H3 440
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
3. Paragrafen In dit hoofdstuk zijn onderwerpen opgenomen die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. De paragrafen bevatten de beleiduitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de provinciale heffingen en vallen daarom onder het jaarverslag.
Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: • Provinciale heffingen • Weerstandsvermogen • Kapitaalgoederen • Financiering • Bedrijfsvoering • Verbonden partijen • Grondbeleid
3.1 Provinciale heffingen 3.1.1 Algemeen De provincie Overijssel kent verschillende provinciale heffingen; opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwaterheffing en nazorgheffing stortplaatsen. Vanaf 2007 is de Belastingverordening Overijssel van kracht, waarin alle voorheen afzonderlijke verordeningen zijn geïntegreerd. Onderstaande tabel vermeldt de geraamde en gerealiseerde opbrengst van de heffingen in 2013. De geraamde opbrengst is de actuele raming.
( x € 1.000) Geraamde opbrengst
Gerealiseerde opbrengst
96.200,0
95.657,2
Opcenten motorrijtuigenbelasting Leges, precario, overige heffingen Grondwaterheffing Nazorgheffing stortplaatsen
329,7
261,0
1.024,2
957,0
10,9
10,9
3.1.2 Motorrijtuigenbelasting De opcenten motorrijtuigenbelasting vormt het belangrijkste lokale heffingsmiddel op provinciaal niveau, waarmee (een deel van) het provinciale programma van dekking wordt voorzien. Via de opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) kan de provincie een eigen belastingbeleid voeren. Bij de Perspectiefnota 2012 is besloten de tarieven voor 2012 tot en met 2015 te indexeren. Bij de Perspectiefnota 2013 is vervolgens de indexering voor 2014 en 2015 teruggedraaid. Het tarief voor 2013 en verder is vastgesteld op 79,9.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
441
De daadwerkelijke opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting is afhankelijk van diverse factoren: • Omvang van het voertuigenbestand van de in de provincie wonende of gevestigde houders van voertuigen zoals aangeduid in artikel 222 van de Provinciewet. • Aantal voertuigen van dit bestand wat voor verlaging van het MRB-tarief in aanmerking komt (half-, kwart-, nultarief of schorsingen). • Gemiddelde zwaarte van het daaruit berekende netto voertuigenbestand wat voor de MRBheffing in aanmerking komt. • Gemiddelde heffingsgrondslag van de hoofdsom MRB (het netto voertuigenbestand maal het gemiddelde gewicht per gewichtsklasse). • Omvang van de zogenaamde oninbaarleidingen (door de belastingdienst opgelegde aanslagen die uiteindelijk niet invorderbaar blijken). • De hoogte van het provinciale opcententarief MRB (percentage op de hoofdsom MRB). Behoudens de hoogte van het provinciale opcententarief zijn deze factoren niet beïnvloedbaar door de provinciale overheid. De provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting worden, samen met de hoofdsom motorrijtuigenbelasting, geïnd door de Belastingdienst en vervolgens overgemaakt aan de provincies. Voor aspecten als kwijtschelding en invorderingsmaatregelen zijn de provincies volledig afhankelijk van de Belastingdienst. De opcenten zijn in 2013 verhoogd naar 79,9, ten opzichte van 79,2 in 2012. Dit heeft geleid tot extra opbrengsten. De tellijst van de Belastingdienst per 31 december 2013 laat in Overijssel een kleine daling zien van het aantal bruto voertuigen en een forse daling van het aantal netto voertuigen. De forse daling in het netto aantal voertuigen heeft een groot dalend effect op de opbrengst in 2013. Dit dalende effect is groter dan het stijgende effect als gevolg van de verhoging van de opcenten. De daling in het netto aantal voertuigen duidt op een groter aantal voertuigen dat voor een nultarief of gereduceerd tarief wordt aangeslagen. Hierin zijn de effecten van stapsgewijze verlaging van de tarieven voor voertuigen met een lage CO2-uitstoot verwerkt. Op 31 december 2012 was het aantal energiezuinige auto’s in Overijssel 38.338 ten opzichte van 48.044 op 31 december 2013. Dit betekent een stijging van 25% in het afgelopen jaar. Gelet op het stijgende aantal energiezuinige auto’s, is bij de Monitor Overijssel 2013-II de raming met € 1,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Uiteindelijk is er nog minder ontvangen dan bij de Monitor Overijssel verwacht werd, waardoor we nu een min laten zien van € 0,5 miljoen.
442
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Opbrengsten Motorrijtuigenbelasting Peildata Totaal voertuigen (bruto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar Aantal auto's (netto) Motoren (netto) Totaal voertuigen (netto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar
31-12-2012
31-12-2013
600.343
597.047
0,57%
-0,55%
466.594
453.577
36.342
35.324
502.936
488.901
-2,08%
-2,79%
1.159 0,39%
1.162 0,30%
260,05 0,75%
261,50 0,55%
79,2 0,9%
79,9 0,9%
€ 97.263.978
€ 95.657.150
1,01%
-1,65%
Gemiddeld gewicht Auto's (netto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar Gemiddelde heffingsgrondslag Auto's (netto) Stijging t.o.v. voorgaand jaar
Aantal provinciale opcenten MRB Stijging t.o.v. voorgaand jaar
Totale opbrengsten MRB Stijging t.o.v. voorgaand jaar
Onderstaande tabel geeft een vergelijking van de hoogte van de opcenten van alle provincies.
Opcenten per provincie 2013 Zuid-Holland
1
95,0
Friesland
2
86,6
Drenthe
3
86,5
Groningen
4
85,1 85,0
Gelderland
5
Overijssel
6
79,9
Limburg
7
79,7
Zeeland
8
78,3 76,6
Flevoland
9
Noord-Brabant
10
74,2
Utrecht
11
72,6
Noord-Holland
12
67,9
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
443
3.1.3 Diverse heffingen Onderstaande tabel vermeldt de geraamde en gerealiseerde leges, precario en overige heffingen naar product.
Bedragen in €
Beheer en onderhoud wegen
Begroot actueel
Gerealiseerd
85.633
60.038
81.487
20.106
Oppervlaktewaterbeheer
322
Grondwaterbeheer Vergunningverlening milieubeheer
25.000
153.802
Ontgrondingen
137.533
26.738
Totaal
329.653
261.006
Leges Op basis van de belastingverordening heft de provincie leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een administratieve dienst. Een voorbeeld hiervan is het aanvragen van vergunningen en ontheffingen op grond van provinciale en wettelijke voorschriften. Indien de belastingschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar, de verschuldigde leges te betalen, kunnen Gedeputeerde Staten het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk kwijtschelden. Precario Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of water. Vanaf 2010 heft de provincie Overijssel alleen nog precario van benzinepompinstallaties voor hun gas- en waterleidingen en elektriciteitsleidingen. Heffing De precario wordt via een belastingaanslag geheven. Ongeveer de helft van de 20 benzinestations op provinciale grond heeft gekozen voor een huurovereenkomst en zijn, omdat zij huurpenningen betalen, vrijgesteld van precario. De andere helft betaalt wel precario. De Belastingverordening Overijssel besteedt, naast een uiteenzetting over de wijze van het bepalen en het opleggen van de aanslag, ook aandacht aan de mogelijkheid tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding door de heffingsambtenaar indien de precario niet kan worden betaald. Tarieven De provincie Overijssel hanteert een marktconform tarief dat is opgenomen in de tarieventabel als onderdeel van de Belastingverordening Overijssel. Voor 2013 zijn de inkomsten uit precario en huurpenningen circa € 60.000. Grondwaterheffing Op grond van artikel 7.7 van de Waterwet zijn uw Staten bevoegd om, bij wijze van provinciale belastingmaatregel, een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. De nieuwe Belastingverordening Overijssel trad in werking op 1 januari 2010, het onderdeel ‘Vaststelling tarief grondwaterheffing 2010 - 2015’ is sindsdien ongewijzigd gebleven. De heffingsopbrengst wordt onder andere gebruikt voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade als gevolg van de artikelen 7.18, 7.19 en 7.20 Waterwet.
444
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Verder werd tot en met 2013 een deel van de opbrengst ingezet voor de uitvoering van het pMJPonderdeel verdrogingbestrijding TOP-gebieden. De heffing wordt opgelegd naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar. Eind 2009 is de tariefstelling gecontinueerd op € 0,0136 per kubieke meter te onttrekken grondwater, geldig tot en met het belastingjaar 2015. Dit tarief is gebaseerd op de raming dat jaarlijks gemiddeld circa 81 miljoen m3 onttrokken grondwater in aanmerking komt voor de heffing. Uw Staten hebben per 1 januari 2010 de heffingsplicht voor onttrekkingen kleiner dan 100.000 m3 per jaar afgeschaft. Belangrijkste reden hiervoor was, naast het terugdringen van de administratieve lasten, de overgang van deze onttrekkingen naar het waterschap, waardoor minder geld noodzakelijk is. Hierdoor hoefde het tarief niet gecorrigeerd te worden voor inflatie. Nazorgheffing stortplaatsen Op 1 april 1996 is de wet tot aanvulling van de Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. Deze wet bevat een regeling ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (hierna Leemtewet genoemd). De Leemtewet legt de financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de altijd durende nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn gestort. De provincie moet erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Uw Staten hebben in 1999 een verordening vastgesteld betreffende de heffing van gelden voor stortlocaties die in 1996 in werking waren. Doel van de heffing is de vorming van een fonds voor de eeuwigdurende nazorgtaken na sluiting en overdracht aan de provincie. De hoogte van de heffing is gebaseerd op het berekende doelvermogen voor de betreffende stortlocatie. In Overijssel zijn drie operationele stortlocaties: Bovenveld, Boeldershoek en Elhorst-Vloedbelt. De berekende doelvermogens maken onderdeel uit van de opgestelde nazorgplannen voor de betreffende locaties. In 2005 zijn de nazorgplannen allemaal geheel herzien, waarbij het voor de stortlocatie vereiste doelvermogen eveneens opnieuw is vastgesteld. Op basis van de berekende doelvermogens in relatie met het al opgebouwde vermogen voor de drie stortlocaties hebben uw Staten in haar vergadering van december 2005 besloten om voor de periode 2006 tot en met 2010 de stortplaatsexploitanten geen jaarlijkse heffing op te leggen. Door uw Staten is in juni 2010 besloten om ook voor de periode 2011 tot en met 2015 de exploitanten geen jaarlijkse heffing op te leggen. De renteopbrengsten worden, zolang het vereiste doelvermogen voor een stortlocatie nog niet is bereikt, in het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen gestort. Zodra het doelvermogen op enig moment voor een stortlocatie is bereikt, zal al wat hierna nog voor de betreffende locatie wordt ontvangen, worden terugbetaald aan de desbetreffende exploitant. WABO In 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) van kracht geworden. Door deze wet kunnen aanvragers bij één loket en in één aanvraag diverse vergunningen regelen. De provincie is het bevoegde gezag voor de bedrijven met het grootste risico (zogenaamde IPPC- en BRZO-bedrijven). Voor die bedrijven is de provincie dan ook bevoegd gezag voor zaken als bouw, kap en sloop. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt over het aanleveren van de ontwerp vergunningen, in zogenaamde Verklaringen van geen bedenkingen (VVGB). Evenzo levert de provincie VVGB’s voor onder andere vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet en andere milieucomplexe inrichtingen. Met betrekking tot deze wederzijdse dienstverlening, zijn afspraken vastgelegd in een Dienstverleningsovereenkomst waarin ook de hoogte van leges zijn vastgelegd. Gemiddeld worden de legeskosten die de provincie betaalt aan gemeenten gedekt door de legesinkomsten die wij de bedrijven in rekening brengen.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
445
Op 1 januari 2013 zijn binnen Overijssel twee (netwerk) Regionale Uitvoeringsdiensten opgericht: RUD IJsselland en RUD Twente. Binnen de RUD’s worden de gemeentelijke en de provinciale taken voor de van vergunningverlening en handhaving van de WABO uitgevoerd. In eerste instantie richten de Regionale Uitvoeringsdiensten zich vooral op de bouw- en milieutaken. In de loop van de tijd zullen de taken uitgebreid worden met natuur, monumenten en mogelijk ook ruimtelijke ordening. Het Rijk beoogt met de instelling van RUD’s de kwaliteit en de efficiency van deze werkprocessen te verbeteren. In Overijssel is gekozen voor een netwerkconstructie waar de samenwerking vooral vorm krijgt in zogenaamde gespecialiseerde kennispunten. De provincie is gastheer voor zes van deze kennispunten IPCC Vergunningverlening, IPCC Handhaving, Groen en Ecologie, BOA en Ketentoezicht, Externe veiligheid en Luchtkwaliteit. Deskundigheid en werkvoorraad wordt gebundeld in de kennispunten, waar conceptvergunningen, adviezen en controles worden opgesteld / uitgevoerd en de resultaten worden doorgestuurd naar elk afzonderlijk bevoegd gezag (ter ondertekening).
3.2 Weerstandsvermogen 3.2.1 Inleiding Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de provincie Overijssel in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Dit zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s), af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen). De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang en impact (financiële kwantificering) van de risico’s. Onder beschikbare weerstandscapaciteit verstaan wij die middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om risico’s te kunnen dekken. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de provincie, onder andere de algemene reserve, de saldi reserve en diverse bestemmingsreserves. De minimale norm voor het weerstandsvermogen is in het ‘beleid rondom risicomanagement (juni 2009)’ vastgesteld op 1. Dat wil zeggen dat de omvang van de financiële risico’s gelijk is aan de aangehouden reserves. Met vaststelling van de Perspectiefnota 2013 hebben uw Staten besloten om gedurende de looptijd van het investeringsprogramma Kracht van Overijssel een weerstandsvermogen aan te houden van 1,6. Dit staat voor ‘ruim voldoende’ weerstandsvermogen. Wanneer het weerstandsvermogen onder deze norm komt, is aanvullen van de reservepositie vereist.
3.2.2 Weerstandsvermogen De provincie beschikt over voldoende weerstandsvermogen. Dit blijkt uit de confrontatie van de beschikbare weerstandscapaciteit van € 141 miljoen en de benodigde weerstandscapaciteit van € 64 miljoen. De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op basis van het risicoprofiel met een zekerheidspercentage van 90% (90% kans dat alle risico’s zich op hetzelfde moment voordoen).
Actueel weerstandsvermogen Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio
(in miljoenen €)
(in miljoenen €)
weerstandsvermogen
64
141
2,2
446
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
In het afgelopen jaar is de benodigde weerstandscapaciteit nagenoeg gelijk gebleven. Grote projecten als IJsseldelta en N34 bevinden zich nog in de voorbereidende fase. De status van het project N340 is door de heroverweging van de kerntaak ‘Regionale Bereikbaarheid, regionaal ov’, weliswaar veranderd. Op dit moment is nog niet duidelijk wat de consequenties zijn van deze heroverweging voor het risicoprofiel van dit project. De benodigde weerstandscapaciteit is daarom nog niet aangepast op deze ontwikkeling. In de loop van 2014 zal aan de hand van de besluitvorming en de verdere uitwerking daarvan, het risicoprofiel van de N340 duidelijk worden. Op dat moment worden de resultaten verwerkt in de benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit is voornamelijk gestegen onder invloed van grotere risicoreserveringen binnen projecten.
3.2.3 Benodigde weerstandscapaciteit Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de actuele risico’s. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald aan de hand van deze risico’s. Bij de berekening van het benodigde niveau van weerstandsvermogen wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijk risicoprofiel. Niet alle risico’s zijn echter te voorzien, het risicoprofiel is daardoor nooit 100% volledig. Het risicoprofiel is voortdurend aan verandering onderhevig. Dit als gevolg van het starten van projecten met nieuwe risico’s, het treffen van beheersmaatregelen (waaronder voorzieningen) en het actualiseren van de risico’s op basis van nieuwe inzichten en / of gebeurtenissen in de interne en externe omgeving. Ook de aanscherping van het beeld dat de organisatie heeft op de uitvoeringsfase van projecten beïnvloedt de benodigde weerstandscapaciteit. De omvang van de risico’s kan namelijk beter bepaald worden naarmate de realisatiefase dichterbij komt. Gedurende de realisatiefase verminderen de risico’s of komen ze tot uiting. Op dit moment bevinden een aantal belangrijke opgaven zich in de plannings- en voorbereidingsfase. Het huidige risicoprofiel omvat 510 risico’s die kunnen leiden tot financiële gevolgen. In onderstaande risicokaart zijn deze risico’s gerangschikt op basis van risicoscore (kans * financieel gevolg).
Risicokaart financiële risico’s x > €2.500.000
5
7
5
1
€1.000.000 < x < €2.500.000
5
1
4
1
€500.000 < x < €1.000.000
7
5
6
1
€100.000 < x < €500.000
16
10
6
1
x < €100.000
35
25
7
1
3
109
124
98
16
11
10%
30%
50%
70%
90%
Geen geldgevolgen Kans
Zoals in de tabel hierboven te zien is, hebben niet alle risico’s een even grote bijdrage in de benodigde weerstandscapaciteit. Het cijfer in een cel geeft het aantal risico’s op deze plaats in de matrix weer. Een aantal risico’s met een grote impact op de aan te houden weerstandscapaciteit wordt in onderstaande tabel nader toegelicht. De risico’s van de N340 en de N34 zijn samengesteld en als een geconsolideerd risico meegenomen. Dit geldt ook voor de risico’s voor het project IJsseldelta en voor het programma Ruimte voor de Vecht. Tabel 3 is tot stand gekomen door simulatie op basis van kansberekening. Verder is daarop nog een zekerheidspercentage van 90% van toepassing (90% kans dat alle risico’s zich op hetzelfde moment voordoen).
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
447
Risico’s met de grootste impact op het weerstandsvermogen
(bedragen x € 1.000.000) Maximaal financieel
Omschrijving risico
gevolg
Kans
Gevolg
3
5
€ 50
2
5
€ 50,95
Impact
Kerntaak
Energiefonds Overijssel Via het Energiefonds wordt voor € 250 miljoen uitgezet in de vorm van
36%
Regionale economie
leningen, garanties en participaties. Aan de bestedingsrichtingen van het fonds kleven diverse risico’s, onder andere: • Stijgende inkoopkosten voor de benodigde basisgrondstoffen en de lagere marktprijzen van concurrerende producten zijn belangrijke risicofactoren. • Voor biogas komen de hoge kosten voor opwaardering naar groen gas daar nog bij. • Bij warmtenetten en Warmte-Koude-Opslag zijn de risico’s vooral gelegen in de continuïteit van de beoogde afnemers. N340 Geconsolideerd risico project N340. Onder andere:
16,7%
Regionale bereikbaarheid, regionaal OV
• Vertraging door uitloop werkzaamheden derden. • Grotere vondsten dan verwacht in de bodem (archeologisch, vervuiling). • Grondaankoop. Ruimte voor de Vecht Geconsolideerd risico, onder andere:
2
5
€ 13,5
8%
Gebiedsontwikkelingen
2
5
€ 10,4
5,3%
Gebiedsontwikkelingen
2
5
€ 5,25
3,2%
Gebiedsontwikkelingen
3
4
€ 2.5
1,5%
Regionale bereikbaar-
• Doorleveren gronden. • Kostenoverschrijding bij provinciale projecten. • Veranderende situatie waterschappen. Project IJsseldelta Geconsolideerd risico, onder andere: • Alsnog besluit tot aanleg spuikokers. • Btw-compensatie. Luchthaven Twente (ADT) Een risicosimulatie in opdracht van ADT heeft het risico van de Grondexploitatie luchthaven Twente berekend op circa € 10,5 miljoen. De provincie Overijssel participeert hierin voor 50%. Openbaar vervoerconcessies De inhoud of samenstelling van openbaar vervoer concessies wordt gedurende de looptijd dan wel gedurende de looptijd van de aanbesteding gewijzigd.
heid, regionaal OV
Betonnen kunstwerken Te zwakke constructies van betonnen kunstwerken waardoor constructies verzakken, ongevallen kunnen voorkomen, milieuschade voorkomt, scheepvaart of wegverkeer wordt geblokkeerd.
448
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
2
5
€3
1,3%
Regionale bereikbaarheid, regionaal OV
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Risico’s met de grootste impact op het weerstandsvermogen
(bedragen x € 1.000.000) Maximaal financieel
Omschrijving risico
Kans
Gevolg
3
5
gevolg
Impact
Kerntaak
N34 Geconsolideerd risico project N34. Onder andere:
€ 7,8
1,3%
Regionale bereikbaarheid, regionaal OV
• Vertraging door uitloop werkzaamheden derden. • Grotere vondsten dan verwacht in de bodem (archeologisch, vervuiling). • Planning en / of scope wordt beïnvloed door ontwikkelingen rondom de N340. Bodemonderzoek bij aanleggen wegen Er wordt in onvoldoende mate (kwalitatief en kwantitatief) bodemonderzoek
3
4
€ 1.3
1%
Regionale bereikbaarheid, regionaal OV
gedaan bij het aanleggen van wegen wat leidt tot additionele kosten tijdens de realisatie. Exploitatie openbaar vervoer De exploitatiekosten voor het aanbesteden van openbaar vervoer vallen na de
1
5
€ 5,5
0,8%
Regionale bereikbaarheid, regionaal OV
aanbesteding hoger uit dan begroot. De provincie Overijssel is verantwoordelijk voor de reizigersopbrengsten. De provincie Overijssel draagt het financiële risico wanneer het aantal reizigers daalt. Bij dalende reizigersopbrengsten zal de provinciale bijdrage toenemen. In de doeluitkering BDU verkeer en vervoer is voor dit risico een bedrag gereserveerd. Jeugdzorg Door het niet doelmatig oppakken van de jeugdzorg door lagere overheden
3
3
€1
0,7%
Sociale infrastructuur,
kunnen opnieuw wachtlijsten in de jeugdzorg ontstaan wat kan leiden tot
Jeugdzorg, apparaats-
financiële claims.
kosten en overige nietkerntaken
Toelichting: Kans:
De kans dat een risico zich voordoet wordt in bovenstaande tabel weergegeven door een cijfer op een schaal van vijf. 5 geeft een hoge kans van circa 90% aan. 1 geeft een kleine kans weer van 0 - 10%.
Gevolg:
Een score 5 bij ‘Gevolg’ geeft een financieel gevolg aan van > € 2,5 miljoen. Een score 1 geeft een financieel gevolg aan van < € 100.000. Waarbij in kolom 3 het maximale financiële gevolg wordt aangegeven.
Maximaal financieel gevolg:
Dit bedrag geeft het totale financiële gevolg van het risicoprofiel weer van een project, zonder beheersmaatregelen en ervan uitgaande dat alle risico’s binnen een project zich voordoen.
Impact:
De impact geeft aan wat de invloed van betreffend risico is op de totale benodigde weerstandscapaciteit.
In bovenstaande tabel met risico’s staan een aantal (mogelijke) risico’s niet genoemd die wel enige aandacht verdienen. Ontwikkelingsopgave EHS / Natura 2000 Tussen Rijk, VNG en IPO is een Hoofdlijnenakkoord afgesloten. De uitwerking hiervan (inclusief financiën) wordt ten tijde van het schrijven van deze paragraaf geschreven en voor de Statenvergadering van april 2014 ter besluitvorming aangeboden. Vermogensbeheer De marktontwikkelingen zijn van invloed op de obligatieportefeuille. Dit heeft effect op de
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
449
omvang van het vermogen. De onderliggende renterisico’s en koersrisico’s worden beschreven in de paragraaf financiering. Het financiële gevolg van dit risico wordt niet meegenomen in het weerstandsvermogen. Rijksbezuinigingen en Financieel Akkoord De impact van de aangekondigde aanvullende rijksbezuinigingen op de provinciale meerjarenbegroting is in 2013 meegevallen. In januari 2013 is het Financieel Akkoord gesloten tussen het Rijk en de VNG, UvW en het IPO. Daarmee hebben de belangrijkste kaders rond de wet HOF, het Schatkistbankieren en de korting op het BTW compensatiefonds gestalte gekregen. Eind 2013 zijn zowel de wet HOF als de wet op het Schatkistbankieren door de Tweede Kamer aangenomen en door de Eerste Kamer bekrachtigd. Daarmee is ook de boetemogelijkheid, die in werking kan treden als de gezamenlijke lagere overheden de toegekende EMU norm overschrijden, geformaliseerd. Door de plafonnering van het BTW compensatiefonds ontstaat het risico dat wij bij grote investeringen niet meer alle betaalde BTW gecompenseerd krijgen. Grond In paragraaf 3.7 wordt ingegaan op de risico’s van ons grondbezit waarvan de financiële gevolgen zijn afgedekt door de Algemene Reserve Grond (ARG).
3.2.4 Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die kunnen worden ingezet voor het afdekken van negatieve financiële effecten als gevolg van risico’s die zich voordoen. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de middelen waarover de provincie beschikt en die ingezet kunnen worden zonder aanpassing van beleid. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de in de onderstaande tabel genoemde reserves (of een deel van de reserve) en de risicoafdekking in de projecten zelf. Met deze middelen kunnen de tegenvallers bekostigd worden. Risico’s worden afgedekt door de saldireserve / bestemmingsreserve of door risicoafdekking in het project zelf. Risico’s worden niet dubbel afgedekt. Voorzieningen worden niet meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit. Immers bij het opnemen van een voorziening wordt ervan uitgegaan dat het risico zich voordoet (en is het dus geen risico meer).
Tabel 4: Beschikbare weerstandscapaciteit Omvang reserve Reserve
(x 1 miljoen)
Saldireserve
€ 38
ADR
€ 4,9
Reserve Energiefonds Overijssel
€ 50
Diverse bestemmingsreserves
€ 9,9
Risicoreservering projecten
€ 38,2
Totaal
€ 141
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt circa € 141 miljoen. Dit is de stand per 31 december 2013. De beschikbare weerstandscapaciteit is vergehoogd vanwege toevoeging vanuit de reserve fiscale risico’s en een grotere risicoreservering binnen de BDU en de grote projecten.
450
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
3.2.5 Ontwikkeling risicomanagement In december 2013 is het nieuwe risicomanagementbeleid vastgesteld door uw Staten (PS/2013/873). Binnen projecten, programma’s of andere activiteiten dient in principe een financiële reservering van minimaal 10% aangehouden te worden om risico’s op te vangen. De saldireserve dient dan ter opvanging van de risico’s binnen de reguliere processen. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten af te wijken van de 10%-norm, maar hier zal een analyse aan ten grondslag moeten liggen. De uitwerking hiervan zal in 2014 binnen de ambtelijke organisatie plaatsvinden. Onder andere onder invloed hiervan kan de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit veranderen.
3.3 Kapitaalgoederen 3.3.1 Wegen en Waterwegen Beleid Naast haar beleidstaken op het gebied van regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer is de provincie Overijssel uitvoerend actief als (vaar)wegbeheerder. De provincie beheert circa 640 kilometer hoofdrijbaan, 170 kilometer parallelweg en 520 kilometer fietspad. Verder is de provincie verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van 150 kilometer waterweg (waarvan 130 kilometer vaarweg) en circa 40 beweegbare en 250 vaste kunstwerken. Bij het beheer en onderhoud van wegen, waterwegen en kunstwerken wordt een basiskwaliteitsniveau gehanteerd. Dit is gebaseerd op landelijk geldende richtlijnen die door CROW (kenniscentrum voor infrastructuur) in publicaties zijn beschreven. Dit sluit aan op wat gangbaar is in Nederland en wat in 2005 met uw Staten is afgesproken. Het beleid is gericht op veiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid; en tevens om juridische aansprakelijkstelling als gevolg van ontoereikend beheer uit te sluiten. Waar mogelijk worden onderhoudswerkzaamheden slim gecombineerd met andere ingrepen aan dezelfde infrastructuur of in hetzelfde gebied. Dreigende achterstand voorkómen Een groot deel van de provinciale infrastructuur in Overijssel is aangelegd in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Hoewel deze er nu veelal op het oog nog prima bij liggen, zullen deze wegen en kunstwerken vanaf 2016 geleidelijk aan vervangen (‘gerehabiliteerd’) moeten worden. Vooruitlopend daarop ontstaan de komende jaren al hogere kosten voor beheer en onderhoud. Voor vervanging van kunstwerken wordt een piek verwacht vanaf ongeveer 2040, maar er zijn al enkele kunstwerken die op kortere termijn extra aandacht vragen of zelfs een investering in rehabilitatie. In het coalitieakkoord 2011 - 2015 is voor beheer en onderhoud een structurele verhoging van het budget doorgevoerd om het onderhoudsniveau op basiskwaliteit te houden. Voor de vervanging van de hoofdinfrastructuur is een incidenteel budget van € 18 miljoen opgenomen voor de vervanging van oeverbeschoeiingen en kunstwerken. Hiermee is in deze coalitieperiode beheer, onderhoud en vervanging financieel geregeld. Op 11 december 2013 heeft uw Staten de financiële verordening 2013 vastgesteld (PS/2013/549). Hierin heeft u bepaald dat u eens in de vier jaar een onderhoudsplan voor de provinciale infrastructuur vaststelt, met het kader voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, wegen, waterwegen, kunstwerken en straatmeubilair. Aanvullend wordt onderzocht en geïnventariseerd welke kosten na deze coalitie-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
451
periode, vanaf 2016 en verder, verwacht kunnen worden om de infrastructuur aan de gestelde eisen en normen te kunnen laten voldoen. Het resultaat van het onderzoek (inclusief aandacht voor grote infraprojecten) zal rond de zomer van 2014 aan uw Staten worden voorgelegd. Onderhoud (water)wegen De levensduur van infrastructuur varieert in de praktijk (afhankelijk van onder meer gebruik, onderhoud en ligging) ten opzichte van de gemiddelde levensduur voor het betreffende type. In 2013 heeft de inspectie van provinciale infrastructuur plaatsgevonden. Op de provinciale wegen (hoofdrijbanen, parallelwegen en fietspaden) is groot onderhoud uitgevoerd om te voldoen aan de vastgestelde kwaliteitsnormen. Verder is er een baggerprogramma in uitvoering voor vaarwegen in Noordwest Overijssel. De vervanging van oeverbeschoeiingen loopt op schema. Onderhoud Kunstwerken Aan diverse kunstwerken is groot onderhoud uitgevoerd om te voldoen aan de functionaliteit, bedrijfszekerheid en veiligheid van de kunstwerken. De vervanging van kunstwerken loopt op schema. Het nieuwe bouwbesluit heeft consequenties voor de kunstwerken. Er is een onderzoek opgestart om deze consequenties inzichtelijk te maken. De resultaten hiervan worden in de zomer van 2014 verwacht.
“In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor het aanbrengen van zonnepanelen op het bestuurscentrum van het provinciehuis.”
3.3.2 Gebouwen De provincie Overijssel is eigenaar van ongeveer vijftig gebouwen, variërend van een provinciehuis, regiosteunpunten en brug- en sluiswachterverblijven voor eigen huisvesting, tot twee kantoor panden in Zwolle en Kasteel het Nijenhuis in Wijhe die worden verhuurd aan derden. In 2011 is besloten de vastgoedportefeuille verder in overeenstemming te brengen met de provinciale kerntaken, wat betekent dat de verhuurde kantoorgebouwen afgestoten worden. De huurovereenkomsten zijn per eind 2013 opgezegd en de panden worden in 2014 verkocht. Bij de dienstwoningen van Kasteel het Nijenhuis is noodzakelijk onderhoud verricht en is het aanwezige asbest uit de panden verwijderd. Bij regiosteunpunt Tubbergen is de zoutloods voorzien van een gaasafscherming tegen vogels. Via een nationale aanbesteding is een nieuwe leverancier voor audio visuele middelen geselecteerd die de start gemaakt heeft met de vervanging van de audiovisuele installaties in het provinciehuis, waaronder de Statenzaal. Medio 2013 is de dakbedekking van het hoofdgebouw vervangen door duurzame dakbedekking. In 2014 volgt de vervanging van de dakbedekking op overstekken / omlopen van het provinciehuis. Ten slotte zijn in 2013 de voorbereidingen getroffen voor het aanbrengen van zonnepanelen op het bestuurscentrum van het provinciehuis en het uitbaggeren van de waterpartijen rondom Kasteel het Nijenhuis begin 2014.
3.4 Financiering 3.4.1 Inleiding In deze paragraaf gaan we in op de financiering van de provincie en met name het vermogensbeheer van de obligatieportefeuille en de Treasury. Daarbij zijn het wettelijke kader, de interne regelgeving en verantwoording, de beheersing van risico’s, de financiële posities en de resultaten van belang.
3.4.2 Wettelijk kader en regelgeving Uitzetten of aantrekken van middelen gebeurt uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak van de provincie Overijssel. De belangrijkste kaders zijn: • De Wet financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). • De Ministeriële Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo). • Besluit Begroting en Verantwoording provincie en gemeenten (BBV).
452
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
• Sinds kort de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF). ( x € 1.000) • In het bijzonder de Wet Schatkistbankieren (SKB) die op 1 december 2013 door de Eerste Kamer is aangenomen. • De provincie heeft voorts de Verordening Financieel Beheer provincie Overijssel 2011 en de Uitvoeringsregeling Treasury Overijssel 2012. Het externe vermogensbeheer van de obligatieportefeuille wordt bepaald door de verstrekte mandaten. Deze verordeningen vormen ondersteunende instrumenten voor de kaderstellende en controlerende rol. Afhankelijk van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt wordt het beleid bijgesteld. Het uitgangspunt blijft om op een verantwoorde manier de liquide middelen uit te zetten, waarbij bescherming van de hoofdsom zwaarder weegt dan de hoogte van het rendement. De provincie belegt niet in aandelen. Tijdelijke overtollige liquide middelen werden op voorzichtige wijze uitgezet, vooral op deposito’s en spaarrekeningen, maar zijn eind 2013 afgewikkeld vanwege het inwerking treden van de wet Schatkistbankieren (SKB). De impact van het Schatkistbankieren is groot. Vanaf 2014 worden op dagbasis de creditsaldi van de provincie, die voorheen werden gestald op rekeningen-courant en spaarrekeningen bij commerciële banken, overgeboekt naar het Agentschap van het Ministerie van Financiën. De rentevergoeding op deze creditsaldi is beperkt waardoor het renteresultaat sterk zal afnemen. Uitleningen aan derden, niet zijnde voor publieke taken, zijn niet meer toegestaan. Binnen SKB is uitlenen aan andere decentrale overheden, die niet onder toezicht van de provincie staan, nog wel mogelijk. Met het oog op de investeringsagenda Kracht van Overijssel en onze liquiditeitsprognose is daar vooralsnog geen invulling aan gegeven.
3.4.3 Liquiditeitspositie Opgenomen geldleningen Gezien de liquiditeitspositie en de liquiditeitsprognose was het in 2013 niet nodig om leningen aan te trekken. De provincie heeft sinds begin 2006 geen langlopende rentedragende leningen meer opgenomen. Ultimo 2013 stond nog een schuldpositie open van € 0,2 miljoen. Dit bedrag zal worden afgelost in 2014. Verstrekte geldleningen De provincie heeft ultimo 2013 € 332 miljoen langlopend uitgeleend. In de paragraaf ‘Financiële vaste activa’ (4.5.3) onder ‘Leningen’ treft u een specificatie van dit bedrag aan. Uitzettingen De Uitvoeringsregeling Treasury is het kader voor de uitzettingen van de provincie Overijssel. Gedurende het gehele jaar 2013 was het kassaldo positief. De kortlopende creditgelden werden tot ultimo 2013 op spaarrekeningen en deposito’s uitgezet bij financiële instellingen. Eind 2013 en deels net na balansdatum zijn deze saldi overgeboekt naar het Agentschap van Financiën conform de bepalingen van Schatkistbankieren.
( x € 1.000) Component Totaal Agentschap van Financiën*
35.500
Totaal rekeningen-courant
120.147
Totaal liquiditeiten
155.647
* Op de balans gepresenteerd als uitzettingen korter dan 1 jaar.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
453
3.4.4 Betalingsdiscipline Tijdige betaling van facturen is niet meer dan fatsoenlijk, maar in economisch zware tijden is het voor veel, met name kleinere, bedrijven zelfs van levensbelang. Er is de laatste jaren dan ook extra aandacht besteed aan het tijdig betalen van facturen. Sinds maart 2013 is bovendien wettelijk bepaald dat ondernemers incassokosten en rente in rekening mogen brengen als een overheid een factuur dertig dagen na ontvangst nog niet heeft betaald. De betalingsdiscipline van de provincie verbeterde in 2013. Gemiddeld betaalde de provincie aan haar gerichte facturen in 22 dagen. Het percentage van door de provincie tijdig betaalde facturen is toegenomen van 69% in 2009 naar 83% in 2013. In de resterende 17% van de gevallen was veelal sprake van onjuiste facturering.
3.4.5 Vermogensbeheer In 2009 heeft de provincie haar aandelen Essent verkocht. Van de opbrengst is toen € 1.300 miljoen in beheer gegeven bij twee externe vermogensbeheerders. Ultimo 2013 was de marktwaarde van de beleggingsportefeuille met beursgenoteerde obligaties € 1.414,6 miljoen exclusief opgelopen rente. Deze uitzettingen, waarvoor een afzonderlijk mandaat is opgesteld, vinden plaats binnen de wettelijke kaders van de Wet Fido. Het vermogen is risicomijdend belegd in vastrentende waarden, voornamelijk bestaande uit Europese staatsobligaties, obligaties van andere overheden of door hen gegarandeerd en obligaties van financiële instellingen.
Toelichting op de waardering van de obligatieportefeuille per 31 december 2013
( x € 1.000.000)
Component Verkrijgingsprijs of aankoopwaarde
1.355,1
Balanswaarde c.q. boekwaarde*
1.332,4
• Waarvan nominaal
1.291,2
• Waarvan saldo agio / disagio
41,2
Marktwaarde (exclusief opgebouwde rente)
1.414,6
* Op de balansdatum bedroeg de opgebouwde rente € 31,1 miljoen.
De portefeuille wordt op totaalbasis beoordeeld ten aanzien van een eventuele afwaardering, waarbij alleen in geval van een dreigende of daadwerkelijke aanpassing van de nominale waarde van een obligatie, afwaardering op individuele posities aan de orde is. Ultimo 2013 is aanvullend per afzonderlijke obligatietitel getoetst of de boekwaarde hoger was dan de marktwaarde. De uitkomst van deze ‘impairment toets’ voor alle obligaties waarvan de marktwaarde lager was dan deze boekwaarde, bedroeg in totaal € 0,8 miljoen. Echter, voor de gehele portefeuille was de markwaarde eind 2013 € 123,4 miljoen hoger dan de (nominale) balanswaarde. Onderstaand treft u een verdeling van de obligatieportefeuille naar rating en naar land van de uitgevende instelling.
454
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Ratingverdeling ■ AAA - 71,33% ■ AA+ - 15,75% ■ AA - 1,30% ■ AA- - 5,93% ■
Landenverdeling ■ Nederland - 36,92% ■ Frankrijk - 19,87% ■ Verenigd Koninkrijk - 13,76% ■ Overig - 11,77% ■ Supranationaal - 10,84% ■ Duitsland - 3,54% ■ Oostenrijk - 3,31%
3.4.6 Financieel resultaat In 2013 is een financieel resultaat van € 46,5 miljoen behaald op de obligatieportefeuille, deposito’s en spaarrekeningen. De rentebaten van leningen u/g en deelnemingen zijn niet opgenomen in dit resultaat.
( x € 1.000) Component Opgebouwde rente obligatieportefeuille
49.699
+
Afschrijvingen op agio per 1-1-2013
9.008
-/-
Afschrijvingen op in 2013 verworven agio
1.443
-/-
Vrijval van disagio bij afloop
5
Renteresultaat obligatieportefeuille
+
39.253
Boekwinst ten opzichte van nominale waarde
5.748
+
Afschrijving van resterende agio
607
-/-
Vrijval disagio bij verkoop
511
+
Verkoopresultaat obligatieportefeuille
5.652
Renteresultaat op kortlopende uitzettingen
1.572
Totaal baten uitzettingen 2013
46.477
De rentebaten op de obligatieportefeuille, verminderd met periodieke afschrijvingen op agio en vrijval bij afloop van disagio, komen op € 39,3 miljoen. Dit bedrag komt overeen met de actuele begroting. In 2013 is verder een positief verkoopresultaat op obligaties gerealiseerd van € 5,7 miljoen. In de actuele begroting was hiervoor een bedrag opgenomen van -/- € 0,2 miljoen. Op de kortlopende uitzettingen zijn in 2013 € 1,6 miljoen aan rentebaten ontvangen. Het totale financieel resultaat kwam daarmee uit op € 46,5 miljoen vergeleken met € 40,3 miljoen begroot.
3.4.7 Beleid en beheersing van risico’s De Uitvoeringsregeling Treasury geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: rente-, koers-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Het financieringsbeleid richt zich op de financiering van de beleidsuitvoering en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De omvang van
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
455
deze middelen is sterk toegenomen door de verkoop van de aandelen in Essent. Hierbij is van belang dat het uitgezette vermogen tijdig beschikbaar is voor de uitvoering de komende jaren van de projecten uit het investeringsprogramma Kracht van Overijssel. Kredietrisico’s Veruit het grootste deel van het vermogen van de provincie is vastgelegd in de obligatieportefeuille. De balanswaarde ultimo 2013 bedroeg € 1.332,4 miljoen. Via een vermogensbeheerovereenkomst worden de beleggingen beheerd door twee externe vermogensbeheerders, die daarover maandelijks rapporteren. Doelstelling is om het beheerd vermogen (gecorrigeerd voor onttrekkingen) in nominale termen in stand te houden. Daarnaast is het doel, met in achtneming van de in dit mandaat geformuleerde richtlijnen en randvoorwaarden, een zo hoog mogelijk rendement te behalen. In de uitwerking van de individuele mandaten voor de vermogensbeheerders is een balans gevonden tussen de verschillende risico’s (rente-, koers-, kredietrisico’s) door voorschriften op te nemen in de richtlijnen voor de beheerders. De afweging tussen rendement en risico staat hierbij centraal. Deze voorschriften betreffen de rating van de obligaties, de mate waarin belegd mag worden in staatsobligaties en obligaties van financiële instellingen, de looptijd en de omvang van de verschillende posities, zoals hierna wordt toegelicht. In het kader van beperking van het kredietrisico, de garantie dat de hoofdsom wordt terugbetaald, wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en / of Europese overheden met minimaal een AA-minus rating, voor uitzettingen met een looptijd langer dan drie maanden. Tussentijdse verkoop van obligaties, die buiten de beleggingsrichtlijnen vallen door wijzigingen in de kredietwaardigheid, heeft effect op het uiteindelijke rendement. Zo kan het zijn dat, door (neerwaartse) aanpassingen in de kredietwaardigheid (de ’ratings‘) van Europese landen als gevolg van de schuldencrisis, wijzigingen plaatsvinden in de samenstelling van de obligatieportefeuille in lijn met de neergelegde mandaten. Maandelijks wordt gerapporteerd over de obligatieportefeuille aan de directie waarbij ontwikkelingen worden toegelicht in de marktwaarde, rendementen en performance. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie afkomstig van de vermogensbeheerders en de depotbank, de onafhankelijke bankinstelling die de obligatieposities registreert. Daarnaast wordt elk kwartaal een totaaloverzicht van de obligatieportefeuille verstrekt aan uw Staten. Renterisico’s De Wet Fido geeft de lagere overheden wettelijke kaders voor het beheersen van renterisico’s. Het renterisico wordt omschreven als de mate waarin het saldo van de rentelasten en -baten wordt beïnvloed door mogelijke wijzigingen in het rentepercentage. Er zijn normen onderscheidden voor risico’s op kortlopende schulden (kasgeldlimiet) en op langlopende schulden (renterisiconorm). Kortlopende schulden en kasgeldlimiet De Wet Fido geeft aan dat de netto vlottende schuld niet hoger mag zijn dan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt uitgedrukt als een percentage van de jaarlijkse begroting. Voor 2013 bedraagt dit percentage voor de provincie 7% ofwel € 60,5 miljoen. Gedurende 2013 is de netto vlottende schuld onder de gestelde kasgeldlimiet gebleven. Ultimo 2013 stond hiervoor een bedrag van € 34,9 miljoen op de balans. Langlopende schulden en renterisiconorm Het renterisico op langlopende schulden mag de wettelijke renterisiconorm niet overschrijden. De renterisiconorm wordt berekend door het vastgestelde percentage van 20% voor de provin-
456
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
cies te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal. Deze norm is gedurende 2013 niet relevant geweest voor de provincie, aangezien in 2013 geen sprake was van rentedragende langlopende leningen. Derhalve was evenmin herfinanciering of renteherziening van toepassing. Koersrisico’s In 2013 hield de provincie geen posities aan in andere valuta dan de Euro, zowel wat betreft de uitzettingen, leningen als de obligaties in de beleggingsportefeuille. Liquiditeitsrisico’s De liquiditeitspositie wordt op kwartaalbasis besproken in de Treasurycommissie. Het liquiditeitsrisico, het niet kunnen voldoen van de facturen en andere betalingsverplichtingen, minimaliseren wij door de aanwezige liquide middelen zo veel mogelijk af te stemmen op de prognose van ontvangsten en de uitgaven. Hiervoor hanteren wij een liquiditeitsprognose, gebaseerd op een model waarmee via een MonteCarlo-simulatie cashflow scenario’s kunnen worden doorgerekend. Deze geeft aan dat eind 2014 mogelijk een negatief kassaldo kan ontstaan als gevolg van onze investeringsagenda Kracht van Overijssel. Extra liquiditeit kan de provincie alsdan genereren door enerzijds het verkopen van obligaties, in overleg met onze vermogensbeheerders, en anderzijds door het aantrekken van leningen, gebruikmakend van de huidige lage rentestanden. Het creëren van de benodigde liquiditeit zal dan door de marktomstandigheden worden bepaald.
“Nog nadrukkelijker dan voorheen ligt de focus op de kerntaken, op de vastgestelde provinciale opgaven en op het behalen van resultaat.”
3.5 Bedrijfsvoering Transitie Na het opstellen van het Bedrijfsplan en de daaruit volgende reorganisatie, is op 1 november 2012 de volgende fase van de transitie begonnen. De organisatiestructuur is gewijzigd, het besturings- en managementconcept aangepast en de formatieomvang verder verkleind. Oude gewoonten moesten worden losgelaten, nieuwe afspraken nageleefd en nieuwe rollen nauwgezet ingevuld. Nog nadrukkelijker dan voorheen ligt de focus op de kerntaken, op de vastgestelde provinciale opgaven en op het behalen van resultaat. Zo wordt invulling gegeven aan de ambities uit het Hoofdlijnenakkoord ‘Kracht van Overijssel’ en is de provincie Overijssel toekomstgericht. De acht doelen uit het Bedrijfsplan hebben in de transitie steeds als kompas gefungeerd: 1. Het versterken van focus op de kerntaken. 2. Het verbeteren van opgavengericht werken. 3. Het bevorderen van collectief bestuurlijk-ambtelijk leiderschap. 4. Het verbeteren van de inhoudelijk-strategische sturing. 5. Het verkleinen van de ambtelijke organisatie. 6. Het verbeteren van de match tussen opgaven en personeel. 7. Het bevorderen van het gewenste gedrag van medewerkers. 8. Het optimaliseren van de bedrijfsvoering.
Personeel en organisatie Formatie en bezetting De focus op kerntaken en de verkleining van de organisatie hebben geleid tot een kleinere omvang van de formatie. De formatie bevindt zich onder het gestelde doel in het Hoofdlijnenakkoord. Van een groep medewerkers wordt afscheid genomen, niet-kerntaken zijn gestopt, overgedragen of uitbesteed. Op de kerntaken is versterkt door het aantrekken van medewerkers met de kennis en kwaliteit die niet aanwezig was.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
457
Formatieontwikkeling 850
839
FTE’s
830
823
810
797 795
790
788
792
778 776
770
753
750 743
730
2012
751
749
2013
2014
2015
2016
Jaren Bezetting Hoofdlijnenakkoord Formatieplan
Voor de medewerkers die door de reorganisatie boventallig zijn geworden, is Overijssel@Search opgezet. Het doel van dit werk-naar-werkproject is mensen te herplaatsen in zo duurzaam mogelijk nieuw werk en hen duurzaam inzetbaar te maken (wendbaar en weerbaar op de arbeidsmarkt) voor de toekomst. De betrokkenen hebben inhoudelijke kennis verworven die nodig is bij het vinden van een baan en zijn stevig begeleid. Overijssel@Search kent drie werkstromen: 1. Begeleiding: spitst zich toe op arbeidsmarktrijp maken en houden van medewerkers (en weerbaar tegen de huidige onzekere arbeidsmarkt) door heroriëntatie, jobmarketing, netwerk- en groepsactiviteiten, individuele tracking en support. 2. Arbeidsmarktbewerking, -benadering en detachering: basis voor detacheringen en uitplaatsingen. Focuspunt in het project. 3. Werkbedrijf: voor, door en met elkaar werken aan ander werk, gericht op zelfsturing en eigen regie. De opzet van het werkbedrijf heeft positieve invloed op de motivatie van medewerkers en draagt bij aan het werkfit houden van hen. Tevens is het een kans om nieuwe ervaringen op te doen en gespiegeld te worden in het eigen werk-functioneren door collegae. In 2013 is reeds een aantal mensen in- en extern herplaatst. Alle overige personen die daartoe in staat waren, zijn op detacherings-, stage- en werkervaringsplekken bezig. 2014 is het tweede en laatste jaar van dit project voor deze groep. Naar verwachting zal een deel van de medewerkers de weg naar de arbeidsmarkt gaan vinden. Het uiteindelijke succes hangt natuurlijk af van de economische omstandigheden en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Voor degenen die niet binnen de termijn een andere werkplek vinden, zal ontslag worden aangevraagd. De ondersteunende processen catering en beveiliging zijn in 2013 uitbesteed aan marktpartijen. De formatie is daardoor met 7 fte gedaald. Daarnaast zijn de gemeenten Zwolle en Kampen en de provincie Overijssel partners in bedrijfsvoering. Deze samenwerking heeft in 2013 vorm gekregen, door het onderbrengen van een aantal bedrijfsvoeringsactiviteiten in één nieuwe organisatie: het Shared Service Centrum Bedrijfsvoering (SSC). Het SSC verleent diensten aan de drie partnerorganisaties op het gebied van personeels- en salarisadministratie, ICT, inkoop en aanbestedingen. De dienstverlening is ongestoord gecontinueerd. Alle medewerkers van het SSC zijn in 2013 gedetacheerd bij de gemeente Zwolle en vallen zodoende nog onder de formatie van de provincie. In 2014 zal het provinciale personeel (52 fte) in dienst treden bij de gemeente Zwolle. De werkzaamheden worden uitgevoerd namens het SSC.
458
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Het gezamenlijk met partners hebben van een SSC brengt zorgvuldige afstemming met zich mee. In 2013 zijn de uitgangspunten voor de inrichting van het SSC en de voorbereiding van de definitieve plaatsing van personeel nader uitgewerkt. Bij de inrichting is rekening gehouden met de mogelijkheid dat in de toekomst ook diensten voor en namens andere, nog aan te sluiten overheden worden verleend. Met de vakbonden is over het Sociaal Plan overeenstemming bereikt. De achterbanraadpleging vindt begin 2014 plaats waarna de plaatsingsprocedure rond de zomer zal starten. Zoals gepland, zijn op 1 januari 2013 twee Regionale Uitvoeringsdiensten in Overijssel (Twente en IJsselland) van start gegaan volgens een netwerkmodel. Dit houdt in dat de partners (gemeenten, waterschappen en provincie) gezamenlijk de uitvoering van de WABO basistaken (milieu) voor vergunningverlening en handhaving uitvoeren. De gezamenlijke uitvoering moet leiden tot een kwalitatief betere en ook een efficiëntere uitvoering. De provincie is gastheer voor een zestal kennispunten waar expertise vanuit alle partners wordt gebundeld en van waaruit wordt geadviseerd. Het betreft de kennispunten: IPPC Vergunningverlening, IPPC Handhaving, Groen en Ecologie, BOA en Ketentoezicht, Externe veiligheid en Luchtkwaliteit. 2013 is, naast de daadwerkelijke inzet door diverse partners op het terrein van vergunningverlening en handhaving, vooral het jaar geweest van de verdere inrichting van de werkprocessen en het uitwerken van de afspraken. In het Onderhandelingsakkoord Natuur (oktober 2012) is overeengekomen dat de Dienst Landelijk Gebied (DLG) op 1 januari 2015 deels over zal gaan naar de provincies. Deze overgang omvat de menskracht en de middelen die structureel aan het provinciefonds worden toegevoegd. Voor Overijssel betekent dit respectievelijk 45,6 fte en € 4.650.000. De DLG capaciteit zal waarschijnlijk in een voorlopig zelfstandig organisatieonderdeel worden geplaatst. Dit past in de nieuwe rol van de provincie binnen de uitvoeringsstrategie (Samen Werkt Beter) rond het landelijk gebied. Deze richt zich op een grotere betrokkenheid en meer verantwoordelijkheid van de samenleving bij de realisering van de ontwikkelopgave en het beheer van de natuur. Een zelfstandig provinciaal optreden bij de nu in de DLG ondergebrachte processen zal de positie van de provincie naar samenwerkingspartners binnen het nieuw gepositioneerde natuurbeleid naar verwachting ondersteunen. Personeelsplanning Een toekomstgerichte organisatie kijkt ook naar de ontwikkeling van het personeelsbestand. Passen de kwaliteiten van de medewerkers ook straks bij de provinciale opgaven? Wanneer stromen medewerkers uit? Welke kennis hebben we slechts tijdelijk nodig? Om niet verrast te worden werkt de provincie Overijssel aan een strategische personeelsplanning. Het instrument richt zich in essentie op de match tussen personeel en opgave, per eenheid en eenheidsoverstijgend, waarbij gekeken wordt naar zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten. We monitoren jaarlijks de ontwikkeling van het personeelsbestand. Er wordt een nadrukkelijke koppeling gelegd met de personele jaarcyclus en het opleidingsbeleid. Ook het aantrekken en vasthouden van talent past hierin. In 2014 wordt dit verder uitgewerkt.
Verdeling man - vrouw ■ Man - 58% ■ Vrouw - 42%
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
459
Leeftijdsverdeling >= 55 jr
32,5%
270
50 - 55 jr
16,6%
138
45 - 50 jr
16,2%
135
40 - 45 jr
14,3%
35 - 40 jr
11,0%
30 - 35 jr
5,5%
25 - 30 jr
3,7% 31
119 91 46
0,1% 1
< 25 jr 0
50
100
150
200
250
300
Het proces van formatiebeheer is versimpeld en er zijn strakke afspraken gemaakt over control. De inzet van medewerkers met een vaste aanstelling op tijdelijke functies is in 2013 gereguleerd. Het uitgangspunt hierbij is dat geen structurele verplichtingen aangegaan worden waar sprake is van tijdelijke financiering. Om dit te begeleiden heeft een medewerker met een meerjarige tijdelijke functie een zogenaamde zorgmanager. Verder is het proces met betrekking tot het herwaarderen van functies aangescherpt. Bij externe inhuur geeft de Wet Normering Topinkomens de maximering voor het uurtarief. De jaarlijkse gesprekscyclus van plannen, monitoren en beoordelen is in 2013 procedureel gewijzigd. Dit vanuit het oogpunt van efficiency, maar zeker ook gericht op het consequent verbinden van interne sturing van het geheel met de sturing van het individu. Door de versterking van de koppeling tussen de Planning en Control-cyclus en de Personele jaarcyclus, wordt de persoonlijke bijdrage aan een resultaat (of resultaat van een groep) beter zichtbaar en controleerbaar gemaakt. Daarnaast hebben we verbetering aangebracht in de wijze waarop afspraken op individueel niveau (in het persoonlijke werk- en ontwikkelplan) worden gemaakt en gestuurd. Arbeidsomstandigheden De provincie Overijssel kent al jaren een verzuimpercentage dat ruim onder het landelijke gemiddelde ligt. Er bestaat een goede samenwerking tussen management, bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werk om arbeidsgerelateerde klachten te voorkomen en medewerkers gezond aan het werk te hebben en te houden.
460
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Ziekteverzuim provincie Overijssel 3,9
Percentage
3,7 3,5
3,5
3,4
3,3
3,2
3,1 2,9
2,8
2,7
2010
2011
2012
2013
Jaren Ziekteverzuim
Na een toename van het verzuimpercentage in 2012 heeft dit thema in 2013 nadrukkelijk aandacht gekregen. In 2013 is het verzuimpercentage uitgekomen op 3,4%. De overeenkomsten met de Arbo-dienstverlening zijn in 2013 voor de duur van een jaar verlengd. In 2014 zal overgegaan worden tot een nieuwe aanbesteding, naar verwachting in gezamenlijkheid met de gemeenten Zwolle en Kampen. De risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) is sinds 1 januari 1994 in het kader van de Arbowet verplicht voor alle werkgevers. De provincie heeft in 2013 weer een RI&E uitgevoerd. De gesignaleerde risico’s worden door de externe auditor als beperkt gekwalificeerd. Om de gesignaleerde risico’s te reduceren is een plan van aanpak opgesteld. De uitvoering daarvan is inmiddels gestart. Het aangekondigde ‘agressie en geweld’-protocol voor politieke ambtsdragers is in 2013 ontwikkeld en geïmplementeerd. Eenzelfde protocol voor medewerkers wordt in 2014 geïmplementeerd. Opleiden en ontwikkelen Begin 2013 zijn de gevolgde opleidingen in 2012 geëvalueerd en zijn hernieuwde afspraken gemaakt over het gebruik van de introductiemodules voor nieuwe medewerkers. Het concern opleidingenaanbod bestaat uit 29 trainingen waaraan in 2013 ruim 500 medewerkers hebben deelgenomen. In 2013 is ongeveer een kwart van het opleidingsbudget besteed aan opleidingen en trainingen in het kader van de interprovinciale regeling Persoonlijk Ontwikkelbudget. Dit was het laatste jaar van deze regeling. Na een evaluatie is inmiddels besloten deze tijdelijke regeling niet structureel in te bedden in de CAO. Uiteindelijk heeft ongeveer 35% (318 medewerkers) van de medewerkers in vaste dienst bij de provincie van 2010 t/m 2013 van deze regeling gebruik gemaakt. De provincie Overijssel biedt jaarlijks de mogelijkheid aan studenten om stage te lopen, af te studeren en soms zelfs te promoveren. In 2013 hebben we 31 jonge mensen begeleid tijdens hun studie, ze kennis laten maken met de (provinciale) overheid en geprofiteerd van hun inzicht en kennis. Dit aantal ligt ruim boven de CAO-norm van jaarlijks tenminste 15 stagiaires. Wij zijn een erkend leerbedrijf voor stages in het kader van Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Het aantal BBL-stageplaatsen blijft echter achter. Dat vinden we onwenselijk en om die reden hebben we specifieke afspraken gemaakt met het kenniscentrum ECABO.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
461
In het voorjaar van 2013 heeft een re-assessment voor het Investors in People keurmerk opgeleverd dat de provincie Overijssel zich Investor in People mag blijven noemen. Overijssel was in 2003 de eerste overheidsinstelling in Nederland die voor de volledige organisatie dit keurmerk ontving.
“In het voorjaar van 2013 heeft een reassessment voor het Investors in People keurmerk opgeleverd dat de provincie Overijssel zich Investor in People mag blijven noemen.”
Social Return Naar aanleiding van de motie De Bree is in februari 2012 Social Return (SR) opgenomen in het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de provincie. Doordat de provincie – anders dan gemeenten – zelf geen administratie van arbeidsongeschikten of werklozen voert (en dus geen inzicht heeft in de in te zetten mensen) en ook bedrijven nog niet zijn ingesteld om zelfstandig een SR-aanbod te formuleren, is er een moeizame opstartfase geweest. De resultaten die tot nu toe bereikt zijn, zijn derhalve beperkt (catering, onderhoudsbestekken). Uit de nul-meting die de Rekenkamer OostNederland in juli 2013 heeft verricht is gebleken dat er aan de toepassing van Social Return nog een aantal tekortkomingen kleeft. Om de implementatie te verbeteren is eind 2013 aanvullend beleid geformuleerd zodat Social Return bij alle aanbestedingen met een opdrachtwaarde boven de drempel voor meervoudig onderhands aanbesteden (€ 50.000 voor leveringen en diensten en € 75.000 voor werken) een plek krijgt. Daarnaast zijn er pilotprojecten gestart waarin met verschillende vormen en uitvoeringen van Social Return in aanbesteding ervaring opgedaan wordt. Arbeidsvoorwaarden Het Persoonlijke Ontwikkelbudget, een tijdelijke CAO afspraak, wordt na evaluatie niet structureel ingebed. Sectoraal worden de voorbereidingen getroffen voor een zogenaamd Individueel Keuzebudget. De uitwerking hangt samen met de introductie van een geheel nieuw fiscaal regime, de werkkostenregeling. De overgang naar de werkkostenregeling in Overijssel is reeds gerealiseerd. Op dit moment wordt in overleg met de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg gekeken naar de mogelijkheden voor een Individueel Werkkostenbudget. De gedachte is de huidige cafeta riaregeling waarin zaken kunnen worden geregeld, zoals het kopen en verkopen van verlof, uit te breiden met lokaal te bepalen zaken, zoals ICT-middelen of sport. Met deze vooruitstrevende wijze van inrichten van de arbeidsvoorwaarden, wordt gewerkt aan verdere flexibilisering met meer keuzemogelijkheden voor de individuele medewerker en aantrekkelijk werkgeverschap. Integriteit Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van reguliere activiteiten, zoals het actualiseren van het geschenken- en declaratieregister, het introductieprogramma en de openbaarmaking van nevenfuncties. In het kader van het permanent bewustzijn heeft eind 2013 een review plaatsgevonden van de integriteitsbeleving in de organisatie. De review geeft handvatten voor de toepassingen van (deels nieuwe) instrumenten om integriteit bewust de basis van het handelen van medewerkers te maken. eHRM De elektronische dienstverlening op het terrein van HRM is verder ontwikkeld. De functionaliteiten rondom zelfservice voor manager en medewerker zijn uitgebreid. De verlofmodule en de module performancemanagement zijn geïmplementeerd en het proces rondom het digitaal versturen van rechtspositionele besluiten is ingeregeld. Tevens zijn in 2013 de voorbereidingen getroffen voor het digitaliseren van de personeelsdossiers en de ziektedossiers. Naar verwachting zijn deze dossiers begin 2014 digitaal inzichtelijk voor diegenen die daartoe bevoegd zijn. Bij alle ontwikkelingen wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande processen en systemen bij Zwolle en Kampen om zodoende efficiencyvoordelen te bereiken.
Procesverbetering Een van de ambities van het Bedrijfsplan is optimalisatie van de bedrijfsvoering. Om aan deze efficiencyslag invulling te geven zijn we in januari 2013 gestart met het project Optimalisatie werkprocessen (Lean) en het project Beleidsacht.
462
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Voor de optimalisatie is een aantal werkprocessen geïdentificeerd die in aanmerking kwamen voor een herontwerp. In 2013 zijn verbeterplannen opgesteld voor de werkprocessen op de volgende gebieden: Beleidsinformatie, Documentaire Informatievoorziening, POP-LEADER Europese programma’s, Projectuitvoering meerjarenprogramma, Handhaving, Backoffice financiën, In- / door- / uitstroom medewerkers, Vergunningverlening Wet Milieubeheer, EFRO, Europese programma’s, Regie op contracten. De doorlichting van de processen en het herontwerp zijn afgerond, aan de implementatie wordt in 2014 verder gewerkt. Het doel van het werken volgens de beleidsacht is een afgestemde beleidscyclus over de verschillende beleidsdomeinen heen. Dit bereiken we door een gemeenschappelijke taal bij medewerkers en management, verbinding tussen medewerkers en teams van verschillende eenheden en verantwoordelijkheid en gedrag bij medewerkers binnen de beleidsacht voor hun bijdrage aan de inhoudelijke beleidsopgaven van de provincie.
Informatievoorziening Met het oog op de samenwerking met onze partners heeft de provincie voor de doorontwikkeling van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) een grote bijdrage geleverd aan een vooronderzoek. Hiermee is inzichtelijk gemaakt hoe door inzet van een centrale RUD-informatievoorziening bijgedragen wordt aan de kwaliteit van onze leefomgeving, een betere dienstverlening en efficiency besparingen. Voor de basisregistraties heeft de provincie Overijssel het Sectoraal Knooppunt provincies (SKP) doorontwikkeld waarmee de basisregistraties voor de provincie kostenefficiënt ontsloten worden. Deze oplossing wordt gedeeld met de andere provincies. Om in de toekomst ook op IT-gebied efficiënter te kunnen werken is een grote stap gezet met het Shared Service Centrum. Hier wordt het beheer van onze infrastructuur samengebracht met die van de gemeenten Zwolle en Kampen. Uw Staten hebben op 29 mei 2013 de Archiefverordening provincie Overijssel 2013 vastgesteld. Op grond van deze verordening dient ons college de nadere uitwerking vast te stellen. Daartoe hebben wij op 15 oktober 2013 het Besluit Informatiebeheer provincie Overijssel 2013 vastgesteld. Wij hebben per diezelfde datum tevens een Dienstverleningsovereenkomst met het Historisch Centrum Overijssel gesloten voor het feitelijk beheer van het oud-archief van de provincie. Eind 2013 hebben wij een archiefblok van bijna 200 m2, voornamelijk bestaande uit het archief van uw Staten en ons college over de periode 1971 - 1987 en het archief van de Commissaris van de Koningin als rijksorgaan over de periode 1994 - 2007, overgebracht naar het Historisch Centrum Overijssel.
Dienstverlening De moderne overheid moet, net als een bedrijf, meer dan voorheen haar legitimatie halen uit passende dienstverlening aan de afnemers van haar producten en diensten. Onder dienstverle ning verstaan we in dit verband dienstverlening aan externe afnemers die bij de provincie terecht moeten kunnen, omdat ons vastgestelde beleid hen raakt of omdat ze op zoek zijn naar ant woorden, besluiten, vergunningen en voorzieningen die wij leveren. We vinden het belangrijk dat de samenleving weet wat ze van de provincie Overijssel mag verwachten als het gaat om de kwaliteit van onze dienstverlening. In de uitwerking van de klanttevredenheidsonderzoeken tonen onze afnemers zich tevreden over de kwaliteit en snelheid van onze dienstverlening en hebben ze specifieke wensen als het gaat om de helderheid van de informatie op onze website en de mogelijkheden voor het volgen (track & trace) van de gevraagde dienst. Onze afnemers geven aan het meeste belang te hebben bij een provincie die duidelijk is en die met één mond spreekt. Overijssel heeft haar elektronische dienstverlening verbeterd. Als eerste provincie vol deden we volledig aan de “webrichtlijnen” waardoor onze website in 2013 officieel het kwaliteitskeurmerk “drempelvrij” heeft ontvangen voor toegankelijke websites. Daarnaast wordt met het oog op de elektronische overheid 2017 (burgers en bedrijven centraal, de overheid digitaal, kosten minimaal) gewerkt aan de nodige bouwstenen zoals een klantportaal en een publicatie-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
463
omgeving voor geografische informatie. Tevens is een innovatieve app (IJsseloorlog) ontwikkeld waarmee gebruikers van een smartphone een spionagespel kunnen spelen, waarbij recreatie, historie, beleid en geografische informatie op een interactieve wijze gebundeld worden.
P&C-cyclus De Planning & Control-cyclus is de afgelopen jaren doorlopend verbeterd. Zo is de kerntakenbegroting voorzien van een doelenboom en prestaties, zijn het begrotingswijzigingenbeleid en verplichtingenbeleid aangepast, is het beleid voor reserves en voorzieningen vernieuwd, is de TVPR-methodiek ontwikkeld en is de Monitor Overijssel ontwikkeld. Met de Monitor Overijssel wordt tweemaal per jaar inzicht geboden in de voorgang van het beleid. In 2013 is de bestaande cyclus gecontinueerd. Verder zijn dit jaar enkele verbeteringen aangebracht in de Monitor Overijssel. Zo is de functie ‘vergelijken’ toegevoegd, waarmee gegevens van een eerdere monitor gepresenteerd kunnen worden naast de gegevens van de huidige monitor. Ook is een filtermogelijkheid toegevoegd, waarmee alle kleurscores geclusterd kunnen worden weergegeven. Tevens zullen dit jaar voor het eerst de Jaarstukken 2013 via het instrument van de monitor digitaal toegankelijk worden.
Planning & Control-cyclus Perspectiefnota
Jaarverslag
Kerntakenbegroting
Planning
Monitor Overijssel
Control
Met het vaststellen van de Financiele Verordening 2013 (PS/2013/549) is de verordening Financieel Beheer vervangen (PW, artikel 216). Hierop aansluitend, zijn in december 2013 ook nieuwe financiele uitvoeringsregels door ons vastgesteld. De kaderstelling, sturing en verantwoording / controle van het provinciale beleid vindt plaats binnen de Planning & Control-cyclus.
Doelmatigheid In 2013 heeft de provincie haar visie op control verder ontwikkeld en geïmplementeerd. Om de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van werken te waarborgen, is vanaf medio 2012 ingestoken op drie niveau’s van control. Het eerste niveau betreft het management van reguliere processen en van projecten en programma’s. Het tweede niveau betreft de controlfunctie zoals deze vanuit de eenheid Bedrijfsvoering wordt uitgeoefend. Het derde niveau betreft de systeemcontrol, waarbij een oordeel wordt gevormd over het functioneren van de eerste twee niveaus en over het totale controlsysteem op concernniveau. In 2013 is een aantal onderzoeken in gang gezet en afgerond. Deze onderzoeken richten zich soms op een individueel dossier, soms op concernniveau of systeemniveau. Op basis van deze onderzoeken kan een oordeel gevormd worden over de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van gevoerde processen en kunnen verbeteringen worden doorgevoerd. Zo is in 2013 onderzoek verricht naar het verloop van de Zuiderzeehaven en de wording van het SSC, maar ook naar de manier waarop risicomanagement en prestatiemanagement binnen de organisatie worden vorm
464
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
gegeven. Het onderzoek naar risicomanagement is uitgevoerd in het kader van het artikel 217a, dat voorschrijft dat periodiek onderzoek wordt uitgevoerd naar het door Gedeputeerde Staten gevoerde beleid. Dit laatste onderzoek is aangeboden aan uw Staten (PS/2013/454) en heeft geresulteerd in de actualisatie van het risicomanagementbeleid in december 2013.
Rechtmatigheid & Interne Controle Jaarlijks wordt de rechtmatigheid van de door de provincie bestede middelen onderzocht. Dit wordt gedaan aan de hand van het normenkader rechtmatigheid, dat door uw Staten als volgt is vastgesteld: • De goedkeuring- en rapporteringtoleranties bij de controle op rechtmatigheid worden vastgesteld conform de wettelijke richtlijnen (gerelateerd aan de begroting, 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden). • Binnen het voorwaardencriterium wordt getoetst of wettelijke regelgeving en besluiten van uw Staten worden nageleefd, voor zover deze regelgeving bepalingen bevat die van toepassing zijn op het financiële beheer c.q. het verrichten van beheershandelingen met financiële gevolgen. Dit geldt alleen voor de rechtmatigheidscriteria: recht, hoogte en duur. • Het begrotingscriterium wordt voor de kerntaaklasten vastgesteld op kerntakenniveau en voor de personeelsgebonden lasten op het totaal aan personeelsgebonden lasten. • Het normenkader accountantsonderzoek DR en DLG / BBL wordt van toepassing verklaard op de accountantscontrole voor DR en DLG / BBL in plaats van het normenkader rechtmatigheid provincie Overijssel 2013. De financiële audit is in 2010 in zijn huidige vorm opgesteld en in meerjarig kader opgenomen in het auditprogramma “Intern controleplan financiële rechtmatigheid provincie Overijssel 2011 en verder”. Er is geen aanleiding geweest om het interne controleplan in meerjarig kader te herzien. Er is gekeken naar de risico’s die de organisatie rondom financiële rechtmatigheid loopt in de processen: Planning & Control (begrotingswijzigingenbeleid, verordeningen en nota’s, reserves en voorzieningen, IV3, procedures en planning P&C, tax control framework), treasury, opbrengsten (leges, heffingen, motorrijtuigenbelasting en precario), personeel en salarissen, investeringen, inkopen, subsidies (verstrekking) en de wet Markt en Overheid. Rechtmatigheid Proces inkoop en subisidieverlening Bij het proces inkoop zijn in 2013 twee rechtmatigheidsfouten geconstateerd. Het betreft in beide gevallen een overschrijding van de Europese aanbestedingsgrens. Gezamenlijk gaat het hierbij om een onrechtmatigheid van € 1.048.924. Daarnaast lopen enkele eerder geconstateerde fouten door in het jaar 2013. Het totaal aan rechtmatigheidsfouten binnen het proces inkoop komt daarmee voor het jaar 2013 op € 1.399.666, op een totaal aan inkoop van € 127.092.682. Bij het proces subsidieverlening is verder één rechtmatigheidsfout ontdekt van circa € 8.700, op een totaal aan subidies van € 224.527.881. De onrechtmatigheden komen daarmee samen op € 1.408.366. Dit valt binnen de tolerantiegrens bij rechtmatigheidsfouten van 1% (€ 7.760.000) die de provincie Overijssel mag hebben in 2013.
Subsidies In 2013 is, mede naar aanleiding van het rekenkameronderzoek, de informatievoorziening over subsidies verbeterd. In 2013 is voor een bedrag van € 270 miljoen aan subsidies via regelingen en op basis van de algemene subsidieverordening verstrekt. Aan subsidies aan producenten, inkomens- en vermogensoverdrachten is in totaal € 361 miljoen uitgegeven. Het verschil van € 91 miljoen bestaat uit bijdragen voorfinanciering N35, spoorzone Zwolle, omzetting van voorziening in een doeluitkering en cofinanciering Europese programma’s.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
465
3.6 Verbonden partijen 3.6.1 Inleiding Een verbonden partij is in de definitie van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een rechtspersoon waarmee financiële belangen zijn gemoeid en waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend door de provincie. Het aangaan van banden met (verbonden) partijen komt voort uit het publiek belang. Bij verbonden partijen gaat het hierbij om ‘deelnemingen’: Dat wil zeggen privaatrechtelijke organisaties zoals genoemd in artikel 158 van de Provinciewet, onder andere stichtingen, verenigingen, vennootschappen (N.V. en B.V.’s), coöperaties en commanditaire vennootschappen en om publiekrechtelijke openbare lichamen op basis van de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr). Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een ‘financieel belang’ wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de ‘verbonden partij’ of wanneer als financiële problemen bij een ‘verbonden partij’ op de provincie kunnen worden verhaald. Leningen en garantstellingen vallen niet onder de definitie: de provincie houdt in principe juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook subsidies vallen buiten de definitie, omdat dat gaat om overdracht van middelen. Voor de oprichting van en de deelneming in privaatrechtelijke organisaties bepaalt artikel 158 van de Provinciewet dat Gedeputeerde Staten pas een besluit kunnen nemen nadat uw Staten in de gelegenheid zijn gesteld wensen en bedenkingen over het ontwerpbesluit kenbaar te maken. Daarnaast moet dit besluit vervolgens ter goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden voorgelegd. In paragraaf 3.6.3 en 3.6.4. worden de bestaande ‘verbonden partijen’ toegelicht. Eerst wordt in paragraaf 3.6.2 kort ingegaan op het provinciale beleid ten aanzien van ‘verbonden partijen’.
3.6.2 Beleid verbonden partijen In 2008 is de nota Deelnemingenbeleid Overijssel (PS/2008/279) vastgesteld. Aanleiding voor de ontwikkeling van het afwegingskader vormde onder andere de uitkomsten van het onderzoek naar de verkoop van de Wavin-aandelen en de provinciale ambitie om in verschillende innovatieve, bestuurlijk-juridische arrangementen vorm te geven aan de samenwerking met andere overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Daarbij werd ook aangesloten op de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid, die eind 2007 werd vastgesteld en waarmee het accent verschoof van ‘privatiseren, tenzij’ naar ‘publiek, tenzij’. In navolging van het rijksbeleid is uitgangspunt in het Overijsselse deelnemingenbeleid dat een publiekrechtelijke samenwerkingsvorm niet langer zonder meer de voorkeur heeft. Het gaat om maatwerk. Per geval moet worden beoordeeld welke aanpak het meest doelgericht en betrouwbaar is voor de aanpak van het provinciale publieke belang. Het afwegingskader biedt in de vorm van een stappenplan richtlijnen voor de beoordeling van het aangaan (en behoud) van privaatrechtelijke en publiekrechtelijke samenwerkingsvormen. De te nemen stappen hebben onder andere betrekking op de vraag naar het provinciale publieke belang, de betrokkenheid van andere publieke en/of private partners, de mate van betrokkenheid van de provincie bij de aanpak, en de keuze tussen publiekrecht of privaatrecht. Het afwegingskader is en wordt gebruikt voor de afweging van deelname in alle vormen van ‘verbonden partijen’. Daarnaast is in 2013 een statenbrief opgesteld (PS/2013/719), waarin de governance van de verbonden partijen nader is toegelicht en ook eventuele aanpassingen op deze governance (o.a. op het gebied van WNT, RvC beleid, Governance en sturing).
466
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Eind 2014 / begin 2015 wordt er een nieuwe nota ‘Verbonden Partijen’ aan uw Staten aangeboden. Het Rijk heeft haar deelnemingenbeleid eind 2013 weer geactualiseerd. Met onze actualisatie zal hier rekening mee worden gehouden. Expertisecentrum Deelnemingen Het Expertisecentrum richt zich op het versterken van het deelnemingenbeleid in bredere zin. Hieronder vallen activiteiten als ontwikkelen van de kaders van het deelnemingenbeleid en het ondersteunen van accounthouders / 1e / 2e gemachtigden ten behoeve van het actief aandeelhouderschap. In 2013 heeft het Expertisecentrum Deelnemingen een belangrijke rol gespeeld in de advisering en ondersteuning van een aantal dossiers en Statenvoorstellen. In het voorjaar van 2013 zijn wij betrokken geweest bij de verdere implementatie en advisering van het Energiefonds. Tevens heeft het Expertisecentrum geadviseerd bij het Statenvoorstel SPV Stork, Innovatiefonds, Breedbandfonds en recentelijk het voorstel Houdstermaatschappij Overijssel B.V. In 2013 is er een statenbrief opgesteld (PS/2013/719), waarin de governance van de verbonden partijen nader is toegelicht en ook eventuele aanpassingen op deze governance (o.a. op het gebied van WNT, RvC-beleid, Governance en sturing). In de Kerntakenbegroting 2014 hebben we ook een doorkijk gegeven naar de ontwikkelingen van de verbonden partijen. De (voorbereidingen van de) verkoop van Attero Holding B.V. heeft in 2013 ook een belangrijke inzet gevergd van het Expertisecentrum. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Sinds de financiële crisis is de wens om te komen tot een wettelijke verankering van de normering van salarisniveaus in de (semi)publieke sector sterk gegroeid. Uiteindelijk heeft deze wens ertoe geleid dat het kabinet een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Op 6 december 2011 respectievelijk 13 november 2012 hebben de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel normering top inkomens (hierna WNT) aangenomen. Op 1 januari 2013 is de wet in werking getreden. Het doel van WNT is driedelig. In de eerste plaats moet zij voorzien in een instrument om de bezoldiging van bestuurders en andere topfunctionarissen in de (semi)publieke sector te normeren en te begrenzen. Het tweede doel van de wet is af te bakenen welke instellingen en organisaties tot de publieke respectievelijk semipublieke sector worden gerekend en te bepalen wat dat betekent voor het bezoldigingsbeleid in die sectoren. Het laatste oogmerk van de wet is te verhinderen dat de instellingen in deze sectoren rechtens in staat zijn bovenmatige bezoldigingen toe te kennen. De normering is van toepassing op de topfunctionarissen van (semi)publieke organisaties. Dit zijn volgens de wet ‘de bestuurders, toezichthouders en hoogste leidinggevenden’ van deze organisaties. Afhankelijk van het karakter van het orgaan, publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen, gaat het in beginsel om de leden van Raden van Bestuur, Raden van Commissarissen en om Raden van Toezicht, alsmede om directeuren en andere hoogst leidinggevenden binnen een organisatie. Voor de provincie geldt volgens de wet, dat deze rechtstreeks van toepassing is op de provinciesecretaris en daarnaast de griffier. In haar besluit van 4 februari 2014 hebben Gedeputeerde Staten de in de wet opgenomen normering en voorschriften van toepassing verklaard op het provinciaal deelnemingenbeleid. Via een Statenbrief (PS/2014/211) zijn uw Staten hierover geïnformeerd.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
467
Risicomanagement In 2013 is de nota Risicomanagement door uw Staten behandeld (PS/2013/873). Naar aanleiding van dit statenvoorstel is eind 2013 begonnen met het ontwikkelen van de kaders van risicomanagement voor verbonden partijen. Bij verbonden partijen is er sprake van een getrapt risico. Financiële problemen worden in eerste instantie door de verbonden partijen zelf opgevangen. De risico’s van de verbonden partijen zijn vermeld in de risicoparagraaf (3.2). Deze risico’s zijn meegewogen in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit en in een aantal gevallen opgenomen als risicovoorziening onder de voorzieningen. Per verbonden partij is op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) inzicht nodig in de ontwikkeling van de financiële kerncijfers van de verbonden partijen. Conform de voorschriften is een overzicht opgenomen met deze getallen.
3.6.3 Overzicht verbonden partijen De provincie Overijssel heeft in 2013 de volgende verbonden partijen: 1. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG, Den Haag) 2. Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland NV (Oost N.V., Arnhem) 3. Wadinko N.V. (Zwolle) 4. Vitens N.V. (Utrecht) 5. Enexis Holding N.V. (’s-Hertogenbosch) 6. Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (PBE, ’s-Hertogenbosch) 7. Verkoop Vennootschap B.V. (’s-Hertogenbosch) 8. CBL Vennootschap B.V. (’s-Hertogenbosch) 9. Vordering Enexis B.V. (’s-Hertogenbosch) 10. Claim Staat Vennootschap B.V. (’s-Hertogenbosch) 11. Stichting Essent Sustainability Development (Stichting Duurzaamheid, ’s-Hertogenbosch) 12. Stichting Groen Gas Nederland (Leeuwarden) 13. Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. / Beheer B.V. (Kampen) 14. Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen Overijssel N.V. (HMO, Zwolle) 15. Openbaar lichaam RBT (Almelo) 16. Area Development Twente (ADT, Enschede) 17. Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel (Nazorgfonds, Zwolle) 18. Energiefonds Overijssel I B.V. en Energiefonds Overijssel II B.V. (Zwolle) 19. Container terminal Hengelo (CTH, Enschede) 20. Attero Holding N.V. (Arnhem)
3.6.4 Ontwikkelingen verbonden partijen en het Expertisecentrum Deelnemingen De relatie met vijf ‘verbonden partijen’ bestaat al gedurende lange tijd (nutsbedrijf Vitens N.V., Oost N.V., Nazorgfonds, BNG N.V. en Wadinko N.V.). De relatie met de andere partijen is van meer recente datum (onder andere Enexis, Regionaal Bedrijventerrein Twente, Zuiderzeehaven, Fonds nazorg gesloten stortplaatsen, HMO en ADT) en zijn onder meer ontstaan vanuit de provinciale betrokkenheid bij de grootschalige projecten waarvoor deze rechtspersonen zijn opgericht. Het Energiefonds Overijssel is in 2013 daadwerkelijk van start gegaan met haar activiteiten. In 2013 zijn de investeringsbesluiten met betrekking tot het Innovatiefonds Overijssel B.V., het Breedbandfonds Overijssel B.V. en SPV Stork B.V. goedgekeurd. Uw Staten worden in 2014 in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken voor de oprichting van de nieuwe deelneming Houdstermaatschappij Overijssel B.V. Indien dit voorstel wordt goedgekeurd door uw Staten, dan wordt deze deelneming in 2014 opgericht.
468
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
De belangrijkste ontwikkelingen van een aantal verbonden partijen in 2013 geven we hieronder weer. Oost N.V. / PPM Oost Op verzoek van Oost N.V. / PPM Oost is haar totale aandelenkapitaal uitgebreid met in totaal € 20 miljoen. De provincie Overijssel heeft haar aandelenkapitaal hierbij uitgebreid met € 6 miljoen, waarbij het belang van de provincie Overijssel uitgebreid is naar 13,51%. Zodoende heeft PPM Oost de middelen gekregen om te kunnen blijven co-financieren. HMO Op 29 mei 2013 heeft uw Staten besloten (PS/2013/335) dat de HMO € 4,8 miljoen in kan zetten met als doel dat de HMO in de vijf kantoren gemeenten van Overijssel (Almelo, Hengelo, Enschede, Deventer en Zwolle) – daar waar andere provinciale belangen in het gedrang komen door leegstaande kantoren – een eventuele partij kan zijn bij het oplossen van de leegstandproblematiek aldaar. Wadinko N.V. De Algemene Vergadering van Wadinko N.V. heeft besloten om in de jaren 2013 t/m 2017 € 1,2 miljoen per jaar aan dividend uit te keren. Het te ontvangen aandeel dividend voor de provincie Overijssel is hierbij € 300.000. RBT Bij het opmaken van de jaarrekening 2013, heeft het RBT de grondexploitatie geactualiseerd. De uitkomst hiervan is dat de netto contante waarde per 1 januari 2014 een verlies van € 15,0 miljoen bedraagt. Gelet op het aandeel van de provincie in het resultaat van 23%, dient de voorziening ‘resultaten gebiedsexploitaties’ voor het onderdeel RBT € 3,4 miljoen te bedragen. De voorziening bedroeg € 2,0 miljoen. Conform het BBV is € 1,4 miljoen gedoteerd aan de voorziening om deze op het vereiste niveau te brengen. Area Development Twente Voor de luchthaven en het luchthavengerelateerde bedrijventerrein is een exploitant gevonden. Voor de ontwikkeling van de leisurefunctie in het noordelijke deel heeft de provincie aan de regio Twente een subsidie toegekend ten behoeve van de ontwikkeling van de definitiefase van een mogelijke exploitant (EOA). EOA heeft begin 2014 aan ADT laten weten niet op deze locatie te willen investeren. Dat houdt in dat er niet binnen afzienbare termijn een contract met een leisure-exploitant gesloten kan worden. De Evaluatiecommissie die door uw Staten is ingesteld heeft de termijn waarop haar rapport gereed zou zijn verlengd (was 1 december 2013). Stichting Duurzaamheid Bij de stichting Duurzaamheid eindigde per 31 december 2013 de duurzaamheidsovereenkomst, waar de stichting op toeziet. Over de eindrapportage zullen uw Staten separaat worden geïnformeerd. Energiefonds Overijssel Eind 2012 is het Energiefonds Overijssel opgericht. Het fonds draagt bij aan het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie in Overijssel tot minimaal 20% in 2020. Begin 2013 is door middel van een kick-off bijeenkomst in Hengelo het Energiefonds Overijssel officieel van start gegaan, waarbij de ASN-bank de fondsbeheerder is van dit fonds. In september 2013 heeft het Energiefonds Overijssel de eerste leningovereenkomsten gesloten met 15 woningcorporaties voor een bedrag van € 65,7 miljoen.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
469
Container terminal Hengelo (CTH). Begin 2013 was het de verwachting dat de provinciale deelneming in de stichting Container Terminal Hengelo (CTH) in 2013 beëindigd zou worden. In 2013 kreeg de stichting echter het verzoek van de Staat der Nederlanden om, ten behoeve van de realisatie van de verruiming van de Twentekanalen en de laad en loswal bij het XL Business Park in Almelo, garant te staan. Op 29 oktober 2013 is met deze garantstelling ingestemd aangezien de verruiming van de Twentekanalen en de laad en loswal bij het XL Business Park direct bijdraagt aan het provinciaal belang “het stimuleren van goederenvervoer over water” en een versterking van de inzet in het programma “Goederenvervoer over water” kon worden bewerkstelligd. De brief aan de Twentse logistiek ondernemers heeft u ter informatie ontvangen (PS/2013/904). De garantstelling loopt in 2016 af. Attero N.V. Op 7 december 2013 heeft de aandeelhouderscommissie van Attero Holding N.V. unaniem besloten in te stemmen met het onderhandelingsresultaat van het verkoopproces. Attero en de koper, te weten Waterland Private Equity Investments B.V., hebben de Offer, Sale and Purchase Agreement ondertekend. In deze vennootschap heeft de provincie Overijssel een belang van 18,7%. Uw Staten hebben ingestemd met het voorgenomen besluit van Gedeputeerde Staten om verkopende partij te worden bij, en als zodanig toe te treden tot, de SPA d.d. 5 februari 2014 waarbij de provincie haar aandelen in Attero aanbiedt en verkoopt aan Waterland. De verkoop wordt definitief als tenminste 80% van de aandelen worden aangeboden. Op 5 mei 2014 zal duidelijk worden of deze drempel is gehaald op basis waarvan de aandelen definitief overgaan naar Waterland Private Equity Investments.
470
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
471
3.6.5 Overzicht per verbonden partij
( x € 1 miljoen) BNG
Private rechtspersoon
X
Oost NV
X
HMO
X
Vitens
X
Wadinko
X
Zuiderzee-
RBT
Nazorg-
haven
fonds
Ontwikke-
gesloten
lingsmaat-
stort
schappij
plaatsen
X1
Publieke rechtspersoon (WGR)
ADT
X X
X
A) Financiële betrokkenheid
percentage van het aandelenkapitaal
0,16
13,51
100,00
6,42
25,12
16,67
Stemrecht
Stemrecht
Stemrecht
AHC en
Stemrecht
Stemrecht
A.v.A.
A.v.A.
A.v.A.
Stemrecht
A.v.A.
percentage aandeel in resultaat
B) Bestuurlijke betrokkenheid
n.v.t. 23,00
50,00
DB en AB
DB en AB
DB en AB
A.v.A. en vergadering
A.v.A.
vennoten C) Financiële kengetallen
2
2
Eigen vermogen per 1-1-2012
1.897,0
60,4
22,4
398,3
48,7
5,2
10,6
Eigen vermogen per 31-12-2012
2.752,0
65,9
22,3
386,1
55,0
5,2
n.n.b.
Vreemd vermogen per 1-1-2012
134.563,0
6,5
0,0
1.282,1
0,1
6,5
Vreemd vermogen per 31-12-2012
139.476,0
5,5
0,2
1.296,5
0,1
278,0
1,0
-0,0
25,0
0,6
Resultaat 2009
84,2
0,0
44,4
5,0
82,6
n.n.b.
28,1
0,2
n.v.t.
0,4
n.v.t.
Resultaat 2010
257,0
0,9
-0,1
26,9
1,0
0,1
-8,5
0,4
n.v.t.
Resultaat 2011
256,0
1,3
-0,0
36,0
0,8
2,1
-8,8
0,2
-10,9
Resultaat 2012
332,0
5,3
-0,1
29,6
6,3
-11,3
n.n.b.
-11,3
1,0 (1,0)
0,3
D) Opbrengsten in 2013
(tussen haakjes = 2012) Dividenden / winstuitkeringen
Rente
0,1 (0,1)
0,5 (0,7)
n.v.t. (n.v.t.) n.v.t. (n.v.t.)
1
Onze deelneming in de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij bestaat uit een C.V. en een B.V. De B.V. is de beherende vennoot van de C.V. Ons directe belang in de C.V. bedraagt 16,46% en via de B.V. hebben wij nog een indirect belang in de C.V. van 0,21%.
2
Resultaten betreffen (de netto contante waarde van) het geprognosticeerde resultaat per 31 december. Zowel ADT als RBT vallen juridisch gezien niet onder de definitie van verbonden partijen.
472
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
( x € 1 miljoen) CTH
Enexis
Attero
PBE
Stichting
Verkoop
CBL
Vordering
Claim
vennoot-
vennoot-
op Enexis
Staat Groen Gas
schap
schap
vennootschap
Private rechtspersoon
X
X
X
X
X
X
X
X
18,71
18,71
18,71
18,71
18,71
18,71
18,71
X
Publieke rechtspersoon (WGR) A) Financiële betrokkenheid
percentage van het aandelenkapitaal percentage aandeel in resultaat
100,00 AHC en
AHC en
AHC en
AHC en
AHC en
AHC en
Stemrecht
Stemrecht
Stemrecht
Stemrecht
Stemrecht
Stemrecht
A.v.A.
A.v.A.
A.v.A.
A.v.A.
A.v.A.
A.v.A.
A.v.A.
0,3
3.130,9
274,2
27,7
416,0
0,1
0,1
0,1
0,3
Eigen vermogen per 31-12-2012
n.n.b.
3.244,1
273,5
1,6
415,9
0,0
0,1
0,1
0,4
Vreemd vermogen per 1-1-2012
8,5
3.227,8
544,9
0,2
29,7
10,1
1.822,1
0,0
0,1
n.n.b.
3.682,6
500,8
0,2
30,4
9,9
1.367,3
0,0
0,1
0,0
263,1
59,4
8,1
-0,1
0,0
-0,0
0,0
n.v.t. n.v.t.
C) Financiële kengetallen Eigen vermogen per 1-1-2012
Vreemd vermogen per 31-12-2012 Resultaat 2009
DB en AB
in US$
3
Resultaat 2010
-0,0
193,7
25,7
27,9
-20,7
-0,1
-0,0
-0,0
Resultaat 2011
-0,0
229,4
25,4
722,4
-5,2
96,2
0,0
-0,0
Resultaat 2012
n.n.b.
229,1
8,1
-0,1
5,9
-0,1
-0,0
-0,0
3
0,0
in €
D) Opbrengsten in 2013
AB
AHC en Stemrecht
B) Bestuurlijke betrokkenheid
(tussen haakjes = 2012) Dividenden / winstuitkeringen
- 21,4 (21,5)
Rente
-
3,5 (3,5)
1,4 (1,5)
(0,1)
1,4 (0,9)
0,2 ( - )
n.v.t. (n.v.t.)
14,3 (13,2)
n.v.t. (n.v.t.)
De bij CTH gepresenteerde cijfers betreffen de cijfers van de Vastgoed B.V. als ware deze volledig geconsolideerd opgenomen in de jaarstukken van de stichting.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
473
( x € 1 miljoen) Stichting
Energie-
duurzaam-
fonds
heid
Overijssel
X
X
Private rechtspersoon Publieke rechtspersoon (WGR) A) Financiële betrokkenheid
percentage van het aandelenkapitaal
100,00
percentage aandeel in resultaat
B) Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuur en
Stemrecht
SDC
A.v.A.
Eigen vermogen per 1-1-2012
n.v.t.
n.v.t.
Eigen vermogen per 31-12-2012
n.v.t.
0,0
Vreemd vermogen per 1-1-2012
n.v.t.
n.v.t.
Vreemd vermogen per 31-12-2012
n.v.t.
n.v.t.
Resultaat 2009
n.v.t.
n.v.t.
Resultaat 2010
n.v.t.
n.v.t.
Resultaat 2011
n.v.t.
n.v.t.
Resultaat 2012
n.v.t.
C) Financiële kengetallen
D) Opbrengsten in 2013
474
(tussen haakjes = 2012) Dividenden / winstuitkeringen
n.v.t. (n.v.t.)
n.v.t. (n.v.t.)
Rente
n.v.t. (n.v.t.)
n.v.t. (n.v.t.)
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (Den Haag) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming draagt niet bij aan een specifieke beleidsdoelstelling van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
De aandeelhouders van BNG Bank zijn de Staat der Nederlanden (50%), provincies (Overijssel 0,16%), gemeenten, waterschappen en andere openbare lichamen.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: G.J. Kok).
Financieel belang
De historische kostprijs van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt € 0,2 miljoen.
Bijzonderheden
Doordat de bank alleen publiekrechtelijke aandeelhouders heeft, is zij onderdeel van de publieke sector. Gevolg daarvan is dat BNG Bank de hoogst mogelijke ‘credit rating’ heeft. Op 29 november 2013 heeft Standard & Poor’s (S&P) de rating van BNG Bank verlaagd van AAA naar AA+ (outlook: stabiel). De verlaging van de rating is een gevolg van de afwaardering van de Staat der Nederlanden en het feit dat banken niet hoger kunnen noteren dan het land van vestiging. De ratings van Moody’s en Fitch zijn nog steeds de hoogste. Uit het overzicht van het gerenommeerde blad ‘Global finance’ blijkt dat BNG Bank in 2013 de op één na veiligste bank ter wereld is. In het boekjaar 2012 heeft BNG Bank een winst behaald van € 332 miljoen (2011: € 256 miljoen). De stijging van het resultaat bestaat per saldo uit drie componenten: • Een stijging van het resultaat op financiële transacties. • Een daling als gevolg van de invoering van de bankenbelasting. • Een daling veroorzaakt door een afwaardering van de deelneming Transdev-BNG-Connexxion. Over het eerste halfjaar van 2013 heeft BNG een winst behaald van € 123 miljoen (eerste semester 2012: € 159 miljoen). De daling is vooral te wijten aan een daling van het resultaat op financiële transacties (grotendeels technisch van aard) en een verdere afwaardering van de deelneming Transdev-BNG-Connexxion. Voor geheel 2013 doet de Raad van Bestuur gelet op alle onzekerheden geen uitspraken over het over 2013 te verwachten resultaat. Deze onzekerheden betreffen onder meer: • Nieuwe regelgeving (Basel-III / IFRS), die zal leiden tot een door BNG hoger aan te houden eigen vermogen
(vooralsnog hanteert BNG Bank een leverage ratio van 3%).
• Zogenoemde ‘bail-in’-regelgeving. • Ontwikkelingen in de Europese schuldencrisis. Meer informatie
www.bng.nl www.gfmag.com
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
475
Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (Oost N.V.) (Deventer) Inhoudelijke omschrijving
De deelneming in Oost N.V. past binnen de kerntaak Regionale Economie. Oost N.V. kent de volgende activiteiten: • Ontwikkeling en Innovatie (ook in relatie tot de uitvoering van de EU-programma’s 2007 - 2013). • Investeringsbevordering. • Bedrijfsomgeving. • Participeren in bedrijven via participatiebedrijf Oost-Nederland (PPM Oost N.V.).
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Ministerie van Economische Zaken (55,93%) en de provincies Gelderland (30,56%) en Overijssel (13,51%).
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: T.W. Rietkerk).
Financieel belang
De historische aanschafwaarde van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt, na uitbreiding van dit belang met € 6 miljoen in december 2013 € 10,2 miljoen. Gelet op de aan de bedrijfsvoering van Oost N.V. verbonden risico’s wordt een voorziening aangehouden van 50%. De boekwaarde van Oost N.V. bedraagt daarmee € 5,1 miljoen. Daarnaast heeft de provincie ook een subsidierelatie met Oost N.V., waarvoor het activiteitenplan van Oost N.V. de basis vormt. Over 2013 bedraagt de subsidie € 1,4 miljoen.
Bijzonderheden
Oost N.V. en haar dochter Participatiemaatschappij Oost-Nederland N.V. (PPM Oost) beheren, naast fondsen voor haar (in)directe aandeelhouders, het eigen ‘Participatiefonds PPM Oost’ voor regionale risicodragende cofinanciering. Daarmee richt het zich op de cofinanciering van bestaande ondernemingen met een middelmatig risicoprofiel, die niet uit een van de andere fondsen gefinancierd kunnen worden. Het Participatiefonds PPM Oost biedt op (korte) termijn onvoldoende ruimte voor nieuwe risicodragende financiering van bedrijven. Als gevolg van de economische situatie zijn inkomsten uit exits, die het fonds weer van liquide middelen zou kunnen voorzien, in onvoldoende mate te verwachten. Op verzoek van Oost N.V. / PPM Oost is het kapitaal met € 20 miljoen uitgebreid. Deze beoogt PPM Oost de mogelijkheden te geven te blijven co-financieren, ondanks een op dit moment relatief slecht exitklimaat. Als gevolg van de kapitaaluitbreiding van € 20 miljoen (Ministerie van Economische Zaken € 10 miljoen, provincie Gelderland € 4 miljoen en provincie Overijssel € 6 miljoen) is de huidige aandelenverhouding gewijzigd en is het belang van de provincie Overijssel in Oost N.V. toegenomen naar 13,51%. Het Ministerie van Economische Zaken blijft meerderheidsaandeelhouder. Een van de aandachtsgebieden betreft de PPM Oost, waarvan Oost N.V. voor 96,76% en Universiteit Twente voor 3,24% aandeelhouder zijn. Daarnaast heeft Regio Twente 1 aandeel in PPM Oost. Bij de fusie GOM / OOM heeft het Ministerie van Economische Zaken van de provincie geëist om voor voldoende middelen te zorgen als Universiteit Twente en Saxion Hogeschool zullen uittreden. Saxion Hogescholen heeft haar belang in PPM Oost N.V. verkocht. Oost N.V. heeft dit belang overgenomen. Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2012 besloten haar subsidie van € 2,5 miljoen aan Oost N.V. in drie jaar tijd af te bouwen. Met Oost N.V. zijn voor de periode 2013 - 2015 nieuwe meerjarige werkafspraken gemaakt, inclusief prestatie-indicatoren en meerjarige begroting.
Meer informatie
476
www.oostnv.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen Overijssel N.V. (HMO) (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving
De deelneming in HMO past binnen de kerntaak ‘Regionale Economie’. Herstructureren van zwaar verouderde bedrijventerreinen is niet gemakkelijk en zeker niet goedkoop. De maatschappij is vooral gericht op het vergroten van de private investeringen bij ‘moeizame’ herstructureringsprojecten op zwaar verouderde bedrijventerreinen. HMO kan actief op de vastgoedmarkt opereren voor het verwerven van te herstructureren panden en gronden. Daarnaast kan HMO als katalysator de gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van deze prioritaire projecten. HMO treedt hierbij op als initiator van het projectplan en participant in het proces. Achtergrond van de oprichting van de HMO is dat de provincie sinds 2006 kiest voor een samenhangende aanpak van de problematiek van verouderde bedrijventerreinen binnen het meerjarenprogramma Vitale Bedrijventerreinen 2009 - 2015. Het innovatieve kwaliteitsscoresysteem Bedrijventerreinen en de oprichting van een herstructureringsmaatschappij maken deel uit van een pakket van maatregelen dat ter beschikking staat om oude bedrijventerreinen te revitaliseren.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincie Overijssel.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: T.W. Rietkerk).
Financieel belang
De waarde van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt ultimo 2013 circa € 25,93 miljoen. Bij het besluit tot oprichting van HMO (PS/2008/270) is € 7,5 miljoen beschikbaar gesteld en bij de Perspectiefnota 2011 (PS/2010/521) is daar voor 2011 € 15 miljoen aan toegevoegd. In het investeringsvoorstel Leegstand Kantoren (PS/2013/335) hebben uw Staten in 2013 € 4,8 miljoen extra beschikbaar gesteld voor het aanpakken van de leegstand van katoren in Overijssel. Dit bedrag wordt gefaseerd uitgekeerd aan de HMO. In 2013 is hiervan € 3,4 miljoen uitgekeerd. Gelet op de aan de bedrijfsvoering verbonden risico’s van de HMO, wordt een voorziening aangehouden ter grootte van het verstrekte vermogen. De boekwaarde van HMO bedraagt daarmee ultimo 2013 nihil.
Bijzonderheden
Op 1 juli 2009 is door uw Staten het Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009-2015 (PS/2009/461) vastgesteld. In de uitvoering van dit programma is HMO een van de instrumenten. Verwacht wordt dat via HMO ongeveer 25% van de totale herstructureringsopgave van de ruim 1.200 hectare in Overijssel zal worden aangepakt. Zonder de HMO zou met € 22,5 miljoen aan subsidie maar circa negen hectare van de zware categorie (herprofilering) aangepakt worden. Door HMO is tot en met 2012 € 6,3 miljoen geïnvesteerd in her te structureren bedrijventerreinen. Met deze projecten en investeringen – deels van revolverend karakter – wordt de herstructurering van ruim negenentwintig hectare bestaand bedrijventerrein (“rotte plekken”) aangejaagd. Het vliegwieleffect zorgt daarbij aanvullend voor de herstructurering van nog eens 160 hectare. Het totaal aan investeringen van partners tegenover de inzet van HMO tot en met 2012 bedraagt € 41 miljoen. Op 29 mei 2013 hebben uw Staten besloten (PS/2013/335) dat de HMO € 4,8 miljoen in kan zetten met als doel dat de HMO in de vijf kantoren gemeenten van Overijssel (Almelo, Hengelo, Enschede, Deventer en Zwolle) – daar waar andere provinciale belangen in het gedrang komen door leegstaande kantoren – een eventuele partij kan zijn bij het oplossen van de leegstandproblematiek aldaar.
Meer informatie
www.hmoverijssel.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
477
Vitens N.V. (Utrecht) Inhoudelijke omschrijving
De deelname in Vitens N.V. past binnen de kerntaak Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel ‘Schoon, voldoende en gezond water voor mens, dier en plant.’ Wettelijk is vastgesteld dat de aandelen van de drinkwaterbedrijven in publieke handen blijven. Het belang van de provincie Overijssel als aandeelhouder in Vitens N.V. is historisch gegroeid. De provincie wil door middel van haar aandeelhouderschap haar verantwoordelijkheid voor een goede drinkwatervoorziening in Overijssel borgen. Daarnaast streeft de provincie er, via haar aandeelhouderschap, naar om de tariefsstijging voor de gebonden klanten maximaal gelijk te houden aan de inflatie.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
De aandelen van Vitens N.V. zijn in handen van 111 aandeelhouders waaronder de provincies Friesland, Gelderland, Overijssel (6,415%), Flevoland en Utrecht en het merendeel van de in deze provincies liggende gemeenten.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: I.A. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Commissie van Aandeelhouders. Deze adviescommissie is bij besluit van de AvA van 10 december 2007 ingesteld.
Financieel belang
De provincie Overijssel bezit 370.632 aandelen die een boekwaarde vertegenwoordigen van € 91.000. Ons procentuele belang in Vitens N.V. is 6,415%. Daarnaast is er sprake van een achtergestelde lening die per 1 juli 2021 volledig afgelost zal zijn (oorspronkelijk bedrag € 24,3 miljoen; oorspronkelijke looptijd vijftien jaar). Stand ultimo 2013: € 13,0 miljoen.
Bijzonderheden
De AvA heeft in juni 2013 ingestemd met B. Staal als lid van de Raad van Commissarissen. De heer Staal is sinds 1 januari 2014 voorzitter van de RvC. Vitens streeft er naar de komende jaren de solvabiliteit laten stijgen van 24% naar 30%. Daarmee kan zij makkelijker en goedkoper leningen afsluiten ter financiering van haar investeringsprogramma over de komende jaren. Vitens wil dit in acht tot tien jaar bereiken. Op basis van de prognose van december 2013 verwacht Vitens deze doelstelling in 2016 of 2017 te realiseren. In december 2013 hebben de aandeelhouders het tarief voor 2014 vastgesteld. De drinkwatertarieven zijn voor de gemiddelde klant gelijk gebleven ten opzichte van 2013.
Meer informatie
478
www.vitens.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Wadinko N.V. (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving
De deelneming in Wadinko N.V. past binnen de kerntaak Regionale Economie en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel Versterking kansrijke economische sectoren in Overijssel. De vennootschap heeft ten doel: • Het deelnemen in en het directievoeren over andere ondernemingen die bij voorkeur werkzaam zijn in de provincie Overijssel (waaronder bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van kunststoffen en milieutechnieken). • Het bevorderen van werkgelegenheid in die provincie, één en ander in de ruimste zin. Bij het nastreven van bovengenoemde doelstellingen zal Wadinko N.V. marktconform handelen.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincie Overijssel (25,12%) en de gemeenten Borne, Dalfsen, Deventer, Dinkelland, Hardenberg, Hellendoorn, Hof van Twente, Kampen, Losser, Meppel, Noordoostpolder, Olst–Wijhe, Ommen, Raalte, Rijssen–Holten, Staphorst, Steenwijkerland, Tubbergen, Twenterand, Urk, Westerveld, Wierden, Zwartewaterland en Zwolle.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: T.W. Rietkerk).
Financieel belang
De provincie Overijssel bezit 600 van de 2.389 aandelen die een boekwaarde van nihil vertegenwoordigen.
Bijzonderheden
Ultimo 2012 bedroeg de boekwaarde van de participatieportefeuille € 36,7 miljoen, werd voor € 11 miljoen nieuw geparticipeerd en € 1,2 miljoen aan leningen verstrekt, terwijl door wijziging van belangen en aflossingen circa € 9,4 miljoen werd ontvangen. Het boekjaar 2012 is afgesloten met een positief nettoresultaat na belastingen van € 6,3 miljoen ten opzichte van € 0,8 miljoen in 2011. In 2012 heeft Wadinko N.V. haar participaties of leningen aan participaties afgewaardeerd met in totaal € 4,9 miljoen. Bij de bedrijven waarin Wadinko N.V. participeert werken in totaal circa 1.890 mensen. Door de nieuwe participaties nam dit aantal in 2012 toe met 70 arbeidsplaatsen. De autonome werkgelegenheid steeg in 2012 licht. De AvA heeft besloten om in de jaren 2013 tot en met 2017 € 1,2 miljoen per jaar (€ 0,3 miljoen provincie Overijssel) aan dividend uit te keren. Geconstateerd wordt dat de orderportefeuilles van bedrijven, waarin Wadinko participeert, beter zijn gevuld. Hierdoor wordt een verder herstel van de resultaatontwikkeling verwacht. In 2011 heeft de AvA besloten tot continuering van Wadinko N.V. Hiertoe is besloten na een evaluatie naar de maatschappelijke relevantie van Wadinko N.V. In 2016 zal opnieuw een evaluatie op het gevoerde beleid plaatsvinden.
Meer informatie
www.wadinko.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
479
Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. / Beheer B.V. (Kampen) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming past binnen de kerntaak ‘Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer’ en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel ‘Stimuleren goederenvervoer over water, faciliteren van het vrachtverkeer over de weg en beheersen doorgaande goederenstroom per spoor’. Doel is het ontwikkelen van het industriehaventerrein ‘Zuiderzeehaven’ in Kampen tot een duurzaam bedrijventerrein met realisatie van hoogwaardige voorzieningen.
Juridische vorm
Commanditaire vennootschap, waarbij Zuiderzeehaven Beheer B.V. optreedt als beherend vennoot. Beide zijn privaatrechtelijke organisaties, waarbij de besloten vennootschap – in tegenstelling tot de C.V. – een rechtspersoonlijkheid is (Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
De besloten vennootschap is voor 50% in bezit van publiekrechtelijke organen (provincie Overijssel en de gemeenten Zwolle en Kampen) en voor 50% in bezit van drie marktpartijen; ieder (16²⁄³%). De commanditaire vennootschap is in bezit van dezelfde zes partijen, elk voor 16,46%, de beherend vennoot bezit 1,25%. Indirect bezitten de zes partijen via hun bezit van de B.V. 16²⁄³% in de C.V.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: G.J. Kok). Daarnaast is G.J. Kok ook de 1e vertegenwoordiger namens de provincie in de vergadering van Vennoten van de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V.
Financieel belang
De provincie Overijssel neemt voor € 3.000 deel in het aandelenkapitaal van Zuiderzeehaven Beheer B.V. Verder heeft de provincie Overijssel een bedrag van € 0,2 miljoen als kapitaal ingebracht in Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. Naast de kapitaalinbreng heeft de provincie Overijssel een bedrag van € 0,7 miljoen als achtergestelde, renteloze lening aan de C.V. verstrekt. Ten slotte heeft de provincie een subsidie (zogenoemde Tipp-subsidie) van totaal € 2,9 miljoen verstrekt aan de gemeente Kampen, die vervolgens de subsidie ten gunste heeft gebracht van de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. De eindwaarde van de grondexploitatie is per 1-1-2013 € 15,3 miljoen.
Bijzonderheden
Het industrieterrein van de Zuiderzeehaven beslaat een oppervlakte van ongeveer 50 hectare, waar bedrijven in milieucategorie één tot en met vijf zich kunnen vestigen. Het terrein kan kustvaarders tot 2.000 ton ontvangen, wat mogelijkheden geeft voor de aan- en afvoer via het water. Concreet zullen zich ongeveer 15 tot 20 bedrijven op het terrein van de haven vestigen. In 2012 zijn geen nieuwe kavels verkocht. Net als andere bedrijventerreinen heeft ook de Zuiderzeehaven te maken met terughoudende ondernemers vanwege de crisis. Tot en met 2012 hebben zich dertien bedrijven gevestigd op ZZH. De totale omvang van de verkochte kavels is 36,8 ha (33,6 ha aan water en 3,2 ha ‘droog’). Er is nog 14,6 hectare beschikbaar ( 4,5 hectare aan water en 10,1 hectare ‘droog’).
Meer informatie
480
www.zuiderzeehaven.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Openbaar lichaam RBT (Almelo) Inhoudelijke omschrijving
Het realiseren van een regionaal bedrijventerrein draagt bij aan de kerntaak ‘Regionale Economie’. De betrokken partijen willen een regionaal grootschalig en duurzaam bedrijventerrein realiseren. De provincie neemt deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein.
Juridische vorm
Publiekrechtelijke rechtspersoon (Openbaar Lichaam, Wet gemeenschappelijke regelingen).
Partijen
De provincie Overijssel, de gemeenten Almelo, Hengelo, Enschede (elk 23%) en de gemeente Borne (8%).
Bestuurlijke betrokkenheid
Dagelijks bestuur: I.A. Bakker (lid) Algemeen bestuur: I.A. Bakker (lid) en T.W. Rietkerk (lid)
Financieel belang
Bij het opmaken van de jaarrekening 2013, heeft het RBT de grondexploitatie geactualiseerd. De uitkomst hiervan is dat de netto contante waarde per 1 januari 2014 een verlies van € 15,0 miljoen bedraagt. Gelet op het aandeel van de provincie in het resultaat van 23%, dient de voorziening ‘resultaten gebiedsexploitaties’ voor het onderdeel RBT € 3,4 miljoen te bedragen. De voorziening bedroeg € 2,0 miljoen. Conform het BBV is € 1,4 miljoen gedoteerd aan de voorziening om deze op het vereiste niveau te brengen.
Bijzonderheden
Het Openbaar lichaam RBT voert de handelsnaam XL Businesspark Twente. Sinds eind 2008 is er ongeveer 38 hectare uitgeefbaar terrein beschikbaar. Hiervan is nu 13,5 ha uitgegeven (stand 31 december 2013). Per 31 december 2013 is circa 80% van de gronden binnen het projectgebied in eigendom van het RBT. Het RBT is in 2013 gestart met de aanleg van een laad- en loskade, die tevens geschikt wordt gemaakt voor containeroverslag. In 2013 is een huurovereenkomst gesloten met C.T.T., die zal investeren in containeroverslagfaciliteiten en de kade zal beheren (3 hectare inclusief openbare kade). De risico-aspecten binnen de exploitatie betreffen vooral het te realiseren uitgiftetempo van 6 hectare per jaar, dat wordt onderbouwd door marktonderzoek van Ecorys.
Meer informatie
www.rbtwente.nl / www.xlbusinesspark.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
481
Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel (Nazorgfonds) (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving
Deze verbonden partij past binnen de kerntaak Milieu en Energie. Op 1 april 1996 is de wet tot aanvulling van de Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. Deze wet bevat een regeling ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk gevolgen voor het milieu hebben (hierna Leemtewet genoemd). De Leemtewet (art. 8.49 en 8.50 Wm) legt de financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de provincie voor de altijd durende nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort. De provincie moet erop toezien dat bij gesloten stortplaatsen zodanige maatregelen worden getroffen dat de stortplaatsen geen of zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken.
Juridische vorm
Dit fonds is opgericht door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel (artikel 15.47, lid 1 Wm) en is een rechtspersoon (artikel 15.47, lid 3 Wm). De provincie is nu voornemens een rechtspersoon (stichting) in het leven te roepen en deze in te schrijven in de registers van de KvK.
Partijen
Provincie Overijssel, N.V. ROVA en Twence B.V.
Bestuurlijke betrokkenheid
Dagelijks bestuur: I.A. Bakker en G.J. Kok Algemeen bestuur: het voltallige college van Gedeputeerde Staten. Bestuurlijk Overleg nazorgfonds: I.A. Bakker en G.J. Kok, een vertegenwoordiger van N.V. ROVA en een vertegenwoordiger van Twence B.V. ROVA en Twence hebben in dit orgaan recht van inspraak, maar geen beslissingsbevoegdheid.
Financieel belang
Om aan de verantwoordelijkheid van de Leemtewet inhoud te kunnen geven, bevat de wet (art. 15.44 Wm) de bepaling dat uw Staten een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorg¬maatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval wordt gestort. Deze heffing wordt bij belastingverordening opgelegd aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. Uw Staten hebben op 30 maart 1999 deze belastingverordening vastgesteld. Op grond van artikel 15.44 (lid b) Wm is de provincie verplicht de opbrengsten van de heffing af te dragen aan het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel. Sinds enkele jaren is de bijbehorende tarieventabel buiten werking gesteld, omdat de omvang van het fonds en de verwachte rendementen momenteel voldoende zijn om de vereiste doelvermogens te realiseren.
Bijzonderheden
De Jaarrekening 2011 van het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen is de laatst vastgestelde jaarrekening; het eigen vermogen bedraagt ultimo 2011 € 10,6 miljoen. De vaststelling van de Jaarrekening 2012 zal binnenkort plaatsvinden. In 2011 is een bedrag van circa € 10 miljoen aan belegde ‘Nazorggelden’ vrijgevallen. Met de exploitanten is afgesproken dat de vrijgevallen gelden ‘gestald’ zullen worden op een spaarrekening tot het moment dat de rentetarieven gunstiger zijn. Medio 2013 is met de exploitanten afgesproken dat de vrijgevallen Nazorggelden belegd en beheerd zullen worden door Schretlen en Co uit Amsterdam. Gelet op de huidige rentetarieven is het hoogst onzeker of het afgesproken te behalen rendement van 5,06% gerealiseerd kan worden. Naar het zich laat aanzien zullen de stortvolumes in 2014 blijven afnemen. Dit zal tot gevolg hebben dat de stortlocaties langer open zullen blijven dan voorzien. Dit kan gevolgen hebben voor de opbouw van de vereiste doelvermogens.
Meer informatie
482
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Area Development Twente (ADT) (Enschede) Inhoudelijke omschrijving
Deze verbonden partij past binnen de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en draagt daarmee bij aan de in de Omgevingsvisie geformuleerde centrale ambitie: een vitale samenleving tot ontplooiing laten komen in een mooi en vitaal landschap. De gemeenschappelijke regeling heeft een tweeledige missie: • De economische structuur van Twente te versterken, in samenhang met Kennispark en Hart van Zuid in het kader van de Innovatiedriehoek. • De ontwikkeling van ecologie, waterhuishouding en landschap in een goede balans met duurzaamheid te brengen. Deze visie is uitgewerkt in een gebiedsontwikkeling die uw Staten en de Raad van de gemeente Enschede hebben vastgesteld.
Juridische vorm
Publiekrechtelijke rechtspersoon (Openbaar Lichaam, Wet gemeenschappelijke regelingen). De gemeenschappelijke regeling is op 23 november 2010 in werking getreden (Provinciaal blad nr. PS/2010/864).
Partijen
Provincie Overijssel en gemeente Enschede, ieder voor 50%.
Bestuurlijke betrokkenheid
Leden van het Algemeen Bestuur zijn: G.J. Kok, T.W. Rietkerk en E. Boerman. Plaatsvervangende leden zijn: I.A. Bakker, W.H. Maij, en de Commissaris van de Koning.
Financieel belang
In de voorziening resultaten gebiedsexploitaties is voor ADT een bedrag van € 2,8 miljoen gestort voor: • Het nadelige effect op de grondexploitatie ad € 1,8 miljoen. • Te verwachten verplichtingen ad € 1 miljoen. In het Jaarverslag 2011 van de provincie Overijssel is een aanvullende voorziening getroffen ad € 5,4 miljoen voor het afdekken van de nadelige effecten in de grondexploitatie ADT. In 2012 is hierop een aanvulling gestort van € 0,2 miljoen. Per 31 december 2012 resteert een saldo van € 6 miljoen dat voor een bedrag van € 5,6 miljoen is bestemd voor het afdekken van de nadelige effecten in de grondexploitatie ADT (opgelopen in verband met de instandhoudingsbijdrage 2012) en daarnaast resteert nog een bedrag van € 0,4 miljoen voor te verwachten verplichtingen.
Bijzonderheden
ADT heeft begin 2012 een ontwikkelingsplan vastgesteld dat door Raad en Staten is geaccordeerd. Inmiddels is voor de luchthaven en het luchthavengerelateerde bedrijventerrein een exploitant gevonden. Onderdeel van deze concessie is ook het terrein waarop de regionale brandweer een safety campus wil gaan ontwikkelen. Voor de ontwikkeling van de leisurefunctie in het noordelijke deel heeft de provincie aan de regio Twente een subsidie toegekend ten behoeve van de ontwikkeling van de definitiefase van een mogelijke exploitant (EOA). EOA heeft begin 2014 aan ADT laten weten niet op deze locatie te willen investeren. Dat houdt in dat er niet binnen afzienbare termijn een contract met een leisure-exploitant gesloten kan worden. De provincie heeft de toekomstige EHS-hectares van ADT gekocht en ADT gevraagd de inrichting hiervan ter hand te nemen en het ingericht aan de provincie over te dragen. ADT heeft de ontwikkeling en exploitatie van de woon- en werkparken opgepakt. De jaarlijkse actualisatie van de grex heeft plaatsgevonden en de afgesproken Voortgangsrapportages (inclusief jaarrekening) zijn aan uw Staten verstrekt. De Evaluatiecommissie die door uw Staten is ingesteld heeft de termijn waarop haar rapport gereed zou zijn verlengd (was 1 december 2013).
Meer informatie
www.adttwente.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
483
Container terminal Hengelo (CTH) (Enschede) Inhoudelijke omschrijving
Deze verbonden partij past binnen de kerntaak Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer alsmede de Omgevingsvisie. In het Hoofdlijnenakkoord Kracht van Overijssel wordt expliciet ingezet op stimulering goederenvervoer over water en verbetering van overslagpunten. Het provinciale doel is het creëren en in stand houden van een openbare voorziening voor het multimodaal transport van goederen om een verschuiving van wegvervoer naar vervoer over water te verwezenlijken.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (stichting en besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2). Container Terminal Hengelo bestond uit een stichting, een Vastgoed B.V. en een Exploitatie B.V. en is opgericht om multimodaal transport naar Twente te bevorderen. In december 1999 heeft de provincie de stichting opgericht. Deze stichting heeft vervolgens (via OOM Diensten B.V.) de CTH Vastgoed B.V. opgericht. De stichting is enig aandeelhouder van de Vastgoed B.V. De Vastgoed B.V. is een 25-jarige erfpachtovereenkomst aangegaan met grondeigenaren Akzo Nobel en gemeente Hengelo en heeft de grond vervolgens tot 2012 verhuurd aan de Exploitatie B.V.
Partijen
Provincie Overijssel.
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurders van de stichting worden benoemd en ontslagen door Gedeputeerde Staten (art. 3, lid 3 van de statuten). In het stichtingsbestuur hebben A.F.C.M. de Groen, G.G.E. Wolf en T. Bennink zitting. De stichting is enig aandeelhouder van de CTH Vastgoed BV en de RvC bestaat uit de drie leden van het stichtingsbestuur.
Financieel belang
De stichting heeft bij de oprichting van de Vastgoed B.V. 200 aandelen gekocht, elk nominaal € 100 (totaal € 20.000). De boekwaarde van het door de provincie aan de stichting verstrekte kapitaal is nihil. De deelneming is bij aanvang als subsidie aan de stichting verstrekt.
Bijzonderheden
In 2012 is de vastgoed B.V. verkocht aan de exploitant. Eind 2012 en begin 2013 was het de verwachting dat de provinciale deelneming in de stichting Container Terminal Hengelo (CTH) eind 2013 beëindigd zou worden. De voorgenomen verkoop van de Vastgoed BV was hiervoor de aanleiding. In 2013 kreeg de stichting echter het verzoek van de Staat der Nederlanden om, ten behoeve van de realisatie van de verruiming van de Twente kanalen en de laad en loswal bij het XL busseniss Park in Almelo, garant te staan. Dit kon zij doen door middel van het inzetten van de opbrengst van de verkoop van de Vastgoed BV. De stichting heeft vervolgens Gedeputeerde Staten om toestemming gevraagd garant te staan om ontwikkeling van de laad- en loskade in Almelo en de verruiming van de Twente kanalen na jaren onderzoek mogelijk te maken. Op 29 oktober 2013 is met deze garantstelling ingestemd aangezien de verruiming van de Twente kanalen en de laad en loswal bij het XL Business Park direct bijdraagt aan het provinciaal belang “het stimuleren van goederenvervoer over water” en een versterking van de inzet in het programma “Goederenvervoer over water” kon worden bewerkstelligd. De brief aan de Twentse logistiek ondernemers heeft u ter informatie ontvangen (PS/2013/904). De garantstelling loopt op 2016 af.
Meer informatie
484
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Enexis Holding N.V. (‘s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming past binnen de kerntaak Milieu en Energie en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel “Projecten mogelijk maken voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energie-infrastructuur.” Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,5 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De vennootschap heeft ten doel: • Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie. • Het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie. • Het doen uitvoeren van alle taken die als gevolg van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan de netbeheerder. Daarbij zet het bedrijf tevens actief in op duurzaamheid en innovatie door bijvoorbeeld de ontwikkeling van duurzame netten (o.a. pilots smart grids, initiatieven voor decentrale opwekking, eigen bedrijfsvoering). De deelneming draagt door haar activiteiten bij aan de invulling van de kerntaak Milieu en Energie.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2). Wettelijk is bepaald, dat alleen publieke lichamen aandeelhouder van een netwerkbedrijf kunnen zijn.
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: T.W. Rietkerk). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie. Het betreft een netwerkbedrijf waarmee gezien het collectieve karakter ervan aanzienlijke publieke belangen zijn gemoeid.
Financieel belang
De provincie Overijssel bezit 27.998.953 aandelen welke een boekwaarde vertegenwoordigen van € 0,7 miljoen. Daarnaast is er sprake van een achtergestelde, niet opeisbare lening van € 39,3 miljoen. Ten slotte heeft Enexis een lening opgenomen van € 1,8 miljard bij Vordering op Enexis B.V. die in tien jaar wordt afgelost. Deze B.V. heeft die gelden weer opgenomen bij de bij Enexis betrokken partijen. Zie verder de verbonden partij ‘Vordering op Enexis B.V.’.
Bijzonderheden
Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. De Raad van Bestuur heeft in 2013 aangegeven dat rekening moet worden gehouden met (forse) negatieve effecten op de financiële huishouding van de netwerkbedrijven. Dit naar aanleiding van een mededeling van de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) met betrekking tot de toegestane netwerktarieven 2014-2016. De daadwerkelijke effecten zullen in 2014 duidelijk worden. De bestaande doelen ten aanzien van duurzaamheid, netwerkprestaties en verantwoord maatschappelijk ondernemen staan nog recht overeind, terwijl de uitvoering over het geheel genomen op koers ligt. In 2013 is Enexis begonnen met de vierjaarlijkse herijking van de strategie. Bestuurlijk: Dhr. J. J. Fennema, voorzitter van de Raad van Bestuur is vertrokken naar de Gasunie. Dhr. M. Blacquière, financieel directeur, neemt waar tot een opvolger is gevonden.
Meer informatie
www.enexis.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
485
Attero Holding NV (Arnhem) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming past binnen de kerntaak Milieu en Energie en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel “Projecten mogelijk maken voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energie-infrastructuur.” De vennootschap heeft ten doel: • Het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van afvalverwijdering, -verwerking, recycling / verwerking. • Het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. Attero profileert zich nadrukkelijk als partij op het gebied van duurzaamheid, vooral als het gaat om investeringen in vergistingsinstallaties. Het bedrijf stelt zich in haar strategie op als ‘publieke dienstverlener’. Dit wil zeggen een bedrijf dat de activiteiten in een marktgerichte omgeving uitvoert maar gelijktijdig haar klanten voor een substantieel deel binnen de kring van gemeenten in het noorden en zuiden vindt. Kernwaarden die daarbij passen zijn maatschappelijk rendement, continuïteit en behoud van aandeelhouderswaarde.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (naamloze vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: G.J. Kok). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouders-commissie.
Financieel belang
Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt een boekwaarde van € 3.741.
Bijzonderheden
In 2009 is een aantal onderdelen van Essent N.V. niet verkocht aan RWE AG. Eén van die onderdelen was Essent Milieu, die naam is gewijzigd naar Attero. Bij het verkoopproces van Essent was het de bedoeling ook dit onderdeel te verkopen, aangezien afvalverwerking niet als een provinciale (kern)taak wordt gezien. Omdat de verkoop toen niet kon worden geëffectueerd, is destijds besloten Attero vooralsnog als zelfstandige deelneming aan te houden en met verkoop te wachten tot een later moment (PS/2009/234). Dit latere moment is gekomen op 7 december waar unaniem door de AHC is ingestemd met het onderhandelings akkoord en het voorlopige akkoord dat Attero en Waterland bereikt hebben. De voorgenomen transactie is voorgelegd en goedgekeurd door de Ondernemingsraad van Attero, VAR (onderdeel van Attero) en de Autoriteit Consument & Markt. Daarnaast zijn de vakbonden en de SER geïnformeerd. De Offer, Sale and Purchase Agreement (definitieve verkoopovereenkomst) is op 5 februari 2014 getekend. Het proces van accepteren van het bod kon gestart worden. Hiervoor moesten alle aandeelhouders individueel beslissen of zij hun aandelen wilden vervreemden aan Waterland. Gelet op het deelnemingenbeleid (PS/2008/279) hebben uw Staten eventuele wensen en bedenkingen kenbaar gemaakt. Met het voorgenomen besluit van Gedeputeerde Staten hebben uw Staten ingestemd om verkopende partij te worden bij, en als zodanig toe te treden tot, de SPA d.d. 5 februari 2014 waarbij de provincie haar aandelen in Attero Holding NV aanbiedt en verkoopt aan Waterland. Voorwaarde van de verkoop was dat ten minste 80% van de aandeelhouders hetzelfde zouden doen. Op 5 mei 2014 zal duidelijk worden of deze drempel is gehaald, op basis waarvan de aandelen definitief overgaan naar Waterland Private Equity Investments. Attero gaat nu stand alone verder.
Meer informatie
486
www.attero.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (PBE) (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming draagt niet bij aan een specifieke beleidsdoelstelling van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: I. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.
Financieel belang
Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt een boekwaarde van € 0,3 miljoen.
Bijzonderheden
De afronding van de vervreemding van de aandelen aan RWE heeft plaatsgevonden ten gevolge van de minnelijke schikking die tussen de betrokken partijen in 2011 is bereikt rond het bestaande geschil rond EPZ, de exploitant van onder meer de kerncentrale Borssele. Eind 2012 is tot de definitieve levering van de aandelen gekomen. Aangezien de vennootschap hiermee haar reguliere activiteiten kan beëindigen is besloten voor PBE te voorzien in een versimpelde governance structuur en kan PBE de zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant borging publiek belang kerncentrale Borssele uit 2009 die nopen tot voortbestaan van PBE in afgeslankte vorm. Hiermee is een termijn van acht jaar na verkoop gemoeid.
Meer informatie
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
487
Verkoop Vennootschap B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming draagt niet bij aan een specifiek beleidsdoel van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering. De vennootschap heeft tot doel: • Het overnemen van vrijwel alle garanties van de verkopende aandeelhouders aan RWE AG in de verkoopovereenkomst. • Het voeren van eventuele garantieclaimprocedures tegen RWE AG. • Het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de Escrow-agent die het beheer van het fonds verzorgt. De Vennootschap heeft louter tot doel de financiële afwikkeling van de transactie Essent-RWE adequaat af te handelen.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: I. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.
Financieel belang
De boekwaarde van de deelneming en onze vorderingen op haar is nihil. Ultimo 2012 hebben wij een vordering op deze deelneming van € 82,8 miljoen (ons aandeel in de resterende Escrow). Voor dit bedrag is een voorziening getroffen.
Bijzonderheden
Gezien de omvang van de bedragen die met de afwikkeling van de verkoop van Essent zijn gemoeid (bijvoorbeeld de daartoe ingestelde Escrow-rekening, die in totaal circa € 440 miljoen bedraagt), is het van belang dat de aandeelhouders hun belangen adequaat vertegenwoordigen. De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims onder de Escrow kunnen worden ingediend en afgewikkeld. Welk deel van de resterende € 440 miljoen in de toekomst eventueel zou kunnen vrijvallen is onzeker. Overigens kan nog worden gemeld, dat tijdens de Aandeelhoudersvergadering van de SPV’s, dat wil zeggen alle nog uit de verkoop van Essent voortvloeiende Vennootschappen, in april 2013 is besloten voor de twee betreffende bestuurders een vergelijkbare vergoeding voor de hen verrichtte werkzaamheden af te spreken.
Meer informatie
488
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
CBL Vennootschap B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming draagt niet bij aan een specifiek beleidsdoel van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering. De vennootschap heeft tot doel: • Het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders ter dekking van eventuele aansprakelijkheid bij het afkopen van de cross border leases (CBL’s). • Het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de Escrow-agent waar het fonds wordt aangehouden. Ook hier strekt het doel van de Vennootschap niet verder dan de transactie Essent-RWE zorgvuldig af te wikkelen.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: I. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.
Financieel belang
De boekwaarde van de deelneming is nihil. Eind juni 2011 zijn alle CBL-contracten vervroegd beëindigd. Het vermogen in het CBL Escrow-Fonds was initieel $ 250 miljoen. Na aftrek van het bedrag dat nodig was voor de voortijdige beëindiging van de CBL-contracten resteerde een bedrag van $ 20 miljoen. Besloten is dit bedrag aan te houden om eventuele advieskosten en andere afwikkelingskosten te kunnen opvangen. Na aftrek van de advieskosten en afwikkelingskosten zal een groot deel, in de verhouding van 50%-50% RWE en verkopende aandeelhouders worden uitbetaald en kan het fonds daarna geliquideerd worden.
Bijzonderheden
-
Meer informatie
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
489
Vordering Enexis B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming past binnen de kerntaak Milieu en Energie en draagt daarmee bij aan het beleidsdoel “Projecten mogelijk maken voor het opwekken van hernieuwbare energie, energiebesparing en energie-infrastructuur.” De vennootschap heeft ten doel het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders bij het beheer en de uitoefening van rechten en verplichtingen op grond van de vordering op Enexis Holding NV en de daaraan verbonden back-to-backleningen van de verkopende aandeelhouders. Omdat deze deelneming slechts fungeert als een administratief doorgeefluik tussen Enexis en haar aandeelhouders is deze deelneming onder dezelfde kerntaak en beleidsdoel als Enexis gebracht.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: I. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.
Financieel belang
Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt een boekwaarde van € 19.000. Ultimo 2013 hebben wij een vordering op deze deelneming van € 159 miljoen. In januari 2012 heeft eerste aflossing plaatsgevonden van € 84,2 miljoen en een tweede eind 2013 van € 93,5 miljoen. De resterende twee aflossingen worden tot 2019 voorzien. Een bedrag van € 65,5 miljoen is onder voorwaarden converteerbaar in aandelen Enexis Holding N.V.
Bijzonderheden
Voor een eenvoudigere coördinatie en beheersbaarheid van de belangen van 126 aandeelhouders is ervoor gekozen deze vennootschap tijdelijk op te zetten. De looptijd van de vennootschap is afhankelijk van het tempo van aflossing en/of herfinanciering van de vier tranches van de lening die in totaal € 1,8 miljard bedraagt.
Meer informatie
490
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Claim Staat Vennootschap B.V. (’s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
Deze deelneming draagt niet bij aan een specifiek beleidsdoel van een kerntaak in de begroting. De baten en lasten worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen en financiering. De vennootschap heeft tot doel het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders bij het beheer en de uitoefening van rechten en verplichtingen op grond van een eventuele vergoeding (als gevolg van de procedure tegen de Staat der Nederlanden) van de schade aan de verkopende aandeelhouders als gevolg van de splitsingswetgeving tussen het commerciële bedrijf en het netwerkbedrijf.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (besloten vennootschap, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (1e gemachtigde voor de provincie in AvA: I. Bakker). Verder heeft de provincie Overijssel een vaste zetel in de Aandeelhouderscommissie.
Financieel belang
Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt een boekwaarde van € 19.000.
Bijzonderheden
Voor een eenvoudigere coördinatie en beheersbaarheid van de belangen van 126 aandeelhouders is ervoor gekozen deze vennootschap tijdelijk op te zetten. De looptijd van de vennootschap is afhankelijk van het verloop van de procedure tegen de Staat der Nederlanden. Het Gerechtshof Den Haag heeft Delta, Eneco en Essent al in 2010 in het gelijk gesteld en het zogenaamde groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten onverbindend verklaard. De Staat is tegen de arresten van het Gerechtshof vervolgens in cassatie gegaan. De Hoge Raad heeft inmiddels besloten dat alvorens tot een vonnis te komen een uitleg van het Europese Recht aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te vragen. De Advocaat Generaal van het Europese Hof van Justitie heeft begin 2013 geoordeeld, dat de zogenaamde Splitsingswet niet in strijd is met het Europese Recht. Het is nog niet helemaal zeker wat de Hoge Raad met dit advies c.q. oordeel in haar eigen bevindingen gaat doen. Deze uitspraak zal waarschijnlijk zeker tot medio 2014 op zich laten wachten. Mocht in cassatie de WON alsnog onverbindend worden verklaard, dan zal Claim Staat Vennootschap besluiten of een schadeprocedure tegen de Staat gestart kan worden. De garantiebedragen en aansprakelijkheidsbedragen vanuit de verkoop van Attero worden gereserveerd op een geblokkeerde rekening (Escrow). Deze Escrow ter grootte € 13,5 miljoen in het eerste jaar (wordt daarna verlaagd met € 9,5 miljoen voor nog eens vier jaar) zal worden ondergebracht bij Claim Staat Vennootschap. Hiervoor zullen de statuten moeten worden aangepast om ook deze acitiviteit hieronder te brengen.
Meer informatie
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
491
Stichting Essent Sustainability Development (Stichting Duurzaamheid) (‘s Hertogenbosch) Inhoudelijke omschrijving
De deelneming in de stichting Duurzaamheid past binnen de provinciale kerntaak Milieu en Energie. De stichting heeft tot doel toezicht te houden op de voortgang in de uitvoering van het Ontwikkelingsplan, zoals vastgelegd in Appendix 3 van de Duurzaamheidsovereenkomst, die in 2009 als clausule is opgenomen in de Verkoopovereenkomst met RWE AG over de verkoop van Essent.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (stichting, Burgerlijk wetboek, boek 2).
Partijen
Voormalige aandeelhouders Essent (provincies Groningen (6,0%), Drenthe (2,3%), Overijssel (18,7%), Flevoland, Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%) en 121 gemeenten in deze provincies en de provincie Friesland.
Bestuurlijke betrokkenheid
Th. Rietkerk (lid Council) I.A. Bakker (lid Board)
Financieel belang
N.v.t.
Bijzonderheden
De duurzaamheidsovereenkomst waar de stichting op toeziet, eindigde per 31 december 2013. Na beoordeling van het eindrapport door de Board en vervolgens de Verkopersraad (oud-aandeelhouders Essent) zal de Stichting worden opgeheven. Over de eindrapportage zullen uw Staten separaat worden geïnformeerd.
Meer informatie
492
-
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Energiefonds Overijssel (Zwolle) Inhoudelijke omschrijving
De deelneming in het Energiefonds BV past binnen de provinciale kerntaak Milieu en Energie. Deze deelneming draagt bij aan het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie in Overijssel tot 20% in 2020. Uw Staten hebben in 2011 tot instelling van het fonds besloten. Door middel van het fonds kunnen via daartoe in het leven geroepen rechtspersonen c.q. B.V.’s participaties plaatsvinden en leningen en garanties worden verleend ten behoeve van investeringsprojecten op het gebied van hernieuwbare energie en energiebesparing (Beleidsdoel 2.1. uit de Begroting 2013).
Juridische vorm
Het Energiefonds Overijssel is gesplitst in twee B.V.’s. Energiefonds Overijssel I B.V. voor het deelnemen in participaties en het beheren van Energiefonds II B.V. Energiefonds II B.V. is voor het verstrekken van geldleningen en garanties. Beide zijn privaatrechtelijke organisaties (besloten vennootschappen, Burgerlijk wetboek, boek 2) met een Raad van Commissarissen, een Fondsbeheerder en een Adviescommissie.
Partijen
Provincie Overijssel (100%).
Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht in de Algemene Vergadering (1e gemachtigde voor de provincie in AV: Th. Rietkerk).
Financieel belang
Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt ultimo 2012 een boekwaarde van € 100. Het eerste (verlengde) boekjaar eindigde op 31 december 2013. In 2012 en 2013 zijn er nog geen verdere kapitaalstortingen verricht in de B.V. Wel is op verschillende momenten en binnen de afgesloten financieringsovereenkomst geld uitgeleend aan Energiefonds Overijssel om de leningen te financieren. Alle investeringen vanuit het fonds worden terugbetaald of terugverdiend. Het fonds beoogt een (netto) financieel rendement van 2% te realiseren.
Bijzonderheden
Door middel van het fonds ter grootte van € 250 miljoen investeert Overijssel: • € 100 miljoen in energiebesparende maatregelen en nieuwe energieprojecten in de (sociale) woningbouw. • € 125 miljoen in projecten en ondernemingen en organisaties die nieuwe energie opwerken of energie besparen. • € 25 miljoen in hoogwaardige technologische innovatie op het gebied van opwekking van nieuwe energie en besparing van energie. Energiefonds Overijssel verstrekt geen subsidies in de traditionele zin van het woord, maar neemt actief deel aan een project en onderneming door middel van een lening of garantie, of neemt deel in de vorm van een participatie. Het fonds stimuleert investeringen in nieuwe energiebronnen, zoals biomassa, zon en aardwarmte. Energiefonds Overijssel wordt beheerd door ASN Bank en werkt daarbij nauw samen met Royal HaskoningDHV en Start Green Venture Capital. Er wordt met het fonds een maatschappelijk rendement voorzien van: Jaarlijks 4.500 tot 14.000 terajoule nieuwe energie uit duurzame energiebronnen en energiebesparing; energiemaatregelen bij 6.500 huurwoningen, 1000 mensjaren werk en 150 tot 300 structurele arbeidsplaatsen. De Fondsbeheerder zal jaarlijks minimaal twee keer rapporteren over het maatschappelijk en financieel rendement. Ultimo 2013 is voor € 73,5 miljoen gecommitteerd (waarvan € 66 miljoen reeds uitbetaald). Het hieraan gekoppeld maatschappelijk rendement is 900 Tj per jaar, 977 tijdelijke en 28 structurele fte. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar het jaarverslag van Energiefonds Overijssel dat is bijgevoegd.
Meer informatie
www.energiefondsoverijssel.nl
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
493
Stichting Groen Gas Nederland (Leeuwarden) Inhoudelijke omschrijving
De deelneming in de stichting Groen Gas Nederland past binnen de provinciale kerntaak Milieu en Energie. De stichting heeft tot doel de expertise van marktpartijen, kennispartijen en overheidspartijen op het gebied van groen gas te bundelen en te ontsluiten.
Juridische vorm
Privaatrechtelijke organisatie (stichting, Burgerlijk wetboek, boek 2)
Partijen
Provincie Friesland (gezamenlijk met gemeente Leeuwarden), Netbeheer Nederland, Gasunie, Gasterra , Eneco, Essent, LTO Noord, provincie Overijssel, provincie Gelderland.
Bestuurlijke betrokkenheid
T.W. Rietkerk (bestuurslid).
Financieel belang
Bijdrage € 100.000 + extra bijdrage € 25.000 voor verlenging looptijd.
Bijzonderheden
Looptijd van de stichting is verlengd tot eind 2014. Extra bijdrage toegekend van € 25.000 (€ 25.000 aan overheden en € 50.000 aan overige partners gevraagd, Ministerie Economische Zaken draagt € 100.000 bij).
Meer informatie
Statenvoorstel PS/2012/221, mei 2012 (deelname) Statenbrief PS/2013/685 (verlenging looptijd +extra bijdrage) http://groengas.nl
494
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
3.7 Grondbeleid 3.7.1 Visie op het grondbeleid In de nota instrumenten grondbeleid zijn de kaders van het grondbeleid beschreven. Grondbeleid staat ten dienste van programma’s en projecten ter realisatie van de provinciale doelen. De belangrijkste punten uit de nota instrumenten grondbeleid zijn: • Het streven is om niet meer grond en opstal in eigendom te hebben dan voor bereik van provinciale doelen noodzakelijk is. • Er wordt uniform grondbeleid gevoerd voor alle beleidsvelden. • Instellen van een Algemene Reserve Grond (ARG). De belangrijkste punten die relatie hebben met het toepassen van de Algemene Reserve Grond zijn: • Verantwoording positie grondbezit conform BBV. • Toepassing voorziening grondbezit. • Jaarlijkse bepaling stand ARG en eventuele aanvulling bij jaarrekening door middel van voorstel resultaatbestemming. • Onderscheid in bruto en netto verwervingskosten. • Jaarlijkse instandhoudingsbijdrage voorziening resultaten grondexploitaties bij jaarrekening door middel van voorstel resultaatbestemming. De provincie kan actief, facilitair of passief grondbeleid voeren. Bij actief grondbeleid koopt de provincie zelf grond aan en is actief betrokken bij de ontwikkeling van de grond. Bij actief grondbeleid loopt de overheid het risico dat de eventuele verkoopopbrengst (bij verkoop van ruilgrond of bij verkoop na afstel van het project) lager is dan de aanschafkosten. Bij passief grondbeleid is de provincie uitsluitend publiekrechtelijk als bevoegd gezag bij de gebiedsontwikkeling betrokken. In dit geval wordt het gehele proces van verwerving tot en met uitgifte door gemeenten of marktpartijen uitgevoerd. De provincie loopt dan geen risico. Een mengvorm van actief en passief grondbeleid is dat de provincie samen met andere publieke of private partijen participeert in een gebiedsontwikkeling. In dat geval is er sprake van facilitair grondbeleid. De keuze voor de in te zetten instrumenten en het moment waarop deze ingezet worden hangt mede af van de rol die de provincie wil spelen in een ontwikkeling of programma. In 2013 is besloten om actief het onteigeningsinstrument in te zetten voor de N340 en IJsseldelta-Zuid. Voor het eerst sinds lange tijd wordt dit instrument weer ingezet. Voor de N340 wordt onteigend op basis van artikel IV uit de onteigeningswet. Voor IJsseldelta-Zuid op basis van artikel II en IIa.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
495
3.7.2 Wijze waarop de provincie het grondbeleid uitvoert In 2013 zijn de volgende grondbeleidsinstrumenten ingezet ten behoeve van verschillende projecten en programma’s:
( x € 1 miljoen)
Ruimte voor de Vecht
Passieve verwerving
Actieve verwerving
In 2013 zijn gesprek-
In 2013 is gestart
ken gevoerd met een
met actieve verwer-
aantal grondeigenaren
ving op basis van
op hun eigen initiatief.
vrijwilligheid.
N340
Onteigening
Vervreemding
Kavelruil
In 2013 heeft iedere grondei-
Met de gemeente
In 2013 zijn ruilgron-
genaar een tweede schriftelijke
Kampen zijn de over-
den ingebracht in een
bieding ontvangen op basis van
eenkomsten voor de
ruilverkaveling waar-
volledige schadeloosstelling
grondoverdracht van
voor gronden onder
conform de onteigeningswet. In
de gemeente naar
het tracé voor terug
2013 is het concept onteige-
de provincie en vice
zijn gekomen.
ningsplan ter toetsing aan RWS
versa getekend.
In 2013 hebben alle eigenaren tweemaal een schriftelijke bieding gekregen op basis van volledige schadeloosstelling conform de onteigeningswet. In november hebben uw Staten besloten het verzoekbesluit in te dienen bij RWS corporate dienst.
IJsseldelta-Zuid
corporate dienst verstuurd, hierover is in 2013 een eerste sessie geweest ter voorbereiding op de verkrijging van het Koninklijk Besluit. Project afstoten gronden
Om het grondbezit
fase 2
van de provincie zo minimaal mogelijk te houden, zijn in 2013 diverse percelen verkocht.
N34
In 2013 zijn ruilgronden ingebracht in een ruilverkaveling waarvoor grotendeels gronden onder het tracé voor terug zijn gekomen.
496
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
3.7.3 Actuele prognose van de te verwachte resultaten van de totale grond exploitatie De grondexploitaties van de verschillende deelnemingen worden verantwoord in de paragraaf deelnemingen (3.6). Totaal grondbezit Ten behoeve van de volgende projecten zijn gronden in bezit.
Totaal grondbezit ADT (gronden voor realisatie EHS)
N350
IJsseldelta-Zuid
N377
N372
N733
Herinrichting Flevoland
Rondweg Weerselo
N348
Rondweg Wesepe
N34
VOC Hasselt
N331
Verbreding N35-N348
N340
In deze paragraaf worden de gronden verantwoord die in eigendom zijn van de provincie Overijssel. Het betreft hier gronden die op naam staan van de provincie Overijssel en de gronden die op naam staan van Beheer en Bureau Landbouwgronden (BBL) in het plangebied van IJsseldelta-Zuid. De gronden die aangekocht zijn ten behoeve van natuur en op naam staan van BBL (ILG oud en ILG nieuw gronden) zijn buiten deze verantwoording gehouden. Deze gronden worden elders in deze jaarrekening verantwoord. In 2013 is het eigendomsregistratiesysteem in gebruik genomen waarin het provinciaal grond bezit geadministreerd is. Ultimo 2013 heeft de provincie de volgende gronden in haar bezit: • Circa 484 ha grond ten behoeve van de verschillende projecten. Deze gronden liggen ‘binnen het tracé’. Dat wil zeggen dat deze gronden ingezet worden voor de realisatie van het project. • Circa 240 ha ruilgrond voor de IJsseldelta-Zuid, de N340 en de N34. • Circa 250 ha gronden die niet meer in ontwikkeling komen (verspreid liggende gronden). Gronden op de balans (geactiveerde gronden) De 240 ha ruilgronden zijn geadministreerd op de balans en hebben een boekwaarde van in totaal € 24.666.000. De gronden die aangekocht zijn van ADT voor de realisatie van de EHS hebben een boekwaarde van € 1 per m2, in totaal betreft dit dus een boekwaarde van € 1.371.000. In totaal is de boekwaarde van de geactiveerde gronden € 26.037.000. De taxatiewaarde van deze percelen is gelijk aan de boekwaarde. De verklaring hiervan is dat de provincie geen gronden aankoopt voor een bedrag hoger dan de taxatiewaarde. Indien een schadeloosstelling betaald wordt, wordt deze direct afgeboekt ten laste van het programma- of projectbudget. Omdat de boekwaarde gelijk is aan de taxatiewaarde hoeft er geen voorziening ingesteld te worden ten behoeve van het provinciaal grondbezit.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
497
Verspreid liggende gronden (niet geactiveerd op de balans) Het totale oppervlak van de gronden die niet hun bestemming bereikt hebben en geen boekwaarde hebben, is 250 ha, dit is ongeveer 55 ha minder dan vorig jaar, omdat er in 2013 actief is ingezet op verkoop van deze gronden (project afstoten gronden fase 2). De boekwaarde van deze gronden is nihil, vandaar dat ze niet geactiveerd zijn op de balans. Ook zijn dit gronden die in het verleden zijn aangekocht en toen ook direct zijn afgeboekt. Voor deze gronden hoeft geen voorziening getroffen te worden omdat de boekwaarde nihil is. Algemene Reserve Grond In de nota instrumenten grondbeleid is de invoering van de Algemene Reserve Grond (ARG) opgenomen. Met het vaststellen van de Perspectiefnota 2012 hebben uw Staten een besluit genomen over de invoering van deze reserve. In het Jaarverslag 2012 is de ARG voor het eerst gevuld. Het doel van de ARG is het afdekken van risico’s die gepaard gaan met provinciaal grondbezit van gronden die hun einddoel nog niet bereikt hebben. Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico’s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. De ARG maakt het mogelijk om eenduidig risico’s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit. Omdat het risico over het grondbezit niet meer gedragen hoeft te worden door de programma’s en projecten kan een deel van de middelen die binnen deze programma’s en projecten aanwezig zijn ten behoeve van deze risico’s worden ingezet om de ARG te voeden. Spelregels ARG In de nota instrumenten grondbeleid is de ARG verder uitgewerkt. Samenvattend zijn de volgende spelregels van toepassing op de ARG (naast de algemene spelregels die gelden voor reserves): 1. Uw Staten stellen jaarlijks bij het Jaarverslag de hoogte van de ARG vast. 2. Deze wordt opgebouwd uit 10% van de boekwaarde van alle gronden binnen het provinciaal grondbezit plus 10% van de geraamde kosten voor tijdelijk beheer (deze kosten worden geraamd in de verwervingsplannen). 3. Storting vindt plaats door middel van resultaatbestemming. 4. Als blijkt dat de ARG een hoger bedrag bevat dan de norm, dan wordt de ARG afgeroomd tot de norm ten gunste van de ADR. 5. Indien dit het geval is besluiten uw Staten hierover bij het Jaarverslag. 6. Onttrekkingen aan de reserve vinden plaats door middel van resultaatbestemming. De bijdrage aan de ARG als gevolg van grondaankopen en tijdelijk beheer is per ultimo 2013 als volgt opgebouwd:
( x € 1 miljoen) Boekwaarde van gron-
Bijdrage ARG op basis
Bijdrage ARG op basis
den aangekocht in 2013
van boekwaarde 2013
van tijdelijk beheer 2013
N34
€
0
€0
€
N340
€ 1.047.000
€ 105.000
€0
€ 105.000
IJsseldelta-Zuid
€ 1.780.000
€ 178.000
€0
€ 178.000
498
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
0
€
Bijdrage ARG 2013
0
Hoofdstuk 3 Paragrafen
Voor IJsseldelta-Zuid zijn een aantal gronden verkocht. Gesaldeerd (aan- en verkopen) leveren deze verkopen een verlies op van € 125.000. Dit bedrag wordt onttrokken uit de ARG, omdat een lagere grondwaarde als risico is benoemd. Voor tijdelijk beheer zijn geen kosten opgenomen, omdat dit kostendekkend wordt uitgevoerd. Met behulp van bovenstaande tabel kan de hoogte van de ARG ultimo 2013 vastgesteld worden:
Opgave Grondzaken ARG per 31-12-2013 Grondbezit Hoogte van de ARG per 31-12-2012
Tijdelijk beheer
Totaal
€ 1.043.000
€ 1.043.000
€
€
N340 aankoop gronden in 2013
105.000
105.000
IJsseldelta: aankoop gronden in 2013
€
178.000
€
178.000
verkoop lager dan taxatiewaarde (IJsselmuiden K185 / K1061)
€
-123.000
€
-123.000
verkoop lager dan taxatiewaarde (IJsselmuiden F95)
€
-28.000
€
-28.000
verkoop hoger dan taxatiewaarde (IJsselmuiden F699)
€
26.000
€
26.000
Subtotaal IJsseldelta
€
53.000
€
53.000
Totale hoogte ARG per 31-12-2013
€ 1.201.000
€ 1.201.000
In de nota instrumenten grondbeleid is de norm opgenomen voor de ARG. Deze wordt opgebouwd uit 10% van de boekwaarde van alle gronden binnen het provinciaal grondbezit plus 10% van de geraamde kosten voor tijdelijk beheer. Op basis van deze norm is de gewenste hoogte van de ARG bepaald. Indien de werkelijke hoogte hoger is, wordt deze afgeroomd ten goede van de ADR. Omdat voor de gronden die aangekocht zijn voor de camping en de gronden die aangekocht zijn ten behoeve van de ruiling met Kampen geen risico is gemoeid, wordt over deze gronden geen percentage gerekend voor de ARG. Voor de gronden die aan de gemeente worden verkocht, zijn de overeenkomsten getekend en is de akte begin januari gepasseerd (collegebesluit 2013/0411396). Voor de camping Roggebot is een collegebesluit genomen (2012/0231662) en uw Staten zijn geïnformeerd (21 oktober 2012). Vervolgens zijn de gronden onder de camping aangekocht. Op dat moment was duidelijk dat deze aankoop risicoloos is. Deze situatie is ongewijzigd, bovendien is een marktpartij geïnteresseerd om deze gronden tegen minimaal de aankoopwaarde over te nemen.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
499
Benodigde ARG op basis van norm (10% van 26.037.000)
€ 2.604.000
Af: risico camping
€
325.000
Af: doorleveren aan Kampen
€
127.000
Werkelijk benodigde ARG
€ 2.152.000
De gewenste hoogte van de ARG is € 2.152.000, de daadwerkelijke hoogte van de ARG is € 1.201.000. Omdat de gewenste hoogte hoger is dan de daadwerkelijke hoogte dient het verschil aangevuld te worden. Het betreft een bedrag van € 951.000 en is in deze Jaarrekening verwerkt. Risico’s De ARG is een risicoreserve om het risico van het provinciaal grondbezit af te dekken. In de beleidsregels is de norm van 10% risico opgenomen. In de risicoparagraaf zijn de risico’s gekwantificeerd als extra controle of de norm voldoende is om de risico’s van grondbezit af te dekken. Voorbeelden van risico’s zijn dalende grondprijzen, rentestijging en planvertraging. De risicoparagraaf in de MIG levert informatie over de benodigde omvang van de ARG in relatie tot de omvang en risico’s van de tot dan toe opgebouwde grondportefeuille. De ARG dekt de risico’s van de grondportefeuille af. De hoogte van de ARG dient voldoende te zijn om de risico’s van het provinciaal grondbezit af te dekken. Er zijn is aantal risico’s te kwantificeren:
Beschrijving risico Waardedaling grondprijs met 5%
Door marktomstandigheden is het mogelijk dat de grondwaarde daalt. Uitgangspunt is een daling van 5%.
Gronden en vastgoed langer in eigendom
Door vertraging in planvorming of vertraging in de uitvoering, is het mogelijk dat de gronden en opstallen later in een project ingezet kunnen worden. Uitgangspunt is een vertraging van vijf jaar voor 20 opstallen. Dit uitgangspunt is gebaseerd op kosten voor tijdelijke beheer van € 2.000 per woning per jaar.
Vraag van de markt naar verworven opstallen
Door de huidige woningmarkt, is de vraag naar woningen beperkt, waardoor de prijs onder druk komt te staan.
is beperkt
Hierdoor blijven of de opstallen langer in bezit of worden de opstallen voor een lagere waarde vervreemd. Uitgangspunt is een waardedaling van € 100.000 voor 20 opstallen. De provincie verwerft de komende jaren een tiental opstallen waarvan een deel weer vervreemd zal worden. Door de dalende prijzen op de woningmarkt is uitgegaan van een prijsdaling van € 100.000 per woning.
Risico bodem verontreiniging onder opstallen
Omdat onder opstallen geen bodemonderzoek gedaan kan worden, bestaat het risico dat onder de opstallen de bodem verontreinigd is, wat na sloop bekend wordt. Uitgangspunt is € 30.000 kosten voor vijf opstallen. De provincie zal de komende jaren een tiental opstallen in bezit hebben, hiervan zal een klein deel enige mate van vervuiling in de bodem hebben. Indien de bodem gesaneerd moet worden, zal € 30.000 de maximale kosten bedragen.
500
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 Paragrafen
( x € 1 miljoen) Risico’s
Kans
Gevolg
Totaal risico
Waardedaling grondprijs met 5%
€
1.233.000
Klein
25%
Middel
50%
€
Vastgoed langer in eigendom
€
200.000
Middel
50%
Klein
25%
€
25.000
Vraag naar opstallen beperkt
€
2.000.000
Middel
75%
Middel
50%
€
750.000
Risico bodemvervuiling onder opstal
€
150.000
Klein
25%
Groot
75%
€
28.125
€
957.250
Totaal
154.125
De hoogte van de ARG is met € 2.152.000 voldoende om de risico’s van € 957.250 af te dekken.
Provincie Overijssel Jaarverslag 2013
501