3. Psychodiagnostiek bij enuresis en blaasfunctiestoornissen Dr.Eline Van Hoecke Lic. Elke De Bruyne Medische Psychologie Kinderen en Jongeren UZ Gent Les Jeugdgezondheidszorg 30 maart 2012
Pediatrisch Urologisch en Nefrologisch Centrum = PUNC-team = multidisciplinair team (artsen, psychologen, kinesisten en VPK) ter behandeling van enuresis en incontinentie
Psychologisch?
Fysisch?
- echtscheiding ?
- klein BV ?
- nerveus ?
- disfunctioneel ?
- laag zelfbeeld ?
- urineproductie
- ……
- ……
- echtscheiding
- klein BV
- nerveus
- disfunctioneel
- laag zelfbeeld
- urineproductie
- ……
- ……
Psychosociale gevolgen
Geen kampen of overnachtingen
Psychosociale gevolgen
Schaamtegevoelens
Psychosociale gevolgen
Straffende houding
Nefrologie 0K5
Psychologie 1K5
VPK 4K6
Urologie 0P6
Ieder kind is uniek
Urogym –1P6
De toren van Babel: Verwarring in terminologie ICCS
Terminologie Medische classificatie
Psychiatrische classificatie
ICCS
DSM-IV-TR / ICD-10
Enuresis nocturna
Enuresis diurna
Fenomenologische aspecten leeftijd, frequentie, duur,…
Mono-symptomatische enuresis Non-monosymptomatische enuresis met urninaire incontinentie
Pathofysiologische aspecten aan- of afwezigheid van blaasfunctiestoornis
International Children’s Continence Society (ICCS)-terminologie Definitie ‘monosymptomatische’ enuresis : “een onwilleurige volledige blaaslediging op een onaangepaste of sociaal onaanvaardbare tijd of plaats, op een leefijd waarop blaascontrole verwacht wordt” Definitie ‘urinaire incontinentie’:
“ lekkage van urine (> 1 ml) tenminste 1 keer per week bij een kind ouder dan 5 jaar tijdens de dag of gecombineerd overdag en ‘s nachts”
Terminologie Psychiatrische classificatie DSM-IV-TR / ICD10
enuresis diurna
volledige blaaslediging
Medische classificatie ICCS
urinaire incontinentie
lekkage van urine (> 1 ml)
Intakeproces Screening Kindernefrologie (1K5) + kinderurologie Kindergastro-enterologie 1ste + 2de consultatie: Medische screening ev. blaasfunctie-onderzoek Psychologische screening Diagnosestelling (medisch + psychologisch) Behandeling (medisch + psychologisch)
Diagnosestelling Medisch + psychologisch Type 1: teveel urineproductie ‘s nachts Type 2: blaasfunctiestoornis • klein blaasvolume • zenuwachtige blaas = contracties • dysfunctioneel plassen Type 3: majeure psychologische problemen Type 4: cognitieve type
Rol van de kinderpsycholoog
Doorverwijzing kinderpsychologie… Motivatieprobleem Drinken Medicatie innemen Schema’s invullen (bv. plasen drinkpatroon) Inname vezelrijke voeding ….
Signalen van motivatieprobleem Huiswerkopdrachten niet ingevuld “Vergeten” van medicatie “Vergeten” van drinken Ongeïnteresseerde indruk Niet naar de dokter/kine/therapie willen komen Wegstoppen van natte / vuile broekjes
Doorverwijzing kinderpsychologie… Aanleren adequaat gedrag Regelmatig toiletbezoek Angst voor toilet Afbouwen luier …
Doorverwijzing kinderpsychologie… Voorbereiding opname/onderzoeken/operatie Blaasfunctie-onderzoek Anale manometrie Echo …
Doorverwijzing kinderpsychologie… Plasschool Kennismaking Motiverende rol Screening van psychische problemen
Doorverwijzing kinderpsychologie… Andere problemen
‘Jelle voelt zich niet goed in zijn vel’ ‘Lise klaagt van angst in het donker’ ‘Marie klaagt over buikpijn en we kunnen niets vinden’ ‘Manu wordt de laatste tijd gepest op school’
Doorverwijzing kinderpsychologie… Andere problemen ‘Wout heeft mijn consultatie bijna afgebroken’ ‘Floor krijgt opmerkingen op school dat ze zich niet kan concentreren’ ‘Tom heeft soms woede-uitbarstingen’
Psychologische screening
Aanmelding Multidisciplinair team ‘Praatdokter’ of ‘speeldokter’ Geen psychologische oorzaak Emotionele en sociale gevolgen
Uitleg van de procedure 3 afspraken Kennismaking, ziektegeschiedenis, ontwikkelingsanamnese, andere problemen, belangrijke gebeurtenissen Met de ouders: dieper ingaan op vorige Met kind: kennismaking Werkvoorstel
Uitleg van de procedure Cognitieve gedragstherapeutische invalshoek Speltherapeutische invalshoek
Een goede relatie opbouwen Heldere uitleg Empathische, respectvolle attitude Onbevooroordeeld Beleving van het probleem Leefwereld van het kind
Probleeminventarisatie
“WIE komt met WAT net NU naar HIER?” Exploratie van het plasprobleem Exploratie van andere problemen
WIE komt met WAT net NU naar HIER?
WIE komt met WAT net NU naar HIER? “WIE”: wie is dit kind en zijn gezin?
“WAT”: welke problemen zijn er? “NU”: waarom komen ze op dit moment? “HIER”: waarom komen ze naar onze dienst?
Exploratie plasprobleem Urine- en/of stoelgangverlies overdag Nachtelijke problemen Mogelijke invloeden Plasschema Drinkschema Toilettraining Vorige behandelingen
Exploratie andere problemen Omschrijving van de problemen Oorzaak van het probleemgedrag Duur en frequentie van het probleemgedrag Antecedente en consequente factoren Invloed van het probleemgedrag op alle familieleden
Exploratie andere problemen Hypothese van de familieleden betreffende de oorzaak van het probleemgedrag Vorige hulpverlening Verwachtingen naar de huidige therapeut
Ontwikkeling en context Algemene ontwikkeling: zwangerschap, geboorte, eerste levensmaanden, relationele ontwikkeling, schools functioneren Leergeschiedenis van het probleem Gezinscontext: interacties, levensloop van de ouders, fysisch en psychologisch welbevinden van de ouders, affectief en pedagogisch functioneren
Gezinsassessment Gezinssysteemtest (GEST)
Perceptie van cohesie en hiërarchie binnen gezin Typische, ideale en conflictsituatie Vanaf 6 jaar
Opvoedingsstijl: Schaal voor Ouderlijk Gedrag (SOG) Ouder-Kind Interactie Vragenlijst (Lange, 2000) Niet-gestandaardiseerd: Sociaal atoom: gezinsleden via stoelen voorstellen Familie in dieren, Family Relation Test (FRT)
Gesprek en spel met het kind Uitleg voor de doorverwijzing Wat weet het kind over zijn probleem? Wat is de beleving van zijn/haar plasprobleem? Wat is zijn/haar motivatie? De ‘speelkamer’
Klinisch interview
Klinisch interview
Klinisch interview
Gevoelenscirkel Bang voor toekomst
Volwassener geworden
Buitenbeentje
Verdrietig
Schaamte Waarom ik?
Stijn
Als jonger behandeld
Meer aandacht onzeker Boos
Zelfmedelijden Maakt mij zelfstandig
minderwaardig
Psychosociale testings De ernst van het probleemgedrag evalueren Het geobserveerde probleem uitdiepen Toegang krijgen tot het kind
Psychosociale testings Globale screening: Gedragsbeoordelingsvragenlijst (CBCL-TRFYSR) Hiërarchische Persoonlijkheidslijst voor Kinderen (HiPIC) Specifieke problemen: Depressie • Specifiek: bv. CDI, DVK • Gerelateerd: bv. zelfbeeld (CBSK/CBSA), Angst: bv. VAK, ZBV-k, SAS-k ADHD: bv. AVL, VvGK
Children’s Depression Inventory (CDI) • Zelfrapportagevragenlijst • Peilt naar affectieve, cognitieve en gedragsmatige symptomen van depressie • Meetpretentie: screening + evaluatie Geen diagnose!! • Leeftijdsbereik: 8-17 jaar • 27 items; 3 antwoordmogelijkheden • Interpretatie: percentielscores of cut-off scores.
Depressie Vragenlijst voor Kinderen (DVK) • Zelfrapportagevragenlijst • Peilt naar affectieve, cognitieve en motivationele symptomen van depressie • 121 items, waar-niet waar • Leeftijdsbereik: 9-12 jaar • Interpretatie: verschillende subschalen, vergelijking met normen (decielscores). • Ook kortere versie: KDVK (9 items)
Competentiebelevingsschaal (CBS-K) • • • •
Zelfrapportagevragenlijsten Depressie gerelateerd met laag zelfbeeld Kind- en adolescentversie Zelfwaardering in verschillende domeinen: school, sociaal, sport, uiterlijk,…. • Interpretatie: percentielen
Zelfbeoordelingsvragenlijst (ZBV-K) Globale screening van angst Angstdispositie, toestandsangst Leeftijdsbereik: 8-15 jaar 21 items 3 antwoordmogelijkheden: bijna nooit soms vaak
Interpretatie: omzetten naar decielen
Vragenlijst Angst bij Kinderen (VAK) Specifieke situaties waar kind bang voor is Subschalen: falen/kritiek, onbekende, kleine verwondingen/kleine dieren, gevaar/dood, medische angst Leeftijdsbereik: 6-12 jaar Interpretatie: omzetten naar decielscores
Sociale AngstSchaal bij Kinderen (SAS-K) Zelfrapportagevragenlijst Angst in sociale situaties Subschalen: sociale vaardigheden, intellectuele vaardigheden, fysieke vaardigheden, uiterlijke verschijning Reacties: cognitieve reacties, fysiologische en gevoelsreacties Totaalscore om te zetten naar deciel Leeftijdsbereik: 9-12 jaar
Klinische interviews • Doel: Op gestructureerde en gestandaardiseerde wijze info verkrijgen die relevant is voor diagnostiek en behandeling • Voordelen: mogelijkheid tot DSM-IV diagnose bevraagt meerdere probleemgebieden (belangrijk bij internaliserende problemen!) • Nadelen: tijdrovend soms training nodig
Voorbeelden DSM-III Amsterdams Diagnostisch Interview voor Kinderen en Adolescenten (ADIKA) Child Assessment Schedule (CAS) DSM-IV Anxiety Disorders Schedule for DSM-IVChild Version (ADIS-C) Structured Clinical Interview for DSM-IC, Child Edition (KID-SCID)
Psychodiagnostiek Categorieën van psychologische problemen: Secundaire effecten
Primaire psychopathologie internaliserende problemen externaliserende problemen gezinsdisfunctioneren Psychiatrische stoornissen
Secundaire effecten negatieve impact op het psychosociaal functioneren: Laag zelfbeeld
Stress-reacties Geen kampen of ergens anders gaan slapen Ontkenning Motivatieproblemen Slechte relatie tussen ouders - kind Gedragsproblemen
Primaire psychopathologie Internaliserende problemen: Laag zelfbeeld Faalangst, sociale angst Depressieve klachten Psychosomatische klachten Teruggetrokken gedrag Gevoelens van schaamte en schuld
Primaire psychopathologie Externaliserende problemen: Gedragsproblemen Agressief Hyperactief / impulsief gedrag Aandachtsproblemen
Primaire psychopathologie Gezinsdisfunctioneren: Symbiotische relatie
‘Kluwen gezin’ vs. ‘open zand’ gezin Gebrek aan openheid voor gevoelens Gebrek aan pedagogische vaardigheden Relatieproblemen ouders / scheiding Negatieve feedback ouders-kind (Seksueel) misbruik – Munchausen Syndroom
Psychiatrische stoornissen DSM-IV-criteria: Attention Deficit Hyperactive
Disorder (ADHD) Autismespectrumstoornis Syndroom van Gilles de La Tourette Persoonlijkheidsstoornis Depressieve stoornis Angststoornis
Angststoornissen: DSM-IV Separatieangststoornis
Angst voor scheiding van significante anderen
Sociale fobie
Angst voor beoordeling door anderen
Specifieke fobie
Angst voor dieren, nat. omgeving, bloed of situationeel
Paniekstoornis (met of zonder agorafobie) paniekaanvallen
Posttraumatische stressstoornis Ten gevolge van trauma
Gegeneraliseerde angststoornis
- Angst voor verschillende gebeurtenissen en activiteiten
Niet in DSM: faalangst, schoolfobie
Depressieve stoornis: DSM-IV Aanwezigheid van 5 of meer van de volgende symptomen in een aangesloten periode van 2 weken. Eén van de symptomen moet 1 of 2 zijn. Verandering merkbaar ten opzichte van voorgaande functioneren 1. Depressieve of prikkelbare stemming gedurende grootste deel van de dag 2. Aanmerkelijke vermindering van interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten 3. Gewichtsvermindering of gewichtstoename 4. Inslaap/doorslaapproblemen
Depressieve stoornis: DSM-IV 5. Rusteloosheid of vertraging 6. Vermoeidheid of energieverlies 7. Gevoelens van waardeloosheid of schuldgevoelens 8. Verminderd denk/concentratievermogen, besluiteloosheid 9. Terugkerende gedachten aan de dood, suïcidale gedachten, suïcideplan of poging Symptomen veroorzaken problemen in dagdagelijks functioneren Mag niet te wijten zijn aan middelenmisbruik of bepaalde ziekte
Klinisch beeld depressie Kinderen = volwassenen Langdurige depressieve stemming Onvermogen om plezier te hebben Vermindering van interesse en motivatie
GENEESKUNDE
= LIAISON
PSYCHIATRIE
CASUS 1: Bas, 9 jaar Aanmelding: Pollakisurie = frequent plassen 3de leerjaar 2 jongere broers (8j en 7j)
CASUS 1: Bas, 9 jaar Kindfactoren : Zenuwachtig, hypergevoelig Woede-aanvallen Goede schoolresultaten, maar nooit tevreden perfectionistisch ? Piekergedrag
CASUS 1: Bas, 9 jaar Ontwikkelingsgeschiedenis : Moeilijke zwangerschap Toxoplasmose Moeilijke en langdurige bevalling Taalontwikkeling > motorische ontwikkeling
Psychodiagnostiek ‘CBCL’(ouder) Subschalen Teruggetrokken: Licham. klachten
T-score 63 66
normaal normaal
Angstig/depressief
74
klinisch
Sociale problemen
51
normaal
Denkproblemen Aandachtsproblemen Delinquent gedrag Agressief gedrag
50 57 50 54
normaal normaal normaal normaal
Internaliserend
71
Klinisch
Externaliserend
53
Normaal
Totaal
60
sub-klinisch
Psychodiagnostiek ‘CBCL’(LK) Subschalen Teruggetrokken: Licham. klachten
T-score 52 58
normaal normaal
Angstig/depressief Sociale problemen
65 50
normaal normaal
Denkproblemen Aandachtsproblemen Delinquent gedrag Agressief gedrag Internaliserend Externaliserend Totaal
50 50 50 50 61 38 50
normaal normaal normaal normaal subklinisch normaal klinisch
Psychodiagnostiek ‘VAK’(kind) Subschalen Falen en kritiek
Ruwe score Decielscore 37 9
Onbekende Kleine verwondingen Gevaar en dood Medische angst Totaal
31 26 26 5 125
10 8 6 6 8
Psychodiagnostiek ‘CBSK’(kind) Subschalen Schoolse vaardigh.
Perc. 36
gemiddeld
Sociale acceptatie Sportieve vaardigh. Fysieke verschijning Gedragshouding Alg. eigenwaarde
34 82 67 30 29
gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld
IQ-onderzoek (kind) Verbale testen
SD
Informatie
14
Performale testen Onv. Tek.
SD
Overeenkomsten Rekenen
16 13
Substitutie 8 Plaatjes ordenen 8
Woordkennis Begrijpen Cijferreeksen
18 16 14
Blokpatronen Figuren leggen Symbolen vgl. Doolhoven
13
8 5 2 10
IQ-onderzoek (kind) Verbaal IQ
136
Verbaal begrip
139
Performaal IQ Totaal IQ
88 115
Perc. organisatie 90 Verw. snelheid 72
CASUS 2:Wouter, 7 jaar Aanmelding: Enuresis nocturna, secundaire incontinentie diurna, chronische constipatie 2de leerjaar 1 zus, 10j Ψ geen motivatie
CASUS 2: Wouter, 7 jaar Kindfactoren : Clownesk gedrag op school Moeite met taken in de klas Sporadisch woede-aanvallen Negatief zelfbeeld Minder interesse en plezier Piekergedrag
CASUS 2: Wouter, 7 jaar Ontwikkelingsgeschiedenis: Baby: moeite met stoelgang maken 2 ½ j: zindelijk voor urine en stoelgang 4 ½ j: encopresis met constipatie Angst voor pijn angst voor toilet 6j: natte broeken, zenuwachtige blaas
CASUS 2: Wouter, 7 jaar Verwachtingen ? Mama is ten einde raad ‘Het moet lukken’ Open t.ov. hulpverlening
CASUS 2: Wouter, 7 jaar Hypothesen ? Negatief zelfbeeld ? Depressie ? Gedragsproblemen ? Faalangst ? Leerstoornis ?
Psychodiagnostiek ‘CBCL’(ouder) Subschalen Teruggetrokken: Licham. klachten
T-score 59 55
normaal normaal
Angstig/depressief
70
klinisch
Sociale problemen
60
normaal
Denkproblemen Aandachtsproblemen Delinquent gedrag Agressief gedrag
58 55 50 55
normaal normaal normaal normaal
Internaliserend
65
Klinisch
Externaliserend
53
Normaal
Totaal
63
sub-klinisch
Psychodiagnostiek ‘CBSK’(kind) Subschalen
Perc.
Schoolse vaardigh.
18
onder gemiddeld
Sociale acceptatie 65 Sportieve vaardigh. 54 Fysieke verschijning 27
gemiddeld gemiddeld gemiddeld
Gedragshouding Alg. eigenwaarde
onder gemiddeld onder gemiddeld
15 3
IQ-onderzoek (kind) Verbaal IQ
107
Verbaal begrip
114
Performaal IQ Totaal IQ
104 106
Perc. organisatie 99 Verw. snelheid 105
Holistische theorie Medische factoren Constipatie/encopresis/ Enuresis nocturna Angst voor toilet
Secundaire enuresis diurna
Mama: overbezorgd, emotioneel, intergenerationeel
Negatief zelfbeeld/ faalangst
Depressiviteit
Woedeaanvallen
CASUS 3 : Sofie, 9 jaar Aanmelding: Enuresis nocturna, incontinentie diurna, Terugkerende UWI
Ψ: gaat niet goed met S.
CASUS 3 : Sofie, 9 jaar Kindfactoren : Moeilijke contactname Teruggetrokken Moeilijke expressie van gevoelens Lichamelijke klachten Negatieve zelfevaluatie Passief-agressieve persoonlijkheid
CASUS 3 : Sofie, 9 jaar Gezinsfactoren : 5 dochters alles moet ‘perfect’ zijn ‘materiële’ welstand is belangrijk afwezige vader moeder is verpleegkundige moeder: verleden van (sexueel) misbruik
Therapie voor Sofie Speltherapie Zelfbeeldbevorderende technieken Gezinstherapie Individuele therapie moeder Vertrouwensartscentrum (VAC) ???