1. VOORWOORD 2. ORGANISATIE 2.1. Structuur 2.1.1.
De indeling en het werkingsgebied van de vereniging in activiteitencentra
2.1.2.
Bestuurlijk: organen, commissies, werkgroepen op bestuursniveau
2.1.3.
Beleidsvoorbereidend
2.1.4.
Samenwerkingsverbanden en vertegenwoordigingen, met toelichting (zowel binnen als buiten sector)
Vertegenwoordiging Samenwerking met financiële implicatie Samenwerking in een samenwerkingsakkoord Intentionele samenwerking op organisatieniveau
2.2. Personeelsoverzicht 2.3. Kwaliteitsbeleid 2.4. Vorming, training en ondersteuning personeel 2.4.1.
VTO-activiteiten in de teams
2.4.2.
Coaching en ondersteuning vanuit de tweede lijn
2.4.3.
Werkgroepen
2.4.4.
Interne vorming
2.4.5.
Extern aanbod
3. EVALUTIE VAN DE WERKING 3.1. Strategische doelstelling 1 3.1.1.
Inhoud
3.1.2.
Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie
Evaluatie programma A) Programma wonen
Operationele doelstelling 1.1
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
2
A) Project bewonersondersteuning in sociale huisvesting: Antwerpen Noord a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar projectdoelen B) Project bewonersondersteuning in sociale huisvesting: Linkeroever c) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen d) terugkoppeling naar projectdoelen C) Project bewonersondersteuning in sociale huisvesting: Kiel e) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen f) terugkoppeling naar projectdoelen D) Bijdrage tot operationele doelstelling 1.1
Operationele doelstelling 1.2 A) Pash, Pash-A en VIVAS B) Bijdrage tot operationele doelstelling 1.2
Operationele doelstelling 1.3 A) Project huren op de private huurmarkt B) Bijdrage tot operationele doelstelling 1.3
Operationele doelstelling 1.4
3.1.3.
Bijdrage tot de strategische doelstelling 1
3.1.4.
Bijdrage tot de missie
3.2. Strategische doelstelling 2 3.2.1.
Inhoud
3.2.2.
Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie
Evaluatie programma A) Programma Maatschappelijke Dienstverlening
Operationele doelstelling 2.1 A) Project Aangen@me Kennismaking a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar projectdoelen B) Bijdrage tot operationele doelstelling 2.1
Operationele doelstelling 2.2
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
3
A) ModeM a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar projectdoelen B) Bijdrage tot operationele doelstelling 2.2
Operationele doelstelling 2.3 A) Project Arm in Arm a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar projectdoelen B) Bijdrage tot operationele doelstelling 2.3
3.2.3.
Bijdrage tot de strategische doelstelling 2
3.2.4.
Bijdrage tot de missie
3.3. Strategische doelstelling 3 3.3.1.
Inhoud
3.3.2.
Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie
Evaluatie programma’s A) Programma team Antwerpen Noord B) Programma team Borgerhout C) Programma team Deurne D) Programma team Kiel E) Programma team Oud Berchem F) Programma Samenleven
Operationele doelstelling 3.1 A) Buurtwerk Antwerpen Noord a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen B) Buurtwerk Borgerhout Noord a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen C) Buurtwerk Borgerhout Zuid a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen D) Buurtwerk Deurne Noord
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
4
a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen E) Buurtwerk Deurne Zuid a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen F) Buurtwerk Kiel a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen G) Buurtwerk Oud Berchem a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen H) Project Diversifeit a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar algemene doelen I)
Bijdrage van andere projecten
J) Bijdrage tot operationele doestelling 3.1
Operationele doelstelling 3.2 A) Project Talent Op Wieltjes a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen B) Project Buurtschatten a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen C) Project Nieuw* in Deurne, Lokaal onthaal Nieuwkomers a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen D) Project Uitbouw Geïntegreerde Wijkwerking: luik vorming: uitwerking Pottentuin a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen E) Project Marokkaans Spoor: onderwijs, district en wijkacties, taal en vorming a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen: onderwijs b) terugkoppeling naar de projectdoelen: onderwijs c) acties en activiteiten gekoppeld aan projectdoelen: district d) acties en activiteiten gekoppeld aan projectdoelen: taal en vorming
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
5
F) Bijdrage vanuit ander projecten en buurtwerk G) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.2
Operationele doelstelling 3.3 A) Project Samen op Straat a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen B) Project Buurtbetrokkenheid Gezonde Buurt Actie a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen C) Project Hoge Weg a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen D) Project Faraomieren a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen E) Projectvoorbereiding Hof ter Loo a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) conclusie F) Project Herbo a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen G) Projectvoorbereiding: Nesten op het Kiel a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) conclusie H) Project Marokkaanse mannen a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) conclusie I)
Bijdrage van andere projecten en het buurtwerk
J) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.3
Operationele doelstelling 3.4 A) Project Divers!City a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen B) Project Buurtverhalen
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
6
a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen C) Bijdrage van andere projecten en het buurtwerk D) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.4
Operationele doelstelling 3.5 A) Project Talent Geeft Vorming a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen b) terugkoppeling naar de projectdoelen B) Bijdrage van andere projecten en het buurtwerk C) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.5
3.3.3.
Bijdrage tot de strategische doelstelling 3
3.3.4.
Bijdrage tot de missie
4. TWEEDE LIJNSWERK 5. BOORDTABELLEN 5.1. Tijdsinvestering 5.1.1. Personeelsoverzicht 5.1.2. Staf
5.2. Locaties 5.3. Doelgroepenbereik 5.4. Oplossingssactoren 5.4.1. Oplossingssactoren 5.4.2. Beleidsactoren
BIJLAGE 1 BIJLAGE 2
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
7
1. VOORWOORD Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is een organisatie in beweging. In 2007 was dat niet anders. De beweging is uiteraard merkbaar in de verschillende wijken en op de thema’s waarrond we op de eerste lijn werken. Onze werking wordt sinds enkele jaren ook gekenmerkt door interne doortastende verbeteringen in een weg naar steeds meer kwaliteit en betere resultaten. In 2007 werd deze lijn met succes verder gezet. Bij het begint van 2007 konden we bijvoorbeeld ten volle van start gaan met het nieuwe organogram: de programmaverantwoordelijken per strategische doelstelling werden aangesteld. Het hele jaar stond in belangrijke mate in het teken van het omdraaien van de planningslogica. Van een bottom-up planning evolueerden we naar een top-down planning. Op deze manier kunnen we met een meer doordachte strategie toewerken naar duurzame resultaten. Daarbij haalt de top-down planning de banden aan tussen de verschillende werkingen die verspreid werken over de stad. Het verslag werd opgebouwd in drie hoofdstukken: een eerste rond de structuur van de organisatie, een tweede waarin de evaluatie per project en buurtwerk wordt weergegeven en een derde waarin een samenvattend overzicht van de boordtabellen worden gegeven. De evaluatie van de werking volgt de opbouw van de strategische planning van de organisatie: met name drie strategische doelstellingen, waaronder telkens enkele operationele doelstellingen vallen. De projecten en de buurtwerken worden geëvalueerd naar de doelen die ze zichzelf stelden op jaarbasis (werkdoelen) en over de loop van het project of meerjarenplan (projectdoelen / algemene doelen), maar ook naar de operationele en de strategische doelen waartoe zij bijdragen. Voor een goed begrip van dit jaarverslag verwijzen we graag naar het jaarplan 2007. U kan dit document eenvoudig raadplegen op onze website www.samenlevingsopbouw.be (klik door naar Antwerpen stad). Veel leesplezier. Luk Groffy algemeen coördinator
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
8
2. ORGANISATIE 2.1. Structuur 2.1.1.
De indeling en het werkingsgebied van de vereniging in activiteitencentra
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw werkt enerzijds territoriaal in wijkteams, anderzijds thematisch in themateams. Territoriale activiteitencentra (wijkteams) vind je op het Kiel, in Antwerpen Noord (werkingsgebieden Stuivenberg, Dam-Schijnpoort en Seefhoek), Borgerhout Noord en Borgerhout Zuid, Oud-Berchem en Deurne. De thematische activiteitencentra (themateams) zijn wonen en maatschappelijke dienstverlening. De werkingsgebieden bevinden zich voor wonen op drie verschillende niveaus - op het niveau van een sociale woonwijk: Antwerpen Noord (Geelhandplaats en Stuivenberg), Linkeroever (europark) en Kiel (Silvertop). - op het niveau van de wijk Antwerpen Noord - op het stedelijke niveau De werkingsgebieden bevinden zich voor maatschappelijke dienstverlening op twee verschillende niveaus - op wijkniveau in Antwerpen Noord en Borgerhout Zuid. - op stedelijk niveau
2.1.2.
Bestuurlijk: organen, commissies, werkgroepen op bestuursniveau
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad heeft een Algemene Vergadering, een Raad van Bestuur en een Dagelijks Bestuur. In het voorjaar van 2007 werden de drie organen heringericht. Enkele leden blijven, enkele verlieten onze organisatie, vele nieuwe kwamen erbij. Voor de ledenlijst, zie bijlage 1.
2.1.3.
Beleidsvoorbereidend
Het Coördinatieteam is het belangrijkste beleidsvoorbereidende forum binnen Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. Alle teamcoördinatoren en beleidsmedewerkers nemen eraan deel. De algemeen coördinator zit voor. De stafmedewerker en de programmaverantwoordelijken nemen deel afhankelijk van de agenda. Het coördinatieteam komt tweewekelijks een halve dag samen. Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk is een adviserend comité en is samengesteld uit de algemene coördinator en een aantal werknemers. De werkdomeinen van het Comité hebben te maken met de welzijnswet die de werkgever geacht wordt na te leven en de bescherming en preventie van alle werknemers op het werk in de ruimst mogelijke betekenis. Het secretariaat van het comité wordt opgenomen door de Interne Preventieadviseur. De Interne Preventieadviseur maakt op basis van audits en risicoanalyses jaarlijks een globaal preventieplan op. Dit wordt vertaald naar jaaractieplannen en besproken met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. De interne preventieadviseur wordt geacht het jaaractieplan uit te voeren. Hij wordt aangesteld door de werkgever. Er kwam in 2007 een werkgroep samen die zich boog over het concept buurtwerk. Dit traject werd getrokken door een van de drie programmaverantwoordelijken voor het thema Samenleven. Het resulteerde in een gloednieuw gedragen concept voor het buurtwerk. In de planningen voor 2008 werd het nieuwe concept reeds geïntegreerd.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
9
In het kader van het project Talent Geeft Vorming gingen drie interne werkgroepen door met betrekking tot het optimaliseren van de inzet en ondersteuning van vrijwilligers. De resultaten hiervan leest u bij de evaluatie van operationele doelstelling 3.5.
2.1.4.
Samenwerkingsverbanden en vertegenwoordigingen, met toelichting (zowel binnen als buiten sector)
Vertegenwoordiging
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw is vertegenwoordigd in de volgende organisaties: Levanto De Algemeen Coördinator zetelt in de Raad van Bestuur . Wijkcentra Deelname aan het beheer van de wijkcentra. • VZW De Wijk in Antwerpen Noord: lid van de raad van bestuur, partnerovereenkomst • VZW buurtcentrum Schijnpoort/Dam: lid van de raad van bestuur, partnerovereenkomst • VZW wijkcentrum De Shelter: lid van de raad van bestuur, partnerovereenkomst Antwerps Platform Generatiearmen vzw Samenlevingsopbouw Antwerpen stad neemt deel aan het bestuur.Omgekeerd neemt ook de coördinator van APGA deel aan het bestuur van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. VOB Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is lid van de algemene vergadering van het Vlaams Overleg voor Bewonersbelangen. Deze vertegenwoordiging kadert in de strategische doelstelling en het project wonen. Sociare Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is lid van de algemene vergadering. Stuurgroep ANTWERK ANTWERK is een actieplan van de Stad Antwerpen om de jeugdwerkloosheid in Antwerpen concreet aan te pakken. ANTWERK wil zo veel mogelijk jongeren tussen 18 en 25 jaar aan het werk helpen. In het kader van dit plan engageert het Adviesbureau voor Zelfstandigen zich om alle ANTWERKjongeren die de opleiding bedrijfsbeheer doorliepen een persoonlijke begeleiding aan te bieden. Dit project kwam tot stand door een samenwerking met VDAB, OCMW en WNE (Werk en Economie, Stad Antwerpen). Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het project.
Samenwerking met financiële implicatie Overleg met de bevoegde schepenen Met de Schepen voor Samenlevingsopbouw en de Schepen voor Sociale Zaken en de respectievelijke kabinetchefs werd regelmatig overleg gepleegd over het verloop van de convenanten en de financiering van de uitvoering.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
10
Stedelijke Wijkwerking De Dienst Wijkwerking is de regisseur van de stedelijke wijkwerking, en als dusdanig van de Stedenfondsmiddelen die ter beschikking worden gesteld voor het buurtwerk. In die hoedanigheid is het een belangrijke actor voor Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. Cel Sociale Huisvesting De Cel Sociale Huisvesting is de regisseur van het Samenlevingsopbouw Antwerpen stadprogramma wonen. Met de Cel werden onderhandelingen gevoerd over de opdrachten en financiering van een mogelijk nieuwe convenant. Bedrijfseenheid Veiligheid De bedrijfsdirecteur Veiligheid is de regisseur van het project “Samen op Straat” en zodoende ook de regisseur van de middelen die via het federaal grootstedenbeleid ter beschikking gesteld worden voor dit project. Het convenant werd met hen opnieuw besproken en bijgesteld. Vooral de rol en de positie van onze werkers t.o.v. de doelgroepregisseurs werd uitgeklaard. Stuurgroep Federaal grootstedenbeleid Hier gebeurt de afstemming tussen de actoren die via de stad middelen krijgen uit het fonds Federaal Grootstedenbeleid. Vespa In het kader van het beheer van de verschillende fondsen (stedenfonds, federaal grootstedenbeleid, doelstelling 2 etc.) is er regelmatig overleg met Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. OCMW We werkten in 2007 samen met de cel Cultuur & Maatschappelijke Ontplooiing van het OCMW. Zij gaven financiële ondersteuning aan drie sociaal-artistieke projecten waarvan één in Deurne en twee in Berchem. In het kader van de strategische doelstelling: toegankelijkheid van externe infrastructuren, werkten we in de sociaal-artistieke projecten, via enkele initiatieven rond Taal*oor, via activiteiten van Samen op Straat en vanuit het project Aangen@me Kennismaking samen met zowel dienstencentra, sociale centra als een RVT’s verspreid over de stad. OCWM-Antwerpen en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad houden eraan elkaar op de hoogte te houden van acties en projecten en indien mogelijk verbindingen te leggen. De doorverwijzing gebeurt in twee richtingen.
Samenwerking in een samenwerkingsakkoord Werking FESO (Federatie Samenlevingsopbouw) FESO is opgericht om de afstemming tussen de samenlevingsopbouw instituten en Samenlevingsopbouw Vlaanderen te bevorderen en de belangen van de sector te behartigen. Het is de gesprekspartner ten aanzien van de overheid en administratie. In de loop van het werkjaar 2007 hebben we deelgenomen aan verschillende werkgroepen op sectorniveau. • • • • •
OWO- SSA Werkgroep kwaliteitszorg Partners In Vorming Werkgroep boordtabellen Plangroep meerjarenplanning
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
11
•
Werkgroep 25 jaar sector
Het Overleg Antwerpse Sociale Ondernemingen (OASO) OASO is het overleg tussen een aantal particuliere partners (Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw, Levanto, Basiseducatie, de CAW’s, de drughulpverlening, het straathoekwerk, De Acht, Jeugd en Stad en KIDS). Centraal staat de positionering als private actoren ten aanzien van de publieke diensten en het Stedenfonds. De Acht vzw De coördinator van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad en de coördinator van het Antwerps minderhedencentrum De Acht overleggen geregeld over de samenwerkingsprojecten • Onthaal van Nieuwkomers op wijkniveau ‘Nieuw in Deurne’ • Divers!City • Buurtwerk
Intentionele samenwerking op organisatieniveau
Vorming Plus Antwerpen Vorming Plus en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad werken in partnership aan het project Talent Geeft Vorming. Vorming Plus maakt deel uit van de stuurgroep en de platformgroep. Ook in de uitwerking van workshops voor vrijwilligers werken beide organisaties geregeld samen. Huis van het Nederlands Het Huis van het Nederlands en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad werken in partnership aan het project Talent Geeft Vorming. Het Huis van het Nederlands maakt deel uit van de stuurgroep en de platformgroep. Ook in de uitwerking van workshops voor vrijwilligers werken beide organisaties geregeld samen. Recht-Op We onderhouden een nauwe samenwerking op de eerste lijn in verscheidene wijken. Op Antwerpen Kiel werken we in een samenwerkingsverband het project Aangen@me Kennismaking uit. Lokaal Sociaal Beleid In kader van het LSB waren er verschillende overlegmomenten met alle betrokken actoren (OCMW, stedelijke diensten, middenveld) in functie van de vormgeving van de Sociale Infopunten. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad nam deel aan volgende werkgroepen: Samenwerking en overleg, Dienstverlening, Brede Diversiteit, Wonen, Sociale Cohesie, Middelen, Activering. De deelname aan bovenstaande werkgroepen bleek erg zinvol. Als organisatie hebben we zo een duidelijke stem kunnen laten meeklinken in de uiteindelijke inhoud van het Lokaal Sociaal Beleidsplan voor Antwerpen. Het algemeen welzijnswerk In het kader van het project ModeM is er een regelmatig overleg. De uitwerking van dit project werd uitgeschreven bij de evaluatie van de strategische doelstelling 2. Antwerpen aan ’t Woord Antwerpen aan ‘t Woord is een experiment in beleidsparticipatie. Door middel van stadsgesprekken organiseert het de dialoog tussen burgers, stedelijke administratie, stedelijk beleid en sociale organisaties, dit over thema’s, relevant voor het samenleven en de leefbaarheid in de stad.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
12
Een kerngroep met leden uit de 4 groepen overschouwt en stuurt het geheel van Antwerpen aan ‘t Woord. Elk stadsgesprek wordt voorbereid door een werkgroep, die eveneens bestaat uit burgers, sociale organisaties, beleid en administratie. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is actief lid van de kerngroep. Buurt- en opbouwwerkers van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad volgden de werkgroepen op die deze stadsgesprekken voorbereidden. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad levert deze bijdrage met het oog op het betrekken van kansengroepen bij deze gesprekken. Wij zorgen voor een sterke toeleiding van deze groepen. Tijdens de voorbereidende gesprekken bewaken wij de inhoudelijke en methodische aanpassing van de stadsgesprekken aan deze groepen.
2.2. Personeelsoverzicht Het personeelsoverzicht vindt u in bijlage 2.
2.3. Kwaliteitsbeleid Procedure evaluatie en planning In het voorjaar van 2007 werden de interne instrumenten voor het opmaken van de planning en evaluatie, met name de fiches, herwerkt. De herwerking was een stap in het omkeren van de planningslogica, waarmee we van een bottom-up naar een top-down planning overstapten. De herwerkte fiches werden met ieder personeelslid doorgepraat en er werd feedback voorzien na het invullen van de nieuwe fiches in het kader van de evaluatie voor het jaarverslag 2006. In dit proces werd eveneens aandacht besteedt aan het beter leren formuleren van doelstellingen en het leren werken met indicatoren. Hiervoor werd een traject afgelegd onder externe begeleiding van Febecoop. In bijeenkomsten georganiseerd per strategische doelstellingen werd met werkers nagedacht over verbeteringen in de formuleren van de huidige doelstellingen (bij wijze van oefening) en in het formuleren van indicatoren. Een derde stap in dit proces was het werken aan het zichtbaar maken van resultaten en het communiceren hierover. In het najaar van 2007 werd gestart met een gemengd samengestelde werkgroep om een intern registratiesysteem vorm te geven. Aan de werkgroep namen zowel beleidsmedewerkers, staf, opbouwwerkers en administratie deel. Onder begeleiding van het externe bureau De Webfabriek werkten we toe naar een stramien voor registratie. Het effectief uitwerken van het registratiesysteem wordt voorzien voor 2008. Werkgroep visie op buurtwerk Onder meer in navolging van de werkgroep waarin de formulering van de strategische doelstellingen 3 en het zoeken naar indicatoren werd uitgewerkt, groeide de vraag naar een vernieuwing van het interne buurtwerkconcept. In een aantal bijeenkomsten werd met buurtwerkers en opbouwwerkers gezocht naar wat buurtwerk specifiek maakt en waar de linken liggen met het opbouwwerk. De resultaten van dit proces werden eveneens op het coördinatieteam bediscussiëerd en besproken in ieder van de teams. Het resultaat is een vernieuwde visietekst. Communicatiebeleid In het kader van het werken aan een verbeterd communicatiebeleid werden in 2007 heel wat stappen ondernomen. Zoals hier boven reeds vermeld werd de eerste stappen gezet naar een intern registratiesysteem. Ook werden er stappen ondernomen naar een vernieuwde website en een intranet. De finalisering van beide processen wordt voorzien voor 2008. In het najaar van 2007 is er met de wijkteam een proces afgelegd om meer eenvormigheid te krijgen in het verspreidde periodiek materiaal. Veelal gaat het vormen van buurtkrantjes. Met de werkgroep
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
13
werd onderzocht wie we willen bereiken via dit kanaal en op welke manier we de outcome van de krantjes kunnen optimaliseren. Ook dit proces wordt verder doorgetrokken in 2008.
2.4. Vorming, training en ondersteuning personeel 2.4.1.
VTO-activiteiten in de teams
Teamcoördinatoren coachten hun teamleden via teamvergaderingen en regelmatige individuele gesprekken. Op de teamvergaderingen worden de stand van zaken in de projecten en het buurtwerk besproken. Teamleden kunnen advies vragen zowel inhoudelijk als met betrekking tot hun opdracht als werker. De frequentie en de intensiteit van deze gesprekken hangt af van de behoefte, ervaring en anciënniteit van de medewerker. Teamvergaderingen zijn eveneens een belangrijk moment in het afstemmen - en waar mogelijk linken - van de verschillende projecten onderling en tussen projecten en het buurtwerk. De team die recent samensmolten tot één team (Deurne Noord en Deurne Zuid tot Deurne, Borgerhout Noord en Borgerhout Zuid tot Borgerhout) besteedden extra aandacht aan de éénwording van het team. Zij houden elk teamvergaderingen als één team, met extra aandacht voor de afstemming en het linken tussen projecten onderling en projecten en het buurtwerk. Daarnaast maakte de teamcoördinator ruimte voor extra ondersteuning van de medewerkers afzonderlijk of per project / buurtwerk. Vormingsbehoeften van medewerkers konden steeds gemeld worden bij de teamcoördinator en / of de tweede lijn. Hiervoor werd samen met de medewerker in kwestie een antwoord gezocht binnen het aanbod van Samenlevingsopbouw Vlaanderen of daarbuiten.
2.4.2.
Coaching en ondersteuning vanuit de tweede lijn
Teamcoördinatoren worden ondersteund door zowel de Algemeen Coördinator, de Inhoudelijk Coördinator en de Zakelijk Coördinator. De Inhoudelijk Coördinator kan vragen vanuit de teams doorspelen aan een van de programmaverantwoordelijke of de stafmedewerker. De Zakelijk Coördinator kan vragen doorspelen aan de boekhouding of de administratie. Voor vragen en ondersteuning rond PR en communicatie kan de organisatie beroep doen op de beleidsmedewerker PR en communicatie.
2.4.3.
Werkgroepen
Werkgroepen meerjarenplan In het najaar van 2007 een reeks werkgroepen in het kader van de opbouw naar een nieuw meerjarenplan. Uit de omgevingsanalyse werden door de Algemene Vergadering die thema’s gehaald, die door de organisatie verder onderzocht dienden te worden. De centrale vraag hierbij was het onderzoeken van de mogelijkheden die er voor Samenlevingsopbouw Antwerpen stad lagen om op die terrein een verschil te maken in de stad. De samenstelling van de groepen was erg gemengd. Teamcoördinatoren, buurt- en opbouwwerkers, maar ook geïnteresseerden van de Algemene Vergadering namen deel. Met de werkgroep werd een sterkte-zwakte analyse gemaakt. De outcome van deze analyses resulteerde in een advies voor de Algemene Vergadering van januari over het betreffende thema, met aan antwoord op de vragen: kan Samenlevingsopbouw Antwerpen stad hier een verschil maken? Waar liggen kansen, bedreigingen, sterkten en zwakten voor onze organisatie? Werkgroepen Talent geeft Vorming In het kader van het project Talent geeft Vorming kwamen buurt- en opbouwwerkers samen op uit te wisselen en te bediscussiëren hoe vrijwilligers kunnen ondersteund worden in de verschillende werkingen. Er werd een opsplitsing gemaakt tussen vrijwilligers die betrokken zijn bij computercursussen, vrijwilligers binnen de conversatiegroepen van Taal-ooR en vrijwilligers die in de Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
14
dagdagelijkse werking van het buurtwerk actief zijn. Met elk van deze groepen werd onderzocht waar vrijwilligers nood aan hebben om hun taken uit te voeren, hoe zij kunnen ondersteund worden in hun rol en hoe er met hun kan gewerkt worden naar meer zelfstandigheid. Werkgroepen communicatie Met betrekking tot het kwaliteitsbeleid rond communicatie vonden in 2007 twee werkgroepen plaats, met name de werkgroep registratie en de werkgroep buurtkrant. Beide werden hierboven toegelicht. Werkgroep visie op buurtwerk De opdracht en de outcome van de werkgroep buurtwerk werd hierboven reeds toegelicht.
2.4.4.
Interne vorming
Net als andere jaren, gingen we in 2007 op tweedaagse met de tweedelijn, de buurt- en opbouwwerkers. De tweedaagse van 2007 gaf het startschot voor de opbouw van het nieuwe meerjarenplan. De personeelsploeg kreeg de opdracht om een eerste stap te zetten in een ruime omgevingsanalyse vanuit de ervaringen en signalen die men dagdagelijks opdoet in wijken en projecten. De outcome van de tweedaagse vormde een sterke basis om de verdere omgevingsanalyse in het kader van de opbouw van het nieuwe meerjarenplan vorm te geven. Daarnaast werden gedurende de loop van het jaar op geregelde momenten terugkoppelingen voorzien naar het ganse personeel in verband met de fasen in het meerjarenplan. Telkens een fase afgerond was en een nieuwe startte, werd een terugkoppeling voorzien. Op die manier wilde we werken aan een sterke gedragenheid en betrokkenheid van het personeel bij de opbouw van het nieuwe meerjarenplan.
2.4.5.
Extern aanbod
Het bijwonen van externe cursussen, studiedagen en dergelijke wordt sterk gestimuleerd vanuit de organisatie. De meeste werkers binnen Samenlevingsopbouw Antwerpen stad volgden één of meerdere externe vormingen. Het gaar daarbij zowel over het aanbod binnen de sector (onder meer studiedagen vanuit andere instituten voor Samenlevingsopbouw of het cursusaanbod van Samenlevingsopbouw Vlaanderen), als buiten de sector.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
15
3. EVALUATIE VAN DE WERKING In dit hoofdstuk bespreken we de evaluatie van onze werking. Als kapstok wordt het strategische plan gebruikt, met name een opdeling volgens de drie strategische doelstellingen. Per strategisch doel wordt de inhoud weergegeven, nadien volgt een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie per project of buurtwerking, als conclusie wordt teruggekoppeld naar de inhoud van de strategische doelstelling en bekijken we hoe de besproken projecten hieraan het afgelopen jaar hebben bijgedragen. In de kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie per project of buurtwerk staan eveneens de doelen centraal. We bouwen per project de ladder op van het basisniveau naar het organisatieniveau. We bekijken eerst hoe de activiteiten van het afgelopen jaar hebben bijgedragen tot de doelen die we ons stelden op korte termijn (werkdoelen). Nadien gaan we na hoe 2007 bijdroeg tot de doelen voor de duur van het project of het meerjarenplan (projectdoelen of algemene doelen).
3.1.
Strategische doelstelling 1 3.1.1. Inhoud
RECHT OP WONEN De onderhandelingspositie van de doelgroepen waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad mee werkt, is voldoende sterk om hun recht op een kwaliteitsvolle en betaalbare woning op de private en sociale huisvestingsmarkt, in een behoorlijke woonomgeving en met woonzekerheid te verwerven.
Operationele doelstelling 1.1
In de sociale huisvestingscomplexen waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad een samenwerkingsakkoord heeft met de Stad Antwerpen en de huisvestingsmaatschappijen, zijn met de huurders, en in overleg met de huisvestingsmaatschappij, participatie- en communicatiekanalen uitgewerkt, die de bewoners ondersteunen om gezamenlijk initiatief te nemen inzake leefbaarheid, verbetering van de woonkwaliteit en het samenleven. Deze kanalen zijn aangepast aan de diversiteit van de huurders en houden rekening met de belangen van maatschappelijk kwetsbare huurders.
Operationele doelstelling 1.2
Onder stimulans van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad, zijn maatschappelijk kwetsbare huurders actief in de structuren van de belangengroepen van sociale huurders in Antwerpen.
Operationele doelstelling 1.3
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad voert in 2005-2006 een stedelijke terreinverkenning uit over de rol die het opbouwwerk kan spelen op het gebied van woonkwaliteit en woonzekerheid op de private woningmarkt. Hierbij zijn de mogelijkheden t.a.v. bevoegdheden op hogere beleidsniveaus (Vlaams – federaal – Europees) ook mee in kaart gebracht. Na de afronding van de terreinverkenning, veranderde de operationele doelstelling in: Er is een platform van sterke en zwakke huurders dat opkomt voor het recht op kwaliteitsvol en betaalbaar wonen voor de meest zwakke huurders.
Operationele doelstelling 1.4
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad heeft samen met de sector samenlevingsopbouw bij het Vlaamse beleid een gemotiveerd pleidooi gevoerd voor ondersteunende en stimulerende maatregelen t.a.v. de huisvestingsmaatschappijen met het oog op participatie van de huurders, overleg en communicatie.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
16
3.1.2. Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie Hieronder werd schematisch weergegeven aan welke operationele doelstelling de projecten bijdragen.
OD 1.1
D 1.2
OD 1.3
OD 1.4
OD 3.2
Bewonersondersteuning Antwerpen Noord
X
X
Bewonersondersteuning Linkeroever
X
X
Bewonersondersteuning Kiel
X
X
Private Huurmarkt Pash - Vivas
X X
X
Evaluatie programma A)
Programma Wonen
Het programma wonen omvat die acties en activiteiten die het team als geheel opneemt. In belangrijke mate heeft dit betrekking op de operationele doelstelling 1.2, waarbij het PASH verhaal in zicht komt. Vanuit ieder project rond bewonersondersteuning in de sociale huisvesting en vanuit het project private huurmarkt worden inspanningen geleverd om deze doelstelling te behalen. De uitwerking hiervan werd in het onderdeel ‘operationele doelstelling 1.2 uitgeschreven. Daarnaast stond het programma wonen voor belangrijke mate in het teken van de onderhandelingen met de Stad Antwerpen over een eventueel nieuwe convenant voor de komende periode. De onderhandelingen werden nog niet afgerond in 2007 en zullen verder opgevolgd worden in 2008.
Operationele doelstelling 1.1 A) Project 1: Bewonersondersteuning in sociale huisvesting, Antwerpen Noord Team Wonen
De grote diversiteit aan bewoners bemoeilijkt het wonen en (samen)leven in de wooncomplexen Geelhandplaats en Stuivenberg in Antwerpen Noord. Het Stuivenbergcomplex werd in 1999 grondig gerenoveerd. Na de renovatie, werden de appartementen toegewezen aan nieuwe bewoners, maar slechts enkele bewoners van voor de renovatie keerden terug. Er wonen meer dan 30 verschillende nationaliteiten in het complex. In beide blokken wonen gezinnen en individuen met een geringe maatschappelijke draagkracht, ze staan er financieel niet goed (of slecht) voor, er is een grote werkloosheid en de meerderheid is laaggeschoold. De verhuisbewegingen zijn groot in beide complexen. Een belangrijk aandachtspunt in Stuivenberg en op de Geelhandplaats is het terugdringen van het sluikstort. De gemeenschappelijke delen van het gebouw worden weinig gerespecteerd en proper gehouden. Dit is o.a. het gevolg van de anonimiteit van de bewoners ten opzichte van elkaar, een verzuurde sociale controle, de zwakke sociale positie van de bewoners, ... In de Geelhandplaats bestaan er netwerken tussen bewoners van dezelfde herkomst, maar is er weinig netwerkvorming tussen deze groepen onderling.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
17
Hoewel er gelijkenissen zijn, is er een verschil in de problematiek van beide complexen. Een aangepaste aanpak van het probleem is noodzakelijk. Voor beide complexen heeft het negatieve imago van de blokken een invloed op de leefbaarheid in de buurt. De leefbaarheidproblematiek is tweeledig: enerzijds is er weinig respect voor de woning en de woonomgeving wat resulteert in de afval- en overlastproblematiek, anderzijds is er het moeilijke samenleven in de sociale wooncomplexen. Een gebrekkige communicatie ligt vaak aan de grondslag van leefbaarheidproblemen in sociale wooncomplexen. Veel allochtone bewoners en nieuwkomers spreken geen of weinig Nederlands wat de communicatie en het samenleven tussen de bewoners bemoeilijkt. Een goede communicatie tussen enerzijds de huurders en de verhuurder, anderzijds de huurders onderling kan heel wat leefbaarheidproblemen in sociale wooncomplexen verminderen. In een complex zoals de Geelhandplaats is dit niet evident. Veel allochtone bewoners en nieuwkomers spreken weinig of geen Nederlands. Lezen is soms nog minder vanzelfsprekend. Extra ondersteuning van de communicatie tussen de huurder en verhuurder is noodzakelijk. Een georganiseerd communicatie- en participatiekanaal tussen CV Onze Woning en de bewoners moet goed ondersteund en bewaakt worden, gezien de communicatie moeilijk en vaak gebrekkig loopt. Enerzijds raken mensen niet tot aan het bureau van de Technische Dienst in de Gasstraat. Anderzijds communiceert de huisvestingsmaatschappij nieuwe maatregelen en afspraken enkel schriftelijk. De aanwezigheid van de sociale dienst in het complex werd gedurende de laatste jaren gereduceerd tot het minimum. Bewoners geven aan dat ze niet weten waar ze met vragen, problemen terecht kunnen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De opbouwwerker houdt vinger aan de pols in het complex Stuivenberg.
Tijdens de eerste helft van het jaar was er een actieve aanwezigheid in het complex. Er werd ook een bewonersvergadering georganiseerd en actie gevoerd met betrekking tot muizen. De actieve aanwezigheid en de bewonersvergadering resulteren in duidelijke reacties van de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) Onze Woning op de vragen van bewoners. Dit zowel bij collectieve, als individuele problemen. Ook de leefbaarheidmedewerker van de SHM is betrokken bij het gebeuren. Er zijn nog steeds contacten met bewoners uit het Stuivenbergcomplex, ook met de aanwezige sleutelfiguren en de poetser wordt geregeld contact onderhouden. De infobrochure ‘Onze Wobbe’ werd samen met de leefbaarheidmedewerker van Onze Woning deur aan deur rondgebracht in het Stuivenbergcomplex. •
Sociale huurders van de Geelhandplaats hebben een aanspreekpunt voor hun klachten en worden betrokken bij de renovatie van het complex.
Het aanspreekpunt is nog steeds de opbouwwerker. Bewoners worden zoveel mogelijk doorverwezen, maar dit is niet altijd mogelijk zonder directe ondersteuning. De bewoners werden betrokken bij de renovatie van het gebouw. Dit gebeurt enkel als de opbouwwerker hier initiatief toe nam. Er is geen spontaan engagement vanuit de huisvestingsmaatschappij hiertoe. Zo werd er een informatievergadering met bewoners, technische dienst en buurtregie georganiseerd. De renovatie is ook steeds een item op het werkoverleg tussen de opbouwwerker, de SHM, buurtregie, doelgroepenregie en buurttoezicht. Tijdens het praatappartement kunnen bewoners ventileren over de renovatie. De concrete oplossingen voor overlast problemen met betrekking tot de renovatie worden verwacht in 2008. •
Op de Geelhandplaats nemen vrijwilligers taken op.
In de beide huisvestingscomplexen, Geelhandplaats en Stuivenberg, nemen vrijwilligers taken op en worden zij hierin ondersteund. Dit gaat zowel over ad hoc taken, als meer vaste engagementen. Zo kan het engagement van vrijwilligers op maat afgestemd worden. Er is een merkbare meer gedragen verantwoordelijkheid onder de vrijwilligers om de leefbaarheidsproblematieken samen aan te pakken.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
18
Er worden vrijwilligers ingezet voor huiswerkbegeleiding, containers open houden, sleuteldragers voor de poort, vrijwilligers voor feesten, koffie en thee voorzien. •
Huurders van de Geelhandplaats hebben de gelegenheid om elkaar op geregelde tijdstippen te ontmoeten.
Door een divers aanbod van activiteiten te organiseren samen met de bewoners wordt ook een divers publiek aangetrokken. De netwerken tussen huurders van dezelfde origine zijn sterk. De contacten tussen de verschillende groepen onderling worden sterker. Dit resulteert in minder samenlevingsproblemen in het complex. Steeds meer individuele huurders leren elkaar kennen en doen beroep op elkaar voor informatie en hulp. Andere problemen dan diegene die met de huisvesting in het complex te maken hebben komen eveneens in de aandacht: onderwijs, arbeid, energie, armoede, opvoeding, racisme, … •
Er wordt onthaal voorzien voor nieuwe huurders van de Geelhandplaats.
Buurttoezicht gaat op huisbezoek bij nieuwe bewoners. Er is enkel afstemming hierover tussen buurttoezicht en de sociale dienst van Onze Woning. Er wordt eveneens een onthaalmoment georganiseerd voor alle nieuwe bewoners op de Geelhandplaats. Hierbij worden ze ingelicht over waar ze terecht kunnen voor informatie, ze leren de opbouwwerker kennen en zittende huurders. •
De leefbaarheid op de Geelhandplaats is toegenomen, de overlast is verminderd.
De leefbaarheidproblematiek op de Geelhandplaats speelde zich hoofdzakelijk af op de binnenplaats (Sluikstort, wild parkeren, gebruik van het plein door verschillende groepen (oud, jong, mensen die niet in het complex wonen, druggebruikers, ...). Daarnaast werd overlast ervaren van de renovatie. (stof, lawaai, racisme van werknemers, afsluiten van water en elektriciteit,...). De problematiek werd besproken tijdens het praatappartement en bewonersvergaderingen. Dit samen met verschillende stadsdiensten en de technisch, sociale en leefbaarheiddienst van Onze Woning. Onze Woning ondersteunt acties, maar neemt een eerder repressieve houding aan. De Geelhandplaats is geen geïsoleerde sociale woonblok, er zijn duidelijke linken met de leefbaarheid van de buurt. Om deze reden werd gekozen om ook de omliggende straten en pleinen te betrekken bij acties die specifiek betrekking hadden op de leefbaarheid. Verschillende organisaties en diensten die werken met jongeren in de wijk worden op de hoogte gebracht van de problematiek. Daarnaast wordt gepolst naar mogelijke engagementen. •
Er is minder sluikstort en de nieuwe ophaalregeling et ophalen van groot huisvuil werd gecommuniceerd
Er is nog sporadisch sluikstort van buitenaf voor de poort, maar niet meer in de grote hoeveelheden van voordien. Het sluikstort van bewoners van de Geelhandplaats is van de baan. Door onder meer infovergaderingen, weten meer bewoners waar ze met groot huisvuil naartoe moeten. Er werd eveneens door de opbouwwerker en de vrijwilligers van het praatcafé meegewerkt aan de Buurt aan de Beurt actie. Nieuwe regelingen met betrekking tot afvalophaling werden besproken tijdens het werkoverleg tussen de verschillende betrokken partners. Dit resulteerde erin dat Buurttoezicht met de informatie een deur aan deur actie heeft gehouden. •
Er is een uitstapscenario voor het beëindigen van het project ‘Leefbaarheid sociale huisvesting Antwerpen Noord’
Er werden 2 overlegmomenten georganiseerd met de sociale dienst en leefbaarheidcoördinator van Onze Woning. Dit gebeurde samen met de interne programmaverantwoordelijke voor wonen. Er is een opbouw van dossier opgemaakt. Het convenant werd verlengd met een half jaar. •
Sociale huurders van Antwerpen Noord communiceren beter in het Nederlands.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
19
De doorstroming van bewoners van de Geelhandplaats en het Stuivenbergcomplex naar de conversatiegroep Taal-ooR in Antwerpen Noord verloopt niet vlot. Het blijft een aandachtspunt voor de komende periode. b) terugkoppeling naar projectdoelen •
• • • •
Het samenleven in de sociale woonblokken Geelhandplaats en Stuivenberg is versterkt en de leefbaarheid is verbeterd. De zorg van de bewoners voor de woning en de woonomgeving is verbeterd. Afvalproblematiek en onderhoud van gemeenschappelijke ruimten zijn hierin twee belangrijke peilers. De netwerken tussen de verschillende buurtbewoners zijn versterkt, dit met extra aandacht voor de diversiteit. Er is een positieve sfeer in de complexen. De bewoners voelen zich ondersteund op het niveau van de vrijwilligerswerking en bewonersvergaderingen. Het imago van beide complexen is verbeterd. Er is een aanzet ontwikkeld voor een permanente ondersteuning van de sociale huurders van de complexen Geelhandplaats en Stuivenberg. De communicatie tussen de huisvestingsmaatschappij en de bewoners is verbeterd. Met bijzondere aandacht voor de renovatie op de Geelhandplaats.
Er werd intensief gewerkt aan het samenleven, het versterken van bewoners en de leefbaarheid in beide complexen. Dit vanuit verschillende invalshoeken, waardoor zo veel mogelijk mensen betrokken werden. Organisaties werden hier steeds op betrokken waardoor de problematiek op een hoger niveau werd opgetild. Niet enkel de bewoners, maar ook niet enkel de overheid spelen hierin een rol. Door deze samen te brengen werd op een constructieve manier naar oplossingen gezocht en is hierin ook afstemming tussen bewoners en diensten.
B) Project 2: Project bewonersondersteuning in sociale huisvesting, Linkeroever Team Wonen De wijk Europark is een hoogbouwwijk met sociale woningen van twee Antwerpse sociale huisvestingsmaatschappijen, namelijk CV Huisvesting en Antwerpse Bouwcoöperatief CV ABC. De grootste woonblok is de Chicagoblok, het hoogste punt van Antwerpen Linkeroever die de skyline van de wijk domineert. Met zijn 25 verdiepingen is het 75 meter hoge flatgebouw ‘het’ prominente voorbeeld van te ver doorgeschoten hoogbouw in de sociale huisvesting. De Chicagoblok heeft in Vlaanderen en Antwerpen een kwalijke reputatie opgebouwd. Sensatiejournalisten hebben dit negatieve imago gretig aangewakkerd, hoewel de samenlevingsproblemen geen exclusiviteit voor de Chicagoblok zijn. De woonblok telt vier inkom hallen waar 193 gezinnen of 857 mensen in en uit lopen. Per ingang geeft elke verdieping toegang tot twee appartementen met drie en vier slaapkamers. Momenteel wonen in de Chicagoblok 40 verschillende nationaliteiten. In elk appartement verblijven gemiddeld vier kinderen. De vele nationaliteiten, waaronder vele nieuwkomers, brengen samenlevingsproblemen met zich mee. Ondertussen is de jaarlijkse verhuisbeweging van huurders, die weg willen uit de Chicagoblok, teruggevallen op 7%. Het stadsbestuur, het OCMW en CV Huisvesting plannen met gebruik van Europese fondsen (IGLO & IMAGE) nieuwe investeringen in de wijk (dienstencentrum, rusthuis, kinderopvang, …) en in de Chicagoblok een grondige renovatie van de 4 ingangen en de inrichting van een dakappartement als bezoekersruimte. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De vzw Buurtraad Europark – Euroteam is sterker en zelfstandiger.
De statuten van de vzw werden geactualiseerd. De Buurtraad en zelforganisaties uit de buurt organiseerden in 2007 enkele activiteiten zelfstandig, onder meer een Suikerfeest, een Offerfeest, een Sinterklaasfeest, een paasfeest, een Europark feest en een Rommelmarkt. Ze dienden hiervoor eigen subsidiedossiers in (vb. Opsinjoren, District, DIA) en eigen verslagen. De opbouwwerker ondersteunde het bestuur van de vzw en de zelforganisaties in de wijk. Vanuit de zelforganisatie leidt de opbouwwerker nieuwe leden toe naar de buurtraad. De competenties van leden van het bestuur ligt hoog. Er traden nieuwe leden toe in de buurtraad, zowel allochtonen, als autochtonen. Alle bewoners die initiatieven in de wijk nemen, worden toegeleid Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
20
naar de Buurtraad. De diversiteit is de Buurtraad een meerwaarde, maar niet altijd vanzelfsprekend. Voor de toekomst wordt bekeken of een mogelijke uitkomst kan gevonden worden via een permanente bewonersondersteuning. •
De huurders van Europark kunnen beter communiceren met elkaar en met de omgeving (vb. SHM Huisvesting, diensten, enz.)
Bewoners van Europark kennen elkaar, hetgeen de communicatie gevoelig bevorderd. Een moeilijkheid blijft echter gebrek aan kennis van het Nederlands, zeker voor het voeren van een gesprek. Daardoor werden in 2007 heel wat inspanningen geleverd om Taal-ooR, de conversatiegroepen tussen Nederlandslerenden en Nederlandstaligen (cf de andere wijken waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad actief is) opnieuw op te starten in de wijk. Er werd hiervoor samengewerkt met vzw Auxillia, een vrijwillige lesgever en de Parochiale verenigingen en de Parochieraad. Taal-ooR opstarten is echter niet gelukt, voor een belangrijk deel door een gebrek aan autochtone deelnemers. Om tegoed te komen aan de vraag naar het oefenen van het Nederlands werd met succes een cursus ‘Nederlands op de woonvloer’ georganiseerd. Bewoners werden eveneens toegeleid naar allerhande activiteiten in de wijk. •
De huurders kunnen beschikken over een gemeenschapsruimte waar zij elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten organiseren.
Er is een voorlopige gemeenschapsruimte (De Rode School) beschikbaar. Het gebruik van de zaal is echter erg versnipperd: feestzaal, clubhuis voor senioren, dienstencentrum. In de Rode school werden activiteiten georganiseerd zoals Arabische les, huiswerkklas en gezelschapsspel. Een mogelijke uitbreiding van de activiteiten wordt bekeken voor 2008. •
De huurders van de Chicagoblok en de wijk Europark zijn geïnformeerd over de projecten IMAGE/IGLO.
Image is een internationaal project waaraan Stad Antwerpen deelneemt. Het onderzoekt de mogelijkheden om het imago van hoogbouwwijken te verbeteren en hoe dit kan bijdragen tot een algemene heropleving van de stad. Het doel is kennis rond hoogbouw en sociale woningen uit te wisselen. Het Inter-Generationeel (IGLO) project wil de sociale samenhang tussen verschillende generaties en culturen in de wijk bevorderen. Een nieuwe sociale infrastructuur moet wonen, zorg, cultuur en maatschappelijke ontplooiing, onderwijs en opvang voor iedereen toegankelijk maken. Voorzieningen als een rust- en verzorgingstehuis, een kinderdagverblijf, een basisschool en jeugdcentrum, een nieuw OCMW dienstencentrum en sociale woningen voor ouderen en gehandicapten maken van Europark een wijk voor alle leeftijden. De sociale huurders van Europark werden echter nauwelijks geïnformeerd over Image/Iglo. Er had één informatievergadering plaats, waarvan de gebruikerstaal niet was afgestemd op het doelpubliek. Ook de gebruikerstaal in de brochure was niet laagdrempelig genoeg. •
De competenties van de huurders van de Chicagoblok worden verder geïnventariseerd en ingezet voor meer leefbaarheid in de wijk.
De competenties werden geïnventariseerd en bijgehouden in een geactualiseerde databank. De databank werd eveneens opengesteld voor derden. Wanneer er nieuwe bewoners een woning betrekken op Europark brengt de opbouwwerker een huisbezoek om ook deze mensen de mogelijkheid te geven hun competenties toe te voegen aan de databank. De databank resulteerde erin dat de Buurtraad gemakkelijker beroep kan doen op vrijwilligers voor het organiseren van activiteiten. De betrokkenheid van bewoners op de wijk is daarmee gevoelig gestegen. Het verloop door verhuizing is eveneens sterk geminderd in de wijk. b) terugkoppeling naar projectdoelen De projectdoelen werden rechtstreeks vertaald naar werkdoelen voor het werkjaar 2007. De uitwerking hiervan vindt u hierboven. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
21
C) Project 25: Bewonersondersteuning in sociale huisvesting, Kiel Team Wonen Sociale huurders hebben onderling weinig netwerken en leven vaak geïsoleerd in het sociale wooncomplex. Bij instroom van huurders in de gerenoveerde eerste toren van het Silvertopcomplex kunnen we twee groepen bewoners onderscheiden: enerzijds mensen die voorheen in de torens van de Silvertop woonden (ongeveer een derde van de populatie - dit zijn veelal oudere Belgische alleenstaanden), anderzijds mensen die nieuw komen wonen in het Silvertopcomplex (ongeveer twee derde van de populatie - dit zijn jongere mensen / gezinnen, Belgische mensen maar vooral ook allochtonen). Intussen ontstonden vanuit de ontmoetingsruimte en de daarmee gepaard gaande activiteiten contacten en netwerken tussen bewoners onderling. Binnen de groepen zelf vinden we weinig of geen netwerken terug. Nieuwe bewoners komen van overal in de stad en kennen elkaar niet, maar ook bij oudere bewoners die al langer in het complex wonen, valt op dat ze vaak erg geïsoleerd leven. Doordat er met de renovatie zoveel nieuwe – allochtone – bewoners tegelijk binnenkomen, voelen oudere mensen zich vaak wat onveilig. Na toewijzing van de gerenoveerde appartementen blijken nog heel wat technische gebreken, ontvangstproblemen met het centrale schotelantennesysteem en ernstige problemen met de facturatie van de energieleveranciers (elektriciteit en CHM - centrale verwarming op gas). Ook het poetsreglement wordt niet door alle huurders nauwgezet opgevolgd. Bewoners vinden geen aansluiting bij de nabijgelegen Tentoonstellingswijk noch bij de rest van de wijk Antwerpen Kiel. De torens van de Silvertop kampen ook met een negatief imago naar de rest van de wijk toe. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De bewoners komen wekelijks op donderdagnamiddag tussen 14 - 16u samen op de permanentie in de voorlopige ontmoetingsruimte.
Elke donderdagnamiddag vindt er een permanentie plaats in de gemeenschapsruimte, hierop zijn bewoners, de maatschappelijke assistente van de huisvestingsmaatschappij en de opbouwwerker aanwezig. De permanentie is een vast gegeven geworden binnen de blok: mensen kennen de weg en komen langs. Het is positief om een eigen ruimte te hebben waar bewoners terecht kunnen, bewoners gebruiken dit als uitvalsbasis en als ontmoetingsruimte. •
De bewoners krijgen ondersteuning van het opbouwwerk om oplossingen te vinden voor resterende ongemakken en gebreken als gevolg van de renovatie.
Veel bewoners kwamen naar de bewonersvergaderingen waar het technische luik de hoofdmoot was van de vergadering. Ook op de wekelijkse permanenties komen deze kwesties vaak aan bod. De problemen met Electrabel zijn gedeeltelijk opgelost: zo krijgt iedereen intussen facturen voor zowel de gas als de elektriciteit. Ook is men bij het call-center op de hoogte van het systeem CHM. De afrekening van de gas laat echter op zich wachten (bewoners betalen maandelijks schattingen). Bewoners hebben de weg leren kennen naar de aannemer of naar de technische dienst van de sociale huisvestingsmaatschappij De Goede Woning. •
De gemeenschapsruimte in de gerenoveerde Silvertoptoren 1 wordt ingericht en mede in gebruik genomen door de bewoners van de Silvertop.
De definitieve opening is achteruitgeschoven en al plaatsvinden in het voorjaar van 2008, dit doordat subsidies langer dan gepland op zich lieten wachten. De Stad Antwerpen en het district nemen de subsidies elk voor de helft op zich. De voorlopige gemeenschapsruimte wordt al wel gebruikt voor permanenties en bewonersactiviteiten (feesten, bewonersvergaderingen, …); •
De nieuwe huurders van de Silvertop maken kennis met elkaar en leren elkaars competenties kennen via een fotospel.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
22
Het leggen van contacten, nemen van een foto en vervolgens het laten zoeken van een andere bewoner was bedoeld als manier om bewoners op een ludieke en ongedwongen manier met elkaar in contact te brengen. Bij de ‘matching’ werd er op gelet dat bewoners een foto kregen van een bewoner die nog niet tot hun netwerk behoorde + mix autochtoon/ allochtoon. Wanneer de bewoners de persoon op de foto gevonden hebben, stellen ze deze een aantal vragen en vullen een antwoordkaart in. Zo krijgen ze de foto van zichzelf. 35 bewoners namen deel aan het fotospel en breidde zo hun sociaal netwerk uit. •
Er worden aanzetten gegeven voor het vormen van een bewonersgroep en voor deelname aan de PASH vergaderingen.
Op vraag van de bewoners vindt er tweemaal een bewonersvergadering plaats rond vooral technische mankementen. De permanentie komt elke donderdagnamiddag samen in voorlopige gemeenschapsruimte. Beide vergaderingen zijn de aanzet voor het vormen van een bewonersgroep. Bewoners willen met een vaste bewonersstructuur starten vanaf de definitieve ingebruikname van de gemeenschapsruimte plaatsvindt (voorzien voorjaar 2008). Twee bewoners nemen sinds september 2007 deel aan PASH en als gevolg hiervan ook aan de dag van de sociale huurder. De bewoners van de Silvertop verzorgden de muziekoptredens op deze dag. •
De fotoreportage over de renovatie van de Silvertop (voor en na) wordt vervolledigd en zoveel als mogelijk ingezet om het imago van dit complex (en de sociale huisvesting) te verbeteren.
Het betreft een fotopresentatie op muziek met portretfoto’s van bewoners uit de niet-gerenoveerde torens en foto’s van de oude en nieuwe blokken. De reportage werd getoond op: de studiedag rond renovatie, het nieuwjaarsfeest Silvertop, de dag van de sociale huurder (PASH) en het VIVAS congres. In de gerenoveerde toren werden huisbezoeken afgelegd (de na) en foto’s van bewoners genomen in hun nieuwe appartement. De reportage wordt erg positief onthaald en draagt bij tot het versterken van een positief imago voor de Silvertop. De insteek blijkt erg zinvol voor de start van een opbouwwerkproject. Aan het maken van de foto’s kan onmiddellijk een huisbezoek gekoppeld worden. Daarbij is het een aangename manier van werken voor zowel de sociaal huurders als de opbouwwerker. Het maakt nadien moeilijkere onderwerpen makkelijker bespreekbaar. Ook in het vervolg van het project zal de fotoreportage verder lopen. b) terugkoppeling naar projectdoelen •
Mensen (her)kennen in de eerste plaats bewoners van de eigen gang en in de tweede plaats bewoners van de torens. De sociale cohesie is dus versterkt.
Op de permanenties is er een vaste groep bewoners ontstaan die wekelijks langskomt en elkaar kent. Daarnaast komen mensen ad hoc langs. Bewoners kennen inmiddels doorgaans de bewoners uit hun gang en door de permanenties, het nieuwjaarsfeest, andere activiteiten en bewonersvergaderingen kennen ze ook de andere bewoners. Niet alle bewoners worden echter evengoed bereikt: autochtonen en Europese allochtonen worden makkelijk bereikt, niet-Europese allochtonen worden in iets mindere mate bereikt, dit blijft een werkpunt naar het volgend jaar toe, alsook de samenhang tussen de groepen. •
Bewoners vinden aansluiting bij de rest van de buurt.
Gezien alle bewoners na de renovatie nieuw zijn komen wonen in de gerenoveerde torens (ongeveer e e 1/3 uit oude torens en 2/3 van elders) wordt momenteel vooral gefocust op bewoners uit de blok zelf. Naar de toekomst toe zal de focus ook verschuiven naar het contact met de buurt. Sporadisch komen bewoners uit de directe buurt (vooral bewoners die zelf vroeger in de Silvertop woonden) langs op permanenties en op het nieuwjaarsfeest een hele kliek. De laatste maanden van 2007 opende de winkel aan de voet van de blok, hier komen ook mensen uit de buurt. Als de gemeenschapsruimte in 2008 opent, is het ook de bedoeling om mensen uit de omgeving te bereiken en daar te ontvangen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
23
•
De communicatie tussen huurders en De Goede Woning loopt vanaf het begin goed en wordt uitgebouwd met extra aandacht voor het onthaal van de bewoners.
De communicatie met de sociale dienst (maatschappelijk assistente) loopt optimaal en laagdrempelig: de maatschappelijke assistente is ook bijna wekelijks aanwezig en aanspreekbaar op de permanenties. De communicatie met de technische dienst verloopt moeilijker: mensen vinden de weg niet altijd naar de dienst of krijgen geen bevredigend antwoord op hun vragen. Mede om die reden werd 2 maal bewonersvergadering waarbij de hoofdmoot het technische luik was met gezamenlijke technische mankementen/ onduidelijkheden en uitleg hier rond door de technisch directeur. De technische dienst is niet altijd goed in communicatie naar de bewoners toe of staat niet stil bij hoe informatie op een aangepaste manier over te brengen naar bewoners toe (informatie rond dampkap, CHM, ….)
D) Bijdrage tot operationele doelstelling 1.1 De bestaande communicatie op de Geelhandplaats en het Stuivenbergcomplex werd in kaart gebracht en ondersteund door de opbouwwerker. Door de intense acties verloopt de communicatie nu beter. De huisvestingsmaatschappij wordt door overleg, aanwezigheid tijdens de activiteiten en bewonersvergaderingen beter betrokken bij de stand van zaken in beide complexen. Er wordt steeds een diversiteit aan bewoners bereikt en de communicatie gebeurt op maat. In het project Bewonersondersteuning Linkeroever Europark wordt systematisch werk gemaakt van het doorsturen van de verslagen naar de Stedelijke Woondienst. Dit zorgt voor een communicatiekanaal tussen het Euroteam, de bewoners, het basisteam en de CV Huisvesting. In het project Bewonersondersteuning Kiel is de permanentie op donderdagnamiddag een vast gegeven geworden en is een communicatiekanaal waar bewoners terecht kunnen met allerlei zaken inzake leefbaarheid, om zaken te bespreken en te zoeken naar oplossingen. Een aandachtspunt is het bereiken van een diverse groep. De permanentie is een opstap naar een meer definitieve bewonersstructuur die vorm zal krijgen in de definitieve gemeenschapsruimte.
Operationele doelstelling 1.2 A) Acties: Pash, Pash-A Team Wonen
In het convenant met de Stad Antwerpen werd bepaald dat de acties rond Platform Antwerpse Sociale Huurders (Pash) en Platform Antwerpse Sociale Huurders – Allochtoon (Pash-A) zouden toegespitst worden op de problematiek van schotelantennes. Binnen de stedelijke reglementering is het plaatsen van een schotel verboden, tenzij via een bouwvergunning, maar die wordt niet vergund voor een plaatsing aan de gevel. De stad volgt de reglementering uit het Decreet, waarbij in 2000 een aantal vrijstellingen zijn ingebouwd voor de plaatsing van schotelantennes, onder strikt afgebakende voorwaarden. Volgens stedelijke werkingsafspraken mag een schotelantenne niet zichtbaar zijn vanaf de straat (indien aan straatzijde geplaatst, dan achter de kroonlijst zo diep als ze hoog is, met een vastgelegd maximum hoogte en indien op de achtergevel geplaatst, dan een maximale afmeting en neutraal van kleur…). De bouwcode hierover wordt momenteel herschreven. De acties die het team hier rond opzetten hadden tot doel om allochtone sociale huurders toe te leiden naar PASH en een centrale schotelantenne voor per sociale blok te realiseren. Hiervoor werd een werkgroep van allochtone sociale huurders opgericht. Vanuit de werkgroep werd in 8 bijeenkomsten toegewerkt naar een dossier over schotelantennes in sociale woonblokken. Dit dossier werd voorgesteld op de PASH en de VIVAS vergadering. Het werd eveneens opgestuurd naar alle Sociale Huisvestingsmaatschappijen in Antwerpen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
24
De bespreking van het dossier met de sociale huisvestingsmaatschappijen werd uitgesteld tot 2008 omwille van de fusionering van de Sociale Huisvestingsmaatschappijen in Antwerpen. B) Bijdrage tot operationele doelstelling 1.2. Het werken rond een concrete problematiek met allochtone sociale huurders heeft een sterk dossier opgeleverd. Deze manier van werken versterkt de positie van deze kwetsbare groep huurders in de bestaande overlegstructuur van PASH. Men is voorbereid en kan zo een duidelijk gefundeerde eigen mening naar voren brengen.
Operationele doelstelling 1.3 A) Project 32: huren op de private huurmarkt Team Wonen
Kansarme Belgen, nieuwkomers (vooral wanneer ze pas in België zijn aangekomen of wanneer ze zijn uitgeprocedeerd) en eenoudergezinnen hebben het moeilijk op de huurmarkt, vooral wanneer het gezinshoofd daarbij laaggeschoold is. De private huurmarkt krimpt. Steeds meer eigenaars verkopen hun huurwoningen die vaak door de volgende eigenaar niet meer verhuurd worden. Het zijn bovendien vooral de grotere en betere woningen die het eerste verkocht worden. Dit heeft verschillende gevolgen: - Het aandeel grotere huurhuizen daalt, wat problemen geeft voor gezinnen met kinderen. - De resterende huizen zijn in een slechtere staat. De keuze vermindert. - Het aantal (kandidaat) huurders daalt niet waardoor een geen evenwicht meer bestaat tussen vraag en aanbod. Verhuurders kunnen door de grote vraag hun kleine en kwalitatief slechte huizen aan hoge prijzen verhuren. De prijzen stijgen fors en zijn niet meer in verhouding tot de kwaliteit. - Door het onevenwicht tussen vraag en aanbod kunnen hun huurders selecteren. De meest kwetsbare groepen vallen uit de boot: mensen die met een leefloon, allochtone kandidaten, zij die hun waarborg in stappen willen betalen, grote gezinnen, enz. Huren op de private huurmarkt is duur. De waarborg is voor vele private huurders in armoede een te groot bedrag om in één keer te betalen. Bovendien krijgen deze huurders vaak hun waarborg niet terug betaald bij verhuizing, een oneerlijke praktijk van verhuurdersmet huurders die hun rechten niet kennen. Een goede woning huren is voor vele mensen in armoede onmogelijk geworden. Zij komen terecht in ongezonde en minder kwaliteitsvolle woningen, dikwijls tegen veel te hoge prijzen. Vaak gaat de prijs van de huur telkens omhoog wanneer deze opnieuw verhuurd wordt. Bovenop de huurprijs komen de kosten voor water, gas en elektriciteit, die soms hoog oplopen. Vooral nieuwkomers weten vaak niet hoe zuinig om te springen met energie. Oorzaken: - Slechte isolatie van de huurhuizen - Verspillend gebruik - Dubbele facturatie als gevolg van het regelmatig verhuizen Vaak werken verhuurders met gemeenschappelijke meterstanden waarbij huurders een deel van het gemeenschappelijke verbruik moeten betalen. In dit geval krijgen huurders dikwijls hoge bedragen voorgeschoteld zonder duidelijke facturen. Huurders hebben het recht die in te kijken maar velen zijn hiervan niet op de hoogte. In sommige gevallen bepaalt de verhuurder hoe hoog de verwarming kan en wanneer die aan en uit wordt gezet. Vele private huurders in armoede huren woningen die kwalitatief veel te wensen over laten. - De woning is ongezond door vocht: opstijgend vocht, binnensijpelend vocht, lekkende buizen, lekkend dak, enz. - Tocht door niet herstellen van kapotte ramen en deuren, kieren en spleten. - Slechte verluchting - Verwarmingsinstallaties zijn niet in orde met gevaar voor CO vergiftiging - Ontbreken van warm water, geen bad of douche, geen toilet, enz De verhuurder trekt zich in de problematische gevallen niets aan van deze situatie en herstelt dus ook niet. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
25
Huisjesmelkerij is het lot van menig huurder. Zij worden het slachtoffer van bovenstaande problemen en vaak in extreme mate. Huizen worden in kleine compartimenten onderverdeeld waarvoor men gigantisch hoge bedragen vraagt. Matrassenverhuur is de ergste vorm. De woningen zijn meestal in slechte staat en niet afgestemd op het aantal huurders. Sanitaire voorzieningen, verwarming, keuken, afzonderlijke slaapruimte, enz, laten te wensen over. Bij huisjesmelkerij is het voor de huurder onmogelijk om op te komen voor zijn rechten. Huren bij een huisjesmelker is voor veel huurders een noodoplossing om een dak boven het hoofd te hebben en is alleszins beter dan de straat. Huurders betalen de vraagprijs en durven de wantoestanden niet aanklagen omdat ze het risico lopen op straat gezet te worden. Steeds meer eigenaars - huisjesmelkers komen uit het buitenland, vooral uit Oost-Europa. Zij verhuren vaak aan landgenoten. Het opsporen van deze eigenaars wordt extra bemoeilijkt omdat zij zich verenigen in vzw’s. Wordt het te warm onder hun voeten, dan wordt de woning snel doorverkocht. Dit blijkt bovendien een hele lucratieve bezigheid. Veel van de huurpanden voldoen niet aan het conformiteitattest. Maakt de overheid dit verplicht dan dienen veel huurpanden ongeschikt of onbewoonbaar verklaard te worden. Als gevolg hiervan dreigen de huurders op straat terecht te komen zolang er geen vervangende opvang kan voorzien worden. Bovendien moeten we ons afvragen wat gedaan wordt met huurders die de overheid geschrapt heeft uit zijn woonbeleid. Mensen in de regularisatieprocedure moeten opnieuw recht op wonen verwerven. En wat met uitgeprocedeerden? Vele problemen worden veroorzaakt door het feit dat de huurders hun rechten en plichten niet kennen. In extreme situaties kunnen ze er geen gebruik van maken op gevaar af het laatste dak boven hun hoofd te verliezen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Huurders op de private huurmarkt kennen hun rechten en plichten en weten diensten en organisaties te vinden waarop ze beroep kunnen doen om hun woonproblemen op te lossen en omgekeerd.
Als introductie in het project werd in september 2007 de dag van de private huurder georganiseerd. Huurders en organisaties werden met elkaar in contact gebracht. Een groep huurders kent rechten en plichten op de private huurmarkt en weten op welke manier ze beroep kunnen doen op de organisaties en diensten. Door middel van het inloopspreekuur kunnen mensen krijgen mensen de mogelijkheid om vragen te stellen over energiezaken en indien nodig gericht doorverwezen te worden. Bij de start van het project werd eveneens een infobrochure ontwikkeld. Deze wordt ook door andere organisaties gebruikt om gericht door te verwijzen. Er werd eveneens een DVD gemaakt om mensen een beeld te geven van mogelijkheden tot besparingen in huis. Er werd een uitstap georganiseerd naar het ECO-huis in Antwerpen Borgerhout. Tijdens de uitstap werden mensen geïnformeerd over mogelijke ecologische oplossingen in huis en mogelijkheden tot energiebesparing. Samen op stap zijn zorgde ervoor dat mensen elkaar beter leerde kennen. •
Een basisgroep huurders (op de private huurmarkt) heeft kennis van energiebesparende en kwaliteitsverbeterende maatregelen die de woonkost verlagen
Er werden vier workshops georganiseerd en de bovenvermelde uitstap naar het ECO-huis. De workshops behandelde volgende onderwerpen: besparen op de elektriciteitsfactuur, rechte en plichten op de energiemarkt, besparen op verwarming en hoe lees ik mijn factuur. De workshops en de uitstap zorgde ervoor dat de basisgroep van huurders kennis heeft van kwaliteitsverbeterende en energiebesparende maatregelen. De basisgroep past de opgedane kennis toe in de eigen woonomgeving. •
Er zijn energiebesparende en kwaliteitsverbeterende maatregelen geïmplementeerd bij meerdere gezinnen in Antwerpen Noord
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
26
Een aantal huurders konden ingeschreven worden voor de energiescans. Deze worden uitgevoerd in het eerste jaardeel van 2008. We nemen deel aan de stuurgroep van het stedelijke project Energiesnoeiers, waardoor we ervoor kunnen zorgen dat ook onze doelgroep vertegenwoordigd is in het project. De stuurgroep werkt samen op de problematiek op de agenda van het Lokale Woonbeleid te plaatsen. De basisgroep geeft de informatie door aan hun achterban. Ook dit loopt verder in 2008. •
SAS brengt, in samenwerking met partners (middenveld), de problematiek van private huur in kaart en op tafel van beleidsmakers.
Aan de hand van een beleidstekst opgemaakt voor het project Energiesnoeiers (zie boven), de dag van de private huurder en tijdens de beleidscontacten wordt de problematiek op de tafel van de beleidsmakers gelegd. b) terugkoppeling naar werkdoelen • • •
SAS bereikt private huurders in de wijk Antwerpen Noord (2060) en brengt hen samen in een huurderplatform dat de belangen van deze groep behartigt. SAS en de partners uit het middenveld werken een gezamenlijke strategie uit om het lot van huurders op de private huurmarkt te verbeteren. SAS start een concreet project op met private huurders. Dit project brengt verbetering in hun woonsituatie.
Door middel van de verschillende acties en activiteiten werd een groep huurders samengebracht met een achterban. Deze huurders werken actief mee in het opzetten van acties en stappen naar het beleid. Het project private huur is geïmplementeerd in de algemene werking in de buurt. Verschillende organisaties steunen actief het project. De draagkracht van het project vergrootte.
B) Bijdrage tot operationele doelstelling 1.3 Binnen het project Private Huur zijn heel wat huurders die elk op een verschillende (actieve, informele, structurele, ondersteunende, hulpvragende, ...) manier deelnemen. Een groep huurders verenigt zich om op te komen voor de rechten van huurders in de stad.
Operationele doelstelling 1.4
Actie: VIVAS VIVAS werkt rechtstreeks met de overlegstructuur van PASH. De bijdrage van het team wonen aan de werking van VIVAS gebeurd dus door middel van toeleiding en ondersteuning van maatschappelijke kwetsbare huurders aan PASH.
3.1.3. Bijdrage tot de strategische doelstelling 1 De bewonersondersteuning op de Geelhandplaats en het Stuivenbergcomplex versterkt de maatschappelijke positie van de huurders. Ze krijgen de kans om via communicatiekanalen en acties op te komen voor hun rechten als huurders van een bouwmaatschappij. Hun positie in de samenleving wordt daardoor versterkt. Bewoners krijgen de kans om hun levenssituatie te veranderen. In het project rond bewonersondersteuning op Linkeroever draagt met de ondersteuning van de Buurtraad sterk bij tot de realisatie van strategische doelstelling 1. De Buurtraad versterkt de competenties van de sociale huurders in de wijk. Mensen leren met elkaar in dialoog gaan en onderhandelen. Ook enkele zelforganisaties zijn vertegenwoordigd in de Buurtraad. Dit zorgt voor een duidelijke versterking. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
27
Het spanningsveld tussen werken aan de directe leefbaarheid in de blok van de Silvertop versus het algemene basisrecht op wonen is een duidelijk gegeven. In woonblokken met veel en kwetsbare bewoners als in de Silvertop, is het in de eerste plaats nodig om te werken aan onderlinge netwerkvorming en constructieve communicatie en omgang rond onderlinge conflicten. Pas als aan deze voorwaarde voldaan is, is het mogelijk om met deze bewoners te werken rond het basisrecht op wonen. In dit project werd in 2007 in de eerste plaats aan de fundamenten gewerkt om in de toekomst een te versteken in hun onderhandelingspositie. Door middel van het project private huur en het deelproject vaste kosten is de onderhandelingspositie van de huurders versterkt. Enerzijds doordat zij zelf kennis hebben van hun rechten en plichten op de private huurmarkt, ze beter weten waar ze naartoe kunnen met hulpvragen. Anderzijds doordat de organisaties in Antwerpen die betrokken zijn op de woonproblematiek kennis hebben van het project, het project ondersteunen en zelfs mee vorm geven. De woonproblematiek werd op de tafel van de beleidsmakers gebracht.
3.1.4. Bijdrage tot de missie We werken met deze strategische doelstelling aan de verwevenheid van achterstelling en samenlevingsproblemen. Onze projecten werken in de meest precaire leefomgeving – de secundaire woningmarkt in Antwerpen Noord én de sociale huisvestingscomplexen met een negatief imago. In deze leefomgeving versterken de armoedeproblematiek en de onleefbaarheid elkaar. Woningen in slechte kwaliteit zijn betaalbaar maar de aanwezigheid van de huurders met een armoedeprofiel verhogen de samenlevingsconflicten. De problematiek waar wij aan werken is enerzijds het waarmaken van het recht op wonen ook voor de meest kwetsbare groepen én de moeilijk te activeren bewoners en anderzijds deze moeilijke groepen activeren om zelf actief mee te werken aan een leefbare woonomgeving.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
28
3.2.
Strategische doelstelling 2 3.2.1. Inhoud
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING De maatschappelijke dienstverlening (financiële, sociale, administratieve, juridische en materiële) is bereikbaar, toegankelijk en aangepast voor maatschappelijk kwetsbare bewoners in de wijken waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad actief is. Operationele doelstelling 2.1
Maatschappelijk kwetsbare bewoners hebben in min. 2 wijken hun nood op vlak van maatschappelijke dienstverlening besproken met het OCMW en stedelijke actoren. Bij de vormgeving van het sociaal huis is rekening gehouden met drempels die door de doelgroepen gesignaleerd zijn Operationele doelstelling 2.2
Binnen het hulpverleningsaanbod t.a.v. multi-problem gezinnen is er rekening gehouden met de expertise van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. De expertise is overgedragen aan andere actoren. Operationele doelstelling 2.3
Armoede bij allochtonen staat op de agenda van het Antwerpse en Vlaamse beleid en er zijn kanalen (nieuwe of bestaande) waarbij allochtonen in armoede hun situatie kunnen bespreken met het beleid
3.2.2. Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie Hieronder werd schematisch weergegeven aan welke operationele doelstelling de projecten bijdragen.
OD 2.1
OD 2.2
ModeM Aangen@me Kennismaking
OD 2.3
X
OD 3.2
OD 3.4
X
X
X
Arm in Arm
X
Evaluatie programma A) Programma Maatschappelijke Dienstverlening Het programma van het thema Maatschappelijke Dienstverlening werkte in 2007 bestaat uit vrij uiteenlopende projecten. Niettegenstaande dat is er een grond van gemeenschappelijkheid. 2007 stond dan ook in het teken van het werken aan ervaringsuitwisseling en het linken van de projecten waar mogelijk. De opstart van de Sociale Infopunten (SIP) in een aantal wijken in de stad was een aandachtspunt voor het hele team. Uit de verschillende projecten werden cases verzameld en signalen gebundeld. Deze signalen werden gebracht op allerhande fora zowel in de stad, als op Vlaams niveau. Het team nam deel aan werkgroepen (Bestaans)Middelen, Maatschappelijke Dienstverlening en Activering in verband met werk in het kader van het vormgeven van het Lokaal Sociaal Beleid (LSB).
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
29
Deze werkgroepen waren actief van begin maart tot eind juni. Nadien was het wachten op de beslissing van het schepencollege aangaande de doelstellingen van het LSB en de begroting die er aan gekoppeld werd. Het LSB plan werd voorgesteld in september 2007 en het duurde nog tot in oktober vooraleer er zekerheid was over de begroting. De volgende aangekondigde stap was het opnieuw samenkomen van de verschillende werkgroepen om mee de keuze te bespreken (prioriteiten) welke voorgestelde maatregelen zouden uitgevoerd worden met het voorzien budget. Tot begin 2008 is dit nog steeds net gebeurd. In de overkoepelende werkgroep “Samenwerking en Overleg” zal druk uitgeoefend worden om deze werkgroepen terug samen te roepen. In de loop van 2007 werd door verschillende Antwerpse organisaties – waaronder SAS - het initiatief genomen om druk uit te oefenen op het stadsbestuur om meer aandacht te besteden en werk te maken van armoedebestrijding. Verschillende vergaderingen van een stuurgroep hadden plaats waaraan de TC van MD heeft deelgenomen. Daaruit is het initiatief gegroeid om maandelijks voor de gemeenteraad een actie te voeren aan het stadhuis om een bepaald thema in verband met armoede in de aandacht van de gemeenteraad en het schepencollege te plaatsen. Het begin van de actie is voorzien in januari 2008 met de lancering van het initiatief.
Operationele doelstelling 2.1 A) Project 9: Aangen@me Kennismaking Dit project is een samenwerkingsproject met Recht-Op Team Maatschappelijke Dienstverlening Netwerken van mensen die in armoede leven zijn (zoals bij de meeste mensen) homogeen: mensen in armoede kennen vooral andere mensen in armoede. Om sociale mobiliteit mogelijk te maken is een meer verscheiden netwerk nodig. Mensen in armoede slagen er op eigen kracht echter moeizaam in om op een informele manier mensen die niet in armoede leven te leren kennen. Op hun beurt zijn mensen die niet in armoede leven weinig vertrouwd met de leefwereld van mensen in armoede. Wederzijds wantrouwen en onbegrip is hier het gevolg van. Door mensen met verschillende sociale achtergronden op een individuele manier met elkaar in contact te brengen kan het samenleven veraangenamen. Daarnaast werk het project aan een tweede problematiek: mensen in armoede blijven door hun achtergestelde positie vaak verstoken van de toegang tot de wereld van ICT. Hierdoor missen ze aansluiting bij een belangrijke maatschappelijke evolutie, waardoor mensen opnieuw uitgesloten worden. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De methodiek van “ een paar apart “ binnen vrijwilligersduo’s werkt
Dit werkdoel werd gerealiseerd binnen een uitgebreid cursusaanbod, met inzet van vrijwillige lesgevers en co-begeleiding door mensen in armoede. Het cursusaanbod vond plaats in NOVA, Stedelijke basisschool De Piramide, Dienstencentra De Liberty, De Boskes en De Fontein. Daarnaast werd een Cybercafé in Nova georganiseerd. De link met andere project binnen Nova werd gelegd door digitaal in te spelen met workshops op projecten van anderen, zoals ‘Gezocht, gevonden’ in Nova. Het project nam in 2007 eveneens deel aan de Digitale Week. De omkadering nodig om dit werkdoel te realiseren, vroeg enorm veel werktijd (fondswerving voor materiaal, samenwerking opzetten met Dienstencentra, voldoende stevige vrijwilligersploeg samenstellen, …). De samenwerking binnen dit project met Recht-Op maakte het mogelijk om in de diepte door te werken met mensen in armoede rond de drempels die de inzet als vrijwilliger bemoeilijken. Dit resulteerde erin dat van de 7 mensen in armoede die een Estafettetraining volgden, momenteel 3 actief zijn als vrijwilliger. De bekendmaking van het aanbod van Estafettetraining bij organisaties die werken met mensen in armoede werd uitgewerkt in drie vestigingen van Recht-Op. Enkel vanuit de werking op het Kiel zijn er
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
30
mensen in de training gestapt. De nabijheid van projectwerkers speelt blijkbaar een grote rol. Bekendmaking bij andere organisaties vroeg teveel werktijd en is daardoor uitgesteld tot 2008. De uitbouw van een kwalitatief goed aanbod (cursussen, vrij gebruik PC’s met Internet) en het beleidsmatig mee aankaarten van de drempels op vlak van ICT voor mensen in armoede heeft voldoende vertrouwen gewekt bij het OCMW om onze vraag naar meer ondersteuning en samenwerking op te nemen. Dit heeft de opstart van de werkgroep ‘ICT voor de burger’ vanuit het OCMW ongetwijfeld mee gestimuleerd. De werkgroep met bijzondere aandacht voor doorlichting en eventuele bijsturing Estafettetraining door Digipolis werd in samenwerking met project ‘Talent Geeft Vorming’ binnen onze organisatie opgevolgd.. •
beschrijving en voorstelling ‘Een paar apart’ als methodiek binnen vrijwilligersduo’s
Met de uitwerking van dit werkdoel kon pas gestart worden vanaf het moment dat er duo-vrijwilligers actief werden, i.c. sinds september 2007. Sindsdien komen arme en niet-arme vrijwilligers (trio per cursusreeks) en projectmedewerkers ‘Aangen@me kennismaking’ regelmatig samen om de kansen en de knelpunten van het samenwerken te bespreken. Tot nu toe enkel op praktisch niveau van het concrete lesgeven/begeleiden. In navolging hiervan start in 2008 een tiendaagse coaching door Prof. Dr. Tine Van Regenmortel, (Hiva), Lector Empowerment en Maatschappelijk kwetsbare groepen, om de projectmethodiek methodisch te onderbouwen. •
mensen in armoede nemen deel aan zoveel mogelijk activiteiten met gemengde groepen deelnemers binnen het project
Bij elk aanbod voorzien we een aantal plaatsen voor mensen die in armoede leven, een aantal plaatsen voor senioren en een aantal plaatsen voor allochtone deelnemers. Door samen op cursus / workshop te zitten, pauzes te delen, ervaringen uit te wisselen, enz. leren mensen elkaar en elkaars leefwereld beter kennen. Een belangrijke voorwaarde om mensen in armoede te laten deelnemen is het onderhouden van voldoende contacten met organisaties die zich richten tot mensen in armoede. In Borgerhout zijn deze contacten onvoldoende uitgebouwd. Het systematisch vrij houden van een aantal plaatsen per activiteit om mensen in armoede de kans te geven om deel te nemen is van essentieel belang. Indien we dit niet zouden doen, zou de deelname van mensen in armoede niet lukken. Om dit werkdoel te realiseren boden we het cursusaanbod aan. We organiseerden geregeld Cybercafés in Nova. We boden gratis Internet onder begeleiding op vaste momenten in de NOVA en in de dienstencentra De Liberty, De Boskes en De Fontein. Ook de deelname aan de digitale week en het aansluiten bij activiteiten van partners behoren hiertoe. •
drempels ivm participatie mensen in armoede aan ICT zijn aangekaart bij relevante (beleids)actoren
Concreet realiseerde we stappen binnen dit werkdoel via deelname aan de werkgroep ‘ICT voor de burger’ vanuit het OCMW Antwerpen. Als vervolg hierop wordt in Antwerpen gedacht aan het opstarten van Digipunten, met name openbare computerruimten met bijzondere aandacht voor het bereiken van achtergestelde groepen en aan een publicatie rond het gratis en goedkoop aanbod op vlak van computer- en internetgebruik op publieke plaatsen. Op federaal niveau volgden we de beleidsacties van de Interparlementaire Werkgroep Vierde Wereld op vlak van het dichten van de digitale kloof. Zo brachten we op 7 maart 2007 een voorstelling van onze bevindingen in de Senaat. We volgden ook de beleidsacties van het Vlaams Netwerk voor Armoedebestrijding op, op vlak van het dichten van de digitale kloof en namen deel aan de stuurgroep van het Vlaams Steunpunt Nieuwe Geletterdheid. •
OCMW Dienstencentra houden rekening met drempels ivm participatie aan ICT voor mensen in armoede
Mensen in armoede (samen met anderen) gebruiken binnen de Dienstencentra De Fontein, De Boskes en De Liberty op vaste weekmomenten de gratis PC’s met internetverbinding. Dit lukt dankzij Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
31
het vertrouwen van dienstencentra in ons project als voldoende kwaliteitsvol (cursusaanbod, vrijwilligers, continuïteit, enz.), de aanwerving van sociaal tewerkgestelden door het OCMW (Art. 60) om dit aanbod vorm te geven en de door ons mee vormgegeven samenwerking tussen de sociaal tewerkgestelden en onze vrijwilligersploeg. In de drie dienstencentra volgen mensen in armoede (naast anderen) kennismakingscursussen ICT. De samenwerking tussen de dienstencentra en ons project wordt door de centrumleiders doorverteld, waardoor we door nieuwe dienstencentra gevraagd worden om ook met hen samen te werken ivm ICT-aanbod •
Vormingsinstelling houdt rekening met drempels ivm participatie aan ICT voor mensen in armoede
Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van drempels ivm ICT naar vorming van kansarme vrijwilligers in ICT initiatieven, vooral door de invloed van de werkgroep ‘ICT voor de burger’ en het interen project Talent Geeft Vorming. Zo nemen mensen in armoede deel aan Estafettetraining georganiseerd door Digipolis. Digipolis houdt in de Estafettetraining rekening met de specifieke noden van mensen in armoede, en is bezig met een doorlichting en eventuele bijsturing Estafettetraining (vanuit de werkgroep ‘ICT voor de burger’). De werkgroep ‘ICT voor de burger’ groeide uit tot een belangrijke groep die haar krachten bundelt om in Antwerpen voldoende toegankelijke openbare computerruimtes te voorzien. Vanuit deze groep zouden de drempels ivm participatie aan ICT voor achtergestelde groepen kunnen aangekaart worden bij vormingsinstellingen met een aanbod op dit vlak. b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
Netwerkverbreding voor mensen die in armoede leven: de methodiek van ‘een paar apart’ is voldoende uitgeprobeerd vanuit ICT als middel
Dit projectdoel wordt uitgewerkt via het cursusaanbod in de verschillende dienstencentra, Nova en de Basisschool De Piramide. Er wordt eveneens aan gewerkt via het cybercafé met workshops in Nova en de Estafettetraining bij Digipolis. Voor 2007 lag de focus binnen dit projectdoel op het onderzoeken en bewerkstelligen van de vrijwilligersduo’s, zoals hierboven beschreven werd onder werkdoel 1. •
Netwerkverbreding voor mensen die in armoede leven: de methodiek van ‘een paar apart’ is breder bekend gemaakt als manier op de netwerken van mensen in armoede te verbreden én als manier om de toegankelijkheid van bepaalde domeinen te vergemakkelijken voor mensen in armoede.
De samenwerking met zowel de dienstencentra en de vormingsinstellingen voor het realiseren van het ICT aanbod bewerkstelligd dat beide partners oog krijgen voor het werken met mensen in armoede en bijgevolg hun werkingen aanpassen in het kader de toegankelijkheid van deze instellingen. •
Netwerkverbreding voor mensen die in armoede leven: door hun deelname aan activiteiten van gemengde groepen deelnemers van het project zijn de netwerken van mensen in armoede verbreed met contacten met mensen die niet in armoede leven
Aan dat projectdoel wordt gewerkt via de methodiek van ‘een paar apart’ en de veelheid aan samenwerkingspartners. •
• •
Het verkleinen van de digitale kloof voor mensen in armoede: drempels die mensen in armoede belemmeren in hun participatie aan de wereld van ICT zijn aangekaart bij relevante actoren (federale en Vlaamse overheid, stad, OCMW en vormingsinstellingen) Vergroten van de toegankelijkheid van ICT aanbod van OCMW dienstencentra voor mensen in armoede Vergroten van de toegankelijkheid van ICT aanbod van vormingsinstellingen voor mensen in armoede
Het projectdoel rond beleidsbeïnvloeding werd in 2007 vertaald naar een werkdoelen. Er werd apart aandacht besteed aan de toegankelijkheid van vormingsinstellingen en dienstencentra. Op beide terreinen werden resultaten geboekt. Ze werden uitgeschreven in de evaluatie van de werkdoelen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
32
C) Bijdrage tot operationele doelstelling 2.1 Het project Aangen@me Kennismaking wordt uitgewerkt in zowel Borgerhout als op het Kiel. Het bestrijden van de digitale kloof voor mensen in armoede wordt op verschillende beleidsniveaus (OCMW Antwerpen, Vlaamse en Federale Overheid) opgenomen, door onze eigen inbreng en door andere organisaties die beleidsbeïnvloeding op dit vlak als doel hebben. Van belang hierbij is de directe betrokkenheid van mensen in armoede zelf te bewaken. We slagen hierin op Vlaams en federaal niveau, maar niet op Antwerps niveau. De reden hiervoor is dat op Vlaams en federaal niveau men meer gewend is aan rechtstreekse deelname van mensen in armoede. Vooral bij deelname aan rechtstreekse dialoogmomenten. Op Antwerps niveau moeten we bekijken op welke manier meer rechtstreekse deelname van mensen in armoede aan beleidsvoorbereidende vergaderingen kan gerealiseerd worden.
Operationele doelstelling 2.2 A) Project 27: Modem Team Maatschappelijke dienstverlening Een goede maatschappelijke dienstverlening op wijkniveau is niet gegarandeerd. Zeker maatschappelijk kwetsbare groepen blijven in de kou staan. Voor de doelgroepen van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is het belangrijk dat dienstverlening toegankelijk is en aangepast is aan hun noden, hierop speelt het project ModeM in. ModeM werkt onthaaltrajecten uit met multi problem gezinnen om hen te schakelen naar de reguliere hulpverlening en naar volwaardige deelname aan het maatschappelijke leven. Het project wordt uitgewerkt in Antwerpen Noord en in Deurne Zuid. a) Acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen Waar nodig maken we het onderscheid tussen Antwerpen Noord en Deurne Zuid. Waar mogelijk bespreken we beide samen. •
Bevorderen van een kwaliteitsvol onthaal en een laagdrempelig ontmoetingsaanbod ifv verhoogde toegankelijkheid van de wijkcentra voor mensen in multi-problem situaties
Deurne Zuid Er werd sterk gefocust op de optimalisering van de onthaalwerking en dit wordt ook continu opgevolgd en verder bijgestuurd. De onthaalwerking is een vast agendapunt op teamoverleg. De verhoogde betrokkenheid van het hele team op de onthaalwerking zorgt voor een beter functionerend onthaal, in het bijzonder voor kansengroepen. De signalen vanuit onthaalmedewerkster worden doorgegeven op het team en de onthaalwerking wordt bijgestuurd. In 2007 was er een verhoogde aandacht voor de registratie. Daarnaast werd er beroep gedaan op het Sociaal Infopunt (SIP-punt) indien we zelf niet onmiddellijk antwoord konden bieden op gestelde vragen door cliënten. Met betrekking tot een laagdrempelig ontmoetingsaanbod werd in 2007 een sterke focus gelegd op de toegankelijkheid van het aanbod in ontmoetingsruimte voor cliënten van ModeM. We realiseerden een geslaagde deelname van ModeM cliënten aan het kerstfeest, de Vrijwilligersraad, de Cursistendag, de Toer door Deurne, het Afsluitfeest, het Wintervuur en Taal-ooR. Dit omwille van extra zorg in toeleiding, aanpassing van de activiteiten naar prijs en variatie in thema’s,… en nauwgezette evaluatie met ModeM medewerkers tijdens teamoverleg. Als evaluatie kunnen we stellen dat het een ingebouwde reflex is geworden dat er voor ModeM cliënten op praktische elke activiteit extra aandacht uitging naar toeleiden en verhoogde toegankelijkheid. ModeM medewerksters waren op een aantal van de activiteiten ook zelf aanwezig, wat toch een extra troef is in het bereiken van ModeM cliënten. Een aantal ModeM cliënten maakten de overstap van deelnemer naar vrijwilliger.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
33
Antwerpen Noord Het Onthaalteam in Antwerpen Noord kwam in 2007 zeven keer samen, de focus lag op een goed onthaal van vragen van bezoekers. Dit resulteerde in een duidelijker overzicht van de verwachtingen van partners tav het onthaal, een verbeterde onthaalwerking van hulpvragen en verbeterde opvolging van registratie van hulpvragen. Daartoe werd een standby beurtrol uitgewerkt en verdeeld over alle werkingen van centrum De Wijk. Vrijwilligers voelden zich beter ondersteund in het kunnen bieden van oplossingen voor vragen van bezoekers. Deze beurtrol werd systematisch geëvalueerd en moeilijkheden in doorverwijzing werden systematisch op het onthaalteam besproken. Daarnaast werd ook duidelijker de verwachtingen van de partnerwerkingen ten aanzien van de onthaalbalie geformuleerd en hier rond afgestemd. Het aanbod van de ontmoetingsruimte en de initiatieven in het kader van het interne buurtschatten project werden systematisch doorgegeven via een werkoverleg met de ModeM medewerkster. Er werd een verhoogde alertheid ontwikkeld bij de ModeM medewerkster voor de toeleiding van cliënten naar activiteiten en individuele gesprekken met de opbouwwerkster. Zo namen ModeM cliënten deel aan een Cirkelmoment en Talentenjacht in de Buurtschatten caravan in functie van een betere kennismaking met het ontmoetingsaanbod. Nadien namen ModeM cliënten ook deel aan Taal-ooR, Kok-en-Eten, spelletjesnamiddag en andere activiteiten binnen de buurtwerking van Antwerpen Noord. •
Inschakeling van maatschappelijk kwetsbare bewoners in vrijwilligerswerk
Deurne Zuid De inschakeling van ModeM cliënten in vrijwilligerswerk via gepaste groepsopdrachten van de soepploeg en de bus- en plooiploeg is volgens plan verlopen. In 2007 namen 20 ModeM cliënten deel aan de workshops van het kunstproject. Daarbij waren er nog een drietal ModeM cliënten die vrijwilligerswerk opnamen in functie van het kunstproject: mee begeleiden van workshops op locatie, opstellen op toonmoment, promotiemateriaal verspreiden,… In functie van het sociaal artistiek project in 2008, werd door het Opbouwwerk en door de ModeM medewerkers sterk opgeroepen voor de eerste infobijeenkomst in januari 2008. In 2008 zijn er nog extra individuele gesprekken gepland ter bekendmaking en toeleiding van ModeM cliënten naar het Buurtspoor. Antwerpen Noord In najaar van 2007 werd een stappenplan opgemaakt in functie van het betrekken van kansarme groepen in het vrijwilligerswerk, zowal in de ontmoetingsruimte alsook in initiatieven van het Buurtschatten project. Het inschakelen van ModeM cliënten als vrijwilliger is de stap die volgt op de deelname van ModeM cliënten aan activiteiten van Buurtschatten en in de ontmoetingsruimte. In 2007 werd werk gemaakt van het deelnemen via oa talentenjacht, de buurtschatten caravan en de toeleiding naar activiteiten via ModeM medewerkster (zie ook boven). Er werd niet systematisch gewerkt rond vrijwilligerswerk omdat de ModeM doelgroep nog onvoldoende de tijd had om hier zijn/haar draai te vinden. De verdere uitwerking van het stappenplan met betrekking tot vrijwilligerswerk en kansarme groepen wordt uitgewerkt in 2008. •
Modem signaleert gemeenschappelijke tekorten op vlak van grondrechten van ModeM cliënten
Door een systematische bespreking op de teams en via Signaaloverleg van CAW Metropool konden gemeenschappelijke tekorten op vlak van grondrechten van Modem cliënten gesignaleerd worden voor beide wijken. Deurne Zuid In Deurne Zuid werd de opstart van een klankbordgroep niet gehaald omwille van de vertraging binnen de opstart van de Sociale Infopunten en communicatiestop naar bredere publiek. Voor 2008 gaan we de aanpak afstemmen op de verdere planning van de Sociale Infopunten. Op het Welzijnsoverleg Deurne agendeerde we het thema toegankelijkheid van dienst- en hulpverlening en
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
34
plande daaropvolgend een vorming over armoede (januari 2008): omgang van hulpverleners met mensen in armoede. •
Bevorderen van samenwerking tussen diensten ifv betere dienst- en hulpverleningsaanbod voor ModeM cliënten
Deurne Zuid Via het Welzijnsoverleg werd werk gemaakt van het verder op punt stellen van samenwerking tussen diensten met het oog op een betere dienstverlening voor ModeM cliënten en kansarme groepen in het algemeen. Zo ging de samenwerking tussen KIDS en Samenlevingsopbouw opnieuw van start. Er werden eveneens een 11-tal rondetafels georganiseerd over het onderwerp. De Toer door Deurne werd georganiseerd. Dit is een samenwerking tussen 5 diensten waarbij met modem cliënten, buurthuisbezoekers en doelgroepen van de collega-diensten op een speelse manier ontmoetingsplekken in de wijk werden aangedaan. Antwerpen Noord: Er vond een overleg plaats in functie van de afspraken rond doorverwijzing en het goed onthaal van ModeM cliënten. ModeM, Samenlevingsopbouw en de Werkwijzer lanceerden het thema van samenwerking met het OCMW van Antwerpen op het Welzijnsoverleg. Er werd een nota opgemaakt van knelpunten en deze werd overgemaakt aan de hoofdmaatschappelijk werker van het OCMW Sociaal Centrum Vondel. In 2008 wordt er een werkgroepoverleg georganiseerd waarbij het OCMW van Antwerpen tracht antwoord te bieden op de knelpunten. •
Partners van ModeM ondernemen blijvend beleidsbeïnvloedende initiatieven ifv voortbestaan van ModeM
Vanuit de beleidsgroep werden strategieën uitgewerkt om tot reguliere middelen voor Modem te komen, hetzij via de Vlaamse Gemeenschap, hetzij via de middelen van het Lokaal Sociaal Beleid. Hiervoor werd een Modem profiel opgemaakt om de noodzakelijkheid van de Modem- methodiek te kunnen beargumenteren. Er vond een beleidscontact plaats met kabinet Welzijn. Dit gesprek opende perspectieven, maar het kabinet houdt haar antwoord nog in beraad. Ook voor de mogelijkheden verder af te tasten op de piste van LSB is het wachten op contactname van voorzitters van de werkgroepen LSB met de “derden”. Pas dan is bepleiten van ModeM middelen opnieuw mogelijk. b) Terugkoppeling naar de projectdoelen •
Inbedding van de ModeM werking in de 2 wijken concretiseren, scherper stellen van methodiek
Hiertoe hebben we in de twee wijken stappen gezet naar de optimalisering van de onthaalwerking en het sterker verbinden van de ModeM werking en het ontmoetingsaanbod van de wijkcentra. In Deurne Zuid gaat het om het verder uitbouwen en bijschaven van reeds opgebouwde expertise. In Antwerpen Noord ging het in 2007, zeker wat betreft het betrekken van ModeM cliënten bij het ontmoetingsaanbod over het installeren van een sterkere link en daartoe experimenten uitwerken. •
Structurele inbedding voor ModeM voorzien in Metropool en financiering
Metropool nam vanaf 2007 ModeM structureel onder haar hoede, alleen kon een structurele financiering voor het behoud van de huidige ModeM werking en een eventuele uitbreiding op grotere schaal in 2007 niet gerealiseerd worden. Dit blijft een te behalen doel voor 2008. •
ModeM op agenda plaatsen van lokaal sociaal beleid
Tijdens gesprekken met SIP verantwoordelijke werd de toegankelijkheid van de SIP-punten voor mensen met complexe en meervoudige vragen besproken. We kregen erkenning dat ModeM een goede methodiek is voor multi-problem gezinnen en in die zin perfect zou inpassen als “backoffice” voor SIP-punten. Alleen moeten SIP-punten het redden zonder bijkomende financiële middelen en is
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
35
er bijgevolg ook geen mogelijkheid tot dit scenario. In 2008 wordt blijvend opgevolgd hoe er met de SIP-punten kan samengewerkt worden.
B) Bijdrage tot operationele doelstelling 2.2 Het is in 2007 niet gelukt om vanuit cliënten gesprek aan te gaan met OCMW en stedelijke actoren ivm noden op vlak van maatschappelijke dienstverlening. Er was gepland om via een klankbordgroep van ModeM cliënten en ruimer kansarme groepen de toegankelijkheid van de Sociale Infopunten te bevragen en drempels in de toegankelijkheid te signaleren. De klankbordgroep werd niet opgestart omdat de opstart van de Sociale Infopunten vertraging opliep en er vanuit de SIP-punten een communicatiestop naar het brede publiek was. Dit maakt dat de SIP-punten niet gekend zijn en het weinig zinvol is mensen naar hun ervaringen met de SIP-punten te vragen. Afhankelijk van de fasering van de SIP-punten wordt dit in 2008 opgenomen of wordt het opzet van de klankbordgroep herbekeken. Wel werd er vanuit het team maatschappelijke dienstverlening op werkgroepen (oa werkgroep middelen, werkgroep arbeid,…) van het lokaal sociaal beleid en lokaal bij de Deurnese SIP medewerker van het district sterk pleidooi gehouden voor de toegankelijkheid van de Sociaal Infopunten voor kansengroepen. Deze boodschap is toegekomen, het beleid is zich terdege bewust van de specificiteit van doelgroep en de nood aan afstemming met particuliere organisaties.
Operationele doelstelling 2.3 A) Project 10: Arm in Arm Team Maatschappelijke Dienstverlening Armoede bij allochtonen is een verborgen probleem. Recent onderzoek wijst echter uit dat het om een omvangrijk probleem gaat: 55,6% van personen van Marokkaanse afkomst en 58,9% van de personen van Turkse afkomst leven onder de armoedegrens. Het globale armoedecijfer voor heel België is 13%. Allochtonen in armoede hebben echter geen kanaal naar de overheid zoals autochtone armen wel hebben, op stedelijk niveau met APGA en op Vlaams niveau met het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord nemen. Met dit project wil Samenlevingsopbouw Antwerpen stad allochtone mensen in armoede, net zoals autochtone mensen in armoede, tot gesprekspartner maken van de overheid, indien mogelijk via hetzelfde kanaal. Het project is opgebouwd uit drie sporen: het mannenspoor, het jongvolwassenenspoor en het vrouwenspoor. Het mannenspoor en het jongvolwassenenspoor worden gefinancierd met middelen van het decreet op het maatschappelijke opbouwwerk. Het vrouwenspoor werd quasi volledig gefinancierd door het project "Managers van Diversiteit" tot eind 2007. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Marokkaanse gezinnen in armoede worden ondersteund in hun globale gezinssituatie, in het bijzonder ook rond hun tewerkstelling. Er zijn aanbevelingen en / of aanvullingen gegeven aan belangrijke actoren binnen het tewerkstellingslandschap om hun dienstverlening beter aan te passen aan de situatie van allochtone personen in armoede.( Werkdoel voor de drie sporen)
Het intensifiëren van de contacten door huisbezoeken en op het bureau heeft een goed zicht gegeven op de globale gezinssituatie. Op vlak van administratieve problemen kunnen de mensen de oorzaken beter verwoorden. Evenals de negatieve effecten op het geheel van het gezin wanneer het gaat over schulden of facturen. Uit de gesprekken blijken ook de thema’s gezondheid en woonproblematiek voor grote moeilijkheden te zorgen. Zo werden er 20 gezinnen ondersteund in hun aanvraag en opvolging voor een sociale woning. De gezinnen kennen beter hun weg naar alle instanties die bezig zijn met werk ( werkwinkel, Wis computer, VDAB, OCMW, Stad Antwerpen, interim-kantoren en andere organisaties en initiatieven die zorgen voor begeleiding naar werk. Er werd een registratie van drempels over werk in de individuele fiches van doelgroep bijgehouden en een opvolging voorzien naar de motivatie van doelgroep naar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
36
het werk. Wij merken een grote motivatie bij allochtonen in armoede om werk te zoeken en op één of andere manier wordt die bereidheid om te gaan werken door instanties in twijfel getrokken. Contacten met verschillenden diensten (OCMW, advocaten, interim-kantoren, diensten van de stad, …) hebben enerzijds een positieve uitstraling gegeven voor het project en anderzijds een positief vertrouwen opgebouwd tav de doelgroep. Dit heeft ook meer zicht over de problematiek van armoede bij allochtone gezinnen opgeleverd. De doelgroep werd eveneens stek gesensibiliseerd om de taal te leren: 25 mannen en 15 vrouwen zijn ingeschreven voor cursus Nederlands taal. Zeven mannen werden ondersteund in hun arbeidssituatie via doorverwijzing naar VDAB, OCMW en de stad. Dit proces werd opgevolgd, alsook hun prestaties op de werkvloer en in hun opleiding. Wij merken dat allochtone mensen in armoede door het probleem van de taal moeilijk kunnen scoren. Twee mannen zijn erin geslaagd om werk te vinden, anderen om een opleiding aan te vatten. •
De betrokkenheid van allochtone mensen in armoede bij het beleid van armoedebestrijding op Vlaams en lokaal niveau is aangebracht bij het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord nemen. (Dit kan vorm krijgen in projecten van "Managers voor Diversiteit" onder voorbehoud van hun goedkeuring - in de drie grootsteden van Vlaanderen - Antwerpen – Brussel - Gent -waardoor de conclusies i.v.m. armoede bij allochtonen en de relatie tot armoede bij autochtonen sterker gedragen worden en beter veralgemeend kunnen worden.) (werkdoel voor de drie sporen)
De drie projecten in Antwerpen, Gent en Brussel werden ingediend bij Managers voor Diversiteit, maar niet goedgekeurd. Dit werkdoel is dus niet kunnen uitgewerkt worden. •
De toegankelijkheid van diensten voor Marokkaanse gezinnen in armoede is onderzocht en verhoogd. De vragen van de mensen zijn geregistreerd. Doorverwijzing van mensen naar Sociaal infopunt. (werkdoel voor de drie sporen)
SAS werkte via een eigen doorverwijzingformulier voor de doorverwijzing van de mensen. Wij kunnen moeilijk evalueren of mensen inderdaad werden geholpen omdat we geen tijd kunnen investeren in het opvolgen van de doorverwijzing. 6 mensen zijn uit eigen beweging terug gekomen en waren niet tevreden over het SIP. Mensen kunnen hun problemen moeilijk uitleggen aan de balie. (vaak – maar niet uitsluitend – is dit te wijten aan problemen met het Nederlands). Het is bijgevolg nog te vroeg om te praten over een betere toegankelijkheid voor allochtonen in Borgerhout. •
Groepswerk: er is een intensieve groepswerking binnen het project rond de thema’s inkomen en werk. Er bestaat voldoende vertrouwen binnen de mannengroep zodat zij als groep initiatieven kunnen nemen naar buiten toe. (werkdoel binnen spoor Marokkaanse mannen)
De mannengroep komt in principe tweewekelijks samen. Er waren dus 17 bijeenkomsten in 2007, waaraan 19 verschillende gezinnen deelnamen. Het vertouwen met de groep werd erg versterkt door regelmatige huisbezoeken en individuele contacten (in 2007, 599 contacten). De bezoeken leverde het team eveneens heel wat bruikbare informatie op over de context van het gezin in armoede. De individuele begeleiding van het gezin is een goed middel voor de opbouw van een groepswerking. De groep is goed opgebouwd, waardoor het thema armoede binnen de Marokkaanse Gemeenschap erg bespreekbaar is in de groep. In 2007 werd het thema inkomen gekozen als speerpunt in de groep. Dit heeft geresulteerd tot het formuleren van een dossier met beleidsaanbevelingen rond werk en taal, taal en leefloon. Binnen de groep werd een delegatie verkozen die over het dossier in gesprek gaat met het beleid. In de groep is bijgevolg een duidelijk positieve evolutie merkbaar naar het verwoorden en beargumenteren van hun vraag en rechten. De mannengroep wordt eveneens intensief betrokken bij de ontwikkelingen binnen het jongvolwassenen spoor met betrekking tot de arbeidssituatie van de jongeren. •
Er zijn stappen ondernomen op de problematiek van armoede bespreekbaar te maken in (bepaalde delen van) de Marokkaanse gemeenschap. Er zijn gesprekken met actoren in de buurt om meer zicht te hebben op het probleem van armoede bij allochtonen in Borgerhout. (werkdoel binnen spoor Marokkaanse mannen)
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
37
In 2007 vonden gesprekken plaats met vijf Marokkaanse organisatie (El Wafa vzw, Safina vzw, Nibras vzw, FMV vzw, VOEM vzw en Marokkaanse verenigingen en koepelorganisaties) over het thema armoede binnen de Marokkaanse gemeenschap. Het globale armoedecijfer van het onderzoek van OASeS wad de start van de discussie bij ieder gesprek. De gesprekken hebben geleid tot een aantal initiatieven van de verenigingen naar hun achterban en de erkenning van de problematiek in Borgerhout. Daarnaast ontstond er een open sfeer voor samenwerking en om samen acties te organiseren in de ruimere context van de bestijding van armoede. •
Er zijn gemeenschappelijke activiteiten ontwikkeld met verenigingen waar armen het woord nemen en met het allochtone middenveld aangaande het thema inkomen en werk (werkdoel binnen spoor Marokkaanse mannen)
Op Antwerps niveau heeft dit werkdoel betrekking op de samenwerking met APGA. Door de verschillende contacten in de samenkomsten is de relatie tussen autochtone generatiearmen en allochtone mensen in armoede is verbeterd. De samenwerking resulteerde in een beter begrip en een besef van gemeenschappelijkheid tussen autochtone generatiearmen en allochtone mensen in armoede zodat zij elkaar minder (of niet meer) als concurrenten beschouwen. Dit maakt ook dat beide groepen beter kunnen omgaan met de diversiteit in hun omgeving. De dag van armoede op 21 oktober was een positief evenement, de mannengroep hebben hun dossier van inkomen en werk goed besproken met OCMW en VDAB van Antwerpen. Er waren 21 Marokkaanse mannen aanwezig. Het groeien van vertrouwen binnen de groepswerking heeft er toe geleid dat 6 mannen bereid waren om geïnterviewd te worden voor het onderzoek van OASeS. Ze hebben op hun levenservaring kunnen vertellen in het kader van dit onderzoek Op Vlaams niveau heeft dit werkdoel betrekking op de samenwerking met het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord nemen. De participatie van de mannengroep in de forumdag van het Vlaams Netwerk, de Antwerpse dag van Verzet tegen Armoede en de artikels in de kranten hebben duidelijke signalen gegeven naar het beleid dat armoede bij allochtonen ernstig moet genomen worden. De activiteiten hebben laten zien dat betrokkenheid van allochtonen in armoede positief onthaald werd op lokaal en Vlaams niveau. •
Ondersteuning van Marokkaanse vrouwen uit traditionele gezinnen
Ook binnen het vrouwenspoor werd het vertrouwen met de groep opgebouwd via huisbezoeken en individuele contacten (in 2007, 215 contacten). De vrouwen komen allen uit traditionele Marokkaanse gezinnen. In de contacten werden ze ondersteund in hun vragen en werden ze geïnformeerd over de verschillende activiteiten in het buurtwerk Borgerhout Noord van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. Door de contacten met de anderen vrouwen die deelnemen aan de activiteiten van het buurtwerk groeiden bij de doelgroep het besef dat ze niet alleen staan in hun problemen. De nood aan individuele ondersteuning blijft echter erg groot. De combinatie tussen de vrouwen die reeds naar de activiteiten van het buurtwerk kwamen en de nieuwe groep van meer traditionele vrouwen is een groot succes gebleken. Eén vrouw uit de doelgroep van het project Arm in Arm engageerde zich zelfs als vrijwilligster binnen het buurtwerk. •
De jongvolwassenen hebben een beter zicht op welke initiatieven en diensten er bestaan op het gebied van tewerkstelling (werkdoel binnen spoor jongvolwassenen)
Er werd een overzicht van de verschillende kanalen die jongvolwassenen kunnen aanspreken bij hun zoektocht naar werk uitgewerkt. Deze inventaris is echter niet besproken met de jongvolwassenen zelf, zoals beoogd bij de planning via groepsvergaderingen. De belangrijkste reden hiervoor is dat het niet evident was om de jongvolwassenen te bereiken en te blijven bereiken. Individueel liepen de contacten goed, maar zodra er een groepsbijeenkomst georganiseerd werd, haakten de jongeren af. Door de opgedane kennis, werden de initiatieven wel besproken tijdens momenten van individuele ondersteuning, er werd contact opgenomen met de desbetreffende projecten of de jongvolwassene werd persoonlijk doorverwezen. Ook deze inspanningen leverden niet heel veel op, het merendeel
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
38
van de jongvolwassenen haakte af na de eerste contacten. De inschatting is dat de jongvolwassenen vooral nood hebben aan concrete effecten op korte termijn. •
Er is een beter inzicht in de aanpak t.o.v. jongeren in armoede van een andere origine om een succesvol begeleiden betreffende werk te verhogen (wat werkt, wat werkt niet).
De ervaringen van de jongvolwassenen in verband met hun zoektocht naar werk zijn neergeschreven en gebundeld in een document. De knelpunten die de jongvolwassenen zelf aangeven worden hierbij beschreven. Vermits de groepsvergaderingen niet hebben plaats gevonden, is deze inventaris echter eerder beperkt. Hij werd wel steeds aangevuld als er nieuwe informatie was (voornamelijk via individuele contacten). Door contacten met diverse partners en organisaties, zijn we soms ook gestoten op bijkomende hindernissen. Ook deze werden bewaard. De verzamelde drempels en knelpunten werden besproken op de inhoudelijke cel van het project ANTWERK van de Stad Antwerpen. In samenwerking met het Vlaams Netwerk werden onze adviezen aangekaard ter inspiratie voor het jaarplanactie van VDAB en het jeugdwerkplan Vlaanderen. In juni 2007 werden de belangrijkste drempels die Marokkaanse jongeren tegenkomen in hun zoektocht naar werk rechtstreeks besproken met de directie van VDAB Antwerpen. In het vervolg van het project wordt bestudeerd op de samenwerking met VDAB Antwerpen kan uitgebreid worden. b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
De toegang tot de dienst- en hulpverleningsinstanties die allochtonen aanbelangen zijn toegenomen.
De doelgroep van Arm in Arm is op de hoogte over dienst- en hulpverleningsorganisaties die hen aanbelangen. Een concreet resultaat is geboekt met de Integrale Jeugdhulp. Deelnemen in denktank participatie van integrale jeugd hulp was een goed spoor om hen te informeren over de ervaringen van allochtone mensen in armode met de bedoeling een andere aanpak te bekomen die ook geschikt is voor allochtonen in armoede. In verband met de methodiek die toegepast werd door integrale jeugdhulpverlening werd feedback gegeven vanuit de mannengroep. Dit heeft geleid tot een aanpassing van teksten die gebruikt worden door de Integrale Jeugdhulp en er werd naar een andere manier van de communicatie gezocht voor mensen die het Nederlands moeilijk begrijpen. Het beïnvloeden van denktank en stuurgroep van de integrale hulp heeft eveneens geleid tot het vormen van een aparte werkgroep (kansarmoede en etnisch culturele minderheiden) die 3 keer is samengekomen om een nota te maken over allochtonen in armoede. Zo wil men kansarmoede en multiculturaliteit een plaats kunnen geven in het regioplan integrale jeugdhulp. Het SIP is gekend bij de deelnemers van het project Arm in Arm, maar niet bij de meeste andere mensen in de buurt. Het behalen van dit projectdoel hangt samen met de inspanningen en duidelijkheid die er moet komen in verband met de evolutie van het SIP. Gezien de grote vertraging die op dit vlak is opgelopen (zie hoger) komt een goede afronding van dit doel in het gedrang. •
Er zijn kanalen voor allochtonen in armoede om zich te richten tot de overheid rond het beschrijven van armoede in Antwerpen en Vlaanderen.
Er wordt meer en meer over armoede bij allochtonen gepraat in verschillende beleidsdomeinen op alle niveaus. De eerste stappen zijn gezet om allochtonen in armoede te laten aansluiten bij de structuren van Antwerpen Platform Generatiearmen. Dit is een goede basis om in 2008 ook de beleidskanalen te kunnen aanwenden. De eerste stappen werden eveneens gezet door allochtonen in armoede om de weg te vinden naar de overheid in Antwerpen en in Vlaanderen, om hun situatie ter sprake te brengen. Dit gebeurde op 3 momenten: - Vlaamse niveau: Forumdag van het Vlaams Netwerk over het werksituatie - Antwerpen niveau: Dag van verzet tegen armoede (21 oktober) over inkomen en werk: kin debat met OCMW en VDAB - Beïnvloeding van de beleid via interviews in de pers over verschillende thema’s van armoede: wonen, inkomen, onderwijs, werk, hulpverlening en gezondheid.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
39
•
Er is een beter begrip ontstaan en een besef van gemeenschappelijkheid tussen autochtonen generatiearmen en allochtonen mensen in armoede met betrekking tot armoedebestrijding, in hun eigen gemeenschap en in hun directe leefomgeving.
Verschillende organisatie van de Marokkaanse gemeenschap zijn goed op de hoogte van de situatie van armoede bij deel van de gemeenschap. Er zijn duidelijke positieve intenties ivm bestrijding van armoede. De Marokkaanse gemeenschap is nog niet bereid om te werken aan armoede op beleidsniveau. De doelgroep van het project Arm in Arm participeert op een positieve manier in de grote samenkomsten en de jaarlijkse manifestatie van APGA n.a.v. 17 oktober. Er zijn goede tekenen van steun vanwege autochtonen in armoede voor de doelgroep van het project Arm in Arm. Dit werd duidelijk in de verschillende contacten: forumdag, Antwerpse Dag van Verzet tegen Armoede (21 oktober), opening van de nieuwe lokalen van Recht-Op Borgerhout en de Grote Samenkomsten.
B) Bijdrage tot operationele doelstelling 2.3 In het kader van het SIP- project wordt het dossier dienstverlening besproken met het OCMW en stedelijke actoren op basis van de ervaringen van de contacten met verschillende doelgroepen in de buurt Borgerhout. Armoede bij allochtonen staat op de agenda van het Vlaamse beleid en op Antwerps niveau. In Antwerpen heeft de cel armoede een ander ruimer concept gekregen (cel diversiteit). De contacten op het Antwerpen niveau gebeuren in de verschillende overlegvergaderingen van APGA. De ervaringen van allochtonen ivm hun arbeidssituatie werden duidelijk geformuleerd en doorgegeven op verschillende momenten zoals in de Cel Antwerk en in de contacten met VDAB en OCMW. De participatie van de werkers in de werkgroepen van het Lokaal Sociaal Beleid heeft ertoe geleid dat de situatie van allochtone doelgroepen is opgenomen in de teksten/ planningen van de stad Antwerpen.
3.2.3. Bijdrage tot de strategische doelstelling 2 ModeM is een gepast antwoord van afgestemde dienstverlening voor maatschappelijk kwetsbare bewoners. We kunnen stellen dat in de twee wijken Antwerpen Noord en Deurne Zuid de strategische doelstelling vervuld is voor een deelsegment van de totale groep van maatschappelijk kwetsbare bewoners. We hopen in 2008 succesvol te zijn in de beleidsbeïnvloeding voor een uitbreiding van ModeM middelen naar andere Antwerpse wijken. Zowel in Borgerhout, als op het Kiel werkte het project Aangen@me Kennismaking aan de toegankelijkheid van een aantal OCMW dienstencentra. Ook de dienstverlening op het vlak van ICT is meer toegankelijk gemaakt op bepaalde publieke plekken (wel in OCMW instellingen en Digipolis, niet in bibliotheek) dankzij dit project. De werking van het project Arm in Arm heeft duidelijk een bijdrage geleverd aan het beter toegankelijk maken van de hulpverlening in Antwerpen, in het bijzonder voor allochtonen. Maar er is nog veel verbetering mogelijk. Door de grote vertraging die er is opgetreden in het opstellen van het LSB-plan en de lange onduidelijkheid over de begroting voor het sociale beleid, moesten een aantal contacten en acties stilgelegd worden tot hierover beslissingen waren genomen door het stadsbestuur. Zo was de verdere uitbouw van sociale infopunten onduidelijk en kon op dit vlak geen verder overleg opgezet worden. Daarbij komt nog dat ook binnen onze eigen organisatie een initiatief om hulpvragen te registreren eveneens veel vertraging opgelopen zodat het nog ontbreekt aan concreet materiaal om de impact van SIP te illustreren. Dit heeft echter niet belet dat op het vlak van individuele ondersteuning, vele contacten werden gelegd met organisaties voor financiële, sociale, administratieve, juridische en materiele ondersteuning. Op die manier is er meer besef en inzicht gegroeid en verzameld ivm de problemen bij allochtone gezinnen in armoede op die domeinen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
40
3.2.4. Bijdrage tot de missie We werken duidelijk met de meest precaire doelgroepen (generatiearmen, allochtone armen – nu enkel nog van Marokkaanse origine, multi-problem gezinnen, drop-outs). We slagen er in hen te activeren binnen de activiteiten van het buurt- en opbouwwerk, soms zelfs om hen als vrijwilliger te activeren. Het belang van een basiswerking in wijken wordt hiermee duidelijk. Dergelijke projecten verhogen tegelijkertijd de druk op diezelfde basiswerkingen. We stoten immers op grote behoeften en noden (digitale kloof, hulpverlening…). De hiaten en de drempels zijn. Anderzijds zijn de hiaten, of drempels, of aangepastheid van de dienstverlening aan deze (nieuwe) problematieken en noden, niet van die aard dat er op relatief korte termijn structurele oplossingen kunnen gevonden worden.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
41
3.3.
Strategische doelstelling 3 3.3.1. Inhoud
PARTICIPATIE AAN EEN DIVERSE SAMENLEVING De competentie van maatschappelijk kwetsbare doelgroepen om met de diversiteit in hun leefomgeving om te gaan is versterkt. Er is een structuur uitgewerkt waardoor de gebruikers met elkaar, met andere gebruikers en met andere actoren (overheden, diensten) kunnen onderhandelen. Vanuit die onderhandelingen worden initiatieven opgezet die de leefbaarheid van die omgeving verhogen, en die de participatie van de doelgroepen aan de samenleving doen toenemen.
Operationele doelstelling 3.1.
De buurtwerkingen van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad verhogen de participatie van maatschappelijk kwetsbare bewoners aan de samenleving. De buurtwerkingen van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad zijn toegankelijk en aangepast aan de behoeften en de interesse van diverse bewoners, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare bewoners. De activiteiten stimuleren ontmoeting tussen gelijk en niet-gelijk gezinden. Mensen engageren zich als vrijwilliger en gaan met elkaar in onderhandeling over een aangepast aanbod en de organisatie daarvan.
Operationele doelstelling 3.2.
In de wijken waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad actief is, zijn de formele en informele netwerken van deelnemers aan het buurt- en opbouwwerk uitgebreid en gevarieerd. De positie van leden van kwetsbare doelgroepen in hun omgeving, is versterkt.
Operationele doelstelling 3.3.
In de buurten waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad actief is en waar de leefbaarheid onder druk staat ten gevolge van een slechte kwaliteit van de leefomgeving, of ten gevolge van tegenstellingen of verschillende belangen, zijn de betrokken bewoners ondersteund en versterkt om over de verschillen in belangen te onderhandelen. Ze nemen hun rol op in het verhogen van de leefbaarheid.
Operationele doelstelling 3.4.
In de wijken waar Samenlevingsopbouw Antwerpen stad actief is, zijn de infrastructuren die zich lenen tot ontmoeting tussen bewoners met een diverse achtergrond, toegankelijk en aangepast aan de behoeften en interesses van een diversiteit van bewoners in de wijk, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen.
Operationele doelstellingen 3.5.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad stimuleert de solidariteit tussen diverse groepen die in haar buurtwerkingen en projecten bereikt worden. Ze bundelt de kracht van de vrijwilligers om het Antwerpse beleid te beïnvloeden met betrekking tot thema’s van collectief belang én om hun positie ten opzichte van andere middenveldorganisatie en bewonersinitiatieven te bepalen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
42
OD 3.1. OD 3.2. OD 3.3. OD 3.4. OD 3.5. X X X X X
X X X X
X X
X X
X X X X X X X X X
X X X X
X X X
X X
X
X
X X X
X X
Herbo
Divers!City
Berchem
Samen op Straat
Buurtverhalen
Deurne
Buurtwerk
Nieuw* in Deurne
Geïntegreerde wijkwerking: luik vorming: Pottentuin ModeM
X
Talent Op Wieltjes
Kiel
Buurtwerk noord en zuid
Nesten op het Kiel
Marokkaanse Mannen
Gerichte Buurt Actie
Borgerhout
Buurtwerk
Marokkaans Spoor: onderwijs, vorming, district Hoge weg
Hof Ter Loo
Antwerpen Noord
Faraomieren
Buurtwerk Borgerhout noord en zuid Diversifeit
Buurtschatten
Buurtwerk
Talent geeft Vorming
3.3.2. Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie
Hieronder wordt schematisch weergegeven welke projecten bijdragen aan welke operationele doelstelling:
Stedelijk team
X X X
Evaluatie programma’s A) Programma wijkteam Antwerpen Noord Het programma van het wijkteam Antwerpen Noord zit vervat in de uitwerking van het project Buurtschatten. De uitwerking van dit project werd neergeschreven onder operationele doelstelling 1. B) Programma wijkteam Borgerhout Vanaf januari 2007 is het wijkteam Borgerhout noord en Borgerhout zuid samengevoegd in één team met als opdracht een gezamenlijk programma uit te werken. Om een gezamenlijke visie te ontwikkelen over het hele gebied Oud Borgerhout hebben we gesprekken gevoerd met sleutelfiguren en cijfers over de wijk opgevraagd. Deze analyse vormde de basis van onze keuzen voor dit wijkprogramma gestart in juli 2007. Dit mondde uit in een nieuwe planning voor het hele team. De bestaande projecten werden afgerond. In het nieuwe wijkprogramma, gestart in juli 2007, zijn er 3 fiches: Het Marokkaans spoor (onderwijs, vorming en district), Buurtwerk Borgerhout Zuid en Buurtwerk Borgerhout Noord. Omdat dit nieuwe wijkprogramma slechts anderhalf jaar loopt is er slechts één wijkfiche voor de hele resterende periode. Vanuit het vorige wijkprogramma Borgerhout Noord bleef er één project over dat omwille van bijzondere omstandigheden nog opvolging vraagt nl. Faraomieren. Dit project wordt afgesloten in februari 2008. In Borgerhout noord wordt er gewerkt vanuit een voorlopige locatie. Men is nog op zoek naar een definitieve locatie. Deze zoektocht en verhuis kan de planning misschien nog in de war sturen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Positieve contacten tussen bewoners uit verschillende groepen (ref. alg. doel 3) op straat en buurtniveau
Het Vuurfeest was een samenwerking tussen Buurtwerking De Shelter (Allochtone bewoners die Taaloor volgen, Belgische bezoekers die vooral naar de ontmoetingsmomenten komen, de gemengde groep die de vormingsprogramma’s volgen en de gemengde groep vrijwilligers), Dienstencentrum Den Bleek (oude bewoners van Belgische afkomst die nog weinig contact hebben met de nieuwe bewoners in de buurt), de vrijwilligers van ’t Feestend comité (een gemengde groep) en de middenstand (van Marokkaanse afkomst). Er waren een zestigtal bewoners aanwezig en een twintigtal kinderen. Er heerste een goede sfeer en er was veel uitwisseling tussen de aanwezigen (rond de vuurmanden, aan de verhalentent, aan de hapjes). Het Koxpleinfeest werd dit jaar samen met het Lentefeest en de Lentepoets georganiseerd. Daardoor was het aanbod op het plein groter (muziekprogramma, kinderprogramma, bloemenverkoop, verdeelpunt Opsinjoren, Rommelmarkt, eet en drinkstands, volksspelen, brunch voor de medewerkers aan de Lentepoets, Verhalentent, informatiestands). Er waren een vijfhonderdtal bezoekers, waaronder een tweehonderdtal kinderen. Het publiek was erg gemengd, een goede vertegenwoordiging van de groepen bewoners uit de buurt. Een tiental organisaties realiseerde mee het feest, een zeventigtal vrijwilligers (gemengde groep) waren aanwezig. Het feest verliep zonder incidenten. Er was een goede samenwerking tussen de jongeren op het plein en de organisatoren, tussen de buurtorganisaties (Buurtwerking De Shelter, Nibras, Safina, Project Arm in Arm, ’t Feestend Comité, de straatgroepen). Het project ‘Wil je weten wat zij niet vergeten?’was een samenwerkingsverband tussen ’t Feestend comité, Buurtwerking De Shelter, de lagere school Mikado en het Dienstencentrum Den Bleek. Kinderen, jongeren brachten een bezoek aan ‘oude’ Borgerhoutenaren en luisterden naar hun verhalen over vroeger. Die verwerkten ze in verhalen en gedichten. Een aantal verhalen werden opgenomen en later afgespeeld tijdens BorgerRio. De contacten verliepen heel positief. Bij beide groepen was het enthousiasme groot. Er was veel uitwisseling. Kinderen en jongeren kregen een duidelijker beeld van de evolutie die de wijk heeft doorgemaakt. Er werd een tweede stap gezet in de samenwerking tussen de Mikadoschool en het Dienstencentrum.
•
Sociaal Infopunt wordt verder uitgebouwd in de wijk en is aangepast aan de noden van de doelgroep.
Het SIP is erg laat opgestart. Er zijn slechts twee netwerkvergaderingen geweest. Voorlopig is afgesproken het SIP eerst een tijdje te laten evolueren om daarna te evalueren. Samenlevingsopbouw is betrokken bij de centrale stuurgroep van actoren SIP op Antwerps niveau. Vanwege de verkiezingen en de nieuwe Schepen heeft deze groep vertraging opgelopen. Hopelijk komt deze in 2008 terug bijéén. De verdere aanpassing van het SIP model wordt verder opgenomen door het team Maatschappelijke dienstverlening van SAS. Wij blijven plaatselijk SIP opvolgen door mensen te informeren hierover, mensen toe te leiden en in de mate van het mogelijke deze laatste ook op te volgen. •
Kennis van de leefwereld van kansarme bewoners binnen brengen in het partneroverleg en AV Cultuurraad
Nauwe contacten met de werkers die partneroverleg en cultuurraad trekken. Waar mogelijk zijn signalen doelgroep binnen gebracht. •
Wijkcentrum De Shelter heeft een visieplan over het verdere beheer van een wijkgericht centrum.
Er is een visieplan dat het centrum beschouwt als een wijkgericht sociaal bedrijvencentrum. De oorspronkelijke doelstellingen zoals verwoord in de statuten blijven behouden. De taken van de beheerder en de partners werden duidelijk omlijnd. Een nieuw partnercontract werd opgemaakt. Meer partners worden betrokken bij het beheer van het centrum. Er is een wijkgerichte partner bijgekomen. •
Document rond noden en competenties doelgroepen en problemen leefomgeving Borgerhout.
Er is een omgevingsanalyse gemaakt op basis van cijfermateriaal en gesprekken met sleutelfiguren. Deze analyse werd verschillende keren besproken op het team en goedgekeurd. Deze analyse vormde het uitgangspunt voor onze keuzen voor het werkjaar najaar 2007-2008 van het gezamenlijke team Borgerhout. De omgevingsanalyse werd besproken met 2 districtsschepen en werd door hen als interessant en verhelderend omschreven. Onze analyse werd mee opgenomen in de omgevingsanalyse voor de opbouw van het nieuwe meerjarenplan.
C) Programma wijkteam Deurne De twee werkingen in Deurne zijn in juni 2006 één steunpunt geworden. Voor werkjaar 2007 is een eerste keer een gezamenlijke planning opgemaakt. De formulering is verfijnd vanaf najaar 2007. • •
• •
De mogelijkheden voor het inzetten van competenties van ( maatschappelijk achtergestelde) mensen als vrijwilliger/actief burger in de wijk zijn vergroot. Er zijn meer mogelijkheden in de wijk voor niet-evidente en diverse ontmoetingen zodat mensen en diensten leren omgaan met diversiteit. Maatschappelijk achtergestelde mensen krijgen de kans om deel te nemen aan ontmoetingsactiviteiten, om ze zelf te ontwikkelen en hun netwerken te versterken. Er is een goede structuur in Deurne Noord waardoor nieuwkomers permanent geïnformeerd worden en ondersteund worden in de uitbouw van een sociaal netwerk. Er is een blijvend hulpverleningsaanbod voor de multi-problem gezinnen. ModeM is tegen eind 2008 ingebed binnen het Algemeen Welzijnswerk. Het project is geënt op een basiswerking. Er is een link met het lokaal sociaal beleid.
We realiseerden bovenstaande doelen door de inzet van 2 buurtwerkingen in 2 deelwijken (Deurne Noord en Deurne Zuid) en 5 opbouwwerkprojecten (Talent op Wieltjes, Nieuw* in Deurne, Project Geïntegreerde Wijkwerking met accent Pottentuin en Ten Eeckhove Deurne Noord en ModeM). De buurtwerkingen zorgen voor een permanente instroom van bewoners, voor het onderhouden van de netwerken en voor het opbouwen van een achterban. Zij spelen dynamisch in op de kansen die binnen Talent Op Wieltjes ontwikkeld worden. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
45
Zij houden de vinger aan de pols in een permanente wijkanalyse Buurtwerk houdt ook ruimte vrij om in te spelen op vragen naar samenwerking van partners. De werking biedt experimenteerruimte voor de visie die rond competentie denken binnen Talent Op Wieltjes ontwikkeld wordt. Talent Op Wieltjes werkt aan actief burgerschap op twee sporen: Talent op Wieltjes interim en ontwikkelaar. Talent Op Wieltjes interim: schakelen van (maatschappelijk achtergestelde) mensen naar bestaand vrijwilligerswerk Talent Op Wieltjes ontwikkelaar: uitlokken, ondersteunen en ontwikkelen van nieuwe bewonersinitiatieven. De doelgroep wordt hiervoor versterkt en de toegankelijkheid van vrijwilligerswerk wordt vergroot. Talent Op Wieltjes benadert het activeringsbeleid voor kwetsbare doelgroepen kritisch. Als mensen individueel verantwoordelijk gesteld worden om actieve burger te zijn dan moeten er mogelijkheden geschapen worden zodat ook maatschappelijk achtergestelde mensen (die via dit beleid geviseerd worden) zich kunnen engageren. Talent Op Wieltjes experimenteert hier Nieuw* in Deurne gebruikt de methodes van Talent Op Wieltjes om de sociale netwerken van nieuwkomers te versterken Project Geïntegreerde Wijkwerking met accent Pottentuin en Ten Eekhove Deurne Noord ontwikkelt een gezamenlijke visie met partners en een diverse groep bewoners en partners over mogelijkheden tot ontmoeting in de wijk ifv de opening van het nieuwe centrum Ten Eekhove. ModeM werkt onthaaltrajecten uit met multi problem gezinnen om hen te schakelen naar de reguliere hulpverlening en naar volwaardige deelname aan het maatschappelijke leven. De ModeM hulpverleners ( in dienst van algemeen welzijnswerk Metropool) werken met buurt- en opbouwwerk Deurne Zuid in een multidisciplinair team. Naast hulpverlening is er de gedeelde zorg voor de Modem cliënten in activiteiten van het buurt- en opbouwwerk meer bepaald in het onthaal, de ontmoeting en vormingsactiviteiten, de inzet in Talent Op Wieltjes en de nazorg. Het buurtwerk en de projecten die we inzetten spelen in op de twee dominante maatschappelijke trends zoals ze geformuleerd zijn door samenlevingsopbouw Antwerpen stad: armoede en sociale uitsluiting enerzijds (ModeM, recht op vrijwilligerwerk in Talent Op Wieltjes, werken met maatschappelijk achtergestelde groepen in buurtwerk) en toenemende polarisering en segregatie anderzijds (ontmoeting in diversiteit in buurtwerk, stimuleren van actief burgerschap in Talent Op Wieltjes, versterken van sociale netwerken van nieuwkomers in Lokaal Onthaal Nieuwkomers).
D) Programma wijkteam Kiel Een aantal personeelswissels in het opnemen van de coördinatie hebben ertoe geleid dat er in het voorjaar van 2007 een geactualiseerde en uitgebreide analyse is gemaakt van het werkingsgebied van het team. Dit proces resulteerde in onderstaande analyse: We zien allerlei initiatieven vanuit de stad en de huisvestingsmaatschappijen om de wijk te herwaarderen: heraanleg van de Sint-Bernardsesteenweg, het winkelcentrum Den Tir, plannen om de Abdijstraat te opwaarderen, renovatie van sociale woonblokken, nieuwbouw dienstencentrum OCMW, Opsinjoren acties in vele straten. Dit is een trend van de laatste jaren. En tegelijk, soms ook mede door de vele openliggende werven, blijft de indruk bij de Kielenaar dat de wijk verpaupert. De overlast door de werken aan de Sint-Bernardsesteenweg, het winkelcentrum Den Tir heeft veel kwaad bloed gezet. Delen van de wijk geven een troosteloze aanblik door steeds terugkerend sluikstort en zwerfvuil, leegstaande of slecht onderhouden panden, slechte staat van het wegdek. De belangrijkste winkelas, het kloppend hart van het Kiel namelijk de Abdijstraat is de laatste tien jaar van een bloeiende winkelstraat verandert in een straat die stilaan te kampen heeft met leegstand , verkommerde huizen enz. De inspanningen tot opwaardering van de wijk, op ruimtelijk vlak, op vlak van huisvesting,hebben nog niet de verhoopte impact op de beeldvorming. De sociale huisvesting heeft een grote impact op de wijk gezien 1 op 4 van de bewoners een sociale woning (meestal appartement) huurt. De meeste sociale huisvesting bestaat uit hoogbouw. Er wordt op het Kiel zwaar geïnvesteerd in de renovatie van al deze woonblokken. Op zich positief, doch de stijgende huurprijzen na renovaties zijn voor veel bewoners een reëel probleem. Vooral Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
46
achtergestelde groepen zijn hiervan de dupe. Renovatie wordt ook aangegrepen om een betere sociale mix in een woonblok te krijgen, maar ook daardoor worden kwetsbare groepen vaak naar de privé-markt geduwd, waar ze in handen van huisjesmelkers vallen. Wat op zich weer zorgt voor verkommerde panden. De vele verhuisbewegingen ten gevolge van de grootschalige renovatiewerken in de sociale woonblokken tasten nog meer het reeds verbrokkelde sociale weefsel aan. Mensen van allochtone afkomst ervaren vaak op verschillende domeinen uitsluiting. Ze raken gefrustreerd in hun zoektocht naar werk, huisvesting, school of aangepaste dienstverlening. Vooral Marokkaanse jongeren reflecteren een hoge mate van perspectiefloosheid dat zich vertaalt in futloosheid, apathie, gelatenheid tot en met agressief gedrag, vandalisme en andere uitingen van opgekropte frustratie. Er heerst een sterke segregatie tussen verschillende bevolkingsgroepen. Zowel de etnische afkomst als de sociale klasse zorgen voor breuklijnen, wat op zijn beurt spanningen en isolement veroorzaken. Voor een aantal bevolkingsgroepen bestaat een intern voldoende groot draagvlak om het sociale isolement te doorbreken. Voor vele bewoners is het echter ‘ieder voor zich’. De Marokkaanse gemeenschap is verdeeld en daardoor moeilijk te mobiliseren. Maar ook andere bevolkingsgroepen zoals bejaarden, mensen met een laag inkomen getuigen van eenzaamheid en isolement. Dit verhoogt de verzuringsgraad, het onveiligheidsgevoel en het “wij- zij” denken binnen deze wijk. De hoge aanwezigheid van gekwetste, zeer zwakke bewoners, het gaat dan om ex-psychiatrische patiënten, licht -mentaal gehandicapten, verslaafden, werkt uiteraard dit fenomeen nog in de hand. Op vlak van vrije tijd en sport zijn nog niet alle pijnpunten weggewerkt. We komen van de situatie waarin: ondanks de aanwezige open ruimte in gans de buurt, er vele drempels blijven, die maken dat achtergestelde groepen niet kunnen gebruik maken van verschillende faciliteiten:de materiële (te duur) en mentale (racisme) ontoegankelijkheid van sportclubs, overbezetting van sportinfrastructuur, lage zichtbaarheid van clubs en hoge deelname van niet-Kielenaars. Het gebruik van pleintjes of openbare ruimtes door diverse bevolkingsgroepen, leidt daarnaast al snel tot de gekende conflicten rond overlast. Er is hierin een positieve evolutie teweeggebracht o.a. door het project Buurtbetrokkenheid GBA, in samenwerking met divers partners, maar dat is nog niet geconsolideerd. Omwonenden van GBA vrezen ontaarding indien de “extra pleinanimatie GBA” zou stoppen. Het wijkteam stelde zich tot doel om vanaf 2008 te willen ingrijpen op twee problematieken in de wijk Kiel: - De sterke segregatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen, dit zowel op het vlak van etnische diversiteit als sociale klasse. En de hierbij horende moeilijke positie van maatschappelijk achtergestelden in de wijk. - De uitsluiting van de mannelijke Marokkaanse gemeenschap en de daarbij horende frustraties. Om dit te realiseren werd een projectafronding uitgewerkt voor het project Buurtbetrokkenheid GBA en een projectvoorbereiding Marokkaanse mannen.
E) Programma wijkteam Oud Berchem Het team van Berchem bestaat uit één opbouwwerker en één buurtwerker. De werking van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad werkt daarbij samen met vzw Posthof - waar zowel het opbouwwerkproject als de buurtwerking hun standplaats hebben - en de andere organisaties in huis. In 2007 is erg gewerkt aan een betere samenwerking en afstemming tussen het opbouwwerkproject Buurtverhalen en het buurtwerk. Er werd geen gezamenlijke wijkplanning opgemaakt, maar het meer verknopend werken tussen beide, heeft een duidelijke wederzijdse meerwaarde gecreëerd. De uitwerking van zowel het buurtwerk, als het opbouwwerkproject worden in het vervolgstuk besproken.
F) Programma Samenleven De ondersteuning van het programma samenleven is in 2007 opgestart. Het was voor het eerst dat personeelsleden over de teams heen nadachten over de gezamenlijke strategische doelstelling en de Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
47
gezamenlijke strategieën om deze doelstelling te bereiken. De programmaverantwoordelijke samenleven werkte een eigen planning af en was beschikbaar voor concrete ondersteuning van de teams rond bepaalde thema’s of de uitwerking van hun planning en projecten. Het programma samenleven omvat de opbouwwerkprojecten binnen de wijkteams en het buurtwerk. Daarvoor was het in 2007 prioritair om uit te klaren welke rol we wilden en konden spelen met het buurtwerk van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. Dit was nodig om slagkrachtiger te kunnen zijn op het terrein en om de onderhandelingen te kunnen voeren met de stad Antwerpen over een nieuw convenant. Het proces van herprofilering liep tussen januari 2007 en november 2007 op verschillende niveaus binnen de organisatie: op het niveau van het coördinatieteam, extra werkgroepen met eerstelijnswerkers en personeelsdagen. In november werd de nieuwe profilering van buurtwerk voorgelegd aan de ruime personeelsgroep op een personeelsvergadering. Buurtwerk is net zoals de andere werkvormen van Samenlevingsopbouw onderhevig aan veranderingen in de context. Veranderingen in de gebieden waar het buurtwerk actief is, maken dat het buurtwerk zijn rol en functie op regelmatige basis moet herbekijken en voldoende alert moet kunnen inspelen op veranderingen. De herprofilering van het buurtwerk speelt net in op de omgevingsgevoeligheid en de diversiteit in de stedelijke gebieden waar het buurtwerk ingezet wordt. Het buurtwerk van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad wordt omschreven als “territoriaal opbouwwerk”. Het buurtwerk is actief in afgebakende gebieden waar problemen op het vlak van maatschappelijke achterstelling en diversiteit elkaar versterken. Het houdt en brede kijk op het hele gebied, het houdt een vinger aan de pols en vertaalt die signalen in de werking. Het combineert de brede kijk en vinger aan de pols met projecten die collectieve problemen bundelen, die problemen aanpakken met bewoners en bevoegde oplossingssactoren en op experimentele wijze naar structurele oplossingen streven. Gekoppeld aan de herprofilering van het buurtwerk werd in 2007 ook uitgeklaard waar het buurtwerk zich inhoudelijk op gaat toeleggen vanaf 2008 binnen het lokaal sociaal beleid van de stad Antwerpen. Het buurtwerk werkt aan verandering binnen de meest achtergestelde gebieden, we hebben in die gebieden een vinger aan de pols. Buurtwerk ontplooit steeds activiteiten met het perspectief op burgerschap en participatie. Ontmoeting en gemeenschapsvorming zijn daarin noodzakelijke tussenstappen om te kunnen participeren aan de samenleving. Buurtwerken hebben hierin een labo-functie met specifieke aandacht voor maatschappelijk achtergestelde groepen waarbij zij een ‘veilige context’ creëren om, om te leren omgaan met diversiteit en om te bekijken welke oplossingen structureel mogelijk zijn om het samenleven mogelijk te maken. Daarnaast stimuleert het buurtwerk ook de toegankelijkheid en diversiteit binnen andere ontmoetingscentra in de wijk zoals de nieuw ontwikkelde stedelijke ontmoetingscentra, de OCMW dienstencentra, e.a. In 2008 moeten de consequenties van de herprofilering en de inhoudelijke keuzes meer uitgewerkt worden en moet dit leiden tot handvaten voor werkers om dit in de praktijk uit te werken. Binnen het programma samenleven werd er verder nog een herprofilering uitgewerkt van de buurtwerkkranten, een concept dat in 2008 verder wordt uitgewerkt en operationeel moet zijn in 2009. Er werden uitwisselingen opgezet met eerstelijnswerkers rond vrijwilligerswerk. In 2008 moet dit verder opgepakt worden om te komen tot een vrijwilligersbeleid voor de organisatie. Er werden uitwisselingen opgezet tussen opbouwwerkprojecten die inhoudelijke raakvlakken hebben zoals buurtschatten en Talent Op Wieltjes. Naar sommige teams ging er intensievere ondersteuning rond de opmaak van de planningen of rond specifieke thema’s. Zo kreeg het team van Antwerpen Kiel, Borgerhout en Deurne ondersteuning rond de opmaak van hun planning en het team van Antwerpen Noord rond de effectmeting van het project ‘Buurtschatten’ en de uitwerking van het concept ‘Doehuis’.
Operationele doelstelling 3.1 A) Buurtwerk Antwerpen Noord Samenlevingsopbouw Antwerpen Noord a) buurtwerk Antwerpen Noord: Centrum De Wijk In Antwerpen Noord werkte men in navolging van het Buurtschatten project aan het concept van een Doe-huis. Tijdens de teambespreking van de werktekst ‘Doe-huis’ merkten het team op dat het verschil tussen buurt- en opbouwwerkers kleiner werd binnen dit concept. Wat dit betekent voor de werkorganisatie werd verder uitgezocht in 2007.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
48
Door nadrukkelijk de klemtoon op actief burgerschap te leggen, op het eigen initiatief van bewoners, betekende dit ook voor de buurt- en opbouwwerkers een aanpassing. Waar vroeger buurtbewoners betrokken werden in onze acties en activiteiten, gaan we nu buurtbewoners ondersteunen in hun ideeën en voorstellen. Dit dient begeleidt en ondersteund te worden door vorming en intervisie van de buurt- en opbouwwerkers. De uitwerking van de werkdoelen en projectdoelen hier rond wordt besproken in de evaluatie van het project Buurtschatten. b) buurtwerk Antwerpen Noord: Dam-Schijnpoort Het werking in het buurtwerk Dam-Schijnpoort stond in 2007 voor een belangrijk deel in het teken van verzelfstandiging en ondersteuning van de clubwerking. Dit vertaalde dit naar een reeks activiteiten die de vrijwilligers zelf organiseerde met zo minimaal mogelijke ondersteuning van de buurtwerker. De buurtwerker kwam elke woensdag een uurtje langs om te kijken of alles goed verliep en eventueel in te spelen op vragen. Na verloop van tijd gebeurde dit nog enkel maandelijks. We merken toch dat een minimale aanwezigheid belangrijk was. Niet echt voor de praktische dingen maar voor het activering in het kader van de aansluiting met het interne Buurtschatten project (zie verder) en het vinger aan de pols houden in de buurt. Maandelijks organiseren de vrijwilligers zelf een buurtmaaltijd. Hierop komt ongeveer 20 man. Alles wordt zelfstandig gedaan: van affiche maken en reclame maken tot aankopen en afwas en opruim. Er werken 6 vrijwilligers aan mee. Als iemand niet kan, zoeken ze onderling vervanging. De buurtmaaltijd verloopt goed, zij wordt in 2008 verder gezet. Elke woensdagnamiddag is het permanentie met een snack. Er is een beurtrol van een vijftal vrijwilligers. De vrijwilligers geven de sleutel door en sluiten en openen zelfstandig. Ze doen zelf de aankopen voor de snack en de afrekening. Op het einde van de week wordt alles afgeven in centrum de wijk. De vrijwilligerswerking draaide goed, maar we merken dat er minder behoefte is aan een permanentiemoment in Schijnpoort. Mensen komen meer naar activiteiten zoals buurtmaaltijd, openingsfeest speelstraat, open deur en zijn niet meer geïnteresseerd in de permanentie. Bovendien merkten we dat de kinderwerking KIDS meer gebruik maakte van de gebouwen en het buurtcentrum het imago kreeg van jongerencentrum. Daarom hebben de vrijwilligers van het buurthuis besloten om vanaf januari 2008 de permanentie te sluiten en enkel nog activiteiten zoals buurtmaaltijd, meewerken aan buurtactiviteiten, lentepoets brunch te organiseren. De vrijwilligers van het buurthuis kwamen zelf met het idee om mee te werken aan de speelstraat, zij maakten smoutebollen voor de kinderen en hielden ‘buurthuisje buiten’, de vrijwilligers van het crea knutselden samen met de kinderen. Hier kwam veel volk op af, meer dan op een permanentie binnenshuis. De vrijwilligers van het buurthuis zorgden voor de brunch. Dit was een beloning voor de lentepoetsers. Er was een goede samenwerking met de probeercoaches van de lentepoets en er was een 80 tal man aanwezig. Er werd samen met de vrijwilligers een draaiboek gemaakt waarin staat hoe zij hun clubwerking draaiende moeten houden (permanenties, snacknamiddagen, buurtmaaltijden). Aan de hand van dit draaiboek vergaderen de vrijwilligers om de twee weken zonder buurtwerker. Na verloop van tijd werden die vergaderingen overbodig omdat ze het draaiboek goed in de vingers hadden en alles onderling werd geregeld. De clubwerking gaf aan het belangrijk te vinden om een link te behouden tussen hen en de buurt en het project buurtschatten. Zij willen zich meer open stellen naar de buurt door mee te werken aan buurt en buurtschatten activiteiten of er zelf te ontwikkelen. ( een bezoeker van het buurthuis werkt mee aan het trapveldje, een vrijwilliger is initiatiefnemer van de speelstraat) Daarom organiseren we zeswekelijks een vergadering om te horen wat er leeft bij hen en in de buurt. Na de afschaffing van de tweewekelijkse vergaderingen werden hier ook praktische dingen op besproken. De vzw slachterij en omgeving organiseerden een kerstdrink voor de buurt. De vrijwilligers hielpen mee met opbouw en afbraak en stonden er ook met een standje met glühwein. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
49
Een initiatief van de bewoners twee netenstraat met ondersteuning van het buurtwerk en Opsinjoren. Er was een twintigtal man aanwezig en er werd een basis van vrijwilligers en ideeën gelegd voor een ‘blokkenfeest’ in augustus. Tijdens de grote vakantie groeide het idee bij de bewoners om voor de spelende kinderen in de Marbaixstraat een speelstraat te organiseren. Er stelden zich vier peters en meters kandidaat. De eerste keer was een succes, er kwam er dus nog één in de grote vakantie. Door het grote succes zijn er nu nog meer bewoners die mee willen helpen met de speelstraat. Er was een 50 tal man aanwezig. Er waren nieuwe vrijwilligers die gezorgd hebben voor de hapjes. De vrijwilligers hebben meer zelf georganiseerd. Met ondersteuning van het buurtwerk hield een vrijwilligster een tentoonstellingsweekend met persoonlijke schilderijen voor de buurt. Er was op de twee dagen verspreid een 100 tal man aanwezig. Een bewoonster uit de buurt die heel goed kan knutselen organiseerde met de ondersteuning van de buurtwerkster workshops juwelen maken voor verschillende groepen. Nadien groeide er een vast groepje uit die verder gingen. Er zijn 4 workshops doorgegaan waar telkens 15 man op aanwezig was. Het groepje nadien bestond uit een 10 tal personen. In september stelden we tijdens de open deur van het buurthuis het project buurtschatten voor. Nadien lieten we de bezoekers talentenblaadjes invullen. Er zijn een vijftiental talentenblaadjes ingevuld. En er kwamen enkel concrete vragen naar boven ( vraag naar medewerking nieuwjaarsdrink vzw slachterij en omgeving, aanbod om mensen computervaardigheden aan te leren enz). Voor sommige doelgroepen is de cirkelmethodiek en de talentenblaadjes nog een te moeilijke methodiek, hiervoor maken we een voorstelling op maat van buurtschatten. Aanpassen van de talentenblaadjes met een ‘ik wil’ kant, zodanig het talentenblaadje laagdrempeliger wordt en we makkelijker kunnen koppelen. De talenten op het talentenblaadje ook inzetten voor vrijwilligerswerk en niet enkel voor inbreng in de projecten.
B) Buurtwerk Borgerhout Noord Samenlevingsopbouw Borgerhout Borgerhout Noord is een dichtbevolkt gebied met een hoge kansarmoede graad: hoge werkloosheidsgraad, relatief hoog aandeel OCMW cliënteel,… De bevolkingssamenstelling is multicultureel: in de actiebuurten is er een aanwezigheid van 62% bewoners van allochtone afkomst. Hierbij is de grootste groep bewoners van Marokkaanse afkomst. De wijk is ook zeer divers op sociaal vlak die vaak – maar niet uitsluitend - ook etnisch gekleurd is. Er is een kloof tussen diverse groepen. De diversiteit is moeizaam hanteerbaar. Er is geen sprake van een intercultureel samenleven in de wijk: de groepen leven naast elkaar. Er zijn weinig ontmoetingsplaatsen waar de diverse bevolkingsgroepen in interactie met elkaar treden. Er zijn vooral (ontmoetings)plaatsen die specifieke groepen aanspreken. Het Buurtwerk De Drei Pleintjes wordt als ontmoetingsplaats ervaren als een plaats voor autochtonen. In praktijk bereikt de meer interne werking vooral autochtonen met uitzondering van de activiteit TaalooR. Via deze activiteit worden allochtonen ook toe geleid naar andere activiteiten en vrijwilligerswerk maar beperkt. De werking wordt gedragen en vormgegeven door autochtone bewoners. De externe werking van Samenlevingsopbouw Borgerhout Noord in de vorm van o.m. Barbecue Terloplein, Bloembakkenactie, project Faraomieren en Sorteerstraat Groeningerplein bereikt heel wat Marokkaanse bewoners. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Er worden diverse initiatieven opgezet en gedragen door een gemengde groep buurtbewoners van Marokkaanse en Belgische afkomst. Deze initiatieven stimuleren ontmoeting, dialoog en samenwerking aan de leefbaarheid van de wijk en vinden plaats in de wijk of in de lokalen van de standplaats.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
50
• • •
• •
• •
De bereikte doelgroep van uitstappen zijn divers. De thema’s nodigen uit om in gesprek te gaan De externe activiteiten worden gedragen door bewoners van Marokkaanse en Belgische afkomst. Binnen de bestaande werking is de aandacht voor gemengde activiteiten verhoogd en voor activiteiten die de Marokkaanse bevolking beogen als doelgroep (uitwerkt in samenwerking met project Diversifeit.) Taal-ooR, dat reeds ontmoeting en dialoog stimuleert tussen bewoners van diverse etnische afkomst, optimaliseren). Het creëren van ontmoetingkansen tussen diverse bewoners waardoor bewoners leren omgaan met diversiteit en netwerken worden uitgebreid. Doelgroepen van verschillende organisaties worden samengebracht in ontmoetingsactiviteiten en leren daardoor andere organisaties kennen. Via het opzetten van positieve acties in de wijk met diverse bewoners leren bewoners onderhandelen met elkaar De basiscompetenties van bereikte maatschappelijk achtergestelde buurtbewoners zijn verhoogd.
De dagelijkse permanentie is toegankelijk voor een divers publiek en biedt een plek waar ze met elkaar in ontmoeting en dialoog kunnen gaan. Voorts is het ook een plek waar de bewoners nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen opzetten. De permanenties bleken een ideaal activeringsmedium. Zo werden er 2 Marokkaanse vrijwilligers geactiveerd die mee de permanentie ondersteunen. Met hen werd bekeken hoe de permanentie toegankelijker te maken voor Marokkaanse buurtbewoners. Het buurttoneel Terlove was een organisatie van verschillende partners uit de buurt die elk met een specifieke doelgroep werken, waarbij Rataplan de eindverantwoordelijkheid draagt. Het uitschrijven van het toneel gebeurde door bewoners van de verschillende organisaties en zowel Marokkaanse als Belgische inwoners. Hierdoor werd ontmoeting, dialoog een samenwerking gestimuleerd. Het thema van het toneel is een ludieke kijk op de leefbaarheid in de buurt. De buurtmaaltijd werd opgezet en gedragen door een gemengde groep buurtbewoners. Zo ontstond er ontmoeting, dialoog en samenwerking. Op regelmatige basis werden eveneens specifieke acties op touw gezet, bijvoorbeeld pannenkoekennamiddagen en Marokkaanse kookmiddagen. Zulke speciale gelegenheden bleken interessant om mensen te activeren en extra ondersteuning te bieden. Bedeling, opmaak en bepaling van de inhoud van de buurtkrant gebeurde door een divers publiek, ondermeer Marokkaanse vrijwilligers hielpen hierbij. Op de buurthuisraad werd een divers publiek uitgenodigd zodanig dat door middel van dialoog en samenwerking de richting van het BW en de leefbaarheid van de wijk wordt beïnvloed. Het Cultuurcafé werd gedragen door het Buurtwerk en Recht-Op. Deze organisaties zorgden voor een gemengde groep. Tijdens een paar apart en het cultuurcafé konden bewoners elkaar ontmoeten en in dialoog gaan. Het vuurfeest was een buurtreceptie die de start van het nieuwe jaar aankondigde. Het evenement was een organisatie van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad, KIDS en De Drei Pleintjes. Hierdoor wordt een diverse groep buurtbewoners bereikt. Samengaand met bovenstaande activiteiten en aanbod werd specifiek voor dit werkdoel een kookworkshop georganiseerd in samenwerking met vier organisaties uit de buurt met name De Drei Pleintjes (extern), Recht-Op (extern), Samen op Straat (intern) en het Marokkaans spoor vrouwenwerking Samen op Straat (intern) (overleg organisatie, werving deelnemers,....).. Dit laatste om de diversiteit in de groep te vergroten. Zowel bij de cultuuruitstappen (Roma, Rataplan en Sering), de uitstap naar Bokrijk en de uitstappen met Taal-ooR (ZOO, Tentoonstelling Tibet) was er een divers publiek aanwezig. Waar mogelijk werd er in dit aanbod gekozen voor bezoeken/uitstappen die verwijzen naar het culturele verleden of de culturele identiteit van bewoners.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
51
Nieuwe deelnemers (waarvan 1/3 van Marokkaanse afkomst) en vrijwilligers (4) werden geactiveerd om deel te nemen aan Taal-ooR. De doorverwijzing gebeurd enkel vlot voor wat betref Open School en het huis van het Nederlands. Door individuele gesprekken met de deelnemers is er zicht op de redenen waarom mensen afhaken. Bij elke uitstap of activiteit van het buurtwerk werden deelnemers en vrijwilligers van Taal-ooR geactiveerd. Bij alle activiteiten waren zij dan ook steeds vertegenwoordigd. De deelnemers aan Taal*oor bepaalden samen de invulling van de activiteiten en uitstappen. Samenvattend werd er door het buurtwerk en het opbouwwerkproject Diversifeit geïnvesteerd in de organisatie van diverse initiatieven in de samenwerking met verenigingen, organisaties en bewoners uit de Marokkaanse gemeenschap. Dit kwam tot uiting in de samenwerkingen rond het Vuurfeest, Bloembakkenactie en de barbecue. Het aantal vrijwilligers van Marokkaanse afkomst steeg duidelijk. Ook bij de organisatie van de permanenties, Buurtmaaltijd, Buurtkrant, buurthuisraad, cultuurcafé werden er extra initiatieven genomen om een divers publiek te bereiken. •
Bewoners, in het bijzonder maatschappelijk achtergestelde bewoners, worden geactiveerd rond noden, interessen en talenten en participeren hierdoor meer aan de lokale samenleving. Er zijn, in vergelijking met vorig werkjaar, meer Marokkaanse bewoners betrokken als deelnemer, als vrijwilliger, als initiatiefnemer bij de activiteiten van het Buurtwerk.
Aanvankelijk werden bewoners gericht bevraagd door middel van het rondtrekken met een bakfiets. Dit werd echter snel stopgezet door de te omslachtige voorbereiding van de bakfiets en de te beperkte resultaten van de bevraging. Vanaf dan werden deelnemers van diverse activiteiten (Taal-ooR, uitstappen, cultuur uitstappen, evenementen, VDAB job-dag,…) systematisch bevraagd. Zo werden 10 mensen geactiveerd binnen de organisatie (in de vorm van Toneel project, Taal-ooR vrijwilliger, vrijwilligers bloembakkenactie en bedeling van de buurtkrant) 3 andere mensen werden doorverwezen naar externe partners (de Drei pleintjes, rataplan en Recht-Op). Het betrekken van mensen van Marokkaanse origine bleef steeds een aandachtspunt. 16 nog niet bereikte mensen werden na losse contacten geactiveerd. b) terugkoppeling naar de algemene doelen Gedurende het hele jaar 2007 lag de focus op het diverser maken van het bereikte doelpubliek in de verschillende activiteiten en dit met specifieke aandacht voor de Marokkaanse gemeenschap in Borgerhout. Dit is in belangrijke mate gelukt al blijft het een aandachtpunt om in de komende jaren activiteiten en deelprojecten zo uit te werken dat een divers publiek er zich toe aangesproken voelt. Bewonersorganisatie De Drei Pleintjes en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vormden verschillende jaren een gezamenlijke werking. Binnen deze werking was er oorspronkelijk geen scheiding tussen de twee organisaties. Door veranderingen binnen Samenlevingsopbouw Antwerpen stad bleek deze symbiose niet langer te stroken met de realiteit. Formele onderhandelingen over de positie en de samenwerking werden reeds in 2006 opgestart. Deze onderhandelingen verliepen zeer moeizaam. Uiteindelijk bleek er te weinig vertrouwen tussen beide organisaties te zijn en te weinig marge om de eigenheid van beide organisaties te waarborgen binnen het nieuwe wijkcentrum. Het wijkcentrum was formeel toegewezen aan De Drei Pleintjes. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad besloot om een eigen onderkomen te zoeken maar wel nog samen te werken met de bewonersorganisatie (vb. ondersteuning Bloembakkenactie).
C) Buurtwerk Borgerhout Zuid Samenlevingsopbouw Borgerhout De wijk Borgerhout Zuid wordt gekenmerkt door een tekort aan ontmoetingsplaatsen voor kansengroepen waar gewerkt wordt aan hun integratie/emancipatie/participatie en leefomgeving. Er is eveneens een tekort aan ontmoetingsplaatsen waar interculturele (etnisch / socio-cultureel)contacten in een positieve sfeer kunnen verlopen. Organisaties en diensten missen kennis in het omgaan met kansengroepen in de wijk, waardoor het aanbod niet aan hen aangepast.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
52
a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
de basiscompetenties van de bereikte maatschappelijk achtergestelde buurtbewoners met bijzondere aandacht voor Marokkaanse bewoners zijn verhoogd, door hen toe te leiden naar het eigen vormingsaanbod, naar een vormingsaanbod elders, door hen te betrekken in de organisatie van acties en door hen te stimuleren tot vrijwilliger. Deelnemers/buurtbewoners worden bevraagd tav van vorming en signalen worden gebruikt om het eigen aanbod aan te passen, doorgegeven aan instanties en sectorieel aangekaart.
In de vormingsactiviteiten (computer, Taal-ooR, naaiklas) worden aanzienlijk meer Marokkaanse buurtbewoners bereikt. Dit zeker wat het aantal inschrijvingen betreft. Deze groep is relatief zwakker zeker op vlak van taal. Het zijn echter ook deze deelnemers die bij de start niet komen opdagen of vlugger afhaken. Dit vraagt permanente aandacht ook voor de andere doelgroepen (negatieve beeldvorming) en voor de vrijwilligers. De Marokkaanse deelnemers worden extra opgevolgd zeker op vlak van hun kans tot inschrijving voor Nederlandse les. De structurele aanpak hiervan is pas voorzien voor 2008. Het Huis van het Nederlands is reeds in 2007 langs geweest in een taal*oor groep. Er zijn in 2007 reeds stappen gezet naar Landelijke Bediende Centrale (LBC) om naailessen te organiseren toegankelijk voor de Marokkaanse vrouwen. De participatie van Marokkaanse vrouwen aan cultuur en sport en vorming is toegenomen. Sommigen zetten de stap naar werk en vonden hun weg naar een opleiding. Aan de hand van individuele gesprekken en gerichte informatie en doorverwijzing konden hebben we vrouwen kunnen activeren. Contacten met zelforganisaties zijn nog niet doorgegaan wegens vertraging van het project Marokkaans Spoor. Drempels van de allochtone doelgroep naar voorzieningen voor psychische hulpverlening zijn in kaart gebracht. In gesprekken met Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) wordt gewezen op de groeiende vraag van de doelgroep en wordt mogelijke samenwerking onderzocht Bevragingen van Marokkaanse oudergroepen brengen de vragen en zorgen van ouders met betrekking tot de onderwijsloopbaan van hun kinderen aan het licht. Naast de vrouwengroep van de shelter hebben ook zelforganisaties gespreksgroepen laten doorgaan onder begeleiding van SAS en de 8. De veelheid aan vragen rond onderwijs resulteerde in een project rond communicatie ouders en school . Vrouwen zetten naar aanleiding van uitwisseling met elkaar en individuele gesprekken stappen naar het cultureel- en sportaanbod in de buurt maar ook naar werk en opleidingen. De individuele gesprekken met vrouwen resulteren in een project ‘zelfbeeld en zelfzorg’ in 2008 •
Er zijn multiculturele ontmoetingskansen in een respectvol kader via vorming, verknoping van activiteiten en samenwerking met andere organisaties waardoor bewoners leren omgaan met diversiteit. Tijdens sommige van deze activiteiten worden de netwerken van maatschappelijk achtergestelde bewoners uitgebreid. Diversiteit wordt als vormingsthema opgenomen: zowel voor de doelgroep als voor de vrijwilligers Er is meer zicht op organisaties uit de buurt die kansarmen bereiken en op noden van kansarmen waar wij in tegemoet kunnen komen. Het structurele niveau: dankzij een samenwerkingsactiviteit komt een nieuwe doelgroep binnen bij een organisatie die één doelgroep bereikt.
Zowel de verknopende activiteiten als de vormingsactiviteiten geven kans op ontmoeting. Dit maakt de buurtwerking tot een dynamisch en multicultureel geheel. De vaste vrijwilligersploeg is nog hoofdzakelijk Belgisch. Buurtbewoners van allochtone origine worden momenteel ingeschakeld voor de permanentie en computerlessen. Het betreft hier vooral mensen van Zwart-Afrikaanse herkomst. Voor de naaiklassen zijn er wel Marokkaanse vrijwilligers. Het betrekken van Marokkaanse buurtbewoners als vrijwilligers blijft echter een werkpunt. Diversiteit als thema is eveneens opgenomen binnen het geheel van het interne project Talent geeft Vorming. De computercursussen worden nu ook georganiseerd in Centrum Den Bleek, zij het vooral door hun eigen doelgroep. Dit is een eerste aanzet tot samenwerking. Er zijn ook eerste contacten gelegd met dot.com (buurtwerking posthof) in het kader van samenwerking en digipunt.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
53
•
Door het opzetten van concrete samenwerking tussen doelgroepen bij verknopende of andere activiteiten leren bewoners/vrijwilligers onderhandelen met elkaar.
De geplande verknopende activiteiten zijn doorgegaan en werden door de aanwezigen als zeer positief ervaren. Er ontstaan betere relaties tussen de Belgische en allochtone doelgroepen binnen de buurtwerking. b) terugkoppeling naar de algemene doelen • • • •
• • • •
Er zijn meer contacten tussen bewoners van diverse herkomst De competenties om te participeren aan de samenleving van bewoners van diverse herkomst zijn toegenomen De netwerken van diverse bewoners zijn uitgebreid Het aanbod van de buurtwerking is permanent aangepast aan de vraag van de doelgroep en de kwaliteiten van de vrijwilligers. De vrijwilligers hebben in de buurtwerking een duidelijke plaats en worden betrokken bij het beleid (de keuzes) van de buurtwerking. De diensten/organisaties/vormingsinstanties stemmen hun aanbod beter af en zijn beter bekend bij de doelgroepen Onze doelgroepen zijn actief betrokken bij wijkgerichte acties door praten en doen De participatie van een deel van de Marokkaanse bewoners aan de lokale samenleving is verhoogd Bewoners kunnen beter omgaan met de diversiteit in hun buurt
Doorheen de verschillende activiteiten van de buurtwerking is er extra aandacht voor de Marokkaanse zwakkere doelgroep. Bij activiteiten waar zij vroeger ondervertegenwoordigd waren is hun opkomst nu bijna verdubbeld. Hun participatie aan onze activiteiten is duidelijk gestegen, dit als eerste stap tot deelname aan de lokale samenleving. Door de toename van deze groep wordt de buurtwerking nog meer een diverse werking. De basis voor extra verknopende activiteiten is hier gelegd
D) Buurtwerk Deurne Noord Samenlevingsopbouw Deurne Deurne kent een algemeen probleem van verzuring. Het district scoort met 42% extreem rechts stemmers zeer hoog. De polarisatie tussen de verouderde autochtone bevolking en de allochtonen en nieuwkomers is dan ook groot. Er is weinig ambiance in Deurne, er zijn weinig ontmoetingskansen, weinig gezellige pleintjes. Maatschappelijk kwetsbare doelgroepen nemer slechts erg gering deel aan het cultuuraanbod in Deurne. Er is een tekort aan zinvol vrijwilligerswerk en afstemming daar rond. De mogelijkheden tot levenslang leren voor kansengroepen zijn beperkt. Er is nood aan opvang van hulpvragen voor mensen in multi-problem situaties, maar een tekort aan efficiënte maatschappelijke dienstverlening a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
•
Buurtwerk ondersteunt een diverse groep mensen in het uitwerken van een eigen ontmoetingen vormingsaanbod waar de inzet van competenties en participatie van maatschappelijk achtergestelde mensen centraal staat. Het ontmoetingsaanbod heeft een divers bereik en veel aandacht voor het informele ontmoeten. Buurtwerk organiseert kennismaking met de diverse doelgroepen in de wijk door gezamenlijke activiteiten met partners en door inzet van vrijwilligers
De meeste groepen zijn een verderzetting van de activiteiten van het vorige jaar (Computerlessen, Franse conversatie, Lessen Nederlands, Taal-ooR, EHBO voor kinderen). Naar versterking van competenties hebben we dit jaar samen gewerkt met het interne project Talent Geeft Vorming voor de kookploeg, lesgevers computer en de Taal-ooR groep waar ook de lesgevers Nederlands aan deel namen. Het vormingsaanbod wordt gerealiseerd door vrijwilligers. Nieuw dit jaar was een lessenreeks Tai Chie als proefproject en een lessenreeks digitale fotografie en het experimenteren met enkele workshops. De Tai Chie is verzelfstandigt via het dienstencentrum waar er nu een jaaraanbod is voor de buurt.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
54
De activiteiten worden samengesteld door een vrijwilligersraad. In 2007 is vooral gefocust op het realiseren van participatie. De vrijwilligersraad is het overkoepelende participatie kanaal. Elke activiteitengroep heeft daarbuiten nog eens zijn specifieke plan- en vergadermomenten. Vrijwilligers weten dat ze de vrijwilligersraad kunnen gebruiken als inspraakkanaal. Ze houden vaak specifieke vragen om te brengen op dit overleg. Het opzetten van activiteiten met partnerorganisaties zorgt ervoor dat mensen hun buurt beter leren en ook van een andere kant leren kennen. • •
Buurtwerk trekt een (nieuw) vormingsaanbod aan georganiseerd door partners en toegankelijk voor maatschappelijk achtergestelde mensen Buurtwerk kent het aanbod op vlak van het ontmoeting in de wijk en maakt het aanbod van partners bekend.
Voor het vormingsaanbod computer zijn we in zee gegaan met dot.kom (vzw Posthof). De eerste gesprekken hier rond zijn van start gegaan in het voorjaar. In een eerste fase heeft dot.kom in het buurthuis enkele lesblokken komen vullen. Cursisten werden ingeschreven door ons. In een volgende reeks gebeurden de inschrijvingen door het buurtwerk maar kwamen er cursisten door via dot.kom. Buiten de lesblokken die hier gegeven werden was er geen interactie tussen de lesgevers. Op de verschillende vergaderingen met lesgevers werd telkens voorzichtig aangehaald dat naar de toekomst dot.kom de organisator van de lessen zou worden. Tijdens de zomervakantie zijn concrete afspraken gemaakt naar wie wat doet in de samenwerking en waar we op termijn naartoe willen. Voor half september werden de inschrijvingen door het buurtwerk gedaan. Na half september is dit pakket overgenomen door dot.kom. ondertussen loopt de samenwerking vlot en is het beheer van het computerpark aan dot.kom overgedragen. Infopanelen aan het raam van het buurtwerk en een infokast in de lokalen verstrekken informatie over het activiteitenaanbod van organisatie en diensten in de buurt. Partnerorganisaties werden voorgesteld in de buurthuiskrant. Er is ruimte aan externe organisaties om hun aanbod hierin bekend te maken. •
Er wordt een aanzet gedaan om het opbouwwerkproject Talent Op Wieltjes (TOW) te gaan integreren in de buurtwerking
Er is een TOW overleggroep opgericht in het steunpunt Deurne noord en zuid. Hier werden gezamenlijk de planningen en strategieën bekeken. We hebben een algemeen mailadres waarop kandidaat vrijwilligers ons kunnen contacteren. In de groep werd een verdeling gemaakt voor de zendorganisaties die we bezochten. Op de overleggroep worden aanvragen bekeken waaraan we als groep al dan niet aan deelnemen. b) terugkoppeling naar de algemene doelen • •
De werking creëert mogelijkheden in de wijk voor het inzetten van competenties van (maatschappelijk achtergestelde) mensen als vrijwilliger/actief burger. De werking creëert mogelijkheden in de wijk voor niet-evidente en diverse ontmoetingen zodat mensen en diensten leren omgaan met diversiteit. Maatschappelijk achtergestelde mensen krijgen de kans om deel te nemen aan ontmoetingsactiviteiten, om ze zelf te ontwikkelen en hun netwerken te versterken
De basiswerking van Deurne Noord vergroot de informele en formele netwerken van een diverse groep bewoners met bijzondere aandacht voor maatschappelijke kwetsbaren. Zij stimuleren ontmoeting en dialoog in diversiteit. Bewoners worden aangesproken op hun mogelijkheden om zich in te zetten als vrijwilliger en om kansen te creëren in de wijk. De participatie van maatschappelijk kwetsbaren aan de samenleving wordt verhoogd in het bijzonder op het vlak van maatschappelijke dienstverlening.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
55
E) Buurtwerk Deurne Zuid Samenlevingsopbouw Deurne De probleemdefiniëring voor Deurne Noord en Deurne Zuid is dezelfde. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Buurtwerk ondersteunt een diverse groep mensen in het uitwerken van een eigen ontmoetingen vormingsaanbod waar de inzet van competenties en participatie van maatschappelijk achtergestelde mensen centraal staat. Het ontmoetingsaanbod heeft een divers bereik en veel aandacht voor het informele ontmoeten.
We merken vooral een (onderliggende)vraag naar vrijwilligerswerk/maatschappelijk engagement bij maatschappelijk achtergestelde mensen die meestal de ontmoetingsactiviteiten als eerste instap gebruiken. Schakelen naar bestaand vrijwilligerswerk is voor die groep bijzonder moeilijk vanwege de hoge verwachtingen en taakspanning. Daarom zijn nieuwe initiatieven, nieuwe vormen van vrijwilligerswerk/maatschappelijk engagement nodig. De sociaal artistieke praktijk biedt hier experimenteermogelijkheden. Ook de opdrachten die bij partners in groep uitgevoerd worden, bieden de nodige veiligheid. De grootste ‘afzetmarkt’ zijn de voorwaardenscheppende taken die nodig zijn om de werking draaiende te houden: toogdienst, klusjes, bussen en plooien van folders, praktische hulp bij feesten en kookactiviteiten, … Voor vrijwilligers werd vorming op maat gezocht via samenwerking met het interne project Talent Geeft Vorming. •
Buurtwerk trekt een (nieuw) vormingsaanbod aan georganiseerd door partners en toegankelijke voor maatschappelijk achtergestelde mensen.
We benaderen het districtsbeleid op twee niveaus, die van de politiek en van de ambtenarij. In Deurne wordt ‘de verzuring’ als probleem door het district naar voor geschoven. In samenwerking met het project Talent Op Wieltjes werd hierop ingespeeld. Het aankaarten van de drempels voorzien we in 2008. In 2007 werd hiervoor het nodig materiaal verzameld. •
Opbouwwerkproject Talent op Wieltjes wordt geïntegreerd in de buurtwerking
De werking is gekend als aanspreekpunt voor vrijwilligerswerk. Individuele bewoners vinden de weg of worden verwezen door partners. Maatschappelijk kwetsbare bewoners nemen vrijwilligerstaken op. Bewoners ontwikkelen nieuwe vrijwilligersinitiatieven. De beeldvorming van de werking is verruimd. Naast aanspreekpunt voor multi-problem gezinnen met hulpvragen en ontmoetings- en vormingswerking in diversiteit zijn we een broeinest voor vrijwilligerswerk geworden. •
Buurtwerk kent het aanbod op vlak van het ontmoeting in de wijk en maakt het aanbod van partners bekend.
Er is veelvuldig contact met partners uit de wijk om activiteiten te detecteren en bekend te maken bij de bezoekers van het buurtwerk. Flyers, folders en posters worden zichtbaar opgehangen in het wijkcentrum. Bezoekers zijn op de hoogte van activiteiten die in Deurne en omstreken plaatsvinden, en nemen de stap om zich te engageren en deel te nemen aan activiteiten van partners. •
De werking versterkt de netwerken van maatschappelijk kwetsbare mensen
Een grote diversiteit van bewoners neemt deel aan de ontmoeting- en vormingsactiviteiten en aan activiteiten van partners. Deze diversiteit slaat op leeftijd, klasse, etniciteit en geslacht. Vrijwilligers nemen verregaande verantwoordelijkheid op in het organiseren van het aanbod. De participatie situeert zich op verschillende niveaus: het uivoerende, het plannen en evalueren, maar ook de besluitvorming. De toegankelijkheid van het professionele aanbod voor kansengroepen wordt verhoogd en er is een wederzijdse versterking door de afstemming met het aanvullende vrijwilligersaanbod. Deelnemers aan de werking bouwen op een informele manier nieuwe netwerken uit. Voor bewoners uit maatschappelijk achtergestelde groepen zijn deze activiteiten belangrijk als
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
56
opstap naar activering, als mogelijkheid om steunende netwerken te verwerven en omwille van de veilige ruimte die ze bieden. De werking ademt de sfeer van vrijwilligerswerk uit en werkt activering in de hand. Het aanbod spreekt mensen aan op gezamenlijke interesse en doorbreekt op die manier de klassieke groepen van gelijkgezinden. De werking stimuleert naar ‘levenslang leren’. De samenwerking met professionele partners in het vormingswerk geeft een interessante kruisbestuiving tussen het professionele en het vrijwilligerscircuit. •
Buurtwerk organiseert kennismaking met de diverse groepen in de wijk door gezamenlijke activiteiten met partners en door inzet van vrijwilligers
Er is minstens één gezamenlijke activiteit per trimester (Lentepoets, cursistendag, afsluitfeest, vernissage van het sociaal artistiek deelproject GE KUNsT, inschrijvingsdag, feest van Den Tip, vrijwilligersfeest, Vila Cabral, kerstfeest, fakkeltocht wintervuur, musical Suske en Wiske). Door het organiseren van gezamenlijke activiteiten en door de inzet van vrijwilligers maken partners ook kennis met kwetsbare groepen.
F) Buurtwerk Kiel Samenlevingsopbouw Kiel Het Kiel is een wijk van uitersten. Op vele vlakken bestaan er verschillen tussen de wijk en de gemiddelden voor Antwerpen stad. Er wonen in de wijk meer jongeren, maar ook meer ouderen dan gemiddeld in de stad. 1 op 4 inwoners huurt een sociale woning. Het gaat dan voornamelijk over appartementen in blokken of hoogbouw. De sociale huisvesting heeft dan ook een grote impact op de wijk. Het Kiel is een duidelijk voorbeeld van een gesegregeerde omgeving. Zowel de etnische achtergrond als de sociale klasse zorgen voor breuklijnen. Voor een aantal bevolkingsgroepen bestaat er een intern draagvlak om het sociale isolement te doorbreken. Voor de vele bewoners is het echter ‘ieder voor zich’. Vooral de Marokkaanse gemeenschap is verdeeld en daardoor moeilijk te mobiliseren. De aanwezige organisaties in de wijk zijn in vele gevallen enkel gericht op een specifiek segment van de bevolking. Ontmoeting met anderen en het nastreven van de maatschappelijke mix staat bij de meeste organisaties niet op het programma. De segregatie uit zich ook binnen publieke ontmoetingsruimten: pleinen, lokalen ed worden geclaimd door bepaalde groepen. Binnen het afgebakende terrein van de wijk Kiel kiest het wijkteam en dus ook de buurtwerking 2 prioritaire deelbuurten waar de problemen zich concentreren. Deze keuze zorgt ervoor dat de personeelsinzet gebundeld kan worden en dat de focus ligt op het zwakste stuk van de wijk. Het team kiest als prioritaire vindplaats om bewoners te bereiken, zowel voor het buurtwerk als voor het a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Tegen eind 2007 staan al onze activiteiten open voor diversiteit in de zin van; allochtoonautochtoon, sociaal-economisch, gender, valide en mindervalide personen,…
Het jaar 2007 stond algemeen gezien in het teken van consolidatie van de werking in de nieuwe Nova infrastructuur. We pasten de bestaande activiteiten aan binnen het nieuwe samenwerkingsverband. Hierin zijn we vrij goed geslaagd. De ambitie om bij elke activiteit minstens een ¼ verhouding allochtoon/autochtoon te bereiken was echter te hoog gegrepen. Taal-ooR als activiteit is uiteraard het meest aangewezen om op een concrete manier te werken rond diversiteit. Telkens weer merken we dat deelnemers echt ‘deugd’ hebben aan deze dialoog in diversiteit. De namiddaggroep heeft een meer permanente samenstelling dan ’s avonds. In de eerste jaarhelft hebben we ervoor gekozen om Taal-ooR in te schakelen in het gemeenschapsproject ‘Downtown’ van voetbalclub Germinal Beerschot. We lieten de bijeenkomsten doorgaan in de lokalen van het Olympisch Stadion. De samenwerking was echter van korte duur door een te afgelegen ligging, geen meerwaarde qua infrastructuur, de voorkeur van deelnemers om terug te keren naar de ‘veilige haven’, zijnde het Nova Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
57
gebouw waar er meerdere linken naar andere activiteiten konden worden gelegd. Tenslotte merkten we dat de voortdurende verhuisbewegingen (De Bosschaertstraat – Nova – GBA) allesbehalve bevorderlijk waren voor het opzetten van een vaste groep. Nadien planden we de uitvoering van TaalooR op verplaatsing, op voorwaarde dat er een stevige groep zou ontstaan in de loop van het najaar. We stelden echter vast dat het aantal regelmatige deelnemers beperkt bleef tot een achttal personen, wisselend aangevuld met sporadische bezoekers. Daarnaast is het ook weer moeilijk om zo’n tijdelijke verplaatsing op een goede manier te communiceren. Dit plan werd dus om evidente redenen niet uitgevoerd: we vonden het belangrijker om een vast patroon te hanteren (uur, plaats, werkwijze, sfeer…). Naarmate het einde van het jaar naderde, heeft er zich een (h)echte groep gevormd met meer dynamiek, afwisseling, instroom,…Deze groep vond ook de weg naar andere activiteiten zoals buurtmaaltijden, T-Dansants, cultuurcafés,.. Het is niet altijd evident om verschillende smaken en stijlen van het doelpubliek tot een gezond evenwicht te brengen. Dit komt het duidelijkst tot uiting bij de organisatie van de buurtmaaltijden: we slagen er enkel in om een divers publiek aan te spreken indien voluit gekozen wordt voor een ‘exotisch’ menu, bij voorkeur met halal vlees. Op de klassieke Belgische keuken komen vooral buurtbewoners van autochtone origine af. Anderzijds beseffen we ook wel dat een intensievere toeleiding van onze kant, bijvoorbeeld via Taal-ooR, zeker zou leiden tot een verhoogde deelname van deze groep. Daarnaast stellen we wel vast dat in de loop van 2007 de belangstelling voor de buurtmaaltijd zowat verdubbeld is (van 25 naar 40 deelnemers), wat aantoont dat er wel degelijk belangstelling en behoefte is voor deze ontmoetingsmomenten. Het biedt trouwens ook aan vrijwilligers een uitgelezen kans om hun competenties te verhogen, aan te scherpen en op punt te stellen. De snackmomenten kennen een ‘kabbelend’ bestaan: een vrij vast publiek met dito gewoonten, zeker voor de tweewekelijkse croques namiddag. De zoete vrijdagnamiddag kent meer animo, een diverser publiek en geeft ook meer opportuniteiten tot afwisseling en uitbreiding. Zo werd een nieuwigheid geïntroduceerd, namelijk telkens de laatste vrijdag van de maand kunnen ook beignets worden verkregen. Het blijven momenten waarop je als werking voeling houdt met wat er leeft in de buurt, niet enkel door de verhalen van vaste bezoekers: dinsdag- en vrijdagnamiddag is er een vrije inloop in de Nova bar en plannen de werkers ook bewust korte contacten met buurtbewoners, (kandidaat)vrijwilligers, tot zelfs kleine werkvergaderingen met partnerorganisaties. Op die manier proberen we een open gebeuren te creëren waarbij iedereen zijn ei kan leggen. Meest in het oog springend op vlak van etnische en sociaal-economische diversiteit waren de vakantie uitstappen naar zee en het bezoek van de kerstmarkt in Düsseldorf. In een ongedwongen sfeer gingen we telkens met 40-50 mensen op stap. Via kleine ingrepen zoals puzzelopdrachtjes werden de deelnemers gestimuleerd om elkaar te ontmoeten. Het concept ‘culturele uitstap’ als middel om rond diversiteit te werken vond tevens ingang. Hier gaat het vooral over cultureel ‘sterkere’ deelnemers die iets zwakkere mensen mee op sleeptouw nemen. In de vrijwilligersraad is dit geëvolueerd tot een vast agendapunt. Divers maken van vrijwilligersgroep is in die zin geslaagd, dat de totale groep heel wat meer kleur heeft gekregen. Zowel de min of meer klassieke buurtwerkvrijwilliger (taken voornamelijk in ontmoetingsmomenten en animatie activiteiten, maandelijks verenigd in de vrijwilligersraad, vrijwilligers van Taal-ooR (namiddag en avond), de monitoren (meestal van vreemde origine) van het project GBA, de sporadische en spontane vrijwilligers (Turks, Chinees, Marokkaans van afkomst) die helpen in de keuken en bij grotere evenementen Ook hier weer de vaststelling dat de schotten tussen deze categorieën nog niet helemaal opgeheven zijn. Zo komen ze elkaar wel tegen bv tijdens een nieuwjaarsdrink, maar een gezamenlijk overlegmoment is er nog niet van gekomen. •
Tegen eind 2007 is ontmoeting en dialoog in de Nova een realiteit. Daarnaast worden stappen gezet om de leden van het Nova- platform mee te nemen in het diversiteitverhaal.
Een groot, mooi en architecturaal sterk gebouw zomaar open en toegankelijk maken voor diverse groepen, met aandacht voor de zwakkere, het is niet evident. Wat zeker goed loopt is dat een etnisch divers publiek over de vloer komt in het gebouw. We mogen echter niet te hoog van de toren blazen rond het daadwerkelijk gezamenlijk deelnemen aan activiteiten. Er is nog een weg af te leggen i.v.m. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
58
het opheffen van de segregatie, ook binnenshuis. Daar staat zeker tegenover dat Nova zich op korte tijd heeft ontpopt tot een centrum waar diversiteit in al zijn geledingen een plek krijgt. Positief was zeker de bestendiging van de werking van Nova overlegplatform, met aanwezigheid van zelforganisatie Afribel. Ook onze sterkste stedelijke partner in huis (Cultuurcentrum De Kern) laat duidelijk merken dat men dit overlegplatform in zijn waarde wil laten. De toekomst zal uitwijzen –en wij moeten dit mee bewaken- of de invulling van het aspect gemeenschapsvorming ook tot een daadwerkelijke inbreng in de programmering zal leiden. Boeiende evolutie was teven dat we als lokaal steunpunt opgenomen zijn in verschillende netwerken (vb rond de Gezinsdag, Welzijnsoverleg Zuidrand, Boekenkaravaan, project ‘Bijbuurten op het Kiel’ van Middelheim). •
De netwerken van maatschappelijk kwetsbare bewoners zijn uitgebreider en diverser
Er ontstonden nieuwe netwerkjes van vrienden/kennissen naar aanleiding van de ontmoetingsmomenten van buurtwerk (vb. een groepje bewoners Braemblokken, groepje van Zweedse wijk) Je merkt dat ze samen afspreken om deel te nemen aan buurtmaaltijden, T-dansants, cultuurcafés etcetera. Verschillende nieuwe zelforganisaties vonden de weg naar het Nova gebouw (Al Wiaam, Afghaans cultureel platform, werkingen rond Aids). Door de verantwoordelijkheid ivm gebruik van lokalen zoveel mogelijk bij hen zelf te leggen (via bv sleutelcontracten) bevorder je rechtstreeks het actieve burgerschap. •
Bewoners worden aangesproken op hun mogelijkheden om een engagement op te nemen. Eind 2007 heeft de basiswerking een procedure uitgewerkt waardoor de competenties van mensen op de juiste plek kunnen ontplooien.
Er is een nieuwe specifieke dynamiek ontwikkeld, stilaan groeit bij bewoners het besef dat Buurtwerk binnen Nova aanspreekbaar is voor de ‘gekste’ ideeën. Zo is de Oriëntaalse verwendag het resultaat van een spontane brainstorm tussen (vrouwelijke) deelnemers. Buurtwerk en Nova waren er direct voor gewonnen en ondersteunden dit unieke gebeuren ten volle. De uitgebreide bevraging van de buurt met medewerking van Hogeschool Antwerpen maakte de werkwijze ‘Buurtschatten’ wel bekend, maar door tijdsdruk en werklast slaagden we er niet in om hier alles uit te halen wat erin zat. Negatief aspect in het Buurtschatten verhaal, zeker als het gaat over doorgeven van talenten: je hebt als werking geen greep op didactische kwaliteiten van lesgevers, hierdoor verlies je soms deelnemers. Imagoproblemen zijn hier af en toe het gevolg van. Binnen het team werden dit soort evoluties op de voet gevolgd en procedures afgesproken. •
De Buurtwerking stimuleert de competentiebenadering bij partners en netwerken.
Onder stimulans en ervaring van het buurtwerk op de vorige locatie werd het werken vanuit competenties structureel overgenomen door de andere Culturele Centra van Antwerpen. De competentiebenadering wordt bevestigd en bestendigd in het werken met sleutelcontracten. De Nova coördinator is mee overtuigd van deze competentiebenadering. Dit uit zich in bv sleutelcontracten als symbool voor verantwoordelijkheid die bij actieve burgers wordt gelegd. In de sociaal-artistieke projecten ijverden we voor maximale inzet van competenties en voerden we actief mee promotie. Jammer was wel om dan bv vast te stellen dat de aan de theatergroep amper één Kielse jongere deelnam. •
De diversiteit aan bewoners in de prioritaire deelgebieden weerspiegelt zich in de aanwezigheid en deelname aan acties van het Buurtwerk én activiteiten binnen het Nova gebouw
50/50 verhouding is in grote lijnen gerealiseerd in het Nova gebouw als je alle activiteiten op een rijtje zet. Minder leuk is dat het er af en toe nog steeds gesegregeerd aan toe gaat.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
59
Positief was alvast dat in de programmatie van CC De Kern duidelijk de ambitie naar voor komt om de diversiteit van de wijk te laten terugkomen in het Nova gebouw. Al blijft het drempels verlagen voor zwakkere groepen een voortdurend aandachtspunt voor onze werking. Het was fijn om bij de ‘oudere’ generatie te merken dat die het meer en meer evident vindt dat er kleur in werking zit (beeld van de bange blanke oude man gerelativeerd). Afgezien van sporadische strubbelingen slaagde het netwerk rond Muziek in de Wijk er ook dit jaar weer in om 4 fijne feestjes op te zetten op het Alfons De Cockplein. In de organisatie van dit laatste is het buurtwerk een voorname partner. •
Het Nova platform is een structuur die ontmoeting en dialoog in diversiteit stimuleert
Deelname van zelforganisaties binnen Nova platform bleef in grote mate beperkt tot Afribel, sinds jaar en dag een partner van Buurtwerk. Toch meenden we het afgelopen jaar weerstand te ondervinden bij de soms weinig professionele manier van werken van Afribel binnen het Nova platform. De beeldvorming van sommigen wordt hierdoor bevestigd. De coachingspositie die we innamen binnen het KNIK-project (Knipoog aan de Nieuwe Kielenaar) bracht hier weinig soelaas. Het communicatiebeleid rond het Nova gebouw is niet goed verlopen. Er is nog steeds verwarring rond de identiteit ervan, de verspreiding van informatiedragers gebeurt niet gestructureerd, er is een spanning tussen de opgelegde ‘stadsstijl’ en de vraag naar originaliteit ter zake. Positief is echter wel dat de werking in het Nova gebouw door de ‘buitenwereld’ stilaan erkend wordt als de ontmoetingsplek bij uitstek op het Kiel waar in een pluralistische sfeer van verdraagzaamheid boeiende projecten en activiteiten doorgaan.
G) Buurtwerk Oud Berchem Samenlevingsopbouw Berchem Vereenzaming van alleenstaande buurtbewoners door gebrek aan netwerkvorming, dikwijls gecombineerd met of als gevolg van verscheidene persoonlijke problematieken op sociaal, financieel, familiaal, juridisch, psychologisch/psychiatrisch vlak is een belangrijke problematiek in Oud Berchem. Deze gecombineerde problematieken verzwaren met de jaren met een nadruk op psychiatrische problemen. De meeste vaste bezoekers van het buurtwerk leven van een vervangingsinkomen. Dit alles leidt tot isolatie want er zijn weinig plaatsen waar deze mensen naartoe kunnen. Er is een hechte Turkse gemeenschap in Berchem. De Marokkaanse gemeenschap is verdeeld en moeilijker te mobiliseren. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
het buurtwerk activeert bewoners om deel te nemen aan activiteiten van het buurtwerk
Het buurtcentrum bereikt een grote groep mensen uit de buurt. We kunnen rekenen op een dynamische kern van vrijwilligers. Het onthaal en de cafetaria die gerund worden door de buurtwerkster zijn de draaischijf van het centrum. Deelnemers aan activiteiten van het buurtwerk en de andere deelwerkingen ontmoeten elkaar in de cafetaria en tijdens de maaltijden van Bistro P. Er is een zeer nauwe uitwisseling tussen de deelnemers van het buurtwerk en het opbouwwerkproject Buurtverhalen. De turngroep is toegankelijk voor iedereen, zowel allochtone als autochtone vrouwen nemen eraan deel. •
bewoners worden aangesproken op hun mogelijkheden om engagement op te nemen
We hebben een vaste vrijwilligersploeg die de verschillende aspecten van het buurtwerk mee draaiende houden. Verder stimuleren we de buurtcentrumbezoekers om hun talenten te ontdekken en in te zetten. Veel buurtcentrumbezoekers nemen deel aan het sociaal-artistiek project. Vrijwilligers worden opgevolgd via gesprekjes tussendoor en vrijwilligersvergaderingen. Er wordt rekening
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
60
gehouden met hun bekommernissen, suggesties en vragen. Op die manier worden ze gesteund in het engagement dat ze aangaan. Ook tussendoor kunnen we rekenen op gemotiveerde hardwerkende vrijwilligers. Mensen die willen meewerken worden gestimuleerd. Gemotiveerde vrijwilligers doen ook aan toeleiding van bezoekers naar activiteiten of organisaties waar ze zelf aan deelnemen (vb. Open School, vzw Instuif…) •
de Taal-ooR bijeenkomsten en de sessies Conditie&Figuur worden ingebed in het buurtwerk
Oorspronkelijk waren de Taal-ooR- en Conditie&Figuur bijeenkomsten gestart vanuit het opbouwwerk maar vanaf september 2007 is er een nauw overleg met de nieuwe buurtwerkster in het kader van de overdracht. Op vraag van de deelnemers van Taal-ooR is er sinds september een uitbreiding naar de namiddag. Bij Taal-ooR (enkel voor vrouwen) hebben we een zeer grote verscheidenheid wat afkomst betreft. Dit stimuleert het praten in het Nederlands en zorgt voor veel verschillende standpunten en interessante discussies. Dit wordt door de vrouwen als zeer positief ervaren. Een nieuwe lichting vrijwilligers is zeer gemotiveerd en zorgt voor een nieuwe dynamiek. Er is een sfeer van openheid en wederzijdse interesse. Activiteiten vanuit het buurtwerk worden opengetrokken naar het publiek van Taal-ooR en vice versa, zodat niet alleen de (voornamelijk autochtone) vaste buurtcentrumbezoekers of de allochtone vrouwen mee deelnemen. Voorbeeld: musicalbezoek, bezoek aan Hasselt… Sinds het najaar van 2007 is de overdracht een feit. De buurtwerkster staat sindsdien in voor de promotie, het begeleiden van de vrijwilligers, het organiseren van vrijwilligersvergaderingen en het bijwonen van bijeenkomsten van de Werkgroep Taal-ooR. •
het buurtwerk leidt bewoners toe naar activiteiten van actoren in de wijk en andere deelwerkingen van Posthof
De nieuwe buurtwerkster werd ingewerkt en heeft zicht op de verschillende deelwerkingen en de actoren in de wijk. Buurtbewoners werden gemotiveerd om vrijwilligerswerk aan te gaan. Als er in huis geen mogelijkheid was tot vrijwilligerswerk werd mee gezocht naar een manier om extern vrijwilligerswerk te doen. Een aantal activiteiten werd eveneens op verplaatsing georganiseerd. Zo gaan de sessies Conditie&Figuur door in het cultuurcentrum waardoor de vrouwen ook daar een voet in huis hebben.
H) Project 28: Diversifeit Team Borgerhout Eén op vier bewoners van Antwerpen is allochtoon of van vreemde origine. In Oud Borgerhout Noord is 1 op 2 bewoners van vreemde origine, voornamelijk Marokkaanse afkomst. Het gaat om zo’n 7400 bewoners. Vele bewoners van allochtone afkomst zijn maatschappelijk kwetsbare bewoners. De werking van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad in Borgerhout Noord moet dan ook open en toegankelijk zijn voor deze bevolkingsgroep. In Oud Borgerhout Noord is El Wafa, een Marokkaanse zelforganisatie, actief en 2 moskeeën. Zij richten zich vooral op de eigen gemeenschap. Het Buurtwerk De Drei Pleintjes wordt als ontmoetingsplaats ervaren als een plaats voor autochtonen. In praktijk bereikt de meer interne werking vooral autochtonen met uitzondering van de activiteit Taal-ooR. Via deze activiteit worden allochtonen ook toe geleid naar andere activiteiten en vrijwilligerswerk maar beperkt. De werking wordt gedragen en vormgegeven door autochtone bewoners. De externe werking van Samenlevingsopbouw Borgerhout Noord in de vorm van o.m. Barbecue Terloplein, Bloembakkenactie, project Faraomieren en Sorteerstraat Groeningerplein bereikt heel wat Marokkaanse bewoners. De meest gemengde ontmoetingsplaats in de wijk is de markt op het Laar. Vaste gemengde ontmoetingsplaatsen in de wijk zijn beperkt aanwezig. Mensen uit de wijk leven naast elkaar maar niet met elkaar. We kunnen spreken over een multiculturele wijk, niet over intercultureel samenleven in de wijk. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
61
a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Het team heeft meerdere contacten gelegd met informele netwerken en losse bewoners in de wijk binnen de Marokkaanse gemeenschap maar ook binnen de autochtone gemeenschap.
Er werden nieuwe contacten gelegd met losse bewoners (autochtoon / allochtoon) die in omliggende straten woonden. Bestaande contacten werden intensiever. Dit vertaalde zich in samenwerking. Vaste bezoekers /deelnemers werken samen met nieuwe allochtone deelnemers. Onder andere vanuit het interne project Samen op Straat, deelnemers van Taal-ooR en De Drei Pleintjes vzw sloegen de handen in elkaar. •
Binnen de bestaande werking is de aandacht voor gemengde activiteiten verhoogd en voor activiteiten die de Marokkaanse bevolking beogen als doelgroep
In samenwerking met het interne project Samen op Straat en het buurtwerk werden het vuurfeest, de barbecue en de conversatiegroep Taal-ooR georganiseerd Daarnaast werden enkele activiteiten georganiseerd met het oog op ontmoeting/dialoog of participatie: -
-
•
Sorteerstraat: participatie stond hierbij voorop, evenals dialoog met het beleid. Hierin zijn we geslaagd. Via het aanspreken van eigen contacten kregen we op korte termijn een groep bijeen die rondom het plein woont en in de omliggende straten. Het ging hierbij om potentiële gebruikers van de sorteerstraat. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad begeleidde ook mee de gesprekken tussen de Marokkaanse bewoners en de milieudienst/kabinet. Het kabinet hield rekening met de opmerkingen. Zo werden eerst een aantal punten rond reukoverlast e.d. weggewerkt. Conversatiemomenten: De vraag van El Wafa tot gespreksmomenten met Belgische buren werd gekoppeld aan de vraag van de bewonersraad om het districtsakkoord te bespreken. Het districtsakkoord werd als instap gebruikt voor de gespreksmomenten. Inventarisatie en persoonlijke toelichting van knelpunten in de wijk (3 per persoon) en clustering Er is een band opgebouwd met organisaties en actieve bewoners uit de Marokkaanse gemeenschap.
Moskee Bilal merkt dat verschillende Marokkaanse bewoners niet bij het bestaande taalaanbod geraken in Antwerpen. Zij werkte vooraf met vrijwilligers om Nederlands aan te leren. Dit heeft voormaar ook nadelen. Daarom hoopten zij een officiële organisatie zo ver te krijgen om Nederlandse les te geven in lokalen die zij gratis ter beschikking stelt. Er werden verschillende bijeenkomsten georganiseerd tussen moskee Bilal, Huis van het Nederlands en Open School. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad werd hierin bijgestaan door de dienst wijkwerking van de stad Antwerpen. De bijeenkomsten leverden lijsten van geïnteresseerden voor Nederlandse les bij moskee Bilal en El Wafa. El Wafa nam de individuele hulpverlening op van Marokkaanse bewoners. Het sociaal infopunt werd opgestart in Borgerhout. Er werd gezorgd dat het SIP zich persoonlijk kwam voorstellen aan El Wafa. De knelpunten die El Wafa zag en ondervond, werden naar voren gebracht en besproken. De zelforganisatie poetst ook elk jaar mee met de Lentepoets. In 2007 kon dit door ondersteuning van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad uitgebreid worden naar verdeelpunt van bloembakken voor straten uit de omgeving die deelnemen aan de Lentepoets. •
Er is ruimte gecreëerd binnen de bestaande werking voor de betrokkenheid van Marokkaanse bewoners op de werking.
Dit werkdoel werd uitgewerkt in samenwerking met het buurtwerk Borgerhout Noord. De uitwerking hiervan vindt u hierboven.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
62
b) terugkoppeling naar projectdoelen Met het project is er verder gewerkt rond netwerken, opzetten van gemengde activiteiten, ondersteuning van activiteiten vanuit de Marokkaanse gemeenschap, ruimte creëren binnen de bestaande werking. Door het uiteengaan van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad en De Drei Pleintjes wijzigde hier de basissituatie. Tijdens de onderhandelingen doorliep het opbouwwerk wel een proces met vaste bezoekers en vrijwilligers. Dit gebeurde door enerzijds vele individuele gesprekken en anderzijds 8 werkgroepen waaronder één met de vaste vrijwilligers en bezoekers. De werkgroepen resulteerde in een nota met adviezen naar inrichting nieuw wijkcentrum van de Drei Pleintjes, adviezen voor nieuw onderkomen Samenlevingsopbouw Antwerpen stad : wat werkt drempelverlagend? en een inventarisatie rond noden en behoeften. Er werden ook nog enkele gemengde activiteiten georganiseerd waaraan vaste bezoekers en nieuwe deelnemers aan deelnemen: uitstap Bokrijk, Vuurfeest, barbecue. We zijn er in geslaagd om telkens nieuwe allochtone vrijwilligers toe te leiden. Er is door het team een bredere basis aan contacten gekomen met allochtonen. Er is een groter vertrouwen vanuit de gemeenschap gegroeid door de aandacht en specifieke inspanningen.
I)
Bijdrage van andere projecten
Met de project Uitbouw Geïntegreerde Wijkwerking: luik vorming: uitwerking pottentuin willen we het begrip buurtwerking verruimen naar plekken in de wijk, los van onze eigen infrastructuur waar we activiteiten/projecten opzetten waar mensen vanuit een interesse (in dit geval groenten kweken) met andere mensen contact maken. Door de werving zorgvuldig en op de juiste plaatsen te doen krijgen we een zeer diverse samengestelde groep. Dit geeft de mogelijkheid aan mensen om andere mensen die men niet vaak tegenkomt (niet-gelijk gezinden) toch te ontmoeten. Ze kunnen op deze plek fungeren als vrijwilliger gaande van sporadisch tot vaste vrijwilliger. Het is vanzelfsprekend dat het gebruik van eenzelfde ruimte (namelijk de tuin) stof geeft om onderhandelingen aan te gaan en conflicten uit te spreken.
J) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.1 De diversiteit in alle werkingen wordt bewaakt door vraaggericht te werken, in te spelen op de competenties van buurtbewoners, de diversiteit in de vrijwilligersploegen te stimuleren, actief te ondersteunen en door inspraakmomenten (individueel en in groep). Het concept van de werkingen zorgt ervoor dat de ontmoeting tussen gelijk en niet-gelijkgezinden op een spontane en informele manier ontstaat. Deze spontane ontmoeting wordt aangevuld door activiteiten zoals vorming, TaalooR, organisatie van feesten die mensen uit verschillende groepen samenbrengen rond een gezamenlijke interesse of belang. Op die manier wordt de onderlinge dialoog actiever gestimuleerd. Zowel buurtbewoners als huidige bezoekers worden overal en permanent gestimuleerd om zich te engageren in de eigen werking en de werking van andere organisaties. We maken dat engagement mogelijk door de vrijwilligersactiviteiten aan te passen aan de diverse capaciteiten van de potentiële vrijwilligers. Vrijwilligers worden actief gestimuleerd en ondersteund om het grootste stuk van de werking op zich te nemen. Door een diverse groep vrijwilligers mee te laten beslissen en te betrekken in de uitbouw van activiteiten moeten ze onderling onderhandelen over de verschillen in belangen om tot een aangepast aanbod te komen. Vrijwilligers doorlopen in dit kader ook duidelijk een leerproces. Alle buurtwerken bereiken op een actieve manier een grote groep maatschappelijk kwetsbare bewoners en werken daarmee actief aan het verhogen van hun participatie. Maatschappelijk kwetsbare groepen worden actief opgezocht via huisbezoeken, straatcontacten, aangepaste activiteiten (bvb. aandacht voor de prijs), samenwerking met andere diensten,… In de meeste buurtwerken weerspiegelen vrijwilligers en bezoekers de diversiteit in de wijk. In locaties waar het buurtwerk uitgebouwd in hetzelfde gebouw als andere partners bewaken we vanuit Samenlevingsopbouw sterk de toegankelijkheid voor maatschappelijk kwetsbare bewoners en de diversiteit. De infrastructuur van het buurtwerk biedt echter niet steeds de mogelijkheden om toegankelijk en aangepast te zijn aan de grote diversiteit aan bewoners in de wijk. In drie wijken was dat de aanzet om te zoeken naar een nieuwe en meer aangepaste infrastructuur. Daarnaast zijn in alle wijken succesvolle inspanningen gedaan om activiteiten te stimuleren en te organiseren op Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
63
diverse locaties in de wijk, door in te spelen op bestaande activiteiten van andere actoren en door samen te werken met andere actoren en diensten in de wijk. Op deze manier kan er beter ingespeeld worden op de uiteenlopende behoeften van wijkbewoners. De werking van het buurtwerk moet daarom veel ruimer gezien worden dan een interne werking, maar als een motor voor ontmoeting in diversiteit in de wijk.
Operationele doelstelling 3.2 A) Project 11: Talent Op Wieltjes Samenlevingsopbouw Deurne Het hele team in Deurne vertrekt vanuit dezelfde probleemanalyse van de wijk. Talent op Wieltjes speelt daarop in via het schakelen van mensen naar vrijwilligerswerk. Het project Talent Op Wieltjes wordt uitgewerkt op steunpuntniveau. De taken worden verdeeld in een gezamenlijk overleg tussen de buurtwerkers en de opbouwwerkers van het project Talent Op Wieltjes en het project Nieuw* in Deurne. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Maatschappelijk achtergestelde mensen worden ondersteund om hun competenties in te zetten in de wijk en om nieuwe competenties te ontwikkelen
Minstens 200 bewoners werden via de werking geactiveerd waaronder 50 nieuwe mensen. Hiervoor werd een batterij aan middelen ingezet: de verspreiding van een folder, de maandelijkse buurtkrant, de onthaaldagen, de aanwezigheid op feesten, de promomuur, de etalage, het internet, de afsprakenagenda, de nieuwe intakes. We merken vooral een (onderliggende)vraag naar vrijwilligerswerk/maatschappelijk engagement bij maatschappelijk achtergestelde mensen die meestal de ontmoetingsactiviteiten als eerste instap gebruiken. Schakelen naar bestaand vrijwilligerswerk is voor die groep bijzonder moeilijk vanwege de hoge verwachtingen en taakspanning. Daarom zijn nieuwe initiatieven, nieuwe vormen van vrijwilligerswerk/maatschappelijk engagement nodig. De sociaal artistieke praktijk (dit is de aansluiting met het deelproject GE KUNsT binnen het buurtwerk) biedt hier experimenteermogelijkheden. Ook de opdrachten die bij partners in groep uitgevoerd worden, bieden de nodige veiligheid. De grootste ‘afzetmarkt’ zijn de voorwaardenscheppende taken die nodig zijn om de werking draaiende te houden: toogdienst, klusjes, bussen en plooien van folders, praktische hulp bij feesten en kookactiviteiten, … Door mensen aan te spreken op hun talenten wordt de groep tegelijk versterkt in hun proces naar empowerment en geactiveerd. •
Actoren en beleid bevorderen de inzet van (maatschappelijk achtergestelde) mensen in Deurne en nemen initiatieven voor competentieversterking.
We benaderen het districtsbeleid op twee niveaus, die van de politiek en van de ambtenarij. In Deurne wordt ‘de verzuring’ als probleem door het district naar voor geschoven. Het project Talent Op Wieltjes kan hier op inspelen. Een aantal mensen binnen de ambtenarij en op het politieke niveau zien hier mogelijkheden. Er is dus een aanzet naar een vrijwilligersbeleid. Het aankaarten van de drempels voorzien we in 2008. In 2007 is hiervoor al materiaal verzameld. •
De werking is gekend in de wijk als aanspreekpunt en motor voor vrijwilligerswerk/actief burgerschap in Deurne
De werking is gekend als aanspreekpunt voor vrijwilligerswerk. Individuele bewoners vinden de weg of worden verwezen door partners. Maatschappelijk kwetsbare bewoners nemen vrijwilligerstaken op Bewoners ontwikkelen nieuwe vrijwilligersinitiatieven •
De competenties van mensen in multi- problem situaties zijn versterkt (tav de doelgroep) We schakelen maatschappelijk kwetsbare bewoners in als vrijwilliger.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
64
Door de nauwe samenwerking met de hulpverleners van ModeM kunnen mensen in multiprobleemsituaties op de juiste moment doorverwezen worden naar eventueel vrijwilligerswerk. Door hen in te zetten als vrijwilliger worden competenties versterkt die het hulpverleningsproces gunstig kunnen beïnvloeden. b) terugkoppeling naar de projectdoelen • •
Empowerment/activering: de mogelijkheden voor het inzetten van competenties van (maatschappelijk achtergestelde) mensen als vrijwilliger/actief burger in de wijk zijn vergroot. Ontmoeting en netwerken: er zijn meer mogelijkheden in de wijk voor niet-evidente en diverse ontmoetingen zodat mensen en diensten leren omgaan met diversiteit. Maatschappelijk achtergestelde mensen krijgen de kans om deel te nemen aan ontmoetingsactiviteiten, om ze zelf te ontwikkelen en hun netwerken te versterken.
Het project Talent op Wieltjes vergroot de informele en formele netwerken van een diverse groep bewoners met bijzondere aandacht voor maatschappelijke kwetsbaren. Zij stimuleren ontmoeting en dialoog in diversiteit. Bewoners worden aangesproken op hun mogelijkheden om zich in te zetten als vrijwilliger en om kansen te creëren in de wijk. De participatie van maatschappelijk kwetsbaren aan de samenleving wordt verhoogd.
B) Project 12: Buurtschatten Samenlevingsopbouw Antwerpen Noord Algemeen maatschappelijk gezien stellen we een verzuring vast onder de bevolking. Mensen zijn hun greep verlopen op hoe dingen lopen in de samenleving. De economische conjunctuur, de kennismaatschappij, het ondoorzichtige politieke bedrijf zorgen bij velen voor onbehagen met als gevolg een pessimistisch toekomstbeeld. Ook de internationale spanningen zijn geen ‘ver-van-mijnbedshow’ meer. In Antwerpen Noord, met een concentratie van grootstedelijke problematieken, tekent deze verzuring de dagelijkse realiteit scherp: onbegrip tussen autochtonen, allochtonen en nieuwkomers, botsingen tussen waarden en normenpatronen o.m. zichtbaar in het gebruik van de publieke ruimte, armoede, enzovoort. De overheid bleef niet afzijdig. Er kwamen wijkplannen, opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven, systemen om de communicatie en de dienstverlening tussen burger en beleid/overheid te optimaliseren. Toch is het zelfoplossende vermogen van de burgers wat weggesleten. Mensen verwachten alle heil van de overheid (het stadsbestuur). De overheid stelt zich vaak op als een manager die zijn burgers benadert als klanten van haar bedrijfseenheden. Gebrek aan betrokkenheid maakt nochtans afhankelijk en vaak ook bang, want men is overgeleverd aan de beslissingen die men elders neemt. Het overheidsoptreden werd bijgestuurd. In de stad Antwerpen kwamen er bv. initiatieven zoals Opsinjoren. Voorlopig leidde dit nog niet naar een situatie waarbij burgers het gevoel hebben dat ze ‘meer greep krijgen’ op zaken die zich afspelen in de wijk, laat staan tot meer tevredenheid. De aanpak die wij voorstaan, is gebaseerd op een visie die zich afzet tegen de probleembenadering van mensen en wijken. Met ‘buurtschatten’ willen we de wijk doen heropleven van ‘binnenuit’, rond domeinen die bewoners zelf aangeven en waarvoor ze eigen talenten en vaardigheden willen inzetten. Er worden koppelingen gemaakt en netwerken uitgebreid met andere bronnen in de wijk zoals organisaties, verenigingen, scholen, handelaars en ondernemingen. Ook de overheid kan participeren door bewonersinitiatieven te faciliteren en te assisteren en als het proces op gang komt door verantwoordelijkheden over te dragen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
65
a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Inventaris
Het ‘Doe-huis’ voorziet een breed instrumentarium voor de activering en ondersteuning van eigen initiatieven van bewoners: - Informatie en documentatiecentrum (basis info + info mbt actuele thema’s – vb. stemrecht niet EU burgers,…) - Ideeënbank; inspiratiebronnen; good practicals ;…(opgebouwd uit ervaringen van gevoerde projecten) - Vorming (op vraag of aansluitend op actualiteit; vb. politieke vorming n.a.v. verkiezingen) - Materialenbank (eigen aanbod+ aanbod van particulieren en van organisaties) - Beschikbare ruimtes en zalen voor vergaderingen, activiteiten, feesten, debatten, etc. (intern en extern) - Subsidiekaart (subsidiemogelijkheden + helpen opmaken van dossiers; opvolging en afsluiting) - Netwerk van ondersteuningsaanbod (juridische; financieel;…) - (tijdelijk) beheers- en juridisch kader voor projecten en acties. De afgelopen jaren verzamelden we al heel wat materiaal: cirkelkoffers, talentenblaadjes, subsidiekaft, tenten, barbecue, website,… In 2007 wilden we dit instrumentarium uitbreiden en op punt zetten zodat we dit kunnen aanbieden aan de gangmakers en bewoners. Hiervoor werd er een teamdag georganiseerd. Er bleven 2 vragen bovendrijven, ten eerste wat hebben we momenteel al aan voorzieningen en functies (onthaal, cafétaria) en omkadering (werkgroep “jatten en teloren”, het vrijwilligersteam) en hoe kunnen we dit inpassen in het buurtschatten concept?, ten tweede moet het Doe-huis zich in een andersoortige voorziening vertalen en hoe moet dit er dan uitzien?. Op de teamdag kwam de problematische situatie van de cafétaria sterk bovendrijven. We maakten daarom ook de afspraak om hier eerst werk van te maken. De idee was om een overleg te organiseren met partners van in en buiten het centrum o.m. CAW Metropool – woonbegeleiding en straathoekwerk. De bedoeling van dit overleg was om het concept en de functie van de cafétaria te herdefiniëren en dit alles operationeel te maken. We zagen 4 mogelijke oplossingspistes: - We maken er een activiteitenruimte van; waar mensen hun ding, hun activiteiten kunnen komen doen. De cafetaria is enkel open wanneer er een activiteit doorgaat binnen het kader van buurtschatten. Dus geen vrijblijvende permanentie meer. Het gaat over activiteiten die een actieve openheid hebben. - De cafetaria wordt een buurtschatten project. We zoeken vrijwilligers die de cafetaria willen openhouden en organisaties die belang hebben bij een cafetaria en die betrekken we erop om mee verantwoordelijkheid te nemen, zo leg je de cafetaria in handen van initiatiefnemers - Cafetaria als experimenteerruimte. Basisteam blijft enige verantwoordelijke van de cafetaria. - Geen cafetaria meer. We hebben de opdracht om ons bezig te houden met niet evidente ontmoetingen. We voelden druk van vooral welzijnsorganisaties om de cafetaria toch te behouden. In het najaar startte een eerste consultatieronde bij de partners die we meenden te kunnen betrekken voor de bepaling van het nieuwe concept. Het ging om Samik, CAW Metropool – NOVA woonbegeleiding, straathoekwerk,… Alle reageerden positief. Er komt nu een praktische werkgroep die voorstellen gaat doen. •
Campagne
De campagnegroep bestond uit een meerderheid van bewoners, een vertegenwoordiger van de private investeerders in het campagnefonds (Evens Stichting), een vertegenwoordiger van samenlevingsopbouw en een vertegenwoordiger van de overheid (Opsinjoren). De campagnegroep engageerde zich om de campagne buurtschatten uit te werken. Deze campagne houdt in dat we er naar streven om op één jaar tijd een dertigtal nieuwe buurtschatten projecten te ontwikkelen Aan de campagne en de campagnegroep koppelden we ook een campagnefonds. Een fonds van 30.000 € waarmee we de projecten ook financieel kunnen ondersteunen, als startkapitaal, zonder dat de initiatiefnemers een lange procedure moeten doorlopen vaak met strenge criteria.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
66
Om deze campagne uit te werken en te begeleiden deden we beroep op professionele mensen zowel interne medewerkers (Serge Spoelders) als externen (vzw Toolbox). Ook de website buurtschatten past binnen deze campagne. De website geeft een overzicht van de projecten en van de mensen achter de projecten (d.i. ook een PR instrument voor de projecten). Tevens is de website een elektronisch Doe-huis, bv. subsidieaanvragen, op het forum ontmoeten vraag en aanbod zich (materiaal, helpers, vaardigheden). De campagnegroep werkte een mix aan campagnehulpmiddelen uit zoals pins, stickers, spandoeken, enz. De planning voor de campagnegroep liep eigenlijk zoals gewenst. We ervaarden dat het niet zo gemakkelijk is om de leden van de campagnegroep samen te brengen. Daarom was het ook noodzakelijk om de groep uit te breiden van 10 naar 15 bewoners We deden dit eveneens om de verscheidenheid van de groep te vergroten. Momenteel is de groep qua samenstelling een goed afspiegeling van de samenstelling van de wijk. •
Samenbrengen van gangmakers in een sturend groepje.
Het doel was om een groep van mensen samen te brengen, die buurtschatten initiatieven lanceerden en voorstellen uitwerkten. Dit sturend groepje zou het concept van het Doe-huis meer vorm kunnen geven en criteria bepalen voor het campagnefonds. We zagen echter van dit idee af en maakten geen aparte groep gangmakers. We vonden dat de campagnegroep en de gangmakers op termijn kunnen samenvallen. Tegelijkertijd wilden we een ruime achterban opbouwen die we kunnen mobiliseren voor projecten van buurtschatters. Wanneer iemand in het kader van buurtschatten een actie uitwerkt en de andere buurtschatters kunnen dit mee onderschrijven staat het initiatief sterker. We hebben wel het draagvlak van de leden van de campagnegroep overschat. We merkten dat hun mobiliseringkracht voor het project buurtschatten gering is. We moeten nog uitzoeken hoe dit komt en wat we hier aan kunnen doen. Dat wordt een werkpunt voor de campagnegroep. •
Implicaties voor de organisatie van het buurt- en opbouwwerk.
We vergaderen nu in één team. De samenwerking en complementariteit tussen teamleden is hierdoor versterkt. Onze rol is in essentie ondersteunend en faciliterend. Hierdoor blijft het organisatorische aspect meer bij de initiatiefnemers (de bewoners). Buurtschatten acties en projecten blijven eigendom van de bewoners. Hierdoor verhoogt de betrokkenheid van de bewoners (actief burgerschap). •
Afronden en installeren
We organiseerden een startmoment van de campagne op 27 mei 2007. Dit startmoment ging door op het Stuivenbergplein. De campagnegroep organiseerde dit. Er waren ook werkgroepen met name programmatie en catering. Het startmoment begon met een stoet door de wijk waarin ook onze caravan mee reed. De lopende projecten Buurtschatten projecten werden voorgesteld. We lanceerden de oproep om nieuwe projecten in te dienen die dan ondersteuning konden krijgen van de opbouwwerkers en het campagnefonds. Verder had het startmoment alle ingrediënten van een buurtfeest: drank- en eetkraampjes, barbecue, optredens,… Er was een presentator die interviews afnam van buurtschatters en die mensen uit hun tent lokte om zelf ook initiatief te nemen. De activiteit verliep prima ondanks het minder gunstige weer. Op de activiteit bereikten we een driehonderdtal bewoners. Er waren een vijftigtal vrijwilligers op de been. We maakten ons achteraf wel de bedenking dat het buurtfeest te veel energie wegtrok van de inhoudelijke boodschap die we wilden meegeven. Over de startactiviteit werd er bericht in de Gazet van Antwerpen en op ATV. b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
•
Bewoners waarmee gewerkt is binnen het project, nemen meer verantwoordelijkheid op bij het tot stand brengen van veranderingen in de wijk. Deze veranderingen spelen zich op twee niveaus: persoonlijke veranderingen enerzijds maatschappelijke veranderingen anderzijds. Bewoners stellen zich minder afhankelijk op van diensten, organisaties en overheid. Actief burgerschap en het eigen initiatief staan centraal. Lokale partners zijn bereid hun ‘vermogen’ te koppelen aan de inzet van bewoners om problemen op te lossen. Of m.a.w. overheid, diensten, middenstand bijdragen bij tot de initiatieven van bewoners.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
67
•
De overheid erkent het burgerinitiatief als onderdeel van beleidsvoering en ondersteunt het waar nodig. De overheid participeert dus aan burgerinitiatieven. Een ander overheidsbeleid dus t.a.v. burgers en bewonersinitiatieven: we willen van bewonersparticipatie in overheidsbeleid naar overheidsparticipatie in burgerinitiatieven.
De overheid erkent het burgerinitiatief. Hier is ook zeer sterk op gewerkt ook door de coördinatie van samenlevingsopbouw o.m. op de werkgroep lokaal sociaal beleid. Dat kreeg een vervolg in de strategische en operationele vertaling van het bestuursakkoord. Lokale partners (diensten, organisaties, scholen) zijn bereid hun vermogen te koppelen. Dat blijkt uit hun inzet binnen de subprojecten. De nulmeting en effectmeting hebben we nog niet gedaan. Voor een nulmeting is het te laat, hiervoor zijn we al te lang bezig. Een effectmeting kunnen we nog wel doen. We zien twee niveaus: - Niveau van de projecten: bevraging van de deelnemers en de actoren die betrokken zijn. Ook doorvragen op wat de projecten bij de persoon zelf doen, dus enerzijds wat betekent dit project voor de samenleving en wat betekent dit project voor de persoon. - Niveau van de wijk: d.i. een bevraging naar de bekendheid van buurtschatten. We peilen eerst naar de concrete projecten en dan naar buurtschatten als concept. Voor de uitwerking van de effectmeting schakelden we een studente sociale pedagogiek in van KULeuven. Zij ontwierp een evaluatiemethodiek en een vragenlijst. Enkele proefinterviews werden nog door haar afgenomen in december 2007. De resultaten zijn nog niet verwerkt. Er zijn al enkele afspraken gemaakt over de projectenmarkt. Deze markt wordt het sluitstuk van de campagne buurtschatten in het najaar van 2008. Tot 2007 was buurtschatten nog een project van de organisatie zelf. We zijn dan gestart met campagnegroep. Deze bestaat momenteel uit een tiental bewoners. Om een continue werking te hebben moeten hier nog enkele mensen bijkomen. Deze campagnegroep is een sterk product omdat over de financiële middelen de bewoners zelf in grote mate beslissen. Dat in tegenstelling tot andere fondsen waar er over initiatieven wordt beslist door mensen die minder voeling hebben met de wijk. De campagnegroep en de moving spirits kunnen samenvallen. Vanuit de campagnegroep willen we wel regelmatiger alle initiatiefnemers samenbrengen om het groepsgevoel te versterken. De campagnegroep deed al het voorstel om een nieuwjaarsreceptie te organiseren rond de caravan. Het mag ook een inhoudelijke bijeenkomst zijn. De campagnegroep werd ook betrokken bij de planning van de campagnegroep zelf (in september). Verder zien we de campagnegroep (en de achterban van deze groep) ook als draagvlak om gepolitiseerde kwesties op de (beleids)agenda te zetten. Het mobiliseren van talenten en vaardigheden bij verbanden kan verbeteren. We hebben twee mogelijkheden, verbanden die we mobiliseren om zo gemakkelijker zwakke doelgroepen te bereiken zoals NOVA en Recht-Op en verbanden die we mobiliseren omwille van het verband op zich: scholen, vrouwenwerking. We maakten een planning en verdeling op die we gaan doen in 2008.
C) Project 13: Nieuw* in Deurne, Lokaal Onthaal Nieuwkomers Dit project is een samenwerking met De Acht Samenlevingsopbouw Deurne De context van de wijk Deurne Noord: in de wijken Kronenburg, Ten Eekhove en Conforta is er een grote toestroom van nieuwkomers, (gemiddeld 2500 à 4000 nieuwe gezinnen in geheel Deurne per 6 maanden). Dat brengt spanningen met zich mee in de wijk: gevestigde bewoners wijten de neergang van de wijk aan o.m. nieuwkomers. Sociaal isolement van nieuwkomers: veel nieuwkomers hebben weinig of éénzijdige contacten. Ze geven aan dat ze nood hebben aan een divers sociaal netwerk, omdat je door een sociaal netwerk makkelijker nieuwe mensen, diensten, structuren binnen de Belgische samenleving leert kennen. Het officiële onthaalbeleid: Project Integratie Nieuwkomers Antwerpen - PINA) heeft een aantal beperkingen:
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
68
Er zijn nieuwkomers die buiten het officiële onthaalbeleid vallen het onthaalbeleid in Antwerpen/Vlaanderen biedt een (primair) traject aan op professioneel en educatief vlak maar kan momenteel slechts een beperkt aanbod uitbouwen op het sociale vlak (wegens gebrek aan middelen), Nieuwkomers hebben een gebrek aan correcte informatie Dit heeft in veel gevallen tot gevolg dat die nieuwkomers in ernstige achterstellingsituaties terecht komen. a)acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De sociale contacten van nieuwkomers zijn toegenomen.
In het algemeen lag in 2007 door het deelproject ROM=mAn de klemtoon op Roma als nieuwkomers. Toch bleven andere nieuwkomers ook betrokken (via het luik Talent Op Wieltjes) en bleef er een continue instroom van nieuwkomers in de werking. Taal-ooR en Nederlandse les (die door het buurtwerk werden georganiseerd) waren belangrijke initiatieven om nieuwe mensen aan te trekken. Het draagt in grote mate bij tot sociale contacten van nieuwkomers. De actieve werving op de markt en aan scholen voor de inschrijvingsdag van het buurtwerk, droeg hiertoe eveneens bij. De geplande maandelijkse Taal-ooR in Dienstencentrum Kroneburg bleef voorlopig beperkt tot een eenmalige taal*oor waar we vooral Nederlandstaligen wierven wegens de reeds grote groep nieuwkomers. Door intensieve huisbezoeken bij Roma die we kenden van vroegere contacten, maar ook ‘nieuwe’ Roma die we via anderen en via de straathoekwerkers leerden kennen, betrokken we deze nieuwkomers bij het deelproject ROM=mAn en het buurtwerk. Hoewel het werken in groep (sociale contacten) moeizaam verliep en er hoofdzakelijk met individuen (huisbezoeken) gewerkt werd, kunnen we toch zeggen dat de deelnemende Roma hun sociaal netwerk uitbreidden: velen van hen leerden het buurtwerk kennen. Dit laatste in belangrijke mate via de uitstappen in de zomer (zoo en zee), maar ook door te helpen koken op de buurtmaaltijd en door een succesvolle bijeenkomst met Roma in het buurthuis. De voorstellingsmomenten van De Kast, een informatieve reizende tentoonstelling, groepeerden vele Roma (min. van 10 werd ruimschoots gehaald) én buurtbewoners, en dit in locaties en met mensen die voor hen nog onbekend waren. Een diverse groep van vrijwillige bewoners nam deel aan meer dan één maandelijkse groepsopdracht binnen het luik Talent Op Wieltjes. ‘Nieuwe’ Roma betrokken we echter bewust (nog) niet bij Talent Op Wieltjes, omdat we ze niet wilden overbevragen. Vele van hen namen reeds deel aan het deelproject ROM=mAn. Wel werden ongeveer 10 nieuwe vrijwilligers betrokken bij de groepsopdrachten, waarvan vooral nieuwkomers. Tijdens deze opdrachten kwamen zij met veel mensen in contact, hoewel dat hieruit niet meteen blijvende sociale contacten vloeiden. Deelnemen aan een opdracht vormt voor veel nieuwkomers wel een stimulans om aan nog meer activiteiten van het buurtwerk en de ruimere buurt deel te nemen, je ziet verschillende mensen ‘openbloeien’ en herhaaldelijk terugkomen. De mogelijkheid tot sociale contacten hangt van opdracht tot opdracht af. Waar vrijwilligers zonder onze begeleiding gaan helpen, is deze kans tot nieuwe mensen leren kennen veel groter: bv. Bosuil, Wintervuur, Deurne Druist, etc. Dit veronderstelt dat de organisatie hen onthaalt en begeleidt. Ook een meer dan behoorlijk aantal individueel geschakelde nieuwkomers werden als vaste vrijwilliger actief bij organisaties in de wijk. Hoewel dat een intensieve oriëntering vraagt, is het resultaat meestal een succes: de vrijwilliger is ingebed in de organisatie die hem/haar begeleidt en waar hij zijn sociaal netwerk uitbreidt, onafhankelijk van ons project. Onder deze vrijwilligers behoren eveneens mensen zonder wettig verblijf, waarbij het opviel dat vele organisaties open staan om met hen te werken ondanks de wettelijke beperkingen. Zowel organisatie als vrijwilliger zijn tevreden over deze wederzijdse kennismaking. Een aantal ‘nieuwe’ nieuwkomers namen deel aan activiteiten van het buurthuis, waarvan min. 5 ‘nieuwe’ Roma: taal*oor en Nederlandse les hadden een eigen werving via de inschrijvingsdag (waaraan enkele Roma van ROM=mAn ook deelnamen maar de meesten volgden al ergens Nederlandse les), de buurtmaaltijd blijft een laagdrempelige deelname aan het buurtwerk, waar nog een betere afstemming tussen kookploeg en ons project (of rechtstreeks de vrijwilligers) zou mogen om regelmatiger nieuwkomers op de kooklijst te hebben. Het contact tussen kok en buurtbewoners is niet groot maar toch creëert het een band, buurtbewoners appreciëren de vrijwillige inzet en de maaltijd van nieuwkomers. Ook aan de vrijwilligersraad namen nieuwkomers deel, waar zij in contact komen met andere buurtwerkvrijwilligers en andersom. De uitstappen in de zomer (zoo en zee) bleken het meest succesvol, met ook meer kans op sociale contacten met andere buurtbewoners.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
69
•
Nieuwkomers zijn groepsmatig geïnformeerd.
Het informatieluik binnen het project werd in 2007 minder uitgewerkt dan het sociale spoor. Het kwam aan bod doorheen de geplande activiteiten, maar er werd niets extra opgezet om (oa nieuwe) nieuwkomers te informeren. In ROM=mAn kwam informatie vooral indirect aan bod (huisbezoeken, voorstellingsmomenten. Het luik Talent op Wieltjes blijft wel een succesformule om op een zelfstandige manier informatie te vergaren. Een knelpunt hier is dat nieuwkomers die het meest informatie nodig hebben, wegens hun kwetsbare levenssituatie niet tot het luik Talent op Wieltjes geraken (vooral families). •
Nieuwkomers zijn betrokken bij de uitwerking van de experimenten.
De betrokkenheid van Roma bij het Roma-project was erg groot door de continue huisbezoeken waaruit we verhalen gebruikten voor De Kast. De bijdragen van Roma (zowel inhoudelijk als creatief) aan de opbouw van De Kast waren echter individueel, er werd niet in groep aan De Kast gewerkt. Dit omdat groepsbijeenkomsten moeizaam verliepen. Door ook de externe uitwerking van de inhoud in een educatief concept, in samenwerking met Barbara Rottiers en Tine van Lent, werd De Kast op zich geen eindproduct dat de Roma beschouwden als door henzelf gemaakt. Ze herkenden vooral wél de foto’s en enkele verhalen, waar het Nederlands dan weer een drempel vormde. Vertaling in hun eigen taal van de fiches werd overwogen maar vooral wegens tijdsgebrek niet gedaan. Het dichterbij brengen van het eindproduct bij de Roma was en blijft een uitdaging, maar de interactie met hen tijdens het proces is via een moeizame zoektocht (van hoofdzakelijk intensief individueel tot groepsactiviteiten in de rand van het project) gerealiseerd. Gepaste (groeps)werkvormen voor een inhoudelijke interactie blijft echter een uitdaging die intensief experimenteren vraagt. Verschillende nieuwkomers namen deel aan de vrijwilligersraad. Succesfactoren werden besproken bij de activiteiten. •
Belgische bewoners en allochtone oudkomers zijn ondersteund.
ROM=mAn bereikte via De Kast en via de voorstellingsmomenten Belgische bewoners. Vooral op de voorstellingsmomenten was er gelegenheid tot rechtstreeks contact, iets wat doorheen het proces niet gelukt is omdat de zoektocht naar het werken met Roma zelf heel intensief was. Wel zorgde ROM=mAn ook voor deelname aan het buurtwerk. Nieuwkomers en Belgische bewoners namen samen deel aan activiteiten van het buurtwerk en het luik rond Talent op Wieltjes. De uitwerking hiervan werd hierboven uitgeschreven. Taal*oor op verplaatsing (CD Kroneburg) was te beperkt (eenmalig) om een groot effect te hebben, maar bleek wel een succesvolle formule om bij te dragen tot het werkdoel. Zo worden immers nieuwe Nederlandstaligen bereikt en een constructief contact met nieuwkomers gerealiseerd. b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
Nieuwkomers worden goed onthaald in de wijk Deurne-Noord. Een goed onthaal zorgt ervoor dat nieuwkomers voldoende geïnformeerd zijn en een divers sociaal netwerk hebben.
Met de nadruk dit werkjaar op het deelproject ROM=man, werd er vooral gewerkt aan sociale netwerken van nieuwkomers en minder aan het informatieluik. Groepsbijeenkomsten met Roma verliepen immers moeilijk en door de intensiviteit van dit project met deze specifieke groep nieuwkomers, was er weinig ruimte voor experimenten ivm informatie mbt andere nieuwkomers. Mbt informatie heeft het betrekken van Roma bij het project en zo het buurtwerk, verschillende diensten etc wel bijgedragen tot een betere oriëntering van Roma in de wijk. Door de focus op ROM=man werden vooral Roma en in mindere mate andere nieuwkomers benaderd dit jaar. Het luik Talent op Wieltjes bleef echter wel continu doorlopen en bereikte andere nieuwkomers (die zo zowel sociale contacten als informatie uitbreidden). •
Er is een goede structuur in de wijk Deurne-Noord waardoor nieuwkomers permanent geïnformeerd worden en ondersteund worden in de uitbouw van een sociaal netwerk.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
70
Door het intensief werken met de nieuwkomers (ROM=mAn), kwam het structurele luik minder aan bod. Er werd echter wel het initiatief genomen verschillende diensten die met problemen van Roma geconfronteerd werden, samen te brengen. Na een overleg met Straathoekwerk vloeide dit uit in een project i.s.m. het OCMW. Vanuit de stuurgroep van ROM=mAn kan bekeken worden hoe onze deelname hieraan gaat zijn. De diverse samenwerkingsverbanden van ROM=mAn met organisaties uit de wijk (oa de voorstellingsmomenten etc) zorgden bij hen wél voor een betere bekendheid van nieuwkomers (Roma). Ook De Kast zelf als educatief materiaal zorgt hiervoor. Het luik rond Talent op Wieltjes besteedde in 2007 relatief veel aandacht aan de contacten met de gastorganisaties (toer bij de organisaties, verspreiding van vernieuwt PR-materiaal, info over wetgeving voor organisaties). Zij vormen een deel van de structuur in de wijk die voor info en sociaal netwerk van nieuwkomers zorgt. In 2008 wordt dit nog explicieter gemaakt in de Ronde Tafel. •
Er is een methodiek uitgetest en beschreven rond het lokaal onthalen van nieuwkomers in Deurne-Noord.
Gedurende het hele jaar werd verder gewerkt aan het uitschrijven van de methodiek ‘lokaal onthaal nieuwkomers’. De Acht vzw werkt deze momenteel af. De experimenten lopen nog steeds verder, waar in 2008 de afronding centraal staat opdat de successen door het buurt- en opbouwwerk kunnen overgenomen worden.
D) Project 7: Geïntegreerde Wijkwerking: luik vorming, uitwerking Pottentuin Samenlevingsopbouw Deurne Vormingsinstellingen, culturele centra, dienstencentra… bereiken in hun vormingsaanbod beperkt of helemaal niet specifieke doelgroepen zoals allochtonen, kansarmen Belgen. Nochtans stellen we vanuit de praktijk van het buurt- en opbouwwerk vast dat gemeenschappelijke interesses delen, samen iets bijleren of samen iets doen een lage drempel is om onderlinge contacten en netwerken uit te bouwen en specifieke doelgroepen te bereiken. Vorming volgen of iets bijleren is een middel om het informele ontmoeten te stimuleren en om mogelijkheden te scheppen zodat mensen vrijblijvende netwerken kunnen uitbouwen. Door iets bij te leren dat in het dagdagelijks leven nuttig en bruikbaar is, vergroten de kansen op deelname aan de maatschappij. Vorming zorgt ervoor dat mensen meer zelfvertrouwen krijgen en hun zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Zowel Belgen als allochtonen of nieuwkomers hebben dikwijls een negatief beeld van elkaar. Dit wordt gevoed door negatieve ervaringen in de dagelijkse praktijk of steunt dikwijls op vooroordelen. Dit wederzijds negatieve imago pakken wij aan door op zoek te gaan naar talenten en competenties van een zeer divers publiek zowel allochtonen/autochtonen en jong/oud en kansrijk en kansarm. We spreken hen aan om deze talenten, competenties door te geven aan anderen. Dit gebruiken we als middel om aan sociale cohesie te werken. Door beroep te doen op het sociaal kapitaal in wijken en buurten creëren we een draagvlak om te werken aan gemeenschapsvorming. Bewoners worden niet aangesproken op hun etniciteit maar wel op hun talent, hun capaciteiten. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Dit project draagt bij tot het versterken van het sociaal weefsel in de wijk
We zijn ervan overtuigd dat projecten als de pottentuin hun meerwaarde hebben om het sociaal weefsel in de wijk te verstevigen. Twee jaar ervaring leert ons dat. 30 verschillende mensen (oud/jong, arm/rijk, allochtoon/autochtoon) kweekten groenten in één tuin. De tuin werd opengehouden door tuincoaches. Tijdens deze momenten waren mensen welkom in de tuin en kon men informeel raad vragen en babbeltjes doen met andere tuinierders. Daarom dat we kozen voor een verzelfstandiging van het project. De eerste vanzelfsprekende partner waar we het project wilden ankeren was het OCMW dienstencentrum kronenburg dat naast de pottentuin gelegen is. De opbouwwerker en de centrumleider van het dienstencentrum hebben in het begin van 2007 goede afspraken gemaakt. De start van het nieuwe seizoen van de tuin hebben ze samen gedragen, met nog veel inspanning van de opbouwwerker. Doorheen het jaar heeft de centrumleider veel meer taken opgenomen, zodat het project eind 2007 volledig overgedragen kon Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
71
worden naar het dienstencentrum. Er werd eveneens een buurtcontract waarmee Manus buurtbeheerbedrijf, Opsinjoren en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad zich verbinden om elks hun steentje bij te dragen aan de werking van de pottentuin. •
Verhogen van participatie aan het sociaal-culturele aanbod in de wijk
We hebben geen sociaal artistiek project ingediend rond de pottentuin, omdat we al onze pijlen wilden richten op de inkapseling van de pottentuin in de werking van het dienstencentrum. •
Dit project activeert verschillende partners met een vormende taak
We hebben ervoor gekozen om de inhoudelijke sessie van de tuincoaches in handen te geven van vormingplus. De uitdaging dit jaar was om bij de tuincoaches zelf een leerproces op gang te brengen rond ‘ik als vrijwilliger in de pottentuin(grenzen trekken, communicatie rond problemen in de tuin, …)’, ‘ik en de ander’ (omgaan met frustraties, omgaan met conflicten, jong/oud, allochtoon/autochtoon… ) en hoe de buurt betrekken (buurtfeesten, … ). Deze sessies kenden een groot succes. Het is voor 2008 duidelijk dat het OCMW geld wil geven om dit leertraject te verlengen. Daarnaast hebben we niet alleen partners met een vormingstaak gemobiliseerd om dit project over te nemen. Via het buurtcontract van Opsinjoren hebben laatstgenoemden samen met OCMW dienstencentrum, Manus buurtbeheerbedrijf en bewoners ‘vrienden van de pottentuin’ en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad een contract getekend zodat de financiële logistieke omkadering gegarandeerd blijft en ook de diversiteit van de pottentuintuinders. b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
De basiswerking van Deurne Noord vergroot de informele en formele netwerken van een diverse groep bewoners met bijzondere aandacht voor maatschappelijke kwetsbaren. Zij stimuleren ontmoeting en dialoog in diversiteit. Bewoners worden aangesproken op hun mogelijkheden om zich in te zetten als vrijwilliger en om kansen te creëren in de wijk. De participatie van maatschappelijk kwetsbaren aan de samenleving wordt verhoogd in het bijzonder op het vlak van maatschappelijke dienstverlening.
De verzelfstandiging van het project besluit dit project op een succesvolle manier. Met de pottentuin wilden we het begrip buurtwerking verruimen naar plekken in de wijk, los van onze eigen infrastructuur waar we activiteiten/projecten opzetten waar mensen vanuit een interesse (in dit geval groenten kweken) met andere mensen contact maken. Door de werving zorgvuldig en op de juiste plaatsen te doen krijgen we een zeer diverse samengestelde groep. Dit geeft de mogelijkheid aan mensen om andere mensen die men niet vaak tegenkomt (niet-gelijk gezinden) toch te ontmoeten. Ze kunnen op deze plek fungeren als vrijwilliger gaande van sporadisch tot vaste vrijwilliger. Het is vanzelfsprekend dat het gebruik van eenzelfde ruimte (namelijk de tuin) stof geeft om onderhandelingen aan te gaan en conflicten uit te spreken.
Projecten 33, 34 en 35: Marokkaans Spoor Onderwijs, District & Wijkacties, Taal & Vorming Samenlevingsopbouw Borgerhout De participatie van Marokkaanse bewoners aan de lokale samenleving is beperkt in Borgerhout. Dit heeft volgens het team te maken met zes elementen: zwakke socio-economische positie, gebrek aan kennis en informatie, gebrek aan vaardigheden, een zwak zelfbeeld, kleine en informele netwerken, instellingen en organisaties die soms onvoldoende toegankelijk/aangepast zijn aan de doelgroep. Op basis van mogelijkheden, noden en processen die al bezig zijn, is er in dit project gekozen om de participatie van Marokkaanse bewoners te verhogen rond drie thema’s namelijk onderwijs, district en wijkactiviteiten, taal en vorming. Binnen elk van de thema’s willen we de competentie van de deelnemers verhogen, de bewoners activeren niet alleen rond het thema maar ook rond andere interessen, netwerken uitbreiden tav andere bewoners en diensten en Marokkaanse bewoners in gesprek brengen met diensten/district.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
72
We hopen dat de verhoging van kennis en competentie enerzijds en de verhoging van kennis en begrip van de noden en drempels van Marokkaanse bewoners bij diensten anderzijds kan leiden tot een verhoging van de participatie en een meer aangepaste dienstverlening/beleid. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoel: onderwijs •
Marokkaanse ouders verwoorden vragen, een mening, bezorgdheden over het onderwijs. Zij gaan hierover in gesprek met elkaar in het Nederlands. Zij verwerven de nodige kennis over het onderwijssysteem. Marokkaanse ouders formuleren hun bezorgdheden, vragen,aan de scholen en gaan hierover in gesprek met de directies van scholen in Borgerhout. Marokkaanse ouders werken samen met de Borgerhoutse scholen en andere partners aan een betere informatiedoorstroming met betrekking tot de schoolloopbaan van de kinderen en het algemeen onderwijssysteem, het afstemmen van wederzijdse verwachtingen, het aanpakken van vooroordelen. De samenwerking resulteert in een praktisch toepasbaar instrument dat ruim wordt bekendgemaakt en wordt toegepast in het nieuwe schooljaar.
De bevragingen van de verschillende oudergroepen bracht de vragen en zorgen van de ouders met betrekking tot onderwijs aan het licht. Een groep taalsterke moeders (stuurgroep) is twee keer samengekomen om zich dieper te buigen over de opgelijste problemen en maakt de keuze om met de directies de dialoog aan te gaan rond ‘communicatie tussen ouders en scholen’. In het spijbeloverleg gaven de directies te kennen dat zij zich willen engageren om met de vertegenwoordigers van de verschillende oudergroepen rond een betere communicatie en de relatie ouders - school te werken. Het feit dat we een gezamenlijke zorg rond de relatie ouders - school bij ouders én scholen hebben kunnen blootleggen maakt dat beide zich willen engageren in het project. Het betrekken van de andere oudergroepen vanuit de zelforganisaties verloopt moeizaam. De contacten verliepen lang via het team onderwijs van De Acht vzw. Zij konden moeilijk concrete afspraken maken met de verantwoordelijken waardoor er nog geen terugkoppelingsactiviteiten hebben plaatsgevonden binnen de oudergroepen. •
Samen met de moeders van Marokkaanse kinderen creëren we een aanbod huiswerkbegeleiding in Borgerhout. Dit als tegemoetkoming aan de nood aan extra ondersteuning van allochtone kinderen bij het doorlopen van hun schoolloopbaan. In samenwerking met andere partners wordt een zelfstandig draaiende huiswerkbegeleiding gerealiseerd
De huistaakbegeleiding wordt gecoördineerd door twee vrouwen van de vrouwenwerking en de gezinsbond. Zes leerlingen van IMS worden in het kader van de GIP(geïntegreerde proef) ingezet als vaste vrijwilligers. Tweewekelijks gaat er huistaakbegeleiding door in IMS. Een twintigtal kinderen zijn ingeschreven. De moeders van de kinderen worden vanuit de coördinatie betrokken bij het onderwijsproject. •
Er is een vrouwengroep opgestart in Borgerhout Noord. Zij verwoorden vragen, een mening, bezorgdheden, kansen en gevaren, positieve en negatieve punten over onderwijs. Zij gaan hierover in gesprek met elkaar in het Nederlands. Zij verwerven de nodige kennis die gepaard gaat met dit onderwerp. Vrouwen verwoorden andere behoeften /noden/leervragen. Zij verwerven de kennis van het bestaande aanbod en kiezen uit het aanbod. Zij bespreken – indien relevant- hun ervaringen achteraf in groep. Twee vrouwen leren vertegenwoordiging op te nemen en standpunten te verdedigen. Vrouwen leren diensten kennen die verband houden met onderwijs.
De bereikte vrouwen komen doorgaans uit traditionele gezinnen. Dit uit zich o.m. in hun meningen rond onderwijs, hoofddoek, opvoeding jongens/meisjes, … In totaal zijn er 18 verschillende vrouwen bereikt, allen van Marokkaanse afkomst. Zo’n 10 vrouwen hiervan zijn meer dan één keer reeds gekomen. Een deel van de vrouwen komt duidelijk voor het oefenen van hun Nederlands. Het gaat hierbij om jonge nieuwkomers (met jonge kinderen) en de oudere eerste generatie (met tieners en volwassen kinderen). De meer wisselende groep zijn vrouwen van de tweede generatie die meer komen omwille van het onderwerp. Zeven thema’s rond onderwijs: besproken thema’s zijn - Communicatie school – leerling - ouders Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
73
-
Huiswerk, kennismaking initiatieven naschoolse begeleiding in Borgerhout Vooroordelen in het onderwijs (2x) Meerdaagse uitstappen, opmaak vragenlijst voor gesprek met directeurs Rapport/schoolreglement Systeem van middelbaar onderwijs Voorlezen inventariseren van leervragen.
De werving verloopt moeizaam. Op de markt was er veel interesse maar we boekten geen concrete resultaten. Werving is wel gelukt via moskee Kebdana. Er werden 25 vrouwen aangesproken. Vier vrouwen komen sindsdien naar de bijeenkomst. Via de zelforganisaties Bilal en El Wafa is het nog niet gelukt. Hier zijn er geen rechtstreekse contacten geweest met vrouwen. De gesprekken zijn gedaan met mannelijke sleutelfiguren die de flyers uitdelen. Twee vrouwen namen contact op met het project na een artikel in de buurtkrant. Zij komen sindsdien op regelmatige basis. Huisbezoeken blijken voor de opvolging van contacten een goede maar intensieve methode. Twee vrouwen zijn sterk genoeg in het Nederlands en kunnen ons inziens zo’n vertegenwoordiging aan. Deze vrouwen stemden in maar hebben toch afgehaakt. Een vrouw kreeg werk, bij de andere is er geen concrete reden opgegeven. Er is een geslaagde toeleiding gebeurt naar de naschoolse begeleiding. De vrouwen toeleiden naar activiteiten van het buurtwerk (uitstap Mechelen) is niet geslaagd. Redenen hiervoor waren de kostprijs, de taaldrempel en het feit dat het om een gemengde activiteit ging. b) terugkoppeling naar de projectdoelen: onderwijs • • • • • •
De competentie (kennis, informatie en vaardigheden) van Marokkaanse bewoners uit de wijk om de participeren aan het onderwijs in de lokale samenleving wordt verhoogd. Marokkaanse bewoners worden geactiveerd om te participeren aan het onderwijs. De netwerken van Marokkaanse mannen en vrouwen worden uitgebreid. De gesprekken tussen Marokkaanse bewoners uit de wijk en directeurs van de plaatselijke scholen; hebben geleid tot een beter begrip van elkaar, realistischere verwachtingen en een meer aangepast aanbod.
Scholen en ouders hebben stappen gezet om de dialoog met elkaar aan te gaan en te werken aan een beter begrip van elkaar, realistischere verwachtingen en een meer aangepast aanbod. Marokkaanse bewoners worden geactiveerd om te participeren aan het onderwijs. De competentie (kennis rond onderwijs, informatie over onder meer naschoolse begeleiding en vaardigheden meer concreet het formuleren van hun mening en vragen in het Nederlands) van een groep Marokkaanse vrouwen uit de wijk om de participeren aan het onderwijs in de lokale samenleving wordt verhoogd. De verslagen van de bijeenkomsten werden telkens doorgegeven aan de werksters die zich specifiek bezighouden met de stuurgroep rond onderwijs. Zo participeren de vrouwen onrechtstreeks mee aan dit onderdeel rond onderwijs. De netwerken van deze vrouwen werden uitgebreid. De meeste vrouwen die deelnemen zitten in een beperkt netwerk. Zij kenden binnen de groep hoogstens één of twee andere vrouwen. c) acties en activiteiten gekoppeld aan projectdoelen: district • • •
De competentie (kennis, informatie en vaardigheden) van Marokkaanse bewoners uit de wijk om te participeren aan wijkactiviteiten/district in de lokale samenleving wordt verhoogd. Marokkaanse bewoners worden geactiveerd om te participeren aan de lokale samenleving. De netwerken van Marokkaanse mannen en vrouwen worden uitgebreid.
Actie Vinçotteplein: de bewonerswerkgroep Vinçotteplein was evenwichtig gemengd samengesteld uit Vlaamse en Marokkaanse bewoners (voor iedere groep telkens een 10-tal bewoners), die allen hun inbreng hadden.Allen onderschreven mee de gezamenlijk opgestelde platformnota die daarna door Vlaamse en Marokkaanse bewoners bij het beleid verdedigd werd.De stedelijke overheid heeft Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
74
volledig overeenkomstig de verlangens van de bewoners, de plannen voor de heraanleg van het plein hertekend, en aanpassingen doorgevoerd betreffende de geplande sociale nieuwbouw. Er was op het einde van de actie een grote tevredenheid bij alle betrokkenen voor de behaalde resulaten. De actiegroep was de actie rond het Vinçotteplein gunstig genegen maar de vertegenwoordiging op de inspraakvergadering lukte niet. Wel is er ondersteuning gegeven aan El Wafa om tot een deelname aan de verenigingenmarkt te komen. Deze deelname beschouwen we ook als een positieve actie omdat de vereniging naar buiten treed met zijn activiteiten waaronder de actiegroep/gespreksmomenten. Met enkele leden van El wafa is er een werkgroep opgezet om alles door te praten. De stand werd mee opgebouwd en er was een werker aanwezig op markt. De actiegroep bakende 2 thema’s af waarrond zij in 2008 een positieve actie wil voeren: verkeer en burencontact. Deze acties zijn onder meer gekozen omdat ze de mogelijkheid garanderen om samenwerking aan te gaan met verschillende actieve groepen in de wijk. De diensten van het district tot betrekking het thema komen aan bod. Enkele leden van de bewonersraad nemen actief deel aan de actiegroep. De actiegroep wordt als een gezamenlijk initiatief gezien van El Wafa, bewonersraad en samenlevingsopbouw. Door deze deelname ondersteunen zij en werken zij mee aan de positieve acties van de actiegroep. Leden van de bewonersraad die niet actief deelnemen aan de actiegroep, volgen deze op maar engageren zich wel om de acties mee te ondersteunen. Er werd een Open Deurdag gepland in moskee Bilal. De vooropgestelde doelen werden niet gehaald, daar de verbouwingswerken aan de lokalen vertraging hadden opgelopen. De Open Deurdag werd om die reden uitgesteld naar voorjaar 2008. Vlaamse buurtbewoners hebben deelgenomen aan de Iftarmaaltijd die georganiseerd werd door verschillende zelforganisaties in Borgerhout Zuid. Het opbouwwerk heeft ondersteuning gegeven door: organisatie van de voorbereidende werkvergadering, vervullen formaliteiten voor aanvraag subsidies, ondersteuning bij opmaak affiches en programma. In totaal hebben een 50 & 60 bewoners (voor de helft autochtoon, helft islamiet) deel genomen aan de Iftarmaaltijd. In Borgerhout Noord organiseerde El wafa een Iftar als open activiteit voor de buurt. Vlaamse buurtbewoners hebben deelgenomen aan deze maaltijd. Het opbouwwerk maar vooral ook El Wafa zelf heeft autochtone bewoners uitgenodigd en toegeleid. Sinds oktober komt er maandelijks een gemengde groep autochtone en Marokkaanse bewoners bijeen. In totaal gaat het om 23 personen waarvan 6 autochtonen en 17 bewoners van Marokkaanse afkomst. De verhouding van ¼ autochtoon tegenover ¾ allochtoon wordt hierbij mooi benaderd. De bewonersraad is in september een laatste keer apart bijeengekomen. Door de afscheiding met de bewonersorganisatie De Drei Pleintjes zijn verschillende vaste personen afgehaakt. De overgebleven personen nemen nu deel aan de gespreksmomenten of volgen ze op afstand op met de keuze om ingezet te worden bij de acties. De bewonersraad koos ervoor om tijdelijk op te gaan in de werkvorm van de gespreksmomenten met El wafa. Van vertegenwoordiging op de bewonersraad is dus geen sprake. •
De samenwerking tussen Marokkaanse bewoners uit de wijk en District / actieve actoren (bewonersgroepen, diensten,..) hebben geleid tot een beter begrip van elkaar, realistischere verwachtingen en een vlotere samenwerking.
Het project Marokkaans Spoor loopt tot en met einde 2008. De doelstelling om Marokkaanse bewoners en District / actieve actoren samen te brengen wordt verder uitgewerkt in 2008 d) acties en activiteiten gekoppeld aan projectdoelen: taal en vorming •
Via Zelforganisaties & moskeeverenigingen in Borgerhout Noord & Zuid zijn er hanteerbare kanalen om systematisch info en vorming te organiseren naar Marokkaanse mannen, zodat ze geactiveerd worden m.b.t. thema’s die hun participatie aan de lokale samenleving vergroten, zoals o.a. met betrekking tot: verwerven Nederlandse taal, problemen t.a.v. energievoorzieningen, opvoedingsondersteuning, …. Specifieke problemen en/of thema’s die van belang zijn voor de Marokkaanse gemeenschap en in het vormingsspoor naar voor
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
75
komen, worden doorgespeeld naar partners, of organisaties & diensten die op deze thematiek betrokken zijn, of worden meegenomen als mogelijk onderwerp voor nieuwe projectvorming in het nieuwe meerjarenplan. Het project Marokkaans Spoor loopt tot en met einde 2008. Bovenstaande doelstelling wordt verder uitgewerkt in 2008 •
Mensen van El Wafa en moskee Bilal, die te kennen gaven Nederlands te willen leren, schrijven zich effectief in voor de Nederlandse les, al dan niet georganiseerd in de wijk (moskee…), of elders in de stad. Drempels bij Marokkaanse bewoners tav het volgen van Nederlandse lessen en het blijven volgen van lessen worden in kaart gebracht.Open School zorgt voor een laagdrempelige toegang tot de Nederlandse lessen, door de organisatie van de lessen in de wijk, of door extra begeleiding van cursisten naar een lesplaats elders in de stad.Drempels bij Marokkaanse bewoners tav het volgen van Nederlandse lessen en het blijven volgen van lessen worden aangekaart door Marokkaanse bewoners bij taalorganisaties en er wordt samen naar oplossingen gezocht.
Er werd overleg gepleegd met moskee Bilal over de vraag van bezoekers om Nederlandse lessen plaatselijk te organiseren. De vraag werd besproken met de stedelijke wijkwerking Open School / Huis van Nederlands en de voorzitter van Bilal: Open School weigerde wegens de vrees een voorkeursbehandeling ten opzicht van andere moskees te installeren. Er werd nadien overlegt met UMIVA om een experiment in moskee Bilal te laten doorgaan zonder dat andere moskees dit ook bij hen verwachten. Dit resulteerde in een schriftelijke akkoordverklaring van UMIVA om een experiment in moskee Bilal te laten doorgaan zonder dat andere moskees ook deze dienstverlening op zouden eisen. Uiteindelijk is Open School / Huis van het Nederlands toch niet akkoord gegaan wegens budgettaire redenen. Een procedure werd onderhandeld om de drempel bij het centrale taalaanbod te verlagen. Het zelfde overleg werd gevoerd met zelforganisatie El Wafa om hun mensen plaatselijk Nederlandse lessen aan te bieden, de kandidaten werden meegenomen op de kandidaatslijst van moskee Bilal.
E) Bijdrage vanuit andere projecten en het buurtwerk De projecten bewonersondersteuning in sociale huisvesting van zowel Antwerpen Noord, Linkeroever als Kiel dragen eveneens een steentje bij aan operationele doelstelling 3.2. In ieder van deze projecten werden in 2007 vrijwilligers ondersteund om taken op te nemen om de leefbaarheid in de blokkan te verhogen. De ondersteuning naar vrijwilligerswerk creëerde een netwerk in de blokken. In het buurtwerk staan heel wat activiteiten in het teken van het creëren en versterken van (informele) netwerken. Door de vraaggerichte, diverse programmatie komt er een divers publiek naar de activiteiten en wordt het informeel netwerk verruimd en gevarieerd. Door het koppelen aan andere actoren in functie van activiteiten worden de formele netwerken uitgebreid.
F) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.2 In het project Talent op Wieltjes zijn de netwerken van de leden van de bereikte doelgroepen aantoonbaar groter geworden en meer divers samengesteld. De impact daarvan op de maatschappelijke positie van de leden van de doelgroep is beschreven. Het bereiken van maatschappelijke kwetsbaren is een belangrijke uitdaging voor het project Buurtschatten. We gaan er van uit dat iedereen competenties heeft en dus activeerbaar is om zich in te zetten voor de buurt en om zelf zaken te realiseren die hen aanbelangen. Verder ligt er een belangrijke uitdaging in de herdefiniëring van de cafétaria als laagdrempelige ontmoetingsplek. In 2008 gaan we de kansengroepen intensiever benaderen zowel individueel als via het netwerk (zelforganisaties, toeleiders). De projecten die we uitwerken binnen buurtschatten zijn zeer divers waardoor we ook een zeer divers publiek bereiken. Voorlopig kennen de buurtschatters elkaar nog onvoldoende waardoor ze geen zicht hebben op het geheel aan verbeteringen in de wijk dankzij hun projecten. Daar gaan we aan werken. Zo zullen we de buurtschatters een eerste keer samenbrengen tijdens de nieuwjaarsreceptie in januari 2008 (idee van de campagnegroep). Met buurtschatten Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
76
werken we zeer sterk op het verbetering van de leefkwaliteit. We hebben ook projecten die zeer beleidsbeïnvloedend zijn. Twee voorbeelden: vanuit buurtschatten hebben we er mee voor gezorgd dat de pleingroep van het De Coninckplein aan de burgemeester en een drietal schepenen hun verhaal konden gaan vertellen over het de Coninckplein. Tot nu toe luisterde de burgemeester en de schepenen vooral naar de bewonersgroep De Bilzen en kregen zij een éénzijdige kijk op het plein en de omgeving. Onder impuls van een bewoonster bracht buurtschatten straatverantwoordelijken, vertegenwoordigers van bewonersgroepen, de drughulpverlening (privé en stedelijke initiatieven) samen rond de problematiek van achtergelaten drugspuiten op het openbare domein. Het resultaat was een reeks (voorstellen) maatregelen van vorming tot een bezoek aan een drugsgebruikerruimte in Nederland met voor- en tegenstanders. Buurtschatten is heel mobiliserend t.a.v. diensten en organisaties. Er wordt voortdurend gekoppeld. Doordat de projecten zo verschillend zijn, zijn de samenwerkingsverbanden ook zeer divers: scholen, stedelijke ontmoetingscentra, bewonersgroepen, dienst wijkwerking, allochtone (zelf)organisaties, culturele organisaties,… We zorgen hierdoor ook dat kansengroepen bekend worden bij (en aansluiting vinden) deze organisaties. Een voorbeeld: we zijn met een ploegje kansarme vrijwilligers tenten gaan opbouwen voor het feest van 10 jaar theatergezelschap Luxemburg. Zowel de netwerken van nieuwkomers als die van Belgen en allochtone oudkomers zijn uitgebreid. In die zin droeg het project Nieuw* in Deurne op verschillende manieren bij tot deze operationele doelstelling. Het eindproduct van ROM=man en de verhoogde deelname (en zichtbaarheid) van Roma aan het buurtwerk, wilden eveneens een bijdrage aan de solidariteit van tussen deze diverse groepen in de buurt. Aan de structurele aspecten van de operationele doelstellingen werd echter minder bijgedragen, zij het onrechtstreeks via het verhoogt contact met een aantal diensten . Het project Pottentuin als uitwerking van het vormingsluik van het ruimere project naar een geïntegreerde wijkwerking werkt aan deze doelstelling mee via de permanenties in de tuin, via georganiseerde nevenactiviteiten (barbecue, openingsfeesten, recepties, …) en vergaderingen (vrienden van de pottentuin, tuincoach vergaderingen) kunnen mensen op verschillende manieren met elkaar in contact komen. Mensen komen andere mensen tegen : mensen die niet in dezelfde buurt wonen of juist wel, mensen die uit hetzelfde moederland komen of juist niet, mensen die oud zijn of jong zijn, … Door de werving, de brede openingsuren, de zo goed als geen financiële inbreng van de deelnemers, inspelen op interesse van mensen (groenten kweken), ruimte bieden in een wijk waar er bijna geen publieke ruimte meer is, geven we kwetsbare doelgroepen de kans om in hun leefomgeving aan een positief project mee te werken, waar zij zelf mee vorm aan kunnen geven.
Operationele doelstelling 3.3 A) Project 16: Samen op Straat Team Samen op Straat Het project Samen op Straat werkt in vier Antwerpse wijken. Naast Antwerpen Noord, Hoboken en Zurenborg werd er in 2007 een nieuwe werking gestart in Borgerhout. In het kader van Marokkaanse jongeren (2de generatie) en vaders (1ste generatie) speelt de migratiegeschiedenis een belangrijke rol in de identiteitsvorming. Door een verschil in de mate van deelname aan de nieuwe samenleving ontstaat er een onevenwicht, dat de gekende rollen en de gezinshiërarchie verzwakt. Het gevolg is dat het jongeren ontbreekt aan rolmodellen en identiteitsfiguren. Teleurstellingen in de samenleving en het gevoel thuis de controle te verliezen bezorgt vaders het gevoel dat het migratieproces mislukte. Het ontbreekt hen dan ook aan de veerkracht om opgroeiende pubers op te voeden in een wereld die nog niet de hunne is. Daarnaast wordt identiteitsvorming beïnvloed door het groepslidmaatschap. Dit proces zien we vooral bij ouders die in België geboren zijn (2de generatie) en hun kinderen (3de generaties). Daarbij is het interessant te weten dat mensen hun sociale omgeving spontaan in groepen indelen (sociale categorisatie). (On)bewust wordt aan iedere groep prototype karakteristieken toegekend. Deze prototype karakteristieken zijn vaak maatschappelijk gedeeld. Ze komen terug in de media, in reclame, in literatuur en cultuur… Doordat iemand lid is van een bepaalde groep, neemt hij/zij de geijkte kenmerken van die groep over als persoonskenmerken. Het groepsprototype speelt bijgevolg een belangrijke rol speelt in het zelfbeeld, het zelfvertrouwen én het gedrag van iemand. Uiteraard Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
77
behoort iemand steeds tot meer dan één groep. Etnische afkomst neemt echter een erg belangrijke plek in, in de verwerving van sociale identiteit van allochtonen. Dit komt omdat de gemeenschap vaak gedeelde ervaringen heeft, men ver van het thuisland is en hieraan probeert vast te houden, de maatschappelijk zwakke positie en het behoren tot een minderheidsgroep versterkt de verbondenheid. Uit het voorgaande blijken de moeilijkheden in de identiteitsvorming bij allochtone jongeren en vaders. Wetende dat een sterke identiteit een voorwaarde is om tot een positief zelfbeeld te komen en bijgevolg ook tot de weg maatschappelijk succes, werken we met het project Samen op Straat via het principe van Bonding en Bridging. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen • • • • • • • •
• • • • •
In 4 wijken wordt het project Samen op Straat uitgevoerd: In Antwerpen Noord, Zurenborg, Hoboken en Borgerhout Noord Overlastproblemen worden pro-actief opgespoord, bespreekbaar gemaakt en aangepakt. De ouders worden versterkt in hun ouderrol. Buurtbewoners zoeken contact met jongeren, om problemen te voorkomen en op te lossen, om zo de leefbaarheid van de buurt te verbeteren. We brengen volwassenen bij elkaar in een netwerk. Ze nemen vrijwillig een rol op om contact te leggen met jongeren. We ondersteunen de sleutelfiguren uit de buurt ondersteunen en versterken hen via vorming. We werken op de randvoorwaarden. We bieden – indien nodig - laagdrempelige en aangepaste hulpverlening aan de doelgroep. We geven deze signalen door aan het team maatschappelijke dienstverlening. We stimuleren sleutelfiguren om te solliciteren op jobs waar ze hun rol als sleutelfiguur kunnen uitspelen. We zoeken lokalen en materiaal We investeren in een vrije tijdsaanbod We stimuleren de laagdrempeligheid van ontmoetingsplaatsen voor jongeren en ouders en buurtbewoners (CDW, Kelderke, Dienstencentra, moskeeverenigingen….). We enten daar onze vrijwilligers op. We onderhouden een netwerk met actoren in de buurt en zetten samenwerkingsverbanden op (buurtregie, buurtsport, doelgroepregie, districten, Kids….) We geven signalen door naar andere actoren en het beleid.
In 2007 startte Samen op Straat met een werking in Borgerhout. Een kern van vaders uit de buurt werd samengebracht tijdens vrijwilligersoverleg momenten om het project te evalueren en te sturen. Dit waren voornamelijk leden van de vzw Kebdana en de vzw Beit El Koraan. Beide voorzitters van deze verenigingen namen zeer actief deel aan het project en stelden hun contacten ter beschikking om het project ingang te doen krijgen in de buurt. Deze verenigingen zijn vooral begaan met de identiteitsontwikkeling bij tweede en derde generatie jongeren uit de migratie. Voor het project was dit een goede aanleiding om ook de discussie aan te gaan over de relatie tussen ouders en kinderen en hun leefomgeving. Vrij snel werden er activiteiten opgezet voor jongeren en ouders. In bijlage vindt u een overzicht. Met de vzw Yes (voormalig Jong El Wafa Borgerhout) werd een samenwerking aangegaan. Deze groep van actieve jongeren uit de buurt had nood aan ondersteuning bij de organisatie van activiteiten en vorming: gaande van de wekelijkse zaalvoetbal tot vormingsuitstappen naar Gembloux, toneelstukken, filmvoorstellingen en lezingen. Bij de zoektocht naar een geschikte locatie in de buurt hebben we ook een samenwerking opgezet met jeugdhuis Kids. Hier werd een eerste filmvoorstelling opgezet met de film “Le Grand Voyage”. Hier was een grote groep van jongeren aanwezig. De lokalen van Kids bleken uitermate geschikt door hun bekendheid bij deze jongeren en door het laagdrempelig karakter. Het project Samen op Straat trachtte de link te maken tussen jongeren en ouders. Hierbij bleek de locatie van Kids niet geschikt. De uitgenodigde vaders zijn niet naar de filmvoorstelling gekomen omwille van de locatie. Het binnengaan in een jeugdhuis bleek niet evident. Dit versterkte onze overtuiging dat we op zoek moesten gaan naar een neutrale ontmoetingsplaats waar beide groepen zich goed voelden en met elkaar in interactie konden gaan. Na een zoektocht in de wijk kwamen we uit bij een groot lokaal in de Kwekerijstraat. Dit lokaal werd gebruikt door een tienerwerking die op termijn de activiteiten ging staken. Na overleg met de betrokkenen leek het ons nuttig om dit lokaal over te nemen en uit te bouwen tot een geschikte activiteitenruimte voor jong en oud. Na wat kleine aanpassingen konden we dit lokaal gebruiken voor de startactiviteit en de wekelijkse vrijwilligersvergaderingen. Het bood voldoende neutraliteit en bekendheid om zowel de jongeren als de ouders te betrekken. De uitbouw van dit lokaal en het
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
78
aanbod worden op dit moment herbekeken omwille van de onduidelijkheid over de verderzetting van het project in Borgerhout. De nood aan een locatie voor de buurtvaders en de jongeren blijft echter. In Antwerpen Noord werd hard gewerkt om de ontmoetingsruimte in de Kelder van Centrum De Wijk tot een goed werkende ruimte te maken. Hiervoor werden naar de opbouwwerkers ook heel wat vrijwilligers ingezet. Het uitwerken van de ontmoetingsruimte ’t Kelderke en personeelswissels in het team maakte dat de werking in Hoboken in 2007 minder werd opgevolgd dat verleden jaar. Voor 2008 werd extra ruimte voorzien in een degelijke heropstart. Het minder intensief opvolgen van de werking in Hoboken door de opbouwwerkers heeft echter nagenoeg geen effect gehad op de opkomst van vrijwilligers. In Zurenborg werd in 2007 de focus gelegd op de aansluiting van Samen op Straat met het OCMW dienstencentrum. Meer dan in het verleden werden er in 2007 wijkoverstijgende activiteiten georganiseerd. Het bleek telkens een groot succes. Niet enkel omdat de groepen uit eenzelfde wijk hechter werden of omdat het de leefwereld van deelnemers verruimde. Het deed het project groeien tot een groter geheel. b) terugkoppeling naar projectdoelen •
•
• • •
In de buurten waar Samen op Straat actief is, is de overlast van Marokkaanse jongeren op publieke ruimten, verminderd. De jongeren en de buurtbewoners hebben meer respect voor de omgeving en voor elkaar. In de buurten waar Samen op Straat actief is, zijn er netwerken tussen vaders (+ oudere broers), jongeren en actoren in de wijk. Deze netwerken vergroten de vertrouwensband tussen jongeren en vaders (+ oudere broers). De netwerken zijn zichtbaar aanwezig in de omgeving en aanspreekbaar voor andere buurtbewoners. In de buurten waar Samen op Straat actief is, nemen Marokkaanse jongeren meer deel aan het bestaande vrije tijdsaanbod. De drempels in het vrije tijdsaanbod zijn gesignaleerd aan de bevoegde diensten en actoren. Samen op Straat heeft een signaalfunctie tav de doelgroepregie van de stad, neemt deel aan de overlegmomenten en geeft de nodige informatie om het werk van doelgroepregie mee richting te geven.
Ieder van bovenstaande projectdoelen zitten integraal in de werkingen van Samen op Straat in de vier wijken. De uitwerking hiervan werd in het bovenstaande deel opgenomen. In 2007 is de werking van Samen op Straat nauwer dan voordien verbonden aan de andere projecten van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. Onder meer in Borgerhout en Antwerpen Noord, maar ook het team Wonen werkte nauw samen met Samen op Straat.
B) Project 17: Buurtbetrokkenheid Gezonde Buurt Actie Samenlevingsopbouw Kiel Er is segregatie onder de bevolkingsgroepen op het Kiel. Vooral de Marokkaanse gemeenschap is afzijdig of moeilijk tot participatie en samenwerking met derden te mobiliseren. Vele van hun minderjarigen lijden aan perspectiefloosheid. Op straten en pleintjes doen zich conflictjes voor. Daarbij blijkt uit het gedrag van jongeren en kinderen van allochtone – vooral Marokkaanse – origine een gebrek aan respect en wellevendheid. Deze jongeren en kinderen worden eveneens geconfronteerd met gedrag van anderen waaruit gebrek aan respect en wellevendheid blijkt tegenover hen. Groepjes jongeren en kinderen claimen de openbare ruimte in hun omgeving. Maar ook dan blijkt daar geregeld gebrek aan respect voor de materiele omgeving en de overige gebruikers. De ‘leefkwaliteit’ op het openbare domein staat daarmee onder druk. Op de parking van het voetbalstadion Germinal Beerschot Antwerpen (GBA) komen diverse groepen gebruikers. Bij omwonenden leeft de vrees dat dit tot onleefbaarheid zal leiden. Geregeld staan effectief diverse kinderen, overige gebruikers en omwonenden tegenover elkaar. Daarbij misdragen herkenbare individuele kinderen zich, maar is er eveneens een versterkend effect op dat ‘wangedrag’ van de groep Het gaat over een 20-tal jongens en meisjes van allochtone origine (Marokkaans, exJoegoslavisch , …) op een totaal van een honderdtal bezoekers.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
79
Anno 2007 zijn op vlak van vrije tijd en sport nog niet alle pijnpunten weggewerkt. We komen van de situatie waarin ondanks de aanwezige open ruimte in de gehele buurt, er vele drempels blijven, die maken dat achtergestelde groepen geen gebruik kunnen maken van verschillende faciliteiten: de materiële (te duur) en mentale (racisme) ontoegankelijkheid van sportclubs, overbezetting van sportinfrastructuur, lage zichtbaarheid van clubs en hoge deelname van niet-Kielenaars. Het gebruik van pleintjes of openbare ruimtes door diverse bevolkingsgroepen, leidt daarnaast al snel tot de gekende conflicten rond overlast. Er is hierin een positieve evolutie o.a. door het project Buurtbetrokkenheid GBA, in samenwerking met diverse partners, maar dat is nog niet geconsolideerd. Omwonenden van GBA vrezen dat dingen uit de hand lopen indien de “extra pleinanimatie GBA” op woensdagnamiddag zou stoppen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Consolidering van de ‘Extra pleinanimatie GBA’ mét monitorenwerking van jonge vrijwilligers uit de wijk. De verworven goeie sociale omgang onder gebruikers en omwonenden blijft.
Jongeren uit de buurt die zich inzetten als vrijwillige monitoren zijn versterkt in hun competenties en maatschappelijke positie om geweldloos en met goede sociale omgang een actief open houding aan te nemen en zorgzaam te reageren tijdens de geprogrammeerde animatie op woensdagnamiddag, en ook daarbuiten. In 2007 waren er een vijftiental monitoren, waarvan er eind 2007 nog 12 regelmatig actief zijn. Elf van hen zijn jongeren, waarvan er 9 uit de omgeving van het Kiel zijn. Eén van de monitoren is een vijfenvijfigjarige voetbaltrainer. Zij zijn allen versterkt in hun competenties. Zowat de helft van hen participeert nu ook aan activiteiten buiten de extra pleinanimatie GBA, waar onder in de Nova. Kinderen hebben geweldloze modellen gezien en nagebootst om zich in het algemeen respectvoller en meer sociaal aanvaardbaar te kunnen handhaven in een goeie sociale omgang met andere gebruikers en omwonenden. Deelnemende kinderen zijn effectief akkoord met de gedragsregels die gehanteerd worden door de monitoren en de organisatie. De deelnemertjes van de voetbaltrainingen hebben dit ‘onderschreven’ bij hun inschrijving. Overtredingen worden o.a. spontaan door de kinderen gemeld. Daar wordt dan ook onmiddellijk aan verholpen door de monitoren. Kinderen helpen ook mee het spel- en sportmateriaal te verzamelen op het einde van een animatiemoment, hoewel er af en toe flink ‘gezocht’ moet worden, en er in totaal dit jaar drie of vier ballen zijn ‘verdwenen’. Rond mei – juni was er volgens Germinal Beerschot (GB) hinderlijk gedrag gemeld nabij hun gebouwen. Dit is naast de afzonderlijke parking. De verdenking van vandalisme ruste op jonge parkinggebruikers. Daarom sloot GB de poort. Nadat het opbouwwerk hierover vragen had gesteld en nadere toelichting had verkregen werd ook hier aandacht aan besteed. Zowel omwonenden als spelende kinderen betreurden het wegvallen van de doorgang, met verminderde sociale controle tot gevolg. Het opbouwwerk heeft hier ook aandacht en remediërende interventies verzorgd, met de monitoren en partnerorganisaties. Hierdoor was er na de zomer geen probleem meer en werd de poort opnieuw open gelaten door GB. Volwassenen reageren constructief t.a.v. pleingebruikers en het beleid. Ze steunen de monitoren. Enkele begeleiden ook zelf hun kinderen en stimuleren ze tot samenspel. Via via worden alle grote en kleine problemen gemeld en opgevolgd: via bewoners of afgevaardigden van de LAR, naar het opbouwwerk of naar andere partners, of rechtstreeks naar GB of de LAR, en naar het stadskantoor. Volwassen gebruikers en omwonenden hebben voldoende relevante sociale positie verworven om verantwoordelijk te kunnen reageren ten aanzien van wat ze zien gebeuren. Ze kennen, niet allemaal, de mogelijkheid om zich tot het meldpunt (stadskantoor) te wenden, maar slagen er dan wel in via een ander kanaal te reageren. De goede sociale omgang onder gebruikers en omwonenden is behouden. De programmatie en het overleg onder partnerorganisaties is structureel verankerd in het maandelijkse JOKI overleg. •
Consolidering van de toegankelijkheid voor onze doelgroep van de open voetbaltrainingen: Behoud van het in de marge van BB GBA uitgebouwde aanbod voetbaltraining i.s.m. Germinal Beerschot Downtown
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
80
In 2007 startte GB Downtown. Een project in het kader van het ‘Open Stadion Fonds’. Onze samenwerking heeft er toe bijgedragen dat kinderen uit de buurt tweewekelijks recreatieve trainingen konden bijwonen bij GB Downtown, op de Wilrijkse Pleinen. Dit is tijdens het nieuwe voetbalseizoen zomer 2007 verder gezet. Dit loopt in een nieuwe versie (wekelijks) ook door in 2008. Ouders zijn meer betrokken, maar nog niet dermate georganiseerd dat ze bijdragen aan de noodzakelijke begeleiding van de groep voetballende kinderen naar de Wilrijkse Pleinen. Er wordt hieraan verder gewerkt in het kader van het nieuwe project Marokkaanse mannen. Intussen werd immers – mede onder invloed van Marokkaanse vaders – de animatie op de parking GBA uitgebreid tot een wekelijkse voetbaltraining onder leiding van de senior monitor trainer. Dit functioneert als een drempelverlaging voor de (jonge) kinderen, die kunnen doorstromen naar de Wilrijkse Pleinen. Intussen verzorgen monitoren de begeleiding naar de Wilrijse Pleinen. Er is overleg geweest met twee brede scholen over deelname aan de Downtown voetbaltrainingen. Eén heeft niet meegedaan. De andere heeft in 2007 een eigen ploeg zesdeklassers gehad waar kinderen uit die school aan participeerden. Kinderen die op de GBA parking deelname maar niet in die school les volgden konden niet aansluiten bij de schoolgroep. Downtown blijft investeren in buurtkinderen: voor de recreatieve trainingen, voor het bijwonen van wedstrijden van het eerste elftal en voor de verzekering van deze kinderen en hun begeleiders. Ook in hun ouders wordt geïnvesteerd als ze een begeleiderrol opnemen. Ouders worden daartoe specifiek aangezocht door het opbouwwerk. Er is uitwisseling en samenwerking met Mankracht & zonen. Dit onderdeel van het project was ook relevant voor de projectvoorbereiding Marokkaanse mannen. Er wordt in het nieuwe project Marokkaanse mannen in 2008 met deze link verder gewerkt. Partnerorganisatie Pleinontwikkeling begeleid ook kinderen bij Downtown, maar die kinderen komen uit Wilrijk. KIDS neemt niet meer deel aan de trainingen bij Downtown. Het project Mankracht & Zn van De 8 eindigt in 2008, dus hier zit geen perspectief in voor overdracht aan één van deze partijen. Aan Buurtsport Antwerpen is er een overleg gevraagd om uit te zoeken hoe de voetbalwerking Wilrijkse Pleinen en Parking GBA kunnen worden bestendigd zonder verdere opbouwwerkinbreng (opbouwwerkinbreng: nu vanuit project BB GBA, op termijn vanuit project Marokkaanse mannen). •
Er is een snelle feedback van de bevoegde diensten op vragen en tussenkomsten van gebruikers die zich zorgzaam inzetten voor GBA. Er is een structureel overleg tussen diensten, betrokken organisaties en afgevaardigden van groepen bewoners of gebruikers van GBA.
Door ‘bemiddeling’ & toedoen van het opbouwwerk is er een afgevaardigde van Buurtgroep ’t Scharnier mee opgenomen in de LAR. Er zijn nu drie bewoners die een buurt en twee georganiseerde buurtgroepen vertegenwoordigen de LAR. Aangezien in de praktijk de contactgroep niet meer samenkomt is een afvaardiging daarin niet van toepassing. De vragen en opmerkingen van bewoners of gebruikers vinden hun weg via de afgevaardigden in de LAR, of via partnerorganisaties in het JOKI (w.o. Pleinontwikkeling) of rechtstreeks via het stadskantoor. Marokkaanse mannen die deze kanalen niet voldoende kennen vinden ook nog een kanaal via het opbouwwerkproject Marokkaanse mannen. Er is een schriftelijk document (enquête) waarin de buurtbewoners en besturen van twee buurtgroepen o.a. aangeven dat ze in meerderheid achter de extra pleinanimatie GBA staan en dat ze de doorgang over de parking GBA open willen. Aangezien de contactgroep in de praktijk niet meer samenkomt is er geen periodiek overleg waarin beheersproblemen over de GBA Parking systematisch aan bod komen. Bij monde van de opdrachthouder van het stadskantoor is er onder de stedelijke diensten afgesproken dat ze zullen zorgen voor een bijgestelde concessieovereenkomst. Dat zou de onduidelijkheid en de patstelling over de overstromende beek, onveilige hekken, e.a. klachten moeten doorbreken, op termijn. Het opbouwwerk heeft bijgedragen aan het open houden van communicatiekanalen met ‘Antwerpen Sportstad’, w.o. de verantwoordelijke voor de concessie met Germinal Beerschot, de verantwoordelijke voor Buurtsport en de verantwoordelijke voor Lokaal Sociaal Beleid; maar ook met Germinal Beerschot en Germinal Beerschot Downtown, als ook met Buurtregie ( & politie & buurttoezicht), met het Stadskantoor, én de buurtgroepen, omwonenden en pleingebruikers. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
81
b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
• •
Verschillende groepen gebruikers en bewoners maken op een respectvolle manier gebruik van het terrein van de Gezonde Buurt-Actie (GBA = parking, buurtparkje, hondenweide, …). Er heerst een goeie sociale omgang. Er stellen zich geen grote conflicten. Kleine conflictjes en spanningen worden door weerbare gebruikers zelf opgelost of gesignaleerd aan bevoegde personen. Diverse bewoners overleggen en onderhandelen met elkaar over het benutten van GBA. Enkele diverse organisaties of verenigingen uit de buurt participeren aan de Gezonde BuurtActie. Er is een vast animatieaanbod voor kinderen. Er is een snelle feedback van de bevoegde diensten op vragen en tussenkomsten van gebruikers die zich zorgzaam inzetten voor GBA. Er is een structureel overleg tussen diensten, betrokken organisaties en afgevaardigden van groepen bewoners of gebruikers van GBA.
Doordat diverse organisaties uit de buurt het animatieprogramma op woensdagnamiddag blijven verzekeren is er een aantrekkelijke activiteit voor kinderen waardoor ze eerder goed met elkaar kunnen samen spelen dan dat ze zich vervelen en vervelend gaan doen tegenover elkaar of tegenover omwonenden. Doordat een organisatie de monitorenwerking blijft verder zetten blijven monitoren een voorbeeldfunctie vervullen die ze ook uitdragen wanneer ze op andere ogenblikken of op andere plaatsen in de wijk in contact komen met spelende kinderen. Het monitorwerk geeft deze jongeren ook een specifieke kans om hun vrije tijd zinvol te besteden en om hun competenties te versterken. Het vrijwilligerswerk van de monitoren heeft ook bijgedragen tot het aanvaard krijgen dat “burgers” zich zorgzaam inlaten met wat er goed of fout loopt op deze publieke recreatieruimte. Aldus draagt dit bij tot het projectdoel: “Verschillende groepen gebruikers en bewoners maken op een respectvolle manier gebruik van het terrein van de “Gezonde Buurt-Actie (GBA = parking, buurtparkje, hondenweide, …). Er heerst een goeie sociale omgang. Er “stellen zich geen grote conflicten. Kleine conflictjes en spanningen worden door weerbare gebruikers zelf opgelost “of gesignaleerd aan bevoegde personen”. Ook het doel: “Enkele diverse organisaties of verenigingen uit de buurt “participeren aan de Gezonde Buurt-Actie. & Er is een vast animatieaanbod voor kinderen” is daarmee bereikt.. Het project heeft niet kunnen bereiken dat er een “gestructureerd overleg is onder (kandidaat) gebruikers of tussen gebruikers en betrokken organisaties en diensten of beheerders” over het goed benutten van het terrein van de Gezonde Buurt-Actie. Er is geen formele regeling om dialoog te realiseren tussen diensten en zorgzame burgers. Er is enkel een formeel meldpunt en telefoonnummer in het Stadskantoor Kiel dat op formele klachten reageert. Maar dit meldpunt is ofwel weinig bekend bijheet publiek of weinig ‘geliefd’, want er zijn bijna geen meldingen via dit kanaal toegekomen of behandeld. Het opbouwwerk heeft na meerder pogingen om dit te optimaliseren gekozen voor een meer pragmatische werkwijze. Daarbij werd er voor gezorgd dat er een derde bewoner (uit een buurtcomité) werd opgenomen in de Lokale Advies Raad (LAR). Voor dossiers die buiten de bevoegdheid van de LAR vallen kennen die bewoners voldoende mensen persoonlijk of kennen ze intussen de weg om rechtstreeks gehoor te krijgen.
C) Project 30: Hoge Weg Samenlevingsopbouw Borgerhout Contacten tussen allochtone en autochtone Borgerhoutse buurtbewoners zijn vaak negatief geladen. Er is een gebrek aan publieke en semi-publieke ruimte waar positieve ontmoetingskansen een plaats krijgen. Via bezoekers van de basiswerking hebben we melding gekregen van een probleem in een sociale woningblok op de Hoge Weg met betrekking tot het gebruik van de tuin. Het betreft een conflict tussen bewoners. De tuin sluit aan op de woningen van de bewoners van het gelijkvloers. Hij wordt echter gebruikt door de 24 gezinnen van de sociale woningblok en door buurtkinderen (tuin is niet afgesloten van de straat, het slot van het hek wordt steeds geforceerd). Een verantwoordelijke van de ABC sociale woningmaatschappij legde ons, onafhankelijk van het vorige, de vraag voor of we bereid zijn om met de bewoners van de vernoemde blok, een inspraakprocedure te doorlopen met betrekking tot Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
82
het herinrichten van de tuin en het gebruik ervan. Belangrijk; hij wil van de bewoners een engagement rond onderhoud en het opnemen van verantwoordelijkheid. Een belangrijk deel van de Borgerhoutse bevolking is onder de 18 jaar. Er wonen met andere woorden veel gezinnen met kinderen. Toch merken we weinig (groene) speelruimte. Bij de stad willen we het open stellen van een groene ruimte ter discussie stellen. Deze groene ruimte ligt aan de Beukenstraat en grenst ook aan de tuin van de bovengenoemde Sociale woningblok. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De bewoners van de ABC woningblok op de Hoge Weg hebben een inspraakproces doorlopen met betrekking tot de inrichting van de gemeenschappelijke tuin. Er is een gedragen plan uitgewerkt. Een aantal bewoners nemen verantwoordelijkheden op m.b.t. het onderhoud en toezicht. Er is een afspraak met de woningmaatschappij over de verdere ondersteuning van de vrijwilligers.
Alle bewoners van het woningblok (20 families) zijn betrokken geweest bij het inspraakproces. Een vijftiental gezinnen actief via deelname aan bewonersvergaderingen, mee uitvoeren van werken, begeleiden van kinderatelier en deelname aan het kinderatelier. Het plan werd uitgewerkt samen met bewoners en hield rekening met de verschillende groepen bewoners in het pand: kinderen (meisjes jongen jong - oud), ouders, (alleenstaande) bewoners zonder kinderen, ... Drie bewoners hebben op langere termijn beperkte taken opgenomen (sleuteldragers van opslagruimte). Het engageren van bewoners voor het opnemen van verantwoordelijkheden op lange termijn was moeilijk. Dit was deels te wijten aan angst voor reacties van medebewoners en deels aan de vele ergernissen die leven ten aanzien van de huisvestingsmaatschappij. Die ergernissen hebben te maken met de vele technische mankementen die niet opgelost raken. Bewoners worden ook niet geïnformeerd over de mogelijke stappen die de woningmaatschappij zet in het kader van een oplossing en het verloop ervan waardoor men de indruk heeft dat er niets gebeurd. De vrijwilligers kunnen zich beroepen op de afsprakennota ten aanzien van de andere bewoners. De communicatie tussen bewoners van het woningblok en de woningmaatschappij kwam ter discussie. Er werd door de bewoners een schrijven gericht aan de woningmaatschappij met daarin hun vraag naar een duidelijke communicatie (vooral in het kader van technische mankementen). Technische mankementen in het woningblok werden aangekaart. De contacten tussen de bewoners werden positiever, een aantal ergernissen raakten uitgesproken. •
Er is een nieuwe groene ruimte gecreëerd in de wijk waar kinderen speelmogelijkheden hebben en volwassenen een ontmoetingsruimte vinden. Deze ruimte is ingericht in samenwerking met bewoners.
De tuin werd heraangelegd. 75 % van de gezinnen waren actief betrokken bij de uitwerking van het plan. Drie huisbewoners waren bereid een taak op te nemen in het kader van het goed gebruik van de tuin. Bij de inrichting van de tuin is rekening gehouden met de verschillende groepen bewoners (zie boven. De Sociale Huisvestingsmaatschappij ABC had beperkte financiële middelen voorzien. Bewoners kozen voor degelijk, stevig materiaal, waardoor delen van de plannen slechts met erg veel creativiteit konden worden uitgevoerd en andere delen niet helemaal. ABC had hoge verwachtingen naar bewoners (toezicht houden op gemeenschappelijke tuin, onderhouden van toestellen) maar kon er weinig tegenover stellen (te weinig middelen voor de inrichting, geen communicatiesysteem, geen of heel beperkte personeelsondersteuning). Dit 2008 zou er gezocht worden naar uitbreiding van de sociale dienst. •
De gemeenschappelijk tuin van de ABC woningblok op de Hoge Weg is opnieuw ingericht. Er is rekening gehouden met de wensen van de verschillende groepen bewoners (kinderen, volwassenen, ouderen). De woningmaatschappij heeft duidelijke afspraken gemaakt met de bewoners. Bewoners die engagementen opnemen weten hoe ze ondersteund worden door de woningmaatschappij.
Er werd een eerste bewonersvergadering georganiseerd in maart. De ruime buurt werd uitgenodigd. Er waren veel bewoners aanwezig (autochtone en allochtonen). Tijdens de bewonersvergadering kregen bewoners de kans om hun bezorgdheden te formuleren en inrichtingsvoorstellen te doen. Met Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
83
de bekommernissen en voorstellen van bewoners werd in het plan rekening gehouden. Het werd in oktober aan de bewoners voorgelegd. De aanleg moet nog starten. Ook de ruimere problematiek in de buurt kwam ter sprake op de vergadering en kwam zo op de agenda te staan van verantwoordelijke diensten. • Er is een plan van inrichting voor de parkzone aan de Beukenstraat. In dat plan wordt rekening gehouden met de noden van de verschillende groepen bewoners. Er is een duidelijke afspraak tussen bewoners en stad met betrekking tot onderhoud en toezicht. Het district heeft op vraag van samenlevingsopbouw en bewoners de groene ruimte in de Beukenstraat aangepakt. De heraanleg van de open ruimte aan de Beukenstraat werd opgenomen in de planning van het districtscollege. Belangrijk voor het realiseren van dit doel was bijgevolg de medewerking van de betrokken districtsschepen en het districtscollege. De stedelijke wijkcoördinator begeleidde het inspraakproces. Er was regelmatig overleg met de opbouwwerker. Eind maart had een bewonersvergadering plaats waarvoor in de ruime buurt uitnodigingen werden verspreid. Bij de uitwerking van het plan werd rekening gehouden met de bekommernissen en voorstellen van de bewoners (keuze voor een rustige vertoefruimte voor oudere bewoners en ouders met kleine kinderen gezien de vele woonhuizen die het plaats omringen). b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
•
De bewoners van de ABC sociale woningblok op de Hoge Weg hebben een gezamenlijk plan uitgewerkt met betrekking tot de inrichting van de buitenruimte en het gebruik ervan. Een aantal bewoners engageren zich in het kader van onderhoud en toezicht.. De bewoners van de Beukenstraat en de bewoners van de Hoge Weg hebben zich uitgesproken over het toekennen van een nieuwe functie aan de parkzone die grenst aan de tuin van de sociale woningblok en aan de Beukenstraat. Bij een akkoord hebben ze meegewerkt aan het uittekenen van een nieuw plan voor het parkje. Een aantal engageren zich in het kader van onderhoud en toezicht.
Het project liep over één jaar. Zoals in bovenstaande uitwerking van de werkdoelen blijft, zijn de projectdoelen gerealiseerd. Aandachtspunt blijft de opvolging van de vrijwilligers die zich engageerden om een taak op te nemen in de nieuwe gemeenschapsruimte. In 2008 wordt een personeelsuitbreiding voorzien binnen de Sociale Huisvestingsmaatschappij ABC. We hopen dat deze ondersteuning kan bieden aan de vrijwilligers.
D) Project 19: Faraomieren Samenlevingsopbouw Borgerhout In de stad Antwerpen is de faraomier zich aan het verspreiden. In Borgerhout teistert dit ongedierte o.m. de woonblok Borsbeekstraat, Gijselstraat, Rechtestraat en Florastraat. Dit ongedierte kan, net als kakkerlakken, alleen verdelgd worden indien alle bewoners in het afgebakende domein een gezamenlijke verdelgingsactie laat uitvoeren door een erkende firma. De dieren voeden zich met voedsel (brood, vlees en suiker). Zij kunnen door verpakking heen en dringen in koffiezetapparaten, strijkijzers, waterkokers,… Het ongedierte heeft een effect op het welzijn van het wonen, op de gezondheid van de bewoner (stress e.d) en op de verlaging van de waarde van de woning. Drempels om mee te werken: bewoners kunnen echter elkaar niet verplichten om mee te werken. Er is geen juridisch kader. Dit maakt het organiseren van een verdelging door bewoners zonder ondersteuning zeer moeilijk tot onmogelijk. Vele bewoners kunnen de onkosten tevens niet betalen. Dit is voor hen een financiële reden om te weigeren deel te nemen. Anderzijds is er de kwestie van privacy en het ongemak tijdens de verdelgingsperiode (voor kinderen, huisdieren,…) gedurende langere tijd. De mieren verspreiden zich meer en meer in Antwerpen. Een structurele oplossing bestaat niet.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
84
a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
De bestrijding loopt voort tot alle bewoners geen last meer hebben van nesten van Faraomieren. Er bestaan criteria voor contract verdelgingsdienst, aanpak haard,…
De afspraak binnen de stuurgroep en met de diensten is om de bestrijding voort te laten lopen tot alle bewoners geen last meer hebben van nesten van Faraomieren. Er bestaan criteria voor contract verdelgingsdienst, aanpak haard,… maar deze moeten verder uitgezuiverd worden bij de opmaak van de definitieve evaluatie en beleidsadviezen. Er is door de opbouwwerker al wel een voorlopige evaluatie opgemaakt. Deze worden aangevuld met de technische evaluatie van de dienst sociale zaken /dierenwelzijn en met aanvullingen vanuit wijkoverleg en logo. •
Bewoners zien hun eigen competenties in het werken naar beleidsveranderingen. Stad, district en diensten maken een gezamenlijke evaluatie op met samenlevingsopbouw en bewonersraad en stellen een gezamenlijke voorstel op om tot een structurele oplossing met samenlevingsopbouw en bewonersraad te komen
Er is bij alle bewoners op huisbezoek gegaan om telkens een evaluatie te maken van het project, de instrumenten, het effect, de aanpak, de coördinerende rol,…De meeste bewoners werkten mee. Op basis hiervan is reeds een voorlopig evaluatieverslag opgemaakt. Na de eerste bestrijding waren niet alle haarden vernietigd. De stuurgroep besloot om pas de evaluatie en de beleidsadviezen af te ronden na de afronding van het proefproject. Het vernietigen van alle nesten stond hierbij voorop. Er werd een tweede bestrijding uitgevoerd maar nadien bleken er nog drie huizen met overlast van mieren over te blijven waarvan een handelszaak. Aan het voedselagentschap werd in oktober de vraag gesteld na te gaan hoe er verder moet gewerkt worden omdat het om een bakkerij gaat. Het voedselagentschap heeft in 2007 de vraag niet meer opgenomen, maar zal dit doen in januari 2008. Voor de gemeenteraadsverkiezingen werd het dossier getrokken door het kabinet van schepen Tuur Van Wallendael, schepen sociale zaken. De schepen kwam niet op bij de verkiezingen. Het dossier is overgenomen door een ander kabinet en een andere schepen. Sindsdien is het kabinet geen trekker meer van de stuurgroep. Na de eerste bestrijding gebeurde ook een personeelswissel op de milieudienst, de tweede dienst die binnen de stad het dossier trok. Het dossier verhuisde naar de dienst sociale zaken, dierenwelzijn. Het trekken aan het dossier verminderde sterk door deze personeelswissel. b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
•
Er is een collectieve verdelging van de faraomieren in de betreffende woonblok, uitgevoerd door een erkende firma. De stad Antwerpen of het district neemt de kosten van deze actie op zich en schept een kader tot garantie van bewoners / eigenaars van (on)bewoonde panden die weigeren mee te werken. De stad Antwerpen keurt een structurele aanpak goed rond de bestrijding van de haarden van faraomieren waarbij zij de coördinerende functie opneemt.
De herbestrijding en opvolging is in functie van het uitroeien van de plaag voor alle bewoners binnen het gebied. Het volledig uitroeien vraagt meer tijd dan voorzien omdat de bestrijding tot nu toe niet alle haarden vernietigt. Dit is enerzijds een tegenslag (definitieve evaluatie kan niet opgemaakt worden en daardoor ook niet de beleidsvoorstellen). Anderzijds is het een meevaller. Zo kunnen alle mogelijke wegen behandelt worden voor er een definitieve evaluatie en beleidsvoorstellen worden opgemaakt.
E) Projectvoorbereiding 29: Hof ter Loo Samenlevingsopbouw Borgerhout
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
85
Het Hof Ter Loo of Foorplein is een klein gebied dat geprangd zit tussen de spoorwegberm en de Antwerpse Ring, in het noorden van Borgerhout. De bewoners voelen zichzelf gevangen tussen Borgerhout intra muros en Borgerhout extra muros. Op dit kleine gebied staat een sociale woningblok van ABC, naast twee private woningblokken. Verder is er op het Foorplein nog een grote supermarkt en een “Doe het zelf”-zaak, het Cultureel Centrum Hof Ter Loo en het Jeugdcentrum, en Trix. Deze projectvoorbereiding heeft in de eerste plaats betrekking op de sociale woningblok van ABC en haar bewoners; en in tweede instantie op de omgeving van dit woningblok en de bewoners in de twee private woningblokken. De problemen waarover gepraat wordt situeren zich op drie vlakken: vragen rond de technische woonkwaliteit van het sociale woningblok van ABC (vochtproblemen e.d.) en de mogelijkheid van bewoners om hierover met de maatschappij overleg te hebben, de kwaliteit van het samenleven tussen de bewoners intern in de sociale woningblok, problemen buiten, in de onmiddellijke omgeving van het woningblok. Doelgroep: In de sociale woningblok wonen een 100-tal gezinnen van erg uiteenlopende origine, waarbij verwacht wordt dat het gaat over een ruime groep kansarmen, vreemdelingen en asielaanvragers. Het territorium waarover sprake is een erg geïsoleerd gebied, waar weinig of geen voorzieningen zijn. Er wordt gesproken van overlast door spelende kinderen, maar ook van drugsverhandeling en andere overlastproblemen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
opmaak van een situatieanalyse: Zicht krijgen op de kenmerken van de sociale woningblok (aantal & aard van appartementen, huurprijs, enz…); haar bewoners (aantal, leeftijden, gezinssamenstelling, sociaal-economische positie, nationaliteit, ….) en de relevante omgevingselementen (bewoners in het hele gebied, voorzieningen e.d.)
Er werden cijfergegevens verzameld via het stedelijk wijkoverleg, ABC en de databank Sociale planning Stad Antwerpen. Op basis van de individuele bevraging en de gesprekken met diensten en organisaties werd een situatieanalyse opgemaakt. •
opmaak van een probleemanalyse: Zicht krijgen op het wooncomfort en woonervaringen in de sociale woonblok; de kwaliteit van de woonomgeving, technische kenmerken van de sociale woningblok, ervaringen abc met huurders en rechten van huurders binnen abc-blok.
De doelgroep was betrokken via individuele bevragingen van bewoners uit de sociale blokken, private blokken en sleutelfiguren via huisbezoeken, bewust aanspreken op picknickplek, aanspreken op winterfeest,…Verder is er ook gewerkt met een werkgroep verkeer waar bewoners de hele verkeersproblematiek in kaart brachten. Via deze weg kregen we ook gegevens rond de omgevingsproblematiek boven tafel en konden we op korte termijn signalen doorgeven. In de projectvoorbereiding werd er ook contact gezocht met diensten zoals ABC, huurdersbond, … Samengevat zijn er gesprekken gevoerd met - individuele bewoners sociale woningblok / sleutelfiguren zoals de vertegenwoordiger van de ABC-blokken in PASH - individuele bewoners private woningblokken / bewonerscomité - huisvestingsmaatschappij ABC / sociale dienst (gesprek en rondleiding in gebouw) - District (gesprekken met schepen, rondleiding) - Stadsland (gesprek rond project ‘buurtbemiddeling‘ in alle sociale woningblokken van ABC - Stedelijk Wijkkantoor - Huurdersbond rond klachten die zij verkregen De gesprekken resulteerden in de opmaak van een probleemanalyse. •
opmaak van een positieanalyse: Zicht krijgen op de posities en mogelijkheden van alle betrokkenen zoals huurders, abc, maar ook stedelijk wijkkantoor.
Naar aanleiding van de werkgroep verkeer werden twee districtschepenen en de dienst mobiliteit uitgenodigd. Bewoners namen meteen de gelegenheid te baat om alle aspecten rond leefomgeving en
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
86
verkeer, samenwerking met de plaatselijke jeugdactoren en de moeilijke structuren binnen en tussen de woonblokken aan te kaarten. Op basis van deze rondleiding is er een rondetafel georganiseerd met bewoners, het buurtcomité, TRIX Jeugdcentrum, Hof Ter Loo cultureel centrum Luchtbal, Buurttoezicht, Stedelijk wijkoverleg, planningsdienst, district en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. In het gesprek met ABC bleek al snel dat zij op zoek waren naar een organisatie die kon werken rond klachtenopvang en bemiddeling in alle blokken van ABC. De vraag werd aan ons en aan Stadsland gesteld. Stadsland is er op ingegaan. Wij niet omdat het project van bovenaf vertrok. Zodra duidelijk werd dat stadsland snel van start ging is er een gesprek met Stadsland gevoerd om duidelijk de doelstelling van het project te weten. Het project had tot doelstelling om o.m. in de blok van Hof ter Loo tot een structuur te komen waar bewoners klachten opvangen, eventueel zelf oplossen en met de anderen in gesprek te gaan met ABC. Vanuit het team werd er gekozen om binnen de sociale woonblok –buiten contacten leggen- niet zelf initiatieven op te zetten binnen de projectvoorbereiding. Het project van stadsland zet onder meer een communicatiestructuur op tussen bewoners en bouwmaatschappij waar technische klachten en burenklachten aan bod komen. De huurdersbond behartigt de belangen van enkele individuen. De huurdersbond was vragende partij om alle bewoners bijeen te brengen en te zien of er een collectief optreden mogelijk was naar de abc. Tijdens dit gesprek met Erik Van Leuven, teamcoördinator team Wonen, zijn signalen en bevindingen doorgegeven. Het team werkt echter met een convenant met de stad. Hierdoor zijn ze vooral actief binnen vier andere woningmaatschappijen. b) conclusie Het team kiest ervoor geen project op te starten, maar om de krachten te bundelen binnen het project Marokkaans spoor. Het team wonen van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is meer op zijn plaats om hier een project te starten. De sociale huisvestingsmaatschappij ABC is echter niet opgenomen binnen de lopende convenant tussen de Stad Antwerpen en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad voor het thema wonen. Het team zal in 2008 de mogelijkheid bekijken om binnen het buurtwerk een tijdelijke conversatiegroep Nederlands te laten doorgaan. De buurtwerker zal eveneens contact leggen met het buurtcomité om tot een samenwerking te komen voor de jaarlijkse barbecue.
F) Project 40: Herstelgerichte Buurtoverleg (Herbo) Team Samenleven In het voorjaar van 2007 kreeg Samenlevingsopbouw Antwerpen stad de mogelijkheid van de Dienst Integrale Veiligheid Stad Antwerpen om een project rond buurtbemiddeling over te nemen. Dit omwille van onze onafhankelijke positie en omwille van de problematieken waarrond wij werken. He project Herstelgerichte Buurtbemiddeling startte zo in mei 2007 binnen onze organisatie. Er zijn in Antwerpen verschillende projecten die overlast vooral individueel aanpakken. Vaak is overlast ook een groepsgebeuren en in Antwerpen bestaat voor dat laatste weinig of geen project. Conflicten op een bemiddelde wijze aanpakken, waarbij de dialoog wordt hersteld door een onafhankelijke derde, bestaat in Antwerpen nog niet. Heel veel actoren zoals buurttoezichters of wijkagenten proberen te bemiddelen, maar zij doen dat van uit de buik en zonder een onderbouwde methodiek, dat als houvast of leidraad kan dienen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen / projectdoelen Aangezien het project Herbo een project van één jaar betrof, vallen werkdoelen en projectdoelen samen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
87
•
Methodiekontwikkeling
Via het Dagelijks Bestuur van het project werd maandelijkse opvolging en ondersteuning voorzien. In december werd als resultaat hiervan een toonmoment georganiseerd, waar voor een 50-tal actoren de methodiekomschrijving is gepresenteerd. De samenwerking en betrokkenheid van partners was groot. Hiervoor werd een brochure van de methodiekomschrijving ontwikkeld. De methode zal ook toegepast worden door de bemiddelingsdienst van de Stad Antwerpen. De stedelijke overheid sloot eveneens met ons een nieuwe convenant af voor 2008 om de methodiek verder te ontwikkelen en te verfijnen. De nood aan bemiddeling is immers groot. De samenwerking met het interne project Samen op Straat was groot. Het project bood een blik op de praktijk en praktische ondersteuning. •
Vormingsbehoefte detecteren + aanzet tot uitbouw van een vormingsaanbod
Tijdens verschillende gesprekken met verscheidene stedelijke actoren, bleek dat de behoefte aan opleiding zeer groot was. Geen van de actoren kreeg tot hier toe specifieke opleiding over bemiddeling. De uitbouw van een vormingsaanbod is echter niet gehaald. De middelen konden niet worden vrijgemaakt, gezien Grootstedenbeleid niet verder kon door afwezigheid federale regering. •
Herstel dialoog tussen conflicterende bewoners
Herbo bemiddelde in een zevental cases. Hieruit bleek dat de uitgewerkte methode effectief werkt. Heel wat conflicten sleepten al lang aan, waardoor de bereidheid van verscheidene actoren om mee te werken groot was. Ook hierin werd samengewerkt met het intern project Samen op Straat. Zij droegen onder meer cases aan en werkte actief mee aan de uitwerking van de cases.
G) Projectvoorbereiding 38: Nesten op het Kiel Samenlevingsopbouw Kiel ‘Nesten op het kiel’ is een onderdeel van een driejarig project van het Middelheimmuseum : ‘Bijbuurten op het Kiel’. Met ‘Bijbuurten’ wil het Middelheimmuseum een brug slaan tussen het openluchtmuseum en ‘het Kiel’. Men heeft vast gesteld dat het museum vlakbij de wijk kiel ligt, maar de Kielenaars onder vertegenwoordigd zijn in de bezoekersaantallen van het museum (gratis toegang). Het museum wil de sociale woningbouw (Renaat Braemblokken) en de beelden in de openbare ruimte onder de aandacht brengen van de bewoners. Vanuit het museum zijn ze op zoek naar hoe ze de bevolking van het Kiel kunnen prikkelen in een beeldende taal. Hiervoor zijn reeds verschillende initiatieven genomen waaronder, een geanimeerde buurtwandeling met workshops (voor scholen en gezinnen), een programma voor een technische en een beroepsschool en een programma voor jongeren. In het voorjaar 2008 komt daar dus het project ‘Nesten op het Kiel’ bij. Het uitgangspunt van het sociaal artistiek project is “het laten ontstaan (bouwen van) een nest op een openbare plaats tussen de sociale woonblokken van het Kiel. Na discussie werd deze optie gewijzigd: men heeft gekozen voor de beschikbare, groene ruimte voor de Braemblokken op de hoek van de Schijfstraat – Fr. Hensstraat. Dit verhoogt de kans op samenwerking en participatie met de hele buurt omdat het nest zichtbaarder wordt voor de hele wijk en niet “afgesloten” ligt tussen de drie grote blokken. Het nest is een levend en groeiend object met een diameter van 9 meter en een hoogte van 4,5 meter. De buitenkant van het nest wordt opgetrokken uit wilgentakken die deels in de grond verankerd worden. De binnenkant wordt bekleed met mossen en andere zachte natuurlijke materialen. De initiatiefnemers van het project zijn :het Middelheimmuseum samen met De Veerman en NOVA, met steun van de Vlaamse Overheid. Tijdens de discussie over het aanbod dat men naar de wijk wil doen i.v.m. dit project is er een partner bijgekomen: Natuurpunt. De lokale afdeling die werkt in het gebied van de Hobokense Polder + Natuurpunt educatie (Vlaams niveau). Zij hebben een natuurwandeling in de omgeving van de NOVA uitgestippeld (± 2 uur) waaraan een twintigtal handelaars meewerken (zij plaatsen één vogel in hun uitstalraam). De doelen van de initiatiefnemers van het project ‘Nesten op het Kiel’ zijn: Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
88
-
-
-
-
-
Realiseren van het tijdelijk kunstwerk ‘NEST’ van Andreas Hetfeld en Suus Baltussen. ‘NEST’ is een levend en groeiend object opgetrokken uit wilgentakken. Één tentoonstelling in de NOVA van nesten in allerlei vormen (nestkastjes, tekeningen, nesten, teksten, ….) van scholen, verenigingen, straat- en buurtgroepen + individuele Kielenaars van 15.03.08 t/m 27.04.08. Één tentoonstelling in het Braempaviljoen van het Middelheimmuseum van het werk van ste de Andreas Hetfeld van zijn werken i.v.m. nesten (o.a. bouw 1 en 2 nest in Nederland en Duistland) van 15.03.08 t/m 27.04.08. Animatie vanuit NOVA (CC De Kern – cultuurcafé) i.f.v. het project nesten: workshops (koken eten voor kinderen, pimp your nestkastje, film, …. ). Aanbod van een natuurwandeling (individueel of in groep) in de wijk zodat Kielenaars de kans krijgen om de natuur (vogels) in hun wijk te ontdekken of beter te leren kennen; en zo een verband kunnen leggen tussen de bouw van het grote nest en hun directe woon- en leefomgeving. Stimuleren van de sociale cohesie in de wijk; dit kan door de mogelijkheid van o.a. het ‘peterschap van het nest door de bewoners van de Braemblokken of vanuit de directe omgeving. Samenwerking stimuleren tussen de plaatselijke socio-culturele verenigingen en stedelijke diensten Bevorderen van kunst- en cultuurparticipatie Herwaarderen van de buurt
Om de aansluiting met onze doelgroep en de doelstellingen binnen onze organisatie te onderzoeken, koppelde Samenlevingsopbouw Antwerpen stad een projectvoorbereiding aan dit initiatief van de stad. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Er is een probleem-, situatie- en positieanalyse opgemaakt van de drie sociale woningblokken van CV Huisvesting en het terrein rond de blokken in verhouding tot de komst van het nest.
Tot nu toe hebben we dit niet kunnen aanpakken omwille van tijdsgebrek. We hebben wel contact met de sociale dienst van CV Huisvesting en een lid van de bewonersgroep CV Huisvesting, die tevens ook vrijwilligerster is van het buurtwerk. Tot nu toe hebben we geen duidelijke, negatieve signalen gekregen. Tijdens de bouwfase van het nest of vlak ervoor pikken we dit terug op. We doen dit via systematische huisbezoeken in de drie Braemblokken, waarbij we gebruik maken van de flyer die opgemaakt is door de communicatiecel van de Stad Antwerpen. Elke bewoner krijgt de flyer in de bus begin 2008. •
Er is een SWOT opgemaakt van de mogelijkheden dat het sociaal artistieke project heeft om bij te dragen aan de strategische en operationele doelstellingen binnen onze organisatie
Tijdens het teamoverleg van het najaar van 2007 is het project regelmatig besproken maar wegens tijdsgebrek hebben we nog niet de kans gehad om dit op een systematische manier te bespreken. In het voorjaar van 2008 moet dit meer aandacht krijgen en op een gestructureerde manier worden aangepakt, zodat elke deelwerking en project maximaal de kansen benut die het project nesten ons biedt. We moeten de volgende zaken aanpakken: - welke verenigingen, buurt- en straatgroepen en scholen participeren aan het project en welke niet? Op basis van de inventaris wordt bekeken wat de redenen hiervoor zijn en welke mogelijkheden wij vanuit buurt- en opbouwwerk hebben om dit bij te sturen. - In welke mate neemt de bewonersgroep van CV Huisvesting deel aan het project: reclame maken + mee bouwen? Welke mogelijkheden zijn er om dit bij te sturen? - In welke mate werken bewoners van de Braemblokken mee? In welke mate de nabije buurtbewoners (straal van 500 – 1.000 m)? Welke mogelijkheden zijn er om dit bij te sturen? - In welke mate werkt de individuele Kielenaar mee? Welke mogelijkheden zijn er om dit bij te sturen? - Welke competenties zijn er aanwezig bij die mensen die komen meebouwen? In welke mate kunnen ze worden ingeschakeld in het verhaal van Buurtschatten en / of andere vormen van vrijwilligerswerk binnen buurtwerk en / of NOVA (tappen, onthaal, taal-oor, buurtmaaltijden, project Marokkanse mannen, activiteiten van buurtsport, ….)? Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
89
-
Na het feest op 27.04.08 en tijdens de bouw van het feest is er extra aandacht voor de nazorg van nest. Mogelijk zal dit tijdens de bouw ook moeten worden opgevolgd. Vandalisme, zwerfvuil, … zijn mogelijke aspecten waarmee we kunnen worden geconfronteerd. We zoeken actief naar buurtbewoners die ‘peter’ willen zijn van het nest en onderling bekijken en afspreken – met mogelijke ondersteuning vanuit het buurt- en opbouwwerk – hoe ze het nest willen onderhouden de komende maanden. Dit gebeurt i.s.m. de bewonersgroep van CV Huisvesting en de gefuseerde huisvestingsmaatschappij.
Voor het maken van de swot-analyse werd een timing uitgewerkt voor 2008. •
Het is duidelijk hoe samenlevingsopbouw op een projectmatige manier tot eind 2008 stappen kan zetten om de zwaktes en bedreigingen om te zetten in sterktes en kansen. En welke stappen noodzakelijk zijn van andere organisaties. (analyse).
Het is duidelijk hoe Samenlevingsopbouw Antwerpen stad op een projectmatige manier tot eind 2008 stappen kan zetten om de zwaktes en bedreigingen om te zetten in sterktes en kansen. En welke stappen noodzakelijk zijn van andere organisaties. De evaluatie van dit werkdoel volgt uit de SWOTanalyse uit werkdoel 2. Aangezien deze nog moet gemaakt worden, geldt hiervoor dus hetzelfde als bij het vorige werkdoel, namelijk dat dit in het voorjaar van 2008 verder wordt uitgewerkt. •
De inbreng van de medewerkers van het wijkteam van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is scherp gesteld voor de betrokken medewerkers en de partners van het project. De verwachtingen tov de andere partners zijn duidelijk. (taakafspraken)
De inbreng van de medewerkers van het wijkteam van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad is scherp gesteld voor de betrokken medewerkers en de partners van het project. De verwachtingen ten opzichte van de andere partners zijn duidelijk. Door tijdelijke personeelswissels (coördinatie NOVA) zijn afspraken regelmatig bijgesteld of gewijzigd waardoor de continuïteit en opvolging van het project niet evident is. b) conclusie Aangezien nog niet alle doelstellingen in de projectvoorbereiding konden gerealiseerd worden. Is het nog te vroeg om conclusies te trekken.
H) Project 37: Marokkaanse Mannen Samenlevingsopbouw Kiel (Jong-)volwassenen van Marokkaanse origine beleven meer dan gemiddeld achterstelling en kansarmoede in de stad en in de wijk. Er heest (vooral onder de jongvolwassen Marokkaanse mannen) een gevoel van gebrek aan perspectief. Er is hoge werkloosheid onder de Marokkaanse bevolking. Er is een hoog aantal alleenstaande (Marokkaanse) vrouwen met kinderen in de wijk. Het is niet precies duidelijk wat daarvan de oorzaak is in de wijk; en wat de precieze gevolgen zijn voor de betrokkenen en de wijk. Het is in het kader van dit project belangrijk alert te zijn voor signalen over - al dan niet - verantwoordelijkheden van (afwezige) mannen. De Marokkaanse gemeenschap in het algemeen bevindt zich in een benarde positie in de wijk. De participatie- en organisatiegraad van de Marokkaanse mannen in het bijzonder is laag. Dit staat in schril contract met de noden van deze gemeenschap en de verwachtingen van andere gemeenschappen ten aanzien van hen. Er is gebrek aan een wervend project waarmee de Marokkaanse mannen een positieve bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van ‘achterstelling en achterblijven’ en waarmee ze een meer positieve positie in de wijk kunnen verwerven. Het is echter nog niet duidelijk rond welk uitgesproken thema deze mannen gemobiliseerd kunnen worden. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Eind 2007 is er een zicht op de mannelijke sleutelfiguren, de netwerken en concrete thematische aanknopingspunten binnen de Marokkaanse gemeenschap op het Kiel. Dit stelt het opbouwwerk in staat om uit te kunnen maken of we met een lokaal en éénjarig
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
90
opbouwwerkproject, in 2008, een antwoord kunnen bieden op de gestelde problematiek; dan wel of er bovenlokaal of via andere oplossingssactoren een antwoord mogelijk is. Er is veel inzicht en materiaal verzameld, maar het is nog niet in een afgewerkt rapport beschikbaar en evenmin uitgestald op een infopaneel of dergelijke. Er is geen (permanent) infobord in NOVA: want er komt bijna geen doelpubliek in NOVA. De info is wel beschikbaar en toonbaar in de vorm van een mindmap(je) en een adresboekje + data op gsm + foto’s. Er is voor deze informatie echter geen belangstelling, uitgezonderd bij de collega’s van De Acht – Mankracht en Zonen. Zij hebben ze getoetst. Er is prioritair gekozen om te proberen voortgang te boeken. De vormgeving van dit rapport’ is naar het achterplan verschoven. Deze info kan desgewenst vanaf februari uitgetikt worden. We hoopten vijftien Marokkaanse mannen zo te informeren dat ze het gehele opzet van het project konden vertellen aan anderen. Geen enkele Marokkaanse man kent momenteel het geheel. Slechts twee van hen kennen er een belangrijk deel van. In de dagelijkse praktijk blijkt er nog onvoldoende interesse te bestaan om de probleemsituatie grondig te bediscussiëren. Er wordt vooral fragmentarisch gereageerd. Het is de bedoeling dat vanaf februari 2008 in kleine groep met enkele (oudere) mannen dit opnieuw te proberen. Tot nu toe zijn er vooral Marokkaanse mannen bereikt die sterk met problemen leven, maar eerder zwakke oplossingscompetenties hebben. Marokkaanse mannen die bij contact ruimere competenties en draagkracht bleken te hebben zijn al vaak erg actief, overvraagd of niet bereid of beschikbaar. De zoektocht wordt evenwel verder gezet. Er is een rangorde van collectief vastgestelde problemen opgemaakt in een inventaris. Er is een inventaris van kansen waaronder het programma van NOVA, e.a. partners waaronder het project “Toegankelijk maken ontmoetingsplekken”, naast de mogelijkheden van de eigen (zelf)organisaties. Dit is echter geen geheel van waaruit een logisch strategisch plan voortvloeit, want het wordt onvoldoende gemeenschappelijk gedeeld onder de MM. Er is geprobeerd om via talentenformulieren te werken (cf. buurtschatten project) ingang te doen vinden. Het lukte niet met uitzondering van één Marokkaanse man. Er is eveneens geprobeerd met een toegespitste versie - gekoppeld aan het “winterwensenrapport” – te inventariseren en te rekruteren, maar echter zonder succes. Er is een nog eenvoudigere versie uitgeprobeerd op de rugzijde van de naamplaatjes op vergaderingen. Ook zonder succes. De schriftelijke competenties zijn erg beperkt, zelfs de registratie van hun persoonlijke gegevens verloopt moeilijk. Vermoedelijk komt dit erg vreemd en onvertrouwd over. Vermoedelijk vergt het willen en kunnen formuleren van leerdoelen en het aangaan van engagementen, plus dat invullen op een formulier, te veel competenties die deze MM nog niet meester zijn. De idee van met de Marokkaanse mannen te werken aan een collage sloot niet aan bij de leefwereld van de probleembetrokkenen. Er was wel een grote gevoeligheid voor de portretfoto’s van enkele sleutelfiguren die op de uitnodigingen en flyers werden afgebeeld, om de herkenbaarheid te vergroten. Deze werden aangepast naargelang de locatie en (beoogde) achterban. •
De competenties van Marokkaanse mannen (inclusief jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar) zijn versterkt en aangewend om hun bekommernissen en ideeën te formuleren. Een projectgroep Marokkaanse mannen heeft zich uitgesproken over de thematieken die voor hen relevant zijn en hebben een rapport opgemaakt met hun subjectieve probleemformulering.
Er is (nog) geen projectgroep. Er werd geprobeerd vanuit diverse bijeenkomsten en concrete activiteiten medewerking en onderlinge samenwerking te creëren. Dit heeft niet gewerkt. Er was wel meermaal participatie en betrokkenheid, maar die bleef occasioneel. De uitbaters en bezoekers van de 3 vzw’s of (zelf)organisaties waar we werkten zijn geen onbekenden voor elkaar. Toch is er een grote afstand, soms zelfs rivaliteit. Zij ontmoeten elkaar ook wel in min of meerdere mate in de 2 moskees en o.a. restaurant ‘Baraka snack’ in de buurt. De doelstelling van deze organisaties reiken niet verder dan het open houden van een ontmoetingslokaal voor ontspanning (voetbal op tv), gesprek en gezelschapsspellen én eventueel het voetballen onder Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
91
Marokkaanse mannen. Dat ze daartoe elk op zichzelf proberen een voetbalploeg te organiseren is geweten. Het is duidelijk niet vanzelfsprekend om de krachten hiertoe te bundelen. De moskees staan buiten het circuit van de ontspanningslokalen. Het stoort menig Marokkaanse man dat er in de grote moskee veel ruimte onbenut blijft, tenzij voor een imamschool, terwijl zij behoefte hebben aan meer ruimte en meer initiatief. Ook deze kloof raakt niet gedicht. Er zijn 14 diverse activiteiten en bijeenkomsten gehouden op diverse plaatsen. De gehoopte uitwisseling, vermenging en verbondenheid is niet vanzelfsprekend mee geëvolueerd. Er vloeide uit voort dat (slechts) een viertal Marokkaanse mannen zich engageren om dit proces mee verder vorm te geven. Over het totaal van de 14 diverse activiteiten zijn er een achtenvijftig verschillende deelnemers geweest. Met de individuele contacten werden minstens een 75 verschillende Marokkaanse mannen bereikt. Velen werden vaak meermaals gecontacteerd. Het was de bedoeling daarmee sleutelfiguren uit de (zelf)organisaties mee te krijgen als trekkers in het project. Dat is niet gelukt. Van daaruit kwam dan ook niet echt een wervende invloed naar de achterban. Er was gebrek aan eigen initiatief vanuit de Marokkaanse mannen. Er werd ook bijna niet ingegaan op kansen die door het opbouwwerk werden aangedragen. De participatie bij de activiteiten waaraan het opbouwwerk of NOVA-partners meewerkten bleef laag. De participatie aan de infobijeenkomsten die door het project Mankracht & Zonen van De Acht vzw werden ingericht was wel hoog. Daar was de aanwezigheid van MM eerder vrijblijvend. Het volstond passief te luisteren of vragen te stellen. Ook daar was achteraf weinig daadkracht en medewerking vast te stellen, vb. om mee te werken aan de begeleiding van de voetballertjes of iets te doen rond de drugproblematiek. Het blijft zoeken naar gepaste manieren en middelen om te activeren. •
De projectgroep Marokkaanse mannen heeft met het opbouwwerk een begin gemaakt met de formulering van een probleem-, situatie- en positieanalyse, mee mogelijke oplossingsrichtingen bekeken en mee keuzen gemaakt voor prioritaire oplossingsstrategieën
Er werd een Evaluatie en planning vergadering met de doelgroep gehouden waarop zeventien Marokkaanse mannen aanwezig waren: 17 MM. Er zijn geen trekkers of afgevaardigden die elk een achterban hebben of kunnen bereiken. Er is dan ook geen gestructureerde achterban, enkel losse betrokkenen. De initiatiefnemers van de verschillende vzw’s hebben niet echt een onderlinge toenadering doorgemaakt. Er was geen echte projectgroep om deel te nemen aan het Winterwensenfeest van in december. Wel hebben enkele Marokkaanse mannen actief hun werk gepresenteerd, verslag uitgebracht en reacties ingezameld. Het sturende of bevestigende effect is echter zeer beperkt gebleven. Het verslag van de (plannings-)vergadering gaf echter een onvoldoende synthese van de voorafgaande bijeenkomsten om als ‘rapport’ te kunnen gelden over de conclusies van de ‘projectgroep’. Deze evaluatiefiche zal nog het best val al kunnen weergeven in welke complexe en onzekere situatie de Marokkaanse mannen en het opbouwwerkproject zich bevinden. De verslagen van de vergaderingen in november geven een matrix weer over de mogelijke aanpak van de behandelde thema’s. Het is nadien echter gebleken dat de toen bepaalde prioriteitstelling eerder mogen gelden als een momentopname voor betreffende participanten. Die kunnen daarbuiten toevallig net anders liggen. b) conclusie Het is aangewezen de inspanningen verder te zetten om zicht te krijgen op meer succesvolle strategieën en methodieken om de (zelf)redzaamheid en participatie van de MM op het Kiel te verhogen. Enerzijds kan er verder worden gezocht naar ‘mannen met gezond verstand en draagkracht’ om te proberen een projectgroep te vormen. Anderzijds kan er geprobeerd worden meer te werken vanuit de competenties die aanwezig zijn bij de Marokkaanse mannen op het Kiel, en dus
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
92
de probleemgerichte aanpak te verlaten, of uit te stellen tot de nodige competente mannen zijn gevonden of gevormd.
I)
Bijdrage van andere projecten en het buurtwerk
Het werken aan de leefbaarheid in wijken heeft voor een belangrijk deel te maken met het leren omgaan met verschil en het leren onderhandelen met mensen met tegengestelde belangen. Het buurtwerk heeft in dit opzicht een labofunctie in de wijk. Het is als het ware een oefenterrein waar uiteenlopende groepen elkaar ontmoeten (vaak voor het eerst) en langzaam opbouwend komen tot het gezamenlijk deelnemen en organiseren van activiteiten. De projecten die we uitwerken binnen buurtschatten zijn zeer divers waardoor we ook een zeer divers publiek bereiken. Voorlopig kennen de buurtschatters elkaar nog onvoldoende waardoor ze geen zicht hebben op het geheel aan verbeteringen in de wijk dankzij hun projecten. Daar gaan we aan werken. Zo zullen we de buurtschatters een eerste keer samenbrengen tijdens de nieuwjaarsreceptie in januari 2008 (idee van de campagnegroep).
J) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.3 Samenlevingsopbouw heeft met het project Buurtbetrokkenheid Gezonde Buurt Actie zowel de pleingebruikers, als de omwonenden, als de betrokken organisaties actief bevraagd en beluisterd en hen geholpen om hun bekommernissen, in groep of individueel, om te zetten in concrete actiepunten waarmee ze in onderhandeling konden treden met elkaar of met het beleid. Voor de buurtgroepen uit de omgeving ging dat eerder om het voorkomen van hinder of het evenwaardig gebruik kunnen maken van het terrein van de Gezonde Buurt-Actie. Voor de kinderen uit de buurt, die voor het grootste deel van allochtone origine zijn – en voor hun ouders –, ging het eerder om het belang van goede opvang en toezicht & kwalitatief goede animatie en voetbaltraining. De bevolkingsgroepen die het meest bijgedragen tot het verhogen van de leefbaarheid op de parking van GBA waren en zijn de (voornamelijk Marokkaanse) jongeren en de Marokkaanse man die als monitor actief waren; de (voornamelijk allochtone) (groot)ouders die hun kinderen begeleidde op GBA; en de actieve (bestuurs)leden van de buurtgroepen die waar nodig als zorgzame ‘passanten’ gepast intervenieerden. Vóór het project Hoge Weg zorgde zowel de gemeenschappelijke tuin van de ABC als de parkzone in de Beukenstraat voor overlast in de buurt. De oorzaak voor deze overlast was bij beide ruimtes onder andere te zoeken bij een slechte inrichting, een onduidelijke functie en verschillende belangen. Er werd met bewoners een proces gevolgd zodat onderlinge verschillen konden worden benoemd en over belangen kon onderhandeld worden. Er werden praktische oplossingen gezocht die de leefbaarheid in de buurt ondersteunen. Het ongedierte, waartegen in het project Faraomieren gevochten wordt, heeft een effect op het welzijn van het wonen, op de gezondheid van de bewoner en op de verlaging van de waarde van de woning. Bij bewoners leeft er een sterke taboesfeer. Leven met ongedierte associeert men onder meer met armoede en onhygiënisch leven. Hierdoor geven bewoners niet gemakkelijk toe last te hebben van dit ongedierte. Het is ook een reden om de schuld van de plaag te leggen bij medebewoners (vreemdelingen, bewoners die leven van vervangingsinkomen,…). Bemiddeling, zoals uitgewerkt in het project Herbo, is een manier van omgaan met conflicten en tegengestelde belangen, waarbij dialoog en actieve deelname van bewoners centraal staat. De bijdrage van deze vorm van bemiddeling is dat het de leefbaarheid in buurten niet alleen verhoogt, maar ook een duurzaam karakter krijgt omdat bewoners zelf de oplossingen aandragen en deze opvolgen. Conflicten worden zo van overlast voor de buurt, hervormd naar opportuniteit voor een buurt om samen aan een oplossing te werken.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
93
Operationele doelstelling 3.4 A) Project 22: Divers!City Dit project is een samenwerkingsproject met De Acht Team Samenleven Het allochtone middenveld is nog jong en kan niet voldoen aan de hoge verwachtingen die de maatschappij koestert. Een groot aantal verenigingen raakt niet uit de opstartfase. Ze blijven worstelen met problemen als lokaal zoeken, boekhouding bijhouden, een achterban uitbouwen en behouden. Daarnaast raken de sterkere verenigingen overbevraagd. Vanuit alle hoeken van de samenleving doet men beroep op hen, als woordvoerders, als tussenpersoon, als ervaringsdeskundigen. De verenigingen nemen deze maatschappelijke taak er bij, maar krijgen daarnaast voor hun eigen kernactiviteiten weinig waardering. Daarnaast vinden autochtone diensten of organisaties enerzijds en allochtone verenigingen anderzijds elkaar vaak niet. Allerlei initiatieven bereiken daardoor en minder divers publiek dan de organisatoren én het publiek zouden willen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
We behouden DATA als een basis voor beleidswerk en netwerking.
Onze loketfunctie draait al enkel jaren. Eind 2006 voerden wij een goede geplande promotiecampagne rond het project Divers!City, waarbij we ons gingen voorstellen bij partners / doorverwijzers. Ook dat wierp vruchten af. We merken dat mondelinge reclame nieuwe groepen naar ons brengt. Ondertussen hebben ook de medewerkers van het project Divers!city een breed netwerk uitgebouwd. In het DATA leuk bieden we praktische en inhoudelijke ondersteuning. We helpen verenigingen voort met: - ondersteuning bij in orde brengen van de administratie en financiën van vereniging - Opstellen of wijzingen van statuten van allochtone groep - zoeken naar lokaal of zaal voor activiteit - hulp aan autochtone organisaties of diensten die in contact willen komen met allochtonen - hulp aan autochtone organisaties of diensten die in contact willen komen met allochtonen - ondersteuning bij groepen of organisaties die een gezamenlijke activiteit willen organiseren (en wat n praktische ondersteuning geven (zaken die niet in andere categorieën zitten)iet bij de bij naam genoemde projecten zit) - Ondersteuning bij het zoeken naar subsidies In 2007 werden veertig groepen en organisaties van etnisch-culturele minderheden, in het bijzonder van nieuwkomers, versterkt bij hun groeps- en organisatievorming. Tien hiervan zijn nieuwe contacten. Er is een vruchtbare samenwerking met minstens 3 landelijke verenigingen. Er is een constructieve dialoog met PAG over de DATA - ondersteuning van groepen die bij PAG aangesloten zijn. Er is een betere afstemming tussen de rol die DIA enerzijds en Divers!City anderzijds opnemen in de ondersteuning van allochtone verenigingen Divers!City organiseerde in 2007 eveneens een lunchgesprek voor de collega medewerkers. Hiermee wilde Divers!City de bekendheid van het project in onze organisatie vergroten. •
We gaan na welke etnische groepen D!C naar verhouding te weinig bereikt en waarom. Indien nodig plannen we acties om deze groepen beter te bereiken.
We deden navraag bij DIA en PINA. Hieruit kwamen geen etnische groepen die we missen. Diensten wijzen vooral op Afrikanen en Aziaten uit Nepal Pakistan,… Die bereiken we.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
94
•
We breiden systematisch onze kennis en ons netwerk uit door vormingen te volgen en met subsidiegevers te gaan praten.
Er is een bruikbare en geactualiseerde informatie beschikbaar voor allochtone groepen, met speciale aandacht voor: het zalenaanbod, de vrijwilligerswetgeving, de vzw wetgeving en subsidiekanalen. We hebben heel wat kennis vergaard over regelgeving, subsidiereglementen, enz.... Ons netwerk met subsidiegevers en diensten, stedelijke en provinciale diensten, is uitgebreid, zodat wij beter dienstverlening op maat kunnen bieden. •
We stimuleren ontmoeting en samenwerking tussen autochtone diensten of organisaties en allochtone verenigingen (DATE-processen).
Onder dit werkdoel horen meerdere DATE-initiatieven thuis. Sommige verlopen goed en leiden tot nieuwe stappen of nieuwe initiatieven. Anderen verlopen moeilijker en worden na enige tijd afgerond. De groep Witte Mars verloopt niet goed, de groep komt niet meer bijeen omwille van interne conflicten. De groep leidt ook onder de crisis in de overlegraad, waar dezelfde gemeenschappen én de stad bij betrokken zijn. De groep is er niet in geslaagd om een herdenkingsactiviteit te organiseren, de Afrikaanse gemeenschap heeft op het laatste nippertje snel iets gedaan. Iday (internationale Dag Afrikaanse Jongeren) is een positief geworden. De samenwerking werd verder gezet, waardoor er verschillende evenementen georganiseerd werden. Er zijn nu ook contacten met KMMA, omdat zij ook rond educatie werken. Volgend jaar willen ze ook scholen betrekken. Inhoudelijke ondersteuning vrouwendag (Maniok en Patatten): na de vrouwendag waren er drie succesvolle voorstellingen in Antwerpen. Het project bij DIA is afgelopen, maar de vrouwen willen verder doen. Samen met Sering vzw denken we na over een educatief pakket met DVD. Het bezoek aan het Koninklijk Museum Midden-Afrika was een geslaagd initiatief. Er ontstaat een heel netwerk rond het museum. We nemen deel aan de werkgroep met directie en organiseren mee de verkiezingen voor een adviesraad. De samenwerking met de KAV zat in het najaar in het slop. Na een grondige evaluatie legden we de focus op een concrete actie: een ontmoetingsdag in Deurne in juni. Dat werd een succes, er was samenwerking met allochtone groepen en er zijn ideeën voor verder samenwerking uit gevloeid. Naar aanleiding van dit succes kunnen we volgend jaar terugkeren naar het brede proces van interculturalisering. De ontmoetingsdag moslims/holebi’s in oktober was geen succes: er kwamen geen moslims. Het project gaat verder in als Mazumgumzo, waarbij men naast moslims ook ander groepen wil bereiken. De evolutie is positief: men stapt gelukkig af van grote publieksevenementen en kiest voor kleinschalige informele samenwerkingen en initiatieven. De vraag is wel in hoeverre dit project nog binnen Divers!City past, omdat men meer met individuen dan met groepen gaat werken. Na de Ramadan hadden we een tweede ontmoetingen georganiseerd op het Krugerplein, waar weinig Marokkaanse mensen waren, maar wel verschillende autochtone buurtbewoners naartoe waren gekomen. Daarna liep het mis. El Wafa lag stil en wij verloren het contact met hen. El Wafa werkt ondertussen vooral samen met andere deelwerkingen van Samenlevingsopbouw. Zuiderzinnen is niet nieuw, maar we waren dit jaar meer betrokken De Open Deur van het project van Mwinda Kitoko bij KBS, Deuren met Afrikaanse poëzie heeft veel persaandacht gekregen. Gedichtendag in Atlas en Mano Mundo: Dichters van drie continenten verzamelden zich rond het historische thema van de slavenhandel. Op de gedichtendag in de Atlas kwam hier een divers publiek naar luisteren, op Mano Mundo was het publiek meer een passagepubliek. Divers!City is sinds juni 2007 bevoorrecht partner van De Roma. We willen via deze weg de dialoog tussen De Roma en allochtone groepen ondersteunen. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
95
IVKA ondersteunt allochtone vrouwengroepen, stellen een gebouw met veel mogelijkheden ten dienste aan vrouwengroepen. We onderzoeken de mogelijkheid om volgend jaar concreet samen te werken, bijvoorbeeld samen vormingen aanbieden.. •
We ondersteunen verenigingen bij hun sociale zelfversterking.
In 2007 werkte Divers!City samen met 127 allochtone verenigingen of groepen. Sommige groepen deden beroep om ons voor eenvoudige praktische vragen, andere voor een complex samenwerkingsproject, nog andere kwamen naar een vorming uit ons aanbod. Verschillende groepen kwamen met uiteenlopende vragen naar ons project. De meerderheid van die 127 groepen werden door ons ondersteund bij hun sociale zelfversterking. We organiseerden enkele specifieke evenementen rond dit werkdoel. In sofagesprekken gingen de cultuurantennes en de Cultuurbeleidscel in dialoog met allochtone verenigingen. Hoofddoel was de netwerken van allochtone verenigingen te versterken. De vorming 'jezelf bekend maken' bracht de basisprincipes van communicatie en promotie bij aan jonge allochtone verenigingen. We wezen het brede publiek op de complexe rol van allochtone verenigingen in de integratie van allochtone vrouwen. •
Onze twee instrumenten (over ontmoeting/allochtone vrijwilligers) worden uitgetest in onze werking
Bestaande organisaties die bezig zijn met vrijwilligers, hebben weinig specifieke expertise rond allochtone vrijwilligers of rond omgaan met diversiteit. De8 en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad zijn goed geplaatst om deze expertise uit te bouwen en uit te dragen. Dankzij de leidraad die we uitwerkten kunnen wij beter communiceren over onze manier van werken, kunnen wij onze visie op interculturele samenwerking aan anderen meegeven. •
We geven, samen met de geïnteresseerde landelijke verenigingen en allochtone verenigingen, meerdere gezamenlijke beleidssignalen omtrent de noden en vragen van allochtone verenigingen in Antwerpen.
We besteden veel tijd en energie aan het participatieproces rond onze nota ‘noden en vragen van allochtone verenigingen in Antwerpen’. Dat betekent dat we individuele gesprekken voerden met de landelijke verenigingen en ook een gemeenschappelijk overleg hier rond opzetten. Belangrijkste vergadering was een overleg met de dienst SID van de stad Antwerpen, Divers!City en de federaties over deze nota. Het was de eerste keer sinds het ter ziele gaan van de overlegraad dat deze partners nog eens rond de tafel zaten. Dit proces wordt vervolgd in 2008. Dit bleek cruciaal te zijn voor de projectdoelstellingen van Divers!City. Onze nota confronteerde de federaties opnieuw met de nood aan een goede rolverdeling in Antwerpen inzake allochtone verenigingen. Onze nota heeft de federaties ertoe aangezet om verder met elkaar te overleggen. Alleen met efficiënt werkende federaties kunnen wij in 2008 praten over een afronding van het project D!C b) terugkoppeling naar de projectdoelen •
Interne versterking of het versterken van het interne functioneren van een organisatie. (Data)
Nieuwe groepen vinden de weg naar een ‘structuur’ die hen ondersteunt bij de organisatievorming en het opzetten van activiteiten. In de loop van het project bekijken we of we deze structuur elders zullen onderbrengen, of binnen (een van) onze eigen organisaties behouden. •
Sociale zelfversterking of het stimuleren van ontmoeting, netwerkvorming en beleidsparticipatie. (Date)
Allochtone groepen kunnen dankzij Divers!City contact leggen met andere groepen als een eenmalige ontmoeting (onder de vorm van duurzame samenwerking), als beleidsparticipatie. Wanneer een allochtone groep contacten legt met politieke actoren en zo inspraak krijgt in beleidsbeslissingen, spreken we van beleidsparticipatie. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
96
•
Analyseren, signaleren en beleidsaanbevelingen doorgeven.
Divers!City registreert de binnenkomende vragen en voert een analyse uit van de pijnpunten van het allochtone verenigingsleven. D!C bundelt deze pijnpunten in een rapport en werkt oplossingen en beleidsaanbevelingen uit. Via de geschikte kanalen signaleert D!C de problemen en aanbevelingen aan het beleid. Om strategische redenen gebeurt dit in samenwerking met andere actoren.
Project 23: Buurtverhalen Samenlevingsopbouw Oud-Berchem Met het sociaalartistieke project buurtverhalen pakken we de samenlevingsproblemen in de wijk aan en doorprikken we de negatieve beeldvorming en onveiligheidsgevoelens. Het project verbindt mensen die binnen de reguliere samenlevingscontext bijna niet met elkaar in contact komen. a) acties en activiteiten gekoppeld aan werkdoelen •
Bewoners worden geactiveerd en nemen deel aan de productiegroepen en activiteiten
Er zijn veel deelnemers voor de productiegroepen: dans, zingen en hét atelier. Er is intussen een grote ploeg ‘vaste’ deelnemers. We hebben aandacht om min. 2 x per jaar de productiegroepen open te stellen voor nieuwe deelnemers. We doen dit via flyers die ruim verspreid worden in de buurt. De productiegroepen zijn zeer laagdrempelig… geen voorkennis vereist, geen inschrijvingsgeld. Mensen worden niet ‘verplicht’ om deel te nemen aan de eindhappening. Deelnemers die niet op de planken willen staan worden op andere manieren betroken op het eindproduct (werken achter de schermen of bvb. hostess die het publiek rondleidt). We streven naar een diverse samenstelling qua leeftijd, achtergrond, afkomst enz. Het blijft een aandachtspunt om mensen van allochtone afkomst te betrekken. De dansgroep staat enkel open voor vrouwen het is belangrijk voor deze doelgroep dat we dit bewaken zij hebben die veilige ruimte nodig om te kunnen ontplooien. •
Deelnemers leren elkaars leefwereld en achtergrond kennen
De honderdjarige geschiedenis van het Maria Gasthuis was een dankbare insteek om de deelnemers te laten vertellen vanuit hun achtergrond en beleving. Naast geschiedkundige ditjes en datjes werd het thema opengetrokken naar ‘wat neem ik mee om te bewaren’, ’wat vind ik belangrijk’ zodat de deelnemers een persoonlijke inbreng kunnen doen vanuit hun eigen leefwereld. Er komen heel wat dingen naar boven en het kost vaak inspanningen van de deelnemers om hiervoor open te staan. Er wordt een warme en veilige sfeer gecreëerd waarin de deelnemers zich kunnen ontwikkelen. De artistieke begeleiders en de opbouwwerkster spelen een cruciale rol in dit proces. Het is een ‘kunst’ om de achtergrond en de bagage van de deelnemers te nemen als vertrekpunt en dit artistiek te gaan bewerken in het eindproduct. De deelnemers worden aangesproken op hun talenten en krijgen de kans om hun competenties te ontwikkelen. •
Deelnemers bouwen een sociaal netwerk uit
De contacten die de deelnemers opbouwen zijn heel belangrijk. Bijna alle deelnemers hebben het hele proces doorlopen. De enkelingen die niet mee op de planken staan tijdens de eindproductie krijgen de kans om op een andere manier mee te werken vb. hostess tijdens het parcours, cafetaria voor het publiek enz. Deelnemers onderhouden ook contacten met elkaar buiten het project. Tijdens het afgelopen werkjaar zijn 2 deelnemers overleden. Voor 1 van hen was de zanggroep nog het enige contact dat hij had. Een interne afscheidsviering met alle deelnemers was dan ook een belangrijke gebeurtenis in het verwerkingsproces. Na het hoogtepunt van de eindproductie vallen de deelnemers in een gat. Dankzij de inbedding van het sociaal artistiek project in het buurtwerk en in Posthof vzw kunnen de deelnemers opgevangen worden. •
De Taal-ooR bijeenkomsten en de sessies ‘Conditie en figuur’ worden ingebed in het basisaanbod van het buurtwerk
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
97
Sinds het najaar van 2007 is de overdracht een feit. De buurtwerkster staat in voor de promotie, het begeleiden van de vrijwilligers, het organiseren van vrijwilligersvergaderingen en het bijwonen van de bijeenkomsten van Taal-ooR. Het verloop van dit proces werd beschreven bij het Buurtwerk OudBerchem. •
Het project bevordert en verstevigt de sociale samenhang in de buurt
Er is openheid van andere diensten (OCMW RVT en sociaal centrum, Cultuurcentrum Berchem) om bijeenkomsten en voorstellingen bij hen te laten doorgaan. De wekelijkse repetities van de zanggroep gingen in het najaar door in het RVT St. Maria. De bewoners en het personeel van het RVT konden deelnemen of komen kijken naar de repetities. De sprokkelsessies en groepsinterviews rond het thema ‘ 100 jaar Maria Gasthuis’ waren een succes. Het thema was heel universeel en tegelijk ook heel toegankelijk en laagdrempelig. Iedereen had hierover wel iets te vertellen. De verhalen van de ‘hoogbejaarde’ bewoners werden geïntegreerd in de voorstelling en ook de filmbeelden van de interviews werden getoond op het parcours tijdens de eindhappening. Vooral tijdens het najaar waren we met de artistieke ploeg ‘kind aan huis’ in het RVT. Er was een goede samenwerking en overleg met directie, personeel en bewoners. Hoogtepunt waren de generale repetitie op 17 november en de eindhappening op 18 november in het RVT. Het werd een zang, dans en vertelparcours doorheen het historische gebouw dat werd afgesloten met de theatervoorstelling ‘Bewaar mij’ in de feestzaal. Voor het publiek waren het parcours en de voorstelling heel pakkend en herkenbaar. De historische setting van het prachtige gebouw waren een meerwaarde. Ook met het Cultuurcentrum Berchem was er een nauwe samenwerking. Met de wekelijkse sessies ‘conditie en figuur’ bereikten we dat een groep allochtone vrouwen het cultuurcentrum en het aanbod voor de buurt beter leerden kennen. De generale repetitie op 24 november en de eindhappening op 25 november lokten zeer veel volk. Ook hier werd het zelfde concept (parcours doorheen het gebouw) en eindvoorstelling in de kleine zaal gebracht. •
Het sociaal artistieke project is verzelfstandigd
Verschillende sporen werden geëxploreerd in het kader van een verzelfstandiging van het sociaal artistieke project. Een aanvraag voor erkenning als sociaal artistiek werking binnen het Kunstendecreet was té hoog gemikt en werd niet goedgekeurd. Jammer genoeg wordt hier vooral de artistieke kwaliteit boven de sociale kwaliteit beoordeeld. Er zijn voorbereidende gesprekken gebeurd met Buurtwerk Posthof vzw, het district Berchem, de Berchemse erfgoedstichting, het Cultuurcentrum Berchem en Vormingplus in het kader van de verzelfstandiging en continuering van activiteiten van het project. b) terugkoppeling naar de projectdoelen • • •
Het project brengt mensen in beweging en stimuleert en creëert ontmoeting Bewoners van diverse afkomst, met extra aandacht voor mensen uit kansengroepen, worden geactiveerd en werken samen in zeer concrete projecten De artistieke creaties van de bewoners waarmee we door de wijk toeren versterken de sociale cohesie in de buurt
De projectdoelen werden voor 2007 rechtsreeks vertaald in werkdoelen. De uitwerking van deze doelen werd hierboven uitgeschreven.
B) Bijdrage van andere projecten en het buurtwerk Het project Aangen@me kennismaking werkt aan de toegankelijkheid van de infrastructuur van de OCMW dienstencentra voor mensen in armoede. De cursussen gaan in samenwerking met de dienstencentra door, maar ook in de lokalen van de dienstencentra. Dit zorgt voor een sterke beïnvloeding met betrekking tot de toegankelijkheid van de centra. Momenteel beperkt zich dit tot de momenten dat het project ICT-cursussen ter plekken organiseert.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
98
Het buurtwerk werkt meer en meer niet enkel in de eigen lokalen maar ook op verplaatsing. In heel wat wijken worden er bijvoorbeeld op geregelde momenten Taal-ooR conversatiegroepen georganiseerd op verplaatsing. Dit breekt uiteraard andere diensten en organisaties in de wijk open, maar laat ook de allochtone gemeenschap in de wijk kennismaken met diensten en voorzieningen in de buurt. Met buurtschatten werken we zeer sterk op het verbetering van de leefkwaliteit. We hebben ook projecten die zeer beleidsbeïnvloedend zijn. Twee voorbeelden: vanuit buurtschatten hebben we er mee voor gezorgd dat de pleingroep van het De Coninckplein aan de burgemeester en een 3-tal schepenen hun verhaal konden gaan vertellen over het de Coninckplein. Tot nu toe luisterde de burgemeester en de schepenen vooral naar de bewonersgroep De Bilzen en kregen zij een éénzijdige kijk op het plein en de omgeving. Onder impuls van een bewoonster bracht buurtschatten straatverantwoordelijken, vertegenwoordigers van bewonersgroepen, de drughulpverlening (privé en stedelijke initiatieven) samen rond de problematiek van achtergelaten drugspuiten op het openbaar domein. Het resultaat was een reeks (voorstellen) maatregelen van vorming tot een bezoek aan een drugsgebruikerruimte in Nederland met voor- en tegenstanders.
C) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.4 In het project Divers!City sluit de ondersteuning in het kader van DATA rechtstreeks aan bij deze operationele doelstelling, dit vormt nog steeds de inhoud van een derde van onze contacten. De overige tijd investeerden we in het DATE-luik. DATE-activiteiten stimuleren de participatie van allochtone groepen op terreinen waarop deze groepen makkelijk uitgesloten worden of toch moeilijk toegang vinden. In een aantal gevallen hebben we zelf met de groepen een aantal stappen gezet, vooral wat socio-culturele thema’s betreft of beleidsparticipatie. In andere gevallen hebben we groepen actief toe geleid naar andere kanalen of organisaties, bvb voor de thema’s onderwijs en tewerkstelling
Operationele doelstelling 3.5 A) Project 39 Talent Geeft Vorming Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Vormingsinstellingen, culturele centra, dienstencentra… bereiken in hun vormingsaanbod beperkt of helemaal niet specifieke doelgroepen zoals allochtonen, kansarmen Belgen. Nochtans stellen we vanuit de praktijk van het buurt- en opbouwwerk vast dat gemeenschappelijke interesses delen, samen iets bijleren of samen iets doen een lage drempel is om onderlinge contacten en netwerken uit te bouwen en specifieke doelgroepen te bereiken. Vorming volgen of iets bijleren is een middel om het informele ontmoeten te stimuleren en om mogelijkheden te scheppen zodat mensen vrijblijvende netwerken kunnen uitbouwen. Door iets bij te leren dat in het dagdagelijks leven nuttig en bruikbaar is, vergroten de kansen op deelname aan de maatschappij. Vorming zorgt ervoor dat mensen meer zelfvertrouwen krijgen en hun zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Zowel Belgen als allochtonen of nieuwkomers hebben dikwijls een negatief beeld van elkaar. Dit wordt gevoed door negatieve ervaringen in de dagelijkse praktijk of steunt dikwijls op vooroordelen. Dit wederzijds negatieve imago pakken wij aan door op zoek te gaan naar talenten en competenties van een zeer divers publiek zowel allochtonen/autochtonen en jong/oud en kansrijk en kansarm. We spreken hen aan om deze talenten, competenties door te geven aan anderen. Dit gebruiken we als middel om aan sociale cohesie te werken. Door beroep te doen op het sociaal kapitaal in wijken en buurten creëren we een draagvlak om te werken aan gemeenschapsvorming. Het stimuleren van engagement verhoogt de responsabilisering. Bewoners worden niet aangesproken op hun etniciteit maar wel op hun talent, hun capaciteiten. Er ontbreekt nu een systematiek in de ondersteuning van vrijwilligers. In dit project bundelen verschillende professionelen hun krachten om over de grenzen van hun eigen werking een begeleiding op inhoudelijk, didactisch en sociaal vlak te voorzien en expertise hier rond uit te wisselen.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
99
Buurt- en opbouwwerk ‘De lakbors’, steunpunt van samenlevingsopbouw Antwerpen stad heeft vanaf 2003 een visie i.v.m. met het samenleven uitgewerkt via experimenten in Deurne. Een neerslag is terug te vinden in de brochure ‘Licht sociaal en toch gewicht in de schaal’ (wordt opgestuurd in bijlage). Deze visie steunt enerzijds op praktijkervaringen van de buurt- en opbouwwerkers ‘De lakbors’ en anderzijds op het wetenschappelijke werk van Ruth Soenen, antropologe aan de Kuleuven. Het werken aan samenleven is in onze visie niet gebaat met een groepsaanpak op basis van één relatie of rol. We richten ons in dit project niet naar één bepaalde categorie van bewoners zoals bv. de groep Marokkanen, Vlamingen, Afrikanen, …om daarna bruggen te slaan naar andere groepen. Het intercultureel ontmoeten gebeurt in dit project doorheen het alledaagse contact met vallen en opstaan. De interculturele ontmoeting wordt als mogelijkheid geboden binnen de cursussen en dus niet opgedrongen. De ontmoeting is vrijblijvend en de keuze ligt bij de mensen zelf. Andere elementen in onze visie zijn: -
We vertrekken vanuit competenties en niet vanuit de problemen. We werken met een heterogeen publiek en spreken hen aan op verschillende rollen. We passen de mix-en-match strategie ( term Ruth Soenen) toe: dwz een tijdelijke groepsvorming waar deelnemers later naar andere initiatieven op basis van hun interesses worden doorverwezen.
Deze visie en expertise die wij reeds opbouwden breiden we uit over de verschillende steunpunten van samenlevingsopbouw Antwerpen stad en dit via het thema vorming of ‘ levenslang en levensbreed leren’. We gebruiken de methodiek: ‘Train the trainers’. Deze methodiek werd door Vormingplus Antwerpen reeds gebruikt. Zij ondersteunen het project met hun expertise. Om een grote en diverse groep mensen te bereiken via vorming is de formule ‘Train the trainers’ aangewezen. Vrijwilligers binnen buurtwerkingen worden getraind om hun talent via vorming door te geven aan anderen in het buurthuis of elders. Kaders en praktijktools worden op een interactieve manier aangereikt. De trainers worden gecoacht en begeleid tijdens hun vormingssessies. Er is aandacht voor vier aspecten in het lesgeven: inhoudelijke, didactische, omgaan met mensen, omgaan met stress. Deze cursus wordt opgezet om hun talent, kennis en vaardigheden door te geven. Elke deelnemer aan dit project krijgt de kans het geleerde om te zetten in de praktijk. Zo bereikt het project veel mensen en is er sprake van disseminatie. Met deze methodiek experimenteren we op Antwerps niveau en willen we dit structureel vorm geven. • • •
Systematiek brengen in de ondersteuning van vrijwilligers. (via methodiek train the trainers) Expertise uitwisselen met andere actoren met betrekking tot deze methodiek (Digipolis, Huis van Nederlands, Vormingplus en culturele centra) Afstemming op het terrein zodat er een structurele en duurzame samenwerking wordt uitgebouwd.
Het project is opgebouwd uit een stuurgroep waar de grote lijnen van het project besproken worden en samenwerkingsafspraken verder werden geformaliseerd. Daarnaast komt er een platformgroep samen. Zij wisselen ervaringen uit over het gebruik van de Train de Trainers methodiek en schrijven een werkdocument hierover uit. Er wordt voeling gehouden met de praktijk via een aantal interne werkgroepen rond computer, Taal-ooR en over workshops. Tijdens deze werkgroepen werd het werken met vrijwilligers besproken, problemen geïnventariseerd bij bestaande groepen (zowel van praktijkwerkers als vrijwilligers), experimenten opgezet rond “train the trainers” en evalueren en bijsturen. Uit de verschillende initiatieven blijkt dat er duidelijk een behoefte aan is vorming voor vrijwilligers. Zij zijn enthousiast over de vorming. We bereikten een kleine 100 vrijwilligers. Het samenbrengen van vrijwilligers uit verschillende wijken die met hetzelfde bezig zijn, is op zich al een belangrijke meerwaarde. Het leren van elkaar kan even belangrijk zijn als de inhoud van de vorming. Anderzijds blijkt vorming, zeker als het wijkoverschrijdend georganiseerd wordt, een vrij hoogdrempelig aanbod, waar zo goed als geen vrijwilligers uit maatschappelijk achtergestelde doelgroepen mee bereikt worden. Aandachtspunt: aan een goede vorming ter ondersteuning van vrijwilligers gaat een zoektocht naar de eigenlijke leerbehoefte vooraf (wat niet altijd overeenkomt met de vraag van de vrijwilligers zelf!). Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
100
Enkel dan kan vorming gericht en efficiënt worden ingezet om de nodige kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Begeleiding van de vrijwilligers op de werkvloer is nodig. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit een ‘oefenfase’ in het kader van een vorming, waarbij ondersteuning bij de voorbereiding en uitvoering helpt om het geleerde te vertalen naar de eigen praktijk (bv bij het leren geven van workshops). Educatieve vrijwilligers zijn zelf ook vragende partij voor feedback op hun functioneren. Het inzetten van educatieve vrijwilligers die hun talenten doorgeven aan anderen, en de ondersteuning van vrijwilligers om die stap te zetten, werpt zijn vruchten af. Het principe “train the trainer” met betrekking tot vrijwilligers heeft niet alleen als effect dat de ‘lesgevers’ een motiverend voorbeeld zijn voor de doelgroep, maar is ook een katalysator in het groeiproces van de vrijwilliger zelf, eens hij/zij die stap gezet heeft. De experimenten met de tuincoaches en energievrijwilligers vanuit de werkgroep workshops geven de mogelijkheid om meer zicht te krijgen op het leertraject van zwakkere vrijwilligers. Zwakke vrijwilligers vragen een voortraject in functie van hun talent. Zij hebben een intensievere en langere begeleiding nodig. Hier werd gezocht naar manieren om het informeel leren vanuit de eigen praktijk te bevorderen. Deze aanpak zou ook verruimd kunnen worden naar de begeleiding/ondersteuning van vrijwilligers in het algemeen, met oog voor het educatieve spoor in (alle) opbouwwerkprojecten. Alle vrijwilligers hebben behoefte aan structuur en een duidelijk kader. De organisatiedoelstellingen (of in sommige gevallen de concrete projectdoelstellingen) moeten duidelijk zijn voor de vrijwilligers. Zo weten zij wat er van hen verwacht wordt en kunnen zij meedenken over een mogelijke aanpak. De methodiek 'train the trainer' kan toegepast worden voor vrijwilligers maar moet ingepast worden in een leertraject en kaderen in een vrijwilligersbeleidsplan van de organisatie. Organisaties zijn vragende partij om ervaringen uit te wisselen. Er zit ook heel wat expertise bij deze organisaties die gebundeld zou moeten worden. Wij moeten nog duidelijker zicht krijgen via enkele acties hoe de methodiek “train the trainers” kan bijgestuurd, aangevuld en uitgediept worden met speciale aandacht voor zwakkere doelgroepen en in functie van kansengroepen. Wij hopen hiervoor op een verlenging.
B) Bijdrage van andere projecten en het buurtwerk Vrijwilligers vormen het hart van het buurtwerk. De zelfstandigheid van de vrijwilligers groeit zichtbaar. In heel wat buurtwerken nemen vrijwilligerskernen (mits ondersteuning) deeltaken zelfstandig op. In 2007 werd het wijkoverstijgend werken met vrijwilligers opgenomen in het bovenstaand beschreven project Talent Geeft Vorming. Buurtschatten is heel mobiliserend t.a.v. diensten en organisaties. Er wordt voortdurend gekoppeld. Doordat de projecten zo verschillend zijn, zijn de samenwerkingsverbanden ook zeer divers: scholen, stedelijke ontmoetingscentra, bewonersgroepen, dienst wijkwerking, allochtone (zelf)organisaties, culturele organisaties,… We zorgen hierdoor ook dat kansengroepen bekend worden bij (en aansluiting vinden) deze organisaties. Een voorbeeld: we zijn met een ploegje kansarme vrijwilligers tenten gaan opbouwen voor het feest van 10 jaar theatergezelschap Luxemburg.
C) Bijdrage tot operationele doelstelling 3.5 Uit de evaluatie van het project Talent Geeft Vorming blijkt de voldoening en erkenning die vrijwilligers ervaren door uitwisseling met vrijwilligers van andere buurtwerken of projecten. Daarnaast zijn er vanuit het project een reeks adviezen geformuleerd om de vrijwilligers binnen Samenlevingsopbouw Antwerpen stad beter te ondersteunen in hun opdrachten. In 2008 staat een verbeterproject van het vrijwilligersbeleid dan ook op het programma in het kader van het interne kwaliteitsbeleid.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
101
3.3.3. Bijdrage tot de strategische doelstelling We beschikken over een grote, divers samengestelde achterban. De solidariteit tussen de vrijwilligers neemt toe, het ‘hokjes-denken’ neemt af. De diversiteit op onze activiteiten is aanvaard bij de achterban. We worden door andere actoren en beleid gezien als middenveldorganisatie met een achterban die te mobiliseren is én op cruciale momenten een rol speelt. Meer dan verleden jaar slaagde we erin om projectoverstijgend te werken. Niettegenstaande willen we dit blijven intensifiëren in de toekomst. Als belangrijke resultaat van de projecten en de buurtwerken zien we dat mensen met elkaar in overleg gaan en gezamenlijke oplossingen bedenken voor problemen. Er is een kader waarbinnen men kan onderhandelen. Door samen te werken werden de onderlinge contacten versterkt, maar kon er ook over bepaalde problemen/conflicten gesproken worden. Het volgen van vorming zorgt ervoor dat kwetsbare groepen meer zelfvertrouwen krijgen, hun zelfredzaamheid wordt gestimuleerd waardoor hun kansen op deelname aan de maatschappij vergroten. We slagen er in om mensen uit de doelgroepen (levend in armoede, van verschillende etnische afkomst) te schakelen als vrijwilliger. Hierdoor versterken ze hun competenties om met diversiteit om te gaan, om te onderhandelen én om samen te werken. Het buurtwerk heeft een labofunctie. Dit is onze meerwaarde tav andere ontmoetingsplekken is het inschakelen van buurtbewoners als vrijwilliger. We behandelen hen niet enkel als deelnemer, maar zeker als mede uitvoerder én beheerder. We bereiken de diversiteit, we mixen groepen, we activeren hen. Onze positie is sterk omdat we de enige actor zijn die deze combinatie maakt. De toegenomen beleidsaandacht tav sociale cohesie is mee onze verdienste. Het beleidsbeïnvloedend werken of het structureel verankeren van resultaten blijft een aandachtspunt. We moeten de afstemming met andere wijkgerichte actoren meer kracht bij zetten. We moeten het lange termijn perspectief in het oog houden. In de projecten rond leefbaarheid zien we een directe verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving. Het samenleven verloopt minder conflictueus omdat spanningen op een positieve manier aangepakt worden. Buurtbewoners leren onderhandelen. De participatie van Marokkaanse jongeren, vaders en andere kwetsbare bewoners is verhoogd doordat ze zelf een actieve rol opnemen in hun leefomgeving. Sterkere bewoners én de overheid verwachten vaak dat de groepen die gezien worden als probleemdragers een actieve rol opnemen als overlast bestrijder. Maar tegelijkertijd komen die zelfde groepen aankloppen met hun achterstellingproblemen. Ook rond deze problematiek moeten wij een overheid en sterkere bewoners overtuigen om deze problematiek serieus te nemen. Op het actieniveau zijn de samenwerkingsverbanden met de externe infrastructuren van derden succesvol. Op actieniveau worden we gezien als een actor die op vlak van diversiteit iets te bieden heeft. Leden van de verenigingen leren met diversiteit in de leefomgeving om te gaan door de verschillende samenwerkingsverbanden (met andere verenigingen, met administratie). Leden van de verenigingen leren onderhandelen (o.a. over statuten).
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
102
3.3.4. Bijdrage tot de missie We werken in de wijken waar armoede problemen en samenleven elkaar versterken. Daar werken we aan de solidariteit tussen de verschillende achtergestelde groepen. We werken echter minder aan de solidariteit tussen sterkere en achtergestelde groepen. Samenvattend kunnen we stellen dat we erin geslaagd zijn om een stempel te drukken op het beleid rond sociale cohesie.
4. TWEEDE LIJNSWERK Het werk van de programmaverantwoordelijken is gekoppeld aan de uitwerking van de strategische doestellingen. De evaluatie hiervan werd opgenomen in de hierboven beschreven uitwerking per strategische doelstelling. Uit de evaluatie van 2007 bleek een belangrijke nood aan vorming en ondersteuning in resultaatsgericht en doelgericht werken. Met de tweede lijn namen we dit op in het voorjaar van 2007. Er werd externe begeleiding aangetrokken voor het trekken van een werkgroep rond het herformuleren van de missie en het leren formuleren van indicatoren. In het najaar van 2007 werd hierop verder gewerkt in een werkgroep registratie. Zij werken met een externe firma samen om het stramien van een database vorm te geven. Deze database zal ervoor dienen dat zowel in de projecten, als in het buurtwerk beter kan gemeten worden en uiteindelijk resultaten dus ook beter zichtbaar zullen worden. Op het gebied van het verbeteren van de PR en communicatie in onze organisatie werden in 2007 stappen genomen in het uitwerken van een intranet en een vernieuwde website. Beide zullen gefinaliseerd worden in 2008. In samenwerking met de programmaverantwoordelijken Samenleven werd eveneens een werkgroep samengeroepen rond de buurtkrantjes. In de verschillende wijken waarin wij actief zijn worden informatieve krantjes verspreid. We stelden ons tot doel om te werken aan meer gemeenschappelijkheid en zichtbaarheid over de wijken heen. Het resultaat van dit proces werd een communicatieplan voor de buurtkranten. In 2008 wordt hieraan verder gewerkt naar vormgeving om uiteindelijk in 2009 met een nieuw en éénvormig concept voor de buurtkrantjes naar buiten te kunnen komen. We organiseerden met de tweedelijn eveneens twee lunchdebatten. Er werd een lunchdebat georganiseerd in samenwerking met het Vluchtelingen Team van De 8 vzw in het kader van een uitwisseling rond het bereik en de noden en behoeften van mensen zonder wettig verblijfstatuut. In het najaar werd eveneens een lunchdebat georganiseerd met prof. Rik Pinxten. In het debat werd de gastspreker gevraagd om te reflecteren op enkele stellingen rond interculturatiteit. Het gesprek vormde de start van een proces rond visievorming, hetgeen in 2008 zal verder gezet worden. Het proces rond organisatieontwikkeling werd in 2007 gefinaliseerd met een communicatieronde ten aanzien van de teams. Als laatste stap in het proces naar organisatieontwikkeling startte Samenlevingsopbouw Antwerpen stad in het voorjaar van 2007 met een grondige bestuurlijke vernieuwing. De kwamen heel wat nieuwe leden bij in de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur. Er werd eveneens een nieuwe voorzitter aangeduid. Sinds het voorjaar van 2007 maakt de opbouw van het nieuwe meerjarenplan een belangrijk deel uit van het takenplakket op de tweede lijn. In 2007 werden volgende fasen reeds doorlopen: de opmaken van een uitgebreide omgevingsanalyse, keuze van thema door de Algemene Vergadering en het uitwerken van thema’s door de werkgroepen. Zoals blijkt werken we aan dit meerjarenplan niet enkel met de tweedelijn. We kiezen ervoor om dit voor zover mogelijk met de gehele organisatie op te bouwen. We willen hierdoor komen tot een grote gedragenheid en betrokkenheid, zodat het een meerjarenplan wordt van de organisatie als geheel.
5. BOORDTABELLEN 5.1.
Tijdsinvestering
5.1.1. Personeelsoverzicht Enkelvoudige strategische doelstelling :
Wonen
1) voor alle organisaties aantal ingezette VTeq decretaal personeel: ander personeel: totaal
uitvoerend personeel
2.22 2.20 4.42
Percentage van totale tijdsinvestering (inhoudelijke werking) van de organisatie hiervoor: 11.47% 2) alleen voor de instituten aantal ingezette VTeq decretaal personeel: ander personeel: totaal
staf
1.58 0.44 2.02
Percentage van totale tijdsinvestering (inhoudelijke werking) van de organisatie hiervoor: 28.21% Enkelvoudige strategische doelstelling :
Maatschappelijke dienstverlening
1) voor alle organisaties aantal ingezette VTeq decretaal personeel: ander personeel: totaal
uitvoerend personeel
4,8 0,5 5,3
Percentage van totale tijdsinvestering (inhoudelijke werking) van de organisatie hiervoor: 13.66% 2) alleen voor de instituten aantal ingezette VTeq decretaal personeel: ander personeel: totaal
staf
1.58 0.44 2.02
Percentage van totale tijdsinvestering (inhoudelijke werking) van de organisatie hiervoor: 28.21%
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
104
Enkelvoudige strategische doelstelling :
Samenleven
1) voor alle organisaties aantal ingezette Vteq decretaal personeel: ander personeel: totaal
uitvoerend personeel
16,01 12,8 28,81
Percentage van totale tijdsinvestering (inhoudelijke werking) van de organisatie hiervoor: 74.77% 2) alleen voor de instituten aantal ingezette VTeq decretaal personeel: ander personeel: totaal
staf
2.68 0.44 3.12
Percentage van totale tijdsinvestering (inhoudelijke werking) van de organisatie hiervoor: 43.57%
5.1.2. Staf Werktijd stafmedewerkers: alleen voor de instituten aantal ingezette VTeq voor thematische werking decretaal personeel: 1,5 ander personeel: 0,8 totaal 2,3 aantal ingezette VTeq voor generieke werking decretaal personeel: 1 ander personeel: 0,4 totaal 1,4 aantal ingezette VTeq voor VTO decretaal personeel: ander personeel: totaal
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
0,4 0,4 0,8
105
5.2.
Locaties
BOORDTABEL WERKINGSGEBIED Aantal werkingen per schaalniveau en bewonersaantal Enkelvoudige strategische doelstelling :
<1000 □
wijk – buurt
□ □
stad gemeente regio
□
provincie
□
Vlaams TOTAAL
2
10005000 1
Wonen
bewonersaantal 50001000010000 50000
2
<1000 wijk – buurt
□ □
stad gemeente regio
□
provincie
□
Vlaams
1
10005000
□
stad gemeente regio
□
provincie
□
Vlaams TOTAAL
5
MD
bewonersaantal 50001000010000 50000 1 1
50000100000
>100000
TOTAAL 2
1
1
<1000
□
2
2
1
10005000 1
50000100000
>100000
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
15
TOTAAL 22
4
6
3
Samenleven
bewonersaantal 50001000010000 50000 6 15
1
1
1
Enkelvoudige strategische doelstelling :
wijk – buurt
TOTAAL 3
TOTAAL
□
>100000
2
Enkelvoudige strategische doelstelling :
□
50000100000
4
4
26
106
5.3.
Doelgroepenbereik
5.3.1. Strategische doelstelling 1 Functie
Verkenning – Planning Organisatie
aantal activiteiten
aantal deelnemers
aantal verschillende deelnemers
Individueel Contact
2101
2262
1651
Werk - Kerngroep Open doelgroep Bijeenkomst
143
2856
912
57
557
189
196
4145
1259
76
997
461
aantal activiteiten
aantal verschillende deelnemers
Informatie - Vorming
aantal deelnemers
Formule
5.3.2. Strategische doelstelling 2 Verkenning – Planning Organisatie aantal activiteiten
Formule
Informatie - Vorming
aantal deelnemer saantal verschillen de deelnemer s aantal activiteiten aantal deelnemer saantal verschillen de deelnemer s
Functie
Individueel Contact
1734
1679
429
Werk - Kerngroep Open doelgroep Bijeenkomst
183
424
180
2
15
15
11
109
89
9
60
36
5.3.3. Strategische doelstelling 3
12846
19297 6833
Werk - Kerngroep Open doelgroep Bijeenkomst
882
6242
2001
40233 17138
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
2209
aantal verschillende deelnemers
aantal deelnemers
Individueel Contact
Informatie - Vorming
aantal activiteiten
aantal verschillende deelnemers
aantal activiteiten
Formule
Verkenning – Planning Organisatie aantal deelnemers
Functie
1296
27546 2084
410
11265 2901
107
5.4.
Oplossingssactoren
5.4.1. Oplossingssactoren Strategische doelstelling 1 lokaal regionaal Vlaams federaal
privaat 7 3 0 0
openbaar 20 9 0 0
Strategische doelstelling 2 lokaal regionaal Vlaams federaal
privaat 1 1 1 0
openbaar 1 5 2 10
Strategische doelstelling 3 lokaal stad Vlaams federaal
privaat 11 2 4 0
openbaar 70 21 0 0
5.4.2. Beleidscontacten Strategische doelstelling 1 lokaal stad Vlaams federaal
privaat 34 3 0 0
openbaar 322 30 0 0
Strategische doelstelling 2 lokaal stad Vlaams federaal
privaat 0 0 0 0
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
openbaar 3 12 2 28
108
Strategische doelstelling 3 lokaal stad Vlaams federaal
privaat 40 1 2 0
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
openbaar 233 39 0 0
109
Bijlage 1
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
110
Bijlage 2
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad Jaarverslag 2007
111