Revalidatie Magazine jaargang 17
nummer 2
juni 2011
Kwaliteit slim toetsen > HKZ in de praktijk > Actief buiten het revalidatiecentrum > Zelf oefenen na een beroerte > Ontwikkelingen op dwarslaesiegebied > Test om loopkans vast te stellen > Rouw in de revalidatie
inhoud 2-11 Wilt u reageren op RM? Hebt u een idee voor een artikel? De redactie hoort het graag:
[email protected]! 4 > ‘De werkweek heeft alles versneld’ Revalidatiecentra organiseren ook activiteiten buiten de eigen deur, met een therapeutisch doel.
HKZ in de praktijk
6 > Berichten 7 > ‘Kan ik weer lopen?’ Het UMC St Radboud ontwikkelde een methode om de loopkans na een dwarslaesie snel en betrouwbaar te voorspellen. 10 > Treuren en verdergaan Rouw, of verliesverwerking, beïnvloedt het aanpassingsproces dat revalidanten doormaken. Daarom aandacht voor dit belangrijke gegeven. 11 > ‘De kunst om los te laten’ Els Sahraoui. 15 > Het centrum Tolbrug.
De eerste zes revalidatiecentra hebben een HKZ-certificaat; in veel andere centra wordt naar certificatie toegewerkt. Wat kunnen deze
8>
19 > Column Spreekuur buiten! 20 > H et standpunt Wie bepaalt hoeveel een handprothese mag kosten? 21 > Het werk Melanie Eissens, handtherapeut.
vertellen over de ervaringen.
• Adri Bolt
Pleidooi voor een geïntegreerde kwaliteitstoets Er zijn de laatste jaren veel instrumenten bijgekomen om de kwaliteit van revalidatie te toetsen. Niet iedereen is daar gelukkig mee. Een geïntegreerde kwaliteitstoets zou de oplossing zijn.
16 > Oefengids voor intensieve revalidatie na een beroerte Een nieuwe oefengids stelt mensen in staat om na een CVA intensief zelf te oefenen: belangrijk voor het herstel.
centra leren van de pioniers? Twee betrokkenen
• John Ekkelboom
18>
<12 ‘Hoofddoel is een volwaardig bestaan’ Welke ontwikkelingen zijn gaande op het gebied van de behandeling van en zorg voor mensen met een dwarslaesie? De Deense hoogleraar Fin Biering-Sørensen en bestuurslid Frans Penninx van Dwarslaesie Organisatie Nederland reageren.
• Alice Broeksma
COLOFON Revalidatie Magazine is een uitgave van Revalidatie Nederland. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Johanna Kinderfonds. Uitgever Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media, Karin Linden (www.bsl.nl) Redactie Steven Berdenis van Berlekom MBA (hoofdredacteur, lid raad van bestuur, directeur Zorg en Innovatie revalidatiecentrum De Hoogstraat) • John Ekkelboom (journalistiek adviseur) • Drs. Annelies van Lonkhuyzen (eindredacteur) • Jan Verbaal MHA (hoofdredacteur, algemeen directeur revalidatiecentrum De Tolbrug) Redactieraad Dr. Renata Klop (programmacoördinator ZonMw) • Judith Boot (kwaliteitsfunctionaris Sophia Revalidatie) • Drs. Karin van Londen (senior communicatieadviseur Revalidatie Nederland) • Drs. Hans Slootman (revalidatiearts Stichting Heliomare) • Drs. Ria Zondervan (communicatieadviseur Revalidatiecentrum Amsterdam) Redactieadres Bohn Stafleu van Loghum • Odette Winter • Postbus 246, 3990 GA Houten • Telefoon (030) 638 37 66 • Fax (030) 638 39 91 •
[email protected] Vormgeving AC+M, Maarssen Foto omslag Inge Hondebrink Foto’s worden bij de artikelen gekozen, maar worden niet altijd op de betreffende locatie gemaakt. Abonnementen Bohn Stafleu van Loghum, Afdeling Klantenservice, Postbus 246, 3990 GA Houten, (030) 638 37 36, e-mail via www.bsl.nl/service • Abonnementsprijs Jaarabonnement particulieren € 36,95, studenten € 18,48, instellingen € 72,95 • Voor buitenlandse abonnees geldt een toeslag • Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk is opgezegd • Levering en diensten geschieden volgens de voorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 32107635 op 17 juni 2010. De voorwaarden staan op www.bsl.nl of worden op verzoek toegezonden. Adreswijzigingen Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar de Afdeling Klantenservice (adres zie Abonnementen). Advertenties • Bureau Van Vliet • Postbus 20 • 2040 AA Zandvoort • Telefoon (023) 571 47 45 • Fax (023) 571 76 80 •
[email protected] • Het overnemen envermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Het verlenen van toestemming tot publicatie in deze uitgave houdt in dat de standaard publicatievoorwaarden van Springer Media, gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Utrecht onder nummer 281/2003 van toepassing zijn, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De standaard publicatievoorwaarden zijn in te zien op www.bsl.nl/auteurs of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. • ISSN 1382-6174
Om klinische revalidanten weer aan de echte wereld te laten wennen, wordt ook wel therapie buiten het revalidatiecentrum gegeven. Maar centra doen veel meer buiten de deur. ‘Vooral van werkweken is de meerwaarde enorm’, zeggen deelnemers en behandelaars. • Door Alice Broeksma
Foto: Inge Hondebrink
‘De werkweek heeft Het varieert sterk wat revalidatiecentra buitenshuis organiseren voor revalidanten. Een deel van de centra doet weinig op dit vlak, maar er zijn ook enkele centra die juist heel actief zijn. Het meest voorkomend zijn daguitstapjes en kortdurende activiteiten zoals een sportclinic of handbiketocht. Maar een klein deel van de revalidatiecentra organiseert daarnaast meerdaagse activiteiten. Eén van de centra die dat doen, is De Hoogstraat in Utrecht. Sacha van Langeveld, fysiotherapeut, herinnert zich dat er al in 1975 een reis naar Noorwegen was voor revalidanten met een dwarslaesie en hun familie. In 1985 kwam ze zelf bij het centrum als behandelaar en sindsdien draagt ze actief bij aan de werkweken. ‘We hebben al elke variant uitgeprobeerd. Kleine groepen, grote groepen, meer of minder aangepaste omgeving. We kregen steeds meer ervaring en het concept werd steeds beter.’ Spannend Tegenwoordig is de werkweek van de dwarslaesieafdeling, ‘met inclusief medewerkers een man of vijfentwintig’, in mei omdat het dan lekker weer is. Op een locatie met van alles in de buurt, stad en natuur, ruimte voor vrijheid. Het belang van die werkweken was volgens Van Langeveld allang zonneklaar, omdat cliënten er hun grenzen veel sneller door verleggen en zelfvertrouwen opbouwen. Maar de laatste werkweek werd helemáál een hoogtepunt: een geïmproviseerde trip naar de Ardennen. ‘Het was heel ad hoc’, zegt Van Langeveld. ‘Meestal beginnen we een half jaar van te voren met de planning, waarbij cliënten een groot deel zelf organiseren. Nu zat tussen idee en uitvoering vier weken.’ Enthousiast door het initiatief – zes revalidanten tekenden meteen in – bood Van Langeveld haar eigen ‘klushuis’ in de Ardennen aan als onderkomen. Dat scheelde geld: accommodatie is meestal de grootste kostenpost. ‘Maar niks is volledig aangepast. Het huis is wel toegankelijk, maar op de wc zit geen beugel bijvoorbeeld. Als dat maar goed gaat, dachten we eerst. Er zaten echt wel kwetsbare mensen in de groep, niemand kon lopen. Het was heel spannend.’ Enorm succes Maar juist door het improviseren werd het een enorm succes. Allerlei elementen
Funda Müjde: ‘Ik was in die eerste tijd zo verschrikkelijk bang’
droegen bij. Er was maar één houtkachel en mensen ontdekten weer welbehagen door een knappend vuur. Er lag een dik pak sneeuw, ze begonnen elkaar in te zepen en het werd onbekommerde sneeuwpret. Door de sneeuw waren ze allemaal doorweekt en merkten dat snel omkleden met een dwarslaesie toch kan. ‘Achteraf zeiden een paar mensen dat die week alles voor ze had veranderd.’ En ook de begeleiders leerden weer, zegt de fysiotherapeut. Als voorbeeld
4
RM 2 2011
alles versneld’ noemt ze een grote stevige jongen die op de eerste verdieping wilde slapen. Hij kon nauwelijks staan, dus wilden de begeleiders hem beneden houden. ‘Maar dat druiste eigenlijk in tegen onze overtuiging dat de meerwaarde van een werkweek juist ook zit in de eigen keus van een cliënt, in zijn eigen doelen.
Hoge prioriteit
Deze jongen was daar terecht boos over en heeft ons later laten zien dat het toch lukte met die trap. Mensen blijven verrassen door wat ze kunnen. Die kans moeten ze van ons behandelaars ook krijgen.’ Veilig genoeg Dat een werkweek bijzonder belangrijk kan zijn, beaamt cabaretière Funda Müjde. Vier jaar geleden ging ze als dwarslaesierevalidant bij Reade in Amsterdam mee naar Texel. ’Die week heeft alles in mijn proces versneld. Het personeel was zo deskundig en zo ervaren, bij hen voelde ik me veilig genoeg om mijn grenzen te verkennen. En er overheen te gaan.’ Müjde, ook bekend als schrijfster en actrice in Julia’s geheim en tv-series Vrouwenvleugel en Medisch Centrum West, kwam in 2007 in een rolstoel terecht door een taxi-ongeluk in Turkije. Terug in Nederland lag ze vijf weken in het ziekenhuis voor ze doorging naar het revalidatiecentrum. ‘Ik was in die eerste tijd zo verschrikkelijk bang’, herinnert ze zich. ‘Alles was doodeng. Je beseft eerst absoluut niet wat je overkomen is. Je hebt een nieuw lichaam dat je niet kent, je hebt pijn en alles is anders.’ Na vier maanden werd ze uitgenodigd voor de werkweek. Tot dan toe was ze niet verder gekomen dan het Vondelpark, naast het revalidatiecentrum. ‘Ik wist dus nog helemaal niet hoe het leven buiten zou worden.’
‘ Het varieert sterk wat revalidatiecentra buiten hun deuren organiseren’ Emoties De werkweek omschrijft Funda nu als een ‘giga vertrouwen gevende, confronterende, blij en verdrietig makende ervaring.’ ‘Ik kwam zoveel emoties tegen. Zag ik personeelsleden op de schommel, dacht ik: ik kan nooit meer schommelen. Gingen we de supermarkt in, merkte ik dat ik nauwelijks bij de planken kon. Ik dacht: als dit zelfstandigheid is, stuur ik mijn man of mijn kind wel naar de winkel. Maar toch was het natuurlijk goed om mee te maken. Want je leerde erdoor hoe je dat dan kunt oplossen, en hoe je met je rolstoel en boodschappen op schoot een bocht maakt als een pad niet breed genoeg is. Ik merkte dat er veel wél kon, dat ik bijvoorbeeld toch naar een gewoon zwembad kon gaan. Tijdens de werkweek wilde ik alles wel proberen. Stortte me tomeloos op handbiken en ontdekte dat ik toch onderweg een plas kon doen. Ik ontdekte hoe het is om bekeken te worden in je rolstoel, en dat veel draait om het overwinnen van je verlegenheid en het aanvaarden van hulp van mensen om je heen. Als je die drempel over bent, kan er heel veel. De werkweek heeft me op geestelijk, emotioneel en fysiek gebied enorm vooruit geholpen. Zonder die week had dat allemaal veel
Extra activiteiten kosten extra geld. Soms is er een ondersteunende stichting of bijvoorbeeld de Rotary die bijdraagt in de kosten, maar verder moeten de centra zelf bijpassen. Regelmatig betalen deelnemers een bescheiden bijdrage. Revalidatiecentrum Adelante schakelt voor een jaarlijkse zeilweek bij watersportcentrum Robinson Cruise in Loosdrecht ook sponsors in. Maar de organisatie betaalt zelf het grootste deel van de kosten. Sven Balk, teammanager, zegt dat die week het centrum 7000 euro kost. ‘Maar het heeft bij ons een hoge prioriteit. Door een werkweek komen, en blijven, cliënten veel sneller op peil. Dat is voor hun toekomst belangrijk en het draagt bij aan hun terugkeer naar de maatschappij.’ Adelante houdt ieder jaar eveneens een ‘doeen sportdag’ waar cliënten met familie en vrienden op af komen, en ex-revalidanten. Voor hen een mogelijkheid om nieuwe activiteiten te ontdekken en om hun vaardigheden naar een volgend niveau te brengen. ‘Dit soort activiteiten kosten je als organisatie natuurlijk altijd geld’, zegt Balk, ’maar de opbrengst is echt heel groot.’
langer geduurd.’ RM 2 2011
5
ber i chten
Korting revalidatiecentra
ORGANISATIE EN WETENSCHAP
De rechtbank heeft op 29 april 2011 een door Revalidatie Nederland aangevraagde voorlopige voorziening niet toegewezen. Vanwege een budgetoverschrijding heeft het ministerie van VWS een budgetkorting opgelegd aan de ziekenhuizen. De voorlopige voorziening werd aangevraagd omdat deze budgetkorting – voor de revalidatiesector 20 miljoen euro – kan betekenen dat er mensen ontslagen moeten worden en dat er minder zorg verleend kan
> Radboud Universiteit, Nijmegen. Op 22 februari 2011 promoveerde Jan Groothuis op het proefschrift Vascular control in individuals with autonomic failure.
worden. En dat terwijl achteraf de korting misschien wordt teruggedraaid. Er loopt namelijk nog een bezwaarprocedure tegen de korting bij de Nederlandse Zorgautoriteit. Revalidatie Nederland voert hierbij onder meer als argument aan dat de revalidatiecentra niet hebben bijgedragen aan de budgetoverschrijding.
> Rijksuniversiteit Groningen. Per 1 april 2011 is Corry van der Sluis benoemd tot hoogleraar revalidatiegeneeskunde, met als speciaal aan-
Revalidatie Kennisnet op internet
dachtsgebied arm- en handrevalidatie. > Radboud Universiteit, Nijmegen. Op 28 april 2011
Met financiële steun van ZonMw ontwikkelt Revalidatie Nederland een systeem voor kennisuitwisseling:
promoveerde Meyke Roosink op het proefschrift
Revalidatie Kennisnet. Inmiddels is begonnen aan het functioneel ontwerp. De ontwikkelingen rond het project
Persistent shoulder pain after stroke.
zijn te volgen via www.revalidatie-innovatie.nl, knoppen ‘Innovatieprogramma Revalidatie’ en ‘Ontwikkeling > Radboud Universiteit, Nijmegen. Op 3 mei 2011
Revalidatie Kennisnet’.
promoveerde Gert Geurtsen op het proefschrift The effectiveness of the Brain Integration Programme.
Twents samenwerkingsverband telezorg
A Dutch community reintegration programme for patients with acquired brain injury.
Op 7 april jl. ondertekenden twaalf Twentse zorgaanbieders – waaronder revalidatiecentrum Het Roessingh – en zorgverzekeraar Menzis een samenwerkingsovereenkomst voor het project CoCo (Conditie Coach). Dit telezorgproject – het eerste op deze schaal in ons land – richt zich op chronisch zieken. Op afstand wordt het activiteitenpatroon van mensen geregistreerd, met behulp van bewegingssensoren op het lichaam en een PDA-telefoon. Vervolgens krijgen zij adviezen om hun activiteitenpatroon te veranderen. Zo krijgen mensen deskundige begeleiding in hun dagelijkse omgeving. CoCo is ontwikkeld door Roessingh Research and Development.
> Universiteit Maastricht. Op 13 mei 2011 hield hoogleraar revalidatiegeneeskunde Rob Smeets zijn oratie, onder de titel Revalideren is goed schakelen. > Universiteit Twente, Enschede. Op 13 mei 2011 promoveerde Marit van Weering op het proefschrift Towards a new treatment for chronic low back pain
Van CQ-index naar verbeterplan
patients, using activity monitoring and personalized feedback.
De Consumer Quality Index of CQ-index is een methode om de ervaringen van revalidanten te inventariseren, om zo de kwaliteit van zorg- en dienstverlening te kunnen verbeteren. Inmiddels is bij alle revalidatiecentra een meting gedaan. De centra ontvingen een rapport waarin hun eigen resultaten naast de algemene resultaten zijn gezet. Omdat de CQ-index nog niet genoeg houvast biedt om daadwerkelijk tot verbeteringen te komen, heeft het LSR een methodiek ontwikkeld om de uitkomsten te vertalen naar een verbeterplan. Het gaat hierbij onder meer om het verkrijgen van meer inzicht in de achterliggende ervaringen van cliënten en in oplossingen die zij wenselijk vinden. De methodiek is te vinden op www.hetlsr.nl, knoppen ‘Kwaliteitstoetsing’ en ‘Van CQ/CE index naar verbeterplan’.
Zichtbare zorg Op 28 april jl. vond een brainstormbijeenkomst plaats in het kader van het project Zichtbare Zorg Revalidatie. In dit project werken Revalidatie Nederland, de vereniging van revalidatieartsen VRA, medezeggenschapsorganisatie LSR en Zorgverzekeraars Nederland samen, met het doel
CVA on tour
om de kwaliteit van revalidatie inzichtelijk te maken. De brainstormbijeenkomst werd bezocht
6
10 mei 2011 was de Europese Dag van de Beroerte.
door 25 mensen uit de sector. Zij spraken over
In verband hiermee werd vanaf 6 mei onder de titel
de thema’s en de voorwaarden die gelden bij het
CVA on tour een meerdaagse fietstocht gehouden.
zichtbaar maken van kwaliteit. De uitkomsten
Het doel: aandacht vragen voor het voorkómen en
zijn verwerkt in een visiedocument. Vervolgens
herkennen van een beroerte en voor de onzichtbare
worden nu kwaliteitsindicatoren beschreven,
gevolgen. Circa zeventig CVA-patiënten fietsten
meetinstrumenten ontwikkeld, gegevens ver-
vanuit Noord-, Midden-, Zuid- en West-Nederland
(D66) kregen de oefengids Zelf oefenen na een beroerte
zameld, geanalyseerd en in 2013 gepubliceerd.
naar Utrecht. Op 10 mei kwamen de fietsers aan
aangeboden (zie pagina 16). CVA on tour werd geor-
Patiënten kunnen deze informatie gebruiken om
op de Utrechtse Neude, waar ze werden ontvangen
ganiseerd door revalidatiecentrum De Hoogstraat, in
hun keuze voor een bepaald centrum te onder-
door locoburgemeester Rinda Den Besten. Tweede
samenwerking met de Nederlandse CVA-vereniging
steunen. Zorgverzekeraars kunnen de informatie
Kamerleden Hans Spekman (PvdA) en Pia Dijkstra
en Revalidatie Nederland.
laten meewegen bij de inkoop van zorg.
RM 2 2011
Foto: Mariska Boshoven
‘Kan ik weer lopen?’ Loopkans na een dwarslaesie snel en betrouwbaar te voorspellen ‘Kan ik straks weer lopen?’ Het is een van de eerste vragen die mensen stellen als blijkt dat ze met een dwarslaesie verder moeten leven. Bij het UMC St Radboud werd een eenvoudige methode ontwikkeld die met 96 procent zekerheid antwoord geeft op deze belangrijke vraag. • Door Mariska Boshoven Een dwarslaesie is een zeer ernstige beschadiging van het ruggenmerg, die
Snel duidelijkheid
enorme gevolgen heeft. Zo kunnen de benen door een dwarslaesie helemaal
De voorspelling kan worden gedaan binnen vijftien dagen na het ontstaan van de
of gedeeltelijk verlamd raken. Tot op heden was er geen betrouwbare methode
dwarslaesie, heel snel dus. Zowel voor patiënten als hulpverleners heeft dit grote
om in die situatie snel te voorspellen of iemand weer kan gaan lopen. Daarom
voordelen. Revalidatiearts Henk van de Meent van het UMC St Radboud: ’De mees-
gingen onderzoekers van het UMC St Radboud op zoek naar een manier
te mensen willen graag direct weten hoe groot de loopkans is. Snelle zekerheid dat je
om de loopkans te voorspellen. Ze analyseerden hiervoor gegevens van 492
weer kunt lopen, kan een patiënt extra motiveren in zijn herstelproces. Ook kunnen
dwarslaesiepatiënten uit negentien Europese dwarslaesiecentra.
we de revalidatie nog gerichter inzetten. Denk bijvoorbeeld aan het snel oefenen van een loopbeweging. Als een patiënt niet meer zal lopen, kan vroegtijdig weten ook
Vier testen
van belang zijn. We kunnen dan sneller hulp voor traumaverwerking inzetten en
De onderzoekers ontdekten dat aan de hand van vier eenvoudige testen en
indien nodig te positieve of negatieve verwachtingen bijstellen.’ De testen worden
de leeftijd van de patiënt een goede voorspelling gegeven kan worden. Met
inmiddels standaard toegepast in het UMC St Radboud. Ook zijn de testen onlangs
behulp van een wattenstaafje wordt getest of de patiënt gevoel heeft aan de
besproken op de landelijke scholingsdag voor revalidatieartsen en worden ze
binnenkant van de knie en bij de voetzool. Ook wordt de kracht van de dij-
opgenomen in het Handboek dwarslaesierevalidatie. Van de Meent: ‘Met deze
beenspier en kuitspier gemeten. Deze kracht wordt aangegeven op een schaal
testen zetten we weer een stap in de verdere ontwikkeling van dwarslaesiezorg.’
van 0 tot en met 5, waarbij 0 staat voor volledige verlamming en 5 voor normale kracht. Aan elke testuitslag is een score toegekend. Vervolgens wordt gekeken
‘A clinical prediction rule for ambulation outcomes after traumatic spinal cord
naar de leeftijd: bij mensen van 65 jaar of ouder is de herstelkans kleiner.
injury: a longitudinal cohort study’, door dr. Joost van Middendorp en anderen.
Alle scores bij elkaar opgeteld voorspellen met 96 procent zekerheid of
Het onderzoek is online gepubliceerd in The Lancet. Informatie staat ook op
iemand weer zelfstandig – al dan niet met hulpmiddelen – kan gaan lopen.
www.umcn.nl/nieuws. RM 2 2011
7
De eerste zes revalidatiecentra hebben inmiddels een HKZ-certificaat; in veel andere centra wordt naar certificatie toegewerkt. Wat kunnen deze centra leren van de pioniers? Twee betrokkenen vertellen over de ervaringen. • Door Adri Bolt
HKZ in de praktijk De verbeterboost van HKZ ‘Dankzij de HKZ-certificering is de organisatie zich bewuster geworden
positieve terugkoppeling en vervolgens kreeg de Libra Zorggroep als eerste in
van de kwaliteit’, vertelt Caroline Schafrat, coördinator kenniscentrum van
Nederland het certificaat.’
de Libra Zorggroep. ‘Het traject heeft een verbeterboost opgeleverd.’ De Libra Zorggroep omvat onder andere de revalidatiecentra Blixembosch
Bij het certificeringstraject horen ook interne audits. Daarvoor opgeleide
in Eindhoven en Leijpark in Tilburg. Eind 2008 zijn zij begonnen met de
medewerkers van de organisatie toetsen andere afdelingen. ‘Daarbij vormt
voorbereiding op certificering. ‘We hadden ervaring met certificering voor
het organisatiehandboek het uitgangspunt: hoe wordt dat toegepast in de
de gehandicaptenzorg en we streefden ernaar de revalidatiecentra te laten
praktijk? We kiezen telkens een zorgproces voor een interne audit, bijvoorbeeld
certificeren zodra er een HKZ-schema voor revalidatie vastgesteld zou zijn.
pijn- of dwarslaesierevalidatie. De auditoren constateren wat er wel en niet
We waren gemotiveerd en wilden, naast externe verantwoording afleggen,
volgens afspraak verloopt en daar gaat het team dan weer mee aan de slag.
vooral ons interne kwaliteitssysteem verbeteren.’
Elke afdeling krijgt minimaal eens per drie jaar een interne audit. Zo blijven we scherp, verbeteren we ons continu.’
Allereerst werd een ‘nulmeting’ uitgevoerd, om te kijken waar de organisatie stond. ‘Een van de HKZ-normen is bijvoorbeeld dat je regelmatig een cliënt-
De revalidatiecentra van de Libra Zorggroep slaagden dus in één keer.
tevredenheidsonderzoek uitvoert; dat hadden we al goed geregeld. Maar we
Dat betekent niet dat volledig aan alle normen werd voldaan. Gelukkig ging
hadden bijvoorbeeld nog niet op papier uitgewerkt hoe de coördinatie van
het niet om zogenaamde ‘kritische tekortkomingen’, waardoor certificering
de zorg verliep.’ Dergelijke verbeterpunten werden aangepakt. ‘Daarnaast
niet doorgaat omdat bijvoorbeeld de patiëntveiligheid in gevaar komt, maar
ontwikkelden we een organisatiehandboek, waarin staat beschreven welke
om ‘bevindingen’ waarvoor voorlopig een plan van aanpak voldoende was.
afspraken, processen en procedures aanwezig zijn in de organisatie. Dat is
‘We hebben moeten aantonen dat we hier serieus mee aan de slag gaan.’
belangrijk om overzicht te krijgen van wat er gebeurt en door wie. In het
Schafrat raadt revalidatiecentra die bezig zijn met certificatie aan om goed
handboek staat bijvoorbeeld wanneer cliënttevredenheidsonderzoeken worden
te investeren in communicatie: ‘We hebben daar behoorlijk wat energie in
uitgevoerd, door wie en waar die informatie te vinden is.’
gestoken, maar we hadden nog meer kunnen doen. De vertaalslag naar de medewerkers is uiterst belangrijk.’ En een laatste tip: ‘Als je dit oppakt, doe
In oktober 2009 beoordeelde DNV, de certificeerder, de organisatie ‘op papier’:
dat dan met enthousiasme. Want het kan heel veel opleveren.’
de zogenaamde documentatiebeoordeling. Maar de echte audit, in november
8
van dat jaar, was spannender. ‘Die duurde maar liefst een week. De certificeerders
Tip van de Libra Zorggroep: ‘HKZ-certificering kan veel kwaliteitswinst
praatten met behandelaars, managers, de raad van bestuur. Zo toetsen ze of
opleveren, mits de medewerkers voldoende betrokken zijn. Investeren
de afspraken in de praktijk ook worden nageleefd. Na die week kregen we een
in communicatie is dus van groot belang.’
RM 2 2011
Meedenken over je eigen werk
Illustratie: Roel Seidell
‘Neem nu de opname. Sommige mensen weten precies welke formulieren
houd van apparatuur. En met een arts, over het aannamebeleid en de dos-
moeten worden ingevuld, welke brochures de patiënt moet krijgen, dat er
siervorming. ‘Soms vinden mensen het griezelig om geaudit te worden. Maar
een rondleiding wordt gegeven. Maar dat was niet voor iedereen toegankelijk
dat is het niet, als je open en eerlijk in gesprek gaat is het alleen maar leuk.
integraal beschreven. Nu staat het allemaal in het kwaliteitshandboek.’ Aly
Het is geen overhoring, je wordt er niet op afgerekend.’
Dotinga werkt als senior verpleegkundige bij Revalidatie Friesland. Zij was lid van één van de werkgroepen die voor de HKZ-certificatie de werkprocessen
Toch gebeurt er natuurlijk wel wat met de resultaten. Nadat de betrokkenen
beschreven. ‘Veel stond al op papier. Die zaken hoefde ik alleen maar op te
voor akkoord hebben getekend, gaat het verslag naar de beleidsmedewerker
zoeken en op de juiste manier op te schrijven. Vervolgens ging ik naar de
kwaliteit, het afdelingshoofd en het management. ‘Als er punten zijn waaraan
betreffende afdeling, om na te vragen of de beschrijving klopte.’
gesleuteld moet worden, gaat het afdelingshoofd of de leidinggevende daarmee aan de slag. Zeker niet om de betreffende afdeling op de vingers te tikken,
Daarnaast vonden tijdens het certificeringstraject al interne audits plaats.
maar om als organisatie een stapje verder te komen.’
Het leek Dotinga ‘heel boeiend om te kijken of de procedures die we in het
En ook op andere manieren draagt HKZ bij aan het kwaliteitsdenken.
kwaliteitshandboek aan het beschrijven waren ook werkelijk zo plaatsvonden’.
‘Mensen vragen zich vaker af “hoe hadden we het ook alweer afgesproken?”
Daarom volgde ze de tweedaagse cursus, en ging ze al voor de certificering in
en zoeken dat op in het kwaliteitshandboek. We weten nu precies waar we
juni 2010 als interne auditor aan de slag.
het met elkaar over hebben.’
En boeiend bleek dat inderdaad. ‘Het is heel leuk om met andere afdelingen binnen de instelling in contact te komen. Zo deed ik een audit bij het
Tip van Revalidatie Friesland: ‘Zorg ervoor dat de HKZ-certificering
secretariaat. Dan denk je mee over het werk dat ze daar doen. Kritisch, maar
onder de aandacht blijft, ook na de introductie. Bijvoorbeeld door op
opbouwend. Het gaat erom dat je samen stilstaat bij de werkprocessen, dat
alle afdelingen een map neer te leggen over HKZ, die je regelmatig
mensen iemand in hun keuken laten kijken.’
aanvult met nieuwe informatie.’
Dat laatste deed Dotinga ook letterlijk, tijdens een audit bij ergotherapie. ‘Ze
Behalve de Libra Zorggroep (Blixembosch en Leijpark) en Revalidatie Friesland,
hadden daar een keuken die volgens een keurig schema werd gerund. Daar
hebben inmiddels ook Sophia Revalidatie, het Militair Revalidatiecentrum
trok ik een kastje open en pakte er een pak eten uit dat net over datum was.
Aardenburg en Capri Hartrevalidatie een HKZ-certificaat. De HKZ-toetsing wordt
Dat is dan niet erg, maar wel een puntje waarnaar gekeken moet worden.’
iedere drie jaar herhaald, met na één en na twee jaar een vervolgaudit. Daarin
Dotinga sprak verder bijvoorbeeld met het hoofd van een polikliniek, over de
wordt gecheckt of de bevindingen worden opgepakt en het kwaliteitssysteem blijft
organisatie van de bedrijfshulpverlening, het calamiteitenplan en het onder-
draaien. RM 2 2011
9
Treuren en verdergaan In het vorige RM stond het artikel ‘Omgaan met omgaan met’, over het begeleiden van revalidanten die zich moeten aanpassen aan een totaal veranderde situatie. In dat artikel bleek dat rouw, of verliesverwerking, dit aanpassingsproces sterk beïnvloedt. Daarom zoomen we nog even in op dit belangrijke gegeven. nu, de draad oppakken. Als dat niet lukt, kan de slinger toch overslaan naar de kant van de emotionele dynamiek. Wanneer de emoties zijn doorleefd, beweegt de slinger meestal weer snel terug. Maar hij kan ook blijven steken en dan zie je mensen knokken om hoe dan ook door te gaan. Soms doen ze dat jaren, tot ze zich weer veilig voelen in hun leven, en dan laten ze alsnog de slinger los en is het voor hen tijd om de emotionele dynamiek toe te laten. Inzicht Foto: Inge Hondebrink
Verliesverwerking is te vergelijken met een vingerafdruk: het is een uniek proces en toch zit er structuur in. Inzicht in die structuur kan cliënten helpen te begrijpen en accepteren wat hen overkomt. Dat ze misschien Tijdens de revalidatie beleven mensen vaak grote verliezen. Er is het verlies
heel anders reageren dan ze van zichzelf gewend zijn: emotioneler of minder
van functies en mogelijkheden, van een vertrouwd lichaam en een vertrouwd
daadkrachtig bijvoorbeeld, wat dan weer kan worden ervaren als verlies van
leven. Wanneer je als mens een verlies meemaakt doet dat pijn, en dat
eigenheid. Mensen – ook zorgprofessionals – hebben vaak een bepaald beeld
vraagt om verwerking. Het verwerkingsproces begint op het moment dat je
van hoe rouw hoort te verlopen. Zij kunnen hierdoor iemand het gevoel geven
beseft dat er iets wezenlijk is veranderd. Dan is er de schok van het besef,
dat hij niet op de juiste wijze rouwt. Dat kan onzeker en eenzaam maken en tot
waarschijnlijk de schrik, misschien het verzet, de ontkenning, het schipperen,
isolement leiden. Daarom is het belangrijk dat revalidatieprofessionals de unie-
het verdriet, de woede, de leegte. Dat is de emotionele dynamiek van verwerken.
ke beleving van iedere rouwende respecteren. Dat ze herkennen hoe mensen omgaan met hun verlies en bij dat proces aansluiten door troost, geruststelling
Slinger
en informatie te bieden. Soms, als iemand lijkt vast te lopen en verwerking niet
Het verwerkingsproces voltrekt zich vaak als een slingerbeweging tussen
plaatsvindt, kan therapeutische begeleiding zinvol zijn. Maar meestal is begrip-
enerzijds deze emotionele dynamiek en anderzijds het jezelf terugknokken
volle ondersteuning voldoende en vinden mensen zelf hun weg wel weer.
in het leven: het doorgaan met de dingen die jouw leven zin gaven en het zoeken naar manieren om je leven op te pakken. Sommige mensen worden
Margaretha van Eeden,
heftig en langdurig door de emotionele dynamiek meegesleept. Ze komen
gedragskundige Reade, Amsterdam
terecht in een draaikolk van emoties en pijn. Misschien komen ze in verzet
10
tegen die emoties, wat het nog pijnlijker maakt. Anderen gaan snel en vrij
Dr. Margaretha van Eeden geeft trainingen aan professionals en heeft een brochure
rustig door de emoties heen en komen daarna tot aanvaarding en nieuwe
geschreven over hoe om te gaan met coping bij verliesverwerking: www.training-
betekenisgeving. Bij weer andere mensen begint de verwerking aan de
coaching-supervisie.nl. Het RM met het artikel ‘Omgaan met omgaan met’ vindt u
andere kant: zij zijn van het begin af aan gericht op dóórgaan, leven in het
op www.revalidatienederland.nl, knoppen ‘Actueel’ en ‘Revalidatie Magazine’.
RM 2 2011
Foto: Inge Hondebrink
2010
Juni 2010 tot september 2010 > klinische revalidatie September 2010 tot nu > poliklinische revalidatie
‘De kunst om los te laten’ Els Sahraoui (48 jaar) heeft posttraumatische spierdystrofie, een aandoening die kan optreden na letsel of een operatie aan arm of been. De klachten begonnen acht jaar geleden na het ingipsen van een gebroken pols. Sindsdien gaat er geen dag voorbij zonder pijn. • Door Anne Merkies ‘Drie jaar na mijn polsbreuk scheurde ik mijn enkelband en gebeurde na
rust, er was altijd iets wat moest. Bij activiteitentherapie ging ik knutselen, heel
het ingipsen weer hetzelfde als bij mijn pols: zenuwpijn, zwellingen en uitval.
ontspannend. Ik had daar nooit de tijd voor genomen. Op de vraag: ‘’wat vind
Behalve mijn zere arm had ik nu ook mijn been erbij. Van alles heb ik
je nou eigenlijk leuk”, kon ik niet eens een antwoord geven. Ik stond niet stil
geprobeerd: fysiotherapie, zware medicatie, zenuwblokkades, niets hielp.
bij wat ik voelde of wilde.
Ondertussen werkte ik door en onderdrukte de pijn. Van huis uit had ik geleerd: je bent pas ziek als je koorts hebt. Toen ik in 2009 dezelfde klachten
Het voelt vaak alsof er twee mannetjes op mijn schouder zitten. De een zegt
kreeg aan mijn goede arm, was dat voor mij de druppel. Ten einde raad ben
‘’rustig aan” en de ander zegt ‘’niet zeuren, doorgaan.” De mannetjes zijn
ik naar een revalidatiearts gegaan. Wat was ik opgelucht toen hij zei: “We
nog niet weg, maar door mijn revalidatie heb ik minder last van ze. Ik besef
gaan je opnemen.” “Eindelijk”, dacht ik, ”nu word ik beter.” Het leek me
nu dat ik iets heb en dat ik goed voor mezelf moet zorgen. Dat heeft een
heerlijk, even niets meer hoeven, ik was volledig uitgeput.
gunstige invloed op mijn pijn. Maar het gaat om een gedragsverandering en dat gaat langzaam. Mijn man Mo steunt me enorm, dat is belangrijk, want je
Het eerste gesprek met de fysiotherapeut vergeet ik nooit meer. Ik verwachtte
partner ervaart die verandering ook. Sinds januari doe ik als onderdeel van
dat ze lekker mijn arm ging masseren, zei ze: “Waarom ontbijt je eigenlijk
mijn revalidatie ACT, acceptance & commitment therapy. Deze behandelvorm
niet?” En: “Tien koppen koffie drinken is wel veel op een dag.” Kortom, kreeg
gaat nog meer in op de psychische kant van de pijn. Heel confronterend
ik daar fijntjes te horen dat ik niet goed voor mezelf zorgde, wat natuurlijk zo
soms. Ik kwam er bijvoorbeeld achter dat ik dwangmatig ben, controle wil
was. De ergotherapeut rekende de eerste week uit dat ik precies één minuut
hebben en een tobber ben. De kunst is dus om los te laten en dingen te
en negen seconden ontspannen kon zitten, daarna verkrampten mijn spieren
accepteren zoals ze zijn. Hoe meer ik vecht tegen de pijn, hoe harder die van
zich. Ik moest mijn lijf weer leren voelen om contact te maken tussen lichaam
zich laat horen. Momenteel werk ik vijftien uur per week en ben bezig op te
en geest. Het klinkt zweverig, maar dat is het niet. Als je je lichaam kunt voe-
bouwen, maar het valt me zwaar. Hoeveel uren het uiteindelijk worden?
len, weet je ook wanneer je moet stoppen. Ik was altijd bezig in mijn hoofd;
Ik weet het niet, daarvoor zal ik goed naar mijn lichaam moeten luisteren.’
terwijl ik iets deed, dacht ik alweer aan het volgende. Nooit gunde ik mezelf RM 2 2011
11
Het is de bedoeling dat over enkele jaren alle Nederlandse revalidatiecentra HKZgecertificeerd zijn (zie ook pagina 8). De GGZinstellingen hebben al bijna allemaal zo’n certificaat. Guus Verhoef, senior beleidsadviseur bij het bureau van GGZ Nederland, begeleidde de introductie hiervan. ‘In de aanloop naar de Leidschendamconferentie in 2000, waar de kwaliteit van de zorg op de agenda stond, hebben wij het jaar daarvoor met onze leden afgesproken dat er een gezamenlijke meetlat moest komen om de kwaliteit van iedere GGZinstelling te kunnen meten. Dat heeft in 2002 geresulteerd in het HKZ-certificatiesysteem voor onze sector. Daarna hebben we besloten om allemaal zo’n HKZcertificaat te behalen, wat inmiddels is gebeurd. Uit recent onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt dat dankzij de certificering de zorgverlening binnen de instellingen minder aan het toeval onderhevig is. Of dat ook leidt tot betere resultaten, is daarmee niet bewezen. Maar je kunt op je klompen aanvoelen dat wanneer een zorginstelling zijn best doet en ervoor zorgt dat alles goed loopt, de mensen met psychische problemen daar in goede handen zijn. Dat sommige professionals klagen dat het allemaal tijdrovend en bureaucratisch is, vind ik lang niet altijd terecht. Het gaat dan meestal gewoon om achterstallig onderhoud.’
12
RM 2 2011
Foto: Inge Hondebrink
Minder toeval dankzij HKZ
De revalidatiesector heeft de laatste jaren hard gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Dit heeft geresulteerd in de komst van allerlei instrumenten om die kwaliteit te toetsen. Niet iedereen is daar gelukkig mee, omdat ze veel tijd in beslag nemen en volgens sommigen te weinig opleveren. Een geïntegreerde kwaliteitstoets waarin de patiënt centraal komt te staan, zou de oplossing zijn. • Door John Ekkelboom
Pleidooi voor een geïntegreerde kwaliteitstoets B
as van de Weg, voorzitter van de commissie Kwaliteit van de Nederlandse
gelopen. Door oververzadiging en registratiemoeheid dreigt het draagvlak
Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) en sinds kort revalidatiearts
bij de professionals af te kalven Hij pleit ervoor om instrumenten meer te
bij Revant in Zeeland, vindt dat de revalidatiesector trots mag zijn op
integreren, waardoor het toetsen efficiënter kan verlopen en minder tijd in
de kwaliteitslag die zij de afgelopen vijftien jaar heeft gemaakt. Vóór die periode
beslag neemt. Van de Weg: ‘Ieder instrument heeft zijn eigen accenten. Vaak
waren er immers nog helemaal geen toetsen die iets konden zeggen over de
zijn ze min of meer complementair, dus kun je er niet zomaar een weglaten.
kwaliteit van de zorg. Inmiddels bestaat er een fors aantal kwaliteitsinstrumenten.
Maar ze overlappen elkaar ook en daarom zouden we eens moeten kijken hoe
Voorbeelden daarvan zijn de CQ-index, de HKZ, de opleidingsvisitatie, de
we ze kunnen samenvoegen en simplificeren. Zo zou je eerst de opleidings- en
kwaliteitsvisitatie, de BIG-registratie, interne audits en prestatie-indicatoren.
kwaliteitsvisitaties kunnen koppelen, en later de HKZ daarin meenemen. Dan
Dit soort toetsen hebben als doel de kwaliteit van de revalidatie systematisch te
hoef je bijvoorbeeld de vragenlijst over de praktijkgegevens slechts één keer in
controleren en te verbeteren. Het gaat hierbij zowel om de subjectieve kwaliteit
te vullen. Zo kun je geleidelijk de instrumenten tot één geheel samensmeden.’
zoals revalidanten die ervaren als om de objectieve zorgtechnische kwaliteit.
Dé achilleshiel is volgens Van de Weg de implementatie en borging van de adviezen, waarbij bijvoorbeeld moet worden gedacht aan de toepassing van
Wrevel
CBO-richtlijnen in de praktijk. Bij dat proces moeten volgens hem de kwali-
Hoewel al die instrumenten met goede bedoelingen zijn gemaakt, leidt de
teitsmedewerkers van de instellingen een centrale rol spelen. ‘Die moeten de
overdaad langzaamaan tot wrevel. Was jaren geleden iedereen nog trots op
collega’s motiveren en adviseren. Dat gebeurt nu in wisselende mate. Wat me
het streven naar meer kwaliteit, nu ergeren veel instellingen en zorgverleners
zorgen baart, is dat er soms wordt bezuinigd op kwaliteitsmedewerkers, terwijl
zich aan het zich voortdurend moeten verantwoorden. Dat kost veel tijd. Tijd
we die de komende jaren juist zo hard nodig hebben.’
die wellicht beter aan de zorg zelf besteed kan worden, zegt Marius Buiting. Hij is directeur van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen
DigiMV
(NVTZ) en adviseur van het CBO (kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg).
Integratie van de kwaliteitstoetsen lijkt een veel voorkomende wens binnen de
Bovendien was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kwaliteit
revalidatie. Carrol Terleth is daar eveneens een groot voorstander van. Hij is
en Zorg en president van de European Society for Quality in Healthcare. Hij
medisch directeur van Het Roessingh in Enschede en lid van de Bestuurs
vraagt zich af of het niet geleidelijk veel te veel wordt. ‘Een revalidatie-instel-
commissie Onderzoek, Innovatie en Kwaliteit (BOIK) van Revalidatie Nederland.
ling krijgt jaarlijks vele toetsende organisaties op bezoek. Dat leidt tot zoveel
Hij vindt het prijzenswaardig dat de revalidatiesector op het gebied van kwaliteit
rapporten en aanbevelingen dat er nauwelijks rust en tijd overblijft om daar
zo voortvarend aan de slag is gegaan, zonder dat daar aanvankelijk van buitenaf
conclusies aan te verbinden. De zorg verbetert er niet of nauwelijks van. Dat
om werd gevraagd. Maar dat enthousiasme is wat hem betreft iets te ver
gebeurt pas wanneer je het zorgproces zelf verandert.’ Revalidatie Nederland
doorgeschoten, met als resultaat een te breed scala aan instrumenten. Terleth
onderschrijft deze stelling en wil dan ook dat de CQ-index niet meer ieder
stelt eveneens een integratie voor en denkt dat de jaarverantwoording zorg
jaar maar om de drie jaar wordt afgenomen. Dit leidt tot minder invullast.
instellingen, die via de digitale invulapplicatie DigiMV bij VWS moet worden
Bovendien hebben centra meer tijd om verbeteracties uit te voeren voordat
aangeleverd, daartoe een mooie opmaat is. ‘Daar zit onder andere het jaarver-
opnieuw wordt getoetst.
slag in, maar ook informatie over kwaliteit. Het is nog lang niet compleet, maar zo’n DigiMV zou kunnen uitgroeien tot een instrument om alle gegevens bij
Centrale rol kwaliteitsmedewerkers
elkaar te brengen. Nu moeten we als centra heel vaak in het jaar gegevens aan-
Ook Van de Weg vindt dat het aantal kwaliteitsinstrumenten uit de hand is
leveren aan allerlei instanties, zoals het ministerie, de inspectie en Revalidatie RM 2 2011
13
Foto: Inge Hondebrink
‘Die kwaliteitstoetsen zoeken niet systematisch naar best practices’
stand kan komen. Hij gebruikt het begrip performance, dat enigszins verwant is aan best practices. ’We hebben mensen met een hele hoge performance geïnterviewd, zoals goudenmedaillewinnaars van de Olympische Spelen en restaurateurs met drie Michelinsterren. Als je vraagt hoe ze op zo’n hoog niveau zijn gekomen, krijg je meestal het antwoord dat ze afkijken bij de besten. Niet een geaccrediteerde nascholing volgen maar in een driesterrenrestaurant eten en bij elkaar in de keuken kijken. Of op de tribune zitten van de ploeg die nog beter is. En in de toneelwereld vraagt men eerst via try-outs de mening van het publiek om vervolgens de voorstellingen te verbeteren. Waarom doen wij dat bij de zorg aan onze patiënten niet zo?’ Buiting spreekt van onmiddellijke feedback. ‘Ik moet als zorgverlener direct van de patiënt of collega’s weten wat ik heb gedaan en hoe ik het beter kan doen. Zo kan ik mijn eigen aanpak voortdurend verbeteren, stap voor stap en zonder tussenkomst van anderen. Ik hoef niet te wachten totdat veel later de resultaten van de metingen bekend zijn. Het hoeft ook niet veel extra tijd te kosten, het kan gaan om kleinschalige leermomenten.’ Uitkomstindicatoren Op dit moment is de revalidatie erg gespitst op prestatie-indicatoren. Deze vertellen iets over wat een instelling doet en over welke middelen zij beschikt. Ze zeggen echter weinig over de uitkomsten van een behandeling. BOIK wil dat juist daar meer de nadruk op wordt gelegd. Een speciale commissie van BOIK Nederland. Het zou mooi zijn wanneer je alles op een beveiligde plek op
is nu bezig met de ontwikkeling van uitkomstindicatoren. Terleth verwacht dat
internet hebt staan, zodat die instanties de gewenste informatie daar kunnen
over vijf jaar de huidige set kwaliteitsinstrumenten voor de helft vervangen zal
inzien. Dat zou administratief een hoop verlichting geven.’
zijn. Maar welke uitkomstindicatoren er zullen komen, weet hij nog niet. ‘Je zou kunnen denken aan uitkomstmaten zoals het aantal weken dat staat voor
Best practices en benchmarking
het herkrijgen van een bepaald looppatroon bij iemand met een CVA of het
Evenals Buiting en Van de Weg constateert Terleth dat er nog te weinig gebeurt
kunnen praten met een afasiepatiënt.’
met de uitkomsten van al die toetsen. Daardoor blijft echte kwaliteitsverbetering uit. Terleth: ‘Eigenlijk zou je het liefst op basis van best practices werken,
Financiering
waarbij je als centra van elkaar leert. Dan krijg je meer standaardisatie. Die
Van de Weg ziet dit soort ontwikkelingen met belangstelling tegemoet. Hij
kwaliteitstoetsen van nu zoeken niet systematisch naar die best practices. Dat
benadrukt dat de revalidatie wel de regie in eigen hand moet houden. ‘De
is jammer.’ Tevens betreurt Terleth dat benchmarking in de instrumenten ont-
professionals weten het beste wat kwaliteit van zorg is. Toetsen moeten in
breekt. Wanneer instellingen de uitkomsten van de toetsingen onderling wel
nauwe samenwerking met ons ontwikkeld worden. De Orde van Medisch
met elkaar zouden vergelijken, zouden ze volgens hem beter in staat zijn om
Specialisten, de zorgverzekeraars en VWS hebben in 2007 overeenstem-
hun kwaliteit te optimaliseren. Hij weet dat de instellingen niet graag te koop
ming bereikt over de structurele financiering van het kwaliteitsbeleid door
lopen met die gegevens. ‘Daar zit koudwatervrees bij. Maar het is juist goed om
een opslag van vijftig cent op het uurtarief te realiseren. In totaal levert
ook je zwakke punten te laten zien, zodat patiënten weten dat je eerlijk bent en
dat een bedrag op van elf miljoen euro, wat volgens een verdeelsleutel
dat je werkt aan je kwaliteit.’
onder de beroepsverenigingen wordt verdeeld. Voor de Vereniging van Revalidatieartsen is dat 140.000 euro per jaar. De verdeling is tot stand
14
Onmiddellijke feedback
gekomen met instemming van alle wetenschappelijke verenigingen en is vol-
Met een aantal experts op het gebied van kwaliteit in de gezondheidszorg
gens ons eerlijk gedaan. Met die gelden kunnen we ons streven naar kwaliteit
onderzoekt Marius Buiting op welke wijze kwaliteitsverbetering het beste tot
een extra impuls geven.’
RM 2 2011
het centrum
Een revalidatiecentrum in het centrum van de aandacht
Tolbrug staat op de kaart Door John Ekkelboom Klinische revalidanten per jaar: 250 Poliklinische patiënten per jaar: 2.500 Medewerkers: 250 Revalidatieartsen: 13 Bedden: 36 Poliklinische Revalidatiebehandeluren (RBU’s)
Foto’s: John Ekkelboom
per jaar: 63.000 (kinderen en volwassenen) Klinische Revalidatiebehandeluren (RBU’s) per jaar: 19.000 (kinderen en volwassenen) Locaties: 3
U
it een onderzoek van ruim tien jaar geleden bleek dat revalidatiecentrum
terecht. Hier gebeurt ook de behandeling, tot ze zich in een latere fase van her-
Tolbrug nog niet de helft van de 600.000 inwoners in de regio bereikte.
stel zelfstandig naar de behandelaars in andere delen van het gebouw kunnen
Het revalidatiecentrum in Den Bosch was nauwelijks bekend in de regio
verplaatsen. Verbaal: ‘Nieuw is bovendien dat de paramedische afdeling van het
en verwijzers wisten het amper te vinden. Inmiddels is de situatie drastisch veran-
ziekenhuis onderdeel van Tolbrug wordt. Hiermee gaan wij ons meer profileren
derd, vertelt directeur Jan Verbaal. Hij omschrijft Tolbrug als een volwaardig
op het gebied van hart-, long- en oncorevalidatie, die deze ziekenhuisafdeling de
centrum dat een smoel heeft gekregen, nu wel bekend is bij verwijzers en alle
afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld. Door de samensmelting ontstaan er nieuwe
steun krijgt van zorgverzekeraars. Dankzij deze ontwikkeling heeft het een forse
mogelijkheden die Tolbrug nog beter op de kaart kunnen zetten.’
groei kunnen doormaken. Sinds 2003 is de productie maar liefst bijna verdrievoudigd. Verbaal: ‘Tolbrug werkte in het verleden te veel voor de regio
En er komt nog meer nieuwbouw. Zo wordt op ongeveer een kilometer afstand
Den Bosch en niet of nauwelijks voor de rest van Noordoost Brabant. Door de
van Tolbrug nu het Kinder Expertise Centrum (KEC) gebouwd, dat volgend
start van revalidatiedagbehandeling in Oss zijn we nu gelukkig wel in staat dit
jaar zijn deuren zal openen. In dit centrum wordt samen met mytylschool
gebied volwaardig te bedienen.’
Gabriël onderwijs, zorg en revalidatie aan kinderen met een lichamelijke beperking aangeboden. Verbaal zegt dat nadrukkelijk is gekozen om het KEC niet op het
De ambities van Tolbrug gaan verder. Verbaal wijst naar een foto aan de muur
terrein van het ziekenhuis te vestigen, maar middenin een woonwijk. ‘Kinderen
van zijn kantoor waarop in vogelperspectief gebouwen zijn te zien. Het is de
hebben meer baat bij een maatschappelijke omgeving. Een ziekenhuisomgeving
nieuwbouw voor Tolbrug en het Jeroen Bosch Ziekenhuis in de oksel van
associëren ze met minder prettige ervaringen.’ Verder gaat Tolbrug samen met
de A2 en A59 in het zuidwesten van de stad. Hoewel het gesprek nog in de
Ziekenhuis Bernhoven en Brabant Zorg, een grote aanbieder voor verzorging en
oudbouw in hartje Den Bosch plaatsvindt, zitten beide instellingen bij het ver-
verpleging, participeren in een nieuw project. Op het terrein van het nog te bouwen
schijnen van dit Revalidatie Magazine in het nieuwe onderkomen. Anders dan
Ziekenhuis Bernhoven in Uden, dat in 2013 klaar moet zijn, komt een zorghotel
in de gezamenlijke oudbouw hebben het ziekenhuis en Tolbrug nu ieder een
met reguliere ziekenhuiszorg en kortdurende intensieve verpleeghuiszorg en
eigen ingang en een eigen receptie. Wel is er een intensieve samenwerking.
waarin Tolbrug dagbehandeling gaat aanbieden. De ambiance zal een wellnessachtige
Zo komen de klinische revalidanten, onder wie veel CVA-patiënten, vanuit
sfeer uitademen, te vergelijken met de kuuroorden in Duitsland, en dat is volgens
het ziekenhuis eerst op een prikkelarme afdeling van het revalidatiecentrum
Verbaal een volledig nieuw concept in Nederland. RM 2 2011
15
Foto: Inge Hondebrink / Locatie: Universitair Medisch Centrum Utrecht
Voor ziekenhuis, revalidatiecentrum, verpleeghuis en thuis
Oefengids voor intensieve revalidatie na een beroerte Intensief oefenen is belangrijk na een beroerte. Studies wijzen uit: hoe meer therapie gedurende de eerste zes maanden, hoe beter het herstel. Geld voor extra therapeuten is er meestal niet en daarom zoeken instellingen naar andere manieren om de intensiteit van oefenen te verhogen. Een nieuwe oefengids biedt uitkomst. • Door Mia Willems
16
Aan tafel zitten Rosanne Faber, communicatiemedewerker bij revalidatiecentrum
Uitproberen
De Hoogstraat, en Deborah Zinger, fysiotherapeut bij het Universitair Medisch
In januari 2010 kreeg het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht, waar-
Centrum Utrecht. Beiden werkten mee aan de ontwikkeling van het onlangs
in UMC Utrecht en De Hoogstraat samenwerken, subsidie van ZonMw om een
verschenen Zelf oefenen na een beroerte (CVA). Met deze gids kunnen patiënten
oefenboek dat al in gebruik was bij het UMC Utrecht te verbeteren. Dit gebeurde
zelfstandig oefenen, eventueel met hulp van familie, verpleging of verzorging.
met professionals uit zeven ziekenhuizen, revalidatiecentra en verpleeghuizen.
Zinger is blij met het resultaat: ‘Wat ik bijzonder vind, is dat er vanuit zoveel per-
Zij dachten mee over de eerste druk van de nieuwe uitgave en gingen deze ver-
spectieven – zowel professionals uit verschillende soorten instellingen als patiën-
volgens als pilot zelf gebruiken. Patiënten van CVA-vereniging Samen Verder
ten – is meegedacht. Kenmerkend was de open manier waarop we ervaringen
gaven advies over de opzet van de gids en probeerden de oefeningen uit. Faber:
uitwisselden. Dat heeft de inhoud van de gids sterk verbeterd.’
‘Dat is de enige manier om erachter te komen of het werkt. Een voorbeeld is de
RM 2 2011
column zin “pak de handdoek en leg die op het werkblad”. We bedoelden dat je de handdoek moet neerleggen, maar sommige mensen bleven steken bij die eerste instructie en deden de oefening met de handdoek in hun handen. Zo leerden we dat je echt maar één instructie per zin moet geven.’ De ervaringen van professionals en patiënten zijn verwerkt in de tweede druk, die onlangs beschikbaar kwam. Er bleken duidelijke verschillen tussen de soorten instellingen. Daarom zijn twee versies van de oefengids gemaakt: een gebonden en een losbladige. Faber: ‘In het ziekenhuis zijn mensen maar korte tijd. Het is handig om dan een gids te hebben die je uit de kast trekt en direct bruikbaar is. In het verpleeghuis zijn mensen langer en is er behoefte aan de mogelijkheid om een individueel oefenpakket samen te stellen. In het revalidatiecentrum is het weer anders, daar wordt er al veel geoefend onder begeleiding van een therapeut en is er minder tijd om ook nog zelfstandig te oefenen. Dan kun je de oefengids bijvoorbeeld in het
Spreekuur buiten! Vandaag zag ik Chris op het spreekuur. Hij heeft een dwarslaesie en ik heb hem al jaren niet meer gezien. Chris is bezig een stichting op te zetten om mensen die in de rolstoel zitten een dag uit te laten waaien met een powerboat op zee, of met een quad op het land. Hij is zelf ook met een quad naar me toe gekomen. Mijn hart gaat meteen sneller kloppen. Dat wil ik ook wel!
weekend inzetten.’
Een kwartier later hebben we Dave, een jonge man die
Fijn
opgenomen, op het vierwielige motormonster gehesen.
De gids is gemaakt om zelfstandig te oefenen, maar het helpt wel als een therapeut de
Ik ga achterop zitten om hem vast te houden. Maar als
oefeningen selecteert en toelicht. Ook helpt het als het oefenen wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld door de verpleging. De mate waarin het mensen lukt om zelfstandig te oefenen, is zeer verschillend. Een duidelijk knelpunt zijn cognitieve problemen. Faber: ‘Dan is het essentieel om familie te betrekken. Zij vinden het meestal fijn om echt iets te kunnen doen. Voorwaarde is dan wel dat je de familie ontmoet en dat blijkt niet overal vanzelfsprekend. Een positief voorbeeld is het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht, waar de fysiotherapeut tussen de middag tijdens het bezoekuur op de afdeling is. Zo ontmoet ze de familie en kan ze uitleggen hoe de oefeningen werken.’ Zinger benadrukt dat de gids basisoefeningen bevat en een aanvulling is op reguliere therapie: ‘De fysiotherapeut, ergotherapeut en logopedist hebben veel meer te bieden en spitsen zich in hun behandeling toe op de specifieke hulpvraag van deze persoon. Op de grens van wat lukt en wat niet lukt, begeleiden ze mensen naar een hoger niveau.’ De gids is dus extra, en dat extra is zeer goed ontvangen. Zinger: ‘In interviews gaven patiënten aan dat ze het fijn vinden om zo zelf te kunnen werken aan hun herstel. En doordat ze vaak dezelfde oefeningen doen, merken ze ook echt dat ze vooruit gaan en opbouw mogelijk is. Ik ervaar in mijn dagelijkse werk dat de gids voldoet aan een vraag van patiënten en familie, en ook behandelaars zijn blij met deze nieuwe mogelijkheid.’ Alle zeven deelnemende instellingen gaan dan ook door met het gebruik van de gids.
net zes weken met een dwarslaesie in het centrum is
we naar het strand scheuren moet ik me uit alle macht aan hem vasthouden om er niet af te vallen. Ik besef dat ik degene van ons tweeën ben die afhankelijk is. Dave brult boven het motorgeraas uit: ‘Dit is pas revalidatie!’ Hij verandert van een jongen die nogal in de put zat in een man die zelf de regie weer heeft. Voor mij is het de zoveelste keer dat wordt bewezen dat dingen doen buíten het revalidatiecentrum (zie pagina 4) essentieel is in de revalidatie. Ervaringen in de echte wereld motiveren nu eenmaal meer dan oefenen in een zaal. Weg uit de bescherming van het revalidatiecentrum kun je pas echt je eigen kracht ontdekken. Het gaat om grenzen verleggen. Grenzen verleggen geeft energie die je hard nodig hebt om je terug te knokken in de maatschappij. Er zijn voor rolstoelers in Nederland eigenlijk nog weinig
‘Wij hopen dat veel instellingen snel zullen volgen!’
mogelijkheden om buitenactiviteiten te doen die te maken
‘Zelf oefenen na een beroerte (CVA)’ is een uitgave van CVA-vereniging Samen Verder, met
Ik zal de stichting van Chris dan ook van harte steunen.
financiële steun van de Hersenstichting en ZonMw. De gids kost € 3,50 en is te bestellen via www.cva-samenverder.nl, of op werkdagen van 10.00 tot 14.00 uur via 088 383 8000. De gids, aanvullende oefeningen en een handleiding voor gebruik kunt u ook downloaden van
hebben met snelheid. Kop in de zon, haren in de wind. Meer weten? Www.stichtingrolstoeloutdoorevents.nl. Hans Slootman
www.snelinbeweging.nl.
Jannet van Dijk is verpleegkundige bij revalidatiecentrum De Hoogstraat: ‘Sinds de introductie van de gids hoor ik revalidanten niet meer mopperen over te weinig therapie. Ze kunnen als ze willen aan de gang. Wat ook goed is, is dat veel mensen de gids al hebben gekregen in het ziekenhuis. Zij zijn al aan het oefenen geweest voordat ze bij ons komen en gaan op dezelfde manier verder.’ Monique Hutte, eerstverantwoordelijke verzorgende op een CVA-revalidatie-afdeling van verpleeghuis Naarderheem: ‘Door de oefengids ben ik bewuster van wat ik doe en wat ik patiënten zelf kan laten doen. Ik ben ook meer gaan samenwerken met therapeuten. Onze cliënten lukt het vaak niet om zelfstandig met de oefengids aan
Hans Slootman is revalidatiearts bij Heliomare in Wijk aan Zee.
de gang te gaan. We hebben nu vrijwilligers die met hen oefenen. Al oefent iemand maar tien minuten per dag extra, dan is dat winst.’ RM 2 2011
17
Valt er een medische doorbraak te verwachten voor mensen met een dwarslaesie, of is die er al zoals soms op internet wordt gesuggereerd? ‘Tot grote mijn spijt niet’, zegt Fin BieringSørensen, als Deense specialist en hoogleraar een internationale autoriteit op het gebied van ruggenmergbeschadiging. ‘Wie iets anders belooft, doet dat uit geldbejag.’ • Door Alice Broeksma
Eerste uren en dagen bij dwarslaesie cruciaal
‘Hoofddoel is een volwaardig bestaan’ Steek dus als dwarslaesiepatiënt geen duizenden euro’s in buitenlandse centra
of ademhaling.’ Dus, zegt de Deen, wie als patiënt het geld heeft: steek het
die wonderen beloven met stamcelbehandeling, waarschuwt de prominente
in voorzieningen die je dagelijkse leven met een dwarslaesie beter maken.
arts. ‘Over de uitkomst is echt nog te weinig bekend. Zenuwcellen naar de
Praktische dingen die meer kwaliteit geven. ‘Een auto bijvoorbeeld, zodat je
juiste plek loodsen in het ruggenmerg alleen al kan een zeer tijdrovende
het met je gezin wat makkelijker hebt. Of besteed het om iets extra’s met je
procedure zijn. En, eenmaal op de juiste plek, is het maar de vraag of er
kinderen te doen. Simpel, maar wel heel erg belangrijk.’
uitgevallen functies door kunnen worden hersteld. Misschien veroorzaken
Een volwaardig bestaan, ondanks de beperkingen, blijft dus voorlopig het
we wel iets anders namelijk. Geen herstel van een functie, maar bijvoorbeeld
hoofddoel in de dwarslaesierevalidatie. Biering-Sørensen: ‘De eigen inzet
het weer voelen van pijn.’ Ander effect dan mogelijk placebo-effect van
van de cliënt is daarbij essentieel. Ik zeg altijd dat wij als professionals wel kun-
bepaalde behandelingen is op dit moment niét aangetoond, zegt de hoog-
nen faciliteren, maar de cliënt moet het doen.’ Hij is vol lof over de rol van
leraar, ook voorzitter van de International Spinal Cord Society (ISCoS) en
de Deense patiëntenverenging, die zeer actief is om nieuwe lotgenoten de
verbonden aan een van de twee gespecialiseerde dwarslaesieziekenhuizen in
weg te wijzen in hun veranderde leven. ‘De vereniging helpt ons ook vaak,
Denemarken. ‘Dwarslaesie is buitengewoon complex. Er is nog zoveel méér
zoals bij het geven van voorlichting aan nieuwe patiënten. We hebben geen
onderzoek nodig.’
betaalde ervaringsdeskundigen, die Amsterdam sinds kort wél heeft. Maar we hopen binnenkort een netwerk te hebben van mentoren, lotgenoten die
Eigen inzet
een nieuwe patiënt op sleeptouw nemen.’
In de afgelopen decennia is er veel bereikt in de dwarslaesiebehandeling. De
18
levensverwachting van iemand met een dwarslaesie is hierdoor tegenwoordig
Spiegelen
bijna gelijk aan die van iemand zonder dwarslaesie. Maar genezing is dus
Enorm belangrijk, benadrukt ook Frans Penninx, bestuurslid van de
voorlopig nog niet aan de orde, zegt Fin Biering-Sørensen. Hij verwacht
Dwarslaesie Organisatie Nederland. ‘Want juist door dat spiegelen aan een
in de komende vijf tot tien jaar ‘geen grote dingen’. En tegen de tijd dat er
ander kun je erg veel leren. Alleen al dat het leven toch gewoon kan door-
sprake zou kunnen zijn van een doorbraak, zou dit eerder de lagere dwars-
gaan, ook al zit je in een rolstoel.’
laesie aangaan dan een hogere beschadiging. ‘Want er kan een risico bestaan
Nederland heeft ongeveer 10.000 dwarslaesiepatiënten. Ieder jaar komen
bij procedures, en dan is het natuurlijk veiliger om niet te hoog te behandelen.
daar 300 bij: door een ongeluk of door medische problemen zoals een
Want als dáár iets fout gaat kunnen de gevolgen veel desastreuzer zijn. Je
ontsteking of gezwel. Dwarslaesie Organisatie Nederland heeft 1.300 leden
wilt natuurlijk geen resterende functies vernietigen, zoals armbeweging
maar streeft naar méér, om landelijk ook meer voor elkaar te krijgen. In het
RM 2 2011
Foto: Inge Hondebrink Dwarslaesiegroep bij De Hoogstraat in Utrecht
meerjarenplan van de organisatie wordt onder meer gevraagd om een bijzondere leerstoel in ons land voor dwarslaesie. Bestuurslid Penninx: ‘Voor de emancipatie, de erkenning van dit aandachtsgebied. Denemarken heeft
‘ Het kan bijvoorbeeld bepalen of je meer of minder handfunctie terugkrijgt’
een hoogleraar, ook Engeland, Amerika, Canada en Zwitserland. Waarom wij dan niet?’ Centre of excellence ‘Zorgketen moet waterdicht’
Er zijn in Nederland acht revalidatiecentra met dwarslaesie in het pakket.
Penninx, zelf sinds 41 jaar in een rolstoel door een dwarslaesie, vertelt dat
Er kan wat Penninx betreft nog een slag worden gemaakt in specialisatie en
de dwarslaesieorganisatie meer kerngegevens op de website wil plaatsen,
concentratie. Hij gooide zelf niet lang geleden ‘een beetje de knuppel in het
om te tonen waar de specialisten zitten. ’Je wordt als patiënt toch echt liever
hoenderhok’ door de noodzaak te benadrukken van een centre of excellence voor
behandeld door een team dat jouw aandoening vaak ziet.’ De zorg voor
dwarslaesie. ‘Daarmee bedoelde ik niet, zoals wel is gedacht, dat Nederland
dwarslaesiepatiënten in ons land is goed, zegt hij, maar kan nog beter. Zeer
maar één dwarslaesiecentrum zou moeten hebben. Dat is echt niet te ver-
belangrijk is het waterdicht maken van de zorgketen. ’Zo is het bewezen dat
kiezen met een bevolking van ruim zestien miljoen mensen. Wat me wel heel
de eerste uren en de eerste dagen na het ontstaan van de dwarslaesie cruciaal
zinnig lijkt is dat er een centrum zou komen, bijvoorbeeld als samenwer-
kunnen zijn voor het verdere verloop. Als dan juist wordt gehandeld, kan
kingsproject van een revalidatiecentrum en een academisch ziekenhuis, met
dat een beduidend verschil maken. Het kan bijvoorbeeld bepalen of je meer
wat meer dwarslaesiebedden en waar ook veel aan onderwijs en onderzoek
of minder handfunctie terugkrijgt, of wel of niet in staat bent om zelfstandig
wordt gedaan. Uit de kennis die daar wordt ontwikkeld kunnen de andere
een transfer te maken van je rolstoel naar een stoel of bed.’ Dwarslaesie
revalidatiecentra putten voor hun dwarslaesiepatiënten. Een dwarslaesie is
Organisatie Nederland wil daarom toe naar een zorgstandaard. Die moet in
zeer complex en vraagt om veel deskundigheid.’
beeld brengen wat, ‘vanaf die eerste klap’, het exacte traject moet zijn. Hoe het ambulancepersoneel moet reageren, bijvoorbeeld, en welk ziekenhuis het
Meer informatie: www.dwarslaesie.nl. Dwarslaesie Organisatie Nederland
beste is voor de eerste opvang. Penninx: ‘Want nu is het nog mogelijk dat
is lid en mede-oprichter van de European Spinal Cord Injury Federation
een patiënt soms in het verkeerde ziekenhuis terecht komt. Dat goedbedoelend
(ESCIF). In mei heeft ESCIF zijn zesde internationale congres gehouden in ons
is maar te weinig ervaring heeft. Zo wordt er soms niet uit gehaald wat erin
land, in De Rijp. Bevindingen op www.escif.org; www.escifcongress2011.nl.
zit. Daarmee doe je mensen werkelijk te kort.’ RM 2 2011
19
HET STANDPUNT Hebt u ook een standpunt dat u kwijt wilt? Mail met
[email protected].
Wie bepaalt hoeveel een handprothese mag kosten?
I
n november 2006 heb ik een bedrijfsongeval
Ik heb uiteindelijk na anderhalf jaar als eerste
wordt ontwikkeld. Ontwikkelingskosten voor dit
gehad waarbij ik mijn linker – dominante –
Nederlander toch een i-Limb gekregen, met een
soort voorzieningen zijn torenhoog, maar als er
hand heb verloren. Vanaf dag één nam ik me
vergoeding vanuit de letselschade. En wat bleek:
meer worden verkocht kan de prijs zakken.
voor om er ondanks het verlies het beste van te
met de nieuwe prothese kon ik heel veel meer.
maken. Om zo goed mogelijk te kunnen func-
Inmiddels test ik voor het Universitair Medisch
tioneren en onafhankelijker te zijn, leek het me
Mijn eerste myo-elektrische prothese kostte 17.000
Centrum Groningen een nieuwe versie van de
belangrijk om een prothese te dragen. Tijdens het
euro; mijn eerste i-Limb kostte 34.000 euro.
i-Limb, de i-Limb Pulse, die nog meer mogelijk-
revalidatieproces werd mij gevraagd wat ik van
Inderdaad veel geld extra, maar de prothese is
heden heeft dan zijn voorganger. Door middel
een prothese verwachtte, om een type te kunnen
dat geld wat mij betreft zeker waard. Met de
van dit onderzoek kunnen we misschien verzeke-
kiezen dat bij me paste. Gekozen werd voor een
i-Limb kan ik van alles weer tweehandig doen
raars overtuigen van de voordelen van dergelijke
myo-elektrische prothese, die van de verstrekte
– typen, stofzuigen – en kan ik bijvoorbeeld wél
protheses en meer mensen helpen. Gezien de
protheses de meeste bewegingsmogelijkheden
een beker of fles vasthouden. De vingers vormen
kostenbesparingen bij zorgverzekeraars gaat dit
heeft. Bij dit soort protheses kun je door spieren
zich om een object heen, zodat je een betrouwbare
nog wel veel problemen geven. Eigenlijk is dat
in je arm aan te spannen een grijpbeweging in gang zetten. Na wat oefenen met het aansturen van de prothese kwam ik erachter dat er in de praktijk nogal wat beperkingen waren. Zo was het
‘Met de nieuwe prothese kon ik heel veel meer’
niet mogelijk om kleine dingen op te pakken of vast te houden. Van huis uit ben ik creatief en ik deed veel met mijn handen, zoals houtbewerken en sleutelen aan mijn motor. Veel kon ik nu niet
greep hebt. Het huishouden, mijn hobby’s: het
vreemd. Er wordt veel geïnvesteerd in de revali-
meer doen of ging een stuk langzamer.
gaat allemaal beter en gemakkelijker. Doordat
datie, waarbij mensen leren om zo goed mogelijk
dingen er eenvoudiger mee gaan, gebruik ik
te functioneren in het dagelijks leven. En terecht,
Zoekend op het internet kwam ik de i-Limb
de prothese ook veel. Het is bekend dat andere
het is de investering meer dan waard. Maar dit
tegen: een geavanceerde myo-elektrische prothese
arm- en handprotheses maar al te vaak in de kast
hulpmiddel kan óók helpen om beter te functio-
waarvan je de vingers kan buigen en de duim
belanden: dát is pas zonde van het geld.
neren, en moet dan toch ingezet kunnen worden
kan laten kantelen. Nog nooit eerder was een
20
voor mensen die daar veel baat bij hebben? Als je
prothese beschikbaar die dit kon. Overtuigd van
Ontwikkelingen op handprothesegebied gaan de
verder moet met één hand, kan een prothese met
de voordelen ging ik proberen om deze prothese
laatste jaren snel. Fabrikanten zien de voordelen
meer functies heel veel verschil maken.
te krijgen. Van allerlei kanten werd me verteld
van beweegbare vingers en er zijn steeds meer
dat dit erg moeilijk zou worden, omdat zorg-
types beschikbaar. Ik heb ook gemerkt dat veel
Bert Pot,
verzekeraars niet staan te springen om zulke
mensen graag een dergelijke handprothese zouden
handprothesegebruiker
dure voorzieningen te vergoeden. Het klopte:
willen hebben. Maar alleen enkelen hebben hem.
mijn zorgverzekeraar vertelde me dat de prothese
Dat is niet eerlijk en bovendien: zolang maar
Motorrijden is een passie van Bert Pot. Op zijn
niet vergoed zou worden. Want er waren toch
heel weinig mensen de prothese gebruiken blijft
site www.1-handed.com.te besteedt hij aandacht
goedkopere voorzieningen die ook voldeden?
hij relatief duur omdat de techniek minder snel
aan motorrijden met een prothese.
RM 2 2011
het werk
Melanie Eissens Door Kitty Rotteveel
Werk > handtherapeut op de revalidatieafdeling van het Universitair Medisch Centrum Groningen Leeftijd > 40 jaar
Foto: Inge Hondebrink
Hobby > mountainbiken en motorrijden Hekel aan > mensen die niet eerlijk zijn
Wat doet een handtherapeut? ‘Ik werk op de polikliniek van de revalidatieafdeling van het ziekenhuis. Daar behandel ik mensen met heel diverse handproblemen. Bijvoorbeeld patiënten met een replantatie van vingers, peesletsel of reumatische artritis, of kinderen met een aangeboren hand- of armafwijking of spasticiteit. We doen oefentherapie, littekenbehandeling en oedeembehandeling, en we maken veelvuldig handspalken. Het doel van een spalk is afhankelijk van het letsel. Bij breuken kan de spalk gedeeltes van de hand of vingers immobiliseren, terwijl bij peesletsel het doel van de spalk juist mobiliseren is. Vaak gaat het om ‘acute’ spalken, die telkens bijgesteld moeten worden. Het is iedere keer weer hartstikke leuk om te puzzelen hoe een en ander het beste past.’ Welke plaats neemt de handtherapie in tussen andere therapieën?
club van 350 mensen. We hebben een certificering
sing – een spalkje om een pen vast te houden bij-
‘Handtherapeuten zijn van oorsprong ergo-
opgesteld, met eisen over bijvoorbeeld het minimale
voorbeeld – iemands zelfredzaamheid weer terugge-
therapeuten of fysiotherapeuten, die zich met
aantal uren dat je werkt, de cursussen die je volgt
ven. Erg leuk om te doen vind ik ook de muziekpoli,
cursussen en nascholing gespecialiseerd hebben
en de actieve bijdrage die je levert in de vorm
waar beroepsmuzikanten komen die door trauma of
in handtherapie. In ons ziekenhuis werken we
van lezingen en dergelijke. We willen met de
overbelasting hulp nodig hebben. Dan zoek je naar
nauw samen met de betrokken artsen van trau-
certificering benadrukken dat een handtherapeut
de beste aanpassing van het instrument. Juist de
matologie, plastische chirurgie en orthopedie,
aan kwaliteitseisen moet voldoen. We merken
diversiteit in bezigheden vind ik heerlijk: behande-
en daarnaast met de revalidatiearts, ergo- en
ook dat de mogelijkheden van ons vak steeds
len, spalken maken, aanpassingen bedenken, onder-
fysiotherapeut en psycholoog. De samenwerking
meer worden benut en dat handtherapeuten een
wijs geven. Een prachtige baan dus!’
maakt het voor mij compleet, iedereen kijkt op
belangrijker rol zijn gaan spelen. Voor patiënten
zijn eigen manier en wordt op waarde geschat.’
betekent dat specialistischer therapie.’
Je hoort nu meer over het vak van hand-
Wat vind je leuk aan je werk?
soms wil de therapeut meer dan de revalidant.
therapeut dan vroeger; hoe zou dat komen?
‘Bij heftige trauma’s duurt het revalidatietraject vaak
Dan moet je accepteren dat je het maximaal
‘Het vak heeft zich de laatste jaren flink ontwikkeld.
lang. Dan is het fijn om te zien dat het steeds wat
haalbare bereikt hebt. Dán is het fijn om in een
Ik ben zelf een van de hoofddocenten op een
beter gaat en dat iemand ondanks een verminkte
multidisciplinair team te werken, met een psy-
handtherapieopleiding en bestuurslid van het
hand uiteindelijk toch weer aan het werk kan. En bij
choloog die ons voorhoudt dat we misschien wel
Nederlands Gezelschap voor Handtherapie, een
minder ernstige problemen kan één tip of aanpas-
harder bezig zijn dan de revalidant.’
Zijn er dingen die je moeilijk vindt aan je werk? ‘Tja, dat komt eigenlijk voort uit enthousiasme:
RM 2 2011
21