5 VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS VERVOERMIDDELENBEZIT-INDEX (VMB-INDEX ) TABEL 8
VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS VMB-INDEX Cumulative Cumulative VMB Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ > 2 wagens 490.4077 3.9 490.4077 3.9 2 wagens 3434.789 27.4 3925.196 31.3 1 wagen 6866.43 54.8 10791.63 86.2 Motor/bromfiets 83.08443 0.7 10874.71 86.8 Fiets 776.3055 6.2 11651.02 93.0 Geen/overig 871.1865 7.0 12522.2 100.0
Een VMB-index kan gebruikt worden als indicator voor het ‘mobiliteitsniveau’ van een gezin: hoe meer vervoermiddelen een huishouden bezit, des te mobieler is dat huishouden. Een huishouden dat geen enkel vervoermiddel bezit scoort het laagst, gevolgd door de huishoudens met enkel een fiets, enz. Uiteraard is deze index eenzijdig vermits er geen rekening gehouden wordt met de mogelijke beschikbaarheid van openbaar vervoer en de afstand van functies en voorzieningen. In een stedelijk gebied met een concentratie aan verschillende functies en een zeer dicht openbaar vervoernet is het perfect mogelijk om redelijk ‘mobiel’ te zijn zonder een eigen vervoermiddel te bezitten. Tabel 8 moet als volgt gelezen worden: de huishoudens in een bepaalde categorie kunnen wel de vervoermiddelen bezitten die lager in de kolom staan, maar niet de vervoermiddelen die erboven staan. In vergelijking met de verdeling van OVG2000-2001 zien we enkele verschilpunten. Zo vinden we in Vlaams-Brabant meer huishoudens die helemaal onderaan de VMB-index staan (geen/overig: 7,0% tegenover 5,9%) en eveneens meer huishoudens in de twee hoogste categorieën: 3,9% tegenover 2,8% voor Vlaanderen bij ‘meer dan 2 wagens‘ en 27,4% tegenover 24,2% voor Vlaanderen bij ‘twee wagens’.
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
14/40
TABEL 9
VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS VMB-INDEX EN AFSTAND VAN DE WONING TOT DE DICHTSTBIJZIJNDE BTM-HALTE TABLE OF ABTMH BY VMB
ABTMH
VMB(OVG VervoermiddelenIndex)
Frequency Percent Row Pct Col Pct
‚ ‚ ‚ ‚> 2 wage‚2 wagens‚1 wagen ‚Motor/br‚Fiets ‚Geen/ove‚ Total ‚ns ‚ ‚ ‚omfiets ‚ ‚rig ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 0-249m ‚ 139.94 ‚ 1044.8 ‚ 2398 ‚ 33.452 ‚ 324.36 ‚ 381.3 ‚ 4321.9 ‚ 1.12 ‚ 8.34 ‚ 19.15 ‚ 0.27 ‚ 2.59 ‚ 3.04 ‚ 34.51 ‚ 3.24 ‚ 24.18 ‚ 55.49 ‚ 0.77 ‚ 7.50 ‚ 8.82 ‚ ‚ 28.54 ‚ 30.42 ‚ 34.92 ‚ 40.26 ‚ 41.78 ‚ 43.77 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 250 - 499 m ‚ 97.336 ‚ 820.23 ‚ 1694.1 ‚ 9.9567 ‚ 189.69 ‚ 207.39 ‚ 3018.7 ‚ 0.78 ‚ 6.55 ‚ 13.53 ‚ 0.08 ‚ 1.51 ‚ 1.66 ‚ 24.11 ‚ 3.22 ‚ 27.17 ‚ 56.12 ‚ 0.33 ‚ 6.28 ‚ 6.87 ‚ ‚ 19.85 ‚ 23.88 ‚ 24.67 ‚ 11.98 ‚ 24.43 ‚ 23.81 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 500 - 999 m ‚ 133.79 ‚ 784.81 ‚ 1297.4 ‚ 12.509 ‚ 132.82 ‚ 114.09 ‚ 2475.5 ‚ 1.07 ‚ 6.27 ‚ 10.36 ‚ 0.10 ‚ 1.06 ‚ 0.91 ‚ 19.77 ‚ 5.40 ‚ 31.70 ‚ 52.41 ‚ 0.51 ‚ 5.37 ‚ 4.61 ‚ ‚ 27.28 ‚ 22.85 ‚ 18.90 ‚ 15.06 ‚ 17.11 ‚ 13.10 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 1 km - 1.999 km ‚ 50.767 ‚ 449.73 ‚ 603.58 ‚ 7.5516 ‚ 58.612 ‚ 61.612 ‚ 1231.8 ‚ 0.41 ‚ 3.59 ‚ 4.82 ‚ 0.06 ‚ 0.47 ‚ 0.49 ‚ 9.84 ‚ 4.12 ‚ 36.51 ‚ 49.00 ‚ 0.61 ‚ 4.76 ‚ 5.00 ‚ 8.79 ‚ 9.09 ‚ 7.55 ‚ 7.07 ‚ ‚ 10.35 ‚ 13.09 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 2 km - 5 km ‚ 39.43 ‚ 145.89 ‚ 265.99 ‚ 4.396 ‚ 18.968 ‚ 9.1768 ‚ 483.85 ‚ 0.31 ‚ 1.17 ‚ 2.12 ‚ 0.04 ‚ 0.15 ‚ 0.07 ‚ 3.86 ‚ 8.15 ‚ 30.15 ‚ 54.97 ‚ 0.91 ‚ 3.92 ‚ 1.90 ‚ 8.04 ‚ 4.25 ‚ 3.87 ‚ 5.29 ‚ 2.44 ‚ 1.05 ‚ ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ meer dan 5 km ‚ 3.4855 ‚ 28.608 ‚ 57.806 ‚ 0.8514 ‚ 8.4066 ‚ 3.7263 ‚ 102.88 ‚ 0.03 ‚ 0.23 ‚ 0.46 ‚ 0.01 ‚ 0.07 ‚ 0.03 ‚ 0.82 ‚ 3.39 ‚ 27.81 ‚ 56.19 ‚ 0.83 ‚ 8.17 ‚ 3.62 ‚ ‚ 0.71 ‚ 0.83 ‚ 0.84 ‚ 1.02 ‚ 1.08 ‚ 0.43 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ geen idee ‚ 3.1721 ‚ 28.065 ‚ 82.349 ‚ 0.8263 ‚ 4.8165 ‚ 14.291 ‚ 133.52 ‚ 0.03 ‚ 0.22 ‚ 0.66 ‚ 0.01 ‚ 0.04 ‚ 0.11 ‚ 1.07 ‚ 2.38 ‚ 21.02 ‚ 61.68 ‚ 0.62 ‚ 3.61 ‚ 10.70 ‚ ‚ 0.65 ‚ 0.82 ‚ 1.20 ‚ 0.99 ‚ 0.62 ‚ 1.64 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ blanco, (meer da ‚ 22.48 ‚ 132.6 ‚ 467.14 ‚ 13.542 ‚ 38.642 ‚ 79.6 ‚ 754 n 5 km ?) ‚ 0.18 ‚ 1.06 ‚ 3.73 ‚ 0.11 ‚ 0.31 ‚ 0.64 ‚ 6.02 ‚ 2.98 ‚ 17.59 ‚ 61.95 ‚ 1.80 ‚ 5.12 ‚ 10.56 ‚ ‚ 4.58 ‚ 3.86 ‚ 6.80 ‚ 16.30 ‚ 4.98 ‚ 9.14 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ Total 490.408 3434.79 6866.43 83.0844 776.305 871.187 12522.2 3.92 27.43 54.83 0.66 6.20 6.96 100.00
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
15/40
Hoe verder men van een BTM-halte woont7, des te meer vervoermiddelen men bezit. Voor deze redenering zoeken we de hoogste kolompercentages per rij. Op die manier kunnen we nagaan welke categorie van VMB-index relatief het meest voorkomt in een bepaalde rij (hier een afstandsklasse), zonder dat de aantallen in die klassen een rol spelen (op voorwaarde natuurlijk dat er voldoende waarnemingen in een cel zitten). Bij de huishoudens die op minder dan 250m van een BTM-halte wonen valt het relatief hoge percentage op van gezinnen zonder vervoermiddelen. Bij de huishoudens die op 250 tot 499m van een BTM-halte wonen zijn er lichte verschillen, maar die wijzen niet in de ene of de andere richting. Vanaf 500m afstand zien we wel weer duidelijk dat de huishoudens met twee en meer dan twee wagens vaker voorkomen dan we gemiddeld zouden verwachten. In een andere redenering vertrekken we eveneens van de kolompercentages. We kijken nu naar welke kolompercentages groter zijn dan het marginale rijpercentage (zie percentages onder ‘Total’). Het marginale rijpercentage is het ‘gemiddelde van de kolompercentages’ in die rij, zodat we duidelijk kunnen zien welke waarden groter zijn dan gemiddeld, en welke kleiner zijn dan gemiddeld. We zien hoe er zich twee blokken vormen: een voor de huishoudens zonder wagen op de heel korte afstand en een blok op verdere afstand met huishoudens met minstens twee wagens. In beide redeneringen vinden we een verband tussen de afstand tot een BTM-halte en het vervoermiddelenbezit van een huishouden. Wat oorzaak en gevolg is, is een niet uitgemaakte zaak: mensen die verder van haltes wonen, kopen meer auto’s of mensen met auto’s gaan verder van een BTM-halte wonen. Waarschijnlijk speelt het inkomen een niet onbelangrijke rol in deze relatie: wie voldoende inkomen heeft, kan het zich veroorloven om verder van een centrum te wonen en kan ook meer auto’s kopen. Wie een beperkt inkomen heeft om een auto te kopen, kiest voor een plek waar hij of zij toch nog redelijk mobiel kan zijn: in de buurt van een BTM-halte.
7
Nogmaals, de afstand tussen de woonplaats en de dichtstbijzijnde BTM-halte is de afstand zoals ze gepercipieerd wordt door de respondent.
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
16/40
TABEL 10
VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS TOT HET DICHTSTBIJZIJNDE STATION
ATREINH(Afstand station)
VMB-INDEX EN AFSTAND VAN DE WONING
VMB(OVG VervoermiddelenIndex)
Frequency Percent Row Pct Col Pct
‚ ‚ ‚ ‚> 2 wage‚2 wagens‚1 wagen ‚Motor/br‚Fiets ‚Geen/ove‚ Total ‚ns ‚ ‚ ‚omfiets ‚ ‚rig ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 0-249m ‚ 11.231 ‚ 69.164 ‚ 207.36 ‚ 5.7725 ‚ 32.887 ‚ 22.009 ‚ 348.42 ‚ 0.09 ‚ 0.55 ‚ 1.66 ‚ 0.05 ‚ 0.26 ‚ 0.18 ‚ 2.78 ‚ 3.22 ‚ 19.85 ‚ 59.51 ‚ 1.66 ‚ 9.44 ‚ 6.32 ‚ ‚ 2.29 ‚ 2.01 ‚ 3.02 ‚ 6.95 ‚ 4.24 ‚ 2.53 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 250 - 499 m ‚ 19.015 ‚ 138.96 ‚ 361.99 ‚ 11.258 ‚ 64.115 ‚ 89.961 ‚ 685.3 ‚ 0.15 ‚ 1.11 ‚ 2.89 ‚ 0.09 ‚ 0.51 ‚ 0.72 ‚ 5.47 ‚ 2.77 ‚ 20.28 ‚ 52.82 ‚ 1.64 ‚ 9.36 ‚ 13.13 ‚ ‚ 3.88 ‚ 4.05 ‚ 5.27 ‚ 13.55 ‚ 8.26 ‚ 10.33 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 500 - 999 m ‚ 35.686 ‚ 281.09 ‚ 689.82 ‚ 8.7725 ‚ 109.26 ‚ 109.63 ‚ 1234.3 ‚ 0.28 ‚ 2.24 ‚ 5.51 ‚ 0.07 ‚ 0.87 ‚ 0.88 ‚ 9.86 0.71 ‚ 8.85 ‚ 8.88 ‚ ‚ 2.89 ‚ 22.77 ‚ 55.89 ‚ ‚ 7.28 ‚ 8.18 ‚ 10.05 ‚ 10.56 ‚ 14.07 ‚ 12.58 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 1 km - 1.999 km ‚ 66.477 ‚ 554.01 ‚ 1351.4 ‚ 10.745 ‚ 190.21 ‚ 169.43 ‚ 2342.2 ‚ 0.53 ‚ 4.42 ‚ 10.79 ‚ 0.09 ‚ 1.52 ‚ 1.35 ‚ 18.70 0.46 ‚ 8.12 ‚ 7.23 ‚ ‚ 2.84 ‚ 23.65 ‚ 57.70 ‚ ‚ 13.56 ‚ 16.13 ‚ 19.68 ‚ 12.93 ‚ 24.50 ‚ 19.45 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 2 km - 5 km ‚ 169.5 ‚ 1123 ‚ 2078 ‚ 23.076 ‚ 206.77 ‚ 186.88 ‚ 3787.3 0.18 ‚ 1.65 ‚ 1.49 ‚ 30.24 ‚ 1.35 ‚ 8.97 ‚ 16.59 ‚ ‚ 4.48 ‚ 29.65 ‚ 54.87 ‚ 0.61 ‚ 5.46 ‚ 4.93 ‚ ‚ 34.56 ‚ 32.70 ‚ 30.26 ‚ 27.77 ‚ 26.64 ‚ 21.45 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ meer dan 5 km ‚ 158.39 ‚ 994.71 ‚ 1340.8 ‚ 5.6327 ‚ 107.6 ‚ 138.31 ‚ 2745.4 ‚ 1.26 ‚ 7.94 ‚ 10.71 ‚ 0.04 ‚ 0.86 ‚ 1.10 ‚ 21.92 ‚ 5.77 ‚ 36.23 ‚ 48.84 ‚ 0.21 ‚ 3.92 ‚ 5.04 ‚ ‚ 32.30 ‚ 28.96 ‚ 19.53 ‚ 6.78 ‚ 13.86 ‚ 15.88 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ geen idee ‚ 5.5192 ‚ 82.401 ‚ 133.21 ‚ 0.382 ‚ 11.842 ‚ 39.679 ‚ 273.03 ‚ 0.04 ‚ 0.66 ‚ 1.06 ‚ 0.00 ‚ 0.09 ‚ 0.32 ‚ 2.18 ‚ 2.02 ‚ 30.18 ‚ 48.79 ‚ 0.14 ‚ 4.34 ‚ 14.53 ‚ ‚ 1.13 ‚ 2.40 ‚ 1.94 ‚ 0.46 ‚ 1.53 ‚ 4.55 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ blanco, (meer da ‚ 24.591 ‚ 191.42 ‚ 703.86 ‚ 17.446 ‚ 53.619 ‚ 115.29 ‚ 1106.2 n 5 km ?) ‚ 0.20 ‚ 1.53 ‚ 5.62 ‚ 0.14 ‚ 0.43 ‚ 0.92 ‚ 8.83 ‚ 2.22 ‚ 17.30 ‚ 63.63 ‚ 1.58 ‚ 4.85 ‚ 10.42 ‚ ‚ 5.01 ‚ 5.57 ‚ 10.25 ‚ 21.00 ‚ 6.91 ‚ 13.23 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ Total 490.408 3434.79 6866.43 83.0844 776.305 871.187 12522.2 3.92 27.43 54.83 0.66 6.20 6.96 100.00
De relatie tussen (gepercipieerde) afstand tot een station en het vervoermiddelenbezit van een huishouden ligt niet zo duidelijk als bij de afstand tot een BTM-halte (Tabel 9). We verklaren dit vanuit de grotere maaswijdte van het treinnetwerk.
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
17/40
Wanneer we evenwel de tabel opsplitsen in twee groepen, de huishoudens met een wagen en de huishoudens zonder een wagen, krijgen we een beter zicht op het geheel én de relatie die er is. Voor elke afstandsklasse tellen we de rijpercentages van de categorieën ‘motor/bromfiets’, ‘fiets’ en ‘geen/overig’ op. In de eerste drie afstandsklassen (tot 999m) hebben we daar respectievelijk 17,42%, 24,13% en 18,44% huishoudens zonder een wagen. In de drie daaropvolgende afstandsklassen merken we een duidelijke daling naar 15,81%, 11,00% en 9,17% huishoudens zonder een wagen. We vinden dus minder huishoudens zonder wagen wanneer de afstand tot het station groter wordt. Net als bij de vorige tabel geven we nog een tweede mogelijkheid om de tabel te lezen. We kijken hierbij opnieuw naar de kolompercentages die groter zijn dan het marginale rijpercentage (zie percentages onder ‘Total’). Ook nu krijgen we weer twee blokken: een blok met de huishoudens met hoogstens een wagen en een blok met huishoudens met minstens twee wagens. De afstand die als breuk tussen de twee blokken ‘werkt’ is wel opgeschoven naar 2 kilometer. De verklaringen bij deze tabel zijn in grote lijnen dezelfde als bij de vorige tabel, alleen verschuift hier de afstand.
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
18/40
TABEL 11
VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS VMB-INDEX EN GEZINSGROOTTE TABLE OF LACAT BY VMB LACAT(Aantal huishoudleden)
VMB(OVG VervoermiddelenIndex)
Frequency Percent Row Pct Col Pct
‚ ‚ ‚ ‚> 2 wage‚2 wagens‚1 wagen ‚Motor/br‚Fiets ‚Geen/ove‚ Total ‚ns ‚ ‚ ‚omfiets ‚ ‚rig ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ één ‚ 10.702 ‚ 51.2 ‚ 2303.4 ‚ 35.474 ‚ 476.35 ‚ 750.35 ‚ 3627.5 ‚ 0.09 ‚ 0.41 ‚ 18.49 ‚ 0.28 ‚ 3.82 ‚ 6.02 ‚ 29.11 ‚ 0.30 ‚ 1.41 ‚ 63.50 ‚ 0.98 ‚ 13.13 ‚ 20.69 ‚ ‚ 2.20 ‚ 1.50 ‚ 33.71 ‚ 43.16 ‚ 62.14 ‚ 86.53 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ twee ‚ 32.589 ‚ 1026.3 ‚ 2621.8 ‚ 37.075 ‚ 208.15 ‚ 103.91 ‚ 4029.8 ‚ 0.26 ‚ 8.24 ‚ 21.04 ‚ 0.30 ‚ 1.67 ‚ 0.83 ‚ 32.34 ‚ 0.81 ‚ 25.47 ‚ 65.06 ‚ 0.92 ‚ 5.17 ‚ 2.58 ‚ ‚ 6.69 ‚ 29.98 ‚ 38.37 ‚ 45.11 ‚ 27.15 ‚ 11.98 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ drie ‚ 151.13 ‚ 990.51 ‚ 906.44 ‚ 6.6062 ‚ 53.096 ‚ 10.282 ‚ 2118.1 ‚ 1.21 ‚ 7.95 ‚ 7.28 ‚ 0.05 ‚ 0.43 ‚ 0.08 ‚ 17.00 ‚ 7.14 ‚ 46.77 ‚ 42.80 ‚ 0.31 ‚ 2.51 ‚ 0.49 ‚ ‚ 31.04 ‚ 28.93 ‚ 13.27 ‚ 8.04 ‚ 6.93 ‚ 1.19 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ vier ‚ 180.76 ‚ 928.14 ‚ 698.86 ‚ 2.3458 ‚ 9.8973 ‚ 1.3519 ‚ 1821.4 ‚ 1.45 ‚ 7.45 ‚ 5.61 ‚ 0.02 ‚ 0.08 ‚ 0.01 ‚ 14.62 ‚ 9.92 ‚ 50.96 ‚ 38.37 ‚ 0.13 ‚ 0.54 ‚ 0.07 ‚ ‚ 37.13 ‚ 27.11 ‚ 10.23 ‚ 2.85 ‚ 1.29 ‚ 0.16 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ vijf ‚ 90.984 ‚ 315.35 ‚ 208.04 ‚ 0 ‚ 6.9851 ‚ 1.2976 ‚ 622.66 ‚ 0.73 ‚ 2.53 ‚ 1.67 ‚ 0.00 ‚ 0.06 ‚ 0.01 ‚ 5.00 ‚ 14.61 ‚ 50.65 ‚ 33.41 ‚ 0.00 ‚ 1.12 ‚ 0.21 ‚ ‚ 18.69 ‚ 9.21 ‚ 3.04 ‚ 0.00 ‚ 0.91 ‚ 0.15 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 6 of meer ‚ 20.698 ‚ 112.15 ‚ 94.209 ‚ 0.6833 ‚ 12.072 ‚ 0 ‚ 239.81 ‚ 0.17 ‚ 0.90 ‚ 0.76 ‚ 0.01 ‚ 0.10 ‚ 0.00 ‚ 1.92 ‚ 8.63 ‚ 46.77 ‚ 39.28 ‚ 0.28 ‚ 5.03 ‚ 0.00 ‚ ‚ 4.25 ‚ 3.28 ‚ 1.38 ‚ 0.83 ‚ 1.57 ‚ 0.00 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ Total 486.862 3423.68 6832.7 82.1846 766.554 867.193 12459.2 3.91 27.48 54.84 0.66 6.15 6.96 100.00 Frequency Missing = 63.027347641
De relatie in Tabel 11 is overduidelijk: hoe meer leden er in een gezin zijn, des te hoger een huishouden klimt in de VMB-index (we vergelijken de kolompercentages met de marginale rijpercentages - zie percentages onder 'Total'). Kwestie van iedereen vervoerd te krijgen. De overgang van een naar twee wagens ligt op het moment dat het ledenaantal in een huishouden stijgt van twee naar drie. Veel zal hier te maken hebben met de wijze van samenstelling van een gezin: éénpersoonsgezinnen, éénoudergezinnen, twee-oudergezinnen (al dan niet 2-verdieners) enz. In dit laatste geval speelt natuurlijk ook het hoger inkomen een rol Meer in het biezonder zorgt ook het
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
19/40
fenomeen van de ‘nesthokkers’8 voor meer wagens in een huishouden: naarmate er meer werkende kinderen zijn die nog een tijdje thuis blijven wonen, stijgt het aantal wagens in het huishouden. TABEL 12
VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS VMB-INDEX EN NETTO-GEZINSINKOMEN TABLE OF TOTINK BY VMB
TOTINK(Categorie van totale huishoudeninkomen)
VMB(OVG VervoermiddelenIndex)
Frequency Percent Row Pct Col Pct
‚ ‚ ‚ ‚> 2 wage‚2 wagens‚1 wagen ‚Motor/br‚Fiets ‚Geen/ove‚ Total ‚ns ‚ ‚ ‚omfiets ‚ ‚rig ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 0 - 30.000 fr. p ‚ 4.332 ‚ 16.773 ‚ 425.71 ‚ 19.381 ‚ 194.13 ‚ 264.64 ‚ 924.96 er maand ‚ 0.04 ‚ 0.15 ‚ 3.72 ‚ 0.17 ‚ 1.69 ‚ 2.31 ‚ 8.08 ‚ 0.47 ‚ 1.81 ‚ 46.02 ‚ 2.10 ‚ 20.99 ‚ 28.61 ‚ ‚ 0.97 ‚ 0.54 ‚ 6.74 ‚ 25.19 ‚ 27.44 ‚ 33.94 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 30.001 - 75.000 ‚ 33.532 ‚ 383.26 ‚ 3551.1 ‚ 50.642 ‚ 457.09 ‚ 495.87 ‚ 4971.5 0.44 ‚ 3.99 ‚ 4.33 ‚ 43.41 fr. per maand ‚ 0.29 ‚ 3.35 ‚ 31.00 ‚ 7.71 ‚ 71.43 ‚ 1.02 ‚ 9.19 ‚ 9.97 ‚ ‚ 0.67 ‚ ‚ 7.49 ‚ 12.26 ‚ 56.23 ‚ 65.83 ‚ 64.61 ‚ 63.59 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 75.001 -125.000 ‚ 113.07 ‚ 1624.9 ‚ 1929.8 ‚ 4.1818 ‚ 49.083 ‚ 17.178 ‚ 3738.1 fr. per maand ‚ 0.99 ‚ 14.19 ‚ 16.85 ‚ 0.04 ‚ 0.43 ‚ 0.15 ‚ 32.64 ‚ 3.02 ‚ 43.47 ‚ 51.62 ‚ 0.11 ‚ 1.31 ‚ 0.46 ‚ 5.44 ‚ 6.94 ‚ 2.20 ‚ ‚ 25.26 ‚ 51.98 ‚ 30.56 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ 125.001 -200.000 ‚ 201.9 ‚ 916.69 ‚ 359.24 ‚ 2.7215 ‚ 4.4397 ‚ 1.7331 ‚ 1486.7 fr. per maand ‚ 1.76 ‚ 8.00 ‚ 3.14 ‚ 0.02 ‚ 0.04 ‚ 0.02 ‚ 12.98 ‚ 13.58 ‚ 61.66 ‚ 24.16 ‚ 0.18 ‚ 0.30 ‚ 0.12 ‚ ‚ 45.10 ‚ 29.32 ‚ 5.69 ‚ 3.54 ‚ 0.63 ‚ 0.22 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ meer dan 200.000 ‚ 94.844 ‚ 184.43 ‚ 49.659 ‚ 0 ‚ 2.7181 ‚ 0.3653 ‚ 332.01 0.00 ‚ 0.02 ‚ 0.00 ‚ 2.90 fr. per maand ‚ 0.83 ‚ 1.61 ‚ 0.43 ‚ ‚ 28.57 ‚ 55.55 ‚ 14.96 ‚ 0.00 ‚ 0.82 ‚ 0.11 ‚ ‚ 21.19 ‚ 5.90 ‚ 0.79 ‚ 0.00 ‚ 0.38 ‚ 0.05 ‚ ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆƒƒƒƒƒƒƒƒˆ Total 447.679 3126.01 6315.48 76.9258 707.466 779.784 11453.3 3.91 27.29 55.14 0.67 6.18 6.81 100.00 Frequency Missing = 1068.8557968
De inkomensverdeling van een samenleving weerspiegelt zich vaak in een aantal maatschappelijke sectoren. Voor mobiliteit is dat niet anders. Tussen het totale netto-gezinsinkomen en de VMB-index vinden we een duidelijke relatie: hoe meer inkomsten een gezin heeft, des te hoger is dat gezin terug te vinden in de VMB-index. De breuklijn ligt op 75.000 fr9 per maand. We
8
In navolging van de ornithologische term nesthokkers (in tegenstelling tot nestvlieders): jongen die nog lange tijd nadat ze uit hun ei gekropen zijn door de ouders gevoederd moeten worden, hier toegepast op werkende twintigers en dertigers die bij de ouders blijven wonen. 9 Herinner u dat het onderzoek heeft plaatsgevonden van december 2000 tot december 2001 hetgeen verklaart waarom hier nog in Belgische franken wordt geanalyseerd.
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
20/40
vergelijken opnieuw de hoogste kolompercentages per rij. De aandelen van de categorieën zonder wagens liggen het hoogst beneden de grens van 75.000 fr (cfr. rechtsboven in de tabel). De aandelen van de categorieën met wagens liggen het hoogst boven de 75.000 fr/maand (cfr. linksonder in de tabel). In de tabel zien we ook een cascade-effect bij de autobezitters. We vertrekken in de cel met een inkomen van 0 tot 30.000 fr per maand en 1 wagen: 46,02% van deze inkomensgroep heeft een wagen. Wanneer we een inkomensklasse hoger gaan, stijgt het aandeel naar 71,43%. Nog een inkomenscategorie hoger daalt het aandeel van één wagen naar 51,62% maar samen met deze daling in de inkomensklasse (75.001 tot 125.000 fr) zien we een verhoging naar de categorie van 2 wagens (van 7,71% naar 43,47%). Wanneer we voor twee wagens een inkomensklasse hoger gaan, merken we opnieuw een stijging (van 43,47% naar 61,68%) en bij de volgende inkomensklasse stellen we weerom een daling én tegelijkertijd een verschuiving van 13,58% naar 28,57% vast bij de gezinnen met meer dan twee wagens.
OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001) Deel 2: ANALYSE HUISHOUDENVRAGENLIJST
21/40