" A. B. C. D.
Stijl 1 - Instrueren. Stijl 2 - Begeleiden. Stijl 3 - Stimuleren. Stijl 4 - Delegeren.
2011-02
6.
Welke stijl van leidinggeven, volgens het model van Situatiegericht Leiderschap, hoort bij onderstaande uitspraak? Manager: "Ik weet dat je zelf twijfels hebt, maar ik ben ervan overtuigd dat je deze opdracht aan kunt." A. B. C. D.
7.
Stijl 1 - Instrueren. Stijl 2 - Begeleiden. Stijl 3 - Stimuleren. Stijl 4 - Delegeren.
Welke stijl van leidinggeven, volgens het model van Situatiegericht Leiderschap, hoort bij onderstaande uitspraak? Manager: "Hier heb ik een opdracht van de directie. Het doel en de randvoorwaarden staan er duidelijk in. Men wil dat onze afdeling dit uitvoert. Wil jij de verantwoordelijkheid op je nemen?" A. B. C. D.
8.
Stijl 1 - Instrueren. Stijl 2 - Begeleiden. Stijl 3 - Stimuleren. Stijl 4 - Delegeren.
Welke stelling is juist? 1. Delegeren staat voor het overdragen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een leidinggevende aan een medewerker die lager in de organisatie staat. 2. Effectief gedrag van de leidinggevende bij de stijl delegeren bestaat onder andere uit het doornemen van de details van het werk, verwachtingen naar elkaar uitspreken, bewaken en evalueren van de afspraken. A. B. C. D.
Alleen stelling 1 is juist. Alleen stelling 2 is juist. Stelling 1 en 2 zijn beiden juist. Stelling 1 en 2 zijn beiden onjuist.
9.
Wat is de figuurlijke betekenis van het woord 'motiveren'? A. Het leggen van diverse contacten. B. Een uitdagende baan en een goed salaris. C. Het geven van goede instructies. D. Een ander interesseren en overtuigen.
10.
Waar houdt de letterlijke betekenis van het woord 'motiveren' verband mee? A. Het bereiken van de top. B. Het deelnemen aan sociaal verkeer. C. Het geven van leiding aan mensen. D. Het bevredigen van behoeften.
2011-02
11.
Welke stelling met betrekking tot de theorie van angstmotivatie is juist? 1. Angstmotivatie moet zonder uitzondering worden vermeden, omdat het is gebaseerd op intimidatie en macht. 2. Angstmotivatie moet zonder uitzondering worden vermeden, omdat het is gebaseerd op afdwingen en sancties. A. B. C. D.
12.
Alleen stelling 1 is juist. Alleen stelling 2 is juist. Stelling 1 en 2 zijn beiden juist. Stelling 1 en 2 zijn beiden onjuist.
De motivatie bij de productiemedewerkers is de laatste tijd weggezakt en tevens is de productiviteit gedaald. Het management besluit om het werk minder saai te maken door de medewerkers om de week het werk van een ander over te nemen (job rotation). Het gevolg is dat de motivatie nog verder wegzakt. Wat kan er hier aan de hand zijn, volgens het motivatiemodel (piramide) van Maslow? A. Productiemedewerkers zijn vooral geïnteresseerd in verbetering van de arbeidsomstandigheden (betere werkplek) en werken in de eerste plaats voor het salaris. Zij zijn daarom het beste te motiveren in laag 2 en niet in 3, 4 of 5 zoals hier is gebeurd. B. Het management probeert een heel team op dezelfde manier te motiveren, terwijl ze dit individueel moeten bekijken. Op deze wijze gaat het altijd fout. Doordat ze als één geheel worden behandeld komt men in opstand, waardoor de motivatie verder daalt. C. Het beste was geweest om de medewerkers eens aandacht te schenken, complimenten te geven, waardering te tonen in plaats van een collectieve maatregel door te voeren. Gezien de beschrijving is dit hoogstwaarschijnlijk nooit eerder gebeurd. D. Het management heeft geprobeerd te motiveren op niveau 4 in de piramide, misschien omdat zij zelf het werk saai vinden. Het is maar de vraag of ook deze medewerkers hiermee te motiveren zijn. Demotivatie kan ontstaan zijn doordat het management op niveau 2 (zekerheid) het één en ander heeft weggenomen.
13.
Hoe beantwoordt u boosheid van een medewerker? A. Door empathie te tonen voor zijn gevoelens. B. Door ook boos te worden vanwege zijn boosheid. C. Door te laten merken dat u verbale agressie niet accepteert. D. Door hem gelijk te geven waarna u het later opnieuw probeert.
2011-02
14.
Paul, een goede medewerker van u, mag naar een grote beurs in Duitsland en heeft zich hier bijzonder op verheugd. Helaas heeft u zijn beursbezoek een jaartje moeten uitstellen, omdat er door ziekte flinke onderbezetting is ontstaan. U vertelt dit in een persoonlijk gesprek aan Paul, waarop hij zeer boos reageert. Hij is niet voor rede vatbaar en schreeuwt u zelfs toe dat u een lomperik bent, het is hem nu echt duidelijk dat u hem niet mag..... Onterecht, want u bent juist zeer te spreken over Paul. Tijd om de emotie eerst maar eens wat te reduceren. Wat is volgens de theorie de meest effectieve eerste reactie? A. "Het is niet mijn bedoeling om jou hiermee te kwetsen en het is absoluut niet het geval dat ik je niet mag! Er is nu eenmaal onderbezetting waar we niets aan kunnen doen." B. "Ik merk aan je dat deze situatie heel vervelend voor je is. Je hebt je hier flink op verheugd, ik kan me dan ook voorstellen dat je er flink van baalt." C. "Ik kan me heel goed voorstellen dat je ervan baalt, je hebt gelijk. Ik zal mijn uiterste best doen om te kijken of ik het alsnog zo kan plannen dat je naar de beurs kan, maar ik kan niets beloven." D. "Ik kan me voorstellen dat je ervan baalt. Ik wil best kijken of we het op kunnen lossen, maar ik tolereer niet dat je mij een lomperik noemt."
15. Voor welke valkuil moet u oppassen bij de aanpak van rebelse medewerkers? A. U valt de medewerker persoonlijk aan. B. U speelt de bal in plaats van de man. C. U bent op de hoogte van alle feiten. D. U meet met slechts één maat.
2011-02
Oefenvragen Middle Management A Module Leiderschap 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
D D D D B C D A D D D D A B A