BIJLAGE 3 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding)
Locatie specifieke bijlage TU/e
2014-2015
Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404)
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT UNIVERSITEIT TWENTE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
1 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
In aanvulling op bijlage 1 bij het correspondeerde onderdeel.
a. Inhoud van de opleiding en van het daaraan verbonden examen De opleiding aan de TU/e (track Science Education) omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij genoemde studiepunten: Onderwijseenheid Oriëntatie Vakinhoudelijk deel Werkplekleren 1 Werkplekleren 2 Algemene onderwijskunde 1 Algemene onderwijskunde 2 Algemene onderwijskunde 3 Bètadidactiek Vakdidactiek 1 Vakdidactiek 2 Vakdidactiek 3 Afstudeeronderzoek Capita Selecta
Omvang
Totaal
5 sp 30 sp 13 sp 13 sp 3 sp 3 sp 2 sp 7 sp 4 sp 3 sp 3 sp 30 sp 4 sp 120 sp
b. Inhoud van de afstudeerrichtingen De opleiding kent de volgende vier afstudeerrichtingen met de daarbij genoemde studiepunten: Leraar informatica vho en omvat de volgende track-specifieke onderwijseenheden: - vakdidactiek informatica 1 (EMC11) - vakdidactiek informatica 2 (EMC12) - vakdidactiek informatica 3 (EMC13) Vakinhoudelijk deel: - Verdieping 2 core informatica mastervakken (elk 5 sp), te kiezen uit de volgende: - 2IL45 Advanced algorithms - 2IV35 Visualisation - 2IS15 Generic language technology - 2II35 Web information systems - 2ID45 Advanced databases - 2II55 Business process management systems - 2IW26 System validation - 2IF02 Verification of security protocols - 2XN26 & 2YN26 Real-time embedded systems - Bedrijfsstage 1) - Verbreding vrij te kiezen mastervakken tot een totaal vakinhoudelijke deel van minimaal
4 sp 3 sp 3 sp
10 sp
15 sp 30 sp.
Aanvullende noten: - Uitsluitend toegestaan indien niet eerder een bedrijfsstage is gedaan. HBO-gediplomeerden mogen dit onderdeel niet doen, maar doen in de plaats hiervan een extra homologatievak – te kiezen uit 2IL50 Data structures of 2ID05 Datamodelleren en databases, afhankelijk van wat ze in het schakelprogramma hebben gedaan – plus twee extra vrij te kiezen informatica gerelateerde mastervakken.
2 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
Leraar natuurkunde vho en omvat de volgende track-specifieke onderwijseenheden: - vakdidactiek natuurkunde 1 (EMN11) - vakdidactiek natuurkunde 2 (EMN12) - vakdidactiek natuurkunde 3 (EMN13)
4 sp 3 sp 3 sp
Vakinhoudelijk deel: - Vast Vakken uit het masterprogramma van de faculteit Technische Natuurkunde uit onderstaande lijst onder goedkeuring van de examencommissie 7 sp 3F011 Fusion on the back of an envelope 4 sp 3K160 Lasers and optics 4 sp 3N270 Introduction to elementary particles 3 sp 3N340 Functional materials and nanotechnology 4 sp 3P111 Introduction in plasma physics 4 sp 3P310 NMR/MRI 3 sp 3S100 Magnetism and magnetic materials 3 sp 3S280 Semiconductor nanophysics 3 sp 3S340 Spectroscopy of surfaces 3 sp 3SE25 Solar Cells 4 sp 3T390 Atmospheric physics 3 sp 3ERX0 Algemene relativiteitstheorie 5 sp 3EKX0 Krachtmetingen in de Biomechanica 5 sp 3P250 Energie en Duurzaamheid 3 sp 3FGX0 Geschiedenis van de fysica 5 sp 3FBX0 Modelleren van biomechanische processen 5 sp - Bedrijfsstage natuurkunde (3MN20) 15 sp - Verbreding Science 8 sp onderdelen aangeboden door faculteiten buiten natuurkunde (betreffende onderdelen kunnen niet eerder gedaan zijn), pakket van totaal 8 studiepunten, onder goedkeuring van de examencommissie Leraar scheikunde vho en omvat de volgende track-specifieke onderwijseenheden: - vakdidactiek scheikunde 1 (EMS14) - vakdidactiek scheikunde 2 (EMS15) - vakdidactiek scheikunde 3 (EMS16)
4 sp 3 sp 3 sp
Vakinhoudelijk deel: N.B. Herziening van het mastercurriculum per sept 2015bij de faculteit scheikunde zal leiden tot aanpassing van de genoemde vakken met behoud van de onderlinge verdeling over de vetgedrukte categorieën - Vast Foundations, analysis & contexts of technological sciences (6MA00) 6 sp - Keuze Verdiepingsvak uit het masterprogramma van de faculteit Scheikundige Technologie, keuze uit 6KM09, 6KM24 of 6KM22 3 sp - Bedrijfsstage chemische technologie (3MN20) 15 sp - Verbreding Science 6 sp onderdelen aangeboden door faculteiten buiten scheikunde (betreffende onderdelen kunnen niet eerder gedaan zijn), pakket van totaal 6 studiepunten, onder goedkeuring van de examencommissie Leraar wiskunde vho en omvat de volgende track-specifieke onderwijseenheden: 3 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
- vakdidactiek wiskunde 1 (EMW11) - vakdidactiek wiskunde 2 (EMW12) - vakdidactiek wiskunde 3 (EMW13)
4 sp 3 sp 3 sp
Vakinhoudelijk deel: - Vast Wiskunde en praktijk in historisch perspectief (2H600) 3 sp (indien dergelijk vak niet eerder gedaan); of anders: een vak science/verbreding 3 sp onder goedkeuring van de examencommissie. Meetkunde 2WT11 6 sp Getaltheorie 2WT12 3 sp - Keuze Vakken volgens onderstaand schema waarbij maximaal één van de drie vakken in de linker kolom is te vervangen door de corresponderende vakken in de tweede kolom (indien niet eerder vergelijkbare vakken behaald zijn): Keuzevak
Vakcode
EC
Scientific Computing
2WN10
6
Stochastische processen Coding and Crypto 1
2WB29
4
2WC09
6
Keuzevak /-pakket ter vervanging (maximaal 1 maal) Applied Functional Analysis Numerical methods in electromagnetics Regressie en Variantie-analyse
Vakcode
EC
2WA08 2WN04 2WS40
6 6 5
Integer programming and polyhedral combinatorics Algebra and Geometry Capita Selecta wiskunde
2WO06
6
2WF05 2WL01
6 4
Richting ‘ontwerpen’ (leraar NLT & O&O vho) en omvat de volgende track-specifieke onderwijseenheden: - Vakdidactiek 1 passend bij gekozen minor richting (EMW11, EMN11, EMC11, EMS14) - Vakdidactiek 2 O&O (EMO12) - Vakdidactiek 3 NLT (EMO13)
4 sp 3 sp 3 sp
Vakinhoudelijk deel 30 sp Ratio en criteria: In afstemming met de achtergrond van de kandidaat met als doel in het eindprofiel maximaal aan te sluiten bij de domeinen in het examenprogramma’s NLT (http://betavak-nlt.nl/Landelijk/Schoolexamen/ ) en voor O&O de beschrijving van de bèta werelden (http://www.betawerelden.nl/ ). E.e.a. onder goedkeuring van de examencommissie. - Vast Minimaal in totaal 10 sp gespreid over de vakgebieden: Natuurkunde vak – (b.v. astrofysica ) 4 sp Scheikunde (b.v. foundations, analysis & contexts of technological sciences (6MA00) 6 sp Wiskunde (b.v. meetkunde (2WT11)) 6 sp - Verbreding uit bèta / technische programma’s onder goedkeuring van de examencommissie 20 sp
c. Inrichting van de praktische oefeningen: Met uitzondering van onderwijseenheden van het vakinhoudelijk deel van de opleiding, omvatten alle onderwijseenheden praktische oefeningen conform artikel 1.1.
4 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
d. Studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden: De studielast van de onderwijseenheden is aangegeven onder a. respectievelijk b.
e. Regelingen en volgtijdelijkheid van de tentamens en praktische oefeningen: De specifieke uitwerking van dit onderdeel in termen van de aan de TU/e verzorgde vakken luidt: • Werkplekleren 1 kan uitsluitend worden gestart na een voldoende resultaat c.q vrijstelling voor Oriëntatie. • Werkplekleren 2 kan uitsluitend worden gestart na voldoende resultaat c.q vrijstelling voor Werkplekleren 1. • Het onderdeel ‘Onderzoek van Onderwijs: uitvoering’ (EME24 of EME25) kan uitsluitend worden gestart na voldoende resultaat c.q. vrijstelling voor ‘Onderzoek van Onderwijs : onderzoeksplan’ (EME23)
f. Vorm van de opleiding ---
g. Vorm tentamens: Schriftelijk, mondeling, opdracht of een combinatie hiervan. De tentamens van de onderwijseenheden genoemd onder a. respectievelijk b. worden afgenomen op de in de opleidingsgids van de ESoE dan wel op de website van de TU/e (OWInfo) aangegeven wijze. De onderwijseenheden die worden verzorgd door andere faculteiten worden beoordeeld op de aldaar in het OER aangegeven wijze.
h. Voorwaarde voor toelating tot de tentamens Zie sub e.
i. Deelname aan praktische oefeningen: Zie sub e.
j. De onderwijseenheden waaruit de student een keuze dient te maken voor de invulling van de vrije ruimte van de opleiding: De student dient voor de invulling van het vak ‘Capita Selecta’ van de opleiding een keuze te maken afhankelijk van zijn leervragen in relatie tot de eindkwalificaties. Bijvoorbeeld door keuze voor het vak ‘ICT en bètaonderwijs’ (EICT1) en/of het behalen van de technasium-aantekening. Deze keuze vindt plaats in overleg met zijn mentor, onder goedkeuring van de examencommissie.
k. Toelatingseisen op grond waarvan een bewijs van toelating kan worden afgegeven Vijvenregeling vakken AP: De toelatingseis c.q. homologatie--eis m.b.t. een door de faculteit AP van de TU/e verzorgd vak is zodanig dat indien een student voor zo’n vak een 5 heeft behaald, deze een aanvullende beoordeling door examencommissie kan vragen. Deze stelt daartoe een examinator aan, welke toetst of de kandidaat over voldoende vakkennis beschikt om als academische eerstegraads docent te kunnen starten. Indien dit het geval is, wordt de opgelegde toelatingseis als voldaan beschouwd.
l. Bachelorgetuigschriften die rechtstreeks toegang geven: -- geen lokale bepalingen --
m. Overgangsregelingen: -- geen lokale bepalingen --
5 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
Overige aanvullende lokale bepalingen n. Aanvullende voorwaarden voor vrijstellingen 1.
Voor studenten die reeds in het bezit zijn van een master of science in de vakdiscipline van hun specialisatie, of zich daarop voorbereiden, kan de examencommissie op grond van dit pakket aan Eerder Verworven Competenties (EVC’s) en onder voorwaarde van het behalen van die master vrijstellingen verlenen en het opleidingsprogramma reduceren tot 60 studiepunten voor de betreffende specialisatie als volgt: Naam onderwijseenheid Oriëntatie Vakinhoudelijk deel, totaal 30 Werkplekleren 1 Werkplekleren 2 Algemene onderwijskunde 1 Algemene onderwijskunde 2 Algemene onderwijskunde 3 Bètadidactiek Vakdidactiek N/S/W/I 1 Vakdidactiek N/S/W/I 2 Vakdidactiek N/S/W/I 3 Afstudeeronderzoek Capita Selecta Totaal
2.
3.
4.
Omvang Reductie vanwege EVC 5 0 30 30 13 3 13 3 3 0 3 0 2 0 7 0 4 0 3 0 3 0 30 20 4 4 120 60
Nog te behalen 5 0 10 10 3 3 2 7 4 3 3 10 0 60
Voor studenten die reeds in het bezit zijn van een master of science in een sterk op hun specialisatie gelijkende discipline of zich daarop voorbereiden, kan de toelatings- en examencommissie op grond van dit pakket aan EVC’s en onder voorwaarde van het behalen van die master, het opleidingsprogramma reduceren op een wijze analoog als hierboven onder 1 vermeld. Dit met uitzondering van het vakinhoudelijke deel van de master SEC waarvoor de toelatings- en commissie na een inhoudelijke toetsing tot een gehele of gedeeltelijke reductie kan besluiten. De vrijstellingen op grond van EVC’s aan studenten die de ‘minor variant I of de wettelijke educatieve minor met goed gevolg hebben afgerond voor het vak dat zij als specialisatie in hun master kiezen betreffen de onderdelen: oriëntatie, werkplekleren 1, algemene onderwijskunde 1 en/of 2, vakdidactiek 1 en/of 2 en capita selecta. Aan studenten die een afgeronde PhD of vergelijkbare onderzoeksgraad hebben behaald of naar verwachting zullen gaan behalen, zullen onder de voorwaarde van het daadwerkelijk behalen van die graad, de volgende vrijstellingen worden verleend: a. voor het onderdeel afstudeeronderzoek nadat is gebleken dat zijn zich voldoende hebben georiënteerd op het onderwijskundig/vakdidactisch onderzoek, b. voor het onderdeel oriëntatie nadat is gebleken dat zij zich in voldoende mate hebben georiënteerd op het onderwijs in de gekozen specialisatie in het eerstegraads domein, c. voor het onderdeel werkplekleren 1 nadat is gebleken dat zij beschikken over voldoende onderwijservaring in de praktijk van het voortgezet of hoger onderwijs in een nauw met de gekozen specialisatie verwant vakgebied, d. voor de onderdelen ‘onderwijskunde 1’ en/of ‘vakdidactiek 1’ nadat is gebleken dat zij zich in voldoende mate in deze materie hebben verdiept, bijvoorbeeld blijkend uit een BKO. Indien de examencommissie besluit deze vrijstellingen niet te verlenen, dan wordt de student hiervan schriftelijk en met redenen omkleed in kennis gesteld.
6 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
Het opleidingsprogramma voor studenten Bi-diplomering omvat 30 tot 60 studiepunten waarvan minimaal 30 sp niet ook onderdeel is van het persoonlijke programma van de andere Master die aan de TU/e wordt gevolgd of is afgerond (conform brief van CvB dd. 24-april 2008); het programma bi-diplomering is gebaseerd op afspraken met de faculteiten (zie ook de studiegidsen en websites van resp. technische scheikunde, wiskunde, informatica en natuurkunde van de TU/e en ESoE).
o. Schakelprogramma voor HBO instroom Voor het schakelprogramma voor HBO-ers van de masteropleiding SEC met als specialisatie informatica wordt verwezen naar: Bijlage 3 van de OER van de masteropleiding Computer Science and Engineering of Bijlage 3 van de OER van de masteropleiding Business Information Systems of Bijlage 3 van de OER van de masteropleiding Embedded Systems (3TU). Voor het schakelprogramma voor HBO-ers van de masteropleiding SEC met als specialisatie wiskunde wordt verwezen naar: Bijlage 3 van de OER van de masteropleiding Industrial and Applied Mathematics. Voor het schakelprogramma voor HBO-ers van de masteropleiding SEC met als specialisatie natuurkunde wordt verwezen naar: Bijlage 3 van de OER van de masteropleiding Applied Physics. Voor het schakelprogramma voor HBO-ers van de masteropleiding SEC met als specialisatie scheikunde wordt verwezen naar: Bijlage 3 van de OER van de masteropleiding Chemical Engineering.
p. Schakelprogramma voor Econometrie instroom
Masterstudenten econometrie kunnen het 1 jarige traject van de 1e graads lerarenopleiding Wiskunde doorlopen in Eindhoven, mits zij 12 ECTS aan vakdeficiënties hebben opgevuld of opvullen. Het betreft 6ec op in het domein ‘meetkunde’, en 6ec in het domein ‘grondslagen van de wiskunde’. De concrete invulling in vakken kan in overleg met de student tot stand komen op basis van het actuele aanbod aan de TU/e en bijvoorbeeld roosterwensen van de student. Concreet bijvoorbeeld:
Domein Meetkunde Grondslagen
Vak Meetkunde (2WT11, 6 sp) Optie `Algebra en discrete wiskunde' 1 (2WF50, 5sp) NB. Verzamelingenleer en algebra (2WF49, 5 sp) alleen in uitzonderingsgevallen* Optie Getaltheorie (2WT12, 3sp) 2 EN Wiskunde en praktijk in historisch perspectief (2H600, 3 sp) Optie Grondslagen van de Wiskunde (7,5 3 ec) 2UWI4 Alleen in uitzonderingsgevallen
Ba Jaar 1 Kwartiel 3 en 4 Ba Jaar 3 Kwartiel 3 Ba Jaar 3 Kwartiel 1 Ma Jaar 1 Kwartiel 3 en 4 Ba Jaar 2 Kwartiel 4 (afbouw, kan in zelfstudie) Roostering nader te bepalen, Informatie bij H.J.M. Sterk
7 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
Optie 4
Wiskunde en praktijk in historisch Ba Jaar 2 of 3 Kwartiel 4 (kan in perspectief (2WH60, 5sp) zelfstudie) (zelfstudie) Alleen in uitzonderingsgevallen * Verzamelingenleer en algebra (2WF49, 5sp is de variant speciaal voor schakelaars) NB1. De toelatings- en examencommissie beoordeelt altijd per student of aan deze minimumeis is voldaan. De commissie kan in individuele gevallen de student adviseren ook om daarboven nog iets aanvullends te doen, bijvoorbeeld de vakken: ‘getaltheorie’, ‘algebra’ of ‘geschiedenis van de wiskunde’. NB2. De Ba vakken maken deel uit van het Bachelor College, bovenop de facultaire kwaliteitsbewakingcyclussen toezicht door de examencommissie is sprake van een bewakingscyclus vanuit het Bachelor College
q. Aantal instroommomenten Interne instroom: Studenten die aan de TU/e een bacheloropleiding hebben afgerond, kunnen met ingang van de maand volgend op de maand waarin zij het bachelorexamen hebben behaald, ingeschreven worden bij een masteropleiding. Hetzelfde geldt voor studenten die een schakelprogramma hebben afgerond dat toelating biedt op de masteropleiding. Overige instroom: De masteropleiding heeft minimaal twee instroommomenten, op 1 september en 1 februari, waarbij de opleiding een twee jarig studeerbaar programma aanbiedt. Externe studenten, zijnde studenten die geen bacheloropleiding aan deze universiteit hebben afgerond dan wel niet een aaneengesloten periode aan deze universiteit zijn ingeschreven, kunnen in ieder geval op 1 september en 1 februari van ieder studiejaar instromen in de masteropleiding, mits wordt voldaan aan de gestelde eisen.
r.
Overige locatie specifieke bepalingen a) Zij-instromers in beroep: i. Ten aanzien van zij-instromers in beroep, EDK-studenten en OTS-studenten geldt dit OER als richtlijn. b) Bij Artikel 7 van het OER Tijdvakken en frequentie examen Tot het afleggen van het examen wordt ten minste vier maal per jaar de gelegenheid gegeven. De data van de zittingen van de examencommissie worden voor aanvang van het studiejaar door de examencommissie bekend gemaakt.
s.
Aanvullende bepalingen m.b.t. de toelating
1) Voor kandidaten die toelating vragen tot de afstudeerspecialisatie ‘leraar vho in het vak …’ binnen de track Science Education (lerarenopleiding) gelden aanvullende bepalingen: a) met hen wordt door de studieadviseur (c.q. de mastercoördinator) een geprotocolleerd gesprek gevoerd, met als doel inzicht te verkrijgen in de persoonlijke geschiktheid van de kandidaat om zich te kwalificeren tot leraar vho. Dit leidt tot een op schrift gesteld advies aan de student. Het verslag van dit gesprek en dit advies worden samen met de studieovereenkomst in het dossier van de kandidaat bewaard. b) een aanvullende toelatingseis door de toelatingscommissie m.b.t. de mondelinge en schriftelijke beheersing van de Nederlandse taal op een niveau dat het cognitief en sociaal functioneren als docent in de bovenbouw van een reguliere Nederlandse VO- school mogelijk maakt. 2) In gevallen dat het door directe toepassing van de in het OER gegeven regelgeving duidelijk is dat 8 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
een kandidaat tot de opleiding toelaatbaar is, waaronder voor kandidaten vho mede begrepen de onder 2 genoemde voorwaarden, kan een bewijs van toelating worden afgegeven bedoeld als in artikel 4 lid 3 van dit OER, hangende de definitieve vaststelling van de inhoud van de studieovereenkomst.
t.
Aanvullende bepalingen m.b.t. het onderdeel werkplekleren (docent vho) Ten aanzien van werkplekleren (d.w.z. de vakken: docent en onderwijs, schooloriëntatie, werkplekleren 1 en werkplekleren 2) gelden bijzondere procedures en richtlijnen:
1) In alle gevallen wordt bij aanvang van het werkplekleren een geschreven overeenkomt opgemaakt tussen school, kandidaat en opleiding waarin de taken en verantwoordelijkheden concreet zijn vastgelegd. 2) Het werkplekleren wordt beoordeeld door de aangewezen examinator (c.q. ECD) op advies van de schoolopleiders SPD en de OD - indien deze t.a.v. de student een actieve rol speelt als opleider. De schoolopleiders en de student vullen ieder voor zich of gezamenlijk het beoordelingsformulier in. Dit resultaat wordt – samen met het portfolio werkplekleren - besproken door ECD, Student, SPD en OD – mits actief betrokken in de begeleiding, waarna alle partijen het beoordelingsformulier ondertekenen. 3) Het oordeel van de ECD kan afwijken van het advies, maar deze dient zich daarbij te baseren op externe en objectiveerbare informatie zoals een video-opname of lesbezoek. 4) De ECD woont minimaal 1 les van de student bij. 5) Het portfolio bevat minimaal: 1 video-opname waarin de student zelfstandig les geeft van in totaal niet minder dan 40 minuten. 6) Bij werkplekleren kan er sprake zijn van een dubbele beoordeling. a) Enerzijds wordt een cijfer toegekend op basis van de competentiegroei zoals die blijkt uit verrichtingen en portfolio. Dit is bepalend voor het verkrijgen van studiepunten. b) Anderzijds een beoordeling ten aanzien van de wettelijke vereiste competenties voor een bevoegdheid ‘leraar VHO’, voor zover beoordeelbaar in de afzonderlijke context van het werkplekleren. 7) Om de competentie als ‘leraar VHO’ aan de hand van een stage of baan voldoende betrouwbaar te kunnen vaststellen (d.w.z. de beoordeling onder 6b) geldt een reeks criteria,: a) De student participeert volgens de gemaakte afspraken in het onderwijs en in de schoolorganisatie, b) Een minimum aantal gegeven lessen, c) Een eis met betrekking tot het aantal zelfstandig zonder aanwezigheid van de docent in een doorlopende lessenreeks aan één klas gegeven lessen, d) Een minimaal aantal leerlingen in de groep, e) De leerlingengroep waaraan wordt lesgegeven dient in voldoende mate overeen te stemmen met de leerlingengroep waarop de te verkrijgen lesbevoegdheid betrekking heeft, f) Het curriculum dient in voldoende mate overeen te stemmen met het curriculum behorend bij de te verkrijgen lesbevoegdheid, De concrete uitwerking hiervan is te vinden in de studiewijzer van de betreffende vakken, en worden op die wijze bij aanvang van het werkplekleren aan de studenten en scholen kenbaar gemaakt 8) Internationalisering. a) Werkplekleren aan een internationale school of een school met niet-Nederlandstalig onderwijs wordt aangemoedigd; voor een beoordeling van het werkplekleren aan internationale school of een school met niet-Nederlandstalig onderwijs is het bovenstaande van toepassing. 9 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014
9) Het afsluitende werkplekleren van een opleiding kan niet worden vrijgesteld. 10) Wanneer aan één of meer van de in lid 7 genoemde voorwaarden niet, nog niet, of niet meer is voldaan, is ESoE c.q. de examinator (ECD) niet verplicht om tot een beoordeling te komen. 11) Na een periode van 6 maanden na het verstrijken van het met de school en student afgesproken tijdvak wordt het onderdeel werkplekleren met een onvoldoende afgesloten. 12) ESoE kan – in overleg met school en student – het werkplekleren afbreken als zij van mening is dat voor die student in die context onvoldoende mogelijkheid bestaat om tot effectief leren te komen. Hierna wordt een nieuwe stageplek gezocht. 13) Herkansing van werkplekleren is mogelijk, mits er naar het oordeel van de opleidingsdirectie: a) aantoonbaar sprake is van overmacht of bijzondere omstandigheden waardoor het werkplekleren niet met een positief resultaat kon worden afgesloten, én b) er een redelijke kans is op succes wanneer opnieuw aan het werkplekleren wordt begonnen.
u. Aanvullende criteria m.b.t. de beoordeelhaarbeid van werkplekleren (docent vho) ‘combinatiebevoegdheid ontwerpen’ Criteria beoordeelbaarheid werkplekleren ‘combinatiebevoegdheid ontwerpen’ 1) Werkplekleren 1 ‘combinatiebevoegdheid ontwerpen’: a) Standaard WPL1 wiskunde of natuurkunde en o.a. minimum aantal uren = 100. 2) Werkplekleren 2 ‘combinatiebevoegdheid ontwerpen’: a) Standaard WPL2 o.a. minimum aantal uren = 100. Waarvan 75% eigen vak in de bovenbouw zelfstandig functioneren zonder docent in de klas. b) Verhouding tussen 30/70 …. 70/30 NLT/O&O. c) Ten aanzien van de vakken geldt als beleid: d) dat minimaal 50 uur onderwijsactiviteiten O&O is gekoppeld aan een door stichting technasium erkende technasium school e) dat minimaal 50 uur onderwijsactiviteiten NLT wordt uitgevoerd binnen een team dat is gekoppeld aan een school waar NLT als examenvak wordt aangeboden. Overgangsregeling: voor cohort sept. 2013 dat studenten in overleg kunnen afzien van criterium 2a maar dan niet het certificaat van stichting technasium verwerven.
10 Bijlage 3 3TU OER SEC volgens model 3TU.Onderwijs, Locatie specifieke bijlage TU/e definitief mei 2014