BusinessPARK
4 magazine
jaargang 6, december 2007
Platform voor duurzaam beheer van bedrijventerreinen
Gelderlandkatern Pilot sterrensysteem DHV Verslag praktijkseminar BGV Kwaliteit parkmanagers toetsen
Sels Advies & Secretariaat secretariaatsdiensten met visie Lokale ondernemersverenigingen Businessparkmanagement Maatschappelijk ondernemen Onderwijs en arbeidsmarkt
Ook voor ondersteuning van: Duurzaam beheer van bedrijvenparken en de ondersteuning van parkmanagement
Sels Advies & Secretariaat heeft de deskundigheid in huis om ondernemersorganisaties en overheden de juiste ondersteuning te bieden bij businessparkmanagement. Het functioneren op het snijvlak van overheid en bedrijfsleven is daarbij ons specialisme. Ons menu: Secretariaatsvoering bedrijvenparken en ondernemersorganisaties Ondersteuning bij oprichten ondernemersorganisaties Advisering bij fusie ondernemersorganisaties Secretariaten parkmanagement Ondersteuning lokale lobby en belangenbehartiging Ondersteuning communicatie en PR Projectsecretariaten
Contactpersonen drs. Ton Sels en drs. Jeffrey Zoet
2
in fo@se l s.nl ww w .se l s.nl
BusinessPARK magazine
Postbus 405 - 3100 AK Schiedam Jan van Galenstraat 78 te Schiedam Tel. (010) 40 90 540 - Fax (010) 473 28 18
COLUMN Kwaliteit parkmanagers toetsen Als u morgen een visitekaartje laat drukken en daarop laat vermelden dat u parkmanager bent, is er niemand die daar aan twijfelt. Met andere woorden, iedereen kan zich parkmanager noemen en zich als zodanig in de markt aanbieden. In de relatief nieuwe sector van duurzaam beheer van bedrijvenparken loop ik al een behoorlijke tijd rond. Ik heb de ontwikkelingen vanuit diverse invalshoeken mogen beschouwen: vanuit de lokale politiek, vanuit de grote werkgeverskoepels, vanuit de branche voor de collectieve beveiliging en als secretaris van bedrijvenparken. In al die hoedanigheden heb ik goede parkmanagers ontmoet, maar helaas ook heel veel ‘gelukzoekers’ die een graantje mee dachten te kunnen pikken in deze nieuwe markt. Onder die gelukzoekers zitten naar mijn smaak er veel te veel die absoluut geen idee hebben van de taakopvatting van een parkmanager, laat staan dat zij er enige affiniteit mee hebben. Het risico dat het beheer van een duurzaam bedrijvenpark mislukt door een ‘beunhaas’ is levensgroot. Immers, de ontwikkeling van parkmanagement hangt voor een groot deel af van de inzet van de parkmanager in nauwe samenwerking met de georganiseerde ondernemers en de gemeente c.q. de projectontwikkelaar. Het gaat vaak om grote en dure projecten en het is toch zonde als deze door niet terzake deskundige en zelfbenoemde parkmanagers teniet worden gedaan. Laat ik duidelijk zijn: parkmanagement is geen hobby en ook geen toevluchtsoord voor gestrande adviseurs. Het vergt vakkundigheid en verstand van de vele facetten die spelen bij het beheer van bedrijvenparken. Stichting CLOK heeft het initiatief genomen voor een erkenningsregeling voor businessparkmanagers. De erkenning zal gaan gelden voor Nederland en Vlaanderen. Een deskundige werkgroep binnen stichting CLOK werkt de regeling momenteel uit. In de volgende uitgave van BusinessPark Magazine hopen wij de definitieve erkenningsregeling te presenteren. Aan alle gemeenten, ondernemersorganisaties en projectontwikkelaars: wees selectief bij het inhuren van een parkmanager. Ga niet af op een vlotte babbel, maar check nauwgezet of de persoon in kwestie een CV heeft dat meerdere raakvlakken heeft met het beheer van bedrijvenparken. Doe uzelf een plezier en wees echt kritisch. Vanaf begin volgend jaar kunt u in ieder geval checken of de persoon als erkend parkmanager te boek staat. Het is dan prettig te weten dat onafhankelijke derden de kwaliteit van parkmanagers toetsen. BusinessPARK magazine
DHV over pilot sterrensysteem bedrijvenparken
4
De leeuw brult ...
7
praktijkseminar BGV
8
Lokaal verhaal o.a.
Masterplan Rietvelden Herstructureringsprogramma Lage Weide
10
Kwaliteit en Duurzaamheid Provincie Gelderland
12
Clok-katern o.a.
Standpunt BGV Netwerk Bedrijfscontactfunctionarissen
16
Recht & Plicht
21
Vraag & Antwoord
22 23
Ton Sels,
Voorzitter Centrum voor Lokale OndernemersKringen CLOK
BusinessPARK magazine
3
INHOUD
STERRENKWALIFICATIE AAN DE BASIS VOOR KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN
DHV Kwaliteitsscan Bedrijventerreinen biedt vele voordelen De herstructurering van bedrijventerreinen is een onderwerp dat hoog op de (politieke) agenda staat. Een groot aantal partijen (Rijk, provincies, gemeenten en ondernemersverenigingen) is op zoek naar mogelijkheden om de kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen te verbeteren door een gerichte aanpak. De vraag die vervolgens in discussies aan de orde komt is: waar ligt het startpunt voor betrokken partijen om bedrijventerreinen te verbeteren? Als de kwaliteit te wensen over laat, om welke onderwerpen gaat dat dan en welke verbeteracties zijn nodig en wie pakt ze op? DHV heeft met de Kwaliteitsscan Bedrijventerreinen een product ontwikkeld om partijen op weg te helpen. Een nulmeting brengt de actuele kwaliteit van het bedrijventerrein in beeld. Dit gebeurt aan de hand van verschillende criteria, zoals ruimtelijke inrichting en beeldkwaliteit, faciliteiten en voorzieningen, milieuprestaties, economie, en organisatie en beheer. De score op deze criteria wordt vervolgens vertaald in een zogenaamde sterrenkwalificatie, vergelijkbaar met het objectieve hotelsterrensysteem. DHV bekijkt dan ook de potentiële sterrenkwalificatie die het bedrijventerrein kan halen en geeft gericht advies over de verbetermogelijkheden. Op basis van deze analyse is het voor relevante stakeholders eenvoudig om de dialoog te starten over de verbetermogelijkheden voor het desbetreffende terrein. Na een periode van drie jaar kan de kwaliteit opnieuw worden gemeten.
Eerste ervaringen De eerste ervaringen met de Kwalteitsscan worden opgedaan in Overijssel. Daar wordt een pilot uitgevoerd en wordt de kwaliteit gemeten van 4 bedrijventerreinen. De uitvoering van de opdracht gebeurt onder begeleiding van een klankbordgroep, waarin zijn vertegenwoordigd de provinciale SER (werkgevers- en werknemersorganisaties, de provincie en Natuur & Milieu Overijssel. De expertise die ten behoeve van het product wordt ingebracht is van belang om de Kwaliteitsscan zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van de verschillende partijen die voordeel kunnen hebben van de resultaten voortvloeiend uit de Kwaliteitsscan en het daarbij begeleidende advies over de wijze waarop partijen de potentiële sterrenkwalificatie kunnen behalen.
4
BusinessPARK magazine
Expertteam en draagvlak DHV maakt naast bovengenoemde klankbordgroep ook de expertise van een expertteam. Hierin zijn onder andere vertegenwoordigd: Prof. dr. T. Spit (Universiteit Utrecht), Dhr. R. Gordon (Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij), dhr. E. Röhling en mw. E. Dwars (AM Real Estate), Dhr. A. Hermans (KFN), dhr. L. de Klerk (provincie Zuid-Holland en dhr. H. Bierens (provincie Noord-Brabant). Uit een peiling blijkt dat er veel draagvlak bestaat voor het instrument. “Het kwaliteitsscoresysteem lijkt ons een mooi en bruikbaar instrument”, aldus Ingrid Kalkhoven, de projectleider Vitale bedrijventerrein Overijssel en tevens opdrachtgever van de pilot in Overijssel. “We kunnen hiermee heel gericht investeren in knelpunten en waardoor we het beste rendement halen”. Andere uitspraken die gekoppeld worden aan de meerwaarde van het instrument zijn: “Samenwerking stimuleren”, “Ruw en robuust”, “Verantwoording afleggen”, “Objectiviteit gewaarborgd” en “Negatieve spiraal omkeren”.
Voordelen van de DHV Kwaliteitsscan Bedrijventerreinen Het investeren in de kwaliteit van een bedrijventerreinen komt een aantal zaken ten goede. Denk bijvoorbeeld aan de uitstraling van de regio. Daarnaast kan het de vestiging van nieuwe bedrijven en particuliere investeringen bevorderen en kan het instrument worden ingezet voor de marketing van
een bedrijventerrein, regio of gemeente. toekomstwaarde van bedrijventerreinen. Ook de concurrentiepositie van het terTenslotte en misschien nog wel het rein en de daarop gevestigde bedrijven belangrijkst is dat met de scorekaart en kan worden versterkt. Ondernemers de lijst van aanbevelingen in handen hebben meer inzicht in de BusinessPARK prijst/kwali- magazine de dialoog tussen stakeholders (onteit gegevens van een bedrijventerrein dernemers en overheden) kan starten en vinden gemakkelijker hun weg. om gericht met elkaar te zoeken naar Bovendien biedt het systeem handvatten verbetermogelijkheden op een bepaald om gericht te investeren in de duurzame terrein.
Vervolg op pagina 6
BusinessPARK magazine
5
De kernmerken van de DHV Kwaliteitsscan Bedrijventerreinen – De Kwaliteitsscan, de nulmeting, beoordeelt de bedrijventerreinen op vijf hoofdcriteria op circa 30 subcriteria. De hoofdcriteria zijn: Ruimtelijke inrichting, beeldkwaliteit; Faciliteiten en voorzieningen; Milieuprestaties; Economie; Organisatie en beheer. – Elk bedrijventerrein kan 0 tot 5 sterren krijgen. – Elke ster staat voor een resultaat uit de nulmeting en wordt beschreven in de scorekaart. – De scorekaart verschilt per be-
6
BusinessPARK magazine
drijventerrein. Er zijn vijf typen conform indeling Ministerie van Economische Zaken: Hoogwaardig; Modern; Gemengd; Logistiek; Zware industrie. – Aan de scorekaart wordt een lijst van aanbevelingen toegevoegd.
Dit gaat in op: – Het behalen van de potentiële kwaliteit; – Het duurzaam behouden van de sterrenkwalificatie. Voor meer informatie kunt u terecht bij: Dr. Nanda van Baren 033- 468 3249
[email protected]
DE LEEUW BRULT... Terugblik of déjà vu?
Wanneer het december is en januari nadert tracht men in de Haagse Jaaroverzichten nog wel eens poëtisch te worden. Of dit te maken heeft met uitingen eerder die maand met als centrum Madrid is onzeker. In beide gevallen gaat het om zaken waar je in moet geloven. Merkwaardig genoeg onthoudt Rome zich van enige bemoeienis. Toch gaf het Verdrag van Rome enige hoop. Maar ook steeds duidelijker blijkt dat in deze kringen het begrip “verdrag” meer en meer gebruikt wordt wanneer het een afspraak betreft waar men zich niet aan behoeft te houden. Men is hier wel zij. Wij zijn de onwetenden, de onnozelen. Het is dan ook niet toevallig dat juist rond deze laatste donkere decemberdagen de dag van de Onnozelen (28 december) wordt gevierd en dan moet ons dus iets raadzaams, iets stichtelijks en iets hoopgevends aangereikt worden: de Nieuwjaarstoespraak. En wie kan dat niet beter doen dan onze regent in Den Haag. Dat doet hij natuurlijk niet zelf. Daar zijn in Den Haag tekstschrijvers voor aangetrokken. Die worden overigens heel toepasselijk ghostwriters genoemd. Hoewel de inhoud niet van belang is hangt het er een beetje vanaf of het onderwerp in een politiek kader (beleidsmakers) of rationeel kader (uitvoerenden) geplaatst moet gaan worden. De door Den Haag aangestuurde geesten enerzijds spannen zich ongemeen in om de niet begrijpende wereld (wij) te laten begrijpen dat doelen gehaald zijn en dat monitoren aangeeft dat vooral zij het vorig jaar, ongeveer rond ditzelfde moment, goed hadden ingeschat (Den Haag) en ingezien (Overigen) en dat ze vooral zo door moeten gaan. Uitvoerenden anderzijds overzien het slachtveld, constateren dat we allemaal nog in leven zijn en geven aan dat ze ervan uitgaan dat het het komend jaar iets beter zal kunnen gaan, we iets meer gaan verdienen, misschien. Of dat gaat door meer over te houden of door nogmagazine harder te (laten) BusinessPARK werken wordt begrijpelijkerwijs voor een ieder in het midden gelaten. Maar zoals gezegd: het maakt niet uit. In het midden lag de waarheid al. Vertrapt en verminkt door de strijdende partijen. Dus onherkenbaar.
Zo zal het dit jaar ook gaan wanneer de resultaten van het bedrijventerreinenbeleid tegen het licht zullen worden gehouden. Het ministerie van VROM kan gerust zijn: het nieuwe beleid is pas deze maand aan de kamer aangeboden dus dat is nog veel te kort om op afgerekend te worden. Het staande beleid was niet van dat Ministerie dus daar gaan ze niet over, laat staan dat ze dat aangerekend mag worden. Immers: het is geen verkiezingstijd dus niet reppen over collegiaal bestuur. Het Bedrijventerreinenbeleid gaat op de schop, zegt de Nota. Eerst Herstructureren. Oud gaat vòòr Nieuw. En samenwerken, regionaal èn lokaal. Ik weet het niet. Dit lijkt me niks. Niks nieuws in ieder geval. De Provincies samen met het Bedrijfsleven voeren dit beleid al jaren. Krijgen daar weliswaar nauwelijks rijksgeld voor maar toch. Gestelde doelen zijn door de provincies altijd realistisch geformuleerd en zijn ook altijd gehaald. Maar het is niet genoeg. En de weerstand is groot. Het hectareverhaal is een rekentechnisch trekken aan potentieel stemvee. Gewoon een ander scenario kiezen en alles klopt weer. De publieke opinie wordt met de verrommelingsproblematiek goed bespeeld. Nederland zou geen nieuwe bedrijventerreinen meer nodig hebben. Ik zou zeggen: geld erbij, adequaat monitoren op realisatie en kwaliteit, de overheid maakt met het invullen van randvoorwaarden uitvoering mogelijk en het bedrijfsleven neemt meer initiatief daar het immers ook om haar eigen centjes gaat. Wat mij betreft begint elke nieuwe beleidsnota voortaan met de volgende zin: “De Regering zal graag de indruk weg willen nemen dat zij de burger niet volledig ten dienste zou willen zijn.” Maar u weet ook dat de meeste rijksnota’s net als alle nieuwjaarstoespraken na meer of minder succes in de prullenbak belanden. O, ja. Voor vragen en opmerkingen: niet bellen.
Dr. Leo G. de Klerk
BusinessPARK magazine
7
Praktijkseminar
BGV: anticiperen op wat komen gaat! Dat is de boodschap van een geslaagd praktijkseminar dat op 13 december jl. werd georganiseerd door het CLOK en NVBO met participatie van AM en DHV over de ontwikkelingen rondom Bedrijfsgerichte Gebieds Verbetering (BGV). Een boodschap die bestaat uit twee belangrijke onderdelen. Als eerste, wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat we zo goed mogelijk voorbereid zijn op wat komen gaat? En als tweede, wat gaat er dan komen? Vragen die deze middag veelvuldig aan de orde kwamen en ten dele beantwoord werden. Het programma begon met het aankaarten van de achtergrond en de noodzaak van het naar een hoger niveau tillen van ondernemersgerichte gebiedsaanpak in Nederland. De heer Noordanus (directievoorziter AM) opende de dag met een voordracht over de problematiek in binnensteden en bedrijventerreinen en de noodzaak tot het komen van een publiek-private oplossing. BGV pro actief en zo breed mogelijk oppakken en onderdeel maken van de herstructureringsopgave die er nu in Nederland ligt en gaat komen. Een duidelijke visie en een goed plan van aanpak voor langere tijd staan hierbij centraal. ‘Door het koppelen van gebiedsontwikkeling en investeringsfondsen kan een deel van de kostenproblematiek rondom gebiedsverbetering worden weggenomen’. Op dit moment is dat door het ontbreken van duidelijke afspraken en initiatieven niet mogelijk en ligt er een ‘gapend gat tussen woord en daad’.
Uitleg door EZ Na deze openingsvoordracht was het tijd voor de heer Zonneveld (Directie Ondernemerschap ministerie Economische Zaken) om de meest recente ontwikkelingen rondom BGV toe te lichten. De heer Zonneveld ziet BGV als een uitstekend instrument dat ‘de ondernemer en gemeente kan stimuleren afspraken met elkaar te maken, en ondernemers ook nader tot elkaar kan brengen’. EZ wil daarbij wel de belangen van verschillende groepen afwegen. Daarbij moet beseft blijven dat het ‘BGV geen panacea’ is. Het is een middel dat slechts onder de juiste voorwaarden zal werken. Op dit moment is nog geen zekerheid over de definitieve inhoud van de experimentenwet en de precieze tijdsplanning, en nog veel onduidelijkheid. De kern van het verhaal was dat er op dit moment hard wordt gewerkt om te kijken op welke manier de experimenten tot stand moeten gaan komen. Waarbij het wel of niet maximeren van het aantal en de manier waarop dit eventueel
8
BusinessPARK magazine
zal gebeuren het belangrijkst zijn. Wel wilde Zonneveld alvast kwijt dat er ‘ten opzichte van het conceptwetsvoorstel het nodige zal veranderen, en vooral de rol van de Kamer van Koophandel iets is wat nader wordt bekeken’. Dat deze presentatie niet overbodig was bleek uit de vele
vragen uit de zaal over de manier van selecteren en waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Hierbij was vooral kritiek op de gedetailleerde voorwaarden die vanuit Den Haag worden opgelegd, terwijl men juist ondernemerschap op lokaal niveau wil stimuleren. Wat betreft de heer Zonneveld zullen de lokale wensen en mogelijkheden meegenomen worden. Indien ondernemers en gemeente er samen uit kunnen komen en er een publiek belang wordt gediend, is dit een belangrijk gegeven bij het kijken naar de striktheid van de eis rondom schoon, heel en veilig. Daarbij werd benadrukt dat, naast ‘schoon, heel en veilig’ ook andere collectieve zaken waar alle ondernemers voordeel van hebben, meegenomen kunnen worden in het ondernemersfonds.
dan ook een interessant alternatief voor die gemeenten ‘die niet slechts één of twee gebieden willen opknappen, maar een stadsbrede impuls willen creëren’ zoals Esmeralda Vergeer, manager van het Ondernemersfonds Leiden stelde. De tendens van de dag was er één van positiviteit en gretigheid, waarbij lokale partijen niet kunnen wachten om te beginnen. De heer Ton Sels (voorzitter CLOK) benadrukte als afsluiting dat het strikte schoon, heel en veilig toch echt los moet worden gelaten en de experimenten niet in aantal moeten worden beperkt. Voor ondernemers is
het zaak om zich zo snel mogelijk en zo goed mogelijk te organiseren. ‘Zonder goede ondernemersorganisatie is het opzetten van een BGV een onbegonnen taak’. Afgesloten werd er met een borrel waar nog volop werd nagepraat over de verkregen informatie. Redmer Wierdsma
De aanpak volgens Alkmaar Vervolgens sprak mevrouw Van Dam (wethouder EZ en centrummanagement gemeente Alkmaar). Zij hield een inspirerend verhaal over hoe gemeente en ondernemers samen kunnen werken. Door middel van duidelijke afspraken en het betrekken van de ondernemers in de visievorming van de gemeente Alkmaar is er nu een situatie gecreëerd waarbij ondernemers en gemeente gezamenlijk proberen de stad Alkmaar zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Communicatie en commitment zijn hierbij de kernwoorden.
Statements Na de welverdiende pauze was het tijd voor enkele statements om de zaal warm te maken voor de verscheidene workshops die in het tweede deel van het programma centraal stonden. Dat het onderwerp leeft bleek hierbij eens te meer. Het ging er in sommige workshops heftig aan toe, ‘waarbij emoties BusinessPARK magazine en feiten niet altijd gescheiden konden blijven’ zoals de heer Dick van Doleweerd (voorzitter NVBO) achteraf verwoordde. Het Leidse model werd met veel enthousiasme ontvangen en lijkt
BusinessPARK magazine
9
LOKAAL VERHAAL Geen stop op aanleg bedrijvenparken DEN HAAG - Er komt geen tijdelijke stop op de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen, waar Milieudefensie om gevraagd heeft. Het Rijk kijkt wel kritisch naar plannen van gemeenten om onnodige groei te voorkomen. Dat zei minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken onlangs, toen zij een rapport van Milieudefensie in ontvangst nam. Volgens Milieudefensie leidt aanleg van nieuwe bedrijventerreinen tot leegstand van de minder aantrekkelijke oudere bedrijventerreinen. Minister Van der Hoeven is tegen een bouwstop, maar vindt wel dat de planning van gemeenten beter op elkaar
afgestemd moet worden. “Het is echt niet nodig dat elke gemeente een eigen bedrijventerrein aanlegt”, aldus de CDA-bewindsvrouw. Zij wees erop dat aanleg van bedrijventerreinen voor gemeenten financieel aantrekkelijk kan zijn door de OZB (onroerendzaakbelasting) die dat kan opbrengen. Ook is het niet altijd nodig dat een gemeente een bedrijventerrein direct uitbreidt als dat volloopt, omdat er in een buurgemeente nog ruimte over kan zijn. De provincies hebben hierin een belangrijke ‘regierol’. Er zouden alleen nieuwe bedrijventerreinen mogen komen als de mogelijkheden om de bestaande beter te benutten, eventueel
na een herstructurering, zijn uitgeput. Van der Hoeven wees erop dat de commissie-Noordanus zich over deze kwestie buigt. De onderzoeksopdracht omvat ook het eventueel instellen van een herstructureringsfonds en het verevenen van kosten tussen gemeenten. Van der Hoeven vindt dat de “economie terug moet naar de wijk” en was het met Milieudefensie eens dat het niet nodig is om alle bedrijven, zoals kantoren van dienstverleners, buiten de stad op bedrijventerreinen te huisvesten.
Masterplan Rietvelden vastgesteld Burgemeester en Wethouders van ’s-Hertogenbosch hebben 6 november 2007 een Masterplan De Rietvelden vastgesteld en leggen dit voor aan het ministerie van Economische zaken. De gemeenteraad wordt hierover geïnformeerd. Het bedrijventerrein Rietvelden-De Vutter-Ertveld is door het Ministerie van Economische Zaken aangewezen als één van de vijftig bedrijventerreinen
die zijn opgenomen in het Actieplan Bedrijventerreinen 2004- 2008. De daarin opgenomen bedrijventerreinen kunnen voor de herstructurering van het terrein een beroep doen op middelen uit de zogeheten “TOPPER-regeling”. Voorwaarde daarvoor is onder meer dat er een masterplan is voor de verdere ontwikkeling en herstructurering van het bedrijventerrein. Tevens is harde voorwaarde daarbij dat gezamenlijk
met de direct betrokken economische partners een masterplan moet worden opgesteld, waarin een visie wordt gegeven op de knelpunten en ontwikkelingspotenties van het gebied en waarin de voorgestelde maatregelen en de daaruit voortvloeiende projecten in hun onderlinge samenhang worden gepresenteerd. Van daaruit kunnen concrete projectplannen worden opgesteld.
Een duurzaam en ondernemend 2008!! BusinessPark Magazine wenst ondernemers, gemeenten en iedereen die betrokken is bij duurzaam beheer van bedrijvenparken een goed en succesvol 2008.
10
BusinessPARK magazine
Herstructureringsprogramma Lage Weide Het bedrijventerrein Lage Weide dateert uit de jaren ‘50-’60 en huisvest verschillende soorten bedrijvigheid, variërend van ICT, productiebedrijven, distributiecentra tot sloop en afvalverwerkende bedrijven. De gemeente gaat de komende jaren een aantal projecten uitvoeren om het terrein een extra kwaliteitsimpuls te geven.
Welke projecten: 1) Verbeteren van de bereikbaarheid van Lage Weide: Nouw 1 (Nieuwe Ontsluitingsweg Utrecht West), Nouw 2 en het verbreden en verleggen van de A2. Daarnaast wordt gekeken naar de mogelijkheden en draagvlak voor een Randstadspoorstation (RSS) op Lage Weide. Eind dit jaar zal duidelijk zijn of Lage Weide wel of geen RSS station krijgt. De uitvoering van deze infrastructurele projecten is vanaf 2005 gestart (te beginnen met NOUW 1). Zie voor meer informatie: www.watgebeurthier.nl en Utrecht bereikbaar.
3) Herontwikkeling leegstaand vastgoed. Om (privé)eigenaren te stimuleren te investeren, is de gemeente met de provincie Utrecht en de Kamer van Koophandel Utrecht gestart met dit project. Met de eigenaren wordt voor één of meer leegstaande panden op Lage Weide scenario’s ontwikkeld om de panden een nieuwe bestemming te geven die past binnen de bedrijvenfunctie van Lage Weide.
Financiën
Het ministerie Economische Zaken heeft €2,5 mln. Topper subsidie toegekend voor het verstevigen en verdiepen van de openbare loswal, de Kernkade, en de overige kademuren en het vergroten van de toegang naar het Uraniumkanaal. De gemeente investeert zelf ook €2,5 mln. in dit havenproject. In april 2007 is gestart met de uitvoering. Voor het optimaal functioneren van de havens is het ook nodig dat deze worden uitgediept tot een vaardiepte van 4,5 meter. Hiervoor wordt
binnen en buiten de gemeente gezocht naar financieringsmogelijkheden. Zodra de havens zijn verdiept, en afgestemd op de diepte van het Amsterdam-Rijnkanaal, kunnen schepen de havens weer optimaal gebruiken. Er is nu €2,4 mln. GSB subsidie en €2,5 mln. provincie subsidie beschikbaar voor de uitvoering van het herstructureringsprogramma. Zomer 2007 zijn we gestart met de projecten (infrastructuur, parkeren, groen) uit het herstructureringsprogramma. Naar verwachting zal dit een positief effect hebben op de private investeringen in het bedrijventerrein, en de kwaliteit van het terrein verbeteren.
2) In 2005 is door Ingenieursbureau Oranjewoud in samenwerking met bedrijfsleven , provincie, BRU, RWS, Kamer van Koophandel en ministerie EZ het herstructureringsprogramma voor het bedrijventerrein Lage Weide en Cartesiusweg opgesteld. De projecten uit dit programma worden de komende 4 jaar uitgevoerd. Het gaat om het wegnemen van knelpunten op het gebied van infrastructuur, havens, parkeren. Doel is een duurzaam kwaliteitsniveau. Hierbij een lijst van werkzaamheden in Lage Weide. BusinessPARK magazine
LOKAAL VERHAAL BusinessPARK magazine
11
REGIO GELDERLAND REGIO GEL Vervolg van pagina 9
KWALITEIT EN DUURZAAMHEID Duurzaam ondernemen in de praktijk In het kader van het project Duurzaam ondernemen op bedrijvenparken in Gelderland zijn er in de afgelopen maanden vijf werkbezoeken aan bedrijvenparken in deze provincie georganiseerd. Daarbij is tijdens elk werkbezoek de wijze waarop op het bedrijvenpark met duurzaam ondernemen wordt omgegaan onder de loupe genomen. De werkbezoeken De volgende vijf bedrijvenparken zijn bezocht: • Ecofactorij in Apeldoorn • WestKanaaldijk-Sluis in Nijmegen • Bedrijvenpark Medel in Tiel • IJsseloord 2 in Arnhem • De Feithenhof in Nunspeet
Ecofactorij Dit is een bedrijvenpark dat nog volop in ontwikkeling is. Het terrein beslaat 71 hectare netto. Een beperkt aantal bedrijven is er reeds gevestigd en de gemeente is in gesprek met diverse bedrijven. De groene omgeving van het gebied wordt onder meer gehandhaafd door de 50% bebouwingsnorm die is gesteld. Daarnaast heeft de gemeente Apeldoorn een milieupuntensysteem ontwikkeld waarmee de ondernemers korting krijgen op de grondprijs. De ondernemersvereniging heeft voorts het initiatief genomen voor de aanleg van 12
BusinessPARK magazine
een eigen infrastructuur voor energie. Met de kosten die hierdoor worden bespaard, kan het parkmanagement worden betaald. Voorzitter Grolleman gaf aan in eerste instantie wat sceptisch te staan tegenover parkmanagement, maar erkent dat parkmanagement voor de bedrijven mogelijkheden biedt. Duurzaam ondernemen kan ook kostenbesparend werken. Bij het bezoek aan Harbers Trucks werd duidelijk dat ook binnen de bedrijven op Ecofactorij heel bewust is uitgegaan van duurzaamheid bij de bouw van de bedrijfspanden. De bedrijven op Ecofactorij willen verder met duurzaam ondernemen. Parkmanagement zal daarbij een belangrijke rol spelen.
WestKanaaldijk-Sluis
Dit bedrijvenpark in Nijmegen (overlopend over de grens van Beuningen) kent een combinatie van diverse mkb-bedrijven, maar ook een aantal auto(sloop)bedrijven. Deze laatste categorie bedrijven
vraagt bijzondere aandacht. Parkmanager Marc Gaal vindt het belangrijk zelf goed op de hoogte te zijn van ontwikkelingen op het bedrijvenpark. “Die kun je het beste waarnemen als je op de fiets langs de bedrijven gaat. Je raakt dan sneller in gesprek met ondernemers.” WestKanaaldijk-Sluis (WKS) heeft voor de bedrijven een aantal collectieve regelingen, waaronder het inzamelen van afval. Het bedrijf (DAR) dat dit verzorgt, is zelf ook gevestigd op het bedrijvenpark. Bijzonder aan WKS is dat het beschikt over een fraai facilitypoint waar onder meer het parkmanagement is gevestigd. Ook heeft het een brasserie waar mensen kunnen lunchen en waar externe vergaderingen kunnen plaatsvinden. Voorzitter Wiet Benda stelde dat WKS in potentie veel ruimte heeft, maar dat deze ruimte onderdeel is van de kavels van reeds lang gevestigde bedrijven. Het is vrijwel ondoenlijk om delen van
LDERLAND REGIO GELDERLAND dergelijke kavels vrij te krijgen voor nieuwbouw. Benda hoopt dat WKS in de toekomst een nadrukkelijkere sociale functie krijgt voor de omgeving. Zo zou hij graag nog zien dat er een sportcomplex wordt gerealiseerd op WKS waar medewerkers, maar ook sportclubs uit de buurt gebruik van zouden kunnen maken. Benda vindt het van belang dat een bedrijvenpark als WKS zich ook vermengd met andere maatschappelijke functies.
Medel
Medel behaalde de 2e plaats voor beste bedrijventerrein in Nederland.
IJsseloord 2 Dit bedrijvenpark is volledig particulier ontwikkeld en wordt ook op deze wijze beheerd. Ooit lag er op die lokatie een vuilstort, maar deze is deels afgegraven en het resterende deel bevindt zich thans op het bedrijvenpark onder een fraaie groene heuvel die als eyecatcher werkt. Op IJsseloord 2 zijn vooral bedrijven gevestigd in de zakelijke dienstverlening waaronder een aantal vestigingen van grote bedrijven op het gebied van verzekeringen en accountancy. Op IJsseloord 2 zijn bedrijfspanden fraai gecombineerd met groen en waterpartijen waardoor een ruimtelijk beeld ontstaat van hoge kwaliteit. Op het bedrijvenpark worden diverse faciliteiten centraal aangeboden. Extra parkeerplaatsen kunnen door bedrijven worden gehuurd op speciaal daarvoor ingerichte parkeergebieden. Vanuit het parkmanagement wordt voortdurend gekeken naar nieuwe mogelijkheden voor bedrijven. Karel Post van Ballast Nedam vervult de rol van parkmanager op het bedrijvenpark. Op het gebied van duurzaamheid zou hij graag stappen zetten naar een collectieve ondergrondse voorziening voor warmte-koude opslag (wko). Hij hoopt samen met de provincie aan de slag te kunnen met een pilot wko. Als dit goede resultaten oplevert, zou een dergelijk collectief systeem ook op andere bedrijvenparken kunnen worden toegepast.
Het succes van Medel is het werken vanuit de basis, de ondernemer, en in zeer goed samenspel met de gemeente. Medel kent geen parkmanagementorganisatie maar een projectorganisatie en een coöperatie waar de ondernemers een bijdrage aan betalen voor het beheer van het park. De projectorganisatie vormt het aanspreekpunt voor de ondernemers en onderhoudt de contacten met de gemeenten Tiel en Neder-Betuwe. Medel kenmerkt zich door het inpassen van water en groen en de overgang tussen het natuurlandschap ten noorden en oosten van het park. Grootschalige bedrijven op grote kavels liggen in het centrum. De kleinere bedrijven met een lagere bouwhoogte liggen aan de rand van het park. Sinds kort rijdt er vanuit Tiel “besloten vervoer”. De pendelbus rijdt op bloktijden en is op afroep beschikbaar. Een groot voordeel voor bedrijven die piekperiodes kennen. Dit project is een samenwerkingsverband met de gemeente Tiel, Industrieschap Medel en de Riva en is tevens een werkgelegenheidsproject voor langdurig werklozen. Voor Joop Eerens, projectdirecteur is “duurzaam” geen dingen doen waar geen draagvlak is onder de ondernemers. Wel dingen doen dieBusinessPARK bijdragen magazine aan een duurzaam beheer, zoals collectieve hekwerken, beveiliging, groenvoorziening en een website waarop de ondernemers behoeftevragen aan de andere gebruikers van Medel kenbaar kunnen maken.
De Feithenhof In Nunspeet ligt bedrijventerrein De Feithenhof. Het terrein kenmerkt zich door lintbebouwing langs een centrale weg waarbij in de directe omgeving zich ook andere ruimtelijke functies, zoals wonen, bevinden. Aangezien de weginfrastructuur niet goed paste bij het karakter van het bedrijventerrein heeft de gemeente samen met de ondernemers nieuwe plannen opgesteld. Dit was nodig omdat de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid dringend verbetering behoefden. De gehele infrastructuur werd op de schop genomen en daarbij werd een nieuw groenplan ontwikkeld. Een ander probleem is ook direct aangepakt. De Feithenhof had regelmatig te maken met wateroverlast. Door de aanleg van grote afstortputten in het gebied (zowel op openbaar als op privaat terrein) kan de afvoer van water beter worden beheerst. Burgemeester Van Hemmen gaf tijdens het werkbezoek aan dat een dergelijke ingrijpende operatie alleen kan slagen als gemeente en ondernemers gezamenlijk optrekken. Dankzij deze samenwerking is er een prachtig resultaat uitgekomen waar de ondernemers op de Feithenhof weer voor jaren mee vooruit kunnen. De ondernemers gaven tijdens het werkbezoek aan dat het helaas niet altijd mogelijk is om alle ondernemers erbij te betrekken. Gezocht wordt naar mogelijkheden om wel alle bedrijven te committeren. Een ondernemersfonds vanuit de Bedrijfsgerichte GebiedsVerbetering (BGV) zou dan uitkomst bieden.
BusinessPARK magazine
13
REGIO GELDERLAND REGIO GEL DUURZAAMHEID VERANKEREN OP EEN BEDRIJVENTERREIN Elders in dit nummer treft u een kort verslag aan van het werkbezoek aan de Ecofactorij. Tijdens dit werkbezoek kwam ook de unieke werkwijze van de gemeente Apeldoorn aan de orde om duurzaam ondernemen te stimuleren. Een gesprek met de heren Aad van Orden, senior relatiebeheerder en Peter Scherders, projectleider Ecofactorij. vorm kreeg in het Kwaliteitsplan voor de Ecofactorij. “Bij de ontwikkeling van het Kwaliteitsplan voor de Ecofactorij is veel aandacht besteed aan duurzaamheid Zo bestaat het Kwaliteitsplan uit het wettelijke kader een basispakket, een vestigingspakket en het zogenaamde ‘pluspakket’. Aan de voorwaarden in het basispakket moet de ondernemer, die zich op de Ecofactorij wil vestigen, gewoon voldoen. Anders wordt er niet verkocht. Het vestigingspakket komt hier bovenop en bestaat uit een aantal door de gemeente vastgestelde richtlijnen voor de ondernemers. Bijvoorbeeld het gebruik maken van duurzame energie”.
Pluspakket
Het milieupuntensysteem dat de gemeente Apeldoorn hanteert, is gekoppeld aan de gronduitgifte. Kortweg houdt dit in dat de ondernemer wordt gestimuleerd om met duurzaam ondernemen aan de slag te gaan en dat hij een stuk van de grondprijs terug verdient. Bij de ontwikkeling en de verkoop van gronden door de gemeente Apeldoorn is bewust gekozen voor een andere constructie dan het gebruikelijke kettingbeding. Er is gekozen voor een erfpachtconstructie met coöperatievorm, waarbij alle bedrijven op het terrein automatisch lid zijn. Aan de coöperatie wordt per rato naar het aantal m2 betaald. Hoe meer m2 een bedrijf heeft hoe meer stemrecht het bedrijf in de coöperatie krijgt. Als het bedrijf wordt verkocht is de nieuwe eigenaar automatisch lid van de coöperatie.
Kwaliteitsplan Peter Scherders legt uit dat het idee van een milieupuntensysteem al veel langer speelde in Apeldoorn en dat het in 2000
“Het pluspakket gaat uit van een beloningssysteem voor ondernemers die hun best doen op het gebied van duurzaamheid.” En dat is meteen het meest interessante deel voor iedere gemeente die er serieus over nadenkt om duurzaam ondernemen op nieuwe bedrijventerreinen ook een duurzame toekomst in te laten gaan. “De prikkel zit in de portemonnee van de ondernemer” vult Aad van Orden aan. En dat blijkt te helpen. Aan de hand van een tiental thema’s kunnen ondernemers punten behalen. De thema’s zijn weer onderverdeeld in maatregelen. Het aantal verschilt per thema, maar ligt tussen de 40 en 60 maatregelen. En dan zien ondernemers dat er geld te verdienen valt aan duurzaam ondernemen. Doet de ondernemer op alle thema’s alles dan zijn er 280 punten te halen. De punten worden omgezet in keiharde pecunia. Het maximum uit te betalen aantal punten is 150. De formule is als volgt: oppervlakte gekocht terrein (m2) x behaalde punten x € 13,60 150 Er wordt wel eens opgemerkt dat de grondprijs van de Ecofactorij hoog is. Wordt gebruik gemaakt van de milieupunten dan blijkt uit de rekensom dat die grondprijs heel erg meevalt
REGIO GELDERLAND REGIO GEL 14
BusinessPARK magazine
LDERLAND REGIO GELDERLAND Hieronder een aantal thema’s waaruit de ondernemer kan kiezen. De onderverdeling is gemakheidshalve weg gelaten. Imago openheid max. 5 pnt Grondgebruik groen en water max. 10 pnt stapeling max. 25 pnt Bereikbaarheid vermindering woon-werkverkeer max. 15 pnt. vermindering vrachtverkeer max. 25 pnt. Energie structurele reductie max. 20 pnt. etc. en zelfs onder de grondprijs van andere vergelijkbare terreinen kan vallen.
men op bedrijvenparken als dit op collectieve wijze wordt opgepakt. Bijvoorbeeld als het gaat om mobiliteit of zoals nu ook op de Ecofactorij wordt aangelegd, de zogenaamde ‘winnerway’. Simpel vertaalt: pijpen in het asfalt die als een soort zonnecollectoren werken. In de winter leveren ze warmte aan bedrijven en in de zomer koeling. Deze collectieve projecten kunnen gestimuleerd worden uit een aparte subsidiepot die de gemeente Apeldoorn hiervoor ter beschikking heeft.
Ook voor uw gemeente
Thema’s Op welke thema’s de ondernemer wil scoren en met welke maatregelen stelt hij zelf vast. Dit wordt vastgelegd in een soort overeenkomst tussen gemeente en ondernemer. Na een bepaalde periode komt de gemeente controleren wat er is gerealiseerd van het plan van aanpak. Dit moet fysiek aanwezig zijn. De maximale termijn tussen vestiging en realisatie is drie jaar. Er vindt een afrekening plaats die behoorlijk in het voordeel van de ondernemer kan zijn. Helaas is het niet zo dat er na de afrekening nog een keer een beroep op dit pluspakket kan worden gedaan, het is eenmalig. De kanttekening die gemaakt moet worden is dat dit milieupuntensysteem in 2000 is opgesteld. Een aantal punten uit de thema’s zijn inmiddels in een wettelijk kader onder gebracht of een beetje verouderd. Met andere woorden ook het kwaliteitsplan is op een aantal punten aan herziening toe. De gemeenten die dit willen hanteren zullen hier rekening mee moeten houden. Om die reden is in de lijst ook een post “innovatieve ontwikkelingen” opgenomen waarmee 24 punten behaald kunnen worden. BusinessPARK magazine
Collectieve projecten De gemeente Apeldoorn stimuleert ook duurzaam onderne-
Is deze vorm van stimuleren van duurzaam ondernemen ook toe te passen door andere gemeenten? Peter Scherders en Aad van Orden vinden van wel. “Maar eigenlijk gaat het alleen om nieuwe terreinen en niet om revitalisatie.” Of dit systeem elders wordt toegepast weten we helaas niet. Er is veel belangstelling vanuit gemeenten voor het milieupuntensysteem en ook vanuit het ministerie. Er is veel over geschreven en veel belangstelling voor. Informatie is ook te verkrijgen bij SenterNovem. Minister Cramer heeft een paar weken geleden een bezoek aan de Ecofactorij gebracht en aan Harbers Trucks.” Overigens is Harbers Trucks een goed voorbeeld hoe het puntensysteem van de Ecofactorij aanzet tot nadenken over duurzaam ondernemen. “Harbers was er helemaal niet zo druk mee bezig toen ze zich vestigde op de Ecofactorij. Maar door het hele pluspakket en de mogelijkheid om geld te verdienen aan investeren in duurzaamheid ontstond het nadenken en het creatief worden.” Aad van Orden voegt nog toe “Dit systeem brengt wel meer werk met zich mee en gemeenten zien op tegen dat werk omdat het complexer is en er geïnvesteerd moet worden. Misschien schrikt dat af. Wat de echte redenen zijn weten we niet.” CLOK is benieuwd of andere gemeenten het voorbeeld van Apeldoorn willen volgen. Of wellicht zijn er gemeenten die met een ander innovatief systeem duurzaam ondernemen stimuleren. Geef uw reacties door aan CLOK. Ook als u ondersteuning zoekt bij het opzetten van dergelijke systemen, kunt u met CLOK contact opnemen,
[email protected]. Jannie Oosterhuis
LDERLAND REGIO GELDERLAND BusinessPARK magazine
15
Standpunt Bedrijfsgerichte GebiedsVerbetering BGV Centrum voor Lokale OndernemersKringen CLOK en Nederlandse Vereniging van Binnenstedelijke ondernemers NVBO
Lokaal georganiseerde ondernemers gebaat bij een brede wet BGV Als uitkomst van het praktijkseminar over Bedrijfsgerichte GebiedsVerbetering hebben CLOK en NVBO zich uitgesproken over de invulling van de wet BGV die het mogelijk moet maken dat lokale ondernemersorganisaties eigen BGV-fondsen inrichten om de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te verbeteren. Inzet CLOK en NVBO: 1. Experimentenwet openstellen voor alle lokale ondernemersorganisaties. De experimentenwet BGV moet openstaan voor alle lokale ondernemersorganisaties die een eigen ondernemersfonds willen oprichten om de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te verbeteren. Het uitsluitend toepassen van de wet BGV op een beperkt aantal geselecteerde ondernemersorganisaties is niet acceptabel. Gezien de stringente voorwaarden in de experimentenwet is het niet noodzakelijk het aantal deelnemende ondernemersorganisaties te beperken. Er zijn vele ondernemersorganisaties die interesse hebben in het benutten van de mogelijkheden die de nieuwe wet biedt. Een minimaal aantal experimenten blokkeert eveneens de vele initiatieven van ondernemersorganisaties tot tenminste 2015. 2. Lokaal ondernemersfonds is investeringsfonds en geen belastingmaatregel. Lokaal georganiseerde ondernemers die besluiten tot het instellen van een BGV-fonds investeren gezamenlijk in de kwaliteit van hun bedrijvenpark of winkelgebied. Daarmee, en ervaringen in de VS en Engeland bevestigen dat, wordt de kwaliteit van het gebied, de infrastructuur en het vastgoed voor de langere termijn op een hoger niveau gehandhaafd en wordt verpaupering tegengegaan. De investeringen van de ondernemers komen bovenop het serviceniveau dat de gemeente reeds biedt. Bij de start van het fonds moet wel goed vastgelegd worden wat het ser-
16
BusinessPARK magazine
viceniveau is dat de gemeente biedt of zou moeten bieden. 3. BGV niet alleen van toepassing laten zijn op ‘schoon, heel en veilig’. Het uitgangspunt van het wetsontwerp om lokale ondernemersfondsen uitsluitend te bestemmen voor investeringen op het gebied van extra investeringen in ‘schoon, heel en veilig’ is een te beperkte opdracht. Promotie, bereikbaarheid en marketing van bijvoorbeeld winkelgebieden moeten ook onderdeel kunnen zijn van het ondernemersfonds. Als ondernemers investeren in de bedrijfsomgeving hoort het bekendmaken en het uitdragen van de verbeteringen in het winkelgebied naar (potentiële) bezoekers ook onder het BGV-fonds te vallen. 4. BGV-fonds alleen mogelijk bij goed functionerende lokale ondernemersorganisaties. In het wetsontwerp worden stringente voorwaarden gesteld voor het opzetten en exploiteren van een BGV-fonds. Dit is terecht. Echter, het brengt wel met zich mee dat het starten en het beheren van een ondernemersfonds uitsluitend succesvol kan zijn als de betreffende ondernemersorganisatie op orde is. Een dergelijk fonds brengt verantwoordelijkheden met zich mee en vergt een ondernemersorganisatie met een degelijke organisatiegraad en voldoende (bestuurlijke) continuïteit. CLOK/NVBO, Amersfoort, 13 december 2007.
[email protected]/
[email protected]
Peter Noordanus, directievoorzitter AM licht zijn visie toe
Rinke Zonneveld meldt de actuele stand van zaken namens het ministerie van EZ
Meningen worden uitgewisseld
Wethouder Rian van Dam vertelt hoe Alkmaar het heeft aangepakt
Een volle zaal, een aandachtig gehoor
BusinessPARK magazine
Informele ontmoetingen tijdens de borrel
BusinessPARK magazine
17
CLOK-Netwerk Bedrijfscontactfunctionarissen gestart Op 13 december jl. kwam het nieuwe netwerk van bedrijfscontactfunctionarissen, kortweg Netwerk BCF, voor het eerst bij elkaar. Het netwerk is opgericht om bedrijfscontactfunctionarissen van diverse gemeenten in Nederland met elkaar in contact te brengen. Op deze wijze kunnen ervaringen worden uitgewisseld en kan men leren van goede praktijkvoorbeelden elders.
Vliegende start
Eigen profiel
De oproep in BusinessPark Magazine met de suggestie om een netwerk te starten, leverde binnen een maand tijd zo’n 35 reacties op. Daarvan meldden zich 25 bedrijfscontactfunctionarissen direct aan als lid van het netwerk. Met een aantal van hen is op 13 december gesproken over de te plannen activiteiten. Aangegeven werd dat men beslist meerwaarde ziet in het ontmoeten van andere bedrijfscontactfuncionarissen. Afgesproken werd tijdens deze eerste bijeenkomst dat de invulling van de activiteiten wordt afgestemd op de concrete vragen vanuit het netwerk.
Het Netwerk BCF krijgt in BusinessPark Magazine een vaste pagina. Verslag zal worden gedaan van activiteiten en het programma van nieuwe netwerkactiviteiten zal worden vermeld. Ook krijgen bedrijfscontactfunctionarissen de ruimte om iets te vertellen over hun werk. Naast het magazine zal op www.clokweb.nl het actuele nieuws van het Netwerk BCF worden geplaatst.
Speerpunten De leden van het Netwerk BCF hebben de volgende punten naar voren gebracht als onderwerpen waar het netwerk aandacht aan zou moeten besteden: - de relatie met lokale ondernemers-organisaties - lokaal duurzaam ondernemen - park- en citymanagement - bedrijfsgerichte gebiedsverbetering (BGV) Het netwerk zal concreet aan de slag gaan met deze onderwerpen. Zo heeft CLOK onlangs al een praktijkseminar georganiseerd over de ontwikkelingen op het gebied van BGV. Tijdens dit seminar kwam naar voren dat de lobby van CLOK om meer ruimte te geven aan de experimentenwet BGV voor lokale ondernemersorganisaties succesvol is gebleken. Ook het onderwerp park- en citymanagement is meteen opgepakt. CLOK werkt aan het opzetten van een erkenningsregeling voor park- en citymanagers.
18
BusinessPARK magazine
Activiteiten Begin 2008 zal een netwerkbijeenkomst worden georganiseerd over de positie en het functioneren van lokale ondernemersorganisaties. Voor gemeenten is het van belang lokaal georganiseerde ondernemers als structurele gesprekspartner te hebben. Het EIM heeft enige tijd geleden onderzoek gedaan naar de organisatiegraad van ondernemers op lokaal niveau en zal de uitkomsten van dit onderzoek komen toelichten tijdens de netwerkbijeenkomst. Vanuit CLOK zullen aanbevelingen worden gedaan om de organisatiegraad van ondernemersorganisaties te versterken. Meer over deze bijeenkomst zal worden gepubliceerd op www.clokweb.nl. Aanmelden voor Netwerk BCF Bedrijfscontactfunctionarissen die interesse hebben voor deelname aan het netwerk kunnen informatie vinden op de website van CLOK. Een aanmeldingsformulier vindt u op de site. Kosten voor deelname aan het netwerk bedragen € 195,(ex BTW) per jaar.
Erkenningsregeling Businesspark – en Citymanagers Begin volgend jaar wordt de Erkenningsregeling Businesspark- en Citymanagers gepresenteerd door stichting CLOK. Deze regeling zal gaan gelden voor Nederland en Vlaanderen. Aangezien het gaat om het erkennen van beheersfuncties bij gebiedsontwikkeling krijgt de regeling twee registers. Enerzijds een register waar businessparkmanagers zich kunnen laten inschrijven en anderzijds een register voor managers van city- en grote winkelgebieden en –centra. Gebiedsmanagement groeit snel Op bijna alle nieuwe bedrijvenparken wordt gewerkt op basis van duurzaam beheer van het gebied waarbij een parkmanager verantwoordelijk is voor het dagelijkse beheer. Vaak werkt de parkmanager in opdracht van een ondernemersorganisatie of van een gemeente of een projectontwikkelaar. De wijze van aanstelling van de parkmanager verschilt heel sterk per bedrijvenpark. Soms wordt een stevige selectieprocedure gehanteerd. Ook komt het voor dat iemand zichzelf aanbiedt voor deze klus en partijen blij zijn dat iemand dit wil doen. Vanuit beide invalshoeken kan dit leiden tot parkmanagers die uitstekend functioneren, maar het gebeurt ook dat de samenwerking spaak loopt. Nu er steeds meer parkmanagers komen, is het legitiem nadrukkelijk aandacht te besteden aan de kwaliteit ervan. Vanuit stichting CLOK wordt een erkenningsregeling opgezet. Hierbij zijn deskundigen van diverse gremia betrokken, zoals gemeente, parkmanagers en ondernemersorganisaties. De begeleiding van het traject naar de erkenningsregeling wordt verzorgd door het Centrum voor Certificatie. Dit centrum heeft veel ervaring met erkenningsregelingen in diverse branches.
Nederland en Vlaanderen De ontwikkeling van bedrijvenparken en winkelgebieden is in Nederland en Vlaanderen goed met elkaar te vergelijken. BusinessPARK magazine Ook in Vlaanderen werd nagedacht over het toetsen van de kwaliteit van park- en citymanagers. Door deze nieuwe erkenningsregeling gezamenlijk op te pakken, heeft de regeling direct vanaf de start een fors draagvlak. Daar komt bij dat er
in de grensregio’s op vele vlakken nauw wordt samengewerkt bij het realiseren van bedrijvenparken die grensoverschrijdend gerealiseerd worden. Het naast elkaar ontwikkelen van twee afzonderlijke erkenningsregelingen met hetzelfde doel werd niet als niet wenselijk ervaren.
In wiens belang? Het spreekt vanzelf dat de erkenningsregeling voor park- en citymanagers een uitstekende mogelijkheid is om de eigen kwaliteit te laten bevestigen door een onafhankelijk instituut. Daarnaast is de erkenningsregeling ook voor opdrachtgevers bedoeld. Het is als ondernemersorganisatie of als projectontwikkelaar goed te weten dat de park- of citymanager ,waarmee men in zee gaat, opgenomen is in de erkenningsregeling. Dat betekent dat de kwaliteit getoetst is en dat een dergelijke toets ook periodiek zal worden herhaald. Dat betekent ook dat bij de selectie van een nieuwe parkmanager straks de voorwaarde gesteld zal kunnen worden dat deze als erkend parkmanager te boek staat. Het register zal vanaf de start kunnen worden ingezien op de site van de stichting CLOK.
Informatie? Wilt u informatie over de nieuwe erkenningsregeling, over de voorwaarden voor erkenning en de erkenningsprocedure? Ondernemersorganisaties, parkmanagers of andere partijen die bij parkmanagement zijn betrokken, kunnen een informatiesetje opvragen bij het secretariaat van de stichting CLOK. Mailt u uw gegevens naar
[email protected] en u ontvangt de informatie over de erkenningsregeling.
BusinessPARK magazine
19
20
BusinessPARK magazine
RECHT & PLICHT Klaag op tijd! In Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bevat de wettelijke regeling met betrekking tot de koopovereenkomst. Een koop is een overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en een ander om daarvoor een prijs in geld te betalen. De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden. Dit houdt in dat zij de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoeft te betwijfelen. Ook moet zij de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik bevatten als dat bij de overeenkomst was voorzien. Een geleverde zaak waaraan een gebrek kleeft en niet beantwoord aan de koopovereenkomst, is non-conform. Bij non-conformiteit (als er niet werd geleverd wat er was verkocht) kan de koper naar keuze alsnog levering vorderen, herstel, vervanging, schadevergoeding en/of een gehele of gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst. Een koper kan er geen beroep meer op doen dat er niet conform is afgeleverd, als hij de verkoper daar niet “binnen bekwame tijd” kennis van heeft gegeven. Ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad der Nederlanden, heeft in drie recente arresten uitleg gegeven van het begrip “binnen bekwame tijd”. In de zaak Ansing / Dijkstra-Post van 29 juni 2007 was een mobiele beregeningsinstallatie het onderwerp van het geschil. In de zomer van 1998 werd een regenhaspel geleverd aan de koper. Bij brief van 15 oktober 1998 meldde de koper enkele gebreken aan de verkoper. De verkoper verricht herstelwerkzaamheden, maar in juli 1999 ontdekte de koper dat niet alle problemen waren opgelost. Over deze nieuwe gebreken heeft zij op 25 augustus 2000 opnieuw bij de verkoper geklaagd en de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en terugbetaling van de koopprijs gevorderd met een aanvullende schadevergoeding. Verkoper voerde het verweer, dat de koper BusinessPARK magazinebekwame na de herstelwerkzaamheden in juli 1999 binnen tijd had moeten protesteren. Door pas in augustus 2000 te klagen, was de koper volgens hem niet meer tot ontbinding bevoegd. Zowel het Hof als de Hoge Raad heeft dit verweer gevolgd. Er moet worden geklaagd binnen zo korte tijd als in de gegeven omstandigheden in verband met zijn onderzoeksplicht van hem (de koper) kan worden gevergd. Een koper
moet onderzoek verrichten om vast te stellen of de afgeleverde zaak beantwoord aan de koopovereenkomst. En dat geldt ook na herstelwerkzaamheden. In de zaak Pouw / Visser eveneens van 29 juni 2007 was de verkoop van een woning in 2000 onderwerp van geschil. In juni 2001 constateerde de koper dat de verf van een houten topschot van de woning begon te bollen. Nadat het schot was kaal gemaakt bleek het hele schot door schimmel en bouwrot te zijn aangetast. Op 26 september 2001 werd een bouwkundig rapport uitgebracht. Bij brief van 27 september 2001 stelde de koper de verkoper aansprakelijk voor de schade. De verkoper wees aansprakelijkheid af. Vervolgens is er een vervolgrapportage uitgebracht door een bouwkundig adviesbureau op 22 november 2001. Dat vervolgrapport is pas op 22 april 2002 aan de verkoper toegezonden. In een gerechtelijke procedure vorderde de koper schadevergoeding van de verkoper. Ook in dit geval deed de verkoper een beroep op het feit dat er niet binnen bekwame tijd zou zijn geklaagd. De gebreken zouden immers al eind juni 2001 door de koper zijn ontdekt, terwijl de koper pas op 27 september 2001 van het gebrek in kennis is gesteld. De in het vervolgrapport van 22 november 2001 genoemde gebreken zijn zelfs pas per brief van 22 april 2002 aan de verkoper gemeld. Klaag dus op tijd en ga als er wordt geklaagd, na of dat tijdig is gebeurd. Raadpleeg bij twijfel een jurist. Mr. Olivier van Hardenbroek van Ammerstol, Van Harmelen Beijneveld van Houten Advocaten www.vhb.nl BusinessPARK magazine
21
BusinessPARK
magazine
4
jaargang 5, december 2006
Platform voor duurzaam beheer van bedrijventerreinen
Vraag van ondernemersvereniging: BusinessPark magazine verschijnt viermaal per jaar als platform van ontwikkelingen op het gebied van parkmanagement en duurzaam beheer van bedrijventerreinen. Doelgroep: BusinessPark magazine wordt in controlled circulation verzonden aan gemeente- en provinciebesturen en gemeentelijke en provinciale diensten EZ, RO, bedrijfscontactfunctionarissen en aan besturen van locale bedrijvenkringen. Oplage: 5.000 exemplaren Uitgave en Management Sels Advies & Secretariaat Redactie A.A. Sels J. Huizinga H. Timmermans
Binnen onze gemeente willen we aan de slag met de revitalisering van een verouderd bedrijventerrein. Er is weliswaar een ondernemersvereniging op dit terrein, maar het probleem is dat deze niet echt actief is. Er is een bestuur met een aantal vacatures en het lukt niet goed de ondernemers te betrekken bij de revitalisering. Toch is die revitalisering ook voor de ondernemers van groot belang. Wat kunnen we als gemeente doen om de ondernemersvereniging te stimuleren mee te doen? BID: Meer ruimte voor lokale initiatieven
Parkmanagement scan DHV Eindredactie en coördinatie Sels Advies & Secretariaat B.V.
Vermeer (OVDD): Op de barricaden voor Flevoland
Productie en vormgeving Modderman Drukwerk Amsterdam Fotografie Sels Advies & Secretariaat, J. Oosterhuis, J. Zoet Advertentie-exploitatie Sels Advies & Secretariaat B.V. Postbus 405 3100 AK Schiedam Tel. (010) 40 90 540 Fax (010) 47 32 818 E-mail:
[email protected] Redactiesecretariaat Sels Advies & Secretariaat B.V. Postbus 405 3100 AK Schiedam Tel. (010) 40 90 540 Fax (010) 47 32 818 E-mail:
[email protected] 22
BusinessPARK magazine
VASt-project bedrijventerreinen
VRAAG & ANTWOORD Antwoord van BusinessPark Magazine: Helaas is dit een situatie die veel voorkomt bij ondernemersorganisaties op lokaal niveau. Dergelijke verenigingen hebben ooit een bloeiend bestaan gekend onder een enthousiast bestuur of een bezielend voorzitter. Na verloop van tijd komt er de klad in als personen die de kar trekken, uit het bestuur gaan. Bij revitalisering van verouderde bedrijvenparken is een betrokken ondernemersorganisatie een onmisbare partner. Zonder commitment vanuit de georganiseerde ondernemers moet je eigenlijk niet eens beginnen aan revitalisering. Het is daarom zaak alles in het werk te stellen om de ondernemers als gesprekspartner van de gemeente aan tafel te krijgen. Dit vergt tijd en energie en is niet in een korte tijd geregeld. De bedrijfscontactfunctionaris kan hierbij een belangrijke rol spelen. Deze hoeft dat niet helemaal alleen te doen en zou zich bijvoorbeeld kunnen laten adviseren door een oud-ondernemer die goed bekend is met de desbetreffende ondernemersorganisatie. De eerste stap die gezet moet worden is dat achterhaald wordt wat de reden is dat er weinig betrokkenheid is vanuit de onderne-
mers. Ligt het aan ‘oud zeer’ met de gemeente? Ziet men niet de noodzaak van behartiging van de gezamenlijke belangen van de ondernemers? Zijn er te weinig ondernemers aangesloten bij de vereniging? Het uitrafelen van de gebrekkige betrokkenheid doe je niet met het rondsturen van een vragenlijst. De bedrijfscontactfunctionaris doet er goed aan bij ondernemers een kopje koffie te gaan drinken om een beeld te krijgen van de aarzelingen, maar ook van de wensen van de ondernemers. De tweede stap bestaat uit het samenbrengen van de wensen van de ondernemers met de contouren die de gemeente heeft bij de revitalisering van het terrein. Ga in de praktijk kijken. Maak als B&W samen met een aantal ondernemers een schouw van het terrein. Kijk samen door de oogharen naar het terrein zoals dat na de revitalisering eruit zou moeten zien. Als derde stap zou de gemeente zijn nek moeten uitsteken door bijvoorbeeld voor een projectperiode van twee jaar ondersteuning van de ondernemersorganisatie te faciliteren. Niet door iemand vanuit de gemeentelijke organisatie neer te zetten, maar door een onafhankelijk derde met verstand van ondernemersorganisaties die rol te geven.
Uit de praktijk blijkt dat (secretariële) ondersteuning of advisering van een lokale ondernemersorganisatie al goed te werken met een inzet van vier tot acht uur per week. Op den duur moeten de ondernemers de kosten van professionele ondersteuning weer voor eigen rekening nemen. De vierde stap bestaat uit het intensief betrekken van de ondernemersorganisatie bij de plannen voor revitalisering. Ga als gemeente niet aan de slag zonder de georganiseerde ondernemers erbij te betrekken. Dit geldt voor het gehele traject van revitalisering. Maak ook gebruik van nieuwe mogelijkheden, zoals de experimentenwet BGV waar elders in dit magazine meer over te lezen is. Als deze wet wordt vastgesteld, betalen alle ondernemers mee aan de kwaliteitsimpuls op het bedrijvenpark. Eigenlijk is de boodschap simpel: begin als gemeente niet aan revitalisering zonder de ondernemers erbij te betrekken. Als de ondernemersvereniging geen serieuze gesprekspartner is, zorg er dan voor dat deze eerst een serieuze partner wordt. Als dit geregeld is kunnen gemeente en georganiseerde ondernemers samen aan de slag met het revitaliseren van het bedrijvenpark.
Heeft u ook een vraag? Leg deze voor aan BusinessPark Magazine!
BusinessPARK magazine Heeft u als ondernemersvereniging of gemeente ook een vraag op het gebied van duurzaam beheer van bedrijvenparken? Stel die vraag dan aan BusinessPark Magazine. Wie weet, staat dan het antwoord op uw vraag in de volgende uitgave van dit magazine. En…ook al wordt uw vraag niet in het blad geplaatst, antwoord krijgt u sowieso! Stel uw vraag via:
[email protected]
BusinessPARK magazine
23