Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Projectorganisatie Waalsprong
Programma / Programmanummer
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Grondbeleid / 1032 Collegevergadering
BW-nummer
no 47
Portefeuillehouder
J. van der Meer Samenvatting Aanwezig:
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
De projectorganisatie Waalsprong Th. demoet Graafworden herijkt. Aanleiding is de Voorzitter beëindiging van de samenwerking met andere partners in L. GEM P. Depla, H. van Hooft sr., Scholten, Wethouders Waalsprong door de ontvlechting. In dit voorstel wordt de hoofdlijn van P. Lucassen, J. van der Meer de verandering beschreven.
Gemeentesecretaris Communicatie Verslag
P. Eringa A. Kuil M. Sofovic
Ter besluitvorming door het college Aldus
OB00, Henk Berends, 9623
H. Kunst, Datum ambtelijk voorstel 8 mei 2013 Registratienummer
13.0008730
vastgesteld in de vergadering van:
1. De hoofdlijn voor de projectorganisatie Waalsprong zoals beschreven in dit voorstel vast te stellen en opdracht te geven deze verder uit te werken en te implementeren per uiterlijk 101-2014.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Financiën 2. De planexploitatie GEM Waalsprong en WaalsprongDe voorzitter, De secretaris, J. Inberg gemeentelijk deel te integreren tot één planexploitatie Waalsprong als onderdeel van het programma Grondbeleid.
3. De brief aan de raad vast te stellen.
Programmamanager H. Berends
Programmadirecteur J. Sprangers
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad Besluit B&W d.d. 25 juni 2013 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.2
1
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Governance Waalsprong.docx
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
In het najaar van 2012 is het proces begonnen dat heeft geleid tot de beëindiging van de PPS planexploitatie GEM Waalsprong. De gemeente Nijmegen is nu enig aandeelhouder. Er zijn nu twee projectorganisaties actief om de Waalsprong te ontwikkelen: de GEM Waalsprong BV/CV ontwikkelt de (woon)wijken en bij de gemeente ligt de nadruk op infrastructuur, parken en bedrijventerreinen. De beëindiging van de PPS geeft aanleiding om deze organisatievorm(en) te herijken. 2
Juridische aspecten
Dit voorstel voor de projectorganisatie Waalsprong heeft betrekking op mogelijke organisatorische en personele consequenties voor GEM Waalsprong. Voor de gemeente Nijmegen zijn er mogelijk personele consequenties door het overhevelen van taken naar nieuwe projectorganisatie Waalsprong. Gelet op deze aspecten worden de OR van de gemeente Nijmegen en de OC van GEM Waalsprong betrokken bij dit besluit. 3
Doelstelling
Besluitvorming over de hoofdlijnen van de projectorganisatie Waalsprong. 4
Argumenten
Ons College hanteert de volgende uitgangspunten voor de nieuwe projectorganisatie Waalsprong: Opgave De Waalsprong is een belangrijke en grote opgave voor de stad. De ontwikkeling van een stadsdeel waar, met actuele inzichten, in totaal nog circa 9.000 woningen, 55 hectare bedrijventerreinen, 100 hectare groen en water en 23.000 m² bruto verkoopoppervlakte winkels worden ontwikkeld vraagt om een goede sturing. Het gaat om een stadsdeel met uiteindelijk wellicht meer dan 30.000 inwoners. Sturen op dit resultaat heeft prioriteit. Van, voor en door de stad De ontwikkeling van het gebied maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van de gemeente Nijmegen. De Waalsprong is ‘van Nijmegen’ en dit willen wij niet (langer) op afstand zetten, zoals in de PPS-tijd met GEM Waalsprong is gebeurd. Hierdoor wordt het gemakkelijker om de ambities van de stad, indien gewenst op meerdere beleidsterreinen, aan elkaar te verbinden. Directe sturing is daarnaast een eis gezien de grote invloed op de financiële positie van de stad. De ontwikkeling van de Waalsprong raakt Nijmegen in het hart en dat moet ook zo ervaren worden: ambtelijk, bestuurlijk en politiek. Geen hulpconstructies meer Het is gewenst dat de Waalsprong, nu de gemeente de volledige zeggenschap heeft, in de governance aansluit bij andere planexploitaties van de stad. Een procedure met wensen en bedenkingen voor de Raad rondom de planexploitatie is nu niet meer passend, net zo min als sturing van het project door een wethouder als aandeelhouder. Dit is nu de gemeente alleen verantwoordelijk is voor de planexploitatie Waalsprong, een onnodig complexe en verwarrende hulpconstructie. Het project willen wij daarom zo veel als mogelijk gelijk schakelen met andere projecten. Een einde dus aan bijzondere hulpconstructies want dit leidt af van waar het echt om gaat.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Tijdelijke projectorganisatie De gebeurtenissen sinds 2008 maken gebiedsontwikkeling erg moeilijk te voorspellen en onzeker. Afspraken voor een langere tijd blijken vaak niet houdbaar. Dit betekent dat wij opteren voor een tijdelijke en flexibele organisatie met een groot adaptief vermogen. Risicobeheersing Gezien de enorme onzekerheid die wij met betrekking tot gebiedontwikkeling ook de komende jaren nog zien zetten wij maximaal in op risicobeheersing.
Wat betekenen deze uitgangspunten?
Integraal en gebiedsgericht werken in één projectorganisatie De ontwikkeling van de Waalsprong vindt integraal en gebiedsgericht plaats. Eén projectorganisatie die voor de gehele ontwikkeling van de Waalsprong verantwoordelijk is. Hierdoor worden coördinatie- en afstemmingskosten binnen het project Waalsprong voorkomen. De organisatie is niet per beleidsthema ingericht (bijvoorbeeld sport, milieu of mobiliteit) maar op de integrale ontwikkeling van de Waalsprong. Indien gewenst is afstemmening met ontwikkelingen elders in de stad vanzelfsprekend.
GEM Waalsprong BV/CV blijft als instrument bestaan Het is fiscaal risicovol om de CV/BV af te schaffen en het project als een regulier gemeentelijke project te behandelen. Het risico vormt de besluitvorming van het kabinet over het BTW compensatiefonds. Als dit fonds wordt opgeheven of gemaximeerd kan de gemeente bij een regulier gemeentelijk project niet meer of beperkt BTW verrekenen. Het risico betreft met name de BTW over het toekomstig openbaar gebied. Via de CV/BV constructie kan ook na opheffing of maximering van het BTW compensatiefonds nog steeds verrekening van BTW plaatsvinden. Het is daarom verstandig de CV/BV constructie vooralsnog te laten bestaan en dit op een later moment nader te bezien, als er meer duidelijkheid is over het beleid van het kabinet op dit punt. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de bijlage 1 (notitie PWC). Met het ondertekenen van de Vaststellingsovereenkomst voor de ontvlechting van GEM Waalsprong is de gemeente Nijmegen de enige participant in GEM Waalsprong geworden. Als de kadernota Verbonden Partijen uit 2007 wordt gevolgd zou bij de start van een nieuw project een keuze voor een CV/BV met de gemeente als enig aandeelhouder niet voor de hand liggen. Aan deze afweging komen wij nu echter niet toe omdat er geen nieuw project wordt gestart. Bovendien zijn er zoals hierboven beschreven fiscale risico’s verbonden aan het opheffen van de CV/BV. Hoewel wij dus de CV/BV in stand houden willen wij het project niet ‘op afstand zetten’. Dit is ook helemaal niet nodig. Dit betekent dat wij het zoveel mogelijk als een regulier project gaan behandelen met budgetrecht voor de Raad en alle regels van toepassing willen laten zijn zoals die ook voor andere gemeentelijke projecten gelden. Een aanvullend argument om de CV/BV nu in stand te houden is dat zo een tijdrovende en dure liquidatie wordt voorkomen. Juist nu niet de zaken waar we mee bezig willen zijn in de Waalsprong. De focus moet liggen op het doen, op realisatie.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
De nieuwe organisatie is tijdelijk, voorlopig tot 2016 Wij willen de nieuwe organisatie inrichten voor een termijn van drie jaar, dus tot medio 2016. Dit betreft de periode waarin de afspraken uit de ontvlechting moeten worden uitgevoerd (onvoorwaardelijke grondafname, betaling van €12 miljoen) en nieuwe allianties moeten worden opgebouwd voor de toekomstige realisatie. Deze periode is conform de termijn van de Ontwikkelingsstrategie 2013. Op basis van de huidige inzichten zal dit betekenen dat wij in de eerste helft van 2016 nieuwe voorstellen zullen doen voor de actualisering van de Ontwikkelingsstrategie en ook de organisatie dan weer tegen het licht gaan houden.
Sturing en rollen Raad, College, ambtelijke organisatie, projectorganisatie Hiervoor hebben wij al vermeld dat de projectorganisatie een uitvoeringsorganisatie is voor de korte termijn. Dit zorgt voor een goede focus op realisatie. De middellange en lange termijn ontwikkeling van de Waalsprong komt bij uitstek tot uitdrukking in de planexploitatie. De verantwoordelijkheid hiervoor leggen wij niet bij GEM Waalsprong, maar binnen het gemeentelijk programma Grondbeleid. De planexploitatie Waalsprong wordt dan ook opgenomen in het VGP. Daarmee vindt een belangrijke ingreep plaats in de governance van GEM Waalsprong ten opzichte van de huidige situatie:
Raad: • De Waalsprong wordt een reguliere planexploitatie binnen het programma Grondbeleid waardoor alle bekende regels ook van toepassing worden: er is budgetrecht voor de Raad, rapportage vindt plaats in het VGP en de Risiconota, regels Kadernota Grondbeleid en Uitvoering Risicobeheer zijn van toepassing, et cetera. Ons College beëindigt dus de aparte status van GEM Waalsprong. • Daarmee wordt sturing vanuit het programma grondbeleid op stedelijk niveau beter mogelijk gemaakt voor ons College en de Raad. De gehele portefeuille is op één moment in beeld en in de besluitvormingsprocedure.
College: • Met het voorgaande is ook de positie van ons College grotendeels ingekaderd. Ons College stelt binnen de kaders van de planexploitatie het jaarplan vast voor de Waalsprong (voor welke deelprojecten vinden welke activiteiten plaats en met welke kosten en opbrengsten). Hierbij wordt een doorkijk gemaakt naar de volgende 3 jaren om nieuwe projecten tijdig te starten. • Het college stuurt de ontwikkeling van de Waalsprong integraal aan. Eerst verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Waalsprong is de portefeuillewethouder Waalsprong. Dit betreft de inhoudelijke en financiële ontwikkeling. • De wethouder Financiën heeft binnen het College vanuit zijn rol te maken met het onderdeel Grondbeleid, dus ook de Waalsprong. Hiermee zijn checks and balances bestuurlijk ingebouwd. • Bij ‘uitvoering en evaluatie’ is opgenomen dat wij gaan werken met een bestuursteam voor de projecten Waalsprong, Waalfront en Bergerden, gelet op de potentiële invloed op de financiële positie van de gemeente.
De ambtelijke organisatie:
Collegevoorstel
Vervolgvel
4 • • •
•
De Waalsprong is onderdeel van het programma Grondbeleid. Verantwoordelijkheden van de Directieraad en het hoofd Ontwikkelingsbedrijf zijn daarmee duidelijk. Er zijn geen hulpconstructies nodig. Bij conflicten tussen gemeentelijke programma’s over het beleid of de ontwikkeling van de Waalsprong vindt escalatie plaats via (een lid van) de Directieraad. Checks and balances op het gebied van financiën en risico’s zijn ambtelijk ingebed tussen het Ontwikkelingsbedrijf en Financiën. Deze concentreren zich rond het VGP en de Risiconota maar vinden ook op vele andere momenten plaats rondom periodieke rapportages en dergelijke. Ook hiervoor zijn geen bijzondere hulpconstructies nodig. Binnen het Ontwikkelingsbedrijf heeft de procesmanager Waalsprong onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd de taak de integrale kaderstelling voor de Waalsprong voor te bereiden in afstemming met de andere gemeentelijke programma’s en de toets van deelplannen hierop te organiseren. Ook is deze procesmanager het eerste aanspreekpunt voor de projectorganisatie Waalsprong.
Projectorganisatie Waalsprong: • De projectorganisatie werkt binnen een inhoudelijke kaderstelling van de Raad in de vorm van de Ontwikkelingsstrategie en ambitiedocumenten voor deelplannen. • De projectorganisatie werkt binnen een financiële kaderstelling van het College in de vorm van een jaarplan. • De projectorganisatie: - Heeft als taak de voorbereiding en uitvoering van de gebiedsontwikkeling, uitvoering te geven aan de plannen op korte termijn, - is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, aanleg en oplevering van openbare ruimte, - realiseert de productie van bouwrijpe kavels voor wonen, bedrijven en voorzieningen en het realiseren van de bijbehorende infrastructuur in de Waalsprong, - concentreert zich ook op de ontwikkeling en verkoop van bestaande woningen en vrije kavels in het plan. • De projectorganisatie is een CV/BV maar in tegenstellig tot de huidige situatie niet verantwoordelijk voor de planexploitatie. De formele stukken worden hierop aangepast. • Dit betekent dat de bedrijfsvoering van GEM Waalsprong zich concentreert op het jaarplan. De resultaten van GEM Waalsprong worden opgenomen en gerapporteerd in de planexploitatie Waalsprong als onderdeel van het programma Grondbeleid. • De aansturing van de projectorganisatie vindt bestuurlijk plaats door voorbereiding via Portefeuille-overleg en besluitvorming in het College zoals bij andere projecten. • Het aandeelhouderschap van de BV wordt ambtelijk ingevuld door het lid van de directieraad met de portefeuille financiën. Deze taak beperkt zich tot datgene wat minimaal nodig is en dat betreft hoofdzakelijk de vaststelling van de jaarrekening en de begroting (jaarplan). Sturing vindt niet via deze lijn plaats.
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
5
Klimaat
Dit voorstel heeft geen negatieve invloed op de klimaatambities voor de Waalsprong. 6
Financiën
De integratie van twee projectorganisaties tot één kent ook een bezuinigingstaakstelling op het gebied van plankosten. Dit is ook een uitgangspunt voor de grondexploitatie GEM Waalsprong 2013. 7
Communicatie
De OR van de gemeente Nijmegen en de OC van GEM Waalsprong worden ingelicht over ons besluit en om advies gevraagd. Het personeel van beide organisatie wordt vandaag in een gezamenlijke bijeenkomst geïnformeerd over dit besluit. 8
Uitvoering en evaluatie
Er komt een nieuwe start voor de projectorganisatie van de Waalsprong; dit betreft het GEMdeel en het gemeentelijke deel. Wij gaan de ontwikkeling van de Waalsprong veel meer als een regulier project organiseren. Om dit verder uit te werken voor de projectorganisatie werven wij een projectdirecteur voor een periode van 3 jaar. Hij/zij krijgt als taak uiterlijk per 1/1/2014 een draaiende projectorganisatie te hebben, overigens onder de voorwaarde dat het reguliere werk hier niet onder leidt. Het opzetten van een nieuwe projectorganisatie zal zeker gevolgen hebben voor de huidige GEM Waalsprong BV/CV maar ook voor betrokkenen van de gemeentelijke organisatie. Welke gevolgen dit zijn is nu nog niet veel over te zeggen. Ons College zal echter met betrekking tot de medewerkers van de GEM Waalspong BV/CV dezelfde zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid in acht nemen.Ten aanzien van arbeidsvoorwaarden streven wij uiteindelijk naar harmonisering. Daarnaast streven wij naar de situatie dat de kennis die de projectorganisatie Waalsprong nu en in de toekomst nodig heeft uit de gemeentelijke organisatie komt. Het adagium is gemeentelijke organisatie tenzij. In dit voorstel zijn slechts de hoofdlijnen van de doorontwikkeling van de projectorganisatie Waalsprong uitgewerkt. Indien zich bij het kwartiermaken eventuele (principiële) dilemma’s voordoen met mogelijke impact op bovenstaande zullen deze door ons College behandeld worden. Een evaluatie van de nieuwe sturing zal in de tweede helft van 2014 kunnen plaatsvinden. Voor de projecten Waalsprong, Waalfront en Bergerden met een potentieel grote invloed op de financiële positie van de gemeente Nijmegen wordt een bestuursteam Grote Projecten ingericht. Aan dit bestuursteam worden de ontwikkelingen in deze projecten elk kwartaal op hoofdlijnen gerapporteerd en worden ook de Risiconota Grondbeleid en het VGP besproken. Deelnemers zijn de wethouder Grondbeleid, Waalsprong en Financiën. Ambtelijk nemen deel de leden van de Directieraad aandachtsgebied Financiën en aandachtsgebied Ruimte en het hoofd Ontwikkelingsbedrijf. In de tweede helft van dit jaar brengen wij een raadsvoorstel in procedure over de integratie van de planexploitatie GEM Waalsprong en Waalsprong-gemeentelijk deel tot één planexploitatie Waalsprong als onderdeel van het programma Grondbeleid.
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
9
Risico
Een neerzetten van een nieuwe projectorganisatie heeft een risico dat er minder aandacht is voor de kernactiviteiten van de GEM Waalsprong BV/CV. Dit kan ook gelden voor het huidige gemeentelijke deel van de Waalsprong organisatie. Dit risico zal met de kwartiermaker besproken worden. Zowel door de GEM Waalsprong BV/CV als door de gemeentelijke organisatie zullen beheersmaatregelen worden opgesteld. De doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie in het ruimtelijk domein kan ook van invloed zijn op de nieuwe projectorganisatie Waalsprong. Omdat nu nog niet te overzien is of dit zich voordoet en in welke mate worden nog geen expliciete beheersmaatregelen getroffen.
Bijlage(n):
Brief aan de Raad
Ontwikkelingsbedrijf
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 25 juni 2013
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 96 10 E-mail
[email protected]
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
Onderwerp
OB00/13.0008778
Henk Berends
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Governance Waalsprong
(024) 3299623
Geachte leden van de Raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van: In het najaar van 2012 is het proces begonnen dat heeft geleid tot de beëindiging van de PPS planexploitatie GEM Waalsprong. De gemeente Nijmegen is nu enig aandeelhouder. Er zijn nu twee projectorganisaties actief om de Waalsprong te ontwikkelen: de GEM Waalsprong BV/CV ontwikkelt de (woon)wijken en bij de gemeente ligt de nadruk op infrastructuur, parken en bedrijventerreinen. De beëindiging van de PPS geeft aanleiding om deze organisatievorm(en) te herijken. De voorzitter, De secretaris, Ons College heeft vandaag de hoofdlijnen voor de nieuwe organisatie en governance van de Waalsprong vastgesteld. Met deze brief willen wij u hierover informeren. Ons College hanteert de volgende uitgangspunten voor de nieuwe projectorganisatie Waalsprong: Opgave De Waalsprong is een belangrijke en grote opgave voor de stad. De ontwikkeling van een stadsdeel waar, met actuele inzichten, in totaal nog circa 9.000 woningen, 55 hectare bedrijventerreinen, 100 hectare groen en water en 23.000 m² bruto verkoopoppervlakte winkels worden ontwikkeld vraagt om een goede sturing. Het gaat om een stadsdeel met uiteindelijk wellicht meer dan 30.000 inwoners. Sturen op dit resultaat heeft prioriteit. Van, voor en door de stad De ontwikkeling van het gebied maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van de gemeente Nijmegen. De Waalsprong is ‘van Nijmegen’ en dit willen wij niet (langer) op afstand zetten, zoals in de PPS-tijd met GEM Waalsprong is gebeurd. Hierdoor wordt het gemakkelijker om de ambities van de stad, indien gewenst op meerdere beleidsterreinen, aan elkaar te verbinden. Directe sturing is daarnaast een eis gezien de grote invloed op de financiële positie van de stad. De ontwikkeling van de Waalsprong raakt Nijmegen in het hart en dat moet ook zo ervaren worden: ambtelijk, bestuurlijk en politiek.
www.nijmegen.nl
breif raad governance waalsprong.docx
1
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf
Vervolgvel
1
Geen hulpconstructies meer Het is gewenst dat de Waalsprong, nu de gemeente de volledige zeggenschap heeft, in de governance aansluit bij andere planexploitaties van de stad. Een procedure met wensen en bedenkingen voor uw Raad rondom de planexploitatie is nu niet meer passend, net zo min als sturing van het project door een wethouder als aandeelhouder. Dit is nu de gemeente alleen verantwoordelijk is voor de planexploitatie Waalsprong, een onnodig complexe en verwarrende hulpconstructie. Het project willen wij daarom zo veel als mogelijk gelijk schakelen met andere projecten. Een einde dus aan bijzondere hulpconstructies want dit leidt af van waar het echt om gaat. Tijdelijke projectorganisatie De gebeurtenissen sinds 2008 maken gebiedsontwikkeling erg moeilijk te voorspellen en onzeker. Afspraken voor een langere tijd blijken vaak niet houdbaar. Dit betekent dat wij opteren voor een tijdelijke en flexibele organisatie met een groot adaptief vermogen. Risicobeheersing Gezien de enorme onzekerheid die wij met betrekking tot gebiedsontwikkeling ook de komende jaren nog zien zetten wij maximaal in op risicobeheersing. Wat betekenen deze uitgangspunten? Integraal en gebiedsgericht werken in één projectorganisatie De ontwikkeling van de Waalsprong vindt integraal en gebiedsgericht plaats. Eén projectorganisatie die voor de gehele ontwikkeling van de Waalsprong verantwoordelijk is. Hierdoor worden coördinatie- en afstemmingskosten binnen het project Waalsprong voorkomen. De organisatie is niet per beleidsthema ingericht (bijvoorbeeld sport, milieu of mobiliteit) maar op de integrale ontwikkeling van de Waalsprong. Indien gewenst is afstemmening met ontwikkelingen elders in de stad vanzelfsprekend. GEM Waalsprong BV/CV blijft als instrument bestaan Het is fiscaal risicovol om de CV/BV af te schaffen en het project als een regulier gemeentelijke project te behandelen. Het risico vormt de besluitvorming van het kabinet over het BTW compensatiefonds. Als dit fonds wordt opgeheven of gemaximeerd kan de gemeente bij een regulier gemeentelijk project niet meer of beperkt BTW verrekenen. Het risico betreft met name de BTW over het toekomstig openbaar gebied. Via de CV/BV constructie kan ook na opheffing of maximering van het BTW compensatiefonds nog steeds verrekening van BTW plaatsvinden. Het is daarom verstandig de CV/BV constructie vooralsnog te laten bestaan en dit op een later moment nader te bezien, als er meer duidelijkheid is over het beleid van het kabinet op dit punt. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de bijlage 1 (notitie PWC). Met het ondertekenen van de Vaststellingsovereenkomst voor de ontvlechting van GEM Waalsprong is de gemeente Nijmegen de enige participant in GEM Waalsprong geworden. Als de kadernota Verbonden Partijen uit 2007 wordt gevolgd zou bij de start van een nieuw project een keuze voor een CV/BV met de gemeente als enig aandeelhouder niet voor de hand liggen. Aan deze afweging komen wij nu echter niet toe omdat er geen nieuw project wordt gestart. Bovendien zijn er zoals hierboven beschreven fiscale risico’s verbonden aan
www.nijmegen.nl
breif raad governance waalsprong.docx
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf
Vervolgvel
2
het opheffen van de CV/BV. Hoewel wij dus de CV/BV in stand houden willen wij het project niet ‘op afstand zetten’. Dit is ook helemaal niet nodig. Dit betekent dat wij het zoveel mogelijk als een regulier project gaan behandelen met budgetrecht voor uw Raad en alle regels van toepassing willen laten zijn zoals die ook voor andere gemeentelijke projecten gelden. Een aanvullend argument om de CV/BV nu in stand te houden is dat zo een tijdrovende en dure liquidatie wordt voorkomen. Juist nu niet de zaken waar we mee bezig willen zijn in de Waalsprong. De focus moet liggen op het doen, op realisatie. De nieuwe organisatie is tijdelijk, voorlopig tot 2016 Wij willen de nieuwe organisatie inrichten voor een termijn van drie jaar, dus tot medio 2016. Dit betreft de periode waarin de afspraken uit de ontvlechting moeten worden uitgevoerd (onvoorwaardelijke grondafname, betaling van €12 miljoen) en nieuwe allianties moeten worden opgebouwd voor de toekomstige realisatie. Deze periode is conform de termijn van de Ontwikkelingsstrategie 2013. Op basis van de huidige inzichten zal dit betekenen dat wij in de eerste helft van 2016 nieuwe voorstellen zullen doen voor de actualisering van de Ontwikkelingsstrategie en ook de organisatie dan weer tegen het licht gaan houden. Sturing en rollen Raad, College, ambtelijke organisatie, projectorganisatie Hiervoor hebben wij al vermeld dat de projectorganisatie een uitvoeringsorganisatie is voor de korte termijn. Dit zorgt voor een goede focus op realisatie. De middellange en lange termijn ontwikkeling van de Waalsprong komt bij uitstek tot uitdrukking in de planexploitatie. De verantwoordelijkheid hiervoor leggen wij niet bij GEM Waalsprong, maar binnen het gemeentelijk programma Grondbeleid. De planexploitatie Waalsprong wordt dan ook opgenomen in het VGP. Daarmee vindt een belangrijke ingreep plaats in de governance van GEM Waalsprong ten opzichte van de huidige situatie. Hieronder gaan wij in op de sturing en rollen voor uw Raad, ons college en de ambtelijke organisaties. Raad: • De Waalsprong wordt een reguliere planexploitatie binnen het programma Grondbeleid waardoor alle bekende regels ook van toepassing worden: er is budgetrecht voor de Raad, rapportage vindt plaats in het VGP en de Risiconota, regels Kadernota Grondbeleid en Uitvoering Risicobeheer zijn van toepassing, et cetera. Ons College beëindigt dus de aparte status van GEM Waalsprong. • Daarmee wordt sturing vanuit het programma grondbeleid op stedelijk niveau beter mogelijk gemaakt voor ons College en uw Raad. De gehele portefeuille is op één moment in beeld en in de besluitvormingsprocedure. College: • Met het voorgaande is ook de positie van ons College grotendeels ingekaderd. Ons College stelt binnen de kaders van de planexploitatie het jaarplan vast voor de Waalsprong (voor welke deelprojecten vinden welke activiteiten plaats en met welke kosten en opbrengsten). Hierbij wordt een doorkijk gemaakt naar de volgende 3 jaren om nieuwe projecten tijdig te starten. • Het college stuurt de ontwikkeling van de Waalsprong integraal aan. Eerst verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Waalsprong is de portefeuillewethouder Waalsprong. Dit betreft de inhoudelijke en financiële ontwikkeling.
www.nijmegen.nl
breif raad governance waalsprong.docx
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf
Vervolgvel
3
• D De wethouder Financiën heeft binnen het College vanuit zij rol te maken met het programma Grondbeleid, dus ook met het onderdeel de Waalsprong. Hiermee zijn checks and balances bestuurlijk ingebouwd. • Bij ‘uitvoering en evaluatie’ is opgenomen dat wij gaan werken met een bestuursteam voor de projecten Waalsprong, Waalfront en Bergerden, gelet op de potentiële invloed op de financiële positie van de gemeente. De ambtelijke organisatie: • De Waalsprong is onderdeel van het programma Grondbeleid. Verantwoordelijkheden van de Directieraad en het hoofd Ontwikkelingsbedrijf zijn daarmee duidelijk. Er zijn geen hulpconstructies nodig. • Bij conflicten tussen gemeentelijke programma’s over het beleid of de ontwikkeling van de Waalsprong vindt escalatie plaats via (een lid van) de Directieraad. • Checks and balances op het gebied van financiën en risico’s zijn ambtelijk ingebed tussen het Ontwikkelingsbedrijf en Financiën. Deze concentreren zich rond het VGP en de Risiconota maar vinden ook op vele andere momenten plaats rondom periodieke rapportages en dergelijke. Ook hiervoor zijn geen bijzondere hulpconstructies nodig. • Binnen het Ontwikkelingsbedrijf heeft de procesmanager Waalsprong onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd de taak de integrale kaderstelling voor de Waalsprong voor te bereiden in afstemming met de andere gemeentelijke programma’s en de toets van deelplannen hierop te organiseren. Ook is deze procesmanager het eerste aanspreekpunt voor de projectorganisatie Waalsprong. Projectorganisatie Waalsprong: • De projectorganisatie werkt binnen een inhoudelijke kaderstelling van uw Raad in de vorm van de Ontwikkelingsstrategie en ambitiedocumenten voor deelplannen. • De projectorganisatie werkt binnen een financiële kaderstelling van het College in de vorm van een jaarplan. • De projectorganisatie: Heeft als taak de voorbereiding en uitvoering van de gebiedsontwikkeling, uitvoering te geven aan de plannen op korte termijn, is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, aanleg en oplevering van openbare ruimte, realiseert de productie van bouwrijpe kavels voor wonen, bedrijven en voorzieningen en het realiseren van de bijbehorende infrastructuur in de Waalsprong, concentreert zich ook op de ontwikkeling en verkoop van bestaande woningen en vrije kavels in het plan. • De projectorganisatie is een CV/BV maar in tegenstelling tot de huidige situatie niet verantwoordelijk voor de planexploitatie. De formele stukken worden hierop aangepast. • Dit betekent dat de bedrijfsvoering van GEM Waalsprong zich concentreert op het jaarplan. De resultaten van GEM Waalsprong worden opgenomen en gerapporteerd in de planexploitatie Waalsprong als onderdeel van het programma Grondbeleid. • De aansturing van de projectorganisatie vindt bestuurlijk plaats door voorbereiding via Portefeuille-overleg en besluitvorming in ons College zoals bij andere projecten. • Het aandeelhouderschap van de BV wordt ambtelijk ingevuld door het lid van de directieraad met de portefeuille financiën. Deze taak beperkt zich tot datgene wat minimaal nodig is en dat betreft hoofdzakelijk de vaststelling van de jaarrekening en de begroting (jaarplan). Sturing vindt niet via deze lijn plaats.
www.nijmegen.nl
breif raad governance waalsprong.docx
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf
Vervolgvel
4
Uitvoering en evaluatie Er komt een nieuwe start voor de projectorganisatie van de Waalsprong; dit betreft het GEM- deel en het gemeentelijke deel. Wij gaan de ontwikkeling van de Waalsprong veel meer als een regulier project organiseren. Om dit verder uit te werken voor de projectorganisatie werven wij een projectdirecteur voor een periode van 3 jaar. Hij/zij krijgt als taak uiterlijk per 1/1/2014 een draaiende projectorganisatie te hebben, overigens onder de voorwaarde dat het reguliere werk hier niet onder leidt. De integratie van twee projectorganisaties tot één kent ook een bezuinigingstaakstelling op het gebied van plankosten. Dit is ook een uitgangspunt voor de grondexploitatie GEM Waalsprong 2013. Het opzetten van een nieuwe projectorganisatie zal zeker gevolgen hebben voor de huidige GEM Waalsprong BV/CV maar ook voor betrokkenen van de gemeentelijke organisatie. Welke gevolgen dit zijn is nu nog niet veel over te zeggen. Ons College zal echter met betrekking tot de medewerkers van de GEM Waalspong BV/CV dezelfde zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid in acht nemen als met betrekking tot de ambtenaren van de gemeente Nijmegen. Ten aanzien van arbeidsvoorwaarden streven wij uiteindelijk naar harmonisering. Gelet op deze aspecten worden de OR van de gemeente Nijmegen en de OC van GEM Waalsprong ingelicht over dit besluit en om advies gevraagd. Het personeel van beide organisatie wordt vandaag in een gezamenlijke bijeenkomst geïnformeerd over dit besluit. Daarnaast streven wij naar de situatie dat de kennis die de projectorganisatie Waalsprong nu en in de toekomst nodig heeft uit de gemeentelijke organisatie komt. Het adagium is gemeentelijke organisatie tenzij. Het neerzetten van een nieuwe projectorganisatie heeft een risico dat er minder aandacht is voor de kernactiviteiten van de GEM Waalsprong BV/CV. Dit kan ook gelden voor het huidige gemeentelijke deel van de Waalsprong organisatie. Dit risico zal met de kwartiermaker besproken worden. Zowel door de GEM Waalsprong BV/CV als door de gemeentelijke organisatie zullen beheersmaatregelen worden opgesteld. De doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie in het ruimtelijk domein kan ook van invloed zijn op de nieuwe projectorganisatie Waalsprong. Omdat nu nog niet te overzien is of dit zich voordoet en in welke mate worden nog geen expliciete beheersmaatregelen getroffen. In dit voorstel zijn slechts de hoofdlijnen van de doorontwikkeling van de projectorganisatie Waalsprong uitgewerkt. Indien zich bij het kwartiermaken eventuele (principiële) dilemma’s voordoen met mogelijke impact op bovenstaande zullen deze door ons College behandeld worden. Een evaluatie van de nieuwe sturing zal in de tweede helft van 2014 kunnen plaatsvinden. Voor de projecten Waalsprong, Waalfront en Bergerden met een potentieel grote invloed op de financiële positie van de gemeente Nijmegen wordt een bestuursteam Grote Projecten ingericht. Aan dit bestuursteam worden de ontwikkelingen in deze projecten elk kwartaal op hoofdlijnen gerapporteerd en worden ook de Risiconota Grondbeleid en het VGP besproken.
www.nijmegen.nl
breif raad governance waalsprong.docx
Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf
Vervolgvel
5
Deelnemers zijn de wethouder Grondbeleid, Waalsprong en Financiën. Ambtelijk nemen deel de leden van de Directieraad aandachtsgebied Financiën en aandachtsgebied Ruimte en het hoofd Ontwikkelingsbedrijf.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
breif raad governance waalsprong.docx
Memo Aan:
Gemeente Nijmegen / De heer Henk Berends
Van:
PwC / Wladimir Rouwenhorst
Datum:
15 maart 2013
Referentie: 30117092/20132799/WR/lh
Betreft: Fiscale aspecten in relatie tot CV GEM Waalsprong Beste Henk, Door middel van jouw e-mail van heden heb je mij gevraagd een kort memo op te stellen over de btw-gevolgen (zowel de btw-aangifte als het BTW-compensatiefonds) in relatie tot de mogelijke ontwikkelingen rondom de CV GEM Waalsprong.
1.
Huidige situatie
De gemeente Nijmegen (hierna: de Gemeente) is 50% aandeelhouder in de tot de commanditaire vennootschap Grondexploitatie Maatschappij Waalsprong CV (hierna GEM CV) behorende beherend vennoot GEM Waalsprong Beheer BV. Daarnaast is de Gemeente als 100% aandeelhouder in Land over de Waal BV (middellijk) met een aantal partijen commanditair vennoot (stille vennoot) in GEM CV. De GEM CV is belast met de ontwikkeling van het uitleggebied Waalsprong. De tot op heden toegepaste handelwijze inzake de ontwikkeling kan als volgt worden omschreven. De Gemeente verwerft de voor de ontwikkeling bestemde gronden etc. Vervolgens worden deze gronden in opdracht en voor rekening van de gemeente fiscaal bouwrijp gemaakt en geleverd aan de GEM CV. Na verkrijging van de fiscaal bouwrijpe gronden draagt de GEM CV zorg voor het verder bouw- en woonrijp maken van de gronden. Uiteindelijk verkoopt en levert de GEM CV de bouw- en woonrijp gemaakte gronden aan derden terwijl het gerealiseerde openbaar gebied tegen een symbolische vergoeding aan de Gemeente wordt (op)geleverd. De binnen deze handelwijze te onderkennen fiscale aspecten op het gebied van de omzet, vennootschaps-, en overdrachtsbelasting alsmede het BTW-compensatiefonds zijn in het verleden (meerdere malen) met de Belastingdienst afgestemd. Het geheel aan afspraken impliceert dat de door de gemeente en de GEM CV aan derden te betalen btw inzake het bouw- en woonrijp maken etc. volledig met de Belastingdienst kan worden verrekend terwijl de (op)levering van het openbaar gebied aan de gemeente niet tot verschuldigdheid van (strafheffing) overdrachtsbelasting leidt. Sinds geruime tijd is daarbij van belang dat het wel of niet kostendekkend zijn van de betreffende ontwikkeling binnen de huidige fiscale wet- en regelgeving geen invloed heeft op de gemaakte afspraken c.q. de omvang van de verrekenbaarheid van btw.
PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V., Het Eeftink 28, 7541 WH Enschede, Postbus 44, 7500 AA Enschede T: 088 792 00 53, F: 088 792 94 34, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden wordt thans gedacht aan een wijziging van de positie van de GEM CV, de vennoten etc. Daarbij wordt aan twee varianten gedacht. De twee varianten, alsmede de daarbij behorende btw-aspecten, zijn hierna op hoofdlijnen beschreven.
Let op: zoals bekend wordt op basis van de inhoud van het Regeerakkoord Rutte II gedacht aan een beperking van de verrekenbaarheid van btw ingevolge het BTW-compensatiefonds. In het bijzonder wordt gedacht aan een maximalisering (invoering van een jaarlijks plafond) van de door een gemeente te compenseren/verrekenen btw-bedragen. Of dit voornemen werkelijkheid wordt en zo ja, op welke wijze daar in vulling aan wordt gegeven is op dit moment nog onzeker. Indien hetgeen in de vorige alinea is opgemerkt wekelijkheid wordt zal dit vermoedelijk ook financiële en fiscale consequenties hebben voor de ontwikkeling van Waalsprong 1. Immers, indien en voor zover een gemeente het dan jaarlijks toegekende compensatieplafond overschrijdt zal dit tot gevolg hebben dat de btw niet meer volledig kan worden verrekend. Algemeen wordt daarom aangenomen dat een model waarin bestemmingsplannen door derden (projectontwikkelaars, woningcorporaties, CV GEM’s e.d.) worden uitgevoerd in fiscale zin zeker niet nadeliger zijn dan een gemeentelijke grondexploitatie. In het geval sprake is van uitvoering door derden zal vermoedelijk geen sprake kunnen zijn van de beperking op de omvang van de door de derde te verrekenen btw.
1.1.
Variant 1: Gemeente wordt 100% aandeelhouder beherend vennoot en (indirect) enig stille vennoot
Binnen deze variant blijft de GEM CV in stand. De verschillende activiteiten worden op dezelfde wijze voortgezet, echter met een andere aandeelhouder in de GEM Waalsprong Beheer BV en een andere stille vennoot. Immers, de Gemeente verkrijgt alle aandelen in GEM Waalsprong Beheer BV en is slechts sprake van één stille vennoot. Vervolgens zet de GEM CV de ontwikkeling op de hiervoor beschreven wijze voort. Voor wat betreft de btw- en de overdrachtsbelasting hoeft deze variant niet tot (kostprijsverhogende) verschuldigdheid van belasting te leiden. Ook dan kan de GEM CV binnen de thans geldende wet- en regelgeving de door derden aan haar in rekening te brengen btw nog altijd volledig via de btw-aangifte met de Belastingdienst verrekenen en zal de (op)levering van het openbaar gebied aan de gemeente niet leiden tot verschuldigdheid van de strafheffing overdrachtsbelasting. Het wel of niet kostendekkend zijn van de ontwikkeling is daarbij irrelevant. Een voor wat betreft het BTW-compensatiefonds eventueel in te voeren plafond aan te verrekenen btw heeft – naar het zich nu laat aanzien – dan geen invloed op de hiervoor beschreven integrale verrekening van btw binnen de CV GEM. Immers, het is de CV GEM die de btw op de kosten inzake het bouw- en woonrijp maken via de eigen btw-aangifte verrekent. De CV GEM verrekent geen btw via het BTW-compensatiefonds terwijl de Gemeente in dat model niet wordt geconfronteerd met btw op de kosten inzake het bouw- en woonrijp maken2.
Eventuele overgangsregelingen zullen de nadelen mogelijk beperken. Op basis van de huidige wet- en regelgeving kunnen de Gemeente en de CV GEM voor wat betreft de wet- en regelgeving op het gebied van de btw ook niet als één partij worden aangemerkt. 1
2
Gemeente Nijmegen, 15 maart 2013, 30117092/20132799/WR/lh
2 van 4
Binnen deze CV GEM variant blijven de in het verleden met de Belastingdienst gemaakte afspraken onverkort van kracht (bij ongewijzigde wet- en regelgeving op het gebied van de omzet- en overdrachtsbelasting). Gelet op het tot op heden door partijen gehanteerde “transparante overleg met de Belastingdienst” is het – ingeval van het realiseren van dit model – aanbevelenswaardig de in het verleden met de Belastingdienst gemaakte afspraken te herbevestigen c.q. te actualiseren. In het geval de Gemeente alle aandelen in een besloten vennootschap verkrijgt - voor zover nu van belang - heeft dit tot gevolg heeft dat de betreffende besloten vennootschap (GEM Waalsprong Beheer BV) niet langer belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. De betreffende besloten vennootschap dient op dat moment in fiscale zin af te rekenen met de Belastingdienst. Het is daarom voor de gemeente van groot belang inzicht te verkrijgen in de fiscale gevolgen van een dergelijke afrekening. Dit is slechts mogelijk indien de besloten vennootschap tijdig (voorafgaande aan de overdracht van aandelen aan de Gemeente) alle relevant informatie overlegt.
1.2.
Variant 2: Gemeente neemt integraal de activa/passiva en activiteiten van GEM CV over
In een dergelijke variant wordt het geheel aan activa en passiva van de GEM CV door de GEM CV aan de Gemeente overgedragen en verzorgt de Gemeente de verdere ontwikkeling. In feite is vanaf het moment van overdracht door de CV GEM aan de Gemeente sprake van een gemeentelijke grondexploitatie. Op basis van in vergelijkbare situaties met de ten aanzien van de Gemeente en de GEM CV bevoegde Belastingdienst gemaakte afspraken omtrent de wet- en regelgeving in relatie tot een dergelijke overdracht hoeft deze overdracht niet te leiden tot verschuldigdheid van btw en/of overdrachtsbelasting. Voorts is daarbij van belang dat de tot op heden door de GEM CV toegepaste verrekening van btw niet wordt gecorrigeerd (hoeft geen btw aan de Belastingdienst te worden terugbetaald). Althans, indien en voor zover de GEM CV tot op heden conform de wet- en regelgeving c.q. de bestaande afspraken met de Belastingdienst heeft gehandeld. Vanaf het moment van overname ontstaat een gemeentelijk grondexploitatie. Binnen die gemeentelijke grondexploitatie kan de Gemeente op basis van de huidige wet- en regelgeving de door aannemers e.d. aan haar in rekening te brengen btw inzake het bouw- en woonrijp maken volledig met de Belastingdienst verrekenen. Een deel van de betreffende btw (bouwrijp maken van de bouwterreinen) komt voor verrekening via de gemeentelijke btw-aangifte in aanmerking. De btw op de kosten van het woonrijp maken e.d. kan door de Gemeente via het BTW-compensatiefonds worden verrekend. Het wel of niet kostendekkend zijn van de ontwikkeling is daarbij irrelevant. Ook het feit dat de gemeente op dit moment ook reeds een “eigen” bestemmingsplan Waalsprong in uitvoering heeft doet daar niet aan af. Uit de vorige alinea blijkt dat ook in deze variant volledige verrekening van btw vooralsnog tot de mogelijkheden blijft behoren. In afwijking van de tot op heden binnen de GEM CV gehanteerde wijze van (volledige) verrekening van btw alsmede in afwijking van hetgeen hiervoor bij variant 1 is beschreven treedt er wel een wijziging in de wijze van verrekening op. Immers, binnen de GEM CV geldt (volledig aftrek van btw) dat het geheel aan inkoop-btw dat door derden aan de GEM CV in rekening wordt gebracht door de CV GEM integraal via de btw-aangifte wordt verrekend.
Gemeente Nijmegen, 15 maart 2013, 30117092/20132799/WR/lh
3 van 4
Binnen variant 2, de gemeentelijke grondexploitatie, zal een splitsing in de inkoop-btw moeten worden aangebracht. De inkoop-btw inzake de aan derden te leveren bouwterrein kan via de btw-aangifte in aftrek worden gebracht/worden verrekend. De inkoop-btw die betrekking heeft op de aanleg van het openbaar gebied/woonrijp maken dient via het BTW-compensatiefonds te worden verrekend. Indien echter de plannen omtrent invoering van een plafond/maximalisering inzake de jaarlijks door een gemeente te verrekenen bedragen via het BTW-compensatiefonds werkelijkheid worden leidt deze variant 2 mogelijk wel tot een nadeel. Immers, in deze variant verrekent de Gemeente de door derden aan haar in rekening te brengen btw inzake het woonrijp maken via het BTW-compensatiefonds. Deze btw draagt derhalve bij aan het “verbruiken” van het aan de Gemeente jaarlijks toegekende btw-bedrag dat via het BTW-compensatiefonds kan worden verrekend. Op het moment dat de Gemeente het aan haar toegekende jaarlijks te verrekenen btw bedrag overschrijdt zal de btw die de overschrijding vormt niet dan wel niet geheel verrekend met het BTW-compensatiefonds kunnen worden en voor de Gemeente een kostenpost vormen. Met vriendelijke groet, PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V.
Wladimir Rouwenhorst Tax Partner
[email protected] T: 088 792 30 08 F: 088 792 94 34
Gemeente Nijmegen, 15 maart 2013, 30117092/20132799/WR/lh
4 van 4
Memo Aan:
Gemeente Nijmegen / De heer Henk Berends
Van:
PwC / Wladimir Rouwenhorst
Datum:
15 maart 2013
Referentie: 30117092/20132799/WR/lh
Betreft: Fiscale aspecten in relatie tot CV GEM Waalsprong Beste Henk, Door middel van jouw e-mail van heden heb je mij gevraagd een kort memo op te stellen over de btw-gevolgen (zowel de btw-aangifte als het BTW-compensatiefonds) in relatie tot de mogelijke ontwikkelingen rondom de CV GEM Waalsprong.
1.
Huidige situatie
De gemeente Nijmegen (hierna: de Gemeente) is 50% aandeelhouder in de tot de commanditaire vennootschap Grondexploitatie Maatschappij Waalsprong CV (hierna GEM CV) behorende beherend vennoot GEM Waalsprong Beheer BV. Daarnaast is de Gemeente als 100% aandeelhouder in Land over de Waal BV (middellijk) met een aantal partijen commanditair vennoot (stille vennoot) in GEM CV. De GEM CV is belast met de ontwikkeling van het uitleggebied Waalsprong. De tot op heden toegepaste handelwijze inzake de ontwikkeling kan als volgt worden omschreven. De Gemeente verwerft de voor de ontwikkeling bestemde gronden etc. Vervolgens worden deze gronden in opdracht en voor rekening van de gemeente fiscaal bouwrijp gemaakt en geleverd aan de GEM CV. Na verkrijging van de fiscaal bouwrijpe gronden draagt de GEM CV zorg voor het verder bouw- en woonrijp maken van de gronden. Uiteindelijk verkoopt en levert de GEM CV de bouw- en woonrijp gemaakte gronden aan derden terwijl het gerealiseerde openbaar gebied tegen een symbolische vergoeding aan de Gemeente wordt (op)geleverd. De binnen deze handelwijze te onderkennen fiscale aspecten op het gebied van de omzet, vennootschaps-, en overdrachtsbelasting alsmede het BTW-compensatiefonds zijn in het verleden (meerdere malen) met de Belastingdienst afgestemd. Het geheel aan afspraken impliceert dat de door de gemeente en de GEM CV aan derden te betalen btw inzake het bouw- en woonrijp maken etc. volledig met de Belastingdienst kan worden verrekend terwijl de (op)levering van het openbaar gebied aan de gemeente niet tot verschuldigdheid van (strafheffing) overdrachtsbelasting leidt. Sinds geruime tijd is daarbij van belang dat het wel of niet kostendekkend zijn van de betreffende ontwikkeling binnen de huidige fiscale wet- en regelgeving geen invloed heeft op de gemaakte afspraken c.q. de omvang van de verrekenbaarheid van btw.
PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V., Het Eeftink 28, 7541 WH Enschede, Postbus 44, 7500 AA Enschede T: 088 792 00 53, F: 088 792 94 34, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden wordt thans gedacht aan een wijziging van de positie van de GEM CV, de vennoten etc. Daarbij wordt aan twee varianten gedacht. De twee varianten, alsmede de daarbij behorende btw-aspecten, zijn hierna op hoofdlijnen beschreven.
Let op: zoals bekend wordt op basis van de inhoud van het Regeerakkoord Rutte II gedacht aan een beperking van de verrekenbaarheid van btw ingevolge het BTW-compensatiefonds. In het bijzonder wordt gedacht aan een maximalisering (invoering van een jaarlijks plafond) van de door een gemeente te compenseren/verrekenen btw-bedragen. Of dit voornemen werkelijkheid wordt en zo ja, op welke wijze daar in vulling aan wordt gegeven is op dit moment nog onzeker. Indien hetgeen in de vorige alinea is opgemerkt wekelijkheid wordt zal dit vermoedelijk ook financiële en fiscale consequenties hebben voor de ontwikkeling van Waalsprong 1. Immers, indien en voor zover een gemeente het dan jaarlijks toegekende compensatieplafond overschrijdt zal dit tot gevolg hebben dat de btw niet meer volledig kan worden verrekend. Algemeen wordt daarom aangenomen dat een model waarin bestemmingsplannen door derden (projectontwikkelaars, woningcorporaties, CV GEM’s e.d.) worden uitgevoerd in fiscale zin zeker niet nadeliger zijn dan een gemeentelijke grondexploitatie. In het geval sprake is van uitvoering door derden zal vermoedelijk geen sprake kunnen zijn van de beperking op de omvang van de door de derde te verrekenen btw.
1.1.
Variant 1: Gemeente wordt 100% aandeelhouder beherend vennoot en (indirect) enig stille vennoot
Binnen deze variant blijft de GEM CV in stand. De verschillende activiteiten worden op dezelfde wijze voortgezet, echter met een andere aandeelhouder in de GEM Waalsprong Beheer BV en een andere stille vennoot. Immers, de Gemeente verkrijgt alle aandelen in GEM Waalsprong Beheer BV en is slechts sprake van één stille vennoot. Vervolgens zet de GEM CV de ontwikkeling op de hiervoor beschreven wijze voort. Voor wat betreft de btw- en de overdrachtsbelasting hoeft deze variant niet tot (kostprijsverhogende) verschuldigdheid van belasting te leiden. Ook dan kan de GEM CV binnen de thans geldende wet- en regelgeving de door derden aan haar in rekening te brengen btw nog altijd volledig via de btw-aangifte met de Belastingdienst verrekenen en zal de (op)levering van het openbaar gebied aan de gemeente niet leiden tot verschuldigdheid van de strafheffing overdrachtsbelasting. Het wel of niet kostendekkend zijn van de ontwikkeling is daarbij irrelevant. Een voor wat betreft het BTW-compensatiefonds eventueel in te voeren plafond aan te verrekenen btw heeft – naar het zich nu laat aanzien – dan geen invloed op de hiervoor beschreven integrale verrekening van btw binnen de CV GEM. Immers, het is de CV GEM die de btw op de kosten inzake het bouw- en woonrijp maken via de eigen btw-aangifte verrekent. De CV GEM verrekent geen btw via het BTW-compensatiefonds terwijl de Gemeente in dat model niet wordt geconfronteerd met btw op de kosten inzake het bouw- en woonrijp maken2.
Eventuele overgangsregelingen zullen de nadelen mogelijk beperken. Op basis van de huidige wet- en regelgeving kunnen de Gemeente en de CV GEM voor wat betreft de wet- en regelgeving op het gebied van de btw ook niet als één partij worden aangemerkt. 1
2
Gemeente Nijmegen, 15 maart 2013, 30117092/20132799/WR/lh
2 van 4
Binnen deze CV GEM variant blijven de in het verleden met de Belastingdienst gemaakte afspraken onverkort van kracht (bij ongewijzigde wet- en regelgeving op het gebied van de omzet- en overdrachtsbelasting). Gelet op het tot op heden door partijen gehanteerde “transparante overleg met de Belastingdienst” is het – ingeval van het realiseren van dit model – aanbevelenswaardig de in het verleden met de Belastingdienst gemaakte afspraken te herbevestigen c.q. te actualiseren. In het geval de Gemeente alle aandelen in een besloten vennootschap verkrijgt - voor zover nu van belang - heeft dit tot gevolg heeft dat de betreffende besloten vennootschap (GEM Waalsprong Beheer BV) niet langer belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. De betreffende besloten vennootschap dient op dat moment in fiscale zin af te rekenen met de Belastingdienst. Het is daarom voor de gemeente van groot belang inzicht te verkrijgen in de fiscale gevolgen van een dergelijke afrekening. Dit is slechts mogelijk indien de besloten vennootschap tijdig (voorafgaande aan de overdracht van aandelen aan de Gemeente) alle relevant informatie overlegt.
1.2.
Variant 2: Gemeente neemt integraal de activa/passiva en activiteiten van GEM CV over
In een dergelijke variant wordt het geheel aan activa en passiva van de GEM CV door de GEM CV aan de Gemeente overgedragen en verzorgt de Gemeente de verdere ontwikkeling. In feite is vanaf het moment van overdracht door de CV GEM aan de Gemeente sprake van een gemeentelijke grondexploitatie. Op basis van in vergelijkbare situaties met de ten aanzien van de Gemeente en de GEM CV bevoegde Belastingdienst gemaakte afspraken omtrent de wet- en regelgeving in relatie tot een dergelijke overdracht hoeft deze overdracht niet te leiden tot verschuldigdheid van btw en/of overdrachtsbelasting. Voorts is daarbij van belang dat de tot op heden door de GEM CV toegepaste verrekening van btw niet wordt gecorrigeerd (hoeft geen btw aan de Belastingdienst te worden terugbetaald). Althans, indien en voor zover de GEM CV tot op heden conform de wet- en regelgeving c.q. de bestaande afspraken met de Belastingdienst heeft gehandeld. Vanaf het moment van overname ontstaat een gemeentelijk grondexploitatie. Binnen die gemeentelijke grondexploitatie kan de Gemeente op basis van de huidige wet- en regelgeving de door aannemers e.d. aan haar in rekening te brengen btw inzake het bouw- en woonrijp maken volledig met de Belastingdienst verrekenen. Een deel van de betreffende btw (bouwrijp maken van de bouwterreinen) komt voor verrekening via de gemeentelijke btw-aangifte in aanmerking. De btw op de kosten van het woonrijp maken e.d. kan door de Gemeente via het BTW-compensatiefonds worden verrekend. Het wel of niet kostendekkend zijn van de ontwikkeling is daarbij irrelevant. Ook het feit dat de gemeente op dit moment ook reeds een “eigen” bestemmingsplan Waalsprong in uitvoering heeft doet daar niet aan af. Uit de vorige alinea blijkt dat ook in deze variant volledige verrekening van btw vooralsnog tot de mogelijkheden blijft behoren. In afwijking van de tot op heden binnen de GEM CV gehanteerde wijze van (volledige) verrekening van btw alsmede in afwijking van hetgeen hiervoor bij variant 1 is beschreven treedt er wel een wijziging in de wijze van verrekening op. Immers, binnen de GEM CV geldt (volledig aftrek van btw) dat het geheel aan inkoop-btw dat door derden aan de GEM CV in rekening wordt gebracht door de CV GEM integraal via de btw-aangifte wordt verrekend.
Gemeente Nijmegen, 15 maart 2013, 30117092/20132799/WR/lh
3 van 4
Binnen variant 2, de gemeentelijke grondexploitatie, zal een splitsing in de inkoop-btw moeten worden aangebracht. De inkoop-btw inzake de aan derden te leveren bouwterrein kan via de btw-aangifte in aftrek worden gebracht/worden verrekend. De inkoop-btw die betrekking heeft op de aanleg van het openbaar gebied/woonrijp maken dient via het BTW-compensatiefonds te worden verrekend. Indien echter de plannen omtrent invoering van een plafond/maximalisering inzake de jaarlijks door een gemeente te verrekenen bedragen via het BTW-compensatiefonds werkelijkheid worden leidt deze variant 2 mogelijk wel tot een nadeel. Immers, in deze variant verrekent de Gemeente de door derden aan haar in rekening te brengen btw inzake het woonrijp maken via het BTW-compensatiefonds. Deze btw draagt derhalve bij aan het “verbruiken” van het aan de Gemeente jaarlijks toegekende btw-bedrag dat via het BTW-compensatiefonds kan worden verrekend. Op het moment dat de Gemeente het aan haar toegekende jaarlijks te verrekenen btw bedrag overschrijdt zal de btw die de overschrijding vormt niet dan wel niet geheel verrekend met het BTW-compensatiefonds kunnen worden en voor de Gemeente een kostenpost vormen. Met vriendelijke groet, PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V.
Wladimir Rouwenhorst Tax Partner
[email protected] T: 088 792 30 08 F: 088 792 94 34
Gemeente Nijmegen, 15 maart 2013, 30117092/20132799/WR/lh
4 van 4