Foto Bert Spoor
N og even de zekering controleren en dan abseilen. Het lijkt gevaarlijk, maar bij de vrijwillige begeleiders draait alles om veiligheid. Een boomhuttenkamp is één van de bijzondere vakantieweken die VluchtelingenWerk organiseert voor vluchtelingkinderen. Een weekje weg uit het asielzoekerscentrum om even te ontsnappen aan de onzekerheid en de spanning.
3 Integratie: werk, taal, huis en gezin Integratie en inburgeren: het zijn misschien wel de meest gebruikte woorden in kranten, op televisie, door politici, beleidsmakers en burgers. Vluchtelingen hebben het vaak extra lastig bij hun integratie door hun gedwongen vertrek, hun voorgeschiedenis en de vaak lange asielprocedure. Hun integratie en inburgering vereisen een eigen aanpak, maatschappelijke begeleiding, maatwerk en tijd. Taal, werk, huis, gezin en ontmoetingen met Nederlanders zijn krachtige middelen voor integratie. Middelen die VluchtelingenWerk Nederland zelf ontwikkelt, ondersteunt of financiert, waar we samenwerking voor zoeken, en de politiek op aanspreken. In 2009 besteden we 5 miljoen euro aan onze integratieactiviteiten. Net als ‘gewone’ Nederlanders
19 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
Een onderzoek naar de integratie van vluchtelingen in Nederland
50914705_Vlucht_Omslag.indd 1
Enkele van onze aanbevelingen: • een harder integratiebeleid helpt vluchtelingen niet. Integratie is een kwestie van lange adem en dat vraagt van overheid, gemeenten en andere betrokkenen investeringen op langere termijn in re-integratie, taalondersteuning en kennismaking met Nederlanders; • vooral re-integratie biedt winst: arbeidsparticipatie is dé sleutel tot integratie en biedt een ontsnappingsroute uit de bijstand; • veel vluchtelingen willen graag naturaliseren en kiezen voor Nederland als hun permanente vestigingsplaats. Sinds 2003 is naturalisatie echter moeilijker geworden, ook de regels voor
gezinshereniging worden steeds strenger. Als we willen dat deze bijzondere nieuwkomers met hun naasten kiezen voor ons land, moeten we het makkelijker maken, niet moeilijker. VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2009
Voor de derde keer geven we de IntegratieBarometer uit, hét onder zoek naar de integratie van vluchtelingen – de eerdere barometers verschenen in 2005 en 2007. Op 10 december biedt VluchtelingenWerk dit onderzoek aan onderzoek Ineke naar vande integratie Gent aan, voorzitter De VluchtelingenWerk IntegratieBarometer is een periodiek van vluchtelingen in De vorige onderzoeken zijn gehouden in 2005 en 2006. VluchtelingenWerk Nederland beoogt met behulp van deNederland. Vaste Kamercommissie voor Wonen, Wijken en Integratie. van de IntegratieBarometer inzicht te verschaffen in diverse aspecten van integratie van vluchtelingen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft speciaal voor dit onderzoek gegevens beschikbaar gesteld met betrekking tot de De belangrijkste conclusies zijn dat vluchtelingen graag snel willen demografische kenmerken, verblijfstatus, woonomgeving, verhuisbeweging, arbeidsparticipatie en uitkeringsafhankelijkheid van vluchtelingen. Vervolgens heeft onderzoeksbureau Regioplan een vragenlijst uitgezet onder naturaliseren, dat de taalvaardigheid, arbeidsparticipatie en bijna vijfhonderd vluchtelingen en aanvullende interviews gehouden. Deze werkwijze levert een gedetailleerd beeld op van de integratie van vluchtelingen in ons land. contacten met Nederlanders toenemen naarmate men langer in ‘Mij valt vooral integratieproces van vluchtelingen anders als verloopt dan dat van de Nederlanders ‘gemiddelde’ migrant, Nederland is enop dat dathet vluchtelingen zich net ‘gewone’ zo die laatste al bestaat. De start is meestal moeizamer; een vluchteling komt niet vrijwillig naar Nederland, zit vol negatieve en heeft vaakbureaucratie ook nog lang moeten wachten op zekerheid zijn of haar verblijfsstatus. ergeren aanervaringen overbodige en het weer.overMaar bovenaan Maar allengs vergaat het ook vluchtelingen beter, soms zelfs beter dan de ‘gemiddelde’ migrant.’ Prof. dr. Han Entzinger, Hoogleraar integratieen migratiestudies Erasmus Universiteit en staat dat vluchtelingen willen integreren en kiezen voor een nieuw Voorzitter Commissie Opvang en Integratie VluchtelingenWerk Nederland. bestaan in Nederland, én dat die integratie tijd kost. In andere onderzoeken zijn vluchtelingen vaak niet zichtbaar. En in verhouding tot de grootste migrantengroepen in Nederland – Turken, Surinamers, Marokkanen, in totaal ruim één miljoen mensen – is het aantal vluchtelingen beperkt. Ze staan meestal onder de groep ‘overig niet-westers’. Onterecht, want daardoor wordt vaak niet zicht baar dat vluchtelingen, met hun eigen migratiegeschiedenis, vaak heel andere problemen en kansen bij hun integratie tegenkomen. Uniek aan de IntegratieBarometer 2009 is dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) speciaal voor deze uitgave vluchtelingen als aparte groep heeft geanalyseerd. Van 70.000 vluchtelingen zijn gegevens verzameld over demografische kenmerken, verblijfstatus, VluchtelingenWerk Nederland woonomgeving, verhuisbewegingen, arbeidsparticipatie en uitke Postbus 2894 1000 CW Amsterdam ringsafhankelijkheid. Aangevuld met vragenlijsten en interviews T (020) 346 72 00 F (020) 617 81 55
[email protected] heeft onderzoeksbureau Regioplan alle gegevens geanalyseerd en www.vluchtelingenwerk.nl beschreven in de IntegratieBarometer 2009.
VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2009 Een onderzoek naar de integratie van vluchtelingen in Nederland
Voor de derde keer geven we de IntegratieBarometer uit.
03-12-09 13:48
Ingewikkelde inburgeringseisen De regering evalueert in 2009 de Wet inburgering buitenland (Wib). Deze wet regelt dat iemand moet slagen voor het inburgerings examen in het buitenland wil hij of zij een aanvraag doen voor gezinshereniging in Nederland. VluchtelingenWerk Nederland vindt het resultaat van de evaluatie ronduit teleurstellend. Voor de naar schatting duizend mensen in asiellanden die jaarlijks voor gezinshereniging naar Nederland willen komen, moeten uitzonderingen mogelijk zijn, vindt VluchtelingenWerk. Want ook vluchtelingen hebben er recht op samen te zijn met hun man, vrouw
of kinderen. Natuurlijk moeten zij hun inburgeringsexamen halen voordat ze naar Nederland komen, maar in Irak, Somalië of Afghanistan is dat niet makkelijk. Elektriciteit valt daar geregeld uit zodat de lessen op internet niet beschikbaar zijn. Er is geen lesmate riaal in de belangrijkste Afghaanse talen, of er zijn helemaal geen lessen beschikbaar. Bovendien moet de inburgeraar het examen afleggen op een Nederlandse ambassade – en die is er niet in de genoemde asiellanden. Dit betekent kostbare en soms riskante reizen naar buurlanden. Zo moet een Iraakse vrouw alleen naar Turkije, Jordanië of Syrië reizen. En haalt ze het examen, dan moet ze die reis nog een keer maken om haar visum voor Nederland op te halen. Kortom, op z’n minst zouden soepeler regels voor individuele gevallen op zijn plaats zijn. Het is nog ingewikkelder voor vluchtelingen die in Nederland het examen doen. Moesten zij binnen vijf jaar het inburgeringsexamen halen, in 2009 besluit de regering hier drieënhalfjaar van te maken. En net in 2010, op 1 januari, krijgen vluchtelingen als extra voorwaarde voorgeschoteld dat ze eerst het inburgeringsexamen moeten halen voordat ze een permanente verblijfsvergunning kunnen krijgen. Wij vinden dat als een vluchteling eerder slaagt voor het inburge ringsexamen, hij of zij ook eerder een permanente verblijfs vergunning mag krijgen. Want vluchtelingen hebben vaak al een onzekere toekomst in Nederland door hun verblijfsvergunning voor bepaalde tijd – en door die termijn van vijf jaar blijven zij langer in onzekerheid. Onze aanbevelingen brengen we in een expertmeeting voor het voetlicht en tot ons genoegen worden deze in het eindrapport van de
evaluatie opgenomen. Kabinet en Tweede Kamer gaan hier nauwelijks op in en in 2010 wordt de verzwaring van het inburgeringsexamen in het buitenland waarschijnlijk deels ingevoerd.
Arbeidsparticipatie Uit de CBS-cijfers voor de IntegratieBarometer blijkt dat van de vluchtelingen die behoren tot de beroepsbevolking gemiddeld 43 procent een betaalde baan heeft. Mannen werken veel vaker dan vrouwen – van de vrouwen werkt 29 procent. Vluchtelingen hebben een lastiger start op de arbeidsmarkt dan de vergelijkingsgroep migranten, onder andere door de langdurige asielperiode. Migranten hebben vaak al werk of een inkomen via hun partner, vluchtelingen starten meestal op de arbeidsmarkt als ‘niet werkend-werkzoekende’. Vluchtelingen halen de achterstand ten opzichte van andere migranten naar verloop van tijd in, maar nooit helemaal. Jongeren hebben het daarbij makkelijker dan oudere vluchtelingen. De positie van vluchtelingen uit Sierra Leone op de arbeidsmarkt is vergelijkbaar met die van autoch tonen, terwijl Somalische vluchtelingen achterblijven. Het aandeel werkzoekenden onder vluchtelingen is met 28 procent relatief hoog in vergelijking met de groep autochtonen en andere migranten. Dat betekent dat de arbeidsparticipatie onder vluchte lingen dus flink kan groeien. Een derde van de vluchtelingen is afhankelijk van een uitkering en leeft op een bestaansminimum. bron: IntegratieBarometer 2009
Hien Kieu
Foto Dolph Cantrijn
‘Mijn nieuwe leven begon toen een Nederlands vrachtschip ons oppikte’. Als 14-jarige ontvluchtte Hien Kieu zijn geboorteland
Vietnam. Eenmaal in ons land volgde hij verschillende technische opleidingen en start een ingenieursbureau dat hij uitbouwt tot een succesvol internationaal bedrijf.
20 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
Werk, de grote integratiemachine Integratie staat hoog, erg hoog op de Haagse agenda. En werk wijst de weg naar integratie en actief burgerschap. Gelukkig hebben veel asielzoekers en vluchtelingen vaak al ervaring als werknemer of ondernemer in het land van herkomst. Gunstig voor Nederland, nu de beroepsbevolking begint te krimpen. Ondanks de vele talenten en kwaliteiten zijn vluchtelingen een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt. Een verklaring daarvoor is dat een Nederlandse opleiding en Nederlandse werkervaring meer kans bieden op succes bij het vinden van werk. Veel vluchtelingen hebben echter minder kans (gehad) om zo’n Nederlands cv op te bouwen. Ook is de armoede onder vluchtelingen in Nederland groter dan onder andere migrantengroepen en Nederlanders, gecombineerd met de crisis en hogere werkloosheid zijn zij sneller de dupe. Bovendien vragen hun voorgeschiedenis, hun redenen om te vluchten en de vaak lange asielprocedure om een eigen benadering. Des te meer reden voor VluchtelingenWerk om in 2009 geregeld aan tafel te zitten bij de staatssecretaris voor Sociale Zaken. We willen meer vluchtelingen aan het werk, in het midden- en kleinbedrijf, bij grote bedrijven en via brancheorganisaties. Daarnaast pleiten we ervoor dat de regering concrete doelen vaststelt voor de re-integratie van vluchtelingen en de re-integratiedienstverlening aan vluchte lingen verbetert. Ook voor asielzoekers is werk nodig en belangrijk – dat gaat armoede en sociale isolatie tegen, voorkomt lage eigenwaarde en een gat in het cv. We willen dat asielzoekers die langer dan een half jaar in de asielprocedure zitten, gewoon de arbeidsmarkt op kunnen. De werkervaring is goed voor hun integratie als ze een verblijfsvergun ning krijgen. En krijgen ze geen vergunning, dan kunnen ze die ervaring goed gebruiken in het land van herkomst. Daarvoor lobbyen we bij Eerste Kamer en in Europa doen we dat samen met de European Council on Refugees and Exiles (ECRE). In Brussel staan namelijk de minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten op de agenda, besluiten daarover vallen in 2010. Kamer, kabinet en Europa bepalen grotendeels hun eigen agenda, beïnvloeding van beleid blijft een kwestie van vaak en veel aankloppen.
Het Banenoffensief met succes afgesloten Een klinkende slotbijeenkomst, in aanwezigheid van de staatssecre taris van Sociale Zaken, viert het succes van het Banenoffensief Vluchtelingen. Een gezamenlijk project dat VluchtelingenWerk, Emplooi, UAF en CWI in 2005 startten om vluchtelingen een serieuze kans op werk te bieden. Officieel was het project in 2008 al afgesloten, op 23 maart 2009 presenteren we de resultaten: • in drie jaar tijd begeleidt het Banenoffensief 2.327 vluchtelingen naar werk, dat is 90 procent van de doelstelling. Een prachtig 21 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
resultaat, gezien het ambitieuze doel, de relatief beperkte middelen en de slechte arbeidsmarktpositie van vluchtelingen die er sinds de crisis in 2008 niet beter op is geworden; • het Banenoffensief bewijst dat werkgevers en vluchtelingen met een intensieve en persoonlijke aanpak goed bij elkaar te brengen zijn. Bijna 60 procent van de vluchtelingen die op gesprek zijn geweest, hebben werk, stage of een werkervaringsplaats; • vrijwilligers en hun netwerken blijken van onschatbare waarde; • door het Banenoffensief staat werk voor vluchtelingen weer op de politieke en maatschappelijke agenda. De noodzaak van het maatwerk dat het Banenoffensief biedt, wordt nu beter onder kend dan vier jaar geleden; • de sterke alliantie tussen de vluchtelingenorganisaties en UWV WERKbedrijf (voorheen CWI) zorgt voor een kostenefficiënte en effectieve aanpak. In drie jaar tijd, van 2005 tot 2008, kost het Banenoffensief in totaal ruim 5,5 miljoen euro. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betaalt daarvan 3 miljoen euro, VluchtelingenWerk neemt ruim 2 miljoen euro voor zijn rekening. De andere subsidiënten betalen het resterende bedrag. Uiteraard zijn er ook lessen voor de toekomst. In het project is er veel aandacht voor werkgevers, wat ten koste ging van de aandacht om voldoende vluchtelingen te werven en met maatwerk klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. Ook mogen de zelforganisaties van vluchte lingen een grotere rol krijgen. Verder kan de samenwerking met gemeenten beter – gemeenten en re-integratiebedrijven raken niet snel overtuigd van de sterke punten van het Banenoffensief en dat levert te weinig nieuwe contracten en afspraken op. Ten slotte is drie jaar te kort om overal in het land structurele veranderingen voor elkaar te krijgen. Maatwerk en speciale aandacht voor vluchtelingen blijven noodzakelijk. Bijzonder is dat de Sociaal-Economische Raad (SER) in een diversi teitsadvies het Banenoffensief noemt als een voorbeeld van een innovatief project dat diversiteit in de samenleving bevordert.
Het Banenoffensief gaat verder Op de slotbijeenkomst van het Banenoffensief Vluchtelingen is de wens om het project een vervolg te geven duidelijk hoorbaar. De staatssecretaris van Sociale Zaken reageert meteen positief en nodigt de projectpartners uit met een voorstel te komen. In drie maanden tijd ontwikkelen VluchtelingenWerk, het UAF, het UWV WERKbedrijf en de regionale afdelingen een plan onder de naam Verankering Banenoffensief dat eind juni 2009 bij de staatssecretaris op het bureau ligt. In juli laat Sociale Zaken weten dat hun bijdrage door de economische crisis een stuk minder zal zijn, namelijk maximaal 1 miljoen euro, een derde van het gevraagde bedrag. Dat betekent flinke aanpassingen, en eind december wordt de aanvraag gehono reerd. De belangrijkste doelstelling blijft overeind: gemeenten stimuleren een actieve rol te spelen in de gezamenlijke aanpak om vluchtelingen naar de arbeidsmarkt te begeleiden. De staatssecretaris wil daar zelf ook aan bijdragen. Door wethouders van gemeenten die de projectpartners geselecteerd hebben op het ministerie uit te nodigen voor een gesprek over de aanpak in het Banenoffensief. VluchtelingenWerk, Emplooi, het UAF en het UWV
WERKbedrijf kunnen dan laten zien hoe de samenwerking met alle partijen het beste vorm krijgt. Vanaf 2010 wil Verankering Banenoffensief in twee jaar het volgende bereiken: • in elf gemeenten een samenwerkingverband tot stand brengen met daarin vertegenwoordigers van gemeenten, VluchtelingenWerk-Emplooi, het UAF en het UWV WERKbedrijf en lokale of regionale partners, zoals werkgevers, ROC’s en re-integratiebedrijven; • een methodiek beschrijven op basis van de ervaringen in deze elf gemeenten. Deze methodiek wordt verspreid in de overige regio’s; • drie landelijke kennisdagen organiseren, plus twee maal per jaar uitwisselingsdagen voor de partners van de pilotgemeenten om ervaringen te delen, knelpunten en oplossingen te bespreken; • 700 vluchtelingen naar de arbeidsmarkt begeleiden, waarvan ongeveer 55 procent naar betaald werk, 30 procent naar onbetaald werk en 15 procent in een opleidingstraject. VluchtelingenWerk-Emplooi neemt 500 plaatsingen voor zijn rekening en het UAF 200 plaatsingen. De financiering voor de uitvoering van deze begeleiding moet uit gemeentelijke budgetten plaatsvinden.
Emplooi Emplooi is een soort uitzendbureau van VluchtelingenWerk. Sinds 1989 is hét kenmerk van de Emplooiformule de inzet van vrijwillige adviseurs, meestal voormalig ondernemers en leidinggevenden die hun expertise, persoonlijk netwerk en levenservaring gebruiken om vluch telingen aan een baan te helpen. Eind 2009 zijn er totaal 123 Emplooiadviseurs actief, die 334 vluchtelingen aan een baan of werkervaringsplek helpen. Weliswaar zijn dat er minder dan de 481 vluchtelingen in 2008, maar de economische crisis treft werkzoekende vluchtelingen relatief harder dan de gemiddelde werkzoekende in Nederland. Vanaf 2008 is Emplooi formeel onderdeel van VluchtelingenWerk. Bijna 20 jaar geleden richtte VluchtelingenWerk deze stichting op als antwoord op de hoge werkloosheid onder vluchte lingen. Doel was om uit te groeien tot een zelfstandig gespecialiseerd arbeidsbemiddelingsbureau voor vluchtelingen. Door onvoldoende financiering is dat niet gelukt en wordt Emplooi weer onderdeel van VluchtelingenWerk. Het fusieproces gaat net als in 2008 ook dit jaar langzaam: de regionale afdelingen van VluchtelingenWerk en de Emplooiadviseurs moeten nog aan elkaar wennen. De verwachting is dat Emplooi in 2010 een duidelijke positie krijgt in de meeste regionale afdelingen, daarnaast krijgt Emplooi een stevige rol in het project Verankering Banenoffensief. De kosten voor Emplooi bedragen in 2009 715.000 euro. Dit komt neer op iets meer dan 2.100 euro per vluchte ling die aan het werk is geholpen. Een bescheiden bedrag vergeleken met de kosten die veel reïntegratiebedrijven maken.
Van Pardon naar Werk Veel pardonners – mensen die dankzij de Pardonregeling voor ex-asielzoekers een verblijfsvergunning kregen – zijn erg gemoti veerd om snel een eigen inkomen te verwerven en lukt het om werk te vinden na jaren van onzekerheid en niet mogen werken. Door een gat 22 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
in het cv, nauwelijks een netwerk en vaak verloren vaardigheden gaat dat overigens niet vanzelf. Eind 2007 sloten het UWV-WERKbedrijf, UAF, Emplooi, COA en VluchtelingenWerk een convenant om samen pardonners aan werk te helpen. Het UWV WERKbedrijf wil in 2008 en 2009 in totaal 3.000 pardonners naar een betaalde baan begeleiden. Met het project ‘Van Pardon naar Werk’ hebben de partners UAF en VluchtelingenWerk-Emplooi een aanvullend programma om pardon ners een extra duwtje in de rug geven. Het UWV WERKbedrijf, met wie het convenant eind december is afgelopen, weet in 2008 en 2009 2.951 mensen plaatsen. Bij VluchtelingenWerk gaat het aanvullende programma een half jaar later, vanaf november 2008, pas echt lopen, formeel was dat 1 juli 2008 – het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurt de beschikking echter pas in oktober 2008 uit. Bovendien is het project verlengd tot 30 juni 2010: omdat nog veel pardonners een vooropleiding of taalles doen, duurt het langer voor ze beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. Ons streven om in anderhalf jaar tijd 1.000 pardonners aan een stageplaats, opleiding of vrijwilligerswerk te hebben, halen we niet. In 2009 krijgen 860 pardonners een intake. Slechts 260 pardonners vinden daadwerkelijk een stage- of praktijkplek. Als gevolg van de crisis blijkt het moeilijker te zijn om mensen te plaatsen. Veel pardonners die wij begeleiden, blijken een grotere afstand tot de arbeidsmarkt te hebben. Bovendien zijn de regionale afdelingen nog niet gewend aan dit soort begeleiding en de veelheid aan gemeentelijke regels rond reïntegratie. We stellen onze prognoses voor het totale project bij naar 800 plaatsingen. De Stichting Instituut GAK subsidieert het project voor 1 miljoen euro. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, samen met het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie, zegt eenzelfde bedrag toe. Maar wanneer we de prognoses aanpassen, wordt dit bedrag bijgesteld naar 800.000 euro.
Pardonners overleven in Amsterdam Van adres naar adres moeten hoppen, schulden, geen vast dagritme, ineens de bureaucratie induiken na een jarenlang illegaal bestaan: pardonners lopen tegen flinke obstakels aan. ‘Overleven’ is immers lange tijd de strategie van veel pardonners geweest. In 2009 begeleidt Stichting VluchtelingenWerk Amstel tot Zaan (SVAZ) bijna 1.200 pardonners. Intensieve begeleiding die voor ruim driehonderd pardonners al in 2007 begon, toen het pardon van kracht werd. SVAZ onderzoekt in 2009 hoe het met die pardonners gaat die ze sindsdien begeleid hebben. Eind 2009 is 58 procent nog bezig met inburgering. Slechts 15 procent is geslaagd voor de inburgering en ongeveer 8 procent heeft vrijstelling van inburgering gekregen. Ongeveer een derde (35 procent) van de pardonners is aan het werk. Veel pardon ners kunnen het begeleidingstraject niet voltooien. Een verblijfs vergunning regelen vlak na de pardonregeling nam maanden in beslag. De lange weg daarna door de bureaucratie – inkomen, zorgverzekering en woning regelen – is voor velen zeer stressvol. Zichtbaar is wel, dat wanneer de basale zaken eindelijk geregeld zijn, de onzekerheid van de afgelopen jaren tot uiting komt. Kortom, er is nog een wereld te winnen voordat pardonners een goede plaats in de samenleving en op de arbeidsmarkt veroverd hebben.
Van Pardon naar huis Binnen twee jaar na de Pardonregeling in 2007 hebben de bijna 28.000 pardonners een goede plek om te wonen. Dat wordt officieel bekend gemaakt op 6 oktober 2009 tijdens de slotmanifestatie In Nederland staat ons huis van de Taskforce Huisvesting Statushouders. Bij de verdeling van huisvesting krijgen pardonners te maken met soepeler regels. Zo kunnen ze vaak blijven wonen in de regio waar ze eerst in asielzoekerscentra werden opgevangen – een vertrouwde omgeving waar de kinderen naar school gaan en ze een eigen netwerk hebben – en krijgen ze meer mogelijkheden om zelf huisvesting te zoeken. VluchtelingenWerk zit als toehoorder bij de vergaderingen van de Taskforce en regionale afdelingen staan pardonners bij in hun zoektocht naar een huis, opleiding en werk. De Taskforce wijst gemeenten er meerdere malen op hoe belangrijk het is om VluchtelingenWerk in te schakelen. Bij de evaluatie pleit VluchtelingenWerk ervoor de goede ervaringen bij de huisvesting van pardonners ook te gebruiken bij de reguliere huisvesting van vluchtelingen.
Vluchtelingenfonds In 2009 zijn het Legesfonds, het Diakonaal Fonds en het Fonds Bijzondere Noden samengevoegd tot het Vluchtelingenfonds. Op het Vluchtelingenfonds kan een beroep worden gedaan voor de hoge kosten van leges voor verblijfsvergunningen, voor de kosten van gezinshereniging en algemene financiële ondersteuning van vluchte lingen. Het Vluchtelingenfonds wordt gevoed met bijdragen van VluchtelingenWerk, Cordaid, ICCO, Stichting Verenigde Stichtingen Van Dooren–Blankenheym–Van Lede en giften van donateurs. In
totaal geven we in 2009 aan de ondersteuning van asielzoekers en vluchtelingen 477.000 euro uit.
In Nederland blijven kost geld De staatssecretaris van Justitie besluit in 2009 dat de leges voor verlenging van een verblijfsvergunning met 100 euro omhoog gaan. De leges voor de vergunning voor onbepaalde tijd worden zelfs verdubbeld naar 401 euro per persoon. Vluchteling zijn in Nederland is al niet goedkoop, de laatste jaren zijn de leges voor verblijfs vergunningen en naturalisatie fors verhoogd. Een vergunning voor gezinshereniging kost bijvoorbeeld 830 euro. En iemand die op medische gronden een vergunning nodig heeft, moet daarvoor 331 euro betalen en vervolgens elk jaar verlengingskosten van 288 euro. Vanuit het Vluchtelingenfonds – waar mensen een beroep op kunnen doen als ze de hoge leges echt niet kunnen betalen – honoreren we 128 van de 225 aanvragen (kosten in 2009: 50.000 euro). In het voorjaar voert de Tweede Kamer een debat over de hoge leges. Samen met een aantal migrantenorganisaties voert VluchtelingenWerk gesprekken met Kamerleden om duidelijk te maken dat de hoge leges gezinsmigranten en vluchtelingen in de problemen brengen. Hoewel de staatssecretaris zegt geen financiële ruimte te hebben om de leges te verminderen, vraagt ze VluchtelingenWerk wel de knelpunten die de leges voor asielzoekers en vluchtelingen veroorzaken, op papier te zetten. Dankzij ons Vluchtelingenfonds kennen we die. De staatssecretaris laat ons weten dat ze de brief van VluchtelingenWerk zal betrekken bij de plannen die ze heeft voor een nieuw ‘legeshuis’ in 2010.
Mara Visser
Foto Martin Hogeboom
Mara Visser liep een jaar stage bij VluchtelingenWerk Zwolle. Inmiddels is ze afgestudeerd, heeft ze een baan, maar is toch
weer terug. Als vrijwilligster. ‘Ik miste het werk en de gezelligheid zo erg, dat ik ben teruggekomen voor één dag in de week.’ 23 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
Foto Klaas Fopma
Afework uit Ethiopië wordt herenigd met zijn zoon Fikirourell.
Gezin goed voor integratie Bijna driekwart, 71 procent, van de Nederlanders vindt het terecht dat vluchtelingen hun directe gezinsleden laten overkomen als zij zelf een verblijfsvergunning hebben. Dat blijkt uit een onderzoek van TNS Nipo, dat in de zomer van 2009 in opdracht van VluchtelingenWerk is uitgevoerd. Een opvatting die we volledig delen: kinderen horen op te groeien bij hun ouders, echtparen horen niet van elkaar gescheiden te zijn. Sterker nog, familie en een thuis basis zijn goed voor de integratie van nieuwkomers. We ondersteunen gezinshereniging en reageren op verscherpte wetgeving. In 2009 stijgt het aantal aanvragen voor gezinshereniging. De staats secretaris constateert relatief veel aanvragen voor pleegkinderen, die volgens haar niet in alle gevallen daadwerkelijk pleegkinderen zijn. Met als gevolg dat de procedure voor de aanvraag van gezinshereni ging van vluchtelingen wordt aangescherpt. VluchtelingenWerk trekt veelvuldig aan de bel en wijst de IND erop dat procedures wel fair en redelijk moeten blijven. Vluchtelingen blijken namelijk lijsten met meer dan 80 vragen in korte tijd schriftelijk te moeten beantwoorden. De protesten van VluchtelingenWerk sorteren effect. De IND hoort vaker gezinsleden om erachter te komen of er sprake is van een echte gezinsband en heeft ons en andere betrokkenen uitgenodigd om mee te denken over een betere en meer efficiënte gezinsherenigings procedure. Daarnaast geven sommige voorgestelde aanpassingen in de Vreemdelingenwet – die over het algemeen slecht uitpakken voor vluchtelingen – meer rechtszekerheid. Zo zal de aanvraagprocedure voor gezinshereniging veranderen, waardoor de aanvrager in Nederland bezwaar tegen een negatieve beslissing kan maken. Nu 24 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
nog moeten gezinsleden eerst naar een ambassade reizen die vaak in een ander land ligt. Plus, op verzoek van VluchtelingenWerk wordt de definitie van de nareistermijn bij gezinshereniging in de wet aangepast. Gezinsleden hoeven niet meer binnen drie maanden na de aanvraag voor gezinshereniging daadwerkelijk in Nederland te zijn. Een aanvraag binnen drie maanden na de toekenning van een verblijfsvergunning is voldoende. Als gevolg van de val van het kabinet-Balkenende is het onzeker wanneer de Tweede Kamer deze aanpassingen van de Vreemdelingenwet zal behandelen.
Gezinnen bij elkaar brengen Gezinnen horen bij elkaar, ook van vluchtelingen. Daarom heeft VluchtelingenWerk een actieve rol in gezinshereniging, met fondsen en menskracht. In 2009 krijgt het Vluchtelingenfonds 508 aanvragen binnen voor gezinshereniging, daarvan kunnen we er 413 financieel ondersteunen, waarmee 1.312 mensen herenigd zijn in Nederland. Hiermee is een bedrag van 411.000 euro gemoeid. Helaas moeten we het fonds in november sluiten, omdat het is uitgeput. Hierdoor kunnen we een aantal aanvragen niet in behandeling nemen. De toezeggingen van nieuwe fondsen zijn niet voldoende om aan de vraag te voldoen, en voor 2010 is er nog minder geld. In december vinden we een nieuwe grote donor, het Fonds DBL, die 65.000 euro bijdraagt – toch blijft de noodzaak om nieuwe geldschieters te vinden groot. Ook voor bijzondere noden doen vluchtelingen en asielzoekers een beroep op het Vluchtelingenfonds. In 2009 honoreert het fonds 14 van de 38 aanvragen (kosten: 16.000 euro). Zo betalen we een ticket voor een vrouw die zo in staat is haar terminaal zieke echtgenoot in
Foto Goedele Monnens
Nederland te bezoeken. Ook betalen we een bandopname voor een taalanalyse, uiteraard na een grondige analyse van het dossier van de betrokkene. Tenslotte krijgen 6 van de 19 uitgeprocedeerden die ons om steun vragen, een bijdrage.
Maatschappelijke begeleiding in Friesland Wat heb ik als vreemdeling nodig om mij in Nederland ‘mens’ te voelen? Hoe houd ik regie over mijn eigen leven? Wat draag ik als burger bij aan mijn nieuwe land? Vragen die de regionale afdeling van VluchtelingenWerk in Drenthe, Groningen en Friesland als leidraad neemt bij de maatschappelijke begeleiding van vluchte lingen. Dat betekent concrete afspraken met gemeenten over sociale en arbeidsparticipatie. Dat betekent bevlogen vrijwilligers die de nieuwkomers intensief bijstaan, met huiswerk begeleiden, huurcontracten uitleggen, fietslessen geven. Andere vrijwilligers zijn weer een persoonlijke coach voor vluchtelingen in een isole ment. Uiteraard zitten taallessen en taalmaatjes ook in het assor timent. Bovendien vindt de afdeling uitwisseling belangrijk en laat Nederlandse, in dit geval Drentse, en allochtone jongeren kennismaken met elkaar in het educatieve project ‘Jonge Wereldburgers’.
Taalcoaches Zijn huis, werk en gezin hard nodig om een plek in een nieuwe samenleving te verwerven, de taal van het land van aankomst beheersen zet integratie en inburgering in een hogere versnelling. Reden voor VluchtelingenWerk om in 2009 meer taalcoaches te zoeken – in 2008 meldden zich al 250 taalcoaches, dit jaar groeit dat aantal tot ruim 1.600. VluchtelingenWerk werkt in het project samen met Humanitas, Gilde Samen-Spraak, het Nederlandse Rode Kruis en het Landelijk Netwerk Thuislesorganisaties. Samen hebben zij met toenmalig minister Vogelaar in juni 2008 een convenant ondertekend. In 2009 leggen de vijf partners een projectplan op tafel. Daaruit volgt een digitale toolkit voor gemeenten, werving van vrijwillige taalcoaches onder grote landelijke bedrijven, de voorbereidingen voor een landelijke conferentie en trainingen voor de taalcoaches. Per 31 december 2009 heeft VluchtelingenWerk in de helft van de 217 deelnemende gemeenten projecten lopen. Dat is meer dan verwacht. In drie jaar tijd zal VluchtelingenWerk ruim 7.500 taalkoppels – een vluchteling en een taalcoach – realiseren, 39 procent van het totaal aantal taalkoppels dat het ministerie van VROM voor ogen heeft. De regionale afdelingen van VluchtelingenWerk ontvangen hiervoor ruim 5 miljoen euro van het ministerie. Een taalcoach geeft geen les, maar oefent echt de praktijk. Een gesprek met school, een klacht indienen, openbaar vervoer … voor vluchtelingen is dit een uitstekende aanvulling op hun inburgerings cursus. De taalcoaches zijn heel divers: soms zijn het ambtenaren, soms komen ze uit het bedrijfsleven. Veel van hen doen dit vrijwilligerswerk naast een betaalde baan.
25 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
Bij het Mensenbiebproject blijken vooroordelen een prima binnenkomer voor een goed gesprek.
Leen een vluchteling Misschien wel het leukste integratieproject van Nederland: de Mensenbieb. Zoals in een echte bibliotheek boeken te leen zijn, biedt de Mensenbieb letterlijk een mens aan voor een bijzondere ontmoe ting. Het motto: leen geen mening, oordeel zelf. In juli 2009 gaat de Mensenbieb landelijk en feestelijk van start, na een succesvolle pilot op vijf locaties door VluchtelingenWerk Midden Nederland in samenwerking met creatief denker en sociaal innovator Kim Tsai. Het idee erachter is dat mensen nieuwsgierig zijn naar vluchtelingen, maar in het dagelijks leven niet vanzelf met ze in contact komen. Tijdens een uitleensessie (met koffie) ontmoet de biebbezoeker iemand met een andere achtergrond, die misschien is opgegroeid in een volstrekt andere cultuur. De vrijwilligers in de Mensenbieb doen mee omdat ze graag andere mensen willen ontmoeten en meer over Nederland willen weten. Vooroordelen als ‘studenten zijn altijd dronken’ of ‘ambtenaren zijn lui’ blijken prima binnenkomers voor een goed gesprek. Dat gesprek tussen bezoeker en uitgeleende mag overigens over alles gaan. De bieb kan overal worden georganiseerd: op een festivalterrein, tijdens een open dag, op een school of, zoals de naam al suggereert, in de bibliotheek. Op 31 december 2009 hebben zeven van de veertien regionale afdelingen een Mensenbieb. Het doel is dat 80 procent van de afdelingen voor 31 december 2010 een Mensenbieb hebben geopend. De methodiek staat op www.mensendoeneenboekjeopen.nl.
Ontmoetingsproject in Noordwest-Holland Made in Holland
Made in Holland een wereld in geuren, smaken en verhalen
een wereld in geuren, smaken en verhalen
Made in Holland, een wereld in geuren, smaken en verhalen: een kookboek vol recepten uit Armenië, Somalië, Congo, Afghanistan, Kroatië, Irak en Nederland. Van simpele maaltijden tot feestelijke gerechten. Eigentijdse én traditionele recepten, overgedragen van moeder op dochter. Allemaal met liefde bereid in een Nederlandse keuken. Vrouwen die hun land moesten ontvluchten en Nederlandse vrouwen die hen wilden leren kennen, kwamen elkaar tegen bij een kookproject van de afdeling VluchtelingenWerk Noordwest-Holland. De mooie verhalen, de heerlijke recepten en de bijzondere ontmoetingen waren zo inspi rerend dat er een kookboek uit is ontstaan. Het boek, met een voorwoord van Caroline Tensen, ambassadeur van de Nationale Postcode Loterij, wordt op 22 november 2009 feestelijk gepresen teerd. Het kookproject waaruit het boek voortkomt, is gebaseerd op Bi-ont, een methode voor ontmoetingsprojecten die VluchtelingenWerk heeft ontwikkeld. Samen met het Oranjefonds steunen we dit regionale kookproject. We nemen met plezier een deel van de oplage van het kookboek af.
Duizend en één kracht van vrouwen
Kinderen op vakantie
Met trots ronden 180 allochtone en vluchtelingenvrouwen in een achterstandspositie een zogeheten EVC-traject af. Dat betekent dat ze zich bewust zijn geworden van hun competenties door een talententraining, zes maanden als vrijwilliger hebben gewerkt bij een maatschappelijke organisatie, een portfolio en toekomstplannen hebben gemaakt. EVC staat voor Eerder Verworven Competenties – door dit traject kunnen de vrouwen empowered en actief deelnemen aan de samenleving. Het EVC-traject is drie jaar geleden, op 1 januari 2007, gestart. Regionale afdelingen van VluchtelingenWerk voeren het uit als onderdeel van het landelijke participatieproject Duizend en één Kracht in samenwerking met Movisie en Stichting Empowerment Centre. Eind 2009 is het project met succes afgerond in zes gemeenten: Amsterdam, Breda, Den Haag, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht.
Circusweek, Creatief Theater, Chillen op Vlieland, boomhuttenkamp: een greep uit de kindervakantieweken die VluchtelingenWerk organi seert en financiert. Want voor veel vluchtelingkinderen betekent zomervakantie zes weken lang verveling in het asielzoekerscentrum. Daarom zorgen we er al jaren voor dat asielzoekers- en vluchteling kinderen van 6 tot 17 jaar even op vakantie kunnen. Gespecialiseerde organisaties als YMCA, NIVON, Stichting Weekje Weg, Stichting Vakantiekind, Stichting Capriool en Stichting de Vrolijkheid vullen het programma in, VluchtelingenWerk heeft de werving, de aanmeldingen en administratie onder zijn hoede. Omdat veel ouders het moeilijk vinden om hun kinderen een week te moeten missen, brengen we ook vakantieweken naar de asielzoekerscentra toe. Naast de Kindervakantieweken zijn er nog Eénouderweken, waar ouders ook kunnen ontspannen omdat anderen activiteiten met hun kinderen ondernemen. In 2009 organiseren we 12 vakantieweken op asielzoekerscentra, 29 reguliere weken en 8 weken voor eenoudergezinnen. Daar komen 897 kinderen en 87 ouders op af. Twee vervelende incidenten leiden tot een klacht en zijn voor ons aanleiding om een gedragsprotocol op te stellen. Verder merken we dat de samenwerking met de regionale afdelingen beter mag. Aan de kindervakantieweken geven we 167.753 euro uit.
26 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009
Foto Bert Spoor
Oefenen voor een voorstelling aan het eind van de Circusweek, één van de Kindervakantieweken van VluchtelingenWerk.
27 | VluchtelingenWerk Nederland Jaarverslag 2009